Inhoud blog
  • Ernest Hemingway (bespreking)
  • Arthur Japin (bespreking)
  • Simon Vestdijk (bespreking)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Cultuurkijker

    08-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Simon Vestdijk (bespreking)
    In onze leeskring (regio Beerse-Vosselaar-Turnhout en Oud-Turnhout) bespraken we onlangs Simon Vestdijk en diens boek Rumeiland. Een aanrader voor wie van historische romans met wat romantiek (en piraten) houdt. Hoewel hij ons al een hele tijd verlaten heeft, is Vestdijk dit jaar aan een terechte revival begonnen. Een uitstekend moment om de man te leren kennen. Hieronder vindt u een korte introductie tot zijn leven en werk. 1. Zijn levensloop Simon Vestdijk werd geboren in Harlingen op 17 oktober 1898. Hij was de zoon van de extraverte gymnastiekleraar Simon Vestdijk, en de beminnelijke, artistieke Anna Mulder. Vestdijk groeide ook op in de Friese stad Harlingen. In een aantal van zijn boeken zal het stadje figureren als Lahringen. Simon ging er naar de HBS (te vergelijken met een moderne humaniora-opleiding bij ons). Daar was zijn vader, een strenge man, gymnastiekleraar. Na drie jaar ging hij naar de Rijks-HBS in Leeuwarden. Vestdijk was een brave, goede en serieuze leerling, maar vond (wellicht daardoor) weinig aansluiting bij zijn leeftijdgenoten. De verlegen, dromerige simon had vanaf zijn zeventiende regelmatig last van depressies. Iets waarmee hij in zijn verdere bestaan zal blijven worstelen en wat bijna jaarlijks terugkwam (vaak in de herfst). Elektroshocks of andere methodes hielpen niet. De depressies zijn verantwoordelijk voor periodes waarin hij onmogelijk kan werken, terwijl hij de rest van de tijd op een manische manier schrijft en mint. Zijn jeugdjaren in Harlingen en Leeuwarden beschreef hij later in de zogenaamde Anton Wachter-cyclus (naar de hoofdfiguur in de boeken). Van jongsaf aan logeerde hij regelmatig bij zijn grootouders in Amsterdam, waar hij zich in 1917 aan de Universiteit van Amsterdam inschreef als student in de medicijnen. Tijdens zijn studie die van 1917 tot 1927 duurde, leerde hij (de latere schrijver) Jan Slauerhoff kennen, zijn studiegenoot in die jaren. In 1918 debuteerde hij met een stukje proza in een Amsterdamse studentenalmanak. In 1926 nam een literair tijdschrift gedichten van hem op. Tegelijkertijd overwoog Vestdijk een muzikale carrière. In 1927 deed hij zijn artsenexamen, waarna hij tot 1932 als arts in praktijken doorheen heel Nederland werkzaam was. Nog steeds niet zeker van zijn roeping studeerde hij in 1928 in Leiden korte tijd filosofie met als hoofdvak psychologie. Ook hield hij zich bezig met astrologie. Net als Slauerhoff was hij korte tijd scheepsarts. Na 1932 wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In 1932 volgde zijn officiële schrijversdebuut met de uitgave van de bundel Verzen in De Vrije Bladen. Doorslaggevend voor Vestdijks uiteindelijke keuze voor de literatuur is zijn ontmoeting in 1932 met Eddy Du Perron en Menno ter Braak. Deze ontmoeting had als resultaat dat hij redactielid werd van het tijdschrift Forum. Kort daarop, in 1933, werd zijn eerste novelle, De oubliette, uitgegeven. In hetzelfde jaar schreef hij Kind tussen vier vrouwen, dat eerst (door zijn lengte) geweigerd werd door uitgevers, maar later de basis zal vormen voor de eerste drie delen van de Anton Wachter-romans en uiteindelijk postuum wordt gepubliceerd. Als eerste van die cyclus wordt in 1934 Terug tot Ina Damman uitgegeven door uitgeverij Nijgh & van Ditmar. Deze uitgever en – vanaf 