Op het eind van de jaren twintig en het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw droomden enkele idealisten van een indoorwielerpiste in Antwerpen. Het moest de grootste indoorpiste worden van Europa, met de grootste vrije dakoverspanning.
Op 11 januari 1932 werd in Merksem de eerste steen gelegd van een paleis van 88 meter breed en 132 meter lang met een dak van 11.600 m2 zonder enige ondersteuning. Iets dergelijks was in de bouwwereld nooit eerder gepresteerd.
Het Sportpaleis werd op 11 september 1933 opgeleverd, precies 21 maanden na de eerstesteenlegging en na flink wat moeilijkheden met aannemers voor wie deze bouwopdracht duidelijk te hoog gegrepen was.
Het gebouw zou vooral naam gaan maken met zijn succesvolle Zesdaagses, die werden verreden op de 250 meter lange en 8 meter brede houten wielerpiste. Van de allereerste editie in 1934 tot in 1983 (een poging voor een nieuwe start in 1987 leverde niet het gewenste resultaat op) maakten alle grote internationale wielergoden in het Sportpaleis hun opwachting: Ronsse, Kaers, Bruneel, Van Steenbergen, Ockers, Poeske Scherens, Derksens, Van Looy, Pynenburg, Schulte, Peters, Post, Merckx, Sercu, De Vlaeminck, Maertens, Pynen, Clarck,
Ook Willy Rupske Lauwers (1936-1959) maakte furore in het Antwerpse Sportpaleis. Hij reed in de jaren 1940 en 1950 samen met renners zoals Coppi, Van Looy en Van Steenbergen. De wielerpiste werd hem in 1959 fataal. Willy Lauwers stierf in 1959 na een val op de wielerbaan van Palma De Mallorca. Hij was toen 23 jaar. Willy Lauwers werd Rupske genoemd vanwege zijn manier van fietsen: slingerend, wiegend en kronkelend als een rups. In het gemeentehuis van Hemiksem, zijn geboorteplaats, staat een borstbeeld.
Ook andere sportieve manifestaties, zoals boks- en worstelmeetings, turnwedstrijden, basket, kunstschaatsen en ijshockey, konden op een zeer grote publieke belangstelling rekenen. Daarnaast vonden in het Sportpaleis tal van muziekuitvoeringen plaats. Zo was o.m. het Vlaams Nationaal Zangfeest vanaf 1934 in het Sportpaleis te gast.
Het gebouw kwam duchtig gehavend uit de tweede wereldoorlog. De V1- en V2-bombardementen door de Duitsers eisten een zware tol in Antwerpen. Ook op het Sportpaleis kwam een bom terecht, maar het tuig kwam niet tot ontploffing. Wel werden de inslagen geteld van ruim 220 granaten en obussen en ontelbare schrapnels en kogels. De wielerpiste bood een troosteloze aanblik en was zo goed als onbruikbaar.
Bij de heropening van het Sportpaleis na de bevrijding werd noodgedwongen een nieuwe koers gekozen. Om de zware herstellingskosten aan het gebouw te kunnen betalen, volstond het geld dat binnenkwam via wielerwedstrijden en andere sportieve activiteiten niet langer. De uitbaters besloten daarom een veel bredere waaier aan grote spektakels met internationale vedetten en een grotere verscheidenheid aan attractieve shows aan te bieden. Precies deze veelzijdigheid werd het alomgewaardeerde kenmerk van het Sportpaleis.
Op de affiche kwamen o.m. de Wiener Eisrevues (van 1947 tot 1973), amusement uit Amerika (The Harlem Globetrotters, de rolschaatsshow Skating Vanities, Holiday on Ice, Disney on Parade) en spektakelvoorstellingen uit Rusland (volksdansgezelschappen, choreografische ensembles, het koor en de dansgroep van het Sovjetleger, het Circus van Moskou), muziek van eigen bodem (de klassieker Vlaams Nationaal Zangfeest, Kazuno en Nekka) en later ook optredens van grote namen uit de popwereld (o.m. Pink Floyd, The Rolling Stones, Eric Clapton, Alice Cooper, Supertramp, Tina Turner, Lionel Richie, Prince
).
