Mijn persoonlijke belevingswereld. Lieve bezoekers van mijn blog.
Ik wil jullie vragen om geen grote prenten als button te gebruiken omdat het mijn blog onnoemelijk langzaam maakt en slecht te openen, wat anderen dan weer afschrikt. Ik hoop op jullie begrip! Bedankt.
27-11-2005
ZOMERGEVOEL (Michelly 11-2005)
De zon staat hoog de lucht, die trilt, de aarde zindert elk geluid is verstild.
Ik had niet alleen een Waalse penvriend, maar ook nog een Braziliaanse en een Duitse! De taal in Brazilië is portugees, en dat als enig land in Zuid-Amerika.In alle andere landen van Zuid-Amerika wordt er spaans gesproken. In Duitsland natuurlijk duits. Mijn Duitse penvriend was van het toenmalige Oost-Duitsland, namelijk van Halle a/d Saale. Volker, was een student aan de hogeschool (of universiteit?) van Klingenthal en hij volgde ingenieurstudies, die iets van doen hadden met chemie. Precies weet ik het allemaal niet meer. Hij was een blonde, knappe jongen en dat laatste weet ik alleen maar van de foto's, die hij stuurde. Ontmoet heb ik hem nooit, ofschoon hij dat dolgraag wilde. Ik weet nog dat hij schreef dat hij stages moest lopen in een bedrijf, dat muziekinstrumenten vervaardigde en ik kan mij voorstellen, dat de legering van zo'n instrument erg nauwkeurig moet berekend zij om een zuivere klank voort te brengen. Ik moet nog ergens een foto van hem hebben, waar hij op de trappen van een groot gebouw staat, bij de diploma-uitreiking. Hij droeg een kostuum, waarvan de broekspijpen en de mouwen veel te kort waren. Het zag er allemaal erg armoedig uit en Volker klemde zijn diploma als een schat tegen zijn borst. Hij was duidelijk erg verliefd op mij geworden en had al plannen gemaakt, waarin ik naar Duitsland kwam en dan zouden wij trouwen! Hoe naïef is jeugd! Hij stuurde mij een foto van een ondergesneeuwd hotelletje ergens in een skigebied, en dat zou ons trefpunt zijn, voor de eerste ontmoeting. Hij kon maar moeilijk begrijpen, dat ik op dat voorstel niet inging, omdat ik het zelf niet wilde, maar ook omdat dit door mijn ouders nooit getollereerd zou worden! Het gevolg was, dat de correspondentie doodbloedde en een vermeende romance een stille dood stierf. Af en toe vraag ik mij wel eens af, hoe het hem vergaan is in het leven en of hij voor zichzelf en zijn familie een menswaardig bestaan heeft kunnen opbouwen in het toemalige Oostblok.
Mijn Braziliaanse penvriend, was een héél ander verhaal! Zijn voorouders waren van Italiaanse afkomst en het was blijkbaar een vrolijke levendige familie! Ik herinner mij een foto van hem, waar hij aan een tafel een hoop verfrommeld geld zit te tellen! Hij studeerde ook, maar zat in zijn vrije tijd en in de weekends aan de kassa van een filmzaal. Alleen vond ik die hoop verfrommeld geld géén gezicht! Blijkbaar stak daar nooit iemand ook maar één geldbriefje in een geldbeugel, maar zat alles opgefrommeld in hun zakken! Met Antonio (Tony) correspondeerde ik in het engels, want portugees kende ik niet en heb ik ook nooit geleerd. Hij was ongelooflijk attent en schreef zijn brieven allemaal in kleine drukletters, zodat ik nooit ook maar één woord niet kon ontcijferen! Hij stuurde mij in die tijd reeds, grote weekbladen met prachtige glanzende foto's erin van het Carnaval van Rio. Wij keken onze ogen uit! Onder elke foto plakte hij in het engels de vertaling van de tekst. Die vertaling schreef of typte hij op doorslagpapier voor brieven, in lange smalle strookje! Bij alle prachtige gewaden, die door speciaal uitgekozen personen werden gedragen, stond de