Dat ik twee kleinkinderen heb, heb ik reeds eerder aangegeven: Juulke en Michiel. Juulke, mijn kleindochter is elf en wordt in augustus twaalf jaar en Michiel is acht en wordt in september negen. Twee kinderen en zo totaal verschillend dat je het nauwelijks voor mogelijk houdt. Juulke tekent graag en erg goed, speelt klarinet, en heeft iets met taal. Ze heeft samen met een schoolvriendinnetje twee jaar lang een artikel geschreven voor een wijkkrantje. Ze is rank en slank en heel tenger gebouwd. Ze kan zich uren bezig houden met knutselen, lezen, schrijven, tekenen. Kortom, je hebt er geen kind aan en ik vind haar een ongelooflijke schat. Ze is vanaf het allereerste begin de inspiratie geweest voor veel van mijn gedichten. Michiel is een totaal ander paar mouwen! Hij is veel drukker en doet spontaan dingen, die oh zo goed bedoeld zijn, maar regelmatig verkeerd aflopen. De kristallen kandelaars en vaasjes, die hier gesneuveld zijn, probeer ik maar zo snel mogelijk te vergeten. Dat is allemaal vervangbaar, maar hij heeft altijd wel ergens een wonde, snee of blauwe plek. Als ik dan vraag, waar heb je dat opgedaan, krijg ik soms een antwoord maar meestal weet hij niet eens meer waar het vandaan komt. Hij is voortdurend in beweging en heeft een energie, die blijkbaar nooit opgeraakt. Ik zat dinsdagnamiddag op een bank langs het tennisplein te kijken naar hun trainingslessen. De trainster K. heeft dan zes kinderen onder haar hoede, die ze voortdurend laat rennen, huppelen, naar achter lopen en weer terug, om hun conditie op te voeren en hen alert te maken voor het tennisspel. Op een zeker ogenblik moesten ze zeer snel naar een korte bal lopen en die proberen op te vangen. Hij maakte een sliding en ging door zijn been en schoof over zijn knie door de diamantgravel. Het gevolg laat zich raden. Knie helemaal geschaafd en het bloed droop langs zijn been. Niet getreurd, hij veegt af en toe en loopt gewoon verder. Vandaag zaten we hier samen op het terras en terwijl opi en omi met papa en mama keuvelden, rende hij blootvoets over het gazon heen en weer. Plots zag hij in de weide, achter de onze, het paard van de buurman lopen. Zonder zich te bedenken rende hij naar achter en verdween door het poortje naar onze weide, die zich achter het gazon bevindt. Daar staan enkele bomen, zoals een kersenboom, een notenboom, lindeboom en kastanjeboom. En daar stond hij dan op zijn blote voeten onder de kastanjeboom vlak bij het paard. Hij was echter niet meer in staat om terug te komen. Hij stond namelijk met zijn blote voeten in de stekelige omhulsels van de kastanjes, waarmee de grond bezaaid was. Mama naar achter, zoonlief over de schouder gegooid en op een krukje op het terras gedeponeerd. Van lopen was geen sprake meer, want zijn hele voetzolen en tenen zaten vol stekels. Heb dan een badje gehaald met lauw water, een pincet en een naald en papa mocht al die stekels er één voor een uithalen. Hij weent niet en geeft geen kik en het was een werk van barmhartigheid, dat kan ik wel vertellen. IK zie zijn hoofd met die ongelooflijk witte haren, gebogen over zijn geteisterde voeten en hoor hem bedachtzaam zeggen: Dat doe ik dus nooit meer! En mijn hart zwelt van liefde voor mijn twee lieve mupjes.
16-07-2009 om 00:00 geschreven door Michelly
|