Volgens de planning zou je op de bovenste foto een zicht-as moeten hebben vanaf het terras aan de veranda dwars over de vijver naar de tuinbank en omgekeerd. De Miscantus grassen houden daar zo hun eigen mening op na. Ze zaaien zichzelf kwistig uit en beginnen heel de oeverzone rond de vijver in te palmen. Nu zie ik graag Miscantus maar ik zou toch nog graag iets van de vijver zien ook. En dus staat in september een grote groene veldslag gepland om het landschap terug een beetje open te krijgen.
En zo is een mens constant bezig met allerlei geplande en ongeplande klusjes in de tuin. Gisteren heb ik een ganse namiddag staan hakselen in de oude bosborder en straks volgt er nog een ritje naar het containerpark om de te dikke takken en stronken af te voeren. Nu vind ik hakselen niet de meest sexy job die er is, anderzijds is zo'n hakselaar toch een mooie uitvinding!
En ken je nog een mooie uitvinding voor de tuin? Ik wel, de combinatie tuinzetel met een drankje!
Sciadopitys verticillata, een naam die ik nooit kan onthouden. Gelukkig wordt hij in het Nederlands Japanse parasolden genoemd, da's al wat makkelijker. Ons Japannertje is een kleine naaldboom die voorkomt in de bergen van de Japanse eilanden Honshu, Shikoku en Kyushu. Deze plant heeft geen naaste verwanten. Evolutionair is dit plantengeslacht heel oud, net als bvb. de Gingko biloba. Sciadopitys staat het liefst op enigzins zure grond in de halfschaduw. De grond mag niet te fel uitdrogen en dat was vorig jaar het probleem met een exemplaar dat hier al 20 jaar stond. Tegen de tijd dat een naaldboom of conifeer uitdrogingsverschijnselen vertoont is het meestal al te laat. Jammer, want het zijn zeer trage groeiers en daardoor behoorlijk duur. Onze boom heeft het weliswaar overleefd maar het mooie is eraf!
Voor een kleine ukkepuk van 30-50cm zoals op de foto ben je al snel 30-40 euro kwijt. Je hebt dan wel een klein sierraad in de tuin staan dat het ganse jaar mooi is!
Hieronder een stuk van de nieuw aangelegde Oosterse schaduwtuin.
Tijdens "normale" zomers is dit een zeldzaam vlindertje. De laatste weken echter duiken ze zowat overal in Vlaanderen regelmatig op. Zo ook in Bernerhof waar ze reeds twee maal op bezoek kwamen in de laatste 10 dagen.
Het is sowieso al een mooi vlindertje als je ze met gespreide vleugels ziet zitten. Het wordt nog mooier als je de onderkant van de vleugels kan zien als ze deze dichtplooien. Dan zie je ook direct aan hun naam gekomen zijn!
Incalelies (Alstroemeria) komen uit de koele bergstreken in de Andes (Z-Amerika). Door het feit dat ze daar tot op redelijk grote hoogte voorkomen kunnen ze het in onze tuinen ook redden in de winter. Ze zijn zeer geliefd als snijbloem, er bestaan wel zo’n 65 soorten. Alstroemeria’s hebben dikke, taaie wortels en lelieachtige bloemen, de bladeren zijn lancetvormig en staan op een merkwaardige wijze gedraaid.
Let op: Enkel de soort Alstroemeria Aurea en zijn cultivars komen in aanmerking voor gebruik in de tuin! De andere soorten en hybriden zijn niet winterhard genoeg en worden gekweekt als snijbloem.
Het eerste jaar na de aanplant kan je ze voor de winter best wat afdekken, eens goed aangeslagen zijn ze normaal gesproken winterhard. Bij mij staan ze al enkele jaren in de (droge) halfschaduw en overwinteren daar probleemloos zonder enige bescherming. Normaal bloeien ze in juni-juli. Ze hebben dit jaar, net als veel andere planten, afgezien van de hitte waardoor ze maar zeer kort gebloeid hebben. En kijk, de natuur zal het eens oplossen, ze staan nu terug te pronken!
In sommige literatuur staat dat ze het best in volle zon gedijen. Op onze droge zandgrond doen ze het echter merkelijk beter in de halfschaduw.
