Verslag van Bugatti:
Bugatti
Bugatti is een gerenommeerd historisch automerk, dat bekend is om zijn snelle, dure en exclusieve wagens. De merknaam is tegenwoordig in handen van het Volkswagen-concern.
Historie
In 1909 vestigde Ettore Bugatti (Milaan 15.9.1881- Parijs 21.8.1947) een autowerkplaats in Molsheim bij Straatsburg. Ettore had ruime ervaring in de toenmalige auto-industrie opgedaan bij verschillende merken zoals De Dietrich, Mathis en Deutz.
Het was de bedoeling om een kleine serie automobielen te bouwen met de eigenschappen van een door hem, tijdens zijn werkzaamheden bij Deutz in Keulen ontwikkeld prototype: Type 10. De serieproductie begon met model Type 13: een 1327 cc motor met bovenliggende nokkenas.
In diezelfde tijd ontwierp Ettore Bugatti de Peugeot BéBé.
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog, werden een viertal modellen met viercilinder motoren van 1327 tot 5027 cc geproduceerd. In 1913 ontwierp hij zijn eerste prototype met 8 cilinders in-lijn van 2655 cc, door een tweetal 4 cilinder motoren aan elkaar te koppelen.
De eerste echte Bugatti werd eigenlijk pas in 1922 gemaakt: de Type 30, met 1991 cc cilinderinhoud. Bij de Grote Prijs van Lyon in 1924 introduceerde Ettore Bugatti de Type 35, die met zijn 8 cilinder motor met 1991 cc inhoud de inspiratie vormde voor de Type 35A zijn wel haast bekendste racer. In de normale toerwagens leverde hij de Type 44 (3000 cc) en Type 46 (3500 cc). Zoals in die tijd gebruikelijk was, kon de klant kiezen of hij de carrosserie van de fabriek wilde, of er werd door andere carrossiers een carrosserie op een fabrieks-chassis geleverd.
Voor de allerrijksten werd de enorme Bugatti Royale (Type 41) geïntroduceerd met een cilinderinhoud van 12763 cc (!), een wielbasis van 4.32 meter en een gewicht van 3175 kg. Van deze auto zijn er maar een 7-tal (inclusief het prototype) geproduceerd, waarvan een voor koning Alfonso XIII van Spanje. In 1931 zag de laatste racewagen (Type 59) het licht. Verder werden eigenlijk alleen nog maar sportwagens geproduceerd. Type 55 werd het platform voor de, tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog geproduceerde, Type 57. Dit was een sportwagen met een 3257 cc met dubbele, bovenliggende nokkenassen en was ook leverbaar met compressor (Type 57S en 57SC). Na de dood van Ettore Bugatti in 1947, werden nog een gering aantal model 101s (op basis van de T57 en met een carrosserie van Ganglof) geproduceerd. Daarna werd de fabriek overgenomen door Hispano-Suiza, die de fabriek ombouwde tot fabriek van onderdelen voor vliegtuigmotoren.
Het is minder bekend, dat de Bugattis een heel kunstzinnige familie vormden. De liefhebbers van Bugattis automobielen (Bugattisten) zeggen dat aan zijn ontwerpen te kunnen zien. De familie telde o.a. meubel- en interieur ontwerper Carlo (Ettores vader) en Ettores broer Rembrandt was beeldend kunstenaar: het beeldje van de olifant op de radiatordop van de Royale was van zijn hand . Ettores zoon Jean, had de hand in menig goedgelukt en revolutionair carrosserieontwerp voor de Bugattis (o.a. op basis van de T50, de z.g. Profilé stroomlijncarrosserie en de Atlantic Sportcoupé op basis van de T57SC). Hij had waarschijnlijk zijn vaders werk kunnen voortzetten, en het merk kunnen redden, als hij niet in 1939 bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen.
Oude modellen
(niet volledig)
Grote automobielmusea zoals het [http://www.musee-jacquemart-andre.com/www.culturespaces.com/schlumpf/ Musée National de l'Automobile de Mulhouse-collection Schlumpf] en particuliere verzamelaars hebben grote bedragen over gehad voor hun verzameling historische Bugatti's. Het is geen uitzondering dat een vooroorlogse Bugatti-racer bij een veiling voor enkele miljoenen euro's onder de hamer gaat. Sommige modellen staan zelfs in musea voor moderne kunst (Boston Museum of Fine Arts).
Dit alles omdat het motto van Ettore Bugatti was: Bugatti- le pur sang de l'automobile
Nabije verleden
In 1991 werd geprobeerd om het merk weer nieuw leven in te blazen door een groep Italiaanse investeerders. De EB110 sportwagen werd gepresenteerd. Veel succes had deze Bugatti echter niet.
Na jarenlange problemen met de prototypes komt in 2005 het type Bugatti Veyron 16.4 op de markt. Deze auto is ontwikkeld onder leiding van Volkswagen, en is sinds vijf september 2005 te koop voor een prijs van 1.000.000 euro, zonder belastingen. De auto is namelijk superexclusief, rijdt een top van 407 km/u en braakt 1.001 pk uit. Michael Schumacher heeft er al eentje besteld.
Voor de Tweede Wereldoorlog was Bugatti een stuk bekender dan nu: het was dé sportwagen van die periode (zie Historie hierboven), en een van de bekendste Franse automerken. Merken als Lamborghini en Ferrari bestonden in die tijd nog niet.
Bugatti behoort nu tot de klassieke tak van de Volkswagen-groep. Deze tak staat onder leiding van Volkswagen en omvat Bugatti, koda, Volkswagen en Bentley.
Het bekende logo met "EB" staat voor Ettore Bugatti, de oprichter van het bedrijf.
Huidige modellen
16.4 Veyron (sinds 2005): Prototypes vanaf 2001, productie en/of levering vanaf maandag 5 september 2005. Dit is de meest geavanceerde, vooruitstrevende en technologisch hoogstaande auto ooit, de snelste en duurste wagen die momenteel te koop is én de snelste en duurste Franse auto ooit.
Toekomstige modellen
- Wimille: Bugatti plant een "baby-Bugatti" die klaar zou moeten zijn in 2008. De Bugatti zal in het circa 100 000 euro-segment zitten om te concurreren met onder meer Porsche. Hoogstwaarschijnlijk zal de wagen Wimille heten, naar de racer Jean-Pierre Wimille. Deze auto moet geld in het laatje brengen na de dure Veyron-droom