naam van de eigenaar vernoemd, de waarde van het gewaad en de naam van de drager of draagster. Het duizelde ons van de waarde van sommige kostuums. Buiten deze geklede dames en heren, waren er natuurlijk ook heel wat foto's, waar minder kledij bij te pas kwam! Maar mooi waren ze allemaal! Wij stuurden elkaar af en toe ook een singeltje met muziek van onze contreien. Ik kreeg van hem een met de titel "Boeing, Boeing"! En ongelooflijk maar waar, ik stuurde hem er een van Bobbejaan Schoepen! Het was een van zijn romantische liedjes en niet dat van "het café zonder bier"! Tony schreef mij terug, dat al zijn vrienden bij hem thuis naar de muziek kwamen luisteren en dat ze het buitengewoon mooi vonden! Het was dus een aangename en ongecompliceerde correspondentie. En toch kwam er op zekere dag een einde aan. Mijn toenmalige vriend vond het maar niets dat ik er met andere jongens een briefwisseling op nahield. En wat deed een braaf meisje in die tijd? Juist ja, het contact verbreken. Een jaar of 8 geleden kreeg ik plotseling een telefoontje van een vroegere buurvrouw van mijn ouders. Ik moest daar een brief gaan afhalen, die er blijkbaar voor mij was aangekomen op het adres van mijn ouders. Mijn oudershuis is ondertussen verkocht en er wonen vreemde mensen in, die mij van haar of pluim kennen. De brief was gericht "Aan de bewoners van dit huis" en dan mijn vroeger adres. Daarin vroeg Tony of ik daar nog woonde, en als dat niet het geval was, of iemand van de nieuwe bewoners hem dan toch kon vertellen, wat er van mij geworden was of waar hij mij kon contacteren. Daar de nieuwe eigenaars van mijn oudershuis mij niet kenden hebben zij navraag gedaan bij de buurvrouw en die kwam tot de slotsom, dat ik de gezochte persoon moest zijn. Vandaar het telefoontje. En nu correspondeer ik, na al die jaren, opnieuw met mijn Braziliaanse penvriend. En op een bepaald ogenblik stuurde hij mij de copie van mijn allereerste brief en omslag en de allereerste zichtkaart, die ik hem ooit gestuurd had, met een begeleidend schrijven, waarin stond, dat hij een glas wijn zou drinken op mijn gezondheid, want op die dag was het juist 40 jaar geleden, dat hij die eerste brief en kaart van mij gekregen had. Proost mijn trouwe vriend!
Ik was een jaar of vijftien, en zat op de humaniora, waar natuurlijk ook vreemde talen als duits, engels en frans werden onderwezen. Daar mijn interesse in taal, de onze zowel als vreemde talen, steeds erg groot is geweest en nog is, was ik er direct voor te vinden om een briefwisseling te beginnen met meisjes of jongens van mijn leeftijd. Hoe wij aan die adressen geraakt zijn, kan ik mij niet meer exact herinneren, maar wij kregen die wel via de school toegespeeld en popelden om lange brieven te schrijven naar voor ons onbekende jongeren! Ik had het adres ontvangen van een jongen uit Vresse-sur-Semois in de Ardennen en ik haalde mijn beste frans boven, en vertelde over alle kleine gebeurtenissen op school en thuis. Claude was één van de twee zonen van de commandant van de gendarmerie van Vresse-sur-Semois en er ontwikkelde zich een gezellige correspondentie, die gedurende de ganse humaniora voortkabbelde. Tijdens het groot verlof na mijn humaniora zou ik hem voor de eerste keer ontmoeten, want ik mocht (!) op vakantie op de gendarmerie en mijn correspondentievriend ontmoeten na al die jaren van ijverig schrijven. Maar schrijven is natuurlijk één ding, en praten een héél ander! Als je schrijft in een vreemde taal kun je nadenken en eventueel iets opzoeken, waaraan je