1946 – uitgeverij De Bezige Bij zullen tot Vestdijks overlijden in 1971 zijn totale romanoeuvre uitgeven. Vanaf 1936 woonde Vestdijk samen met Ans Koster-Zijp tot aan haar overlijden in 1965. Zij was zijn moeder, zijn hospita, kokkin, verantwoordelijke voor de was en de plas en zijn minnares. Van 4 mei 1942 tot eind februari 1943 werd Vestdijk door de Duitse bezettingsmacht vastgehouden als gijzelaar in Sint-Michielsgestel en Scheveningen. In de jaren '50 werd hij volop naar waarde geschat en ontving hij talrijke onderscheidingen. In 1951 ontving hij de P.C. Hooftprijs. In 1955 werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontving hij de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre, dat op dat moment al zo'n 80 titels telde. In 1957 werd hij voor het eerst door het PEN-centrum Nederland voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Literatuur, die hem echter nooit werd toegekend. In 1964 verleende de Rijksuniversiteit Groningen hem een ere-doctoraat in de letteren. Na het overlijden van Ans Koster-Zijp in 1965 trouwde hij op rijpere leeftijd met zijn 40 jaar jongere fan Mieke van der Hoeven, met wie hij een zoon (1967) en een dochter (1969) kreeg. Op 20 maart 1971 werd hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kon ontvangen overleed hij op 23 maart te Utrecht op 72-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis. Vestdijk was de auteur van ongeveer 200 boeken. Vanwege deze enorme productie noemde de dichter Adriaan Roland Holst hem 'de man die sneller schrijft dan God kan lezen'. Een andere titel die hem werd verleend (door Ter Braak) is: 'de duivelskunstenaar'. Beknopte bibliografie Romans Enkele kenmerken van Vestdijks romans: • Vestdijk staat bekend voor zijn uitgebreide en knappe psychologische analyses. • Zoals vermeld spelen autobiografische gegevens vaak een belangrijke rol in zijn werken. Maar hij kan eveneens een magisch-realistisch verhaal schrijven (met als fantastisch hoogtepunt De kellner en de levenden) of een historische roman (gesitueerd in zeer uiteenlopende tijdperken en op diverse locaties). • Verwijzingen naar muziek en de antieke oudheid komen vaak voor. • Zijn stijl is gedetailleerd, uitvoerig en dat leidt tot de beroemde (of beruchte) lange, uitwaaierende Vestdijkiaanse zinnen. Puur genot voor de liefhebbers, een marteling voor Vestdijk-haters. Ook zeer opvallend is zijn fenomenaal uitgebreide woordenschat, met aandacht voor ‘het juiste woord’ op de juiste plaats. 1933 - 1972 - Kind tussen vier vrouwen 1934 - 1936 - Meneer Vissers hellevaart 1934 - 1934 - Terug tot Ina Damman (AW 3) 1934-1935 - 1935 - Else Böhler, Duits dienstmeisje 1936 - 1937 - Het vijfde zegel ? 1937 - 1938 - De nadagen van Pilatus ? 1937 - 1939 – Sint-Sebastiaan (AW 1) ? 1933/1937 - 1948 - Surrogaten voor Murk Tuinstra (AW 2) ? 1939 - 1941 - Aktaion onder de sterren ? 1939 - 1940 - Rumeiland ? 1940 - 1940 - De zwarte ruiter ? 1933/1941 - 1949 - De andere school (AW 4) ? 1942 - 1989 - De aeolusharp (romanfragment) ? 1942 - 1946 - Ierse nachten ? 1944 - 1951 - Ivoren wachters ? 1944 - 1947 - De vuuraanbidders ? 1945 - 1948 - Pastorale 1943 ? 1945 - 1947 - Puriteinen en piraten ? 1946 - 1948 - De redding van Fré Bolderhey ? 1947 - 1949 - Bevrijdingsfeest ? 1940/1948 - 1949 - De kellner en de levenden * 1949 – Avontuur met Titia (samen met Henriëtte Van Eyck) ? 1949 - 1950 - De koperen tuin ? 1950 - 1951 - De vijf roeiers ? 1950-1951 - 1951 - De dokter en het lichte meisje ? 1951 - 1952 - De verminkte Apollo ? 1952 - 1952 - Op afbetaling ? 