Inhoud blog
  • De woordvoerders van God? mijn kloefen Louise
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • GIJ DIE ZEGT LIEG NIET, LIEG JIJ?
  • WAT IS WAARHEID?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    seniorennet.be/eleutheros
    HERKENNEN - ERKENNEN
    24-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De woordvoerders van God? mijn kloefen Louise

    Ontwaakt 22 maart 1993 blz. 3-4
    Het einde van de wereld — Hoe nabij?

    Uitgegeven door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam van Jehovah’s Getuigen. Dit artikel is volledig overgenomen. zelfs de voetnota van §8 is niet aangepast. Waarom het in het oorspronkelijk artikel in de lettergrote  8pt is weergegeven i.p.v. 12pt  is voor mij een weet, voor u misschien een vraag, maar het kan ook iets anders betekenen. Denkt daar in ieder geval toch maar eens over na. Neem ook nota dat ik de paragrafen nummer voor de duidelijkheid.

    Om terdege te kunnen vergelijken is het gemakkelijker om het artikel af te drukken, wat ik u zeker aanraad.

    Waarom zo vaak een vals alarm?

    1                   ER BESTAAT een verhaal over een jongen die de schapen van de dorpelingen hoedde. Om wat leven in de brouwerij te brengen, riep hij op een dag „Wolf! Wolf!”, terwijl er geen wolf was. De dorpelingen kwamen aangestormd met knuppels om de wolf te verdrijven, maar ontdekten dat er geen wolf was. Het was zo leuk dat de jongen later zijn kreet nogmaals liet horen. Weer kwamen de dorpelingen aangestormd met hun knuppels, om te ontdekken dat het ook nu vals alarm was. Enige tijd later kwam er wel een wolf en de jongen liet de waarschuwing horen: „Wolf! Wolf!”, maar de dorpelingen deden zijn geroep af als weer een vals alarm. Zij waren te vaak voor de gek gehouden.

    2                   Zo vergaat het degenen die het einde van de wereld aankondigen. Sinds Jezus’ dagen zijn er door de eeuwen heen zo veel niet uitgekomen voorspellingen gedaan, dat velen ze niet langer serieus nemen.

    3                   Gregorius I, paus van 590 tot 604 G.T., zei in een brief aan een Europese vorst: „Wij willen Uwe Majesteit ook doen weten, zoals wij uit de woorden van de Almachtige God in de Heilige Schrift hebben vernomen, dat het einde van de huidige wereld reeds nabij is en dat het nimmer eindigende Koninkrijk der Heiligen nadert.”

    4                   In de zestiende eeuw voorspelde Maarten Luther, de grondlegger van de Lutherse Kerk, dat het einde voor de deur stond. Volgens één autoriteit verklaarde hij: „Wat mij betreft, ik ben ervan overtuigd dat de dag des oordeels zeer nabij is.”

    5                   Over een van de eerste doopsgezinde groeperingen wordt bericht: „De anabaptisten uit het begin van de zestiende eeuw geloofden dat het millennium in 1533 zou komen.”

    6                   ”William Miller, algemeen beschouwd als de stichter van het adventisme, moet gezegd hebben: „Ik ben er ten volle van overtuigd dat ergens tussen 21 maart 1843 en 21 maart 1844, volgens de joodse tijdrekening, Christus zal komen.”

    7                   Worden door het niet uitkomen van zulke voorzeggingen degenen die ze hebben gedaan veroordeeld als valse profeten in de zin van Deuteronomium 18:20-22? Die tekst luidt: „De profeet die zich aanmatigt in mijn naam een woord te spreken dat ik hem niet geboden heb te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt, die profeet moet sterven. En ingeval gij in uw hart zegt: ’Hoe zullen wij weten welk woord Jehovah niet heeft gesproken?’ — wanneer de profeet in de naam van Jehovah spreekt en het woord geschiedt niet of komt niet uit, dan is dat het woord dat Jehovah niet gesproken heeft.”

    8                   Er zijn mensen die opzienbarende voorspellingen doen over het einde van de wereld om de aandacht te trekken en aanhang te krijgen, maar anderen zijn er oprecht van overtuigd dat hun aankondiging waar is. Zij geven uiting aan verwachtingen die gebaseerd zijn op hun eigen uitleg van een schriftplaats of een feitelijke gebeurtenis. Zij beweren niet dat hun voorzeggingen rechtstreekse openbaringen van Jehovah zijn en dat zij in die zin in Jehovah’s naam profeteren. Daarom mogen zij in zulke gevallen, als hun woorden niet uitkomen, niet worden beschouwd als valse profeten zoals degenen tegen wie in Deuteronomium 18:20-22 gewaarschuwd wordt. In hun menselijke feilbaarheid hebben zij dingen verkeerd geïnterpreteerd.¨*

    De voetnota van paragraaf 8 zoals ze in het artikel is weergegeven:

    *Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’ In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425). „Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306). In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245). „De Wachttoren beweert . . . niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365). „De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16). En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.(ik benadruk)

    9                   Niet ontmoedigd door eerdere vergissingen schijnen sommigen zich door de nadering van het jaar 2000 aangespoord te voelen tot het doen van verdere voorspellingen van het einde van de wereld. In The Wall Street Journal van 5 december 1989 stond een artikel met als titel „Millenniumkoorts: aantal profeten neemt snel toe, het einde is nabij”. Nu het jaar 2000 nadert, voorspellen verscheidene evangelicals dat Jezus komt en dat de jaren ’90 „een tijd van ongekende moeilijkheden” zullen zijn. Toen dit artikel werd geschreven, had het meest recente voorbeeld zich in Zuid-Korea voorgedaan, waar de Missie voor de Komende Dagen voorzei dat Christus op 28 oktober 1992 te middernacht zou komen en gelovigen mee zou voeren naar de hemel. Verscheidene andere doemsdaggroeperingen deden soortgelijke voorspellingen.

    10              De stroom van valse waarschuwingen is betreurenswaardig. Ze zijn te vergelijken met het wolf-wolf-geroep van de herdersjongen — mensen reageren er al gauw niet meer op, en als de echte waarschuwing klinkt, wordt ook die genegeerd.

    11              Maar vanwaar die, door Jezus voorzegde, tendens door de eeuwen heen en tot in onze tijd om een vals alarm te laten klinken? (Mattheüs 24:23-26) Nadat Jezus zijn volgelingen verteld had over verschillende gebeurtenissen die zijn wederkomst zouden kenmerken, zei hij tegen hen wat wij in Mattheüs 24:36-42 lezen: „Van die dag en dat uur weet niemand iets af, noch de engelen der hemelen noch de Zoon, dan de Vader alleen. Want net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. . . . Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.”

    12              Hun werd niet alleen gezegd te waken en gereed te zijn, maar er ook vurig naar uit te zien. Romeinen 8:19 zegt: „Want de vurige verwachting van de schepping wacht op het openbaar worden van de zonen Gods.” Het ligt in de menselijke aard ons ertoe te laten verleiden om, wanneer wij vurig op iets hopen en er vol verwachting naar uitzien, het voor de deur te zien staan, zelfs wanneer de bewijzen ontoereikend zijn. In onze gretigheid kan er een vals alarm worden gegeven.

    13              Wat zal de echte waarschuwing dan onderscheiden van de valse waarschuwingen? Het antwoord kunt u in het volgende artikel lezen.

     

    Wat in het volgende artikel zoals zij schrijven ook maar geschreven is zal geen jota veranderen aan wat zij hier in het eerste artikel schreven. Daarom zet ik hun voetnota nu in de zelfde lettergrote 12pt als al het andere. Gelijktijdig benadruk ik bepaalde zaken.

    *Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’ In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425). „Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306). In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245). „De Wachttoren beweert niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365). „De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16). En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.

    WAT NU VOLGT IS MIJN COMMENTAAR OP IEDERE PARAGRAAF.

    Om te beginnen wordt deze vermeende rechtzetting, niet in de “Wachttoren”, maar in de Ontwaakt afgedrukt. Neem a.u.b. nota dat de Wachttorenpublicaties die in vorige paragraaf zijn vermeld, eerder het verplichte theocratische onderwijs bevatten, dan de Ontwaakt. Met andere woorden gezegd is de Wachttoren een door het besturende lichaam geverifieerde publicatie die door alle gedoopte getuigen dient bestudeerd te worden in tegenstelling met Ontwaakt die onder de verantwoordelijkheid valt van het schrijverscomité en is meer voor het publiek bedoeld.

    Ik begin hier met mijn commentaar paragraaf per paragraaf:

    §1 De strekking van de illustratie is gemakkelijk te begrijpen. Er zijn uiteraard nog andere illustraties die hetzelfde betekenen.

    §2 Zo vergaat het degenen die het einde van de wereld aankondigen. Hier zou men eerder het woord organisatie(s) moeten gebruiken. Denk je dat zelf niet? De leek of de verkondigers reageren alleen op wat de leiding hun voorhoudt.

    §3 is een aantijging naar paus Gregorius 1 residerend van 590 tot 604 en suggereert: “dat het einde van de huidige wereld reeds nabij is en dat het  nimmer  eindigende Koninkrijk der Heiligen nadert”. Ja toch?

    §4 openbaart ons dat Maarten Luther in de zestiende eeuw reeds zei dat het einde voor de deur stond.

    §5 vermeldt een doopsgezinde groepering die gezegd heeft dat het millennium in 1533 zou komen.

    §6 William Miller was ervan overtuigd dat Christus ergens tussen 21 maart 1843 en 21 maart 1844 moest komen.

    §7 de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam lassen deze paragraaf in om een basis voor interpretatie te leggen die geschikt blijkt te zijn voor hun eigen veelvuldige verkeerde beslissingen.

    §8 et voila! Hier zijn ze met de geit, of zou het juister zijn te zeggen, hier zijn ze met de bok(ken). Zij schrijven “er zijn mensen (…)” … ik zeg, er zijn organisaties, o.a. zijzelf “die opzienbarende voorspellingen doen over het einde van de wereld om de aandacht te trekken en aanhang te krijgen. Amen en uit.

    En het kan zijn dat er anderen zijn die er oprecht van overtuigd zijn dat hun aankondiging de waarheid is. Maar oprechtheid is beslist niet voldoende. (…) Zij beweren niet dat voorzeggingen rechtstreekse openbaringen van Jehovah zijn en dat zij in die zin in Jehovah’s naam profeteren. Daarom mogen zij in zulke gevallen, als hun woorden niet uitkomen, niet worden beschouwd als valse profeten zoals degenen tegen wie in Deuteronomium 18:20-22 gewaarschuwd wordt. In hun menselijke feilbaarheid hebben zij dingen verkeerd geïnterpreteerd.*

    Maar in de   Ontwaakt!, 8 april 1969   staat op blz.
    23-24 juist het  tegenovergestelde,
    "Inderdaad zijn er in het verleden personen geweest die een "einde van de wereld" voorspelden, terwijl zij zelfs een nauwkeurige datum bekendmaakten. Sommigen hebben groepen van mensen om zich heen verzameld en zijn de bergen in gevlucht of hebben zich in hun huizen teruggetrokken om daar het einde af te wachten. Er gebeurde echter niets. Het "einde" kwam niet. Zij maakten zich schuldig aan vals profeteren... Waar het zulke mensen aan ontbrak, waren Gods waarheden en het bewijs dat zij door God geleid en gebruikt werden."

    Wat  moeten wij nu geloven? Dat het geen valse of wel valse profeten waren?

    Speelt de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam nu een spelletje met zijn leden of proberen zij hun leden in verwarring te brengen? Erger nog is dat zij hen een rad voor de ogen draaien. Teneinde hun eigen fouten te bedekken,om hun zo gezegde superioriteit als de door Gods geest geleide organisatie’ te kunnen handhaven.

     

    De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam gaan in die §8 verder met de aantijging door te zeggen “Zij geven uiting aan verwachtingen die gebaseerd zijn op hun eigen uitleg van een schriftplaats of een feitelijke gebeurtenis”. Deze subtiele en suggestieve zin moet toch ook voor henzelf opgaan,zeker voor hen. Zij  zeggen toch zelf dat zij uiting geven “aan verwachtingen die zijzelf geleidelijk hebben opgebouwd” en schijnbaar gebaseerd op hun eigen uitleggingen van Schriftplaatsen, her en der, of op feitelijke gebeurtenissen en uitspraken die op profetieën zouden gebaseerd zijn. Zelfs wanneer deze profetieën reeds hun vervulling hebben gehad, dan is het een tweede of derde vervulling of de uiteindelijke vervulling van die specifieke profetie of profetieën.

    En hier komt de CLOU: “Zij beweren niet dat hun eigen voorzeggingen rechtstreekse openbaringen van Jehovah zijn en dat zij slechts in die zin in Jehovah’s naam profeteren. Daarom mogen ook zij in zulke gevallen, als hun woorden niet uitkomen, niet worden beschouwd als valse profeten zoals degenen tegen wie in Deuteronomium 18:20-22 gewaarschuwd wordt. In hun menselijke feilbaarheid hebben zij dingen verkeerd geïnterpreteerd”.*zie nogmaals de voetnoot  uit §8

    En daarom hebben zij NU de andere religies die bepaalde uitspraken of en data hebben voorgestaan de absolutie gegeven om ZICHZELF vrij te spreken!

    En daarom nu het verschil met de vroege uitspraak van de Ontwaakt!, 8 april 1969!

    §9       geeft eens te meer een subtiele aantijging naar andere religies, maar let wel wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zelf schrijft in  w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers ***In een artikel op bladzijde 56 van U.S. News & World Report van 14 januari 1980 werd te kennen gegeven: „Indien u ervan uitgaat dat 10 jaar de leeftijd is waarop een gebeurtenis een blijvende indruk in iemands herinnering achterlaat”, zijn er thans meer dan dertien miljoen Amerikanen die „zich de Eerste Wereldoorlog nog herinneren”. Einde citaat uit U.S. News & World Report. Vervolgens schrijven de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam “En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit van het samenstel van dingen” snel zijn einde nadert.

    Neem a.u.b. nota van wat in De Wachttoren van november 1968 staat op blz. 691-92 §30. Onder het onderkopje ‘ADAM TEGEN HET EINDE VAN DE ,,ZESDE DAG’’ GESCHAPEN.’ - §30 “Moeten wij uit deze studie opmaken dat de strijd van Armageddon tegen de herfst van 1975 geheel achter de rug zal zijn en dat de langverwachte duizendjarige regering van Christus dan zal beginnen? Mogelijk, maar wij moeten nog afwachten hoe nauwkeurig de zevende duizendjarige periode van ’s mensen bestaan samenvalt met de op een sabbat gelijkende duizendjarige regering van Christus.

    (en op het einde van de paragraaf gaat men verder, de laatste zin) (…)

    “Het zal hooguit een verschil van weken of maanden, niet van jaren, betreffen”.ik benadruk.

    Nu kun je zelf, vooral wanneer je een Getuige van Jehovah bent, je conclusies trekken. Wil jij je ogen sluiten dan hoeft je nooit of te nimmer ooit vragen te stellen, alhoewel dit mag van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Maar nooit iets in vraag stellen van wat zij zeggen, hebben geschreven of nog zullen zeggen of schrijven. Leve de vrijheid van denken en meningsuiting!

    En waar nog steeds, in de naam van God in toenemende mate bloed blijft voor vloeien. Alhoewel dit momenteel meer geconcentreerd is in de Arabische wereld.

    §10     De verheven kunst van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam bestaat er steevast in om hun valse stroom van valse waarschuwingen geloofwaardig te houden. Buiten de geloofswaardige aspecten van hun schrijven en dogma’s moeten zij vooral de hoop levendig houden door kunstmatige handgrepen. Onder andere door de toevloed van mensonterende toestanden wereldwijd die momenteel live in de nieuwsmedia te zien en te horen zijn. Nochtans is de geschiedenis van de mensheid slechts een herhaling alhoewel de mogelijkheden en de aangroei van de bevolking ertoe bijdragen. Er zijn nooit gouden jaren geweest, nooit in het algemeen dan toch.

    §11 Vandaar dat deze paragraaf een aanklacht blijkt te zijn vooral voor de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam door hun verwijzing naar datgene wat Jezus Christus zou gezegd hebben in Mattheüs 24:23-26. De verschillende gebeurtenissen zijn zoals in vorige paragraaf gezegd over het algemeen altijd aanwezig voor het grootste deel van de mensheid. En Mattheüs 24:36-42 is vooral voor de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam een paradoxaal gegeven gezien zij vanaf het prille begin van de organisatie, hoe zij toentertijd ook genoemd werd, omdat zij zich steeds hebben geconcentreerd op data na data. Gelijkoplopend met de wereldtoestanden en hun interpretaties van de profetieën die tot op de dag van vandaag aangepast moeten worden.

    §12     En ook hier is wederom een subtiele manipulatie met Bijbelteksten. De tekst uit Romeinen 8: 19 is een verwijzing naar diegenen die de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam als de benoemde belijdende gezalfden en waarvan de afname sinds 1935 een bewijs temeer vormde van de tijd van het einde. De cijfers uit hun eigen jaarboeken geven duidelijk te kennen dat er de laatste vier jaar, van 2006 tem 2009, er zowaar een toename van 2333 personen is. Waar is deze toename dan een bewijs van? Volgens mij is dat het bewijs dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam voor de zoveelste keer hun bewijsvoering en het dogma, de leerstelling, van die speciale klasse, voor de zoveelste keer, wederom diende aan te passen.

    Is de bijbel dan zo moeilijk?

    De omzeiling wordt met meesterlijke hand gehanteerd door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam om de menselijke aard te misbruiken teneinde hun eigen fouten te bedekken. Het is zeker waar dat hoop doet leven, maar iemand hoop geven die niet vervuld wordt kan funest zijn, maar niet voor de zoekende geesten, integendeel. De zoekende geesten zullen hun persoonlijke verhouding met God, in gelijk welke vorm of wie of wat dit ook mag betekenen, steeds hechter aanvoelen.

    §13     Voor de zoveelste keer kun je het antwoord in het volgende artikel lezen, maar dat staat er niet in, zelfs niet in de volgende publicaties noch wordt er van iets melding gemaakt op de volgende congressen.

     

    De voetnoot werd behandeld in paragraaf acht.

     

    24-04-2011 om 15:51 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    28-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?


    ONTWAAKT! JANUARI 2011 Blz. 9

    IN WELKE OPZICHTEN ZIJN JEHOVAH’S GETUIGEN ANDERS? (ik benadruk)

    Veel mensen zijn verbaasd als ze horen hoe groot het verschil is tussen Jehovah’s Getuigen en alle andere godsdiensten die beweren Christus te volgen. Hier volgen een aantal dingen die Jehovah’s Getuigen uniek maken.

     


    STRUCTUUR

    ·       Ze hebben geen klasse van geestelijken

    ·       Hun ouderlingen, hun zendelingen en degenen die Bijbelsonderwijs geven krijgen geen salaris.

    ·       Ze geven geen tienden, en in hun Koninkrijks-zalen, worden geen collectes gehouden.

    ·       Al hun werk wordt ondersteund door anonieme donaties.

    ·       Ze zijn neutraal als het om politiek gaat. Ze promoten vrede en nemen geen deel aan oorlog.

    ·       Wereldwijd kennen ze eenheid in hun geloof en op de Bijbel gebaseerde leerstellingen.

    ·       Ze kennen geen maatschappelijk, etnisch, raciaal of klassenonderscheid.

    ·       Ze hebben geen banden met een andere godsdienst, zoals het katholisme, het protestantisme of een orthodoxe richting.

    LEERSTELLINGEN

    ·         Ze geloven dat er één ware God is, wiens naam Jehovah is.

    ·         Ze geloven niet dat Jezus Christus de almachtige God is, en ze geloven niet in de leer van de Drie-eenheid.

    ·         Ze volgen Jezus’leringen en eren hem als de Zoon van God.

    ·         Ze vereren het kruis niet en gebruiken geen beelden bij hun aanbidding.

    ·         Ze geloven niet dat er een vurige hel bestaat waar alle slechte mensen na hun dood heen gaan.

    ·         Ze geloven dat God gehoorzame mensen zal zegenen met volmaakt eeuwig leven in een paradijs op aarde.

     

    Jehovah’s Getuigen geloven dat het hun gelukt is het christendom uit de eerste eeuw nieuw leven in te blazen, het christendom dat Jezus’ apostelen praktiseerde.



    Zoals de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam het hier voorschrijven klinkt het allemaal erg mooi en het is op zijn minst aanlokkelijk omdat de gevestigde en aan- gehaalde religies, katholieke en protestanten, reeds jaren ‘terecht’ door hen aan de kaak gesteld zijn. De absurde praktijken, vooral van de Rooms katholieke kerk hebben een onderstroom veroorzaakt waardoor veel van hun leden openstaan voor een verandering van religie die hen een vastere basis zou kunnen geven voor hun geloof.

    Bovengenoemde structuur en leerstellingen zijn dan ook bedoeld om mensen aan te trekken, wat niet de eerste keer is dat dit gebeurt.

    MAAR, is het ook allemaal waar? Zijn ZIJ bereid om kritiek te horen? Staat u, die een Jehovah’s Getuige bent, open voor kritiek? En u die eveneens beweert een christen te zijn, zult u er willen op in gaan? Neem er nota van dat ik ‘christen zijn ’gelijk stel met ‘menselijkheid in de positieve zin’ gelijk welke religie je beoefent of geen, zelfs voor niet gelovigen blijft menselijkheid onder gelijk welke omstandigheden de hoedanigheid als één van de pijlers van het mensdom.

    Daarom ga ik de vergelijking maken en commentaar geven op wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam als UNIEK en ANDERS  noemt voor  hun organisatie en hun leden en niet vergeten hun geïnteresseerden.

    STRUCTUUR

    ·                  Ze hebben geen klasse van geestelijken: dat hangt natuurlijk af van wat zij er mee bedoelen. Voor zover ik uit hun lectuur kan opmaken is er geen enkel verschil tussen al hun leden. Iedereen is gelijk voor de wet. Is dit  ook zo?

    Laat ons eerst het woord ‘geestelijke’ eens definiëren: het woordenboek geeft het woord weer als: geestelijke m [-n] mannelijke religieus (inz. Priester).

    Wikipedia definieert het als: “Een geestelijke is iemand die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen

    ik wil het liever verduidelijken vanuit wikipedia als volgt:

    Katholicisme

    De katholieke geestelijken worden ook clerici genoemd (enkelvoud: clericus) en de geestelijkheid clerus. Het betreft allen die tot diaken, priester of bisschop zijn gewijd, dus ook de kardinalen en de paus. De clerus omvat zowel de reguliere (Kloosterorde) als de seculiere geestelijkheid (zie ook: priester). Daarnaast bestaan er kloosterorden, die zowel uit mannen als uit vrouwen kunnen bestaan: monniken, Paters, Broeders en Fraters, Monialen en andere vrouwelijke religieuzen, ook wel nonnen genoemd. Enkel de mannelijke religieuzen (dus leden van een mannelijke kloosterorde of congregatie), die een wijding hebben ontvangen, zijn daardoor lid van de Geestelijkheid, Clerus, en worden dan Pater genoemd (ongeacht of zij monniken zijn of behoren tot een actieve orde of congregatie).

    Oosterse Orthodoxie

    Monnik, priester, bisschop en patriarch.

    Protestantisme

    Protestantse 'geestelijken' worden ambtsdrager genoemd. Protestanten kennen drie ambten: het ambt van dominee of predikant, dat van ouderling en dat van diaken. Samen vormen de ambtsdragers de kerkenraad. De dominee is het meest te vergelijken met de katholieke priester. Een predikant heeft, net als een priester, toestemming de sacramenten te bedienen. Een ouderling houdt zich voornamelijk bezig met toezicht op het geloofsleven van gemeenteleven. Een diaken houdt zich voornamelijk bezig met toezicht op de zorg voor elkaar in de gemeente. (einde aanhalingen).

    U kunt natuurlijk zelf beslissen, maar ik neem vooral het protestantisme als voorbeeld omdat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam verantwoordelijken aanstellen in ambten. In dit opzicht zijn ook zij structureel behept met titels en functies. Niet alleen op organisatorisch vlak, maar ook op de religieuze toer. Vanaf de top, het Besturende lichaam, tot en met de niet-gedoopte verkondigers. De benamingen en benoemingen hangen grotendeels af van het aantal gerapporteerde uren velddienst die zij verrichten. De individuele-gemeentestructuur is wereldwijd dezelfde en gebaseerd op gehoorzaamheid aan de door het genootschap aangestelde ouderlingen onder het toezicht van een kringopziener. Het aantal titels en verantwoordelijkheden zijn evenveel graduaties van de rangorde. En het is mensgebonden om daar op verschillende manieren mee om te gaan. Een verantwoordelijkheid kun je gerust vergelijken met een uniform, het straalt simpel weg autoriteit uit. De verschillende manieren kunnen positieve reacties veroorzaken, maar evengoed negatieve. De slaafse onderworpenheid van de subtiel geconditioneerde leden is daarom eerder kadavergehoorzaamheid.

    Sommige benamingen zijn Schriftuurlijk, maar de meeste zijn dit niet. Daarom zijn veel titels anders dan bij de andere religies. De verantwoordelijkheden zijn veel uitgebreider, en de sancties veel strenger, terwijl berouw om hersteld te worden afhangt van het vergaderingenbezoek en de prediking van huis tot huis. De subtiele invloed is echter enorm groot omdat samen met de titels en de verantwoordelijkheden ook het ego en andere zwakheden gestimuleerd worden. Voor de verantwoordelijken, vooral mannen,  is hier veelal het gevaar voor bovarysme die het latente ego zal strelen. Waar is het unieke? Waar is het anders zijn dan anderen? Als voorbeeld geef ik het woord ‘geordineerd’ zoals het gebruikt word bij de waterdoop van nieuwelingen. Dit komt op hetzelfde neer als ‘wijding’ (od-O blz. 78) (od-O staat voor het  boekje ‘georganiseerd om Jehovah’s wil te doen). Ik durf zelfs zeggen dat de druk op de leden veel subtieler en permanenter is dan bij voorgenoemde religies. De redenen die daarvoor opgenoemd kunnen worden zijn legio om de eenvoudige redenen dat de respectievelijke ouderlingen evengoed gehoorzaamd moeten worden als aan de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zelf. Ongehoorzaamheid aan de ouderlingen of de vertegenwoordigers van God, is ongehoorzaamheid aan God. Dat wil niet zeggen dat je met de ouderlingen niet kunt spreken, maar zij hebben altijd het laatste woord. Deze procedure is vanaf de waterdoop gestart en kan niet teruggedraaid worden. Een ander voorbeeld komt uit de Wachttoren van 15 november 1967, blz.683 daar staat o.a.: “Dit duidt erop dat de voorziening van redding nauw verband houdt met Jehovah’s organisatie. Een overblijfsel van de geestelijke priesterklasse bevindt zich thans nog op aarde, en deze vormt de kern van de gemeente van Jehovah’s volk”.(…) Zeggen en schrijven dat men uniek en anders is blijkt gemakkelijk, maar het waar maken is veel moeilijker.

