De naam geeft het al aan, de camelia is afkomstig uit het verre oosten en deze familie kent wel 80 verschillende soorten. De kleuren van de bloemen variëren van wit over roze naar rood (en heel zelden ook geel). De meeste soorten bloeien langdurig van februari tot mei. Het zijn groenblijvende traaggroeiende heesters met glanzend leerachtig blad. De bloemen lopen dikwijls vorstschade op. Zolang ze nog in knop staan zijn ze redelijk vorstbestand. Daarom staan ze bij mij in de halfschaduw en krijgen enkel in de late namiddag wat zon. Doordat ze minder zon krijgen gaan ze iets later in het seizoen bloeien waardoor de kans op vorstschade afneemt. Dit jaar zijn ze vrij laat en komen ze nu eigenlijk pas in bloei. Da's mooi meegenomen want nu de temperaturen gaan stijgen is het aangenamer om eens in de tuin te gaan en kan ik er meer van genieten.
Ze houden van zure grond en kunnen slecht tegen uitdrogen. Door hakselhout tussen de planten te strooien of bodembedekkers te voorzien blijft de grond vochtiger. Wat dat zure aspect betreft zit ik wel goed tussen mijn dennen, anders kan je best jaarlijks wat turf strooien. Na de bloei een beetje meststof wordt ook op prijs gesteld.
Voor de rest zijn het makkelijke planten waar je zelden problemen mee hebt.
Zijn neef Camelia chinensis is al heel lang gekend voor de theeblaadjes.
|