Toen ik enkele dagen geleden door de tuin wandelde viel mijn oog (figuurlijk) op een beestje dat half verscholen op de sedum zat. Het was een wants maar eentje die ik nog nooit gezien had (wat op zich ook niet zo heel moeilijk is). Het beestje bleef geduldig wachten tot ik binnen mijn fototoestel ging ophalen en liet zich de fotoshoot welgevallen. Nadat ik een fotootje op de site waarnemingen van natuurpunt had ingebracht om de soort te weten te komen (er zit daar een herkenningsprogramma op dat beestjes op naam brengt, of het nu een vogel of een vlinder is, doet er niet toe). Fotoherkenning vertelde me dat dit een roodpootschildwants was. Ik had nog nooit van zo'n beest gehoord. Nu weet ik van wantsen ook alleen maar dat de meesten totaal onschadelijk zijn in de tuin en dat ze stinken als je er toevallig eentje plat trapt.
Een uurtje later kreeg ik een mailtje van een verantwoordelijke van de site waarnemingen dat na onderzoek bleek dat dit een "bloedpootwants" was, een heel zeldzaam beestje waarvan er maar enkele per jaar gezien worden in Vlaanderen.
Zou ik nu inkomgeld kunnen vragen om te tuin te bezoeken ? Helaas is ons beestje ondertussen al lang terug verdwenen, samen met mijn plannen voor een nieuwe auto en een tuinman om de bramen in te tomen. Het zit ook altijd tegen ! We blijven zoeken !
De meesten onder ons hebben ondertussen al wel eens een buxusmot gezien. Maar wist je dat er ook een donkere vorm voorkomt die je in het duister bijna niet kan zien. Enkel 2 witte puntjes op de vleugels vallen op. Deze was al op pad voor de schemering waardoor hij net wel opviel.
Zo af en toe staat er ineens iets in de tuin te bloeien dat je zelf nooit hebt aangeplant. In dit geval "de grote kattenstaart" (Lythrium). Vermits ik dit bloemetje mooi vind is het per definitie geen onkruid meer. Waarschijnlijk zijn er ooit een paar zaadjes met een vogel mee binnengekomen of anders is de wind verantwoordelijk. De kleur knalt serieus met de oranjegele Rudbeckia's en past ook goed bij de Verbena bonariensis. Zo zie je maar dat het soms makkelijker is dan je denkt. En vermits het een "wilde" plant is , is hij waarschijnlijk ook ijzersterk!
De oude bosborder is deze tijd van het jaar hoofdzakelijk roze en purper getint. Phlox in allerlei kleurschakeringen tussen bijna wit en donkerpaars stelen de show samen met Persicaria. Nog even en er komt blauw met een heel klein beetje paarstint bij van de herfstseringen. Tussenin staan er nog enkele geraniums die kale plekjes opvullen en Veratrum. Deze laatste heeft dit jaar niet gebloeid, vermoedelijk wegens bladschade opgelopen in het voorjaar. Alhoewel de plant giftig zou zijn zijn de slakken dol op het jonge blad in het voorjaar. De achterste helft van deze border is meer beschaduwd en daar staan vooral Hosta's, varens en Heuchera. Op de overgang tussen zon en schaduw staat Trachycarpus wagnerianus, beschut tegen noorden- en oostenwind door allerlei hoge bladhoudende struiken.
Vandaag 32°, maar niet aan de oude bosborder. Onder de schaduw van enkele statige dennen, een moerascypres en de eikenboom blijft het daar heerlijk koel. De make-over van dit stukje tuin gaat verder. Vorige week heb ik mezelf echter een weekje verlof toegekend. Als bijna iedereen een week in Spanje of Turkije op zijn/haar luie krent gaan zitten mag ik dat ook. Ik vind het alleen veel prettiger om dat hier te doen. Geen stress met stakende luchtverkeersleiders of defecte transportbanden waardoor je ginder midden in de nacht aankomt zonder bagage. Nee hoor, met zulk weer als de afgelopen dagen is het hier ook best leuk! En de Berner pluchebollen vinden het ook goed zo.