    ·                  Hun ouderlingen, hun zendelingen en degenen die Bijbelsonderwijs geven krijgen geen salaris. Vermits alle Jehovah’s getuigen vrijwilligers zijn en of zij zich daar expliciet voor inzetten  is een persoonlijke keuze.  Ik bedoel dan in de eerste plaats dat  wanneer iemand zich opdraagt aan God en zich laat dopen dan is hij of zij vanzelfsprekend een slaaf van God. Het is een feit dat niemand een salaris of loon ontvangt zoals wij dat normaal kennen wanneer je voor een werkgever werkt. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam trekken praktisch uitsluitend geïndoctrineerde Chinese vrijwilligers aan voor hun respectievelijke projecten, van de prediking van huis tot huis tot en met het bouwen van koninkrijkszalen, bijkantoren enz.. “Een Chinese vrijwilliger is een Vlaamse uitdrukking voor iemand die verplicht wordt, meestal met een vriendelijk verzoek, (mandatory) om een taak op zich te nemen”. Wat zij in sommige gevallen wel doen is een tegemoetkoming in de onkosten. Ik haal het bedrag aan dat zij jaar op jaar besteden en publiceren in de jaarboeken. Voorbeeld het jaarboek 2010, met de cijfers van 2009. Ik citeer: In het dienstjaar 2009 hebben Jehovah’s Getuigen ruim $140 miljoen uitgegeven om speciale pioniers, zendelingen en reizende opzieners in hun velddiensttoewijzingen te ondersteunen. Er worden nooit ontvangsten openbaar gemaakt. Zij mogen dan uniek zijn in verband met het niet uitbetalen van een salaris, maar wereldwijd werken er miljoenen en miljoenen mensen op vrijwillige basis. Vlaanderen alleen telt vandaag nagenoeg 1 miljoen vrijwilligers, (uit ‘Knack’). Niet alleen bij rampen maar op enorm veel terreinen en omstandigheden. 

    ·                    Ze geven geen tienden, en in hun Koninkrijks-zalen, worden geen collectes gehouden.  Dat mag  dan waar zijn, maar dat is geen uniek kenmerk. Heel wat kerken innen geen tienden. Het is ook waar dat er geen collectes worden gehouden in die zin dat men in de ‘koninkrijkszaal of hun kerk’ niet met een collectebus rondgaat. Wat zij wel doen om dit te verhelpen worden er verschillende en verscheiden ‘vrijwillige bijdragebussen’ als vervangende mediums gebruikt. Volgens mij is dit in principe niet zo anders dan bij een ander.

    Al hun werk wordt ondersteund door anonieme donaties. Over het algemeen is dit wel anoniem, maar alleen voor de ingezamelde vrijwillige bijdragen. Wanneer ik de speciale giften zoals jaarlijks vermeld in de Wachttoren zie is dit beslist niet anoniem en zeker niet in overeenstemming met het beginsel van ‘laat je linker hand niet weten wat je rechter doet”. Maar tot daar aan toe, uniek is het zeker niet en anders dan anderen.

    Ziehier de jaarlijkse legale seculiere terugkerende subtiele oproep:

    Wachttoren september  2009 15/11 blz. 18 Een volk dat van harte geeft.  

    MANIEREN WAAROP SOMMIGEN HET WERK WILLEN ONDERSTEUNEN.

    Bijdragen voor het wereldomvattende werk:

    “Velen zetten een bedrag opzij dat ze deponeren in de bijdragenbussen met het opschrift: „Wereldomvattende werk”. (er zijn nog vier of vijf andere bijdragebussen met opschrift).

      Elke maand verrekenen de gemeenten deze bijdragen met het plaatselijke bijkantoor. Vrijwillige bijdragen kunnen ook rechtstreeks overgemaakt worden naar het plaatselijke bijkantoor.

    Renteloze lening: Geld kan in bewaring worden gegeven met de bepaling dat het aan de gever wordt geretourneerd als hij erom vraagt.

    Aandelen en obligaties: Aandelen en obligaties kunnen als gift aan het Wachttorengenootschap worden overgedragen.

    Testamenten: Bezittingen en geldmiddelen kunnen aan het Wachttorengenootschap worden vermaakt door middel van een rechtsgeldig testament.

    Periodieke giften met een notariële akte: Voor deze giften gelden geen beperkingen aan het via de belastingaangifte in aftrek te brengen bedrag, zoals wel het geval is bij de andere giften.

    Schrijf voor nadere inlichtingen betreffende deze kwesties naar het plaatselijke bijkantoor van Jehovah’s Getuigen”.

    Ik zeg maar, niemand neemt ook maar een halve stuiver mee als ie dood gaat, maar wie weet wat je er eventueel mee had kunnen doen, buiten dat je een organisatie die rijk is, nog rijker maakt! Ook in dit opzicht verschilt de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam niet van de andere religies noch van wereldse hulp- & andere organisaties.

    ·                    Ze zijn neutraal als het om politiek gaat. Ze promoten vrede en nemen geen deel aan oorlog. Dat mijn beste lezers is nog niet zo waar als dat zij het schrijven al lijkt dit op het eerste zicht wel zo. Een fout maken kan iedereen, en je moet dat ook voor jezelf toegeven en toelaten. Maar als je tien jaar lang bij een organisatie bent aangesloten als NGO (Niet Gouvernementele Organisatie) bij de VN (Verenigde Natiën) en jaarlijks je lidmaatschap diende te hernieuwen terwijl je drie maal per jaar iets positief diende te publiceren, dan ligt het toch anders Of is het eerder niet anders dan anderen? En het zou nog anders zijn als de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam  juist die VN nooit als een instrument van de duivel, wereldwijd en volgens hen ook Bijbels, hadden gestigmatiseerd. Daarbij komt nog dat verschillende bijkantoren en hun opzieners nu nog altijd als NGO’s op de lijst staan. (zie het artikel ‘waarheid of onwaarheid).

    Een belangrijk feit is dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam niet deelnemen aan oorlogen. Zij zijn de enige organisatie die ik ken die hun leden als groep kan verplichten om geen soldaat te worden. Zelfs vervangende dienst was een compromis. Met andere woorden, wie soldaat werd of vervangende dienst aanvaardde werd uitgesloten. Ondertussen is die vervangende dienst toegelaten. Wie is, niet wie was, verantwoordelijk voor allen die daar de dupe van waren en nog steeds zijn, gezien die jongens een strafblad hebben. Met nog andere woorden, zei de Bijbel voordien, het mag niet van Jehovah en jaren later het mag wel van Jehovah? Dat zou je uniek en anders kunnen noemen wanneer men er mee kon lachen omdat het de eerste keer was dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hun leden zoiets flikte. Heb je er al eens bij stilgestaan hoeveel jonge kerels in de bajes hebben gezeten, sommige meer dan 10 jaren, voor niks? Erger blijkt het te zijn wanneer ge weet dat velen van hen, en zelfs lichamen van ouderlingen, hun persoonlijk geweten het zwijgen moesten opleggen. Nog erger is, dat dit uitsluitend de schuld was van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Wanneer u een vrijwillige schenking doet aan bv het bijkantoor, krijg je per brief een bedanking. Hebben die jongens een brief gekregen waar de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zich verontschuldigde? Ge moet het niet geloven, want ik weet dat dit nooit is gebeurd, en ik niet alleen. Zij mogen dan uniek en anders willen zijn, BETER ZIJN ZIJ NIET, en nooit geweest. Dit kun je historisch en gemakkelijk te weten komen.

    ·                    Wereldwijd kennen ze eenheid in hun geloof en op de Bijbel gebaseerde leerstellingen. Ik kan niet ontkennen dat er een bepaalde eenheid is. Dat heb je in een biljartclub ook. Ook in hun geloof betrachten zij dit, maar dat betrachten alle organisaties. Vooral in hun geloof, dat niet uitsluitend op Bijbelse leerstellingen is gebaseerd, maar op alles wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hun als leerstellingen en regels presenteert. Vooral wanneer je reeds vele jaren met hen verbonden bent moet je toch weten dat meerdere leerstellingen en voorop gestelde data veranderd zijn. Met veranderd bedoel ik dat zij begrijpelijker en duidelijker uitgelegd zouden moeten zijn, maar was en is dat zo? En wanneer veranderingen haaks op mekaar komen te staan is dit dan een verandering? Wat doe je met de recentste aanpassing van de ‘gezalfde klasse’? Pardon, belijdende gezalfde KLASSE. Het feit dat ik dit benadruk toont het eerste duidelijke klassenonderscheid met de aardse klasse. Denk eens aan die zaken die je anders begreep of niet begreep, maar geen sluitende uitleg voor kreeg. Telt die eens! Uniek is anders, maar gelukkiger kun je er niet mee zijn.

    ·                    Ze kennen geen maatschappelijk, etnisch, raciaal of klassenonderscheid. Ook hier moet ik mijn veto duidelijk stellen. Persoonlijk heb ik meegemaakt dat twee gemeenten, een Nederlandstalige en Franstalige van dezelfde koninkrijkszaal gebruik maakten. De onhebbelijkheden tussen de twee lichamen van ouderlingen en die van bepaalde verkondigers komt ongeveer overeen met wat België nu meemaakt. Overdrijf ik? Met België misschien wel, maar zoals de getuigen zelf zeggen, “dat zijn wereldse mensen”. Er zijn uiteraard vele goede commentaren in journaals of nieuwsmedia, maar dat creëert nog geen wereldbeeld. Natuurlijk creëert het wel een wereldbeeld voor de getuigen van Jehovah, omdat het via de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam in hun lectuur wordt geopenbaard wanneer het positief is. Heb je ooit iets negatiefs over de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam gelezen in hun publicaties? Het maakt hen ook niet uniek. De opgelegde broederlijke liefde is in veel gevallen ver te zoeken. Alleen het feit dat het, zoals bij veel religies, alleen mannen zijn die verantwoordelijkheden delen is een niet te onderschatten reden van verdeeldheid in veel gemeenten. Een mannenwereld wordt zelfs door de Bijbel niet echt gepromoot. Nochtans zullen VROUWEN toch ook mee regeren in de hemel, juist in de hemel? Tussen haakjes gezegd, onvolmaaktheid is geen excuus. Uiteraard verwacht ik geen volmaaktheid, maar uniek of anders dan anderen zijn, komt niet aan bod.

    ·                    Ze hebben geen banden met een andere godsdienst, zoals het katholisme, het protestantisme of een orthodoxe richting. Dat mijn waarde lezer zeggen zij. Maar de realiteit is heel wat anders. Het is wel waar dat zij nu geen debatten of oecumenische vergaderingen meer aangaan met gelijk welke religie. Dat  sluit echter niet uit dat  juist hun basis praktisch en grotendeels van de katholieke strekking afkomstig is. Met name o.a. Athanasius en Keizer Constantijn, het Niceaans- en andere concilies enz.. De Bijbel zelf en de daarmee gepaarde gaande naslagwerken van theologen en Bijbelgeleerden die geen getuigen van Jehovah zijn of waren. Zelfs de naam Jehovah komt van de christenheid die hem voor 300 tot 400 jaar geleden gebruikten. U zou verbaasd zijn als je werkelijk de moeite nam om wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam vroeger schreven en nu schrijven zou vergelijken. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam moedigt toch aan om oudere publicaties te lezen. Zij zijn misschien wel de beste van de christenheid, maar niet uniek noch anders.

    Vevolgt

    28-02-2011 om 15:22 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?

    Vervolg.
    LEERSTELLINGEN

    ·                    Ze geloven dat er één ware God is, wiens naam Jehovah is. Er zijn nog religieuze christelijke organisaties die God als monogaam in hun vaandel voeren. Zelfs de mohammedanen geloven in één God. Dus uniek is het al niet. Daarnet heb ik nog gezegd dat de naam van Jehovah geen unicum is van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam.  De recente Wachttoren publicatie van 15 januari 2011 en de brochure “De goddelijke naam die eeuwig zal blijven bestaan” tonen duidelijk aan dat de christenheid ~300 -400 jaar geleden ook die naam gebruikte, maar heeft zijn naam hen beschermt?  En waarom niet? Daar kan men beslist veel commentaar op geven. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam mag dan geloven zijn dat ‘Jehovah’ de  juiste benaming zou zijn van God, maar hoeveel zijn zij anders dan de anderen.  Enkele zaken voelen toch nattig aan, en een is juist die geleende naam. In hun publicatie “Redeneren aan de hand van de Schrift” blz 121 lezen wij het volgende: “Wat is de juiste vorm van de goddelijke naam ▬ Jehovah of Jahweh? ▬ “Geen mens kan thans met zekerheid zeggen hoe die naam oorspronkelijk in het Hebreeuws werd uitgesproken”. (…).

    Het feit dat zij die naam gebruiken is eerder omdat de andere religies hem niet meer gebruiken, dus alleen om anders over te komen. Het feit dat zij die naam gebruiken is eerder een blaam voor God. Omdat zij in ZIJN NAAM vele dwangmatige dwalingen wereldwijd hebben gepubliceerd. Ja, die ze willens en wetens wereldwijd hun leden hebben opgelegd. Erger nog, omdat zij hun geïndoctrineerde leden, Jehovah’s Getuigen, met halve waarheden, niet overeenkomstig de Schrift, flagrante leugens hebben laten vertellen. Uiteraard ging het en gaat het nog steeds over het Koninkrijk van God, maar dat kan alleen maar een façade zijn, hoe oprecht velen van die leden ook zijn.

    In de plaats van die naam eer te geven besmeuren de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam die naam alleen reeds door te beweren als ZIJN spreekbuis op te treden. Als men vertrouwen  moet hebben in wat zij doen of gedaan hebben, moet je maar eens stilstaan bij de vele veranderingen en de slachtoffers van die ‘niet’ ‘goddelijke’ openbaringen.

    Neen, zij zijn niet uniek noch anders dan anderen, eerder zou men kunnen zeggen dat zij de “EERSTE ONDER ZIJNS GELIJKEN” zijn, “Primus inter pares” (Latijn). In dit opzicht mogen zij de twijfelachtige eer hebben “uniek en anders te zijn”.

    ·                    Ze geloven niet dat Jezus Christus de almachtige God is, en ze geloven niet in de leer van de Drie-eenheid. Daar staan zij ook weer niet alleen, Evenmin als geloof in de Drie-eenheid. Er zijn volgens hun eigen publicatie zo’n 37.000 christelijke denominaties. Het feit dat die allemaal beweren op de Bijbel gebaseerd te zijn, vraag ik mij toch af waarom dat die niet, zowel met de structuur als met de leerstellingen, overeenkomen zoals het moet. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam gemakkelijk kunnen schrijven dat ze uniek zijn en anders. Voor mij is het even gemakkelijk om aan te tonen dat zij niet uniek noch anders zijn. Mochten alle religies alleen en uitsluitend datgene aanvaarden wat zij Schriftuurlijk gemeen hebben, dan hadden wij met enkele pagina’s voldoende leerstof. Over het algemeen is het in de christenheid zo gesteld dat de katholieke zienswijze op de drie-eenheid als leerstelling is opgemaakt. Dan is Jezus gelijk aan God en andersom, zij zijn beide eeuwig en voor de H. Geest gelden dezelfde opvattingen. Soms is de titel Drie-eenheid echter een manier van uitdrukken in de zin zoals Jezus zelf zei: “Ik en de Vader zijn één, zoals jullie één zijn met mij”. Dat ging niet alleen over diegenen die op dit  moment luisterden, maar voor allen  die  een  christelijke  levenswijze  oprecht  behartigen. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam beperken deze uitspraak als exclusief voor 144.000 met de geest gezalfde christenen. Hiermee zijn zij ongetwijfeld uniek en anders. Maar of dit laatste Schriftuurlijk is zal beslist een andere vraag oproepen die ongetwijfeld nog veel meer vragen opwerpt.

    ·                    Ze volgen Jezus’leringen en eren hem als de Zoon van God. Daar zijn enorme bergen lectuur, lezingen, en onderwijs voor verzet en waarlijk met een relatief resultaat. Ik bedoel daarmee dat er veel goeds mee bereikt is en kan worden, voor veel mensen. Langs de andere zijde zijn er minstens evenveel, ik durf zeggen zelfs veel meer die mettertijd inzien dat er iets fundamenteels mis is. In België zijn er zelfs meer mee gestopt dan er momenteel actieve leden zijn. Vanaf 1971 tot einde dienstjaar 2009, hebben zowat 29.227 verkondigers hun figuurlijke ‘kap’ over de haag gegooid. Terwijl er eind 2009  slechts 23.764 actieve verkondigers rapportjes hebben ingediend. Deze cijfers kun je heel gemakkelijk verifiëren aan de hand van de jaarboeken van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. MAAR WAAROM ZIJN DEZEN WEGGEGAAN? Zeker niet omdat er fouten werden gemaakt, maar veeleer omdat zij anders hun geweten geweld moesten aandoen en afgoderij beoefenen. Of is het geen afgoderij dat je mensen meer moet gehoorzamen dan God? De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zijn uiteindelijk mensen of ze zich nu verschuilen achter een organisatie of een illustratie maakt niets uit. Daar zou niks op tegen zijn, integendeel, er kan organisatie mee gemoeid zijn, maar die mag niet eisen dat men hen moet gehoorzamen en dat doen zij wel degelijk. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam niet gehoorzamen is GOD niet gehoorzamen. Zitten zij dan reeds op tronen? En dan nog! Heeft Jezus werkelijk zijn autoriteit gedelegeerd aan onvolmaakte mensen? Heeft Jezus ooit mensen moreel verplicht hem te volgen? Heeft Jezus illustraties gebruikt om mensen aan het denken te zetten of waren en zijn die er om mensen te manipuleren? Wat doe je met de illustratie van het mosterdzaadje en de vogels die in zijn takken neerstreken,enz. zijn die veranderd of verbeterd, en hoe kan dit uitgelegd worden als toenemend licht? Eren de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam Jezus Christus door HEM woorden in de mond te leggen en ze later te veranderen?

    ·                    Ze  vereren  het  kruis  niet  en  gebruiken  geen  beelden  bij  hun aanbidding. Dat is juist, het kruis kan een afschaduwing van de Crux ansata zijn. Er zijn spijtig genoeg geen foto’s van Jezus terechtstelling. Mogelijk is wat dit betreft de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam uniek tegenover de andere christenen. Wat religie wereldwijd aangaat absoluut niet, vermits heel wat religies geen beelden gebruiken bij hun aanbidding, tenzij men het voorgaande reflecteert. Daarmee bedoel ik dat een organisatie gemakkelijk als een beeld  kan doorgaan. en, afgoderij is afgoderij en daarmee uit.  Trek a.u.b. zelf uw conclusies uit wat in de Wachttoren van 1 november 1990 blz. 26 met het onderkopje “Onze relatieve onderworpenheid aan de superieure autoriteiten par. 16 staat. “Als christenen worden wij in deze tijd met soortgelijke uitdagingen geconfronteerd. Wij kunnen niet deelnemen aan enigerlei moderne versie van afgoderij — of het nu gaat om het maken van met aanbidding te vergelijken gebaren voor een beeld of symbool of het toeschrijven van redding aan een persoon of een organisatie (1 Korinthiërs 10:14; 1 Johannes 5:21). En net als de vroege christenen kunnen wij niet schipperen ten aanzien van onze christelijke neutraliteit. — Vergelijk 2 Korinthiërs 10:4.

    Dit is subliem verblindende indoctrinatie om de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam buiten het beeld te houden. Wijs een keer met één beschuldigende vinger  naar een ander, hoeveel vingers wijzen naar je zelfF ?  Dus is de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam niet uniek noch anders dan anderen.

    ·                    Ze geloven niet dat er een vurige hel bestaat waar alle slechte mensen na hun dood heen gaan. Dit is beslist een pluspunt voor de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam.  Dit was en is een dooddoener voor de christenheid en veel andere religies die een brandende hel als afschrik- en drukmiddel gebruiken, ondanks dat de Bijbelse hel duidelijk maakt dat dit de tweede dood betekent waaruit geen opstanding mogelijk is. De angst voor de ‘brandende hel’ is, door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam, vervangen door de vernietiging.

    Waar zit het verschil? De paal waaraan Jezus zou gestorven zijn is misschien uniek voor Jehovah’s Getuigen, maar voor de brandende hel gaat  het uiteindelijk gelijk op, dus misschien uniek maar niet anders dan anderen.

    ·                    Ze geloven dat God gehoorzame mensen zal zegenen met volmaakt eeuwig leven in een paradijs op aarde. Dit is een subtiele inlassing die echt in het kraam van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam past. Ik herhaal “ongehoorzaamheid aan de organisatie is ongehoorzaam aan God”. In de Wachttoren van 1 juli 1956, blz. 295 staat het volgende: “wees dus gehoorzaam en doe Jehovah’s werk, zoals hij het verricht wil hebben, want het enige dat telt, is de door middel van zijn organisatie aangeven manier!” en de Wo van 15 augustus 1956 blz.374 vervolgt: “de wil van de slaaf is daarom Jehovah’s wil. Opstand tegen de slaaf staat gelijk met opstand tegen God”.

    Als je ook maar wil dan kun je deze instelling dikwijls lezen in gelijk welke van hun publicaties. De door mij gebruikte publicaties zijn natuurlijk oudere publicaties, maar de Bijbel is nog veel ouder en dan nog? Daarom nog eentje: De Wachttoren, 15 juli 1957, blz. 323 “wij hebben ons lot in eigen hand. Of wij ‘schapen’ of ‘bokken’ zullen worden, wordt bepaald door onze handelwijze ten opzichte van Jehovah’s organisatie”. Waar staat dat in de Bijbel?  Wat ik wel lees in de Bijbel is Psalm 37:29. “De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven”. Waar legt de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam nu de nadruk op? Is dat uniek? Is dat anders dan bij anderen? Wanneer God de Schepper van alles is denk je dan niet dat hij beter dan alle organisaties ter wereld weet wie rechtvaardigheid betracht. Maar geloven in de Bijbel omdat een organisatie dat zo interpreteert, is helemaal wat anders dan te weten wat er in  de Bijbel  staat, de context van de gehele Bijbel inbegrepen.

    Tot hier voor het commentaar op hun structuur en leerstellingen. Maar er zijn ook nog een zak regels die je ook uniek en anders kunt noemen. Laat de wankele basis voldoende zijn.

    Bedankt voor ’t lezen.

    28-02-2011 om 15:18 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GIJ DIE ZEGT LIEG NIET, LIEG JIJ?

    BESCHULDIGER, WETGEVER, RECHTER EN ….!

    (Ik benadruk en schrijf alle Schriftplaatsen voluit).

    Laten we ons eens verplaatsen in de lente van het jaar 1980.  Weinig  Getuigen  van Jehovah zijn op de hoogte van wat er heeft plaats gevonden in het Hoofdkantoor te Brooklyn en rond diezelfde tijd in enkele buurgemeenten.

    Zo zijn er velen die reeds, of laten we zeggen, vijftien tot dertig jaar terug, zich hebben laten dopen maar niet op de hoogte waren van het feit dat het Genootschap op een gegeven moment ertoe over ging om een serie uitsluitingen door te voeren, die op zijn minst opzienbarend waren. Zelfs diegenen die al jaren verbonden waren met de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zijn nooit stil blijven staan bij de berichtgeving zoals hieronder beschreven, behalve diegenen die er rechtstreeks bij betrokken waren.

    De Koninkrijksdienst van de maand september 1980, verklaart aldus op blz. 1, eerste kolom:

    “Het doet ons verdriet bij deze gelegenheid te moeten berichten dat onlangs vijf leden van de Bethelfamilie in New York en enkele anderen zijn uitgesloten. Er was sprake van afval van de organisatie en het bevorderen van sektarische afscheidingen in enkele van de gemeenten van Gods volk Titus 3: 9-11 “Maar mijd dwaze twistvragen en geslachtsregisters en twist en strijd over de Wet, want ze zijn zonder nut en waardeloos. 10 Wat een mens betreft die een sekte bevordert, verwerp hem na een eerste en een tweede ernstige vermaning, 11 daar gij weet dat zo iemand van de weg is afgeweken en zondigt, terwijl hij zichzelf veroordeelt”.

    Aangezien wij nu eenmaal in een tijd leven die moeilijk is door te komen, dient het ons niet te verbazen dat dergelijke dingen gebeuren. Zoals wij door het lezen van de bijbel weten, waren er ook in de eerste-eeuwse christelijke gemeente personen die van de leer afweken –

    1 Tim. 1: 20 “Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, en ik heb hen aan Satan overgegeven, opdat hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren.

    1 Tim. 4:1 “De geïnspireerde uitspraak zegt echter uitdrukkelijk dat in latere tijdsperiodes sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij aandacht schenken aan misleidende geïnspireerde uitspraken en leringen van demonen”,

    2 Tim. 2: 17,18 “en hun woord zal zich verbreiden als gangreen. Tot hen behoren Hymeneüs en Filetus. 18 Dezen zijn van de waarheid afgeweken door te zeggen dat de opstanding reeds is geschied; en zij ondermijnen het geloof van sommigen”.

    1 Kor. 15: 12,13 “Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is? 13 Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt”.

    Handelingen 20: 29,30 “Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij U zullen binnendringen, die de kudde niet teder zullen behandelen, 30 en uit UW eigen midden zullen mannen opstaan die verdraaide dingen zullen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken”.

     Wij hopen van harte dat deze personen tot bezinning zullen komen, berouw zullen hebben en tot Jehovah’s organisatie zullen terugkeren, wat tot hun eeuwige welzijn zou zijn.”

    Zoals duidelijk gesteld wordt is het afval van de organisatie (...) terwijl de bijbelse verwijzing waar naar personen verwijst die afweken van de weg of de leer.

    Dat is een wezenlijk verschil, afgeweken van datgene wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam interpreteren of van de Bijbelse leer.

    Wij herhalen om de goede gang van zaken. Daarom halen wij die Schriftplaatsen aan en benadrukken de beschuldigende woorden.

    In de eerste plaats bestaat een organisatie uitsluitend uit onvolmaakte mensen die een  georganiseerd lichaam vormen teneinde bepaalde doeleinden te realiseren.

    Van zodra de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam  zich gelijk stelt aan de  God van de Bijbel gaan zij beslist buiten datgene wat geschreven staat.

    Tezelfdertijd matigen zij zich het monopolie aan dat alleen hun interpretatie van de Bijbel de juiste interpretatie is.

    Bijsturingen en verbeteringen kunnen we bijgevolg begrijpen, maar een totaal andere uitleg is uit den boze, in sommige gevallen zelfs herhaaldelijk.

    Gebruiken juist zij niet 1 Tim. 4:1 “De geïnspireerde uitspraak zegt echter uitdrukkelijk dat in latere tijdsperiodes sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij aandacht schenken aan misleidende geïnspireerde uitspraken en leringen van demonen”.

    Wanneer je vandaag dit zegt, en morgen zeg je het juist andersom, hoe komt dit over?

    Mocht dit een enkele keer gebeuren tot daar aan toe, maar wanneer dit in de loop der jaren een frequent gebeuren is, mogen wij dan zeggen en schrijven dat het beroepsmisvormde leugens zijn?

    Heeft de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zichzelf niet op een torenhoge sokkel gezet om gelijk aan de God van de bijbel te zijn, evenals de paus van de katholieken en anderen die in naam van hun Goden de scepter voeren?

    Dit zijn geen ijdele woorden, maar hun eigen woorden.

    TEN BEWIJZEN doen wij enkele aanhalingen uit hun eigen publicaties: (en zeg a.u.b. niet dat het oude publicaties zijn). Mocht je toch die gedachte hebben dan moet je eens nadenken welk boek de Bijbel is.  

    ü  DE WACHTTOREN, 1 JULI 1956, BLZ. 295 "Wees dus gehoorzaam en doe Jehovah’s werk zoals hij het verricht wil hebben, want het enige wat telt, is de door middel van zijn organisatie aangegeven manier!"