Op sportvlak waren er naast de Zesdaagses o.m. de vele bokswedstrijden in de jaren vijftig, het Wielerkampioenschap Wielrennen in 1969 en de Internationale Jumping van Antwerpen (die vanaf 1975 plaatsvond).
In 1982 vond de eerste editie plaats van het prestigieuze ECC Tennistornooi. Organisator City 7 gaf hiermee een nieuw elan aan het op dat moment financieel noodlijdende Sportpaleis en besloot de evenementenhal van de toenmalige eigenaar, de familie De Winter, over te nemen. Met City 7 (nv Sportpaleis) als nieuwe eigenaar waaide er aanvankelijk een nieuwe wind door het Sportpaleis. Zo zagen de jaren tachtig het ontstaan van klassiekers als de Night of the Proms, het Diamond Awards Festival en The Golden Years.
De Night of the Proms vond voor het eerst plaats in 1985 en was een initiatief van de studenten Jan Van Esbroeck en Jan Vereecke. Hun evenement werd in een mum van tijd een vaste waarde op de Sportpaleiskalender en in de agenda van heel wat muziekliefhebbers.
Meer en meer organisatoren begonnen echter af te haken toen de zaken ook bij deze eigenaar niet langer naar behoren liepen. Ondanks herhaaldelijke steun van de overheid was het faillissement van de nv Sportpaleis in april 1996 onafwendbaar. Vrij snel klopten de curatoren bij de Night of the Proms-organisatoren aan om de uitbating van de evenementenhal gedurende een jaar over te nemen.
Het gebouw werd het jaar daarop gekocht door het Antwerpse Provinciebestuur en de privépartner ASB, waarin ook de Night of the Proms-organisatie participeert. De Provincie Antwerpen werd eigenaar, voor de exploitatie werd de nv Antwerps Sportpaleis opgericht, met daarin de vennootschappen PSE-Belgium (van de Night of the Proms-organisatoren Jan Van Esbroeck en Jan Vereecke; tevens bestuurders van de nieuwe nv Antwerps Sportpaleis), Ahoy Rotterdam, On the Rox (rond TW-organisator Herman Schueremans) en MOJO (een Nederlandse collega van Schueremans).
De Oude Dame zoals Antwerpenaren het Sportpaleis wel eens durven te noemen kreeg de jaren daarop een grondige facelift. Het gebouw werd aan de veiligheidsnormen aangepast, kreeg in 1999 een nieuwe voorbouw en betere ontvangstfaciliteiten en in 2005 een permanent Hospitality Center voor vipactiviteiten. Door al deze ingrepen werd het comfort voor publiek, organisatoren, viphuurders en exploitant aanzienlijk verbeterd.
Sluitstuk en bekroning van alle vernieuwingen is de Lotto Arena, die naast het Sportpaleis werd gebouwd en aansluit op het Hospitality Center. Het gebouw is een verkleind Sportpaleis en wordt zowel voor sportwedstrijden (maximaal 5.259 toeschouwers) als voor intiemere podiumevenementen (maximaal ca. 7.500 toeschouwers) gebruikt. Bij sportactiviteiten wordt een mobiele sportvloer over de betonnen vloer geschoven. Een perfecte isolatie zorgt voor de beste akoestiek bij concerten. O.m. basketclub Sanex Antwerp Giants maakte de overstap naar de Lotto Arena. De zaal kreeg ruime onthaalfaciliteiten voor zowel bezoekers als vipgenodigden en, uiteraard, de nodige kleedruimtes en sanitaire voorzieningen voor sportploegen en artiesten.
De grootste aandacht wordt besteed aan de mobiliteit rond de Sportpaleissite. Eén van de eerste verwezenlijkingen op dit vlak is het evenementennet, dat in samenwerking met De Lijn werd opgezet.
De nv Antwerps Sportpaleis bewijst sinds 1997 dat het dankzij een goed management perfect haalbaar is om grote publieksinfrastructuren op een rendabele manier uit te baten. De grote evenementenhal lokt nu jaarlijks meer dan 1,5 miljoen bezoekers. Met een heel gevarieerd aanbod aan evenementen wordt ernaar gestreefd het Sportpaleis een nog grotere aantrekkingskracht te geven en ook de nieuwe Lotto Arena op de kaart te zetten.
|