Dat Mali arm is, is ondertussen geen geheim meer, alhoewel het toch alom geheimen promoot. Geheimen en bijgeloof vieren hoogtijd. Op de vieze vuile markten vind je overal de medicijnman terug en de standjes met fetischen (kippenpoten, hondenkoppen en allerlei schedels, al dan niet half vergaan) die je tegen alles en nog iets moeten beschermen. De smid van het dorp leert zijn vak niet aan derden tenzij aan een uitverkorene om te beletten dat zijn machtspositie zou ingenomen worden door anderen.
De bevolking is lui, ze brengen hun dagen door onder een boom, als je er iemand ziet werken, dan is het een vrouw of een kind. Hun hele cultuur is gebazeerd op krijgen. Hetgene ze dan ook gekregen hebben zijn ze niet in staat, of hebben geen zin, de zaak te onderhouden en overal zie je dan ook resten van gekregen zaken staan langs de weg. Zware wegenwerken machines die een defect vertonen blijven als getuigen in het landschap achter op te roesten. Een windmolen die ooit diende om water te pompen of elektriciteit op te werken blijft doelloos werkloos door defect...
Respect hebben de Malinezen ook al niet. Als voetganger tel je gewoon niet mee in het verkeer. Een dier wordt achteloos in de brandende zon bij bosjes op het dak van een bus gebonden ter transport alsof het een pakje goederen zou zijn. Blanken bekijken ze met hun rug. Zo bijvoorbeeld hadden we een inheemse groep dansers betaald om een opvoering van traditionele dansen ten tonele te brengen. Denk maar niet dat zij die voor ons brachten, nee nee, dat deden ze voor de hooggeplaatsten van het dorp en wij mochten op hun ruggen toekijken en gissen wat ze brachten. In het dorp Nalou waar de "Kattendans" probeert te investeren in een schooltje en medische post, waren de drie leraren de grote afwezigen, was er geen officiele verwelkoming voorzien onder het mom dat een paar dagen voorheen de Imam gestorven was en mochten we op de rand van het dorp amper het dorp binnen. Zodra de blanke stopt met Sinterklaas te spelen heeft de bevolking plots geen interesse meer.
Inspanningen om toeristen te verzorgen (hun enige bron van inkomen, de industrieën blijven wijselijk buiten Mali) doen ze helemaal niet. Zo heb je bijvoorbeeld het Hotel Flandre in Sévaré, op het eerste zicht een mooi hotel tot je iets nader begint te kijken. Zo bijvoorbeeld de keuken, als je een kot al een keuken kunt noemen. Het personeel geeft openlijk toe dat ze beschaamd zijn je als klant erin te laten. Overal ligt er vuil en resten van eten. Het ding dat ooit een gasfornuis is geweest , is ondertussen herleid tot een hoop schroot en moest het toch nog kunnen branden dan lukt dit toch niet bij gebrek aan gas. De kok moet zijn plan dan maar trekken op zijn knieën voor een drietal houtskool vuurtjes opgesteld in de aarde tussen het vuil en emmers met nog vuile af te wassen borden. Het aanrecht is een gemetste tafel welke ooit volledig bekleed was met tegeltjes, nu zijn er heel wat verdwenen. De werktafels zijn oude houten tafels waarop zowel vlees gesneden wordt, groenten gekuist, voorraden gestapeld of af te wassen borden, potten en pannen. Met andere woorden een keuken waar geen enkel varken zou willen eten. Een ander voorbeeld was onze kamer nr 2 waar stopkontakten uit de muur hangen, de wasbak een gat vertoont van een of ander voorwerp dat erin is gevallen. De schimmels staan op de muren en het voegwerk van de tegels is overal op de grond en de tegels aangekoekt.
De bevolking leeft vooral op straat. Die straat dient als vuilnisbelt, de dieren verspreiden er hun mesten kinderen spelen hier bovenop, ook de volwassenen leven hier ook bovenop, koken er of verkopen er hun waren. Dat er allerlei ziektes heersen en hoge sterftecijfers zijn, is dan ook niet te verwonderen. Armoede is geen excuus om niet hygiënisch te zijn.
Telefonisch werd ik aangesproken dat mijn blog van het net zou gehaald worden als ik er niet voor zorgde dat de naam van de Nalou sponsors uit de tekst verwijderd werd. Ik besluit hier uit dat die mensen goed weten dat mijn beschrijving héél juist is en dat zij hierdoor in een slecht daglicht zouden gesteld worden...Je ziet maar...
