De bouwstijl van de Proosdij is barok. Het werd in 1974 volledig gerestaureerd. Eertijds was het in het bezit van de proosten van de afgebroken Sint-Donaaskathedraal. Het beheer en de rechtspraak van hun heerlijkheden waren daar ondergebracht. Sedert 1089, onder de regering van Robrecht de Fries, waren de proosten van Sint-Donaas erfelijk kanselier van Vlaanderen en leidden zij in deze funktie de grafelijke administratie. In 1559 werd Brugge een bisschopsstad en verbleef de bisschop in de huidige gouverneurswoning. De titel van proost van Sint-Donaas en erfelijk kanselier ging toen over op de eerste bisschop. Deze kaart werd op 7 mei 1905 verstuurd naar Brussel. De postzegel was van 1 centiem, grijze kleur, type wapenschild.
Hier zien we de gotische bovenzaal in al zijn pracht en praal. In het midden zien we de neogotische pronkschouw die in 1895 door het provinciaal bestuur werd geschonken. Een O.L.Vrouwbeeld en twee bellden van engelen bekrone de schoorsteen. Het dubbele houten hanggewelf is prachtig en is zo over de ganse zaal. Op de wanden zijn muurschilderingen aangebracht, die taferelen uit de Brugse geschiedenis voorstellen. Ze werden geschilderd door kunstschilder Albrecht De Vriendt. Menig koppel gaven hier het ja-woord en beloofden elkaar eeuwige trouw. 'k Zeg wel beloofden.
Deze prentkaart werd op 13 oktober 1940 verstuurd naar Juffrouw J. Van Schoor, pension Saint-André, Bruxelles. Er is een postzegel van 40 centiemen opgekleefd, van paarse kleur en van het type klein staatswapen, uitgegeven vanaf 31 oktober 1938. De hal van het stadhuis op het gelijkvloers met aansluitend de trapzaal die samen de gehele breedte en de volle lengte beslaan. De grote stenen trap dateert van 1894-1898. Rechts zien we één van de paallantaarns in smeedijzer en gemaakt in 1898 door Edward en Amandus Devoogt. De platte zoldering die we zien rust op balken die langs de muren steunen op loodrechte stijlen. De grote zuilen ondersteunen alles.
Hier een detailopname van de beelden die het stadhuis sieren. De stadhuisbeelden hebben in de loop der tijd heel wat meegemaakt. De eerste beelden die van 1376 tot 1786 werden geplaatst gevan een overzicht van vierhonderd jaar Brugse sculptuur. Alle beelden waren gepolychromeerd. Tijdens de Franse revolutie probeerde de stedelijke overheid de beelden te redden door ze te verbergen in de Sint-Basiliuskapel. Deze beelden waren een doorn in het oog van de revolutieonairen daar ze de symbolen waren van het ancien regime. Op 30 december 1792 werden de beelden ontdekt en door revolutieonairen naar de Markt gebracht waar ze werden stukgeslagen. In de 19de-eeuw (1852-1862) heeft men alles in de toenmalige tijdsgeest herdaan. Deze beelden waren allen neogotisch en de gekozen steensoort was ongeschikt en hield geen tien jaar stand. In 1959, toen de voorgevel van het stadhuis ging worden vernieuwd, verlieten de laatste beelden de nissen. Na de laatste restauratie zijn alle nissen terug bezet.
De koetsier verstrekt uitleg aan de toeristen. Aan hun kledij te zien is het een mooie en warme dag. Rechts onder naast de ingang van de toegangspoort zie je in de gevel een balkonnetje. Van hierop zweerden de graven de stedelijke rechten en vrijheden van de burgers te zullen eerbiedigen. Nieuwe beslissingen genomen door het stadsbestuur werden vanop dit balkonnetje bekend gemaakt.