Waarom sommige mensen het altijd koud hebben
Waarom hebben sommige mensen het altijd koud, terwijl anderen zelfs bij de meest barre temperaturen in een dun shirtje kunnen blijven rondlopen? Blijkbaar hebben niet alleen gewicht en grootte een invloed, maar ook leeftijd, geslacht, levensstijl en zelfs gelukstoestand spelen een rol.
Onze temperatuurregeling begint in de hersenen, de controle erop gebeurt dan weer door onze hormonen. Die houden daarbij vooral rekening met de interne temperatuur van het lichaam en de temperatuur in de buitenste huidlagen. Gemiddeld schommelt de temperatuur van een persoon rond de 37 graden. Per persoon kan dit echter vrij sterk variëren.
Zo hebben vrouwen het vaak kouder dan mannen en hebben ouderen vaker last van koude dan jongere mensen. Ook de mate van activiteit die iemand onderneemt, is van invloed op het kouwelijke gevoel. Zo zal iemand die de hele dag achter een bureau zit vaker met koude handen en voeten te maken krijgen, dan iemand die een erg beweeglijke job uitoefent.
Dat mannen het minder snel koud hebben, zou ook te maken hebben met het feit dat ze procentueel gezien meer spiermassa bezitten. Wanneer spieren aan het werk worden gezet, wekt die activiteit warmte op.
Onderzoekers toonden aan dat de handen van mannen een gemiddelde temperatuur van 32,3 graden bezitten. Die van een vrouwenhand bedraagt gemiddeld maar een temperatuur van om en bij de 30,7 graden.
Doordat een vrouwenlichaam gemiddeld meer vet bevat, moet het harder werken om op temperatuur te blijven. De energie die kan doorstromen naar de ledematen, is dan ook beduidend minder dan bij mannen. Ook de menstruele cyclus is hierbij van invloed: wanneer een vrouw menstrueert, kan haar lichaamstemperatuur door die energieopslorpende activiteit met enkele graden afnemen.
Mensen met een hoger vetpercentage hebben vaker een warm gevoel. Dit heeft vooral te maken met het feit dat hun organen warm zijn. Aan de buitenkant voelt hun lichaam vaak koud aan: dit door de vetlaag die de warme bloedbaan goed isoleert. Dunne mensen hebben het vaker koud omdat zij niet over zo'n goede isolatielaag beschikken. Bloed dat door de ledematen stroomt, moet daardoor eerst opnieuw worden opgewarmd alvorens het ook teruggepompt kan worden.
Ons gevoel van innerlijke warmte wordt geregeld via cellen in de huid. Die vangen koude op en zorgen ervoor dat haar- en bloedvaten indien nodig vernauwen en dat de bloedcirculatie vertraagt. Die vernauwing zal sneller plaatsvinden bij mensen die roken. Mensen met een actievere levensstijl, zullen hier overigens minder snel last van hebben. Zij zullen dus ook minder snel kou ervaren.
Tot slot heeft ook de mate waarin we ons gelukkig voelen een invloed op ons warmtegevoel. Mensen die zich eenzaam voelen zullen het vaker koud hebben, mensen die daarentegen gelukkig zijn, worden daardoor letterlijk vervuld met een warm gevoel. (br.hln)
)
|