Deze week gaan we d'r terug invliegen. Alhoewel, vandaag misschien nog niet. In mijn levendige fantasie is er een (fictieve) staking van de veerdiensten in Griekenland en geraken we niet op de luchthaven. Het verlof zal noodgedwongen een dagje langer moeten duren. Als dat niet erg is! Vergeet niet tijdig iets te drinken!
De hoornaar is een gevaarlijk heerschap als je zelf als insect door het leven moet. Hij valt zowat iedereen en alles aan. Dat kunnen bijen of hommels zijn of zelfs hommels, vlinders of libellen. Het gekke is dat de volwassen hoornaar vegetarier is maar wel op jacht moet om zijn nakomelingen te voederen. Dat doet hij door zich als een kamikaze op zijn prooi te storten en trachten een verlammende steek uit te delen. Zelf hoeven we geen schrik te hebben, ze vallen zelden of nooit mensen aan en komen niet op onze BBQ af.
De hoornaarzweefvlieg of stadsreus lijkt op de hoornaar maar is er absoluut niet aan verwant. Het is een vreedzame vegetarier die zelfs niet kan steken. Doordat hij zo sterk op de hoornaar lijkt is er geen enkele insect dat het in zijn kop krijgt om hem aan te vallen en daar doet deze reus zijn voordeel mee!
Als het 's avonds begint te schemeren krijg ik regelmatig gasten op bezoek die spontaan een liedje beginnen te zingen. Nee, ik heb het hier niet over al dan niet lichtjes benevelde personen! Wel over gevederde vriendjes. Ooit kwamen de merels de boel opvrolijken maar sinds het Usutu virus heeft toegeslagen is dat grotendeels afgelopen. De weinige merels die we nog zien hebben blijkbaar geen reden tot zingen meer. Wie zorgt dan wel voor deze concertjes? Wel, de zanglijster. Deze gespikkelde zanger is ongeveer even groot als de merel maar is duidelijk te onderscheiden door zijn meerkleurig verenpakket.
De nieuwste drive-in uit de buurt opent volgend weekend! De sedum (op de voorgrond) staat nog niet helemaal in bloei maar toch kunnen de bijen en hommels niet wachten tot de bloemetjes open komen. Fanatiek zoeken ze tot ze ergens een bloemetje vinden dat toch al aarzelend kleur begint te bekennen. Eens de sedum in bloei gaat deze er mee door tot een heel stuk in oktober! Maar tegen dan zijn er nog herfstasters die het buffet overnemen.
Zeggen dat er geen vlinders waren dit jaar is waarschijnlijk wat kort door de bocht maar sommige soorten schitterden door hun afwezigheid. Anderen deden het dan juist weer wel zeer goed. In onze buurt zijn bvb. de distelvlinders dit jaar bijzonder talrijk.
Sinds een goeie week evenwel is het hier terug een gefladder van jewelste. Langs alle kanten zie je atalanta's, koolwitjes en distelvlinders door de lucht dwarrelen. Het oranje zandoogje is nu over zijn hoogtepunt maar ik heb er nooit zoveel gezien als dit jaar. Idem voor het scheefbloemwitje dat nu wel echt aan het doorbreken is. Ik weet niet hoe het in Nederland gesteld is maar in Vlaanderen zijn ze vanuit Limburg momenteel Antwerpen en Oost Vlaanderen aan het koloniseren! En dan hebben we nog éénmalige bezoekers gehad zoals de kolibrievlinder of de kleine parelmoervlinder.
Elke dag lopen we hier eens met het fototoestel door de tuin. Steeds een verrassing wat er voor de lens komt en het leuke is dat je er niet voor in de file moet gaan staan!
De prairieborder gaat stilaan naar zijn hoogtepunt van het jaar. De Rudbeckia's staan al weken te bloeien, en nu beginnen ook de herfstasters kleur te bekennen. De sedum wordt al druk door hommels en bijtjes bezocht nog voor de bloemen echt open gaan! Coreopsis is een geval apart dit jaar. Normaal zijn die nu ongeveer uitgebloeid maar dit jaar zijn de bloemen allemaal verbrand door de grote hitte eind juli. Gevolg is dat de planten nu nieuwe bloemknoppen hebben gevormd en klaar zijn om er alsnog aan te beginnen. Ook de siergrassen staan er nu mooi bij. En in mijn versie van de prairie is er hier en daar plaats voor een exootje. Misschien niet volgens het boekje maar ik vind het mooi en ik ben diegene die er alle dagen op kijkt, toch?
