Sinds het overlijden van Etienne,(17 december1991,we zijn nu 1994) zit Rollegem zonder “Belleman “(Vrouw)”. Wie anders kon de folkloreraad, welke die traditie van een “belleman” in ere wil houden beter aanspreken dan Maureen Lievyns, dochter van.
Op de 18de folklorefeesten zou het doorgaan met drie kandidaten Robert Dupont, uit Bellegem, Demey Edwig plaatselijk en Peter Caesens uit Kortrijk.
Maureen, welke reeds drie jaar instond voor de vervanging van haar overleden vader, zou het gaarne zelf gebleven zijn, maar de andere verplichtingen riepen luider, dus liet ze het over aan deze kandidaten.
Tijdens de feesten zouden zij zeven ‘roepen” hun beste beentjes voorzetten. Een Jury zou er de beste uit pikken. De officiële aanstelling zou de zondag om 17 uur plaats vinden. De karikatuur van Nesten mocht er natuurlijk niet aan ontbreken.
De keuze viel op de in Bellegem wonende Rollegemnaar Edwig Demey,Hij baat in het weekend in Rollegem een café uit. We laten hem hier zelf aan het woord.” Ik was uiteraard heel gelukkig met mijn verkiezing. De positieve reacties doen deugd, ik kom weer in contact met alles wat met feesten, en folklorete maken heeft. Bij de officiële aanstelling als belleman van de stad Kortrijk, werd beloofd dat ik zal ingeschakeld worden op festiviteiten als foren, braderie’s en Sinkensefeeten. In februari 1995 word ik uitgenodigd door de belleman van Gent, waar ik opgenomen word in de “Orde van den Belleman” Dit bied de mogelijkheid om aan nationale en internationale concours deel te nemen.
Ik ben blij mijn voorganger gekend te hebben, hij was een sympathieke belleman, een voorbeeld en ik zou ook graag zijn werk verder blijven doen.”
Elversele: De heer Dominique van de heemkundige kring van Temse laat deze beelden geworden van de Sint-Margaritakerk van Elversele,
de pui naast de toegang van de kerk, welke een overdekte roepsteen is.
Lang geleden zo schrijft hij, riep de belleman hier berichten om voor de bevolking. Wat hij ook deed, was het organiseren van veilingen. Het kleinvee dat door de gelovigen aan de kerk werd geschonken, werd tijdelijk opgesloten onder de roepsteen(Het deurtje is er nog) en na de mis werd het verkocht aan de hoogstbiedende. De foto’s dateren van 2 juni 2009 door hem genomen.
2002 luide een nieuwe “Belleman” voor het eerst officieel, Peter Artur Caesens, de bel. N Helemaal nieuw was hij niet want hij was de tweede, bij de verkiezing in 1994. Hij was bereid te bel te hanteren vandaar Peter. Wie is Peter, kan men vinden onder zijn websiteBelleman (Peter Arthur Caesens)
Sint-Denijs-Saint-Genois , die samen met Moen,Heestert en Otegem maken ze deel uit van de gemeente Zwevegem.
In het tweede venster van de linkerbeuk, stak voor de herstelling in 1871, een brandraam, een priester in roket en stool, geknield op een bidbank, met lighgende hond naast zich. De heer van de gemeente had in de kerk zijn hond mee, welke ging ruiken aan de kleding van de pasroor, welke de mis opdroeg, met de voet stootte de knielende pastoor onvrijwillig tegen den hond, en de woedende heer schoot de pastoor neer. De pastoor noemde "Dehondt"
Aan de ingang van de kerk welke dagtekend van de XIde of XIIde eeuw waarvan nog een klein deel
De roepsteen was daar nog in 2010 tegen de voorgevel van de kerk bij de rechter hoek. Eenvoudige vierkante arduinsteen, ca. 20 cm hoog.
West- Vlaanderen Arrondissement Kortrijk, deelgemeenten Beveren-Leie, Desselgem, Sint-Eloois-Vijve. Op de m
arkt , roepsteen, geplaatst tegen de voorgevel van de heilige Amandus en Blasiuskerk, volgens verschillende auteurs is de roepsteen de basis van de verdwenen schandpaal van de heerlijk Waregem.De schandpaal is vermoedelijk opgericht voor 1775 door de familie de Plotho, die vanaf de 17de eeuwtot aan de Franse tijd de heerlijkheid met alle rechtsmacht in leen houdt van de graaf van Vlaanderen. De schandpaal van Waregem wordt afgebeeld op een kaart uit het tiendenboek, opgemaakt door landmeter Phillipus-Charles Taillie in 1775; de schandpaal wordt er weergegeven tussen drie lindenbomen en bestaat uit een ijzeren piek geplaatst in een massieve ronde trede. De linden worden circa 1840 gekapt.
