21 mei-20 juni

Element: lucht

Metaal: kwik

Trefwoorden: kennisoverdracht, verhalen, radio, telefoon, weg- en treinverkeer, kameraadschap.

Karakter: beweeglijk, veelzijdig, bemiddelend, uitwisselend, kritisch, rusteloos.

Eigenschappen: Er zitten minstens twee persoonlijkheden in een tweeling. Een tweeling kent men nooit door en door. Het zijn veranderlijke types. Gevoelige mensen. Ze kunnen het zeer goed uitleggen, ze praten veel maar zeggen eigenlijk weinig. Ze zijn rusteloos, zenuwachtig, ze houden van veranderingen. In relaties maken ze graag slippertjes. Ze passen zich aan iedereen aan, ze zijn zeer sociaalvoelend. Dikwijls zien ze er jonger uit dan als ze zijn. Ze hebben veel genegenheid en aandacht nodig, ze houden van kleine dieren. Ze kopen vaak twee keer hetzelfde, ze streven ernaar alles dubbel te hebben. Ze maken het zichzelf vaak heel moeilijk. Tweelingen kunnen heel goed leiden en verleiden.

Typische klachten: nerveuze klachten, ademhalingsklachten, armen, bewegingsapparaat.(vooral knieën)

Kleur: alle kleuren.

Edelstenen: tijgeroog, citrien, toermalijn.

Kruiden: berk, karweizaad, klein hoefblad, lavendel, peterselie, tijm, zoethout.

Bach-remedie: loodkruid (gebrek aan zelfvertrouwen)

Beroepen: tolk, taalkundige, advokaat, koopman, journalist, reiziger, schrijver.