    ü  DE WACHTTOREN, 15 AUGUSTUS 1956, BLZ. 374 "De wil van de slaaf is daarom Jehovah’s wil. Opstand tegen de slaaf staat gelijk aan opstand tegen God"

    ü  DE WACHTTOREN, 15 AUGUSTUS 1956, BLZ. 375 "In Jehovah’s organisatie dient men gehoorzaam te zijn aan en achting te hebben voor iemand die de theocratie vertegenwoordigt. „Laat de oudere mannen die op de juiste wijze de leiding hebben, een dubbele eer waardig gerekend worden, vooral  hen  die hard  werken  wat  spreken  en  leren  betreft," (1 Tim. 5:17, NW)" Vergeet ook niet dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zich baseren op de illustratie van Matt. 24: 45. Maar je zult heden ten dage tientallen malen die slaaf aanhalingen horen doen die hen volledig op de voorgrond stellen. Terwijl zij voorbijgaan aan alle veranderende blunders die in het verleden zijn gemaakt.

    Heb je er nooit bij stilgestaan dat die veranderingen, wat zij noemen ‘toenemend licht’ is.

    Hoe kunnen bepaalde veranderingen toenemend licht of lichtflitsen genoemd worden als zij haaks staan op de vroegere geopenbaarde waarheden?

    Wij gaan u één frappant  en controversioneel voorbeeld geven. Één voorbeeld dat reeds duizenden slachtoffers heeft gemaakt en nog zal maken. En niet alleen slachtoffers, maar slachtoffers van slachtoffers. Het gaat over

    DE BLOEDKWESTIE! Uit het tijdschrift Vertroosting nu Ontwaakt.

    ü VERTROOSTING, SEPTEMBER 1945, BLZ. 29 "God heeft nooit bepalingen uitgevaardigd die het gebruik van medicijnen, inspuitingen of bloedtransfusie verbiedt. Het is een uitvinding van menschen, die gelijk de Farizeën Jehova's barmhartigheid en liefde buiten beschouwing laten. Jehova te dienen met geheel ons verstand beteekent niet ons verstand uit te schakelen; vooral dan niet, als het om een menschenleven gaat, dat Jehova toegewijd en daarom heilig is."               

    Op zijn minst moet je zelf ook wel enkele voorbeelden uit hun  eigen  publicaties ‘herkennen’. Of je het wilt ‘erkennen’ is je eigen verantwoordelijkheid. En denk eens aan de slachtoffers op die momenten!

    Wij komen terug op  de Koninkrijksdienst van de maand september 1980.

    De dubbelzinnige zinsbouw en woordkeuze die kenmerkend is voor de organisatie en het besturende lichaam valt weinig leden op. Evenzo de manier waarop het in kleine lettertjes (8 punt) tussen andere inlichtingen is weggemoffeld.

    Ziehier de volledige brief van km 9/80 blz. 1-6 Brief van het bijkantoor

    Geliefde broeders en zusters,

    Jullie zullen er ongetwijfeld allemaal benieuwd naar zijn of er onder de meer dan 115.000 Cubanen die onlangs als vluchteling de Verenigde Staten binnenkwamen nog broeders en zusters zijn. Ja, ongeveer 3000 van onze broeders en zusters werden naar de verschillende kampen in de Verenigde Staten gebracht, waar ambtenaren van de immigratiedienst de zaak verder afwikkelen. Onder de vele duizenden in het als tijdelijk opvangcentrum gebruikte Orange Bowl stadion in Miami, Florida, waren meer dan 1000 van onze broeders en zusters. De rest is verdeeld over andere door de regering opgezette kampen. Er worden op dit moment krachtsinspanningen in het werk gesteld om onze broeders ingeschreven te krijgen en ze aan woonruimte te helpen.

    Het Genootschap heeft onmiddellijk geld gestuurd voor hulp aan de broeders en zusters. Ook andere bijdragen zijn gedaan om hen te helpen. In het gebied van Miami hebben gemeenten 15 ton kleding en meer dan twee ton voedsel geschonken. Wij zijn blij dat onze Cubaanse broeders zo goed geholpen worden door verkondigers in de Verenigde Staten zodat het Genootschap niet om hulp van andere landen heeft hoeven te vragen. Onze broeders uit Cuba maken het goed en gebruiken elke gelegenheid om het goede nieuws onder anderen in de kampen te verbreiden. Uit berichten blijkt dat hun gedrag voorbeeldig is geweest. Velen zijn hevig vervolgd in Cuba, maar zij zijn vol goede moed en vastbesloten in hun rechtschapenheid te blijven wandelen.

    Het doet ons verdriet bij deze gelegenheid te moeten berichten dat onlangs vijf leden van de Bethelfamilie in New York en enkele anderen in de omgeving van de stad New York, zijn uitgesloten. Er was sprake van afval van de organisatie en het bevorderen van sektarische afscheidingen in enkele van de gemeenten van Gods volk (Tit. 3:9-11). Aangezien wij nu eenmaal in een tijd leven die moeilijk is door te komen, dient het ons niet te verbazen dat dergelijke dingen gebeuren. Zoals wij door het lezen van de bijbel weten, waren er ook in de eerste-eeuwse christelijke gemeente personen die van de leer afweken (1 Tim. 1:20; 4:1; 2 Tim. 2:17, 18; 1 Kor. 15:12, 13; Hand. 20:29, 30). Wij hopen van harte dat deze personen tot bezinning zullen komen, berouw zullen hebben en tot Jehovah’s organisatie zullen terugkeren, hetgeen tot hun eeuwige welzijn zou zijn.

    Ten slotte hopen wij dat jullie allen met volle teugen van het „Goddelijke liefde”-districtscongres genoten hebben.

    Jullie broeders,

    BESTUREND LICHAAM VAN JEHOVAH’S GETUIGEN

    Diegenen die toen uitgesloten werden op basis van "afval van de organisatie" met uitsluitend de gebruikte teksten als verklaring zijn echter geen feiten en kunnen dus niet ten overstaan van de beschuldigden gebruikt worden tenzij ook de beschuldigingen en de feiten geopenbaard worden.

    Dus zouden diegenen die uitgesloten werden volgens 1 Tim. 1: 20 "lasteraars" moeten zijn. wij herhalen 1 Tim. 1: 20 “Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, en ik heb hen aan Satan overgegeven, opdat hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren.

    Volgens  2 Tim. 2: 17, 18  moesten  ook  hun namen en de reden(en) vermeld worden. Wij herhalen 2 Tim. 2: 17,18 “en hun woord zal zich verbreiden als gangreen. Tot hen behoren Hymeneüs en Filetus. 18 Dezen zijn van de waarheid afgeweken door te zeggen dat de opstanding reeds is geschied; en zij ondermijnen het geloof van sommigen”.

    En volgens de beschuldiging van 1 Kor. 15, 13 zou er een "Bijbelse leerstelling" niet aanvaard worden, maar eerder het tegendeel. Sommigen beweerden dat de Schriftplaats reeds vervuld was.

    In niet mis te verstane woorden, dat het niet over de opstanding van Jezus Christus ging, maar een algemene opstanding. Anders zouden deze teksten eerder een ondersteuning zijn voor de genoemde lasteraars. Daarom nemen wij aan dat het eerder de bedoeling van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam is om een subtiele suggestieve verwarring te stichten voor diegenen die hier niet dieper op in gaan.

     Wij herhalen nu 1 Kor. 15: 12,13 “Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is? 13 Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt”.

    Dit is duidelijk een tegenstelling met de beschuldiging dat met name genoemde het wel degelijk over de opstanding hadden.

    Hier wordt duidelijk de reden aangehaald, maar de subtiele en suggestieve beschuldiging is er wel voor de in de Koninkrijksdienst vermelde uitgeslotenen, maar zij geven er geen bewijzen voor. Daarom treden de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam op als beschuldigers, wetgevers, rechters en beulen waarbij iedere getuige van Jehovah medeplichtig wordt aan het uitsluiten van deze 5  en meer beschuldigden.

    De verdraaide dingen die zij spreken zouden met de eigen woorden van de beschuldigden moeten weergegeven worden om duidelijk te stellen aan iedereen waarom en hoe zij verdraaid werden. Dit en alleen dit zou in overeenstemming zijn met de procedure die JEZUS CHRISTUS instelde volgens Matthéüs 18: 15-17.

    Wanneer je echter Paulus’procedure wilt toepassen, die in strijd is met de procedure van Jezus Christus, bedenk dan dat de canon van de Bijbel vooral door Athanasius  en de katholieke kerk tot stand is gekomen en door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam is aanvaard en gebruikt.

    De terloopse inlassing van deze "uitgeslotenen" in een brief van het "bijkantoor"zou iedere oprechte Getuige van Jehovah tot nadenken moeten aanzetten. Let wel dat die brief het goedkeuringscertificaat draagt van het "besturende lichaam".

    Dienovereenkomstig is het voor bijna alle getuigen van Jehovah boven alle twijfel verheven om ook maar “na te denken” of de manier waarop de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam deze zaken afhandelen, wel correct is. Let wel, zijzelf hebben Pontius Pilatus gespeeld door andere ouderlingen het religieuze comité te laten spelen.

    Wanneer je de omstandigheden enigszins kent of nageplozen hebt, kom je tot de vaststelling dat juist deze situatie geleid heeft tot een uitbreiding en verharding van de procedure over uitsluiting en de manieren waarop men met uitgesloten personen moet omgaan. Daarbij komt nog dat er vanaf toen ook diegene die zich uitschreven als uitgeslotenen moesten behandeld worden. Omdat onder diegenen die beschuldigd werden minsten één persoon, Peter Gregerson,was die zich voordien uitgeschreven had. Een ander, Raymond Franz die het besturende lichaam om gewetenskwestie verlaten had, maar contact had met de hierboven vermelde uitgeschreven persoon, werd eveneens uitgesloten. Zie hiervoor het boek “Gewetensconflict” geschreven door Raymond Franz, voormalig lid van het besturende lichaam en medewerker aan verschillende publicaties, waaronder het boek “Hulp tot begrip van de Bijbel”.

    Met andere woorden gezegd is de beschuldiging die in Hand. 15: 12 en 13 gebruikt wordt rechtstreeks op de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam  van toepassing. Handelingen 20: 29,30 “Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij U zullen binnendringen, die de kudde niet teder zullen behandelen, 30 en uit UW eigen midden zullen mannen opstaan die verdraaide dingen zullen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken”.

    Nu moeten wij het nog hebben over het tweede gedeelte van de aantijging, namelijk het bevorderen van sektarische afscheidingen. Wij herhalen: Er was sprake van afval van de organisatie en het bevorderen van sektarische afscheidingen in enkele van de gemeenten van Gods volk.

    Wel die “sektarische afscheidingen” waren uitsluitend een niet akkoord kunnen gaan met datgene wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam eiste. Dit ging niet over één zaak, maar verschillende. Dit waren evenmin “dwaze twistvragen en geslachtsregisters, twist en strijd over de Wet, maar verkeerde interpretaties en toepassingen van en door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam gepubliceerd.

    Laten wij één voorbeeld nemen. Charles T Russell was overtuigd dat 1914 de grote verdrukking zou inluiden, maar dat gebeurde dus niet. De verwachtingen die hij wereldkundig had gemaakt werden niet vervuld. Hij stierf in 1916.

    Zijn opvolger J. F. Rutherford  publiceerde in 1917 het boek ‘The Finished Mystery’. Zie het boek ‘Jehovah’s Getuigen verkondigers van Gods Koninkrijk’ blz.148.  Wat niet in het verkondigersboek staat is waarom hij deze publicatie zo snel op de markt bracht. Hij, Rutherford, moest een keuze maken tussen de fouten van zijn voorganger eerlijk toe geven of hij moest de voorspellingen van Russell proberen te rechtvaardigen. Hij koos voor het laatste. Daarom en om het vertrouwen bij de Wachttorenlezers te herstellen kwam dit boek op de markt.  Dit boek bevatte verscheidene parallellen die evenmin uitkwamen dan wat Russell had geschreven. Alles bleef echter zoals het was alleen met andere tijden, andere tijdschriften en boeken, zelfs tot nu toe in 2011. Zie gewetensconflict blz. 189-196.

    Een andere contradictie met Charles T Russell en J. F. Rutherford is  Rom.  Hoofdstuk 13 In het verkondigerboek blz.147 §1 wordt melding gemaakt van het progressieve begrip. Laten wij voor de duidelijkheid eerst en vooral het woord ‘progressief’ duidelijk stellen. Het heeft de betekenis van toenemend begrip. Vervolgens komt in 1962 bijvoorbeeld een herziening van Rom. 13 1-17. Het woord ‘herziening’ heeft echter een andere betekenis, namelijk ‘het herzien, en herzien heeft de betekenis van ‘na opnieuw overwegen wijzigen’, maar wijzigen is ‘veranderen’ en veranderen is beslist ‘iets anders maken of iets anders worden. Nu kan men beweren dat dit weinig uitmaakt, maar een dergelijke verandering maakt veel meer duidelijker. Een voorbeeld is de verplichte legerdienst en/of vervangende dienstplicht. U zelf kunt klaarblijkelijk meerdere voorbeelden geven. Een ander gevolg is dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam zichzelf als de woordvoerders van God en zijn Zoon opwerpen en dus als ambassadeurs onschendbaarheid hadden.  Al heeft men het begrip ‘herzien’, hun onschendbaarheid is gebleven. En wie is verantwoordelijk voor alle slachtoffers dienaangaande?

    Er zijn in België alleen nu reeds meer getuigen weggegaan dan er nog verbonden zijn met de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Om het juist weer te geven in cijfers: volgens de jaarboeken van 1971 t.e.m. 2010 zijn er momenteel 23.764 verkondigers, maar er zijn in hetzelfde tijdsverloop 29.227 weggegaan. Dit wil zeggen dat er tot nu toe 5.463 meer weg zijn dan er nog verkondigers zijn. De controle is zeer simpel. In 1970 waren er 12.579 verkondigers. Tot en met 2009 werden er 40.412 dopelingen geregistreerd. Het totaal is dan ook 12.579 + 40.412 = 52.991verkondigers. Maar het jaarboek van 2010 met de cijfers van 2009 toont aan dat er 23.764 verkondigers zijn. het verschil is hoe dan ook 52.991 min 23764 = 29227 personen die verdwenen zijn. (Diegenen die sterven worden ruimschoots vervangen door de “niet-gedoopte verkondigers”).

    Hoe kun je dat nu uitleggen vermits iedereen zowat hetzelfde leert? En daar zijn beslist veel goede begrippen en beginselen bij betrokken. Evengoed zijn de meeste leraren of ouderlingen oprecht. Nochtans komt er een moment dat je bepaalde zaken moet aanvaarden waar je zelf niet mee akkoord kunt gaan, waar je zelfs niet gewetensvol achter staat. En hier beginnen de problemen. Het antwoord van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam is steeds hetzelfde, namelijk: wacht op Jehovah en gehoorzaam ons!

    Tezelfdertijd geven zij jou het advies om er niet met anderen over te praten. Je mag het wel denken, maar je moet het voor jezelf houden. Doe je dat niet dan bestaat er een reële kans op uitsluiting om de Schriftuurlijk gebruikte tekst toe te passen dat je mensen achter je aantrekt en dus een afvallige bent. Voor u zullen zij het niet in de koninkrijksdienst publiceren, maar het aan het gemeentelijk religieus comité overlaten, maar de teksten die worden zeker aangehaald en misschien zelfs nog anderen. Ook die ouderlingen kunnen zeggen: (Het doet ons verdriet bij deze gelegenheid te moeten berichten dat onlangs vijf leden van de Bethelfamilie in New York en enkele anderen in de omgeving van de stad New York, zijn uitgesloten. Er was sprake van afval van de organisatie en het bevorderen van sektarische afscheidingen in enkele van de gemeenten van Gods volk (Tit. 3:9-11). Aangezien wij nu eenmaal in een tijd leven die moeilijk is door te komen, dient het ons niet te verbazen dat dergelijke dingen gebeuren. Zoals wij door het lezen van de bijbel weten, waren er ook in de eerste-eeuwse christelijke gemeente personen die van de leer afweken (1 Tim. 1:20; 4:1; 2 Tim. 2:17, 18; 1 Kor. 15:12, 13; Hand. 20:29, 30). Wij hopen van harte dat deze personen tot bezinning zullen komen, berouw zullen hebben en tot Jehovah’s organisatie zullen terugkeren, hetgeen tot hun eeuwige welzijn zou zijn).

    Neen, dat zullen zij niet zeggen, wat zij u persoonlijk wel zullen zeggen staat op blz 153 van het (od-O)boek en wij citeren: “Als een rechterlijk comité tot de conclusie komt dat een onberouwvolle kwaaddoener uitgesloten moet worden, moeten ze hem over hun beslissing inlichten en duidelijk de Bijbelse reden(en) voor de uitsluiting noemen. (…).

    Wat zij de gemeente vertellen is enkel en alleen: “XX is niet langer één van Jehovah’s Getuigen”. Blz. 154.*

    Daardoor hangt de gehele gemeente. Daardoor komt er verwarring en verdeeldheid. Daardoor worden er slachtoffers van slachtoffers gecreëerd. Daarmee worden mensen volgzame schapen die mensen gehoorzamen, de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam willoos volgen uit angst zelf uitgesloten te worden.

    Aan u om dit te overdenken!

    * [(od-O) 2005. Staat voor het boek ‘Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen]. Dit boek is niet voor het publiek toegankelijk.

    Maar hoe moet en kun je één beschuldiger, wetgever, rechter en beul beschuldigen?

     Om dit nog duidelijker te maken zijn diegenen die de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam vertegenwoordigen, eveneens schuldig daar zij de gemeenteleden evengoed verplichten om de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam ondanks de fouten en zonden te gehoorzamen.

    Dat, beste lezers, kun je niet. Met gelijk welke religie die geen kritiek kan en wilt verdragen. Nochtans is kritiek de hefboom waardoor verbeteringen, niet zomaar veranderingen, mogelijk worden.

    Zeg ons, wat is het verschil met o.a. de katholieke kerkleiders en hun hoofd de paus, zijn kardinalen en bisschoppen, zijn dekens en priesters?

    Zeg ons welk verschil is er tussen de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam en gelijk welke religie?

    SIGRID SPRUYT zei eens: Volgens haar was psychologie, maar lees ‘religie’, gewoon een ander stel regels  om mensen te beteugelen.

    19-01-2011 om 10:37 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT IS WAARHEID?

    WAARHEID OF ONWAARHEID

    Voor diegenen die het nog niet weten, geven wij een kort overzicht van de ‘gezegende uitspraken’ die ooit zijn gepubliceerd door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam die, volgens eigen zeggen en schrijven, hier op aarde door Gods geest geleid worden.

    Met andere woorden gezegd, die zonder enige twijfel, “waarheidsgetrouw” en “volledig door Bijbelinterpretaties ondersteund” en dus ‘De Waarheid’ moet zijn.

    Wij doen de aanhalingen grotendeels uit het materiaal dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hebben gepubliceerd, met de bronvermelding, eventueel letterlijk.

    Laten wij beginnen bij het begin, maar dan wel in vogelvlucht:

    In het boek “JEHOVAH’S GETUIGEN Verkondigers van Gods koninkrijk” uitgegeven door de Wachttorenorganisatie lezen wij op blz. 47, heel in het begin ervan het volgende, (…)‘Barbour slaagde erin Russell te overtuigen dat Christus’onzichtbare tegenwoordigheid in 1874 was begonnen’.

    Niet Jehovah’s geest, maar Barbours geest en de geest van vele voorgangers overtuigde Russell van deze bijbelse leerstelling.

    Wij citeren verder: ”Ter bestrijding van verkeerde ideeën over de wederkomst des Heren schreef Russell het pamflet The Object and Manner of Our Lord’s Return (Het doel en de wijze van de wederkomst van onze Heer). Het werd gepubliceerd in 1877. In datzelfde jaar gaven Barbour en Russell gezamenlijk het boek Three Worlds, and the Harvest of This World (Drie werelden, en de oogst van deze wereld) uit. (…)Hoewel beide onderwerpen al eerder door anderen waren behandeld, was dit boek naar de mening van Russell „het eerste boek waarin de idee van de wederherstelling met tijdprofetieën werd gecombineerd”. Het zette de opvatting uiteen dat Jezus Christus sinds de herfst van 1874 onzichtbaar tegenwoordig was.

    Wij benadrukken ‘tijdsprofetieën’ omdat Russell deze niet erg interesseerde. Wij lezen o.a. een paragraaf voordien ‘Russell had bijbelse tijdprofetieën gemeden’. Dit is heel subtiel uitgedrukt, omdat juist het hoofd van de christelijke gemeenten Jezus Christus  nadrukkelijk had verklaard dat niemand Gods tijdsschema vermocht te doorgronden. Wij citeren datgene wat Hij zei o.a. in “Mattheüs 24:36.Van die dag en dat uur weet niemand iets af, noch de engelen der hemelen noch de Zoon, dan de Vader alleen”. Vervolgens in “Handelingen 1: 7. Hij zei tot hen: „Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld”,

    Bijna alles is sedertdien altijd met tijdsprofetieën gepubliceerd en herroepen tot op de dag van vandaag en dat zal zo blijven tot de dag van morgen. “Mañana” zeggen de Spanjaarden.

    Vanaf 1874 – zou Jezus Christus dus onzichtbaar tegenwoordig zijn om zijn volk te leiden en de aangelegenheden tot een climax te brengen in 1914. In dat jaar zou Jezus Christus als regerende Koning in de hemel op de troon worden geplaatst om over de aarde te regeren te midden van Zijn vijanden. De climax van zijn regering zou de ‘Grote Verdrukking’ inluiden met alle gevolgen en zegeningen van dien.

    Eerste desillusie: daarvoor moeten wij naar hoofdstuk 6 waar alles uitgelegd wordt als een tijd van beproeving.

     Wij lezen op blz. 62  jv hfst. 6 blz. 62 Een tijd van beproeving (1914–1918) (…)”Enkelen van ons dachten serieus dat wij tijdens de eerste week van die oktobermaand naar de hemel zouden gaan.” Ja, terugdenkend aan de ochtend waarop Russell het einde van de tijden der heidenen aankondigde, gaf Macmillan toe: „Wij waren zeer opgewonden en het had mij niet verbaasd als wij op dat moment waren opgestegen en onze hemelvaart was begonnen — maar natuurlijk gebeurde er niets van dat alles”. (…).

    Nu moet je eens goed nadenken over datgene wat wij als vetjes hebben benadrukt ‘Enkelen van ons’ en natuurlijk.

    Ten eerste waren het niet enkelen, maar velen. En het was ook niet zo natuurlijk dat er niets gebeurde, vermits het allemaal Schriftuurlijk was bewezen!

    Het werd allemaal opgeschoven naar 1918, maar deze eerste bijsturing liep eveneens op een desillusie uit en wederom verlieten velen de organisatie.

    1925 - nieuwe datastelling, alhoewel alle Schriftuurlijke bewijzen voorhanden waren was er geen vervulling van de verwachtingen.

    1935 – nieuw licht zorgde dat de hoop levendig werd gehouden daar het getal van de ‘Gezalfde’ compleet geacht werd. Hoeveel jaren hebben zij deze leerstelling gehandhaafd? Diegenen die daar op rekenden zijn goed op weg om evenals hun voorgangers vergeten te worden.

    1940 – gezien de Tweede Wereldoorlog inging en vele getuigen hun standpunt dienden in te nemen zouden de verwachtingen in deze jaren uiteindelijk dan toch in vervulling gaan, gezien de gewelddadige vervolging vooral door nazi Duitsland.

    Wie kwam er uiteindelijk als overwinnaar naar voren en dan nog als een achtste Koning? De Verenigde Naties, het beeld van het beest dat uit de zee opsteeg. De opvolger van de Volkenbond. Nog steeds niet de gewenste en verwachte resultaten. Maar geen nood, Bijbelse profetieën werden duidelijk.

    1975 – nu dan maar een grotere overbrugging, van 1874 naar 1975, wat  kan 100 jaar uitmaken?

    Dus geen pardon meer voor het vervullen van Gods voornemen. Enkele herinneren zich momenteel toch nog, dat de bijkantoor opziener Marcel Gillet in 1966 duidelijk maakte dat wij eind 1975, begin 1976 elkaar in het paradijs zouden verwelkomen.  

    Ga naar eleuthera.aggelia.be en scrollt naar Audio/Video/Televisie  -  Congres Jehovah’s Getuigen  -  Aalst 1966.

    Na 1975 is er een vrije val van verkondigers,     maar de organisatie en het Besturende Lichaam passen er prompt een mouw aan.   Waar gehakt wordt vliegen er spaanders. Uiteraard werden er, buiten dat er vele weggingen, steeds nieuwe hoogtepunten bereikt. Het is tevens opmerkelijk dat wanneer er per jaar ongeveer 300.000 dopelingen zijn slechts een toename van 100.000 is. De theorie die gangbaar is, dat er 1% sterven wordt ruim overbrugd door de niet-gedoopte verkondigers.

    De schuld ligt bij diegenen die zich bedrogen voelden.

    Ziehier een subtiel en suggestief bewijs ervan, wij benadrukken:  w06 15/12 blz. 26 par. 5 Jehovah zal „recht doen wedervaren”

    5 Het is duidelijk dat Jezus bang was dat ook zijn volgelingen afgeleid zouden kunnen worden door Satans wereld en zelfs zouden kunnen ’terugkeren tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ (Lukas 17:22, 31). En dat is inderdaad met sommige christenen gebeurd. Ze hebben jarenlang uitgezien naar de dag waarop Jehovah een eind zal maken aan deze goddeloze wereld. Maar toen Armageddon niet op het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten ze ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken (Lukas 8:11, 13, 14). Na verloop van tijd ’keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten’. Wat triest!

    Zeker is dat triest, vooral omdat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam HEN dat hadden wijs gemaakt en dat “zij” dat hebben geloofd, zoals “zij” veel andere dingen hebben geloofd en verkondigd.

    Hoe noemen zij het ook nog? “Collateral damage”?

    Dat was de Wachttoren van 15 december 2006.

     

    MAAR LET NU OP DE VORIGE WACHTTOREN!  w06 1/12 blz. 19 Het loont om eerlijk te zijn;

    Eerlijkheid werpt vruchten af

    Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen. Maar als u eerlijk en oprecht bent, zult u de reputatie opbouwen een integer persoon te zijn, iemand die te vertrouwen is. Jehovah’s Getuigen hebben zo’n reputatie verworven. Hier volgen een paar voorbeelden.

    Wij geven zelf een voorbeeld, maar dit staat op blz. 18 en vooral de grote illustratie met het onderschrift “Ware christenen kopen of gebruiken geen documenten waarmee geknoeid is”. Mogen wij u ‘beste lezer’ attent maken op datgene wat broeders in Mexico mochten doen om hun militaire oproep te omzeilen. De illustratie, die wij jammer genoeg niet kunnen meesturen, maakt dit heel duidelijk. Er wordt namelijk geld over gedragen, zo om en bij de 50€, om de nodige documenten te kunnen voorleggen.

    Het is weer aan u?.

    2000 – een laatste stuiptrekking om toch het vuur warm te houden. De vragen van lezers in de wachttoren van 15 januari 1981 is heel wat voorzichtiger wat bewoordingen betreft. Maar wat kun je van deze suggestieve onwaarheid maken wanneer zij schrijven dat het ‘onwaarschijnlijk’ is  dat wij het millennium zullen halen. Wij citeren:

    w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers (…) En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van Bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit van het samenstel van dingen” snel zijn einde nadert.