1952 - 1953 - De schandalen ? 1956 - 1956 - Het glinsterend pantser ? 1956 - 1957 - De beker van de min (AW 5) ? 1957 - 1957 - Open boek ? 1957 - 1958 - De vrije vogel en zijn kooien (AW 6) ? 1957 - 1958 - De arme Heinrich ? 1958 - 1959 - De rimpels van Esther Ornstein (AW 7) ? 1958 - 1959 - De ziener ? 1958 - 1960 - De laatste kans (AW 8) ? 1959 - 1961 - De filosoof en de sluipmoordenaar ? 1959 - 1960 - Een moderne Antonius ? 1960 - 1962 - De held van Temesa ? 1960 - 1961 - Een alpenroman ? 1962-1963 - 1963 - Bericht uit het hiernamaals ? 1963 - 1964 - Het genadeschot ? 1963 - 1965 - Juffrouw Lot ? 1964 - 1965 - Zo de ouden zongen... ? 1964 - 1966 - De onmogelijke moord ? 1965 - 1966 - Het spook en de schaduw ? 1965 - 1967 - Een huisbewaarder ? 1966 - 1967 - De leeuw en zijn huid ? 1966 - 1968 - De filmheld en het gidsmeisje ? 1967 - 1968 - De hôtelier doet niet meer mee ? 1967 - 1968 - Het schandaal der blauwbaarden ? 1968 - 1969 - Vijf vadem diep ? 1968 - 1969 - Het verboden bacchanaal ? 1969 - 1970 - Het proces van Meester Eckhardt ? 1969 - 1975 - De persconferentie (romanfragment) Verhalen Voor de verhalen gelden dezelfde kenmerken als voor de romans. Alleen verschijnen ze hier in een compactere vorm en worden ze daardoor voor sommigelezers nog sterker. ? 1917 - 1983 - Gestileerde waarnemingen ? 1917-1925 - 1982 - Zes verhalen ? 1922 - 1981 - Het dagboek van het witte bloedlichaampje ? 1922-1926 - 1981 - Negen jeugdverhalen ? 1933-1934 - 1984 - Het litteken ? 1933-1937 - 1982 - Blauwbaard en Reus ? 1935 - De dood betrapt, bundel ? 1935 - De bruine vriend, novelle ? 1938 - Narcissus op vrijersvoeten ? 1939 - De verdwenen horlogemaker ? 1958 - Fantasia en andere verhalen ? 1974 - Verzamelde verhalen Poëzie Vestdijks poëzie is verwant aan die van zijn voorbeeld Albert Verwey (een Tachtiger). Deze laatste kantte zich tegen het individuele schoonheidsideaal van zijn tijdgenoten en verdedigde de stelling dat de dichter-kunstenaar het ‘Levens-wonder’ (of de ‘Idee’, het ‘Verborgene’) moet openbaren in zijn dichtkunst aan de lezers en de mensheid. Dit moet een gevoel van éénheid tussen de mensen opwekken en de inspiratie voor een ideale, social(istisch)e samenleving vormen. Verwey verspreidde zijn denkbeelden via het éénmanstijdschrift De Beweging (1905-1919). Hoewel hij nooit één van de grote ‘publieksdichters’ is geworden (daarvoor was zijn poëzie waarschijnlijk iets te ‘zwaar’), werd Verwey door zijn collega-dichters in Nederland en in het buitenland (Duitsland !) op handen gedragen. Hetzelfde kan men stellen voor Simon Vestdijk. Ook zijn poëzie werkt meer op het verstand en het intellect dan op de grote gevoelens en lijkt misschien eerder weggelegd voor literaire fijnproevers. Hoewel niet zo bekend als zijn romans, is zijn poëzie het ontdekken waard. ? 1932 - Verzen ? 1933 - Berijmd palet ? 1934 - Vrouwendienst ? 1936 - Kind van stad en land ? 1938 - Fabels met kleurkrijt ? 1940 - Klimmende legenden ? 1940 - Water in zicht ? 1941 - De vliegende Hollander ? 1941 - Simplicia ? 1942 - Het geroofde lam ? 1942 - Ascensus ad inferos (met Aug. Henkels) ? 1943 - De terugkomst ? 1944 - De houtdiefstal ? 1944 - De doode zwanen ? 1944 - Allegretto innocente ? 1944 - De uiterste seconde ? 1946 - Mnemosyne in de bergen ? 1948 - Thanatos aan banden ? 1949 - Gestelsche liederen ? 1950 - Swordplay – wordplay (met Adriaan Roland Holst) ? 1955 - Een op de zeven ? 1956 - Rembrandt en de engelen ? 1957 - Merlijn ? 1971 - Verzamelde gedichten (bezorgd door Martin Hartkamp) ? 1986 - Nagelaten gedichten (bezorgd door Tom van Deel e.a.) ? 