Blijven zitten in eerste leerjaar is nadelig voor het kind
Blijven zitten in het eerste leerjaar blijkt minder gunstig dan
traditioneel aangenomen. Dat blijkt uit onderzoek van de K.U.Leuven,
waarover Klasse bericht.
Het percentage zittenblijvers in het eerste leerjaar bedraagt in
Vlaanderen zeven procent. We zitten daarmee in de top van de
Oeso-landen. Zittenblijven in het eerste leerjaar gebeurt traditioneel
vanuit de overtuiging, ook bij de meeste leerkrachten, dat een extra
jaartje de zittenblijvers de kans biedt achterstand in te lopen.
Nieuw
onderzoek, onder leiding van professor Jan Van Damme, toont echter aan
dat zittenblijven niet zo gunstig is. Onderzoekers van het centrum voor
onderwijseffectiviteit en evaluatie aan de K.U.Leuven volgden 4.000
leerlingen over heel de lagere school. Het is voor het eerst dat
dergelijk grootschalig en langdurig onderzoek naar zittenblijvers in
Vlaanderen gebeurde.
Op
korte termijn hebben zittenblijvers inderdaad een voordeel in
vergelijking met hun jongere klasgenootjes. Dat voordeel spelen ze
evenwel kwijt en verandert in een achterstand van zodra er nieuwe
leerstof volgt. Ze hebben doorheen de lagere school ook minder
zelfvertrouwen en voelen zich slechter op school. En waren ze toch
overgegaan naar het tweede leerjaar, hadden ze beter gepresteerd in
wiskunde en technisch lezen.
"Het
onderzoek toont voorlopig aan dat het niet zo goed is om kinderen te
laten zitten in het eerste leerjaar", legt onderzoekster Mieke Goos uit.
"De redenen zijn divers. Ze verliezen hun vriendjes of krijgen af te
rekenen met pestgedrag. Ze doen niet alleen wiskunde en taal over, maar
alles, van godsdienst tot wereldoriëntatie. Dat werkt demotiverend."
|