    Merk tevens op dat ook in deze publicatie sprake is van “Dat hun aantal afneemt, (…) Het gaat hier over het aantal belijdende ‘gezalfden in de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam.

    Tot hier wat de verwachtingen betreft voor de tijd van het einde, alhoewel wij voorlopig toch nog steeds een tijdje in de tijd van het einde zullen leven? en dat is een relatief begrip.

    Ondertussen is dit aantal enkele jaren aan het stijgen waardoor ook die leerstelling veranderd moest  worden. In de laatste gepubliceerde jaren met zowat 1952 exemplaren. Voor welke interpretatie is dit een bewijs?

    Nog een kleinigheid om te overdenken is de verandering van de scheppingsdagen. Volgens het vroegtijdig waarheidslicht was een scheppingsdag 7.000 jaar. De duizendjarige regering onder Jezus Christus  zou het sluitstuk van deze scheppingsdag moeten vormen, maar door het toenemende bewijsmateriaal kan ook die leerstelling niet meer behouden worden en daarom worden in het Inzichtboek de scheppingsdagen ‘getalloos’ gemaakt. Over castratie gesproken.

    In tegenstelling met wat vroeger als een ‘scheppingsdag’ van 7000 jaar werd gesteld zegt het inzichtboek het volgende:

    it-2 blz. 825-826 Schepping ***

    Lengte van de scheppingsdagen. De bijbel zegt niet hoe lang elke scheppingsperiode was. Toch zijn ze alle zes geëindigd, want met betrekking tot de zesde dag wordt (net als in het geval van de voorgaande vijf dagen) gezegd: „En het werd avond en het werd morgen: een zesde dag” (Ge 1:31). Dit wordt echter niet gezegd van de zevende dag, waarop God ertoe overging te rusten, wat erop duidt dat die dag nog niet ten einde was (Ge 2:1-3). Ook gaf Paulus meer dan 4000 jaar nadat de zevende dag, of Gods rustdag, was begonnen, te kennen dat die dag nog voortduurde. In Hebreeën 4:1-11 verwees hij naar Davids eerder geuite woorden (Ps 95:7, 8, 11) en naar Genesis 2:2 en gaf vervolgens de aansporing: „Laten wij daarom ons uiterste best doen die rust in te gaan.” In de tijd van de apostel had de zevende dag reeds duizenden jaren geduurd en was nog niet geëindigd. De duizendjarige regering van Jezus Christus, die in de Schrift de „Heer van de sabbat” wordt genoemd (Mt 12:8), maakt kennelijk deel uit van de grote sabbat, Gods rustdag (Opb 20:1-6). Hieruit zou blijken dat Gods rustdag vanaf het begin tot het einde ervan duizenden jaren zou duren. De week van dagen die in Genesis 1:3 t/m 2:3 wordt beschreven en waarvan de laatste dag een sabbat is, schijnt overeen te komen met de week waarin de Israëlieten hun tijd indeelden, waarbij zij overeenkomstig de goddelijke wil op de zevende dag een sabbat in acht namen (Ex 20:8-11). En aangezien de zevende dag al duizenden jaren voortduurt, kan er redelijkerwijs worden geconcludeerd dat elk van de zes scheppingsperiodes, of dagen, op zijn minst duizenden jaren lang was.

    Wij benadrukken. Moet ik er nu 70.000 jaar van maken of 700.000 of nog meer?

    Of zouden jaren en zelfs eeuwen er niks mee te maken hebben?

    Als ik het goed voor heb zou Adam, als hij gehoorzaam was gebleven, in 1975 zijn 6000 ste verjaardag hebben kunnen vieren, tenminste als de organisatie en het Besturende Lichaam het goed hadden gevonden.

    Tegen alle verwachtingen in is heel die tijdsbenadering overboord gekieperd doordat de stelling van één scheppingsdag, zo ineens en dan nog steeds Schriftuurlijk niet kon en kan gehandhaafd blijven.

    Toch blijft de organisatie en het Besturende Lichaam krampachtig vasthouden aan hun tijdschema die beslist van kracht moet blijven omdat zij anders niet alleen hun gezicht zouden verliezen, iets dat natuurlijk geen monopolie is van de Oosterlingen, maar dat niet alleen, maar ook hun eigen geschriften en uitleg kunnen dan geen geloof meer vinden.

    Als het alleen maar dat was, dan zou het nog kunnen meevallen. Er is dan ook veel meer  s_t_r.  aan de knikker, lees a.u.b. verder.

    Enkele misvattingen van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam in de loop des tijds

    WAT WEET U OVER?

    ü  Kerstmis, Nieuwjaar, verjaardagen, huwelijksverjaardagen, geboortedatums, paasvieringen enz.?

    ü  De absolute data dat de grote verdrukking zou losbarsten en het paradijs hersteld zou worden?

    ü  Vaccinatie, transplantatie en niet vergeten “bloedtransfusies”?

    ü  1975 en de zesduizend jaar van menselijk bestaan.

    ü  De lezing van Marcel Gillet in 1966 dat de getuigen van Jehovah in 1975 1976 in het paradijs zouden zijn?

    ü  Vervangende dienstplicht en de uitsluitingen van diegenen die het gelijk aan hun kant hadden?

    ü  De situatie die Malawi in de greep van het onmenselijke kreeg omdat de getuigen van Jehovah aldaar zich geen ‘partijkaart’, kostprijs ongeveer 50 Belgische frank mochten aanschaffen? 

    ü  En tezelfdertijd van de manier waarop de getuigen van Jehovah in Mexico hun vrijheid voor militaire oproep konden omzeilen door een omkoopsom te betalen van ongeveer 2000 Belgische frank met medeweten en goedkeuring van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam?.

    ü  De tienjarige verbondenheid als NGO (Niet Gouvernementele Organisatie) van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam met de Verenigde Natiën?

    ü  En het feit dat er verschillende bijkantooropzieners als NGO-leden de vergaderingen bijwoonden van de OVSE.  

    ü  Wij geven onderstaande lijst door zoals men die van internet kan afhalen.

    ü  Non-Governmental Organizations

     

    ü  30 Association cultuelle des Temoins de Jehovah

    11 rue de Seine; 92100 Boulogne Billancourt; France

    ü  Mr. Jean-Claude PONS

    Secretary

    E-mail: coordination@fr.jw.org

    Tel: +33-2-32 25 55 55

    Fax: +33-2-32 25 56 56

    ü  102 European Association of Jehovah's Christian Witnesses

    Rue d'Argile, 60; B-1950 Kraainem; Belgium

    Web site: http://www.jw-media.org

    ü  Mr. Marcel GILLET

    Chairman of the Religious Freedom Subcommittee

    E-mail: jwitnesses@skynet.be

    Tel: +32-2-782 00 15; 785 08 13

    Fax: +32-2-782 05 92

    ü  Mr. Paul GILLIES

    Press Officer

    E-mail: paul.gillies@bigfoot.com

    Tel: +44-208-906 22 11

    Fax: +44-208-906 39 38

    ü  103 European Association of Jehovah's Christian Witnesses

    IBSA House, The Ridgeway; London NW7 1RN; United Kingdom

    ü  Mr. Luca TOFFOLI

    Member of Religious Freedom Subcommittee

    E-mail: luca_toffoli@hotmail.com

    Tel: +32-2-782 00 15

    Fax: +32-2-782 05 92

    ü  314 Watchtower Bible and Tract Society - Poland

    ul. Warszawska 14; 05-830 Nadarzyn; Poland

    ü  Mr. Michal HOSZOWSKI

    Public Information Desk Coordinator

    E-mail: pad@wtbts.org.pl

    Tel: +48-608 575 000

    Fax: +48-22-739 19 97

    Op 12/07/2006  was er een toespraak van Minister De Gucht op de conferentie Building Democracy through OSCE Electoral Assistance and Observation.

    Wij geven hier een deel van zijn toespraak en benadrukken:

    Excellenties, Dames en Heren,

    Als geen andere internationale organisatie is de OVSE een instelling van waarden. Zij beoogt om, rond een zekere filosofie en rond een bepaalde opvatting van de rechtsstaat, verschillende delen van Europa -van Vancouver tot Vladivostok- samen te brengen. Het is een gemeenschap van waarden, eerder dan van volkeren, staten of regeringen.

    Op deze manier is zij een politiek forum en een referentiekader dat op basis van deze waarden aan de lidstaten de mogelijkheid geeft samen oplossingen te zoeken voor gestelde problemen.

    Wat ons verenigt zijn de waarden en fundamentele verbintenissen, opgenomen in de Slotakte van Helsinki en in het Charter van Parijs.

    Democratie, het respect voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtstaat vormen de kern van dit normenstelsel. (…).

    Zie ook g97 22/8 blz. 31 De OVSE — Wat is dat? Zal ze slagen?

    ü  De veranderende uitleg van Romeinen13: 1-7 en de nog steeds geldende opvatting t.o.v. de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam? Dat ongehoorzaamheid aan de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam ongehoorzaamheid aan God is!

    ü  C. T. Russells geopenbaarde leerstellingen?

    ü  J. F. Rutherford’s veranderingen daaraan?

    ü  N. H. Knorr de organisatorische wonderdoener?

    ü  De Wachttorenorganisatie als drukkerijconcern?

    ü  De inkomsten van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam? 

    ü  De uitgaven aan speciale pioniers, zendelingen en reizende opzieners staan nochtans in ieder jaarboek! Waarom de inkomsten dan niet?

    In de  w85 15/2 blz. 31 “Zou u een gerucht verbreiden”? staat een beginsel dat je eens moet toepassen op zowel de oude lectuur als de huidige publicaties van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Wij citeren:

    “Verhalen die zo onwaarschijnlijk klinken, dienen met meer dan een korreltje zout te worden genomen”.

    29-12-2010 om 17:40 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HERHALING VOOR NADRUK

    HERKENNEN ALS LOGO

    nadenkertje van Eleutheros.

    "Herkennen" heeft de betekenis van: weer kennen; aan bepaalde eigenschappen herkennen.

    "Erkennen" daarentegen wilt zeggen dat je datgene wat je herkend aanvaardt voor wat het is.

    Daar tegenover is datgene wat het "is" niet altijd datgene wat de bedoeling weergeeft van diegene die het vertegenwoordigt of uitvaardigt.

    Een tijd geleden leerde ik via Seniorennet een "blog" kennen onder de naam 'ELEUTHERA'. De 'blikvanger' was "OOGKLEPPEN WEG".

    Ik "herkende en erkende" parallelle gedachten en bedenkingen. tezelfdertijd ook heel wat overeenkomsten die volgens mij de moeite waard waren om er eens dieper op in te gaan.

    Het resultaat is nogal verwonderlijk, omdat ongeveer twee duizend jaar geleden een omstreden en toch   gekende figuur de volgende uitspraak deed: "WAT IS WAARHEID"? En dit ten overstaan van een persoon die hij kort na dit gesprek ter dood veroordeelde. Door zijn dood werd én een rechtzetting én een ommekeer gebracht in de Joodse leer of het Judaïsme. Met als gevolg dat het beroemde of moet ik zeggen beruchte Christendom, voor anderen, de Christenheid werd voortgebracht. Voor weer anderen is daar absoluut geen verschil in, buiten enkele leerstellingen, omdat het tenslotte toch maar gaat om het achter zich trekken van mensen om enkelen gelukkig en/of rijk te maken.

    Toch moet ik toegeven dat christelijk 'geloof ' een kracht ten goede kan en zou moeten zijn in iemands leven. Met geloof bedoel ik "geloof in een Schepper" en “geloof in zijn zoon Jezus Christus”

    Daarnaast zijn er nog veel andere geloven en gelovigen die er absoluut van overtuigd zijn de enige ware en almachtige Schepper te aanbidden. Misschien zou ik i.p.v. ‘aanbidden’ eerder moeten zeggen Hem erkennen.

    Met de toestanden die er in het verleden waren en die er nu zijn is het echt nooit goed en vredig geweest. Al zou geloof een bepaalde bijdragen leveren qua moraal voor het individu, het is nooit diep genoeg doorgedrongen dat het betere groeperingen voortbracht.

    Iedere religieuze organisatie, ieder geloof zou toch op zijn minst mensen moeten voortbrengen die respect hebben voor andersdenkenden. Ik benadruk op zijn minst. Wie of wat die Schepper ook mag zijn.

    Ik verwachte en verwacht nog altijd dat een gelovig mens een beter, betrouwbaarder, eerlijker, oprechter en vooral rechtvaardiger mens moet zijn.

    Uiteraard is er weinig of geen verschil tussen gelovigen en zij die zeggen niet te geloven. Zelfs wanneer er opmerkelijke eigenschappen en beginselen geleerd worden en in de praktijk gebracht zouden zijn, zullen menselijke voorkeuren steeds de overhand krijgen. 

    Niet wat mensen zeggen of schrijven over God en al de daarmee gaande geboden en verboden, al kun je er beslist van leren, maar je moet in de eerst plaats vrij blijven. En als het er op aankomt ben je uitsluitend aan HEM verantwoording schuldig.

    Het verleden of de geschiedenis met betrekking tot geloof toont echter aan dat het meestal ten slechte heeft gefungeerd, en nog steeds, en in de plaats van een beter leven heeft het doden en nog eens doden voorgebracht.

    Op een gegeven moment echter "herkende"  ik het verschil, voor mijzelf althans, tussen 'geloof' en 'religie', vooral de 'georganiseerde religie'.

    Ik verduidelijk mijn standpunt: Geloof is een zuiver persoonlijke verhouding met de Schepper onafhankelijk van een organisatie.

    Religie is praktisch uitsluitend geloof in God door en afhankelijk van een organisatie. Niet dat er geen organisatie mag zijn, maar alleen als eventuele hulp en leraar.

    Bovendien hebben religieuze organisatie hun eigen wetten die beslist niet altijd of correct op de Geschriften zijn gebaseerd. Zelfs hun rechterlijke religieuze wetten, comités en rechters, of hoe ze het ook willen noemen zijn slechts wapenen om de seculiere wetten te omzeilen.

    Daardoor is men geheel en al afhankelijk van die organisatie. Ja zij stellen zich hiermee zelfs boven de wetten van het land en boven de Universele rechten van de mens. Als groot voorbeeld kun je de katholieke kerk nemen. Haar pedofielen geestelijken worden door hun religieuze inspraak berecht, maar dat is in vergelijking met pedofiele leden een lachertje. Gewone mensen zijn hun leden en die worden door de wereldlijke rechtbanken beslecht, wat is het verschil? En waarom dit verschil?

    Je kunt dat tot op een bepaalde hoogte vergelijken met de 'georganiseerde misdaad'. LET WEL, Dat mag je echter niet steevast doortrekken, maar de geschiedenis en de hedendaagse voorbeelden bewijzen toch veel, al zijn er waarschijnlijk wel uitzonderingen.

    Volgens mij is er geen verschil, alleen de façade is anders, meer belovend, meer uitnodigend.

    Nu ben ik meerdere decennia verbonden geweest met een religieuze organisatie die het ambieert ooit aan de top te zullen staan van de gehele wereld. Neen niet zij zelf, maar God. Diezelfde religieuze organisatie predikt reeds jaren dat Gods Koninkrijk alle menselijke koninkrijken zal vernietigen, inclusief iedereen die geen getuige van Jehovah is. De verschillende data die zij gebruikte en zogezegd en geschreven op de bijbel waren gebaseerd hebben echter hun nut bewezen, want daardoor zijn er momenteel meer dan zeven miljoen mensen die buiten de verwachtingen toch nog geloven dat wij in de tijd van het einde leven.  

    De vernietiging die zij prediken door het messiaanse koninkrijk zal niet gepaard gaan met zachtzinnigheid, gerechtigheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, vergevensgezindheid, vrijheid, onderscheid van ras, sekse, jong of oud en versleten, kleur of geen kleur en noem maar op.

    Door de wereldwijde prediking, zegt en schrijft de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam, hebben zij de kans om alsnog te geloven. Nooit werd de vraag gesteld of alle mensen echt gelijke kansen hebben? Of de omstandigheden van dien aard zijn of waren dat men openstond voor een noodzakelijke Bijbelstudie? Mooie en wonderbaarlijke ervaringen tonen onmiskenbaar aan dat engelen het werk leiden. Maar die organisatie gaat voorbij aan dezelfde ervaringen bij andere religieuze organisaties. Evenzo aan wonderbaarlijke gevallen van die gelovigen.

    Maar dat "herkende" ik niet zo vlug als het had moeten zijn. Daar kan ik veel redenen voor opnoemen, maar de belangrijkste was dat zij hun "waarheid" onderwezen, en dat bewezen zij voor zichzelf en hun leden dan ook, maar slechts in vergelijking met alle andere religies, behalve met hun eigen dogmatische “WAARHEID".  JA WAT IS ‘WAARHEID’? Is de geopenbaarde waarheid van vandaag anders dan die van gisteren? Of zal de waarheid van morgen geloofwaardiger zijn? wil je daar Bijbelteksten voor gebruiken? Dat kan natuurlijk, maar daarom is het nog niet juist. Hoeveel van die ‘niet-juiste’ voorbeelden moet je hebben of ken je?

    Ons onderwerp is echter gebaseerd op het thema "OOGKLEPPEN WEG". Hieruit leid ik af dat ik vóór die tijd wel 'oogkleppen droeg' terwijl ik dacht dat alleen paarden en ezels die moesten dragen.

    Even doortrekken, want dat die dieren 'oogkleppen' droegen had klaarblijkelijk één of meerdere goede redenen. Volgens mij, maar ik ben geen specialist, was het opdat zij niet afgeleid zouden worden bij hun werk. Vraag het eens aan een landbouwer, maar dan een die nog met paarden werkt, want een tractor heeft geen oogkleppen, wel achteruitkijkspiegels. Dus niet afgeleid, met andere woorden, het beestje kon alleen maar vooruit zien - en, zoals in sommige cartoons,- naar het worteltje dat voor zijn neus werd gehouden. Wat dat worteltje voor individuele leden en zelfs de groep ook mag betekenen. Zoals het spreekwoord zegt, ‘veel beloven en weinig geven doet de zotten in vreugde leven’. Ondertussen blijft het op beloven afgestemd i.p.v. op geven.

    De echte reden is zeker en vast dat de menner daardoor, met die "oogkleppen aan", zijn gedacht en instructies kon afdwingen op dat werkdier. Misschien kun je zelf nog wel andere redenen bedenken?

    In figuurlijk opzicht is het natuurlijk nog veel interessanter te weten of je zelf oogkleppen draagt of niet. Dat je soms, op de een of andere manier een crimineel gedrag aan de dag legt? Of behept bent met zelfzucht, hebzucht of eerzucht? Dat bemerk je gewoonlijk niet door die geestelijke oogkleppen.

    Bewust of onbewust geraakt men verwikkeld in een religieus systeem en kun en moet je alleen maar vooruit kijken. T.t.z. dat het middel geleidelijk aan het doel is geworden. In dit verband is zowel het middel als het doel de ‘Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam’ omdat het moet gehoorzaamd worden.

    Daarvoor gebruiken zij God en Zijn Zoon en de bijbel, maar dat is niet hun doel. Zijzelf zijn het doel, je mag het draaien en keren zoals je wilt, maar God gehoorzamen door middel van mensen die een organisatie runnen is zuiver afgoderij.

    Vooral religieus gedrevenen kunnen heel overtuigend overkomen. Religie en geloof, alhoewel beide niet exact hetzelfde betekenen, kunnen heel goed samen gebruikt en vooral misbruikt worden. Daar zijn boeken en nog eens boeken over geschreven.

    Het ging over "OOGKLEPPEN WEG" dus er waren oogkleppen en die gaan nooit uit zichzelf weg al zou je wel willen.  Wat wel kan is, dat men die vrijwillig gaat dragen, en dat ze geleidelijk aangepast worden zonder dat je het opmerkt.

    Het kan zelfs gebeuren en dat gebeurt zelfs veel meer dan je zou denken, dat het zo subtiel is dat je nooit opmerkt dat je "OOGKLEPPEN" draagt. Dat je het zo vanzelfsprekend vindt om in het gareel te lopen dat wanneer iemand zegt dat je "OOGKLEPPEN" draagt, je het hem kwalijk zult nemen. Op dat moment ben je het slachtoffer van een 'menner'. Zij, de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hebben de teugels in handen.

    Om het cru te zeggen en zonder er doekjes om te winden: zij die menners zijn hebben niet alleen de teugels in handen, maar zij sturen je leven. Als zij zeggen links, dan is het links, en zeggen zij rechts, dan is het rechts, en vooruit, dan is het vooruit en zeggen zij achteruit dan is het achteruit, niet anders. Zelfs wanneer het tegengesteld is aan vorige instructies. wanneer je, zelfs gewetensvol, niet luistert naar de leidsels, wordt er harder aan getrokken en dan is het 'bit' een marteltuig geworden in plaats van een stuurrichting. Ja, dan komt de kat op de koord of de aap uit de mouw en dan komt de werkelijke aard van de menners aan het licht. Om het af te ronden zoals ik het heb "herkend en erkend, iedere religieuze organisatie, die kadavergehoorzaamheid eist op gelijk welke basis, gaat buiten haar boekje, en als ik zeg haar boekje, bedoel ik dan haar 'kerkelijk recht' of hoe zij het ook maar willen noemen. Nooit kan dat boven het 'universele' recht van het individu staan. Zie hier a.u.b. de "de Universele Verklaring voor de rechten van de Mens". Zie hiervoor “eleuthera.aggelia.be”.

    Iedere religieuze organisatie die zich op God beroept als zijn Rechter en Wetgever voor al haar leden, met hoeveel of hoe weinig ook, doet dat door middel van zijn menselijke leiders die de religieuze organisatie vertegenwoordigen en er voor verantwoordelijk zijn. Met hun eigen woorden gezegd: “wie niet naar de organisatie of het besturende lichaam luistert, luistert niet naar God.

    Ik benadruk en herhaal ‘wie ongehoorzaam is aan de Wachttorenorganisatie en besturende lichaam is ongehoorzaam aan God’

    Niet de organisatie zelf. Al is die religieuze organisatie een wat men noemt 'Rechtspersoon' met alle privileges die de staat haar toekent, het mag en kan nooit het individu, zijn of haar gewetensvolle overtuiging overstijgen.

    Één iets dat de geschiedenis ons wel moet geleerd hebben is dat "in de naam van God, gelijk welke God, gelijk wie of wat dat ook betekent" enorme en onmenselijke wreedheden zijn begaan en nog steeds ten grondslag liggen aan de hedendaagse grensoverstijgende problemen.

    Iedere religieuze organisatie die haar leden het recht ontneemt om voor zichzelf op te komen, geen openbare gerechtigde kritiek verdraagt, gedraagt zich niet als leider, maar als 'volksmenner' die de leden opzweept tot een fanatiek werktuig in haar egocentrische en egoïstische waanzin, want waanzin is het om over mensen te willen heersen of ze in onderworpenheid te willen bezitten. Zelfs de geweldloze overtuiging eist mensenlevens. Denk o.a. aan Mahatma GANDHI.

    De cruciale vraag is dan ook: herken en erken je dat je onafhankelijk van een organisatie bent?

    Wanneer je overtuigd bent dat je echt onafhankelijk blijkt te zijn moet je dit heel duidelijk onder woorden kunnen brengen. Waarom? Omdat je daardoor je onafhankelijkheid aan anderen en vooral jezelf kunt bewijzen.

    Het feit dat je dit erkent zal beslist één factor zijn die je standpunt ondersteunt.

    Ik erken echter dat iemand wel afhankelijk kan zijn van een organisatie onder bepaalde omstandigheden zoals de prachtige manier van interpretatie vooral van bepaalde Bijbelse leerstellingen. De geweldige manipulatie van het gedrukte woord, de suggestieve en subtiele beïnvloeding. De onwetendheid, het blind vertrouwen, gemakzucht, geen studiehoofd of het persoonlijk onvermogen, geen verantwoordelijkheidszin, hun bewijsvoering. Ook het verschil tussen "hun waarheden" en de "waarheden van andere religieuze organisaties". Vooral hun eigen waarheden die dik in de verf worden gezet, maar daartegenover praktisch nooit een fout toegeven en zeker geen kritiek verdragend.

    Los daarvan zal de tijd veel duidelijk zal maken, maar ondertussen wordt je geleefd in plaats van te leven. Daartoe behoren het aanvaarden van beginselen en regels die niet Schriftuurlijk onderschreven kunnen worden en bijgevolg veranderlijk zijn.

    Noteer dat een volksmenner iemand is, die het volk opzweept en voor zijn kar spant.

     

    ELEUTHERA heeft er grotendeels voor gezorgd dat mijn "oogkleppen" geleidelijk aan werden weggedaan waardoor ik zelf naar achter kon kijken.

    Daarmee bedoel ik dat, mede door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hun aanmoediging om oudere tijdschriften en boeken te lezen en te bestuderen, tot de vaststelling ben gekomen dat nieuw licht meestal een verandering van zienswijze was door de druk van buiten of doordat de stelling(en) niet te behouden was of waren.

    Data die meermaals gesteld zijn geweest werden onhoudbaar omdat wat suggestief Bijbels ondersteund was gewoon niet uitkwamen.

    Enkele voorbeelden:

    Er is voorlopig geen afname meer van de gezalfde klasse, integendeel.

    De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hebben ooit tien jaar lang als NGO deel uit gemaakt van de Verenigde Naties, een organisatie waarop de Grote Hoer Babylon gezeten is. Maar ondertussen blijven hun verantwoordelijken landsopzieners en bijkantooropzieners alsnog als NGO’s verbonden in politieke organisaties, enz. (…)

     

    Bedankt voor het lezen.

    14-12-2010 om 00:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor onderzoekende geesten

    ‘RODDEL / LASTER’                          

    In de NW (Nieuwe Wereldvertaling) staat volgens Spreuken 18:8. “De woorden van de lasteraar zijn als dingen die men gulzig inslikt, welke werkelijk afdalen naar de binnenste delen van de buik”.

    In de bijbel ‘HET LEVEN praktische lessen’ gebruikt men echter het woord roddelaar.

    Wat is het verschil? En wat is correct?

    Volgens het Inzichtboek, kan het woord ‘beschuldiging’ evengoed met het woord ‘lasteraar’ worden vertaald. Ik geef hier die paragraaf weer:

    it-1 blz. 297 Beschuldiging Eén Hebreeuws woord dat met „beschuldiging” of „aanklacht” wordt vertaald (sit·nah´), stamt van het grondwoord sa·tan´, een werkwoord dat „weerstaan” betekent (Ezr 4:6; vgl. Za 3:1). Het meest gebruikelijke Griekse woord voor „beschuldigen” of „aanklagen” is ka·te·go´re·o, dat de gedachte overbrengt van ’spreken tegen’ iemand ofte wel in iemands nadeel, gewoonlijk in gerechtelijke zin (Mr 3:2; Lu 6:7). In Lukas 16:1 kan het Griekse woord di·a·bal´lo, dat met ’beschuldigen’ is weergegeven, ook met ’lasteren’ worden vertaald (Int). Het is verwant aan di·a´bo·los (lasteraar), het grondwoord waarvan het woord „Duivel” is afgeleid.

    Het Inzichtboek geeft geen uitleg over ‘roddelen’, maar wel ‘De Wachttoren’ van 1 aug. “70 blz. 476-477

    Het artikel „Praatjes” kunnen dodelijk zijn: ik citeer twee paragrafen en cursiveer terwijl ik bepaalde gedeelten benadruk met vetjes.