1997 - Rondgang door het jaar ? 1999 - Didactische kwatrijnen Essays Simon Vestdijk was zijn tijd vooruit. Als één van de eersten in Nederland bracht hij het werk van Emily Dickinson en James Joyce onder de aandacht (in Lier en lancet). ? 1937 - Kunstenaar en oorlogspsychologie ? 1938 - Rilke als barokkunstenaar ? 1939 - Lier en lancet ? 1939 - Strijd en vlucht op papier ? 1940 - Albert Verwey en de Idee ? 1942 - Muiterij tegen het etmaal (deel I) ? 1945 - Het schuldprobleem bij Dostojewski ? 1945 - Brieven over literatuur (met H. Marsman), met hem schreef Vestdijk ook in 1936 de brievenroman Heden ik, morgen gij ? 1946 - 1983 - Dichtkunst als magie ? 1946 - De Poolsche ruiter ? 1947 - Het eeuwige telaat ? 1947 - Muiterij tegen het etmaal (deel II) ? 1947 - De toekomst der religie ? 1949 - Astrologie en wetenschap ? 1950 - De glanzende kiemcel (bundel lezingen gehouden in krijgsgevangenschap) ? 1952 - Essays in duodecimo ? 1956 - Zuiverende kroniek ? 1956 - Keerpunten ? 1957 - Kunst en droom ? 1957 - Marionettenspel met de dood (met S. Dresden) ? 1960 - Voor en na de explosie ? 1961 - Gestalten tegenover mij ? 1964 - De zieke mens in de romanliteratuur ? 1965 - De leugen is onze moeder ? 1968 - Het wezen van de angst (geschreven als dissertatie voor professor Rümke) ? 1968 - Gallische facetten Muziekessays ? 1951 - Het 'programma' in de muziek (met Herman Passchier) ? 1956 - Het eerste en het laatste ? 1957 - Keurtroepen van Euterpe ? 1958 - Het kastje van Oma ? 1960 - De dubbele weegschaal ? 1960 - Gustav Mahler ? 1960 - Muziek in blik ? 1962 - De symfonieën van Jean Sibelius ? 1963 - Hoe schrijft men over muziek? • 1966 - De symfonieën van Anton Bruckner 2. Waardering De waardering voor het werk van Simon Vestdijk kende en kent hoge pieken en diepe dalen. De verdedigers van zijn werk wijzen op het monumentale van Vestdijks oeuvre. Weinig collega’s wisten zo’n omvangrijke bibliotheek bijeen te schrijven in zoveel verschillende genres (de roman, de poëzie, het kortverhaal, het essay, de vertaling) en daarin zowel hoge toppen te scheren als een constant hoog niveau te behalen. Zij raken in vervoering van zijn kunstige schrijfstijl en zijn intelligente vertelkunst. Van 1973 af hebben zijn fans zich verenigd rond de Vestdijkkroniek, een blad waarin Vestdijks boeken grondig worden besproken. Tegenstanders van Vestdijk vinden hem dan weer een veelschrijver, die zijn boeken beter kritisch had gelezen en veel had moeten schrappen. De vertel- en schrijfstijl worden bekeken als nodeloos ingewikkeld en veel te psychologisch Omwille van die redenen zal iemand als professor Russische literatuur Karel van het Reve (broer van Gerard) in zijn inleiding tot de geschiedenis van de Russische literatuur vermelden dat persoonlijk het hele werk van Vestdijk wil ruilen tegen Doctor Vlimmen van Mr. A. Roothaert. In die optiek wijst van het Reve overigens ook het werk af van Fjodor Dostojewski. Die verschillende houdingen hebben er aan de ene kant toe geleid dat de naam Vestdijk een monument is geworden, een onderdeel van de canon ( hoewel niet meer in de recentste versie). Aan de andere kant wordt hij (zoals vele monumenten) niet meer of amper gelezen. Lezers onder de 40 jaar heeft Vestdijk amper (tenzij voor boekbesprekingen op school). Het feit dat Vestdijk zoveel (goede) boeken schreef, werkt nu vaak tegen hem. Want welk werk moet je nu gelezen hebben, met 10 à 25 toppers ? De keuze is moeilijk en wordt vaak niet meer gemaakt.Dat Vestdijk via het grote scherm mensen kan aanspreken bleek uit geslaagde