twijfelt. Als je praat moet het er direct zijn, en fouten uitwissen gaat niet! Toen ik daar dan arriveerde, was mijn hartje dan ook erg klein en was ik héél weinig van zeggen. Ik kan echt mijn zegje wel doen, maar daar was op dat ogenblik helemaal niets meer van te merken en mijn zwijgen "in alle talen", werd alleen maar af en toe onderbroken door een "oui" of "non" en daarmee hield het op. Claude en zijn broer hadden duidelijk in de gaten, waar het schoentje wrong en begonnen mij behoorlijk te plagen en op mijn kop te zitten en hun vader keek lachend toe en had van ons drie het meeste plezier, denk ik. Zo te zien, kon hij de strategie van zijn zonen wel waarderen! Het geplaag werd zo erg, dat ik het echt niet meer over mijn kant kon laten gaan. Ik was nochtans aardig wat gewoon met zes broers! En toen ik de eerste repliek in het frans gegeven had, was ik natuurlijk vertrokken en dat was de bedoeling geweest van de hele plagerij. Ik voelde mij best op mijn gemak op de gendarmerie met de twee broers, want ik was het gewoon om met jongens om te gaan en begreep aardig wat van hun leefwereld. Vlakbij de gendarmerie lag een klein hotel en daar verbleven een groep Waalse jongeren, meisjes en jongens, die ook hun humaniora beeindigd hadden en samen hun vakantie doorbrachten, vooraleer verdere studies aan te vatten. Wij troffen hen 's avonds op het terras bij een drankje en geraakten in gesprek. Het klikte en het gevolg daarvan was, dat wij elke dag samen optrokken, lange wandelingen maakten, plaatsen bezochten of gewoon rustig langs de Semois zaten te keuvelen terwijl er gezwommen, gevist, kano gevaren of alleen maar pootje gebaad werd. Op een dag waren wij weer te voet onderweg en de voertaal was, zoals steeds frans.Plots vroeg iemand mij, waar ik dat vlotte frans geleerd had. Ik antwoordde hem: Op school. Daar begrepen ze dus niets van. Want zij hadden ook nederlands op school geleerd, maar konden toch echt niet, volgens henzelf, een vlot gesprek voeren in het nederlands! Ik vroeg hen om iets te zeggen in het nederlands. Wat er toen kwam, vergeet ik mijn hele leven niet meer, omdat het zo ongelooflijk grappig was: Eerst volgden de nodige krachttermen !!! Toen ik hen vertelde, dat fatsoenlijke mensen, die niet gebruikten, schakelden ze over op een hoger niveau. Eerste zinnetje was: De dunne telefoondraden wiebelen tussen de dunne dunnebossen! Ik vertelde hen dat het geen "dunnebossen" waren, maar dennebossen. Het volgende zinnetje: De forellen ijlen door de wateren van de Semois. En dan moeten jullie die "ij" en "w" op z'n frans uitspreken! Toen ik hen vroeg welke schrijvers zij toch wel te lezen gekregen hadden, kreeg ik als antwoord: Guido Gezelle en Multaluli. Geen wonder dat die arme stakkers geen normaal gesprek in het nederlands konden voeren. Maar gelachen heb ik zeker, en ze namen het me echt niet kwalijk. Mijn correspondentievriend zou naar Brussel gaan om verder te studeren aan de school voor officieren bij het leger. Geleidelijk verwaterde de correspondentie. Jaren later gebeurde er echter iets grappigs. Twee van mijn broers studeerden in Brussel en kregen les in wiskunde van een officier van het leger. Zelf volgden zij een opleiding voor officier bij de rijkswacht. Plots keek de docent hen aan en vroeg: hebben jullie een zus, die Michelly heet? Mijn twee broers, stomverbaasd, knikten allebei dat dit inderdaad zo was. Hij zegde: Doe haar de groeten van mij, ik ben haar vroeger correspondentievriendje uit Vresse-sur-Semois! Prachtig vond ik het en ZO KLEIN is onze wereld!