Direct naar artikelinhoud

Commando's roepen Marco Kroon op te zwijgen over staatsgeheime missies: veiligheid in het geding

Het gezicht van het Korps Commandotroepen, de geridderde Marco Kroon, laat te veel los over het doen en laten van zijn strijdmakkers. Daarmee brengt hij zijn collega's onnodig in gevaar, vinden ze.

Marco KroonBeeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Commando's roepen Marco Kroon op om zich in het openbaar niet meer uit te laten over staatsgeheime missies. Anders kan hun veiligheid gevaar lopen. Dit laten zij weten via een door de NOS gepubliceerde verklaring van hun advocaat Michael Ruperti.

Het is niet duidelijk hoeveel commando's achter de verklaring staan en of dezen hebben samengewerkt met Kroon in Afghanistan, toen deze daar in 2007 de man doodschoot die hem zou hebben gegijzeld. Dit voorval is momenteel onderwerp van onderzoek door het Openbaar Ministerie. Ruperti reageerde niet op een verzoek om een toelichting.

De commando's benadrukken dat Kroon - zelf commando - niet namens het Korps Commandotroepen spreekt: 'Diverse collega's herkennen zich niet in deze uitlatingen en de door hem geschetste wijze van optreden.' Het is volgens hen aan het OM om uit te zoeken wat Kroon werkelijk in Afghanistan heeft meegemaakt. 'Wij gaan ervan uit dat majoor Kroon zich vooraf geen rekenschap heeft gegeven van de effecten van zijn uitlatingen. Wij rekenen erop dat hij dit vanaf heden wel doet om te voorkomen dat de levens van zijn collega's (verder) in gevaar worden gebracht.'

Kroons uitlatingen hebben volgens Nieuwsuur onrust veroorzaakt binnen het Korps Commandotroepen. Het actualiteitenprogramma kwam een aantal feiten en details te weten over een veiligheidsrisico dat nog steeds geldt in een bepaald missiegebied. Nieuwsuurbesloot het verhaal vrijdag niet naar buiten te brengen op uitdrukkelijk verzoek van Defensieminister Bijleveld.

Marco Kroon was in 2007 op inlichtingenmissie in Kabul toen hij naar eigen zeggen enige tijd gegijzeld werd en, eenmaal vrijgelaten, zijn gijzelnemer doodschoot. Volgens De Telegraaf werkte hij met zeven collega's vanuit de Afghaanse hoofdstad in een safehouse van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Vanaf de tweede verdieping van dit gebouw probeerde de eenheid zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Ze werkten volgens de krant in burgerkleding en doorgaans in koppels. Soms echter trokken ze er alleen op uit, om niet te voorspelbaar te zijn. De missie viel onder de directe leiding van de commandant der strijdkrachten en werd goedgekeurd door de leden van het kernkabinet  de Tweede Kamer hoefde daarom niet te worden ingelicht. De missie viel ook buiten de Nederlandse inzet in Uruzgan.

Het OM doet onderzoek naar het incident, dat door Kroon begin vorig jaar zelf bij het ministerie van Defensie werd gemeld en via zijn advocaat Geert-Jan Knoops naar buiten kwam.

Dat de ervaren militair tien jaar lang had gezwegen, deed hij naar eigen zeggen om de veiligheid van zijn manschappen niet in gevaar te brengen. Zo kon de operatie blijven doorgaan, 'zonder storende onderbrekingen en onderzoeken'. Maar dat hij het geweldsincident pas vorig jaar bij minister Bijleveld meldde, vond deze te laat.

Kroon zou naar eigen zeggen tijdens een korte gevangenschap 'op uiterst hardhandige wijze ondervraagd, mishandeld en bovenal ernstig vernederd' zijn door 'de vijand'. Hij wist ondanks de 'brutaliteiten' waaraan hij werd blootgesteld, zijn opdracht geheim te houden, maar was bang dat zijn gijzelnemer de Nederlandse missie in gevaar zou brengen.

Toen hij enige tijd na zijn vrijlating oog in oog met de man kwam te staan en die zijn kalasjnikov op hem richtte, schoot Kroon hem dood. 'Het was op dat moment hij of ik', schreef hij in zijn verklaring.

Indien een militair geweld heeft gebruikt, dient hij dit zo snel mogelijk te melden bij zijn commandant
woordvoerder Defensie

Geloofwaardigheid

Er zijn geen Nederlandse getuigen die Kroons relaas kunnen ondersteunen. Tegelijk is er twijfel ontstaan over de waarachtigheid van zijn ervaringen: hoe geloofwaardig is het dat een commandant lang weg is van zijn eenheid zonder die in te lichten? Toenmalige collega's vertelden al eerder aan De Telegraaf dat ze bij Kroon geen verwondingen zagen die wezen op een mishandeling en hem ook nooit langere tijd hebben gemist. Volgens hen werd er altijd alarm geslagen als iemand langer dan een half uur weg was.

In de Volkskrant  reageerde ook de toenmalige Defensieminister Van Middelkoop kritisch. Hij noemde het 'onhelder en onwaarschijnlijk' dat Kroon het incident niet heeft gemeld aan zijn commandant: 'Dit is in strijd met alle regels van commandovoering.'

Dat Kroon zonder tegenprestatie zou zijn vrijgelaten na te zijn gegijzeld, riep dan weer vragen op bij Peter Wijninga, verbonden aan het Haags Centrum voor Strategische Studies. Deze diende zelf in 2008 in de Afghaanse provincie Kandahar. 'Militairen worden niet zomaar vrijgelaten', zei Wijninga. 'Ze worden hetzij een kopje kleiner gemaakt, hetzij gebruikt als gijzelaar in onderhandelingen.'

Militairen worden niet zomaar vrijgelaten. Ze worden of een kopje kleiner gemaakt, of gebruikt als gijzelaar in onderhandelingen
Peter Wijninga

Kroon werd in mei 2009 door koningin Beatrix geslagen tot ridder van de Militaire Willemsorde. Die onderscheiding kreeg hij voor zijn werk als commandant van een peloton in Zuid-Afghanistan, begin 2006.

Minister Ank Bijleveld van Defensie gaat onderzoek doen naar het lekken van staatsgeheimen in de zaak rond militair Marco Kroon, zei ze in het televisieprogramma WNL Op Zondag.


Onderscheiden als oorlogsheld, nu opnieuw in opspraak

Het Openbaar Ministerie (OM) is een onderzoek begonnen naar een geweldsincident van Marco Kroon in Afghanistan in 2007. Vier vragen over de omstreden oorlogsheld, drager van de hoogste militaire onderscheiding van Nederland.

Oud-commandant Wijninga over Marco Kroon: 'Waarom heeft hij tien jaar gezwegen?'
Het besluit van de onderscheiden militair Marco Kroon om 'de vijand' tijdens een geheime operatie in Afghanistan, ruim tien jaar geleden, dood te schieten en hier tot nu toe over te zwijgen, roept de nodige vragen op. We leggen er een aantal voor aan oud-commandant Peter Wijninga, verbonden aan het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij diende zelf in 2008 in de Afghaanse provincie Kandahar.