verfilmingen als Pastorale 1943 (1978) en Het verboden bacchanaal (1981) van Vestdijkkenner Wim Verstappen. Maar ook op het kleine scherm verschenen in de jaren ’90 Op afbetaling, De ziener, Ivoren wachters en Het glinsterend pantser. Hoewel Vestdijk wat oubollig oogt, is heel wat van zijn werk verrassend fris en was het zijn tijd vooruit. De manier waarop hij in een werk als ‘Pastorale 1943’ op een ironische manier de ‘heldendaden’ van het Nederlandse verzet beschrijft, getuigt van heel wat moed als je weet dat die oorlog amper achter de rug was. Ook vooruit op zijn tijd was hij in de beschrijving van liefde en seksualiteit. Hoewel Jan Cremer en Jan Wolkers verder gingen waar Vestdijk stopte, is Vestdijk toch een wegbereider geweest voor de twee Jannen en hun volgelingen. Vestdijk zelf steunde ook jongere schrijvers als Hermans en Reve, toen die in het begin van hun carrière mochten rekenen op bakken kritiek. Invloed ondergingen o.a. Willem Brakman, Maarten ‘t Hart en Doeschka Meijsing Over Vestdijk en zijn werken zijn de laatste jaren enkele interessante boeken verschenen: • Het gebergte. Hugo Brandt Corstius en Maarten ‘t Hart herlazen voor NRC Handelsblad de 52 romans van Vestdijk en geven er hun persoonlijke commentaar op. Nijgh & Van Ditmar, 1996 • Simon Vestdijk, een schrijversleven. Hans Visser schreef hiermee een eerste biografie. Kwadraat, 1987 • Simon Vestdijk. Wim Hazeu schreef een biografie van 1000 bladzijden en waarschijnlijk is nog niet alles gezegd. De Bezige Bij, 2005. Kleine encyclopedie: 1.De geschiedenis van Jamaica (met speciale aandacht voor de slavernij) Het eiland Jamaica ligt in het Caribisch gebied ten zuiden van Cuba. Jamaica is lid van het Britse Gemenebest, Koningin Elizabeth II is het staatshoofd. Het eiland werd rond 650 in gebruik genomen door de Arawaks uit Zuid-Amerika. Rond 1400 kwamen de Cariben, een kannibalistische stam uit Zuid-Amerika, het vredige bestaan van de Arawaks verstoren. In 1494 werd het eiland ontdekt door Christoffel Columbus die het tot 1509 als privé-eiland gebruikte waarna de Spanjaarden het eiland Santiago noemden en er vanaf 1517 Afrikaanse slaven lieten komen. De Arawaks werden uitgeroeid door een combinatie van besmettelijke ziekten, slavernij en oorlog. In 1655 werd Jamaica veroverd door Engeland. De Spanjaarden die er woonden, vluchtten naar Cuba. Ze lieten hun slaven los. In 1658 probeerden de Spanjaarden tevergeefs het eiland weer in te nemen. In 1670 werd Jamaica formeel aan Engeland overgedragen. De Engelsen maakten van het eiland één grote plantage. Suikerriet en rum waren dé producten. Een beperkte aantal Engelsen hield een grote groep Afrikaanse slaven in bedwang. In 1690 kwamen die laatsten echter op het gehele eiland in opstand. In 1739 tekenden de marrons, een groep ontsnapte slaven die voor vele aanslagen verantwoordelijk was, een verdrag met de Engelsen. Ze kregen land en zelfbestuur. Als tegenprestatie beloofden ze te helpen nieuwe opstanden te onderdrukken. Er brak er een nieuwe opstand uit in 1760 en de marrons hielpen die onderdrukken. In 1795 raakten de marrons opnieuw in oorlog met de Engelsen. In 1807 werd door de Engelsen de slavenhandel afgeschaft, maar de slaven op de plantages konden (en moesten) verder blijven werken. Een slavenopstand rond de stad Montego Bay werd in 1831 nog hard afgestraft. In 1834 werd de slavernij in Engeland geheel afgeschaft en in 1838 werd dat doorgevoerd in Jamaica. De laatste jaren is het eiland vooral bekend om muzikale redenen. Het is nu het eiland van de reggae (Bob Marley and the Waliers, Peter Tosh). Reggae heeft elementen uit de blues , de soul, de calypso en Afrikaanse muziek. Inhoudelijk zijn de teksten vaak sociaal en wordt de verdrukking van de zwarten in Jamaica beschreven (met daartegenover het beeld van Ethiopië als het beloofde land). De teksten zijn ook religious geïnspireerd. Jamaica heeft helaas ook een nogal geweldddadige reputatie (vooral Kingston). 