De zoektocht doorheen de therapieën
Het besluit van het revalidatiecentrum was: het kind heeft lees- en schrijfstoornissen. Wat een revelatie, daar hadden we zelf niet aan gedacht. Gedacht werd dat er een gestoorde functie was tussen de samenwerking van de twee hersenhemisferen, een gestoorde hersenbalkfunctie. Dit zou kunnen rechtgezet worden door therapie bij een kinesist in psycho-motoriek.
Moeder was onder de indruk van de geleerde woorden, verstond ze wel niet, maar zocht zoveel mogelijk de Nederlandse verklaring op in een woordenboek en veronderstelde dat zulke geleerde mensen wel wisten waarover ze het hadden en sleurde me een heel schooljaar mee naar de kinesist. Ik was nog steeds het braaf, volgzaam jongetje en dacht natuurlijk ook dat al die grote mensen het wel wisten, dus ik schreef braaf op mijn Meskerbord, vader was inmiddels ook al wat bijgedraaid nu het bleek dat ik niet gewoon moedwillig was, en timmerde zelfs thuis voor mij mijn eigen privé Meskerbord ineen. Elk woord en elk dictee werd vanaf nu ingestudeerd op dit bord. Met mijn neus tegen het bord dat aan twee kanten beschrijfbaar was moest ik met mijn links en rechts hand tegelijk het woord of de zin schrijven. Dit zou het woord voor eeuwig en altijd in mijn geheugen prenten. Letters moesten gevoeld, geraden, geschreven worden bij de kinesist, oog hand coördinatie moest bevorderd worden door het werpen met balletjes en het springen van één been op het ander en nog veel dergelijke oefeningen. Ik werd veel leniger, wat minder stuntelig, maar uiteindelijk las en schreef ik nog altijd even slecht. Moeder zat zoals steeds geduldig te wachten in de wachtkamer en betaalde de rekeningen die totaal ten laste vielen van de ouders. Terugbetalingen waren er niet, want het probleem bestond gewoon niet, toch niet op de terugbetalinglijsten van de Ziekenkas.
Einde tweede leerjaar gaf de kinesist toe dat zij het ook niet meer wist, en zij gaf de raad om een optometrist te raadplegen. Dit had met de ogen te maken dus moeder nam me toch maar eerst eens mee naar een oogarts. Mijn ogen werden met alle mogelijke moderne apparatuur van dat ogenblik onderzocht maar mijn zicht was 100%. Het lag zeker niet aan de ogen. De optometrist wist mijn moeder (na een nieuwe test) toch te overtuigen dat het ZICHT niet enkel de ogen betrof, maar wel een gedeelte achter in de hersenen waar de impulsen die door de ogen doorgeseind werden, verder werden verwerkt. Geef toe dat je als leek met zon uitleg toch weer even gediend bent. Eureka! Ik kreeg een nieuwe reeks oefeningen, zeker alle dagen minstens een half uur lang doen want anders hielp het niet. Vader was weer van goede wil en bevestigde een bal aan een koord op het plafond.
Ik moest op mijn rug op de grond. Moeder draaide een tiental minuten de bal in een links gericht cirkel en mijn ogen moesten correct meedraaien, daarna dezelfde oefening rechts en mijn ogen maar overuren doen. Vervolgens moest ik weer met armen en benen gerichte strek, buig en andere oefeningen doen die op een blad als signalen getekend stonden. Nu begon ik het kwaad te krijgen.
Voor de eerste keer in mijn jeugdig leven werd ik boos. Ik was het moe om daar zoals een marionet steeds weer die idiote oefeningen te doen en weigerde voor de eerste maal medewerking. Wat nu? Moeder zoals ik zei was nogal een wijze, en drong niet aan. Zij was het immers die ondertussen nog steeds trachtte van me gewoon te leren lezen en schrijven en ze was er totaal niet voor opgeleid. Ze hield er wel gelukkig de humor in, en soms zaten we al gierend mijn agenda te ontcijferen om te raden wat ik de volgende dag moest doen. Gewoonlijk belde ze dan een moeder van een medeleerling op om die het te laten voorlezen uit hun agenda.
Enfin, terug naar het PMS om raad. Ik zat ondertussen al in het vierde leerjaar.
Het PMS verwees me nu door naar de dienst Neurolinguistiek in het Middelheim ziekenhuis. Daar werd ik weer een hele voormiddag getest, maar dit was al wat interessanter voor mij, want het was allemaal op computers.
Tegen de middag mocht moeder komen om het verdict te aanhoren. Mevrouw, uw zoon heeft dyslexie/dysorthografie en om een lange uitleg heel kort te maken, er is weinig aan te doen, het is een blijvende handicap en hij zal er mee moeten leren leven.
Nu zou je denken dat mijn moeder van de kaart was, maar integendeel, ze was opgetogen dat ze nu eindelijk wist wat me mankeerde. Ik snapte er niet zoveel van en vloeide maar mee met de stroom.
Terug bij het PMS werd besproken welke tactiek er nu zou moeten gevolgd worden, want van dyslexie wisten ze in feite niets. Misschien kon een logopediste helpen.
De logopediste was heel jong, waarschijnlijk net afgestudeerd en zoals ik al zei begonnen al die therapieën duchtig mijn voeten uit te hangen. Ook zij wist niet wat dyslexie juist was of wat ze eraan moest doen, maar ze ging er eens over lezen zei ze tegen mijn moeder. Toen ik verscheen op onze eerste afspraak had ze boekjes liggen voor kindjes in de kleuterschool in de aard van Ot en Plop staan op. Ik was gekrenkt in mijn elfjarig intellect en preutelde hevig tegen mijn moeder dat ik zon idiote therapie niet graag deed. Deze keer drong moeder toch maar aan om te blijven gaan alhoewel ze de logopediste vroeg om haar lectuur meer op het peil van een elfjarige te willen brengen.
Ook bij moeder begonnen de zenuwen parten te spelen. Het zesde leerjaar was in zicht en wat daarna met een intelligente zoon die las en schreef op niveau tweede leerjaar.
De kinderarts die de zaak al van het begin geïnteresseerd mee volgde en graag op de hoogte werd gehouden omdat ik zijn enig patiënt was met het fenomeen, verwees me toen door om getest te worden in een school voor gehandicapten. Hij beweerde dat ze daar zelfs mongolen konden leren lezen en schrijven dus zouden ze met mij zeker geen probleem hebben. Weer werd ik getest.
De dame die mij testte zei ook dat ik dyslectisch was, en dat het me nooit zou lukken om foutloos te leren lezen of schrijven, maar met het ouder worden zou ik mezelf tactieken moeten aanleren om de handicap te overwinnen. Ze zei ook dat ze van oordeel was dat ik in het secundair alle richtingen zou moeten aankunnen mits wat begrip van de school voor mijn handicap.
Hebben al deze therapiën me nu geholpen? De vraag is natuurlijk waar ik zou staan zonder die therapie.
Wat echter nodig was: concrete hulp bij het aanleren van de taal zelf, -hoe ik mijn les moest leren, -hoe ik een opstel moest schrijven, dat was er niet. Praktische hulp moest ik thuis krijgen van ouders die totaal geen scholing hadden op dat gebied.
Morgen vervolg 3 : Problemen thuis
|