Vrijdag 4 februari Heenreis Brussel Casablanca vertrek Zaventem 16h55 - 19h15 een vlucht van 3h (tijdverschil van 1h vroeger als hier) Vlucht Casablanca - Bamako 21h30 - 0h55 Op de luchthaven van Bamako wachten ons 3 4x4 voertuigen die ons op +/- 20 min naar ons hotel Colibri brengen
We vertrokken naar het Nationaal museum van Bamako. Hier kregen we een goed overzicht van Mali's cultureel erfgoed. In de namiddag bezochten we 2 plaatselijke markten. Een hele ervaring! We stapten nog maar net de auto's uit of tientallen verkopers stonden rond rond ons. Allerlei waren werden aan ons opgedrongen. De kinderen grepen je onmiddelijk met hun vieze handen bij de hand en vroegen naar cadeau's. Overal lag het vuil verspreid, bedekt met uitwerpselen van loslopende dieren, tussen de kraampjes door liep de riool, de stank was overweldigend. Onbeschrijflijk... Moe van alles wat er die dag op ons afkwam, namen we ons avondmaal aan de Niger. Prachtig uitzicht en heerlijke vis.
We vertokken rond 8h en reden naar Teryabougou. Aankomst rond 16h Onderweg hielden we even halt voor een hapje en een plasje ergens achter de struiken. In Teryabougou kwamen we op het domein van Pater Verspieren. Het is een oase aan de Bani, een zijrivier van de Niger. Pater Verspieren bouwde hier een modeldorp voorzien van alternatieve energie zoals zonnepanelen, biogas,...Jammer genoeg geraakt de opvang van het biogas defekt en zoals alles in Mali blijft de installatie werkloos in verval. De Franse pater experimenteerde ook met de aanplanting van verschillende soorten bomen. Indrukwekkend en werkelijk prachtig gelegen! Jammer van het onvermijdelijke verval en ondergang van dit prachtige werk.
We verplaatsen ons naar Hotel Flandre in Sévaré, dit wordt onze thuisbasis voor de verdere reis door Mali. Onderweg bezoeken we Djenné. Een groezelig stadje gebouwd volgens Soedanese architectuur. Het eerste dat we via een geleid bezoek te zien krijgen is het graf van een piepjang meisje, ze was mooi en maagd en daarom moest ze levend begraven worden om de demonen te dienen die de stad welvarendheid moest bieden. De stad bezit een moskee opgetrokken in adobe, helemaal gerestoreerd maar niet toegankelijk voor andersgelovige mensen zoals wij. De markt is een verzameling van alles en nog iets, vuil en stinkend als in de hoofdstad. Ons middagmaal bestaat uit een broodje en water. We bezoeken nog een verkooppunt van stoffen bedrukt door de plaatselijke vrouwen. Daar Djenné eigenlijk een eiland is temidden van het Nigerdelta moeten we opnieuw met de overzetboot de rivier over. Na een lange rit bereiken we onze thuisbasis. Alhoewel het hotel bij de eerste kennismaking goed en luxueus oogt zijn er toch een aantal Afrikaanse toestanden op te merken. De deur van kamer 2 sluit maar half, stopkontakten hangen half uit de muur, de badkamer is een schimmelbak, er is een gat in de wasbak van een of ander voorwerp die er ooit is ingevallen en de warm en koudkraan van de douche is van plaats gewisseld. Het gezelschap waarin we ons bevinden is een missiegezelschap en vindt dat we alles met de mantel der liefde moeten toedekken, een soort "léonartisme"....
De stad ligt aan de Niger en is, hoe kan het ook anders hier in Mali, ontzettend vuil. Vooreerst bezochten we het bouwkundig museum waar we iets meer leerden rond de bouwmethodes in Mali. Daarna trokken we de stad in waar het enige belangrijk gebouw de moskee is en de overdekte stinkende vieze markt met op de bovenverdieping verkoopstalletjes. Op restaurant mag je je niet voorstellen dat het produkt dat je op je bord krijgt gegarandeerd uit die markt komt. Nu valt het me op dat vele van mijn medereizigers hiervan abstractie weten te maken en als varkentjes genieten van hun maaltijden. Anderen tonen galant de inhoud van hun kouwende mond terwijl ze nadere uitleg geven over het leven hier...
Na het middageten maken we een boottocht op de Niger met een 'pinasse', iets tussen een boot en een vlot in. Na een korte tocht gingen we terug aan wal om de scheepswerf te bezoeken. Op heel primitieve wijze wordt, tussen het vuil en de biddende muzelmannen, de nagels zelf gemaakt, gaten worden niet geboord maar gebrand.