De basis van de schandpaal komt dan tegen de westgevel van de kerk terecht. Ronde steen van 50 cm hoogte en een diameter van circa 65 cm. In het midden van de steen bevindt zich een gat, vermoedelijk voor het inplanten van de verdwenen piek
InSint-Lievens-Houtem werd het arduinen onderstel van de vroegere schandpaal als “Kerkstichel” of roepsteen gebruikt. Na de missen plaatste de champetter zich op deze roepsteen om berichten bekend te maken.
Roepsteen.
Iedereen moet de wet naleven; maar dan moet iedereen de wet kennen, dus moet ze bekend gemaakt worden. Dat gebeurt nu via het staatsblad.
Vroeger werd ze bekend gemaakt door uitroepen van op de roepsteen, van op de pui. Iedere stad, ieder dorp had zo een roepsteen, roepstoel, bordes of bui.
“Une Loi non publiée ne peut obliger”( een wet kan niet dwingen indien niet verkondigd) is een oeroud rechtsprincipe. Het staat zelfs in de grondwet(art.139)
Dat geldt trouwens ook voor besluiten van de gemeenteraad. Hoe kan de bevolking anders weten waaraan zich houden.
Dat uitroepen is echter uit de mode.
( Met dank aan de heer Frans Duquet voor de prachtige Foto’s uit zijn verzameling)
Letterhoutem
In de meimaand 1940 zag men in Sint-Lievens-Houtem nog de stadsbelleman aan het werk. Zelfs de eerste beslissingen van de Duitsers na de inneming van de stad gebeurde toen door uitroeping door de stadsbelleman.
In de 11de uitgave VAN DALE stelt “roepsteen gelijk met “roepstoel” of “ verhevenheid, bordes aan een stadhuis, gerecht of een ander openbaar gebouw, vanwaar afkondigingen verricht werden”.
Een “Pui” is dan een “Bordes of stoep, een massief stenen bouwsel, voor een stadhuis van waaraf besluiten, verordeningen werden voorgelezen”.
Ligt de steen in de nabijheid van een kerk dan spreekt men van een “kerksteen”. Een roepsteen kan ook bij een herberg gelegen zijn – het voormalig wethuis.
Een “Bordes” is een klein podium welke van buiten af toegankelijk is via meerdere treden, al dan niet van leuning en of luifel voorzien. Zo een “Bordes” leidt steeds naar een toegangsdeur, hoofdzakelijk aan oud-gemeentehuizen en stadhuizen.
Ook bestaan er “roephuisjes” of “roeptribunes”, het heeft de vorm van een losstaande overdekt huisje of hokje.
Men neemt aan dat de ouderdom van deze relicten in hoge mate samenhangt met de bouwgeschiedenis van het bouwwerk,kerk, kerkhofmuur, het gemeentehuis waarbij ze staan.
Het is vooral na de tweede wereld oorlog dat vele van de roepstenen in onbruik kwamen en verdwenen. De onverschilligheid of onachtzaamheid van de restaurateur, kerkfabriek of de gemeentelijke overheid, zal hier wel ergens aan de basis liggen. De kerkhoven verdwenen rond de kerk, ze worden vervangen door parkeerterreinen en de roepsteen behoorde niet tot het kader van de kunstliefhebber en kwam zo aan een roemloos einde.
De betekenis van de steenklomp was door weinigen bekend, nochtans is hij een overblijfsel met rechtshistorische en folkloristische betekenis, daarom zouden ze moeten bewaard blijven, deze relicten, meestal bescheiden in een hoek aan de kerk tegen de kerkgevel hinderen ze niemand, waarom ze zelfs niet in ere herstellen zoals het reeds gebeurde op enkele plaatsen.
Soms zijn deze stenen restanten van oude kerkgebouwen, grafmonumenten of soms van doopvonten nog andere overblijfsels van schandpalen.
Sint-Lievens-Houtem:
Arrondissement Aalst; Provincie Oost-Vlaanderen, met zijn deelgemeenten Bavegem, Letterhoutem, Vlierzele en Zonnegem. 2266 ha
Met zijn belleman in de gemeente Letterhoutem. In het begin van de 20ste eeuw introduceerde Letterhoutemmenaar Jan De Pauw, alias Jantje Witlo(o)f de “Brusselse” groente
Bezienswaardigheden zijn de Sint-Michielskerk, sinds 1942 beschermd, met als pronkstuk, het twee eeuwen oude Van Peteghemorgel. Op het kerkhof vinden we deze “Belleman” (met dank aan de Cultureel Medewerkster Veerle)