    “Dat „praatjes” in de dagen van de apostelen problemen veroorzaakten, kan worden opgemaakt uit de woorden die de apostel Paulus over jonge weduwen schreef: „Terzelfder tijd leren zij ook zonder bezigheid te zijn, doelloos bij de huizen rondlopend, ja, niet alleen zonder bezigheid, maar ook als roddelaarsters en zich inlatend met andermans zaken, pratend over dingen waarover zij niet behoren te praten” (1 Tim. 5: 13).

    Nadelig over iemand spreken, ofte wel roddelen, houdt verband met ongerechtvaardigde belangstelling voor andermans persoonlijke zaken. En het neemt vaak de vorm van kritiek aan, van een voorbarig oordeel, aangezien men niet van alle feiten van het geval op de hoogte is”.

     

    “Achter iemands rug kwaadspreken kan slecht voor de lasteraar aflopen. De roddelaar zou tot iemand kunnen spreken die een intieme vriend is van degene over wie wordt gepraat, en dan kunnen er twee dingen gebeuren: òf de vriendschap verkoelt òf degene tegen wie de roddelaar heeft gepraat gaat het aan de benadeelde persoon vertellen. Hierdoor kan een geest van vergelding en van vijandige gevoelens in de gemeente ontstaan. In Spreuken wordt terecht gezegd: „Hij die over een zaak blijft praten, scheidt hen die vertrouwelijk met elkaar omgaan” (Spr. 17:9). Een christen zal dit toch stellig niet op zijn geweten willen hebben”!

    Dit is de geopenbaarde definitie van zowel “lasteren” als “roddelen”, zoals door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam door elkaar worden gebruikt.

    Wanneer dit de juiste definitie is komt het overeen met wat er ook in de bijbel ‘HET LEVEN praktische lessen staat.

    ik vergelijk het nu met het NL. woordenboek ‘prisma’.                ‘Laster’ = kwaadsprekerij.

                                                                                                                                   'Roddel’= kwaadsprekerij.

    En zoek het ten overvloeden op:

    Roddel  1) Achterklap 2) Belastering 3) Geklets 4) Geroddel 5) Gerucht 6) Gif 7) Kletspraat 8) Kletspraatje 9) Kwaadsprekerij 10) Laster 11) Lastering 12) Lasterpraat 13) Lastertaal 14) Ongegrond verhaal 15) Persoonsbenaming 16) Praatjes 17)

    Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Roddel

    1. laster

    1) Aantijging 2) Achterklap 3) Belastering 4) Calumnie 5) Diffamatie 6) Eerkrenking 7) Eerroof 8) Geroddel 9) Gesnap 10) Gif 11) Klad 12) Kwaadsprekerij 13) Kwatongerij 14) Lak 15) Lastering 16) Lasterpraatje 17) Leugenachtige kwaad                 op                                                                                                                Gevonden http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek.

    2. Laster

    `Laster` is het zwartmaken van een ander door deze in het openbaar van zaken te beschuldigen welke onwaar zijn. Het doel is het ruïneren van de reputatie van het slachtoffer. De motieven verschillen, maar kunnen vaak gezocht worden in wraak, of frustratie na het beëindigen van een relatie. Belgisch strafrecht : Het Strafwetboek (artikel 443-453) sp

    Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Laster

    De definitie is hier ongeveer hetzelfde alleen uitgebreider waardoor er eveneens meerdere interpretaties mogelijk zijn.

    Er is mij opgevallen dat er daardoor toch verschillen moeten zijn die niet altijd zo gemakkelijk onder woorden te brengen. Klaarblijkelijk met een enorme draagwijdte en consequenties. Bij mijn zoeken vond ik verschillende definities die overeenkomen met mijn eigen waarnemingen en ervaring.

    In woorden kunnen roddel en laster dan wel gelijkaardig zijn, maar in de praktijk is het vooral de motivatie en de meestal negatieve en soms positieve resultaten die een rol zullen spelen.

    Wanneer men dus negatief spreekt over een persoon of organisatie hoeft dit niet altijd een leugen of leugens te zijn. Wanneer men de waarheid zegt over een persoon of organisatie kan dit voor die persoon of die organisatie uiteraard wel nadelig zijn, maar de oorzaak ligt bij die persoon of die organisatie zelf. Tezelfdertijd kan dit voor anderen een openbaring zijn ten goede.

    Daarom haal ik voor de zoveelste keer de Wachttoren van 1974 1/5 blz. 259 aan ‘Kunt u trouw zijn aan God en toch de feiten verbergen’?  ik cursiveer

    De derde paragraaf zegt: “Wanneer mensen in groot gevaar verkeren afkomstig uit een bron waarvan zij geen kwaad vermoeden, of als zij door degenen die zij als hun vrienden beschouwen worden misleid, is het dan onvriendelijk hen te waarschuwen? Zij verkiezen het misschien geen geloof aan de waarschuwing te hechten. Zij zijn er misschien zelfs wel gebelgd over. Ontheft dat iemand echter van de morele verantwoordelijkheid die waarschuwing te geven”?

    Bij het onderkopje WAT GETROUWHEID VAN ONS EIST in dezelfde wachttoren blz. 261 de eerste § wordt het zelfs duidelijker gezegd:

    “Gelooft u dat men leugens zonder protest moet laten passeren? Hoe staat het dan met leugens die over God worden verteld en met het in een verkeerd daglicht stellen van zijn bekendgemaakte voornemen? Dit is zeker niet minder ernstig, maar ernstiger dan leugens van algemene aard. Misschien bent u het erover eens dat wangedrag aan de kaak gesteld dient te worden. Maar als religieuze mensen, misschien personen in uw eigen kerk of koninkrijkszaal*, zich nu eens misdragen? Zal getrouwheid jegens God u dan doen opkomen voor wat juist is? En als wij ons van nature schuldig zouden voelen als wij in gebreke bleven onze buren voor de een of andere dreigende ramp — zoals een naderende overstroming of een hevige storm — te waarschuwen, dienen wij ons dan niet veel schuldiger te voelen als wij in gebreke bleven hen te waarschuwen voor de naderende vernietiging die, zoals Gods Woord positief aantoont, de mensen overal ter wereld thans bedreigt”?

     

    *door mij toegevoegd.

    Die eerste zin gaan wij nog eens herhalen: “Gelooft u dat men leugens zonder protest moet laten passeren? Daarom vraag ik ‘wat zijn leugens’? Volgens het woordenboek zijn dit ‘opzettelijke onware mededelingen’. En ook nu zit je weer met een andere vraag: hoe kun je weten dat het ‘opzettelijk’ is?  Hetzelfde woordenboek zegt over ‘opzet’: dat het in de eerste plaats ‘opstand’ is. Maar stel dat bepaalde mededelingen in goed vertrouwen werden gedaan? Of zoals wel meer wordt gezegd: een leugentje om bestwil? Of wij waren ervan overtuigd, maar (…)?  DAT ZAL WEL TOEPASSELIJK ZIJN VOOR ANDEREN,  MAAR NIET VOOR JEHOVAH’S GETUIGEN, HET WACHTTORENGENOOTSCHAP OF HET BESTURENDE LICHAAM.

    Persoonlijk heb Ik mijn verantwoordelijkheid nooit of te nimmer geminimaliseerd en juist daarom kan ik evenmin de morele verantwoordelijkheid niet aan anderen alleen overlaten.

    Het mag dan waar zijn dat de waarheid niet altijd dient gezegd worden, maar waar je geestelijke gezondheid gevaar loopt moet de waarheid in alle gevallen geopenbaard worden. Ik heb het niet over beuzelarijen of geklets, maar zaken die voor één iemand of voor velen een wezenlijk verschil kunnen uitmaken. Vooral wanneer je eigen levenswijze er direct bij betrokken is.

    Wat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam hier publiceerde is niet alleen duidelijk, maar heel zeker ook waar en navolgenswaardig. Alleen mag je het niet tegen hen gebruiken. Je mag het op Jan en alleman van toepassing brengen, maar niet voor de mensen van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Zij staan daar precies boven! En dat kan toch niet?

    Daarom herhaal ik het gedeelte van De Wachttoren’ van 1 augustus 1970 blz. 476 dat alleen maar één zijde belicht van een situatie:

    Zesde 6§ (…) “Nadelig over iemand spreken, ofte wel roddelen, houdt verband met ongerechtvaardigde belangstelling voor andermans persoonlijke zaken. En het neemt vaak de vorm van kritiek aan, van een voorbarig oordeel, aangezien men niet van alle feiten van het geval op de hoogte is”.

    Ik zet deze nu in een andere context:

    “het hoeft echt niet nadelig te zijn wanneer het verband houdt met gerechtvaardigde belangstelling, ja, zelfs voor andermans persoonlijke zaken zoals het Bijbelboek Filippenzen 2:  4 uitdrukkelijk aantoont ”terwijl GIJ niet alleen uit persoonlijke belangstelling het oog houdt op UW eigen zaken, maar ook uit persoonlijke belangstelling op die van de anderen.

    En het neemt vaak de vorm van opbouwende kritiek aan waardoor een voorbarig oordeel bijgestuurd kan worden gezien men wel van alle feiten op de hoogte is.

    Neen waarde lezer, kritiek is beslist niet altijd afbrekend, maar in de eerste plaats moet kritiek opbouwend zijn, vooral in een religieuze organisatie die beweert de waarheid te bezitten.

    De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam prenten door deze manier van schrijven echter een aangroeiend patroon van negatief denken aan. Te gelijkertijd wordt ook een schuldgevoel opwekt bij de persoon of personen in kwestie.

    Klaarblijkelijk is de dieper liggende reden om zelf uit het negatieve beeld te verdwijnen.

    De tweede paragraaf druk ik hier in zijn geheel nogmaals af: “Achter iemands rug kwaadspreken kan slecht voor de lasteraar aflopen. De roddelaar zou tot iemand kunnen spreken die een intieme vriend is van degene over wie wordt gepraat, en dan kunnen er twee dingen gebeuren: òf de vriendschap verkoelt òf degene tegen wie de roddelaar heeft gepraat gaat het aan de benadeelde persoon vertellen. Hierdoor kan een geest van vergelding en van vijandige gevoelens in de gemeente ontstaan. In Spreuken wordt terecht gezegd: „Hij die over een zaak blijft praten, scheidt hen die vertrouwelijk met elkaar omgaan” (Spr. 17:9). Een christen zal dit toch stellig niet op zijn geweten willen hebben”!

    Ook hier is wederom een eenzijdige belichting. Wanneer je eerst en vooral met de persoon in kwestie hebt gesproken en er geen goed gevolg werd bekomen kan er geen kwaadspreken meer mee gemoeid zijn. Je kunt de persoon in kwestie daarna met getuigen van de kwestie of eventueel als getuigen een tweede en derde maal confronteren om een positief resultaat te bekomen waardoor hij fouten kan verbeteren of rechtzetten. LET WEL: het omgekeerde, dat je zelf in de fout zit, kan ook gebeuren.

    De geest van vergelding en van vijandige gevoelens die er in een gemeente zijn, ontstaan juist omdat de beginselen niet toegepast worden of niet op de juiste manier(en). Ouderlingen laten zich heel gemakkelijk verleiden om bij persoonlijke zaken, en bijna alles is een persoonlijke zaak, betrokken te worden. Hun betrokkenheid lijkt verwonderlijk veel op biechten en het daarmee gaande biechtgeheim.

    De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam halen hier Spreuken 17: 9 aan “hij die over een zaak blijft praten, scheidt hen die vertrouwelijk met elkaar omgaan”. Hier gaat het meestal over zaken die door een religieus rechterlijk comité zijn beslecht. Of waarover de verantwoordelijken zich hebben uitgesproken. Uiteraard kan de gemeente niet van alles op de hoogte zijn, omdat zij er niet bij betrokken werden. Nochtans zijn de Bijbelse procedures van dien aard dat een rechtspraak door de gehele gemeente gehoord en besproken dient te zijn. Juist omdat de gemeente niet van alles op de hoogte zijn is er verdeeldheid. De gewone leden zullen dan partij kiezen omdat zij bepaalde zaken weten of op de hoogte zijn.

    Heeft Jezus Christus, volgens Mattheüs 18:15-17 dit niet gezegd “Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner”.

    Deze procedures kunnen in ALLE gevallen gevolgd worden en niet uitsluitend op persoonlijke geschillen zoals hun Organisatieboekje het voorstelt op blz 147 en 148 waar overtredingen zoals hoererij, overspel, homoseksualiteit, godslastering, afval, afgoderij en soortgelijke grove zonden op een andere manier moeten behandeld worden. Nochtans zijn ook die situaties vaak persoonlijke kwesties.

    De verwijzingen naar de teksten 1 Kor. 5: 6 en Jak. 5: 14, 15 verwijzen beslist niet naar een religieus rechterlijk comité. Alle zaken in het begin van de christelijke gemeenten werden per gemeente door de oudere mannen en met de gemeente behandeld. Zelfs die van de gemeente in Jeruzalem.

    Wanneer de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam andere procedures volgen zijn die niet alleen volgens eigen interpretatie van Bijbelteksten en improvisatie, maar meer aangepast aan hun eigen persoonlijke en organisatorische maatstaven.

    Zij lassen vervolgens wederom een schuldvraag in op het einde van de vernoemde paragraaf: “Een christen zal dit toch stellig niet op zijn geweten willen hebben”!

    Dit is zeer een subtiele en suggestieve manipulatie!

    Ten eerste kan hij niet gewetensvol oordelen want hij is buiten spel gezet omdat hij geen inspraak heeft gehad.

    Ten tweede wordt hij hier gelijk gesteld met alle christenen wereldwijd die in andere organisaties zitten. Of alle anderen zijn geen christenen, of alleen getuigen van Jehovah zijn christenen?

    Normaal schrijven de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam bepaalde lectuur uitsluitend voor hun leden of het aanwerven van leden en dan dienen zij toch in overeenstemming te blijven met de benaming, Jehovah’s getuigen, die zij zichzelf hebben gegeven,. Daarom moest die zinsnede zijn: “Een Jehovah’s getuige zal dit toch stellig niet op zijn geweten willen hebben”! Een opmerkelijk nadenkertje.

    Ik heb hierboven gezegd dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam deze kwestie ‘eenzijdig belichten’ maar tezelfdertijd veralgemenen zij op een subtiele criminele manier.

    TOT HIER OVER DE INTERPRETATIES VAN  ‘RODDEL & LASTER’ Bedankt voor het lezen.

     

    28-11-2010 om 12:58 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DROGREDENEN (vervolg)

    DROGREDEN NUMMER 4

     

    *                 De of/of-redenatie Deze drogreden brengt wat een hele reeks mogelijkheden kan zijn, tot slechts twee terug. Zo wordt soms tegen iemand gezegd: ’Of u accepteert een bloedtransfusie of u gaat dood.’ Jehovah’s Getuigen hebben vaak met zo’n redenatie te maken wegens hun op de bijbel gebaseerde besluit ’zich te onthouden van bloed’ in elke vorm (Handelingen 15:29). Het zwakke punt in deze manier van redeneren? Andere redelijke mogelijkheden worden verworpen. De feiten wijzen uit dat er alternatieve behandelingen zijn, en de meeste operaties kunnen wel degelijk slagen zonder bloed. Bekwame artsen opereren vaak met een minimaal bloedverlies. Een andere mogelijkheid is het gebruik van oplossingen die geen bloed bevatten, plasma-aanvullende vloeistoffen. Bovendien hebben velen wel bloedtransfusies geaccepteerd en zijn toch gestorven, terwijl velen bloed hebben geweigerd en toch in leven gebleven zijn. De of/of-redenatie is dan ook verre van sluitend.

    *                 Krijgt u dus te maken met een of/of-redenatie, vraag u dan af: ’Zijn er werkelijk slechts twee keuzemogelijkheden? Zouden er nog meer kunnen zijn?’

    Het is meer dan verwonderlijk dat weinig Jehovah’s getuigen het inzicht hebben om deze drogreden van toepassing te brengen op de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam. Vooral omdat het voorbeeld juist met een conflictsituatie te maken heeft, de bloedkwestie. Ik heb het in het voorgaande reeds uitgelegd, maar kan er alleen maar aan toevoegen dat de druk van buitenaf meestal tot gevolg heeft dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam aanpassingen doet aan hun op de bijbel gebaseerde geboden en/of verboden. Er staat in voorgaande paragraaf duidelijk dat zij zich ‘onthouden van bloed’ in elke vorm. Waarom zijn er dan nu wel compromissen gedaan, waardoor men bepaalde fracties kan aanvaarden die vroeger bijbels verboden waren door de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam? Een volgende vraag i.v.m. de bloedkwestie is dan ook: waarom kan men geen enkel van de vier hoofdbestanddelen gebruiken als mogelijkheid om medisch behandeld te worden?  Vol bloed is vol bloed, maar ieder hoofdbestanddeel is beslist geen volbloed. Waarom kan het eigen geweten op last van de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam nu wel fracties aanvaarden? Toch blijft de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam ieder hoofdbestanddeel als bijbels onaanvaardbaar doordrukken, alhoewel het geen volbloed meer is, evenmin dan de fracties die nu wel mogen als jouw geweten het toelaat. Welk geweten?

    Een andere vraag, maar niet minder belangrijk is: wie is verantwoordelijk voor de slachtoffers die gestorven zijn doordat men ‘volbloed en fracties’ als bijbels onaanvaardbaar bestempelde, temeer daar het uitsluitend over dierlijk bloed gaat, al kun je het uiteraard doortrekken naar menselijk bloed, maar dat staat er niet expliciet. De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam schermt toch graag met de uitdrukking uit: 1 Korinthiërs 4: 6 “Gaat niet buiten de dingen die geschreven staan”.

    Het is waar dat de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam grote invloed hebben uitgeoefend i.v.m. de bloedkwestie om veel minder bloed en zelfs zonder bloedtransfusies operaties uit te voeren. Ja, zij hebben er beslist toe bijgedragen om alternatieve behandelingen te gebruiken en te verbeteren, maar …? Het is eveneens een feit dat kapitaalkrachtige misdadigers ‘hospitalen en scholen hebben opgericht en gesubsidieerd, maar maakt dat hun misdaden goed?

    Het is eveneens te vergelijken met de verwoestende ‘pedofilie-storm’ die door de gehele christelijke wereld loeit. De Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam zijn daar niet van uitgezonderd. BBC en Panorama hebben daarooit een programma aan gewijd.

    En zijn nog enkele vragen: wanneer is de bijbel veranderd? Of is de door Gods geest geleide organisatie te kort geschoten? Of wordt deze Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam dan toch maar niet door Gods geest geleid, maar door de mensen die de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam bemannen?

    En ook hier komt de clou in de voorlaatste paragraaf die ik nu aanhaal: “Bovendien hebben velen wel bloedtransfusies geaccepteerd en zijn toch gestorven, terwijl velen bloed hebben geweigerd en toch in leven gebleven zijn”.

    Als men het toch over drogredenen wilt hebben, dan is deze pas goed!

    Ik ga heel dat boeltje gewoon omdraaien: “Bovendien hebben velen wel bloedtransfusies geaccepteerd en zijn toch in leven gebleven, terwijl velen bloed hebben geweigerd en toch gestorven zijn”.

    Van beide situaties kun je nooit en te nimmer een statistiek maken, onmogelijk.

    En om deze vierde drogreden af te sluiten moet ik wel benadrukken of er slechts twee keuzemogelijkheden zijn? Maar voor u getuige van Jehovah is er maar één keuzemogelijkheid, die van de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam, ik lieg niet.

    DROGREDEN NUMMER 5

     

    *                 Oversimplificatie Hierbij gaat een uitspraak of argument voorbij aan ter zake doende factoren, zodat wat een ingewikkelde kwestie kan zijn, al te eenvoudig wordt voorgesteld.

    *                 Er is uiteraard niets verkeerds aan, een gecompliceerd onderwerp te vereenvoudigen — goede onderwijzers doen dat voortdurend. Maar soms wordt een kwestie zo gesimplificeerd dat de waarheid geweld wordt aangedaan. U leest bijvoorbeeld: ’Snelle bevolkingsgroei is de oorzaak van armoede in ontwikkelingslanden.’ Daar zit een element van waarheid in, maar er wordt voorbijgegaan aan andere belangrijke factoren, zoals politiek wanbeleid, commerciële uitbuiting en weerpatronen.

    *                 Oversimplificatie heeft tot veel misverstanden geleid in verband met Gods Woord, de bijbel. Sta bijvoorbeeld eens stil bij het verslag in Handelingen 16:30, 31. Daar stelde een gevangenbewaarder een vraag over redding. Paulus antwoordde: „Geloof in de Heer Jezus en gij zult gered worden.” Velen hebben hieruit geconcludeerd dat een simpele verstandelijke aanvaarding van Jezus het enige is wat er nodig is voor redding!

    *                 Dit is een oversimplificatie. Het is waar dat geloof in Jezus als onze Loskoper onontbeerlijk is. Maar het is ook noodzakelijk te geloven wat Jezus leerde en gebood en een volledig begrip van bijbelse waarheden te verwerven. Dit blijkt uit het feit dat Paulus en Silas vervolgens ’het woord van Jehovah spraken tot de gevangenbewaarder en tot allen die in zijn huis waren’ (Handelingen 16:32). Bij redding is ook gehoorzaamheid betrokken. Paulus maakte dit later duidelijk toen hij schreef dat Jezus „voor allen die hem gehoorzamen, oorzaak van eeuwige redding geworden” is. — Hebreeën 5:9.

    *                 Een oude spreuk zegt: „Iedereen die onervaren is, hecht geloof aan elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn schreden” (Spreuken 14:15). Laat u dus niet misleiden door drogredenen. Leer gefundeerde aanvallen op wat er wordt gezegd, onderscheiden van goedkope aanvallen op de persoon. Laat u niet bedotten door een ondeugdelijk beroep op iemands „gezag”, door aansporingen om ’te doen wat iedereen doet’, door of-redenaties of door grove oversimplificaties — in het bijzonder als het om zoiets belangrijks gaat als de waarheid in geloofszaken. Controleer alle feiten, of, zoals de bijbel het zegt, ’vergewis u van alles’. — 1 Thessalonicenzen 5:21.

    Natuurlijk is er niets verkeerds aan om gecompliceerde onderwerpen te vereenvoudigen. Het aangehaalde voorbeeld wil ik graag vervangen door een oversimplificatie van de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam zelf. Een reden te meer omdat sinds die vereenvoudiging alle nieuwe getuigen van Jehovah daar praktisch nooit bij stilstaan en dit zijn de doopvragen die men moet beantwoorden met  -ja-, wil je als getuige van Jehovah geordineerd worden. Zie a.u.b. www.eleuthera.aggelia.be

    Ziehier de vragen sedert 1973 :

    1) Hebt u berouw gehad van uw zonden en u omgekeerd en hebt u voor het aangezicht van Jehovah God erkend dat u een veroordeelde zondaar bent die redding nodig heeft, en hebt u tegenover hem beleden dat deze redding van hem, de Vader, uitgaat door bemiddeling van zijn Zoon, Jezus Christus ?

    2) Hebt u zich op grond van dit geloof in God en zijn voorziening voor redding, onvoorwaardelijk aan God opgedragen om voortaan zijn wil te doen, zoals hij deze door bemiddeling van Jezus Christus en door middel van de Bijbel, onder de verlichtende kracht van de heilige geest, aan u openbaart ? (Zie de Wachttoren van 1 augustus 1973, pagina 472, §25).

    Maar het wordt helemaal anders in 1985. Op de districtvergadering dat jaar werd op het einde van een lezing het volgende gedeelte kenbaar gemaakt voor de dopelingen die zich zouden op dragen aan Jehovah. Ik citeer:

    “Aan het einde van de dooplezing op het congres zullen de doopkandidaten in de gelegenheid zijn om vol begrip en met diepe waardering antwoord te geven op twee eenvoudige vragen en aldus bevestigen dat zij erkennen wat het inhoudt het voorbeeld van Christus na te volgen. De eerste vraag luidt”:

    1) Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb je je aan Jehovah opgedragen om zijn wil te doen ?

    2) Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah’s getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie ? zie de Wachttoren van 1 juni 1985, pagina 30.

    Weinig Getuigen hebben die veranderingen opgemerkt welke niet alleen heel belangrijk zijn, maar die ook zekere gevolgen met zich meebrengen. Werkelijk de vragen zijn eenvoudig, maar de diepere strekking is het beslist niet, integendeel.

    De doopvragen die aangepast werden, en een vereenvoudiging werden genoemd, zijn beslist niet vormend om mensen exclusieve aanbidding voor God bij te brengen. Jezus heeft zijn heerschappij als toekomstige Koning nooit aan mensen, of een organisatie overgedragen. In Mt 24: 45 stelde HIJ alleen de vraag, “Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun  voedsel  te geven”?  Praktisch alle religies, en alle menselijke regeerders, geven hun mensen onderricht; maar weinigen echt doeltreffend gezien de feiten. I.v.m. georganiseerde religie is het beslist niet anders. Wat wel gebeurt, is, dat ondanks alles er heel veel mensen op persoonlijke basis en in oprechtheid van hart niet alleen verlangen naar rechtvaardigheid, maar op veel verschillende manieren ook daadwerkelijk rechtvaardigheid oefenen.

    Bijgevolg, in plaats van een vereenvoudiging wordt de autoriteit van Jezus Christus overgenomen door de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam en om het juister uit te drukken door onvolmaakte mensen die arrogant genoeg zijn om te eisen dat men hun woord onvoorwaardelijk moet gehoorzamen.

    Nochtans schrijven zij onbeschaamd dat zij niet onfeilbaar zijn, maar wanneer je openlijk met hen van mening verschilt in gelijk welke opzicht, lig je er zo uit.

    Ik wijs nu op de procedure die Jezus instelde over de doop in: Mattheüs 28:19-20 “Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest”.

    Simpel en duidelijk nietwaar? Zou je God nu verheerlijken door met kunst en vliegwerk het op een andere manier te doen?

    Ik voel mij verplicht om toe te geven dat manipulatie met Bijbelteksten een kunst is en in dit opzicht zijn de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam veruit de allergrootste kunstenaars sinds mensengeheugen. Misschien zie ik de vroegere ‘bijbel-over-schrijvers’ over het hoofd of misken ik hun virtuositeit, wie zal het zeggen?

    Mijn besluit.

    In werkelijkheid is dit allemaal niet zo moeilijk om te begrijpen. Mensen willen iets beters dan wat hun ouders en voorouders hebben meegemaakt. In de meeste gevallen spelen religieuze leiders in op deze verlangens en stellen daarom andere religies aan de kaak, zelfs met vooringenomen drogredenen, vooral andere christelijke organisaties, maar nooit zichzelf, waarom zou je ook.

    De ‘Ontwaakt’ is het zuster tijdschrift van ‘De Wachttoren’ uitgegeven door de "Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam ", al noemen zij zich “Wachtower Bible and Tract Society of ……”. In deze context komen ook zij onder dezelfde noemer met hun terechte aantijgingen tegen de geestelijken, als geestelijken. Die zelf maar al te vaak blijk geven dat hun overredende klanken bedrieglijk blijken te zijn. Teneinde zeker te zijn dat ook zij onder de term ‘geestelijken’ vallen, zocht ik hier de synoniemen voor op en dat is het resultaat:

    Woord: geestelijke (overig.) Synoniem van geestelijke: broeder, pater, priester, spirituele, zielenherder.

    Ik wou ook de synoniemen  zien van het voor de hand liggende verwante woord: voorganger (zelfst. naamw.) Synoniem van voorganger: dominee, pastor, predikant, prediker, zielszorger, zielverzorger.