Dan vertrokken we voor een paar uur en kwamen langs allerlei dorpjes van de Bozo en de Peul. Bij 2 dorpjes hielden we halt en bezocht we de... moskee, uiteraard aan de buitenzijde, en een plaats waar de vrouwen potten in aardewerk maakten. Tot na zonsondergang konden we genieten van een rustgevende terugtocht op de Niger.
Vandaag vertrekken we voor een driedaags bezoek aan de Dogon. Dit is een volk dat leeft aan de voet van een 200 kilometer lange klif, de Bandiagare-klif, die loopt zoals een muur door Mali van het westen naar het oosten. Na een urenlange rit op een hobbelige piste daalden we tevoet de 200 meter diepe falaise af. Hier en daar speelde mijn hoogtevrees parten, maar al bij al mijn dagelijkse wandelingen met de hond thuis hebben me flink geholpen deze zware tocht onder de brandende zon héél goed door te komen. We kwamen aan in het dorpje Kanikombolé waar we na uitblazen en de dorst te lessen konden lunchen en genieten van een siësta. In de namiddag gingen we de hoger gelegen heilige plaatsen bezoeken waar de besnijdenis seremonies doorgaan, een wansmakelijk oord tussen de rotsen waar de gids ons voorzag van smeuige verhalen. Aan sadisme hebben ze hier geen gebrek... tegen zonsondergang wandelden we gedurende een uur door het zand tot Téli, een campement waar we het avondmaal (rijst, tomatensaus en taaie kip vormen het standaard menu) gebruikten en onder de blote hemel boven op het dak probeerden te slapen. Geiten, ezels en kinderen deden naast een felle wind hun uiterste best om dat te verhinderen.
Ondanks alles hadden we een redelijke nachtrust. In de vroege morgen gingen we op zoek naar het toilet en een douche. Verschrikkelijk, Toilet en een mogelijke douche waren een en dezelfde ruimte . De pot was doelloos boven de stinkende beerput gemonteerd, een bizarre situatie, om niet van de stank te spreken. Dan maar op zoek naar de tweede douche. Hier is een stuk spiegel ingemetseld tegen de dieven... Onder een 200 liter vat is de douchekop gemonteerd. De vloer is vuil, dus propere voeten kun je hier absoluut niet hebben. Het ijskoude water zorgt ervoor dat we klaar wakker zijn. Na een ontbijt van water en brood (ik durf er hier niet aan te denken met welk water er hier gekookt wordt) trekken we in Endé de rotsen op om het oude dorp te bezoeken. Daarna gaat de tocht naar Yabatalou waar we mandevlechters aan het werk zien. Het lijkt er sterk op dat die mannen hier geplaatst zijn om ons en andere toeristen te plezieren, want de rest van het dorp is precies uitgestorven... We trekken verder naar Bacourou waar houtsnijders en smeden beeldjes voor de toerischten snijden en branden.
We keren terug naar Kanikombolé om de stinkende vieze markt te gaan bezoek. Een bezoek waar we stilaan onze buik van vol hebben. Onze medereizigers krijgen er echter niet genoeg van, meer en meer komen ze in extaze bij het aanschouwen ervan. Dit is hetzelfde voor de honderden halssnoeren die ze reeds kochten voor een appel en een ei. Een van de medereizigersters koopt om de snoeren in België los te maken, er nieuwe mee te laten maken om deze dan met zeer veel winst te verkopen om zogenaams nieuwe Mali projecten mee op te starten, dat beweert ze althans. Nu gaan we terug naar het campement van Endé om voor de 2e keer onder de blote hemel te slapen....
Ook de voorbije nacht hebben we op het dak van het Campement doorgebracht onder de blote hemel. Opnieuw was het winderig maar we hebben redelijk geslapen. Op hetzelfde terras namen we het ontbijt, en de resten konden we zo naar beneden gooien naar de hongerige kinderen en vrouwen. De inwonders zijn niet in staat om voldoende voedsel op te brengen en toch kweken ze voort om steeds meer monden te voeden...waar moet dit eindigen... met dit soort mentaliteit... de gelden komen van de blanken... wie leert hen voor zichzelf te zorgen????
We brengen een bezoek aan Endé. Hier maken ze doeken op de aloude wijze ttz men weeft stroken, naait deze aan elkaar tot bredere doeken. De doeken worden met allerlei motieven bestikt of opgebonden. Deze aldus bestikte doeken worden in kleurstof gedompeld en in de zon gedroogd. Nadien worden alle stiksels en knopen verwijderd en aldus bekomt men allerlei motieven die wit gebleven zijn in de gekleurde stof.
