In de kruidenierswinkel van de 19de- eeuw en begin 20ste-eeuw stond de droge haring te koop naast de petroleum. Op de toonbank staat de koperen weegschaal en de winkelkoffiemolen. Daar alles nog werd uitgewogen waren de papieren zakken zeker nodig. Het ijzeren hekje diende om het geldschof te beschermen. De kerfstokken hangen naast de papieren zakken. Het is een latje waarin men kerfjes maakte die een bepaald getal of een bedrag konden betekenen. Bovenaan was er een verdikking die er werd afgesneden als de rekening werd betaald. De kerfstok bestond uit twee delen, één voor de winkelier en een voor de koper.