    In de synoniemenlijst voor puzzelaars, komt zelfs het woord “ouderling” aan bod, dus zit ik wel goed. En nu mag gelijk wie zeggen over de Wachttorenorganisatie, het besturende lichaam en de door hen aangestelde ouderlingen en andere verantwoordelijken dat zij geen “geestelijken” zijn, de feiten zelf liegen er niet om. Zij stellen zich toch verantwoordelijk voor je geestelijke groei!

     

    Het is niet moeilijk om dit grotendeels te herkennen en het hoeft niet onmogelijk te zijn om het te erkennen. Bedankt voor het lezen.

    18-10-2010 om 20:24 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DROGREDENEN

    Terug van weggeweest!

    Vijf vaak gebruikte drogredenen — Laat u er niet door misleiden!

    *                 dit artikel komt uit de Ontwaakt 90 22/5 blz. 12-14

    uitgegeven door de Wachttorenorganisatie van Jehovah’s getuigen

     

    „LAAT niemand u met ijdele woorden bedriegen.” Deze raad werd bijna 2000 jaar geleden gegeven en is nog even toepasselijk als destijds. Wij worden tegenwoordig bestookt met overredende klanken: filmsterren die cosmetica aanprijzen, politici die een beleid propageren, verkopers die producten aan de man proberen te brengen en geestelijken die leerstellingen uiteenzetten. Maar al te vaak blijken de overredende klanken bedrieglijk te zijn — niet veel meer dan ijdele woorden. Toch laten mensen zich er in het algemeen gemakkelijk door misleiden.

     

    DROGREDEN NUMMER 1.

     

    *                  Een aanval op de persoon -  Bij dit soort drogreden probeert men steekhoudende argumenten of volkomen juiste uitspraken te weerleggen of in twijfel te trekken door een niet ter zake doende aanval te doen op degene die ze naar voren brengt.

    *                  Beschouw eens een voorbeeld uit de bijbel. Jezus Christus probeerde anderen eens in te lichten over zijn komende dood en opstanding. Dat waren nieuwe en moeilijke begrippen voor zijn toehoorders. Maar in plaats van de waarde van Jezus’ onderwijzingen af te wegen, vielen sommigen Jezus zelf aan en zeiden: „Hij heeft een demon en is waanzinnig. Waarom luistert gij naar hem?” — Johannes 10:20; vergelijk Handelingen 26:24, 25.

    *                  Wat gemakkelijk is het niet, iemand „dom”, „dwaas” of „slecht ingelicht” te noemen als hij of zij iets zegt wat wij niet willen horen. Een soortgelijke tactiek volgt men door bij de aanval op de persoon een subtiele insinuatie te gebruiken. Typische voorbeelden daarvan zijn: „Als u de zaak in kwestie echt begreep, zou u die mening er niet op na houden”, of: „U gelooft dat alleen maar omdat u gezegd wordt het te geloven.”

    *                  Maar terwijl persoonlijke aanvallen, subtiel en niet zo subtiel, intimiderend en overredend kunnen zijn, vormen ze nooit een weerlegging van wat er gezegd is. Wees dus op uw hoede voor deze drogreden!

     

    MIJN COMMENTAAR. (is al de cursief weergegeven tekst):

    Hoe mooi het ook klinkt en hoe waar het ook is, het is geschreven om een algemeen beeld in te prenten. Het hoeft zeker niet uitsluitend op een persoon te zijn, integendeel, het moet juist, eerst en vooral op een organisatie van toepassing worden gebracht om de eenvoudige reden dat daar veel en veel meer personen mee bedrogen kunnen worden. Maar het is zeker geen drogreden wanneer men steekhoudende argumenten gebruikt om onjuiste uitspraken aan de kaak te stellen. Dit wil zeggen dat men uiteraard een ter zake doende voorlichting geeft aan diegenen die het aanbelangt. Het is evenmin een aanval op gelijk wie of wat wanneer men feiten en verwijzingen gebruikt, vooral wanneer ze afkomstig zijn van de vernoemde organisatie zelf.

    Over wat men schrijft i.v.m. subtiel of niet zo subtiel, intimiderend en overredend, passen feiten en verwijzingen veeleer in het kader om wat als waarheid naar voor werd gebracht aan de kaak te stellen als leugen en bedrog. Intimiderend en overredend is eerder een toepasselijke benaming vooral voor religieuze organisaties, ook van de Wachttorenorganisatie en hun beleidvolle slaaf.

    Ik haal slechts één uitspraak aan van de huidige districtopziener, toen kringopziener, tijdens een lezing in Bornem: “vragen kun je stellen, maar je mag nooit iets van het besturende lichaam in vraag stellen”. Daarmee besliste de Wachttorenorganisatie dat je alles klakkeloos diende te aanvaarden zelfs wanneer je het persoonlijk en gewetensvol niet kon aanvaarden. Bij nadere uitleg krijg je onveranderlijk te horen dat je moet wachten op Jehovah en je eigen geweten het zwijgen moet opleggen.

    Hun eigen publicaties zeggen klaar en duidelijk dat, wie de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam niet gehoorzaamt, God niet gehoorzaamt. 

    WEES DUS OP JE HOEDE!

     

    DROGREDEN NUMMER 2

     

    *                 Zich beroepen op iemands gezag Bij deze vorm van verbale intimidatie beroept men zich op de autoriteit van zogeheten deskundigen of beroemdheden. Natuurlijk is het alleen maar vanzelfsprekend dat wij ons voor het inwinnen van raad tot mensen wenden die meer over iets weten dan wij. Maar niet bij elk beroep op iemands gezag wordt een gezonde redenatie gevolgd.

    *                 Stel u voor dat uw dokter tegen u zegt: „U hebt malaria.” U antwoordt: „Hoe weet u dat, dokter?” Wat onredelijk zou het zijn als hij zou zeggen: „Kijk eens, ik ben dokter. Ik weet veel meer van die dingen af dan u. Gelooft u mij nu maar, u hebt malaria.” Hoewel zijn diagnose waarschijnlijk correct zal zijn, is het een foutieve redenering dat u malaria hebt eenvoudig omdat hij het zegt. Het zou veel meer voor hem pleiten als hij de feiten zou bespreken: uw symptomen, de uitslag van bloedproeven, enzovoort.

    *                 Een ander voorbeeld van een intimiderend beroep op het gezag van mensen staat opgetekend in Johannes 7:32-49. Daar lezen wij dat er politiebeambten werden gestuurd om Jezus Christus te arresteren. Zij waren echter zo onder de indruk van zijn onderwijs, dat zij in plaats van hem te arresteren tegen hun superieuren zeiden: „Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken.” Jezus’ vijanden antwoordden daarop: „Zijt gij soms ook misleid? Heeft soms een van de regeerders of van de Farizeeën geloof in hem gesteld?” Merk op dat niet geprobeerd werd Jezus’ leer te weerleggen. In plaats daarvan beriepen de joodse leiders zich op hun eigen gezag als „deskundigen” op het gebied van de Mozaïsche wet als reden om al wat Jezus zei te verwerpen.

    *                 Het is interessant dat ook nu van geestelijken bekend is dat zij hun toevlucht nemen tot een dergelijke tactiek wanneer zij leerstellingen als de Drieëenheid, de onsterfelijkheid van de ziel en het hellevuur niet aan de hand van de bijbel kunnen bewijzen.

    *                 Een ongefundeerd beroep op iemands gezag komt men ook vaak tegen in de reclame, waar beroemdheden nogal eens iets betogen over onderwerpen die weinig uit te staan hebben met het terrein waarop zij deskundig zijn. Een succesvol golfspeler moedigt u aan een fotokopieermachine te kopen. Een voetbalprof promoot koelkasten. Een olympisch gymnast beveelt een bepaald graanprodukt als ontbijt aan. Velen staan er niet bij stil dat zulke „autoriteiten” waarschijnlijk weinig of niets weten van de produkten die zij aan de man brengen.

    *                 Besef ook dat zelfs erkende deskundigen — net als ieder ander — bevooroordeeld kunnen zijn. Een hoog aangeschreven wetenschappelijk onderzoeker kan beweren dat het roken van tabak onschadelijk is. Maar als hij of zij in dienst is van de tabaksindustrie, is zo’n „deskundigenverklaring” dan niet dubieus?

    Het is vanzelfsprekend dat gezag en autoriteit respect dient te worden betoond. Sta mij dan toe om vast te stellen dat juist de Wachttorenorganisatie zich beroept op het Allerhoogste gezag volgens de bijbel. Goed dat kan, en juist dat is zo intimiderend waardoor miljoenen worden bedrogen. Ook koningen, regeringsleiders en politiekers verwijzen en handelen volgens de Schriftplaats uit Rom. 13. Weinigen van hen hebben de moed om religie het hoofd te bieden of hun de toegekende subsidies te onthouden. Zelfs de eigendommen van de gevestigde religies moeten grotendeels door hen onderhouden en gesubsidieerd worden. Waar is de tijd dat er revolutie uitbrak in Groot Brittannië en vervolgens in Frankrijk. Waarom hebben duizenden hun leven gegeven voor de onderdrukking van religie, die overspelige relatie hadden en hebben met de vernoemde koningen, regeringsleiders en politiekers. Waar zijn de voorvechters van de rede en de vrijheid?

    Laat mij duidelijk stellen dat ik hier uitsluitend over misleidende organisaties spreek, niet over individuele personen. Alhoewel ik toch een uitspraak wil citeren uit het boek “DE DAVINDCI CODE” door Dan Brown. blz. 294 “Niemand is sterker geïndoctrineerd dan diegene die de indoctrinatie toepast”. Volgens mij klopt dit als een bus vermits vele religieuze leiders geloven wat zij zelf prediken, maar ze geloven niet altijd in God. Merk op dat in een bovenstaande paragraaf wordt gezegd dat men niet probeerde om Jezus leer te weerleggen, maar dat de joodse leiders zich op hun eigen gezag als ‘deskundigen’ op het gebied van de Mozaïsche wet beriepen. Wel, wel, wel, en op welk gezag beroepen de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam zich? Juist op dat van de Allerhoogste. En die joodse leiders toen? Omdat het besturende lichaam zich een illustratie toe-eigent om van de christenheid mensen te stelen door een beleid te voeren om de gehele christenheid aan de kaak te stellen als valse christen. Tezelfdertijd werpen zij zichzelf op als de spreekbuis van God, wat slechts een vervanging is van de paus. Ooit in het woordenboek gekeken wat het woord zoal betekent? moet je eens doen.

    De illustratie die in vraag is gesteld en waar ik naar verwees vindt je weer o.a. in Mattheus 24: 45. Om de christenheid aan de kaak te stellen gebruikt de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam alle verkeerde interpretaties en handelingen die de christenheid in de loop der tijd heeft opgebouwd. Daarentegen stellen zij een programma op dat er volledig tegen indruist door de schijnbare juistheid van hun beweringen. Enkele voorbeelden kunnen dat verduidelijken.

    1.     Dat de hel niets anders is dan het graf. Als bewijzen zijn er de Hebreeuwse en Griekse weergaven van het woord “Sjeool en Hades” dat duidelijk aantoont dat dit uiteindelijk het gemeenschappelijk graf is van de mensen. Tezelfdertijd is het hellevuur zoals in het bijbelboek Openbaring is weergegeven de ‘tweede dood’ waaruit geen opstanding mogelijk is.

    2.     Een zeer sterk punt is vooral het feit dat hun leden als groep geen enkele politieke partij ondersteunen en militaire dienstplicht vervullen, zelfs onder doodsbedreigingen, waardoor zij noch hun eigen geloofsgenoten noch anderen kunnen doden.

    3.     Dat zij ten koste van alles de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen, zelfs wanneer het indruist tegen je eigen geweten.

    Dit zijn maar drie aanhalingen, maar het derde punt is een flagrante aanfluiting i.v.m. de bijbel. Deze maakt uitdrukkelijk duidelijk dat men God onder alle omstandigheden meer moet gehoorzamen dan mensen.

    Het tweede punt heeft duizenden van hun jongeren wereldwijd in de gevangenis gebracht door de interpretatie dat, gelijk welk alternatief gelijk werd gesteld met militaire dienstplicht, een compromis was, waardoor er doden zijn gevallen die vereerd werden als martelaren. Diegenen die wel een compromis aanvaarden werden zonder pardon uitgesloten.

    Het eerste punt is juist, maar praktisch al hun vroegere argumenten om anders te zijn dan de christenheid die zij aan de kaak stelden en stellen zijn grotendeels achterhaald en veranderd, zogenaamd als toenemend licht en een verbeterde zienswijze, sommige zelfs als lichtflitsen.

    Ook op medisch gebied zijn hun zienswijzen veranderd, maar ondertussen spreken zij nooit over de slachtoffers die er zijn gevallen doordat ze geen vaccinaties mochten aanvaarden, geen orgaantransplantaties, en evenmin bloedfracties. Ondertussen hebben de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam zelf een compromis uitgewerkt met de bloedkwestie waar de meeste van hun leden en ouderlingen niet aan uit kunnen. Omdat het niet bijbels ondersteund wordt. Er zijn ook geen verontschuldigingen aangeboden voor de duizenden slachtoffers gedurende de voorbije decennia.

     

    DROGREDEN NUMMER 3

     

    *                 ’Doe wat iedereen doet’ Daarmee wordt een beroep gedaan op wijdverbreide emoties, vooroordelen en meningen. Mensen lopen over het algemeen graag in de pas. Wij deinzen meestal terug bij de gedachte tegen de heersende mening in te gaan. Van deze neiging om de mening van de meerderheid als vanzelfsprekend juist te bezien, wordt met goed gevolg gebruik gemaakt bij de ’doe wat iedereen doet’-drogreden.

    *                 Zo stonden in een advertentie in een populair Amerikaans blad een aantal glimlachende mensen, allemaal genietend van een glas rum. Bij de foto stond de slogan: „Zo gaat dat. Overal in Amerika stapt men over op . . . rum.” Dit is een klinkklaar beroep op de neiging ’te doen wat iedereen doet’.

    *                 Maar wil het feit dat anderen iets denken of doen, zeggen dat u dat ook moet? Daarbij komt nog dat de heersende mening gewoon geen betrouwbare maatstaf voor de waarheid van iets is. In de loop van de eeuwen heeft men allerlei denkbeelden algemeen aanvaard die later onjuist bleken. Toch blijft men zich van die drogreden bedienen. De aansporende leuze ’Iedereen doet het!’, brengt mensen ertoe drugs te gebruiken, overspel te plegen, hun werkgever te bestelen en de belasting te ontduiken.

    *                 Het is gewoon niet zo dat iedereen dat doet. En zelfs als dat wel het geval zou zijn, dan nog zou dat voor u geen reden zijn om het ook te doen. De raad uit Exodus 23:2 vormt dan ook een goede algemene gedragsregel: „Gij moogt de grote massa niet volgen met kwade oogmerken.”

     

    ’Doe wat iedereen doet’ Ieder lid van de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam, dus iedere getuige van Jehovah zal het hier zonder twijfel mee eens zijn. omdat zij heel goed weten dat de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam het uitsluitend hebben over de mensen die geen getuigen van Jehovah zijn, niet over hun eigen mensen. Let nu even goed op! Wordt er echt geen beroep gedaan op de emoties van hun leden of hun vooroordelen en meningen? Ik onderlijn bewust “en meningen” . Want, wordt er zeker nadat je gedoopt bent, ook maar naar jouw mening gevraagd? Uiteraard mag je een eigen mening hebben, maar die mag je alleen maar denken, nooit propageren of zelfs maar met anderen bespreken, en zeker niet wanneer het niet in overeenstemming blijkt te zijn met die van de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam. Het vervolg van die eerste paragraaf is eveneens en beslist van toepassing op de Wachttorenorganisatie en het besturende lichaam en is juist een argument om hun indoctrinatie aan te tonen. Door deze indoctrinatie spreken alle getuigen als gewillige instrumenten allemaal dezelfde veranderende waarheden van deur tot deur. Toch vinden zij niet dat zij liegen. Als voorbeeld neem ik de wereldwijde van deur tot deur besproken profetie voor de tijd van het einde voor 1975. Voor vele huisbewoners, maar ook voor duizenden Jehovah’s getuigen bleek dit een grove leugen te zijn, temeer dat er in het verleden reeds dergelijk data waren vooropgesteld. Dat de Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam dit met enkele dooddoeners hebben weggeredeneerd onderstreept alleen maar de verkeerde motivatie van de organisatie. De miljoenen leden kunnen wel verontschuldigd worden, maar niet vrijgesproken, omdat zij datgene wat de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam hen voorschrijft in de eerste plaats op hen zelf dient toegepast te worden. Rom. 2: 21 “gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet?”.

    Nog één vraag in dit verband: waarom haalt de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam bijna uitsluitend de negatieve voorbeelden van de ‘mensen van de wereld’ aan, maar nooit die van henzelf ?

    (wordt vervolgd)

    18-10-2010 om 20:15 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TEKENEN VAN MENSEN

    Commentaar op het ‘tekenen’ van mensen.

     *** w85 1/11 blz. 30-31  Vragen van lezers ***   Indien een christen meent dat er iemand in de gemeente is die vanwege zijn gedrag of houding niet de beste omgang voor hem vormt, moet hij die persoon dan in overeenstemming met 2 Thessalonicenzen 3:14, 15 persoonlijk ’tekenen’?

    De aangehaalde teksten zullen door mij voluit worden herhaald.

    Sommige gedeelten kunnen door mij benadrukt worden, door ze “vetjes, onderlijnd en of/cursief” weer te geven.

    De teksten uit de “vragen van lezers” worden weergeven in het oorspronkelijk lettertype vooraf gegaan door Vrvl, alsook de Bijbelteksten, maar deze staan cursief.

    Mijn commentaar zal voorafgegaan worden met Mc.  

    Vrvl   §1 Zij die een deel van de christelijke gemeente worden, doen dit omdat zij Jehovah liefhebben en oprecht volgens zijn beginselen willen leven. Het is beter met zulke personen om te gaan dan met wereldse mensen. Het kan zijn dat wij ons bij bepaalde christenen meer op ons gemak voelen, net zoals Jezus de apostel Johannes ’bijzonder liefhad’ en vooral met drie van de twaalf een intieme band had. Toch had hij hen allen gekozen en had belangstelling en liefde voor hen allen (Johannes 13:1, 23; 19:26; Markus 5:37; 9:2; 14:33). Alhoewel alle broeders en zusters tekortkomingen hebben waarvoor wij begrip en vergevensgezindheid moeten opbrengen, weten wij dat de meeste medegelovigen goed gezelschap vormen (1 Petrus 4:8; Matthéüs 7:1-5). Liefde voor elkaar is een identificerend kenmerk van de christelijke gemeente. — Johannes 13:34, 35; Kolossenzen 3:14.

    §2 Af en toe kan het echter voorkomen dat iemand een houding aan de dag legt of een bepaalde levenswijze volgt die wij persoonlijk niet goedkeuren. De apostel Paulus schreef over enkelen in Korinthe die een onjuiste persoonlijke zienswijze over de opstanding hadden en die een ’eet, drink en wees vrolijk’-houding aan de dag gelegd kunnen hebben. Rijpe christenen in de gemeente moesten voorzichtig zijn ten aanzien van zulke personen, want Paulus gaf de raad: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Korinthiërs 15:12, 32, 33.

    1 Korinthiërs 15:12. “Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is”?

    1 Korinthiërs 15:11-13. “Maar of ik het nu ben of zij het zijn, zó prediken wij en zó hebt GIJ geloofd. 12 Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is? 13 Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt”.

    Mc.   Het voorbeeld dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" hier aanhalen over de opstanding van Jezus Christus, noemt hij een ‘onjuiste persoonlijke zienswijze’. Zij stellen deze onjuiste Schriftuurlijke zienswijze echter gelijk met een ‘eet, drink en wees vrolijk’ houding die ze aan de dag gelegd zouden kunnen hebben. Waarom? Eten en drinken en vrolijk zijn, daar is absoluut niks mis mee, in tegendeel! Dus nogmaals, waarom? Omdat de subtiele, suggestieve indoctrinatie reeds in de voorgaande alinea verborgen zit. Ik herhaal en benadruk hun zinspeling: “Af en toe kan het echter voorkomen dat iemand een houding aan de dag legt of een bepaalde levenswijze volgt die wij persoonlijk niet goedkeuren”.

    Bijbels gezien is de opstanding een ‘leerstelling’ een christen die in Jezus Christus gelooft, zal ook in zijn opstanding geloven, een christen die daar nog aan twijfelt kan geholpen worden door het betoog van Paulus. Zijn eigen ervaring in Efeze gebruikend toont hij aan dat al het andere buiten beschouwing kan gelaten worden als Jezus Christus geen opstanding had gekregen. 

    Daarom zegt hij in 1 Korinthiërs 15:32-33. “Indien ik, gelijk mensen, te Efeze met wilde beesten heb gevochten, wat baat het mij? Indien de doden niet worden opgewekt, „laat ons [dan] eten en drinken, want morgen sterven wij”. 33 Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten”

    Neen,  wij zijn nog niet toe aan de procedure om iemand te ‘tekenen’, maar de eerste regel is ingelast. “wij persoonlijk niet goedkeuren”.  Noteer ook dat de "Wachttoren­organisatie" en het "Besturende Lichaam" door de woorden “Rijpe christenen” te gebruiken een strik spant. Wanneer je niet akkoord gaat met de verantwoordelijke broeders, kun je gemakkelijk het etiket opgeplakt krijgen “niet rijp”. Denk daar maar eens over na.

    Vrvl  vervolgt: §3 Die algemene raad geldt ook voor deze tijd. Een christelijk echtpaar bijvoorbeeld vindt misschien dat het een ongunstige uitwerking op hun kinderen heeft wanneer zij tijd doorbrengen met bepaalde andere jongeren, die de waarheid misschien nog niet zo ernstig nemen of die misschien wereldsgezind zijn. Deze andere kinderen kunnen best alsnog gunstig gaan reageren op een godvruchtige opvoeding. Maar totdat dit blijkt, zou het echtpaar ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen niet met deze jongeren spelen of bij hen op bezoek gaan. Dit zou niet ’tekenen’ zijn in de geest van 2 Thessalonicenzen hoofdstuk 3. De ouders passen eenvoudig Paulus’ raad toe om „slechte omgang” te mijden.

    Mc.   En hier heb je dan de directe, correcte toepassing. Prima, een persoonlijke, gewetensvolle keuze.

    Vrvl  vervolgt: §4 Situaties die vereisen dat iemand wordt „getekend”, zijn ernstiger dan het boven­staande voorbeeld in verband met kinderen. Af en toe bewandelt iemand in een gemeente een onschriftuurlijke weg die zeer verontrustend is, ofschoon het nog niet gerechtvaardigd is tot de in 1 Korinthiërs 5:11-13 genoemde maatregel van uitsluiting uit de gemeenschap over te gaan. Een dergelijk gedrag vond plaats in de gemeente van het oude Thessaloníka. Paulus schreef daarom: „Wij horen dat zekeren onder u wanordelijk wandelen, in het geheel niet werkend, maar zich inlatend met wat hen niet aangaat.” — 2 Thessalonicenzen 3:11.

    1 Korinthiërs 5:11-13.” Maar nu schrijf ik U, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten. 12 Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? “Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden”.

    Mc.   Waarschijnlijk waarde lezer heb je het zelf reeds opgemerkt? Juist, nu gebruikt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" in deze “vraag van lezers” het woord “uitsluiting”, ofschoon het, ook volgens hen, nog niet gerechtvaardigd is.

    Maar tezelfdertijd is de tweede regel op een subtiele, suggestieve manier geïntroduceerd. Ja, de genoemde maatregel van uitsluiting. Nochtans staat dat woord niet in de tekst.

    En werkelijk, de tekst in 1 Korinthiërs 5: 13 zegt … “verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden. En waarlijk, je zou het woord verwijderen als een synoniem van ‘uitsluiten’ kunnen gebruiken, ware het niet dat dit in strijd is met de procedure die Jezus Christus opdroeg aan de toekomstige gemeenten. Mattheus 18: 15-19. “Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    Dat is mijn eerste tegenwerping, Jezus Christus repte in de originele procedure met geen woord over “uitsluiting”, noch over “verwijderen”.

    De tweede staat in de tekst zelf, namelijk dat Paulus zegt, niet langer in zijn gezelschap te verkeren , maar dat je een dergelijke zondaar nog steeds als broeder moest aanvaarden, al gebruikt men in de tekst ‘een broeder’ genoemd en er zelfs niet mee te eten.

    Dat doe je toch niet met Jan en alleman, maar zijn die daarom allemaal uitgesloten?

    Vrvl  vervolgt: §5 Wat moesten andere christenen in Thessaloníka doen? Paulus schreef: „Wij bevelen u nu, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, u terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die gij van ons hebt ontvangen, wandelt. Wat u aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem vermanen als een broeder.” — 2 Thessalonicenzen 3:6, 13-15.

    Mc.   Nu moet je eens goed opletten hoe het zich herhaalt , Paulus, Silvánus en Timótheus trekken aan hetzelfde zeel, namelijk volgens de richtlijnen die Jezus Christus had gegeven  2 Thessalonicenzen 3: 6 ”Nu bevelen wij U, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, U terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die GIJ van ons hebt ontvangen, wandelt”.

     Spraken die mannen Jezus Christus tegen? Zeiden die mannen dat die, “broeder genoemd”, uitgesloten diende te worden? Volgens de vermelde tekst niet, maar wat zij wel moesten doen was hem ‘getekend’ houden, er niet meer mee omgaan. Zij mochten hem zeker niet als een goddeloze of een vijand beschouwen, maar moesten hem ernstig vermanen als een broeder. 2 Thessalonicenzen 3: 13-15 “Wat U aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. 14 Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. 15 Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder.

    Nu kun je verschillende interpretaties gebruiken om toch maar gelijk te krijgen, maar uitsluiten noch verwijderen is kan daarmee bedoeld worden. Daarom ga ik later ook een beetje dieper in op het woord “getekend”

    Vrvl vervolgt: §6 Zonder de namen van de luie bemoeials bekend te maken, stelde Paulus aldus hun ernstige handelwijze aan de kaak voor de gemeente. Alle christenen die wisten wie de wanordelijken waren, zullen hen vervolgens als „getekend” hebben beschouwd. Voor de raad „houdt hem getekend” werd in het Grieks een woord gebruikt dat betekende “plaatst een teken op”, dat wil zeggen ’neemt speciale notitie van iemand’ (New World Translation Reference Bible, voetnoot). Paulus zei: „Gaat niet meer met [de getekende] om, opdat hij beschaamd moge worden.” De broeders en zusters zouden hem niet volledig mijden want Paulus gaf hun de raad ’hem te blijven vermanen als een broeder’. Toch zouden zij, doordat zij hun sociale omgang met hem beperkten, hem misschien tot schaamte kunnen bewegen en hem misschien kunnen doordringen van de noodzaak zich naar Bijbelse beginselen te voegen. Ondertussen zouden de broeders en zusters tegen zijn ongezonde invloed beschermd worden. — 2 Timótheüs 2:20, 21.

    2 Timotheüs 2:20-21. “In een groot huis nu zijn niet alleen vaten van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk, en sommige voor een eervol doel, maar andere voor een doel waaraan geen eer verbonden is. 21 Indien iemand de laatste daarom uit de weg blijft, zal hij een vat zijn voor een eervol doel, geheiligd, bruikbaar voor zijn eigenaar, toebereid voor ieder goed werk.