De grote groene sabelsprinkhaan is één van de grootste Belgische insecten. De "zang", een luid en schel geratel, is een typisch geluid dat je op een warme zomeravond wellicht ook in je eigen tuin kan horen.
De grote groene sabelsprinkhaan is zeer algemeen, maar doordat de dieren zo goed gecamoufleerd zijn en in dichte ruigtes en struwelen leven, worden ze toch niet zo vaak waargenomen. Dat bewijst ook onderstaande foto. Het beestje had het niet makkelijk in deze wiegende jungle zijn/haar evenwicht te bewaren.
Een schitterende plant uit China en Taiwan met exotische uitstraling. De rijstpapierplant heeft heel imposante, grote, lichtgroene bladeren, die op iedere plek in de tuin een eye-catcher zijn. De bladeren kunnen tot één meter groot worden en hiermee echt iedereen verbazen. Ook de bladstelen zijn bijzonder. Ondanks dat deze plant uit de tropen komt heeft het blad toch te lijden gehad van de grote hitte 2 weken geleden. Gelukkig dat er schaduw was op het heetst van de dag. Het grote probleem was dat zulke grote bladeren heel veel water verdampen dat via de wortels terug moet "opgepompt" worden. En die konden even niet volgen ondanks extra watergiften. Enfin, dit was ook (nog) geen normaal weer voor onze contreien.
Vroeger kwam je de boomhommel alleen in bossen tegen. Tegenwoordig is het een redelijk frequent voorkomende hommel in parken en zelfs onze tuinen. Je kan ze tegenkomen van februari tot oktober. In tegenstelling met andere hommels maken ze hun nest niet op de grond maar in spleten van bomen of gebouwen, soms zelfs in nestkasten voor vogels. Het zijn rustige niet agressieve diertjes.
Na een jaar of vijf zes is de oevervegetatie flink gegroeid. Van de vijverfolie aan de randen is al lang niets meer te zien. Volgende winter zullen we de Miscantus siergrassen wat gaan moeten intomen want die groeien een beetje te goed. Overal schieten zaailingen uit. De libellen en kikkers vinden het overigens prima zo. Maar ik zou graag nog een beetje zicht op het water willen houden!
Dit vlindertje vloog gisteren ondanks het minder mooie weer rond in de tuin. Ik kon het niet direct op zicht herkennen en wist dan ook al snel dat dit een niet alledaagse verschijning was. Op waarnemingen.be kan je door een foto te uploaden direct zien wat je voor de lens kreeg want dit programma werkt met fotoherkenning, heel handig! Het bleek dus de zeldzame kleine parelmoervlinder te zijn. Ik had er al van gehoord, en ook dat ze in de buurt zaten, maar had er zelf nog nooit eentje gezien. In tegenstelling met veel andere vlinders blijkt deze soort het dit jaar opvallend goed te doen!
De slaapboom is een snelgroeiende, bladverliezende kleine loofboom die in augustus met grote lichtroze bloembundels en lange zijdezachte meeldraden bloeit. Hij heeft een beschutte, warme plek nodig. Bij de Chinezen is deze boom bekend als ‘boom van collectief geluk’, want hij geeft vreugde en troost, brengt het oog tot stralen, het hart tot leven. Zo werd deze boom 500 jaar geleden in een Chinese botanische tekst beschreven. Al lang voor deze tijd was hij in China bekend als middel tegen verdriet over teleurstelling en verlies. Kortom: bloemen en bast zijn al heel lang bekend als antidepressivum. Sommige Chinese kruidkundigen noemen hem ‘herbal prozac’. De slaapboom is inheems in Iran, Pakistan, Himalaya, China, Japan en Ethiopië.
Hier staat de slaapboom aan de westzijde van het huis, beschut tegen koude noorden- en oostenwind. Zon is beschikbaar van 's middags tot zonsondergang en op onze Kempische zandgrond is drainage geen probleem. De boom krijgt z'n bladerdek pas in juni, dus niet te snel panikeren en denken dat de boom de winter niet is doorgekomen.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....