Veel jonge kinderen dragen verkeerde schoenenmaat
Vrijwel alle kinderen tussen drie en tien jaar dragen verkeerde
schoenen. Dat is de conclusie van een studie door twee
podoloogstudentes. Verkoopsters zouden de kindervoetjes op een verkeerde
manier meten.
Bénédicte Vandendriessche en Sarah Vanoverbeke, twee studentes van de
Arteveldehogeschool Gent, wilden de kindervoetjes bij 119 kinderen uit
veschillende West-Vlaamse scholen meten. Daarvoor gebruikten ze zowel
bestaande als zelf ontworpen meetapparaten. De resultaten zijn
opmerkelijk: 94,15 % van de kinderen draagt een verkeerde lengtepasvorm
en 92 % een foutieve breedtepasvorm.
Volgens
de studentes worden er in de schoenenwinkels verkeerde meetapparatuur
en methodes gebruikt. Verkoopsters meten de voetjes door de kinderen te
laten zitten. Dat is fout omdat zowel de lengte als de breedte van een
kindervoet al staand tot één centimeter vergoot.
Een
andere reden betreft het groeiverloop. De linker- en rechtervoet zijn
zelden aan elkaar gelijk en dit geldt zowel voor de breedte als in de
lengte. Worden kinderen ouder, vergroot het lengteverschil tussen beide
voeten. Hoe jonger de kleine, hoe groter de breedte-lengteverschillen.
Zowel verkoopsters als ouders houden daar geen rekening mee.
Een
foute pasvorm is nadelig voor het kindervoetje. Het kraakbeen vervormt
immers tot het vierde levensjaar, een foute schoenmaat kan bij de latere
groei tot complicaties leiden. Hamertenen, ingegroeide nagels of een
verkeerd stappatroon zijn kwalijke gevolgen.
|