    Mc.   Nu gebruikt Paulus weer een andere negatieve handelwijze, namelijk een “bemoeial”, als hij daar alle roddelaars en negatiefsprekers mee bedoeld zijn we er wel mee. Het belangrijkste is echter de uitleg van “houdt hem getekend”. Volgens de verwijzing naar de New World Translation Reference Bible, voetnoot, betekent het Griekse woord “plaats een teken op”, maar dat staat daar niet. Wat er wel staat is: 2Th 3: 14* Lett.:”tekent deze voordurend voor u”. dit is een feit dat ik letterlijk weergeef van blz 1425 van vermelde NW Translation Reference Bible . volgens mij is dit wel erg persoonlijk. Nochtans komt het overeen met hun commentaar uit voorgaande paragraaf, waar ik de woorden uit de zin “alle christenen die wisten wie de wanordelijken waren, …heb benadrukt. Dus waren er ook anderen die het niet wisten. Die zich dus niet bewust waren van het tekenen, maar in de praktijk gaat dat zeker niet op, daar kom ik direct nog op terug.

    Want ik bemerk dat de volgende paragraaf 7 in de aangehaalde Wachttoren het punt van de verantwoordelijkheid verlegt naar de door hen aangestelde verantwoordelijken. Dit hoeft niet direct fout te zijn, maar ook hier krijg je weer te maken met die subtiele, suggestieve indoctrinatie.

    Vrvl vervolgt: §7 De christelijke gemeente in deze tijd past deze raad ook toe. In De Wachttoren van 1 juni 1982 werd er op bladzijde 28, 29 de nadruk op gelegd dat iemand niet getekend mag worden op grond van zuiver persoonlijke meningen of omdat een christen persoonlijk verkiest geen nauwe omgang met iemand te hebben. Zoals uit de kwestie in Thessaloníka blijkt, gaat het bij tekenen om ernstige overtredingen van Bijbelse beginselen. Eerst trachten de ouderlingen herhaaldelijk de overtreder te helpen door hem te vermanen. Indien het probleem blijft bestaan, kunnen zij, zonder de overtreder bij name te noemen, een waarschuwende lezing voor de gemeente houden over het desbetreffende wanordelijke gedrag, net zoals Paulus de Thessalonicenzen waarschuwde. Daarna zullen individuele christenen de dwalende persoon „getekend” houden.

    Mc.   De vermelde Wachttoren en ook deze vragen van lezers maken duidelijk dat je niemand persoonlijk mag tekenen. Je moet dus wachten tot de “ouderlingen” beslissen een waarschuwende lezing over het wanordelijke gedrag te geven voor de gemeente, zonder de overtreder bij name te noemen. In de praktijk is het helemaal anders. Anderen, zelfs ouderlingen of de vrouwen van ouderlingen en zelfs hun kinderen hebben meestal reeds de nodige stappen gedaan om de gemeente in te lichten, meestal met de beste bedoelingen. Het herhaaldelijk vermanen blijft dikwijls achterwege waar niet echt Bijbelse beginselen zijn overtreden, maar waar eerder mistoestanden aan de kaak werden gesteld. Denkt a.u.b. niet dat de gemeenten oases van vrede zijn. De onderstromen wijzen duidelijk op het tegendeel.

    Het feit dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" je geen persoonlijk initiatief toestaan is niet Bijbels noch in overeenstemming met Jezus Christus’procedure uit Mattheus 18: 15-19.

    Het is zoals de vragen van lezers vervolgens zegt:

    Vrvl vervolgt: §8 Wat men nodig heeft, is een gezond oordeel, en niet zozeer een aantal van tevoren vastgestelde regels voor elk aspect van het tekenen. Paulus stelde geen gedetailleerde regels op voor dat probleem in Thessaloníka, en zei dus bijvoorbeeld niet hoe lang iemand moest hebben geweigerd te werken voordat hij getekend kon worden. Zo hebben ook de ouderlingen een goed contact met de gemeente en zij kunnen in alle redelijkheid en met onderscheidingsvermogen vaststellen of een bepaalde situatie zo ernstig en verontrustend is geworden, dat het noodzakelijk is een waarschuwende lezing voor de gemeente te houden.

    Mc.   Deze paragraaf lijkt correct, daarom heb ik het benadrukt, maar daar wordt jouw of mijn ‘gezond’ oordeel niet mee bedoeld, maar dat van de ouderlingen. In feite zegt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zijn er maar enkele mensen, maar ik spreek ook over vrouwen, in de gemeente die wijs en verstandig genoeg zijn om daar zelf over te beslissen. Die enkelen zijn, volgens de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam, uitsluitend de ouderlingen en die kunnen eventueel terugvallen op de kringopziener. Zowel de bovenstaande als de onderstaande paragraaf van Vvrl maakt dat duidelijk. Is dat ook voor u duidelijk?

    Vrvl vervolgt: §9 Eén oogmerk van het tekenen is, een christen die wanordelijk wandelt ertoe te bewegen zich beschaamd te voelen en zijn onschriftuurlijke weg de rug toe te keren. Afzonderlijke personen die hem hadden getekend, in het bijzonder de ouderlingen, zullen ermee voortgaan hem aan te moedigen en op zijn houding te letten wanneer zij op de vergaderingen en in de velddienst contact met hem hebben. Wanneer zij zien dat het probleem en de houding die het noodzakelijk maakten hem te tekenen een verandering ten goede hebben ondergaan, kunnen zij een eind maken aan de beperking met betrekking tot hun sociale omgang met hem.

    §10 Tekenen dient derhalve niet verward te worden met een persoonlijke of gezinstoepassing van Gods raad om slechte omgang te mijden. Hoewel het niet vaak nodig zal zijn iemand te tekenen, moet het duidelijk zijn dat tekenen een Schriftuurlijke stap is die genomen wordt als de situatie dit rechtvaardigt, een stap die genomen werd door onze broeders in Thessaloníka.

    Mc. Deze laatste paragraaf maakt nogmaals heel duidelijk dat tekenen geen persoonlijke zaak of zelfs een gezinstoepassing mag zijn. Maar dat zegt de bijbel niet.

    De "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" schrijven hier wel dat tekenen een Schriftuurlijke stap is die genomen werd door onze broeders. De hedendaagse feiten tonen aan dat met “onze broeders” de ouderlingen worden bedoeld, niemand anders, en dat is niet Schriftuurlijk. Ik herhaal nogmaals 2 Thessalonicenzen 3: 13-15 “Wat U aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. 14 Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. 15 Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder.

    Nu heb ik de woorden “ons woord” benadrukt omdat deze van toepassing zijn gebracht op de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" en de door hen aangestelde “ouderlingen”.

    Het persoonlijk initiatief wordt volledig uit je handen genomen en eveneens wordt eens te meer je persoonlijk geweten aan banden gelegd.

    Dat gebeurt met voorbijgaan van de volgende tekst 2 Thessalonicenzen 3: 6 ”Nu bevelen wij U, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, U terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die GIJ van ons hebt ontvangen, wandelt”.

    Vanaf het moment dat men de bron, JEZUS CHRISTUS, voorbij gaat kun je alles interpreteren zoals het je uitkomt of in je kraam te pas komt.

    EN NU WIL IK HET NOGMAALS HEBBEN OVER  “TEKENEN”.

    Het Griekse woord in 2Thess. 3: 14  is sunanamignustai en wordt in de Interlinear vertaling (woord voor woord)  in het Engels weergegeven met  “to mix up selves with”, maar in de courante vertaling voor de NW vertaling lezen we: “stop associating with him”, dus de rechter kolom. In de NW vertaling, Nederlandse versie lezen wij: “houdt hem getekend” enz.

    Het Griekse woord in 1 Kor. 5: 11 is krak hetzelfde dus, sunanamignustai maar de Engelse vertaling daarvan is “to be mixing selves up with”, en in de courante vertaling van de NW vertaling lezen we: “quit mixing in company with anyone”, eveneens de rechter kolom. En in de NW vertaling, Nederlandse versie lezen wij: “niet langer in het gezelschap te verkeren van” enz.

    Met andere woorden gezegd beide teksten hebben dezelfde strekking en belangrijkheid en zijn gelijk wat hun achtergronden betreft en hebben uiteraard eveneens de zelfde strafmaatregel tot gevolg.

    LET NU EXTRA GOED OP!

    In het daarna komende vers van 1 Kor. 5: 13 staat er in het Grieks “Ekzaraté ton ponèron ex humoon autoon” Engelstalig is de woord voor woord vertaling: Lift you up out the wicked (one) out of you very (ones) De NW vertaling geeft het weer met, Remove the wicked (man) from among yourselves. In het Nederlands Verwijdert de goddeloze (man)  uit uw midden.

    Alhoewel reeds gezegd, herhaal ik het voor de nadruk. Het woord “verwijderen” is geen synoniem van ‘uitsluiten’. Waarom gebruikt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" dan het woord ‘uitsluiten’? Even de synoniemen lijst openen: Synoniemen (NL)  Synoniemen van verwijderen (werkwoord)

    Synoniem van verwijderen: afhalen,  afleggen,  afnemen,  afreizen, afschaffen, afvegen, afzonderen, censureren, ecarteren, elimineren, lichten, lozen, opdoeken, opruimen, opstappen, schrappen, smeren, uitmaken, verplaatsen, vertrekken, vervreemden, wegbrengen, wegdoen, weggaan, weghalen, wegnemen, wegreizen, wegtrekken, wegwerken.

    Synoniemen van uitsluiten (ww): buitensluiten, diskwalificeren, royeren, uitzonderen

    Ik herhaal dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zonder blikken of blozen de toepassing gebruiken die Jezus Christus veroordeelde, namelijk, de lastige mensen samen met de halsstarrige zondaars uit de Synagogen te werpen, met alle gevolgen van dien.

    Jezus Christus heeft in de procedure via het evangelie van Matth. 18: 15-19 met geen enkel woord gerept over uitsluiten of verwijderen. Dat Paulus dit wel doet moet geheel en al toepasselijk blijven op diegenen die hij vermeldt, namelijk de “GODDELOZE”, niet op zondaars.

    Het leed dat daardoor veroorzaakt wordt is niet te overzien en het rechtvaardigt diegenen die daarvoor weggaan en wegblijven. HOEVEEL?

    TOT SLOT: Het “verwijderen of uitsluiten” is geen Schriftuurlijke procedure, maar een vrije interpretatie van de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam. Deze interpretatie is geleidelijk ingebracht, maar is slechts een bewijs van een zelf gekozen elitair bestuur.

    Tekenen daarentegen is uiteraard nodig om de gemeente te beschermen.

    Maar de interpretatie, voor het privé initiatief voor iemand te tekenen mag niet afhangen van een organisatie. uiteraard kunnen de ‘ouderlingen’  beslissen om er een passende lezing voor de specifieke zonde(n) te geven wanneer persoonlijke initiatieven en hun waarschuwingen geen gunstig resultaat hadden. Het blijkt zeer duidelijk te zijn dat men tot zolang de betrokkene op alle mogelijke manieren dient te helpen, vooral op geestelijk gebied, niet op de door de organisatie verschafte regels of richtlijnen.

    Wanneer het zover komt dat men toch tot “verwijderen / uitsluiting” overgaat moet men de absolute bewijzen hebben dat de betrokkene een moedwillige zondaar is, die vooralsnog geen enkel bewijs van berouw toonde. Wat is berouw? Wat is bewijs ervan?

    Wat zeker niet in het Schriftuurlijke beeld komt zijn de maatregelen die de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zich toe-eigenen om anderen te zeggen en te schrijven “alle contacten” te verbreken, met uitzondering van minderjarigen en eventuele familiale aangelegenheden. Het staat niet aan de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" om eventuele besmetting te voorkomen door iedereen over dezelfde kam te scheren, alsof men alleen maar negatieve omgang kan hebben. Ook hier is iedere christen verantwoordelijk voor wat hij zegt of doet ten overstaan van een ‘verwijderde / uitgeslotene’. Die christen moet zelf ondervinden of hij de betrokkene kan helpen, ja of neen, hij of zij is meestal best gepositioneerd voor deze taak, ik durf zelfs zeggen voor deze opdracht. Judas 22-23.” Gaat ook voort barmhartigheid te tonen jegens sommigen die twijfels hebben; 23 redt [hen] door [hen] uit het vuur te rukken”.

    Nu kun je zeggen dat het hier gaat over mensen die twijfels hebben, en dat is juist. Dat staat er. Maar er staat niet waarover men twijfels heeft. Neem maar aan dat die twijfel  veelal zaken betreft die met de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" te maken hebben i.v.m. zowel ‘organisatorische als Schriftuurlijke’ interpretaties van de Bijbel.

    Ik ga één voorbeeld aanhalen dat veel opheldering zal geven. Dat voorbeeld is gewoon de geschiedenis en het verloop in de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam".

    Er zijn maar weinig zaken die oorspronkelijk overeind zijn gebleven van alles wat ooit via de publicaties wereldwijd als absolute waarheid verkondigd werd. Zei ik de publicaties? En de miljoenen verkondigers dan met hun miljarden uren suggestieve verplichte prediking? En de wereldwijde openbare grote vergaderingen met hun “resoluties” die in werkelijkheid massasuggestief aangenomen werden? Voorlopig einde.

    03-04-2010 om 16:55 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UITSLUITING bij één religieuze organisatie

    UITSLUITING anders bekeken! De Schriftplaatsen zijn genomen uit de Nieuwe Wereldvertaling, indien het anders is wordt dit vermeld.

    Om te beginnen, het woord 'uitsluiting' staat slechts eenmaal in de Bijbel Jesaja 66: 5 en lees het a.u.b. onbevooroordeeld: "Hoort het woord van Jehovah, GIJ die voor zijn woord beeft: „UW broeders die U haten, die U uitsluiten wegens mijn naam, hebben gezegd: ’Moge Jehovah verheerlijkt worden!’ Hij moet ook met verheuging van UW zijde verschijnen, en zij zijn degenen die beschaamd gemaakt zullen worden.”

    Zowel de schriftuurplaats zelf als de context toont aan dat deze 'uitsluiting' negatief werd gebruikt. Door wie? Door broeders die U haten. In dat geval was het uiteraard Jesaja die gehaat werd.

    Het inzichtboek it-1 blz. 794 spreekt over uitsluiting in  "De christelijke gemeente”: ik zet de aangehaalde Schriftplaatsen, voluit en cursief, niet alleen voor het gemak, maar vooral voor de volledigheid.

    DE WACHTTOREN ORGANISATIE SCHRIJFT IN  het boek “INZICHT in de schrift – deel 1” (vanaf hier) “IT-1” BLZ. 794:  De christelijke gemeente. “Hoewel de christelijke gemeente niet de wereldlijke bevoegdheid van een gerechtshof bezit, kan ze tegen wanordelijke leden in haar midden die in geestelijk opzicht streng onderricht nodig hebben, stappen ondernemen en hen zelfs uit de gemeente sluiten. Derhalve gebiedt de apostel Paulus de gemeente, dat wil zeggen degenen die haar als opzieners vertegenwoordigen, personen binnen de organisatie te oordelen” (1Kor 5:12, 13).

    Met de 'christelijke gemeente' bedoelt de Wachttorenorganisatie het overblijfsel van de belijdende gezalfde christenen. Juister gezegd "alle 9986 belijdende gezalfde christenen, wereldwijd, volgens hun jaarboek 2009". Maar specifieker is de “christelijke gemeente” het “Besturende Lichaam” dat binnen de Wachttorenorganisatie functioneert, en die deze kleine kudde van 9986 personen vertegenwoordigen. Noteer dat dit uitsluitend zonder inmenging of inspraak van deze 9986 personen gebeurt. Noteer eveneens dat: Het 'Besturende Lichaam' momenteel bestaat uit 10 belijdende gezalfden die met name bekend, gefotografeerd en gepubliceerd zijn. Dit besturende lichaam trad echter pas in 1976 in werking, alhoewel het reeds langer verwoord en gebruikt werd in hun publicaties, toespraken en lezingen. Ik herhaal dat dit “Besturende Lichaam” alle belijdende gezalfden vertegenwoordigen. Daardoor hebben zij zichzelf het opzicht toegeëigend over alle plaatselijke gemeenten wereldwijd met inbegrip van alle vertegenwoordigde ouderlingen, dienaren in de bediening en alle verkondigers.

    De 'bestuursraad' van de 'Wachttorenorganisatie' is echter niet algemeen bekend.

    De aangehaalde Schriftplaatsen worden vanaf nu voluit aangehaald, niet alleen voor het gemak van de lezers, maar vooral voor de duidelijkheid, het staat de lezer uiteraard vrij om vanuit zijn eigen Bijbel te lezen en te verifiëren, liefst zelfs. De eerste hierboven vermelde tekst is:

    1Kor 5:12, 13  Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? „Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden.”

    Het enige dat u nu wilt noteren is dat het Besturende Lichaam, in plaats van de 'gemeente' de verantwoordelijkheid delegeert aan door haar wereldwijd aangestelde vertegenwoordigers in de verschillende ‘gemeenten’ de opzieners.

    LET WEL: het enkelvoud van ‘gemeente’ slaat niet uitsluitend op één gemeente, maar is eveneens toepasselijk gemaakt op de kleine kudde, het overblijfsel of de vermelde 9986 belijdende gezalfden. Daardoor komt die ‘gemeente’ of allen die ertoe behoren niet in een andere verhouding met God, maar alleen tot een andere bestemming, namelijk ‘hemels leven’. De andere schapen daarentegen staan in exact dezelfde verhouding met God maar hopen op eeuwig leven op een gereinigde aarde. Niks meer, niks minder.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:  “In brieven aan verschillende gemeenten en opzieners wijzen zowel Paulus als Petrus erop dat de ouderlingen angstvallig over de geestelijke toestand van de gemeente dienen te waken en zij iedereen die onverstandig handelt of een misstap doet, moeten bijstaan en vermanen” (2Ti 4:2; 1Pe 5:1, 2; vgl. Ga 6: 1).

    2 Timotheüs 4: 2 “predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, berisp, vermaan, met alle lankmoedigheid en [kunst van] onderwijzen”.

    Het prediken van het woord slaat hier in de eerste plaats op het religieuze en organisatorische onderwijs in de gemeente. En het onverstandig handelen slaat eerder op het niet correct navolgen van de instructies van de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam". Met de juiste interpretaties die uitsluitend zij aan de Bijbel of het Woord God van kunnen en mogen geven. Een eigen mening mag men hebben, maar het openbaren van die andere mening kan en zal tot ernstige gevolgen leiden.

    1 Petrus 5:1-2.”Daarom geef ik aan de oudere mannen onder U deze vermaning, want ook ik ben een oudere man evenals [zij] en een getuige van het lijden van de Christus, ja, een deelhebber aan de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: 2 Weidt de kudde Gods die aan UW zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar bereidwillig.

    De verantwoordelijkheid die 'oudere mannen' aanvaarden is geen sinecure, eerder een bewuste geestelijke aanvaarding om mensen te leiden op de manier van diezelfde "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam". Alhoewel het 'rolmodel' Jezus Christus in beeld komt is het eerder een boegbeeld, geen criterium.

    Galaten 6:1 6 Broeders, zelfs al doet iemand een misstap voordat hij zich ervan bewust is, tracht GIJ, die geestelijke hoedanigheden hebt, zo iemand in een geest van zachtaardigheid weer terecht te brengen, terwijl gij uzelf in het oog houdt, opdat ook gij niet verzocht wordt.

    Deze Schriftplaats legt de nadruk op het feit dat iemand zich niet bewust is van zijn misstap, wat al direct vraagtekens zet bij die 'misstap' terwijl 'zachtaardigheid' om mensen weer terecht te brengen een geestelijke rijpheid vereist. Terechtbrengen houdt zeker de bedoeling in om met bewijzen of getuigen de verkeerde handelwijze aan te tonen en de persoon in kwestie te overtuigen deze handelwijze de rug toe te keren. Tezelfdertijd houdt het de waarschuwing in voor de uitvoerders van de terechtwijzing om onbevooroordeeld te werk te gaan.

    Deze aangehaalde teksten tonen duidelijk aan dat er hulp moet gegeven worden, en er is in het geheel noch ten dele sprake van 'uitsluiten'.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Personen die verdeeldheid of sekten veroorzaken, dienen een eerste en een tweede maal gewaarschuwd te worden alvorens de gemeente stappen tegen hen onderneemt (Tit. 3:10, 11).

    Titus 3:10-11 10 Wat een mens betreft die een sekte bevordert, verwerp hem na een eerste en een tweede ernstige vermaning, 11 daar gij weet dat zo iemand van de weg is afgeweken en zondigt, terwijl hij zichzelf veroordeelt.

    In deze situatie gaat het duidelijk om een daad of daden teneinde mensen achter zich aan te trekken, niet om meningsverschillen. De Schriftplaats zegt duidelijk dat men hem moet verwerpen, ja toch. Het woord verwerpen is niet direct een synoniem van uitsluiten. Verwerpen heeft de directe toepassing op afkeuren. Uitsluiten is iemand buitensluiten, weren en uit- of afzonderen.

    De interpretatie van iemand afsnijden door geen enkel geestelijk contact te hebben is zeker geen christelijke instelling, integendeel. Terwijl de verplichting door de "Wachttorenorganisatie" en "Besturende Lichaam" om geen enkele geestelijke omgang te hebben het persoonlijk geweten van anderen eveneens uitsluit.

    De cruciale vragen in dat opzicht zijn dan ook: “wanneer is het sekte vorming? Welke zonde dan ook? Wie maakt dat uit”?

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Hardnekkige zondaars moeten echter uit de gemeente verwijderd of uitgesloten worden. Dit is een vorm van streng onderricht waardoor de overtreders wordt getoond dat hun zondige handelwijze in de gemeente niet geduld kan worden (1Ti 1:20).

    1 Timotheüs 1:20 20 Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, en ik heb hen aan Satan overgegeven, opdat hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren.

    Noteer in de eerste plaats dat deze Schriftplaats gebruikt wordt als de Bijbelse manier om kwaaddoeners uit te sluiten. Dat is de interpretatie volgens het boek “Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen” blz. 152-154. Het feit dat iedere geestelijke omgang met een uitgeslotene tot moeilijkheden zal leiden creëert een klimaat van angst om zelf uitgesloten te worden. Nochtans zegt dezelfde Schriftplaats dat ‘hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren’. Mij is geleerd dat streng onderricht op de Schrift of Gods Woord moet gebaseerd zijn. Hoe kun je iemand iets leren als je er niet mag tegen spreken of geestelijke omgang mee hebben. Minderjarige thuiswonende kinderen uitgezonderd.

    Daarbij komt nog dat de veranderde terminologie van de aanzegging of bekendmaking dat iemand uitgesloten is volgens het vermelde organisatie boekje vanaf nu gezegd moet worden: [Naam van de persoon] is niet langer een van Jehovah’s Getuigen.

    Met andere woorden gezegd, vanaf nu kan de wereldlijke rechtspleging niet meer optreden tegen de "Wachttorenorganisatie".of het "Besturende Lichaam" want zij sluiten geen mensen meer uit. Alhoewel de gevolgen, voor de ‘niet Jehovah’s Getuige’ krak hetzelfde zijn en ook voor diegenen die hem of haar zouden willen of kunnen helpen.

    De daarbij horende Schriftplaats is 1Korinthiërs 5: 11 “Maar nu schrijf ik u, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten”.

    Nu mag jij mij eens zeggen hoe het mogelijk is dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" iemand kunnen uitsluiten terwijl de Bijbel hier duidelijk zegt dan hij nog één broeder genoemd wordt?

    Noteer hier dat deze Schriftplaats een zeer persoonlijk optreden van de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" weergeeft, iets wat niet in overeenstemming is met de Bijbelse procedure die Jezus instelde volgens Mattheus 18: 15-19: “15 Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    18 Voorwaar, ik zeg u lieden: Welke dingen GIJ ook op aarde moogt binden, zullen dingen zijn die in de hemel gebonden zijn, en welke dingen GIJ ook op aarde moogt ontbinden, zullen dingen zijn die in de hemel ontbonden zijn. 19 Voorwaar, ik zeg U wederom: Indien twee van U op aarde het eens zijn omtrent iets belangrijks wat zij te verzoeken zouden hebben, wat het ook zij, het zal hun geschieden door toedoen van mijn Vader in de hemel”.  Jezus maakt hier de persoonlijke verantwoordelijkheid tussen twee of meer mensen duidelijk. Tevens de uitzonderlijke opdracht om in zoverre het van de verantwoordelijke afhankelijk was dat het “onder vier ogen” diende te zijn. Dit sluit geroddel en laster uit van de vermeende benadeelde. De daarop volgende stap moest met getuigen van het gebeurde herhaald worden en bij gebrek aan getuigen moesten er twee onbevooroordeelde personen toehoren bij het gesprek, zonder zich te bemoeien of te oordelen. Mocht zelfs deze stap niets uithalen diende hij of zij vóór de gemeente gebracht te worden. In deze procedure is er geen sprake van ouderlingen of een religieus comité, maar van de gehele gemeente of alle aanwezigen. Het resultaat in het slechtste geval was dat wanneer hij of zij de niet tot inzicht was gebracht moest hij of zij als een mens uit de natiën en als een belastinginner behandeld worden. Deze procedure is menselijk en in overeenstemming met menselijkheid.

    Daarentegen  is iemand  'verwijderen'  of  'uitsluiten'  het  niet, omdat  niet  alleen  de zondaar getroffen wordt, maar zowat alle gezins- en familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en zakenpartner zijn er eveneens de dupe van. (zie de universele rechten van de mens eleuthera.aggelia.be).

    Het negeren van een verstokte zondaar zou een logisch gevolg kunnen zijn van de handelwijze van een Christen, niet een opgelegde verplichting. Een bepaalde omgang is daarom nog geen bewijs dat je iemands handelwijze goedkeurt.

    Iemand 'verwijderen' of 'uitsluiten' heeft volgens woordenboeken zo op het eerste gezicht dezelfde betekenis, maar de betekenis die de "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam". er aan geven is geheel iets anders.

    De betekenis van 'verwijderen' of 'uitsluiten' is een procedure die overeenkomt met de procedure die de religieuze Joodse leiders toepasten door volgelingen uit de synagogen te werpen waardoor de uitgeworpene totaal afgesneden werd van sociale en familiale, omgang en zelfs broodloos gemaakt werd, zelfs handel drijven was erg moeilijk of onmogelijk. .

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:  Paulus gelast de mannen die in de gemeente de verantwoordelijkheid hebben om als rechters op te treden, bijeen te komen teneinde zo’n zaak te behandelen (1Kor 5:1-5; 6:1-5). Zij mogen de beschuldiging alleen dan als waar beschouwen wanneer er twee of drie getuigen zijn, en moeten de feiten zonder vooroordeel afwegen en niets doen overeenkomstig een neiging tot vooringenomenheid. — 1Ti 5:19, 21.

    Het volgend Bijbels historisch schoolvoorbeeld toont duidelijk aan dat de gemeente in Korinthe tekort schoot om op te treden wanneer de situatie uit de hand liep.  