2. Anne Bonny Anne Bonny was één van de (weinige) vrouwelijke piraten. Ze was de buitenechtelijke dochter van een vooraanstaand Iers advocaat en bracht haar jeugd door in Charleston, South Carolina (VS). Op 16-jarige leeftijd trok ze weg met een piraat, James Bonny. Maar wat later viel ze voor een andere piraat, Calico Jack Rackham (zo genoemd omwille van zijn kleurrijke katoenen kledij). Vermomd als man werd zij lid van de bemanning. Op een dag bleek een ander lid van de bemanning Mark Reid ook een vrouw te zijn, Mary Read. Na vele ‘goede’ jaren werd Rackham in 1720 in het nauw gedreven door de Navy. De dronken Calico Jack en zijn mannen sloten zich angstig op in het ruim, terwijl de vrouwen als furies vochten tegen de overmacht.. Rackham kreeg de strop, de mannen werden gebruikt als galeislaven. De vrouwen waren zwanger en werden gespaard. Mary stierf in de gevangenis. Anne beviele en werd waarschijnlijk vrijgekocht door haar rijke vader. Maar van haar verdere leven is niets meer geweten. Hun geschiedenis en die van vele andere piraten werd te boek gesteld door kapitein Charles Johnson in ‘A General History of the Robberies and Murders of the Most Notorious Pyrates’ (1724). Achter dit pseudoniem schuilt niemand minder dan Daniel Defoe, de beroemde auteur van Robinson Crusoe. 3. Zeerovers Het eeuwenoude verschijnsel van de piraterij hoort nog steeds bij de huidige internationale zeescheepvaart. Piraterij betekent het roven van goederen of het ontvoeren van mensen in verband met losgeldvordering of slavenhandel. De oorsprong van de piraterij valt samen met het begin van de scheepvaart. Met het opkomen van de overzeese handelsvaart en het bijhorende waardetransport breidde piraterij zich snel uit. Sommige piraten werkten in dienst van een overheid (de kapers). In 1856 werd deze door de staat geautoriseerde piraterij in de Parijzer officieel afgeschaft, maar niet altijd in de praktijk (zie WOI en WOII). Een speciale vorm van piraten zijn de boekaniers (‘vleesrokers’). In het spoor van Sir Francis Drake gaan Britse (en ook Franse) zeelui het gevecht aan met de vijand, de Spanjaarden. Als grootste wapenfeit dient hier de aanval op Panama door Sir Henry Morgan te worden vermeld. Toch beschouwden de boekaniers hun activiteiten als volkomen legaal, omdat zij alleen acties ondernamen tegen Spanjaarden en niet tegen andere nationaliteiten. Die zienswijze werd ook gesteund door de Britse overheid en diens bevolking. Morgan kreeg daarom ook geen straf, maar een beloning (het gouverneurschap van Jamaica). In 1689 werd er vrede gesloten met Spanje, verdwenen de boekaniers, maar steeg het aantal piraten.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (2)

    06-12-2009
    Bedankt!
    Liefste Maria, Van harte bedankt voor je fijne reactie. Dit is een hart onder de riem. Speciaal voor jou maak ik er werk van. Vriendelijke groeten van Werner

    06-12-2009 om 19:32 geschreven door Werner Van Den Bogaert


    12-12-2008
    cultuutkijker
    Goed zo, wanneer eenD volgende ?

    12-12-2008 om 21:34 geschreven door Maria Theelen



    Archief per week
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!