De in 1940 op aanstichten van Stalin, vermoorde revolutionair Leon Trotski heeft tijdens zijn leven een aantal profetische dingen gezegd en/of geschreven. De onderstaande tekst is daar een voorbeeld van. Trotski had het eigenlijk over zijn tijd (de periode 1924 - 1940) maar waarschijnlijk besefte hij zelf niet hoe waar zijn woorden waren voor een tijd die hij nooit zou meemaken, namelijk de onze. Ik neem de tekst bijna letterlijk over. Hier en daar heb ik een wijziging aangebracht en die zijn dan in cursief gesteld.
Gedurende de gehele twintigste eeuw, de eeuw van parlementarisme, liberalisme en sociale hervormingen, als men tenminste de ogen sluit voor een paar internationale oorlogen en burgeroorlogen, werd Machiavelli als hopeloos ouderwets beschouwd. Politieke eerzucht was niet langer een kwestie van het grijpen van de macht door één persoon en zijn wapendragers, maar van het verkrijgen van zetels in zoveel mogelijk kiesdistricten. In de periode van de strijd om ministerportefeuilles scheen Machiavelli de vreemde ideoloog van een ver verleden. De komst van nieuwe tijden had een nieuwe en hogere politieke moraal met zich meegebracht. Maar zonderling genoeg heeft de 20ste eeuw ons in vele opzichten teruggebracht naar de middelen en methoden van de Renaissance.
Deze teruggang naar het wreedste machiavellisme schijnt onbegrijpelijk voor iemand die het troostende vertrouwen heeft gehad dat de geschiedenis der mensheid zich voortbeweegt langs een stijgende lijn van stoffelijke en culturele vooruitgang. Niets is natuurlijk verder van de waarheid. Geen tijdperk uit het verleden is zo wreed, zo meedogenloos, zo cynisch geweest als het onze. Vergeleken met de Renaissance en met verder in het verleden liggende periodes is op politiek gebied de moraal helemaal niet verbeterd. Geen sociale orde sterft zacht en gewillig wanneer haar houdbaarheidsdatum overschreden is. Alle tijdperken van overgang zijn tijdperken geweest van hevige sociale worstelingen.
De politieke moraal had het materialisme vervangen (althans toch in de verbeelding van bepaalde politici), alleen omdat de sociale tegenstelling in het westen een tijdlang minder scherp waren geworden en de politieke strijd was afgezwakt. De oorzaak hiervan was een algemene toename van de welstand en een aantal verbeteringen in de situatie van de arbeidersklasse. Maar onze periode, onze tijd, lijkt op het tijdvak van de Renaissance in die zin, dat wij op het kantelpunt van twee werelden leven: de laat-kapitalistische die aan het zieltogen is en de nieuwe wereld die zal komen. Wereldwijd hebben de sociale tegenstellingen een buitengewone scherpte bereikt.
De politiek is evenals de moraal rechtstreeks afhankelijk van de klassenstrijd. Hoe scherper en heviger de klassenstrijd is hoe geconcentreerder en meedogenlozer de macht van de staat wordt en hoe openlijker die de dekmantel van de moraal van zich afwerpt.
Onze tijd is boven alles een tijd van leugens. De leugen is de vrucht van tegenstellingen, van strijd, van de klassenstrijd, van de onderdrukking der persoonlijkheid, van de sociale orde. In die zin is het een kenmerk van alle menselijke geschiedenis. Er zijn periodes waarin de sociale tegenstellingen bijzonder scherp worden, waarin de leugen boven het doorsnee peil uitstijgt, waarin de leugen een attribuut wordt van de scherpte der sociale tegenstellingen. Zulk een periode is de onze. Ik geloof niet dat er in de hele menselijke geschiedenis iets te vinden is dat gelijkt op de reusachtige leugens van de leiders van de USA en de UK
|