Ik ben geen vrolijke ik-ben-wakker-en-spring-onmiddellijk-uit-het-bed-wipper s morgens. Neeje, ik ben een heerlijk-genieten-van-hetontwaken-en-nog-lekker-wat-blijven-liggen type. Meestal lig ik dan nog wat te dagdromen of na te denken. Hersen gymnastiek is zo ongeveer de enige gymnastiek die ik nog uitoefen.
Vanmorgen lag ik na te denken over het verschil tussen wat ik twintig jaar geleden kon in vergelijking tot nu en ik kwam tot het besluit dat het verschil enorm was.
Twintig jaar geleden moest ik wel elke morgen bij het ontwaken onmiddellijk opstaan, alhoewel...mijn biologische wekker liep toch altijd een tijdje af voor de echte wekker, zodat ik toen ook wel even tijd had.
Toen stond ik elke dag op om zeven uur s morgens, zette de koffie, maakte de boterhammetjes klaar voor ons allemaal, ook die voor t werk. Intussen werden de kinderen gewekt en ventje werd ook nog regelmatig gepord om op te staan. Vervolgens was het een race naar de badkamer om me te wassen en aan te kleden, want even later begon de invasie van mannen, die allemaal tot het laatste nippertje wachtten om op te staan en dan onderling ruzie maakten omdat de badkamer bezet was. Wanneer ik ze eindelijk allemaal bijna op tijd buitengeduwd kreeg kon ik snel-snel in de auto stappen om te gaan werken.
Let wel, ik mocht toen, we spreken anno ± 1990, pas beschikken over de auto omdat ventje zijn auto in de grote koekenstad niet meer geparkeerd kreeg en het toen gemakkelijker vond om toch maar de tram op de hoek van de straat te nemen. Voordien moest ik een kwartier naar de bushalte lopen, vervolgens twee bussen nemen naar Kontich en daar nog een kwartiertje in een bushokje zitten wachten tot mijn lieve patron me daar kwam afhalen. Iets minder leuk int putje van de winter.
Enfin, ik kreeg rond 1990 af en toe de auto en kon dan mijn twee half time jobs iets gemakkelijker bereiken. Ik werkte s morgens half time in een parfum fabriekje en stoof na de middag naar mijn advokaat om daar op een halve dag ook een full time job af te werken. Na het werk was het dan weer snel-snel naar huis of naar de winkel, want er moest eten op tafel komen.
Onze oudste zoon had geen leerproblemen godzijdank, maar moest toch af en toe ook aandacht krijgen en overhoord worden en onze jongste zoon moest elke dag geholpen worden bij het lezen van zijn lessen omwille van zijn dyslexie. Dikwijls stonden we samen aan het aanrecht in de saus te roeren terwijl ik bv. een les geschiedenis voorlas, gevolgd door een les godsdienst of aardrijkskunde. Waarschijnlijk heeft hij zo de smaak van het koken te pakken gekregen en voor mij waren al die lessen een goede opfrissing.
Ik was rond die tijd ook in het bestuur van het oudercomité van onze parochie school, wat me ook wat tijd kostte en tevens was ik bestuurslid van Sprankel, een oudervereniging voor kinderen met leersstoornissen. Als ik s avonds niet naar de ene vergadering of lezing ging, probeerde ik ook nog regelmatig tijd te maken voor een aerobic les of joga, of meestal beiden, want de lessen volgden elkaar op. Voor de lol speelde ik soms nog mee in een toneelstuk met mijn lieve vriendin Paz. Ik fungeerde regelmatig ook als taxi om onze kinderen van hot naar her te voeren. So what...hoor ik jullie al zeggen, dat is toch de doorsnee dag van een jonge, werkende vrouw.
Maar laten we even terugkeren naar mijn zin. Vanmorgen lag ik na te denken over het verschil tussen wat ik twintig jaar geleden kon in vergelijking tot nu want daar gaat het over. Twintig jaar later besef ik dat ik moe word van bijna niets te doen in vergelijking met toen.
Ik werk niet meer buitenhuis. Ik ben in geen enkel bestuur meer. Ventje helpt nu wèl flink mee in het huishouden. De kinderen zijn het huis uit. Ik speel geen toneel en ga ook niet meer naar aerobics of joga.
Ik ben op een bepaald moment met alles gestopt omdat ik gewoon op was. Waarschijnlijk was dat het begin van het einde.
Wat doe ik nu nog dat kan verantwoorden dat ik om tien uur uitgeput als een blok in slaap val?
Laat me één dag van mijn huidige week nemen:
****
Ik sta op, drink rustig mijn tasje koffie, lees snel de krant, slef nog lekker lui wat rond in mijn kamerjas. Seppe wordt gebracht en Seppe is een model baby. Na zijn middag-papje rijden we nog eens naar Holland naar de aspergeboer. De asperges worden gekuist voor de diepvries. Het eten voor die dag wordt voorbereid. Zoon 2 komt met kleindochter Seppe halen en blijft een tijdje babbelen en koffie drinken. We zwaaien ze een uurtje later uit. Ik werk vervolgens het eten verder af. Broer wipt even binnen voor een babbeltje en een tasje koffie. Ventje en ik eten, kijken naar het nieuws. Soms haalt ventje het einde van het nieuws en soms niet en dan hoor ik hem snurken in de zetel. Zelf moet ik ook vechten tegen de slaap en sta dus maar op en begin andere zaken te doen omdat ik slapen in de zetel tijdverspilling vind. Om tien uur is mijn pijp ook uit en besluit ik maar, om mijn rug te sparen, liggend in t bed wat TV te kijken.
Ik veronderstel dat ventje de TV heeft afgezet toen hij kwam slapen, want ik kan het me niet meer herinneren.
****
Voilà das al ....ik maak me dus al zorgen, want als ik nu al moe word van zo weinig te doen, hoe erg gaat het dan binnen tien jaar met me gesteld zijn?
Enfin, ik heb net op de kalender de planning van volgende week bekeken en dan zal ik wel moeten alert blijven.
De jaarlijkse Vlaamse Kermis van de parochie komt er weer aan. Ik word meestal aangesteld als ambulante medewerkster omdat ik nogal soepel ben in de figuurlijke zin van het woord. Ik jureer even graag de play back show van de kindjes, als meespelen bij de gepensioneerden indien er ergens aan een kaart-tafel een man/vrouw tekort is bij het Wiezen.
Omdat ventje en ik dan toch de hele tijd aanwezig zijn, plukken we ook nog graag de kwis avond mee met ons ploegje en de volgende avond zijn we ingeschreven voor het diner met show.
Pas na de Vlaamse Kermis word ik écht moe, zeker als we s avonds in de Bodega nog wat doorzakken.
Maar ach....in juni gaan we een maandje naar zee om wat uit te rusten.
Ik vrees dat ik oud word!
Ik ben versleten.
Snik.
|