Beschilderen van de stof gebeurt met een brede verfborstel, aldus bekomt men de typische Afrikaanse primitieve tekeningen. Er wordt niet de minste moeite gedaan om te verfijnen, waarom zouden ze? Dat vergt inspanningen en de blanken zijn zo gecharmeerd door deze Afrikaanse kunst...
Diezelfdeblanken kopen de halssnoeren die vermoedelijk door een of andere Chinese gewiekste zakenman op industrieel niveau gefabriceerd worden... alles onder het mom de Malinese economie op die manier aan te zwengelen????
Wat verder op bekijken we hun typische schuurtjes en de plaatselijke houtsnijder die voor de gelegenheid (er zijn toeristen in de buurt) aan het werk is. Een paar smeden branden de houten beeldjes om ze zo de typisch zwarte kleur te geven...
Via zanderige, hobbelige wegen trekken we iets verder de woestenij in om ergens in de "middle of nowhere" te stoppen bij een 80 meter diepe waterput, de dorpelingen zijn bezig water op te halen voor het vee. De houders voor het water worden opgetrokken door een ezeltje aan de ene en aan de andere kant een drommedaris.
We trekken verder naar Tiréli waar we een groep dorpelingen, als gelegenheids dansers, aan het werk zien. Wij betalen de groep, maar verwacht nu maar niet dat ze hun optreden voor ons doen, ha neen dat is ten gunste van de dorpsraad, wij mogen toevallig meekijken op hun rug... Ze zijn kleurig gekleed met stro-rokjes en dragen hun traditionele maskers... Wat ze uitbeelden mag Joost weten... Dat zal ook wel Afrikaans zijn zeker, en de mantel der liefde ligt meestal niet veraf....
Na de lunch trekken we naar Amani, een dorpje waar een heilige plas gelegen is bewoond door heilige kaaimannen die de dorpelingen beschermen (wie weet ten koste van welke gaven...) en toelaten water van de poel te nemen...
De terugweg naar boven de Falaise, en de piste naar de berijdbare weg is erbarmelijk. We schokken over rotsen, stenen en putten. We stopten nog even bij een ajuinkwekerij. De vers gerooidde ajuinen worden op de grond uitgspreid, ontdaan van hun groene stengels en vervolgens elk afzonderlijk op de blote grond fijngestampt. Van de pulp worden er balletjes gerold en in de zon te drogen gelegd. (Het werk wordt natuurlijk door de vrouwen en kinderen gedaan, daar er geen schaduwrijke boom in de buurt is zijn de mannen dan ook nergens te bespeuren.) Op deze manier zouden ze de uien lang kunnen bewaren. Mijn vader droogde ook zijn ajuinen door ze gewoon op te hangen met veel minder werk en even lang houdbaar...
Het was reeds donker toen we hotel Flandre bereikten. Het avondmaal was de standaard vis Capitaine, gebakken banaan en frieten... Deze keer was er een orkestje aanwezig met djembé's, trommels en een zanger. Enkele kinderen dansen op de maten van de muziek.
Vandaag hebben we een vrije dag, lekker uitslapen en genieten van een beetje privé. Helaas, op ons gemak gaan we naar het ontbijt en ziedaar héél de meute zit ook al aan tafel... We kunnen niet onbeleefd zijn en schuiven dan ook maar bij. Het water voor de koffie stinkt als de pest, ons gezelschap vertaalt dit als dat de koffie iets harder gebrand is en dus gewoon wat sterker smaakt. We besluiten niet verder aan te dringen en laten de koffie links staan.
Het gehele gezelschap wil halssnoeren gaan kopen in de stad en kijkt verbaast op als we ervoor passen. Wij willen vandaag onder ons beidjes zijn, lui zijn, een boek lezen. Gisteravond konden we vaststellen in het licht van de ingebouwde lampen dat het water van het zwembad melkachtig troebel was. Vandaag hebben we dan ook wijselijk besloten uit het bad te blijven...
Een korte wandeling buiten het hotel bracht ons snel met beide voeten bij de realiteit van de dagelijkse smeerboel, we keerden snel op onze stappen terug... We hadden nog een broek uit te wassen, maar aangezien er een gat in de wasbak van onze kamer was moesten we een andere oplossing zoeken. Na een beetje aandringen mochten we gebruik maken van de wasplaats van het hotel... Commentaar geef ik niet kijk zelf naar de foto's