20 April 1941
Volksweerkunde
Hoe men in vroegere dagen het weder voorspelde!!!
Vele dieren in het bijzonder de vogels, voorspellen het weer, en handelen ook daarnaar.Dat is bewezen en door de wetenschap verklaard.;Vele dieren hebben inderdaad een voorgevoel voor helder, droog en onweerachtig weder. Onze buiten mensen weten daar over meer te vertellen,en we hebben hun waarnemingen dan ook nauwkeurig aangetekend en samen gevat.
De Vogels. Als de duiven op het dak van schuur rusten en de borst Oostwaarts houden,zal het s'anderdaags gaan regenen,indien ;dan keren ze laat naar hun hok terug,gaan ze ver van hun huis om voedsel te zoeken,dat is dit een teken van schoon weder. Vliegen zij vroeg naar huis en verwijderen ze zich niet ver van de hofstede dan is er regen opkomst. Als de hoeders zich in stof rollen en hun pluimen recht stellen,staat er onweer voor de deur;Zo ook de Eenden;als die duikelen,met de vlerken slaan en lijmoedig elkander op de voet volgen
Merkt de schreeuw der Meeuwen niet op bij elke weersverandering,Ja, zelfs bij elke wisseling van wind?Ook zal regenen als de kraaien vroeg ontwaken en meer krassen als naar gewoonte. Zingt de vink in morgenstond,Zeker regen verkondt.... Als de mussen vroeg ontwaken en tjilpen,zal het schoon weder zijn in de namiddag; als ze bij winteravond luid piepen dan is er veel wind. Vliegen de zwaluwen dicht bij de grond,dan is er onweer op komst;verdwijnen ze in de wolken,maak gerust een lange wandeling. Zingt de nachtegaal heel de nacht door, dan mag men op een goede dag rekekenen. Het is gans tegenovergestelde als de steenuilen zich laten horen en als de kwikstaarten langsheen de grachten springen :onweer op komst. Als de wilden Ganzen hoog vliegen en bij troepen vliegen:Storm. Als de meeuwen zich vertonen in de nabijheid der steden:Storm. Als de hanen buiten het uur kraaien;onweer of regen.
De Dieren als barometer. Van outsher reeds vele eeuwen voor Christus,wijden de mensen een bijzondere aandacht aan de ongewone handelingen der dieren.
Als de kat met de staart naar het vuur gaat zitten;vorst en sneeuw.Als ze genoeglijk ligt te spinnen en zich met de poten wast,over de kop strijkt,goed weer en zon.Als ze wild door het huis wroet,is er storm op komst. Als de mol onder de bevroren gras of een licht sneeuwlaag graaft; goed weer.Zolang de mol wroet,komt er geen vorst. Als de ezel zich in het stof wentelt en van vreugde rondspringt;goed weer. Als hij zijn oren spitst of scheef loopt,verwacht hij regen of onweer. In dien bij prachtig weer de boer zijn koeien aan de stalmuur druipt, dan zal de volgende dag regenen. Likt de koe,den salpeter die door de vochtigheid van de muur druipt, dan zal hij de volgende dag ;regenen. Als de koeien met opgeheven kop in de lucht snuiven of zich de haren likken,verwacht dan maar regen en onweer;gaan ze voort met grazen als er reeds druppels vallen, dan zal de regen niet lang duren. Als het varken,weinig eetlust vertoont,regen of onweer,als knorren,snuiven naar de kant van waar den storm komt;stormvlagen. Hoe meer de wol op den rug van de schapen krult, hoe schoner het weer,als ze onrustig zijn komt er zeker en vast wind.
Als de honden lui en slaperig zijn,en zich veel krabben,is er regen of onweer te verwachten,en als hij over de grond rolt, komt er wind. Van de slakken zegt men, Zijn er veel slakken op de wegen, Onweer komt vaak,of regen... En ook Als de slakken en padden kruipen Zal spoedig gaan druipen...
INSECTEN Ook de insecten,de vliegen en de muggen bijvoorbeeld,trekken de huizen binnen om de rezgen te ontwijken.Wanneer slecht weer op komst is, werken de mieren vlijtiger en vliegen de bijen lang voor zonsondergang en met weinig buit huiswaarts.: Als de bij haar korf verlaat Maak dan maar op regen slaat...
DE VISSEN ALS WEERVOORSPELLERS. De hengelaars weten dat de vissen bijzonder gevoelig zijn voor het weder en dat al of niet goede visvangsten afhankelijk zijn van op handen zijnde veranderingen van den dampkring. De vis bijt nie voor een naderend onweer,hij heeft een voorgevoel voor de mogelijke onheilen welkeen verandering in de lucht gesteldheid kan meebrengen.
Van de modderkruiper weet iedereen dat, als hij rustig is,droogte op handen, mocht hij rusteloos bewegen dan volgt spoedig regen. ALLERLEI. Blijft in den morgen het lemmer der zeis droog, dan is dit een goed teken,maar wordt het vochtig,rooskleurig of blauwachtig,dan mocht fe aan regen verwachten. Als de dorser in de schuur een zeef looshangen en zijn vleugel weerspanning is,betekend dit eveneens regen. Nog voorspelt het regen,als de koorn en haverschoven zwaardser zijn dan gewoonlijk. De houthakker die naar het bos gaat,raadpleegt zijn bijl,zoals de maaier zijn zeis. Is de bijl zuiver en glanzend,dan zal de dag schoon wezen,maar is ze duister en slibbert de steel door de handen,hoedt u dan voor de vlagen. In de herfst voorspelt de rijm regen en dauw schoon weder. De maan is ingelijks een goede barometer,is zij omringd van een mistachtige kring,danbetekend dit eveneens regen. Is de nachtster schitterend en klaar lichtend,mag u aan schoon weder verwachten. ________________________
|