Fitte dikkerds even gezond als 'normale mensen'

Dik zijn betekent niet noodzakelijk dat je ongezond bent. Bijna de helft van wie met obesitas kampt, ervaart geen medische complicaties die aan overgewicht gelinkt worden.

De onderzoekers bestudeerden 43.265 mensen in Amerika tussen 1979 en 2003. Ze hielden daarbij rekening met twee definities van obesitas: het traditionele BMI waarbij gekeken wordt naar de verhouding van het gewicht en de lengte en het percentage van lichaamsvet. Mensen met een BMI van 25 of meer kampen volgens experts met overgewicht, degenen met 30 of meer heeft obesitas. Wat het vetpercentage betreft wordt bij mannen 25 procent of minder als normaal beschouwd, bij vrouwen is dat 30 procent.

In totaal werden 13,1 procent als obees geklasseerd op basis van hun BMI, op basis van het lichaamsvet was dit 29,7 procent. Van de patiënten met overgewicht was 30,8 procent van degenen met een te hoog BMI op metabolisch vlak gezond, dat gold voor 46,3 procent bij degenen die een te hoog percentage van lichaamsvet hadden.

De vorsers concentreerden zich op het lichaamsvet, aangezien dit accurater is. Mensen met obesitas hadden 38 procent minder kans te sterven in de 14 jaar na het onderzoek. Ze merkten dus geen verschil tussen gezonde dikkerds en gezonde mensen met een normaal gewicht. Het besluit is dat sommige mensen met obesitas lichamelijk zo fit zijn dat ze geen gezondheidsproblemen ervaren die met overgewicht in verband worden gebracht als diabetes, een hoge cholesterol en een verhoogde bloeddruk. Hoofdonderzoeker Francisco Ortega aan de Spaanse universiteit van Granada: "Het is geweten dat obesitas kan leiden tot een groot aantal chronische ziekten als cardiovasculaire problemen en kanker. Maar er zijn blijkbaar dikke mensen die beschermd zijn tegen metabolische complicaties."

 "Mensen met obesitas die op metabolisch vlak gezond zijn, hebben een beter gezondheidsniveau van de rest van de dikkerds. Door te sporten kun je namelijk je organen gezond houden. Artsen moeten niet alle mensen met overgewicht over dezelfde kam scheren, maar ook rekening houden met hun conditie, vetpercentage en metabolische factoren om het risico op kanker, hart- en vaatziekten te beoordelen", besluit Ortega. (br.hln)