Soms is vredelievend blijven een héél moeilijke opdracht....maar van nature uit ben ik een pacifist.
Int kort gezegd, indien men mij gerust laat, dan leef ik een onbezorgd en heel rustig leventje in volledige deugddoende vrede met iedereen om me heen.
Toch betrap ik er mezelf op dat wanneer men mij of één van de mijnen tergt of aanvalt, er een snauwende, klauwende, briesende leeuwin in me wakker wordt, een deeltje van mezelf waarvan ik me meestal niet bewust bent. Je kan het vergelijken met een vulkaan in rust, met in de kern een flinke dosis hete, borrelende lava dat slechts om de zoveel jaar eens uitbarst.
Waarschijnlijk ligt dit grotendeels aan de opvoeding die ik als kind van thuis kreeg.
We waren met vier kinderen en zoals in de meeste gezinnen met meerdere kinderen zat het er onderling regelmatig tegen en werd er met de regelmaat van een klok flink gebekvecht.
Mijn vader was een rechtvaardig man. Was er ruzie, dan vroeg hij zelfs niet wie er schuldig was, we kregen alle vier terplekke een oorveeg, hij vroeg zelfs niet om uitleg.
Indien we daarna mopperden of tegenspraken dan zei hij : das voor de keren dat ik je niet betrapt hebt en voor hem was daarmee de kous af. Hij had de raad van Supernanny niet nodig!
Vader zei ook nooit bij ruzie met leeftijdsgenoten : doe zoals Christus en bied je andere wang aan integendeel, hij zei : als je aangevallen wordt, vecht dan terug en indien jij één blauw oog hebt, dan wil ik dat je tegenstrever er twee heeft.
Toen we hier in België aankwamen en ik nog geen woord nederlands sprak, kwam die aangeboren of aangeleerde strijdlust me meermaals goed van pas.
Werd ik uitgelachen op de speelkoer op school omwille van mijn zeer gebrekkig nederlands, dan ging ik niet in een hoekje zitten wenen, ik werkte eraan tot ik binnen de korste tijd evengoed plat Antwerps sprak als de beste. Werd ik gepord of geduwd of geplaagd, dan mocht mijn tegenstrever zelfs een halve meter groter zijn dan ikzelf, ik sprong erop en klopte verbeten terug. Slechts één keer was dat nodig en de bullys liepen nadien met een ruime boog om je heen. Met twee broers in huis leer je je als meisje flink verweren, dat geef ik je op een briefje.
Later op het werk is die assertiviteit me ook meermaals goed van pas gekomen.
Zelf zeg ik nu ook tegen mijn twee oudste kleinzoontjes, net zoals vroeger tegen mijn twee zonen: je mag nooit zelf aanvallen, maar indien je fysiek aangevallen wordt dan ben je moreel verplicht om terug te vechten en nog liefst te winnen, misschien is dit volgens sommigen fout, maar later in hun leven zullen ze zich, spijtig genoeg, ook flink moeten kunnen weren op de werkvloer, want ook daar gaat het er soms hard aan toe.
En toch .... ik heb een vreselijke hekel aan ruzie in eender welke vorm, ik probeer het zo goed ik kan te mijden, maar spijtig genoeg kom je altijd weer mensen tegen die er een vreemd plezier scheppen om andere mensen te sarren en te pesten, zelfs op onze leeftijd, zelfs hier op seniorennet. Je vraagt je af hoe zo iets mogelijk is bij 'volwassen' mensen, en zeggen dat het leven al zo kort is.
Waarschijnlijk zijn dat de karakters die oorlogen doen ontstaan, de mensen die, zoals men in de volksmond zegt, twee stenen met elkaar kunnen laten vechten. Mensen die stiekem plezier scheppen in het pesten van anderen en leedvermaak hebben wanneer ze iemand moedwillig kwetsen.
Gelukkig zijn ze in de minderheid, de mensen die zo graag oorlogje voeren.
Naar mijn gevoel zijn er toch nog altijd veel meer mensen op de wereld die het goed met elkaar menen en in vrede en vriendschap met elkaar willen leven.
|