    1 Korinthiërs 5:1-5 “          Er wordt zowaar hoererij onder U bericht, en zulk een hoererij als zelfs onder de natiën niet voorkomt, dat een zekere [man] de vrouw heeft van [zijn] vader. 2 En zijt GIJ opgeblazen en hebt GIJ niet veeleer getreurd, opdat de man die deze daad heeft bedreven, uit UW midden werd weggenomen? 3 Ik voor mij, hoewel lichamelijk afwezig, maar in de geest tegenwoordig, heb stellig reeds, als was ik tegenwoordig, het oordeel geveld over de man die op zulk een wijze heeft gehandeld, 4 dat in de naam van onze Heer Jezus, wanneer GIJ te samen vergaderd zijt, ook mijn geest met de kracht van onze Heer Jezus, 5 GIJ zo iemand aan Satan overgeeft voor de vernietiging van het vlees, opdat de geest behouden moge worden in de dag des Heren.

    Wanneer ik de gang van zaken zoals weergegeven in deze tekst volg, blijkt dat de 'gemeente' tolerant was. Het gevolg dat de gemeente opgeblazen was zoals Paulus het schrijft, terwijl de gemeente eerder verdrietig zou zijn mocht die man uit hun midden verwijderd zijn. Ook nu neemt Paulus een persoonlijk standpunt in, ten gevolge van het getuigenis, en velt tezelfdertijd zijn oordeel in de naam van Jezus om die man aan 'Satan' over te geven, maar waar legt hij de verantwoordelijkheid?

    Door duidelijk te stellen dat 'GIJ' te samen vergaderd zijt ... GIJ zo iemand aan Satan overgeeft. Hij legt duidelijk de verantwoordelijkheid waar zij ook volgens Jezus moet liggen, bij de gehele gemeente!

    Het Inzicht boek, of juister gezegd de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam", niet de Bijbel, legt de verantwoordelijkheid bij de ouderlingen die als rechters optreden.

    Wanneer ik de gang van zaken zie, die de "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam"  volgen, dan gaat het hier over een zonde met name genoemd die door de ouderlingen of opzieners getolereerd werd. Mogelijk zijn zij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken, maar de gemeente blijft verantwoordelijk voor de reinheid van de gemeente en die verantwoordelijkheid op enkele mensen afschuiven is, volgens oorzaak en gevolg om moeilijkheden en mistoestanden vragen.

    1 Korinthiërs 6:1-6. “Durft iemand van U die een zaak tegen een ander heeft, naar het gerecht te gaan [om] voor onrechtvaardigen [te verschijnen] en niet voor de heiligen? 2 Of weet GIJ niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien de wereld door U geoordeeld zal worden, zijt GIJ dan ongeschikt voor het berechten van zeer onbeduidende zaken? 3 Weet GIJ niet dat wij engelen zullen oordelen? Waarom dan niet zaken van dit leven? 4 Indien GIJ derhalve zaken van dit leven te berechten hebt, stelt GIJ dan degenen als rechters aan op wie in de gemeente wordt neergezien? 5 Ik spreek om U tot schaamte te bewegen. Is het waar dat er onder U niet één wijs man is die tussen zijn broeders zal kunnen oordelen, 6 maar dat de ene broeder met de andere broeder naar het gerecht gaat, en dat voor ongelovigen?

    Deze Schriftplaats toont in werkelijkheid aan wat niet of nooit mag ‘kunnen’ gedaan worden op enkele uitzonderingen na. Toch maakt Paulus duidelijk dat het zou kunnen zijn dat er geen bekwame rechters in de gemeente zijn. Het is niet omdat iemand lang met de gemeente verbonden is en de Bijbel zowat van buiten kent, hij daarom als rechter moet optreden, temeer daar de Bijbel dat niet zegt, wel verwijst Paulus naar “één wijs man”. Zelfs in religieuze rechterlijke comités die door de "Wachttorenorganisatie"  en het "Besturende Lichaam"  zijn georganiseerd is meer vereist dan kennis. Deze ‘religieuze rechterlijke comités, worden zelfs niet rechtstreeks in de Bijbel vernoemd.

    1 Timotheüs 5:19-21.” Aanvaard geen beschuldiging tegen een oudere man dan alleen op grond van de verklaring van twee of drie getuigen. 20 Wijs personen die zonde beoefenen, voor alle aanwezigen terecht, opdat ook de overigen vrees mogen hebben. 21 Ik gelast u plechtig voor het aangezicht van God en Christus Jezus en de uitverkoren engelen, deze dingen zonder vooroordeel in acht te nemen en niets te doen overeenkomstig een neiging tot vooringenomenheid”.

    Deze Schriftuurlijke grond, om minstens twee getuigen op te brengen is geen algemene regel. Er zijn beslist zaken waar geen getuigen van zijn, maar dat maakt het onrecht zonder getuigen niet recht. Ik denk vooral aan "kindermisbruik" en "verkrachting". Hou dan nog in gedachten dat zelfs bij meerdere getuigen er ook nog misverstanden en valse getuigenissen zijn, bewust of onbewust. Ook hier krijgen wij nogmaals een "gemeentebeleid" door iemand die zonde beoefent voor alle aanwezige, dus de gemeente, terecht te wijzen. Wij bedoelen dat hierdoor ook de gemeente verantwoordelijk wordt gehouden en medezeggenschap moet hebben aan recht en onrecht.

    Het feit dat alleen ouderlingen zulke rechterlijke beslissingen nemen is niet Bijbels.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Jezus gebood zijn discipelen om indien iemand tegen een ander zondigde, eerst moeite te doen de kwestie persoonlijk onder elkaar recht te zetten. Als die pogingen mislukten en de kwestie van ernstige aard was, dienden zij deze ter beslechting aan de gemeente voor te leggen (dat wil zeggen, aan degenen die waren aangesteld om de gemeente in verantwoordelijke posities te leiden). Paulus spoorde christenen er later toe aan moeilijkheden op deze wijze op te lossen en elkaar niet voor wereldse rechtbanken te dagen. — Mt 18:15-17; 1Kor 6:1-8;

    Mattheüs 18:15-17. Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    De "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam". schrijven in het “Inzicht boek” “Jezus gebood zijn discipelen om wanneer iemand tegen een ander zondigde, eerst moeite ... (Zie hierboven). Maar dat is niet juist, of dit nu moedwillig is of niet. Jezus zei “wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, …dit is niet uitsluitend een persoonlijk zaak, maar een persoonlijke verantwoordelijkheid.

    Deze Schriftplaats toont in werkelijkheid de procedure die praktisch altijd moet gevolgd worden, maar in de praktijk bijna nooit.

    Waarom niet? Omdat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" die verantwoordelijkheid hebben gedelegeerd en alzo hun macht consolideren.

    Er zijn weinig of geen zaken die buiten deze procedure vallen, er is wel altijd iemand de dupe van. Mijn persoonlijke ervaring is dat deze procedure niet de aandacht gegeven wordt en dus ook niet krijgt die ze verdient. In de eerste plaats omdat zij Bijbels gezien rechtstreeks door Jezus Christus is gegeven en vervolgens omdat de betrokkenen, zowel de zondaar(s) als de benadeelde(n), verantwoordelijk zijn voor de geest in de gemeente(n). daarbij komt nog, en dat is niet het minst belangrijke, de strafuitvoering. Deze is zelfs voor degenen die er niet rechtstreeks bij betrokken zijn aanvaardbaar.

    De strafuitvoering, hoe simpel of ingewikkeld ze door de "Wachttorenorganisatie" of het "Besturende Lichaam". ook is gemaakt, wordt veranderd en aangepast. Het is vooral voor mensen die liefde hebben voor hun gezinsleden, familieleden, vrienden, broeders of zusters genoemd en zelfs voor de evennaaste praktisch onaanvaardbaar. Die strafuitvoering van uitsluiting is niet Bijbels en onverenigbaar met de Universele Rechten van de mens. (eleuthera.aggelia.be). Herhaling voor nadruk!

    1 Korinthiërs 6:1-8. “Durft iemand van U die een zaak tegen een ander heeft, naar het gerecht te gaan [om] voor onrechtvaardigen [te verschijnen] en niet voor de heiligen? 2 Of weet GIJ niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien de wereld door U geoordeeld zal worden, zijt GIJ dan ongeschikt voor het berechten van zeer onbeduidende zaken? 3 Weet GIJ niet dat wij engelen zullen oordelen? Waarom dan niet zaken van dit leven? 4 Indien GIJ derhalve zaken van dit leven te berechten hebt, stelt GIJ dan degenen als rechters aan op wie in de gemeente wordt neergezien? 5 Ik spreek om U tot schaamte te bewegen. Is het waar dat er onder U niet één wijs man is die tussen zijn broeders zal kunnen oordelen, 6 maar dat de ene broeder met de andere broeder naar het gerecht gaat, en dat voor ongelovigen? 7 Ja, werkelijk, het betekent een volkomen nederlaag voor U dat GIJ rechtsgedingen met elkaar hebt. Waarom laat GIJ U niet liever onrecht doen? Waarom laat GIJ U niet liever te kort doen? 8 Integendeel, GIJ doet onrecht en GIJ doet te kort, en dat aan UW broeders”.

    Deze Schriftplaats hebben wij reeds gedeeltelijk gehad, tot en met het vers zes. De verzen zeven en acht benadrukken in feite iets tegenstrijdig. Wanneer je jezelf onrecht moet laten aandoen, dan komt dat op hetzelfde neer als de schuld op je nemen van wat een ander verkeerd gedaan heeft. Als er echt niemand in de gemeente is die het kan uitmaken dan is en blijft het je eigen verantwoordelijkheid.

    Uiteindelijk is Jezus Christus, Bijbels gezien, de enige die de zonde van anderen kan en heeft opgenomen, niemand anders!

    Is er twijfel, dan ligt de zaak anders. Bij twijfel kun je het jezelf permitteren om aan de ander "het voordeel van de twijfel te geven". Is er geen twijfel, dan hoef je dit voordeel niet te geven. en wanneer er dus aan het einde van die zin staat "en dat aan UW broeders" dan gaat dat ook voor jou op of moet het van één kant komen?

    Ontelbare Getuigen van Jehovah zijn weggegaan uit de organisatie omwille van deze niet strikt Bijbelse interpretatie. Wanneer de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam"  de interpretatie via de van Paulus afkomstige brieven wilt blijven behouden, dienen zij te beseffen en te publiceren dat ook de canon van de Griekse Geschriften via de autoriteit van de christenheid is vastgelegd. Dan dient eveneens vooropgesteld te worden dat er geen enkel origineel van de Griekse Geschriften momenteel beschikbaar is.

    Tot slot van deze zaak wil ik de nadruk leggen dat Religie in het algemeen eerder een lucratieve bedrijfstak is. Daarmee bedoel ik dat er beslist goeie dingen kunnen uit voortkomen, maar dat er eveneens veel misbruik van gemaakt wordt.

    Volgens 1 Timótheus 6: 6a “Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin”.  En  6b toont aan wat het vereiste is om via Godvruchtige toewijding op de juiste manier tot groot gewin te komen. 6b “[deze] godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft”.

    Niet dat ik zonden goedkeur, maar wel de manier waarop zondaars door de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam" veroordeelt worden.

    Al met al een nadenkertje dat onderzoek vereist.

     

    09-02-2010 om 12:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ongelofelijke lezing van S.Herd, lid van het besturend lichaam

    De ongelofelijke lezing van Samuel Herd

     

    Lid van het Besturend Lichaam.

     

     

    Bent u er klaar voor om de eindstreep te halen ?

     

     

    De ervaren en vastbesloten renner traint intens om de eindstreep te halen.  Elke zenuw, elke spier, elke gewrichtsband moet getraind worden.  Zijn longen moeten in “conditie” zijn indien hij wil winnen.

    Hij beseft dat het ergste wat hem overkomen kan, is, dat hij zou starten en lopen als een wervelwind om daarna te moeten ervaren dat zijn benen hem parten spelen, zijn longen hem verraden, terwijl hij zo dicht bij het doel is.

    Wat doet hij dus ?

    Lang vóór de wedstrijd, traint hij hard.  Hij gaat ervoor om kracht te verwerven, om te volharden, een goede techniek aan te leren, om te leren gehoorzamen aan de regels, want het is alleen maar op die manier dat hij kans maakt om te slagen.

    De bedachtzame renner loopt, en beseft dat er op zijn pad herkenningstekens staan aangegeven die hem zullen vertellen waar hij zich bevindt in de wedloop.  Deze herkenningstekens helpen hem om zijn energie te beheersen, wijzen hem erop dat hij al dicht zijn doel is genaderd of indien het nodig is zijn tempo krachtiger en langer moet maken en indien hij zich vol energie in de koers moet smijten of indien hij meer de manier van lopen moet berekenen.

     

    Zo is het ook met ons, christenen.  Naarmate we dichter het einde van dit samenstel van dingen, - dus de eindstreep - naderen, zijn er ook overal op ons pad herkenningstekens te zien die ons zullen vertellen waar we staan en wat we verstandelijk kunnen doen.

     

    Ik zou graag hebben dat jullie samen met mij jullie bijbel openslaan bij Mattheus hoofdstuk 24.  Deze avond zal het voornaamste van wat er gezegd wordt, over deze passage gaan.  We zullen ons dus concentreren op Mattheus 24, zelfs indien we er andere teksten bijhalen. We zullen ons concentreren op de beweringen van Jezus, in Mattheus 24.

     

    In dit hoofdstuk zegt Jezus iets dat zeker en vast onze aandacht zal opeisen aangezien het hier gaat over één van de herkenningstekens.  Hij vertelt ons waar we staan en wat we redelijkerwijze aan het doen zijn.

    In Mattheus 24 : 21,22 zegt Jezus : “Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.”

    Jezus plaatst een kilometer herkenningsteken.  Eerst zegt hij, naarmate je het einde nadert, dan zal je iets zien wat genoemd wordt, ‘de grote verdrukking’.  Hij zegt dat dit ‘iets’ afgrijselijk zal zijn.  En indien het niet zou ingekort worden, zou niemand het overleven want het zou nu eenmaal verschrikkelijk zijn.

    Juist nadien, in het vers 29 zegt hij : “Onmiddellijk na de verdrukking van die dagen zal de zon worden verduisterd, en de maan zal haar licht niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen worden geschokt.”  Ha, nu hebben we een ander herkenningsteken.

     

    Snel komen we weer bij een ander herkenningsteken, in de verzen 30 en 31 : “En dan zal het teken van de Zoon des mensen in de hemel verschijnen, en dan zullen alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan, en zij zullen de Zoon des mensen op de wolken des hemels zien komen met kracht en grote heerlijkheid.  En hij zal zijn engelen uitzenden met een luid trompetgeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenvergaderen van de vier windstreken, van het ene uiteinde der hemelen tot het andere uiteinde daarvan.”

     

    Daarna is dat wat Jezus aan ons beschrijft de op zich uiteindelijke finale.  De herkenningstekens zullen naarmate we vooruitgaan naar het einde van dit samenstel van dingen beetje bij beetje duidelijker worden.

     

    De reden waarom we bij dit punt zullen stilstaan, is dat, eenmaal het eerste teken gepasseerd, de rest er onverbiddelijk snel zal uit voortvloeien zoals wanneer men iets vanaf een heuvel naar een doel laat rollen. We zullen niet meer de tijd hebben om onze stappen aan te passen, of om onze positie te heroverdenken.  De tijd zal heel snel gaan.  Er zal dit en dat gebeuren, en dan opnieuw weer iets anders, enzovoort…totdat het afgelopen zal zijn.  Wat je niet zult gedaan hebben, zul je niet meer kunnen doen op dat moment.  Als je je dan al niet in orde hebt gebracht, zul je het niet meer kunnen doen.  Op dat moment zul je geen nieuwe veronderstelde kracht vinden.  Je zult lopen zoals je altijd gelopen hebt.  Heb je meegelopen met de wereld ?

    Het zou zijn alsof men zou vragen aan een renner die zich al jaren traint op een bepaalde manier, om plots van stijl te veranderen, op de dag van de wedstrijd.  Het is daar nu te laat voor !

    Zelfs indien hij zou veranderen van techniek, hij zou bijgevolg toch verliezen, want hij zou te verward zijn.

     

    Het eerste herkenningsteken presenteert zich met de vernietiging van Babylon de Grote.  Dit is wanneer alles verslechtert.  Op het moment van de vernietiging van Babylon de Grote, juist op dit moment, zullen jij en ik in de strijd van ons leven zijn.

     

    Open nu jullie bijbel bij Openbaring, dan zul je zich een idee kunnen vormen van wat er zal gebeuren wanneer de grote verdrukking zal beginnen.  Neem Openbaring 17 en je zult de meeslepende dingen zien gebeuren.  Op het eind van het vers 1, en dan het vers 2 staat er : „Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die op vele wateren zit, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven, terwijl zij die de aarde bewonen, dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij.”

     

    Goed.  Laat je blik nu eens vallen op de verzen 10 en 11 : “En er zijn zeven koningen : vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen is, moet hij een korte tijd blijven.   En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste [koning], maar spruit voort uit de zeven, en het gaat de vernietiging tegemoet.  En in het vers 13 : “Dezen hebben één gedachte, en daarom geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest.”

    En wat doen ze met die nieuwe macht, met die ene gedachte ?  Vers 16 : “En de tien hoorns die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden.”   Vers 17 : “Want God heeft [het] hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren, ja, [hun] ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven.”

    Met andere woorden, Jehovah God zal in de nabije toekomst een soort van waanzin scheppen, een soort van dolleman waanzin die zich meester zal maken van de wereldlijke machten en zij zullen Babylon de Grote aanvallen en haar verscheuren omdat ze krijgt wat ze verdient.

    Indien je heel goed aandacht schenkt, dan zijn de dingen al bezig met zich te ordenen om aldus te geschieden. Ze zijn nu al in een nukkige stemming.  Ze sluiten nu al geestelijken op in de gevangenis.  Ze hebben geen enkel beetje respect noch enig gevoel van sentiment voor de geestelijken, ze beroven en vallen hen zo maar aan in de straten van New York.  De dieven breken binnen in de kloosters en stelen wat ze kunnen krijgen, de nonnen worden verkracht.  Ze plunderen zelfs de kerken leeg, en de predikers op de straten.  Zo zien we dat de neiging om Babylon de Grote aan te vallen er al is.  Jehovah alleen zal maken dat ze hun mond wijd zullen openen zodat ze haar in stukken zullen scheuren en zullen verbranden wat er van overblijft.

     

    Wanneer deze herkenningstekens er zullen zijn, zal het het ergste tijdperk zijn, broeders.  Zelfs de wereld zal onthutst zijn wanneer ze zullen zien wat er allemaal in de kerken zal gebeuren.  Kijk met mij mee in Openbaring 18 : 9,10 : “En de koningen der aarde die hoererij met haar hebben bedreven en in schaamteloze weelde hebben geleefd, zullen over haar wenen en zich in droefheid om haar slaan, wanneer zij naar de rook kijken die van haar verbranding afkomt, terwijl zij uit vrees voor haar pijniging op een afstand staan en zeggen: ’Wat jammer, wat jammer, gij grote stad, Ba̱bylon, gij sterke stad, want in één uur we zullen geen Kerstmis meer hebben, geen Pasen, en we zullen geen politieke verkiezingen meer kunnen hebben in uw kerken !

     

     

    (De audio opname begint hier)   zie hiervoor www.aggelia.be

     

     

    …En Babylon zal vernietigd worden.  Het zal voor ons ook niet grappig zijn, want wanneer de politieke leiders zullen zien hoe het met  de geestelijken is afgelopen, dan zullen ze weten dat het nu hun beurt is.

    Ze blijven op de achtergrond omdat ze zien dat het de hand Gods is die ingrijpt.  Ze zullen beseffen dat er iets heel anders aan het gebeuren is wanneer ze hun religieuze groepen en anderen zien vernietigd worden

    Dan wordt het heel belangrijk, want wanneer dit uur is geslagen, wat zal jij en ik nodig hebben ? Wat zullen we nog nodig hebben wanneer we het samenstel ten einde zien lopen ?

     

    Een nieuwe auto ?

    Een nieuw huis ?

    Een nieuw paar schoenen ?

    Een nieuwe mantel ?

    Een nieuw parfum ?

    Modieuze kleren ?

    Geld voor de studies van je kinderen ?

     

     

    Wanneer dat alles staat te geschieden, zul je geen geld meer nodig hebben. Het kostbaarste bezit wat je dan zult hebben zal je geloof in God zijn.  Wanneer het uur is geslagen, dan zal het erg zijn, en niemand zal het overleven tenzij door goddelijk ingrijpen.  De vraag is dan ook : “ Ben je daarop getraind ? Zul je de moed hebben om naar buiten te komen en om het even wat te verkondigen, met gelijk welke boodschap die God je zal opdragen te doen ?

    Als we nu al beven en het moeilijk vinden om het Goede Nieuws te gaan prediken, en als onze training in dat opzicht maar ‘zo en zo’ is, dan moet je niet gaan denken dat je plots een miraculeuze moed zult krijgen om op te staan terwijl men terzelfder tijd bezig is Babylon de Grote in stukjes te kappen en ook iedereen die maar iets over een religieus onderwerp te zeggen zal hebben.

    Denk maar niet een speciale miraculeuze kracht te hebben om de waarheid te vertellen wanneer je het nu nog niet kunt.

     

    Juist na de vernietiging van Babylon, bijna zonder uitstel, kijk met mij in

    Mattheus 24 :29 wat er staat vermeld : “zal de zon worden verduisterd, en de maan zal haar licht niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen worden geschokt”.

    In welke zin zal de zon worden verduisterd en de maan haar licht niet meer geven, en de sterren uit de hemel zullen vallen, en de hemelen zullen worden geschokt ?

     

    Zonder twijfel zullen er in de eerste fase van deze grote verdrukking, verschillende lichtgevers zijn, de graag geziene geestelijken van de wereld, de politieke en economische lichten, diegenen waarvan men weet dat ze een uitkomst zouden bieden, de geestelijkheid die op een verstandige manier met God zou onderhandelen zodat je gered kon worden ; de economische voorspellers die je zeggen hoe je geld kunt verdienen en je verrijken ; misschien de politieke goeroes die je zullen uitleggen hoe ze de wereld uit de problemen zullen halen…

     

     

    Wanneer dit uur geslagen is, zal de Bijbel onthullen dat ze niets of niemand zijn en dat ze niemand zullen kunnen redden.  Het zal zijn alsof alle sterren uit de hemel hun licht zullen doven en de krachten van de hemelen geschud zullen worden.  Kun je je voorstellen welke verwarring er dan zal heersen onder diegenen die al hun daden en hun geloof in de geestelijken stelden om alleen maar te zien hoe ze vernietigd zullen worden vanaf het begin van de grote verdrukking ?

    Kun je je een beetje voorstellen hoe de mensen de straten zullen doorkruisen op zoek naar een priester die het overleefd heeft ?

    Op zoek naar hen, ja ! “ Wij komen u zoeken want u wist dat we een gratis bijbelstudie konden krijgen, gedurende zo’n 19 weken.  En u hebt ons gezegd dat we ons niet moesten inlaten met de getuigen van Jehovah.  U hebt ons gezegd alleen maar naar hier te komen, ons neer te zetten, naar u te luisteren en dat we dan gered zouden worden.  Maar nu bestaat de kerk niet meer, ze is volledig verbrand ! … Nu hebben we geen gebeden meer, geen kans meer.  Jullie hebben ons bedrogen !”

    En dan zullen ze een eind maken aan degenen die het nog overleefd hebben.

     

    Dan zullen ze de universiteitsprofessoren opzoeken : “U hebt ons gezegd dat terwijl we naar u luisterden, wij van de goede dingen van de aarde zouden kunnen profiteren.  Maar nu is de beurs in elkaar gestort, het geld heeft geen waarde meer.  U hebt ons gezegd dat we door zo’n onderwijs te ontvangen, we een rustig leventje zouden leiden en ziedaar, we hebben bij God geen enkele schat verzameld …Tegenwoordig staan we voor dat groot ding, Armageddon genaamd, die gebeurtenis waarvan de getuigen van Jehovah steeds melding maakten.”

     

                En dan zullen ze ook komaf maken met deze laatste.

     

    Broeders, er zal geen licht meer zijn wanneer dit alles staat te gebeuren.  Zul je gereed zijn ? Zul je iets te zeggen hebben ? Iets wat nog de moeite waard is ? Zou je het bewijs kunnen geven dat je op de juiste wijze aan het rennen bent ?  Waarom is dat zo belangrijk ? Mattheus 24 : 29,30 : Omdat de Bijbel vertelt dat “onmiddellijk nadat de zon, de maan, de sterren zullen verduisterd zijn”, dan zal het teken van de Zoon des mensen in de hemel zal verschijnen, en dan zullen alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan…(…)”

     

    Maar wat betekent dat verschijnen van de Zoon des mensen in de hemel ?  Het gaat over dezelfde gebeurtenis als deze uit Mattheus 25 : 31-32 : “Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen.  En alle natiën zullen vóór hem vergaderd worden, en hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.”

    Waarom is dat zo ?  Wel, Mattheus 24 toont het bewijs dat mensen van de wereld zullen weten en begrijpen dat ze bezig zijn te leven in de finale oordeelsperiode ; ze zullen het bewijs zien ; ze zullen iets onderscheiden dat hen zal overtuigen dat het inderdaad wel zo is !  Ze zullen schreeuwen en wenen want op dat moment zullen ze geen veranderingen meer kunnen aanbrengen, of een studie krijgen uit de Bijbel, of een nabezoek hebben, of op verzachtende omstandigheden kunnen rekenen.

     

    Bent u er klaar voor, broeders ?  Begrijpen jullie zelf wel wat dit in werkelijkheid betekent ?  Wanneer dit teken van de Zoon des mensen in de hemel zal verschijnen, wanneer Jezus op zijn glorierijke troon zal komen, dan zal hij ons oordelen.  Hij zal jou en mij oordelen en op dat moment van de geschiedenis zullen we aangekomen zijn op het punt waar we ofwel een schaap ofwel een bok zullen zijn.  Jij en ik zullen op dit precieze moment het verdict niet kunnen aanpassen, veranderen of in der minne schikken.

     

    Je zult tegen Jezus niet kunnen verklaren : “Oh, Jezus, wacht nog een momentje, ik ben uitgesloten, geef me eerst de tijd om te worden hersteld.”  Oh, neen, neen, neen !  Alle bewijzen zullen klaar en duidelijk bloot liggen die zullen aantonen welk soort van persoon je in werkelijkheid bent.  En wanneer hij zich zal neerzetten, zul je niets meer aan je strafblad kunnen veranderen, geen jota !

    Je zult niet kunnen zeggen, “’t Is te zeggen, Jezus…, ik was onregelmatig, geef mij nog wat tijd, laat me nog…”. NEEN !  “Ik bedoel veranderen van…”.  NEEN !  Want dan, wanneer dat staat te gebeuren, dan zal al wat je geweest zijt in die audiëntiezaal bloot liggen en Jezus zal op dat moment oordelen, punt andere lijn.

     

    Jij noch ik zullen er iets aan kunnen veranderen.  Geen jota !  Het zal afgelopen zijn !  De uitspraak zal gegeven zijn, het zal klaar en duidelijk zijn;  Ge zult ofwel een schaap ofwel een bok zijn. 

    Je zult aan het oordeel niets kunnen veranderen.  Dat is een erge zaak !

     

    Ben je er klaar voor ?  Wat voor iemand zul je zijn op dit moment ?  Welk soort van persoon ben je nu ?  Probeer je je zoveel mogelijk bij de wereld te scharen ?

     

    Om haar look na te bootsen

    Haar manier van kleden

    Haar gedrag,

    Haar dansstijl,

    Haar manier van spreken?

     

    Eens dat Jezus op de oordeelstroon zal hebben plaats genomen, zult je niet meer kunnen zeggen : “Oh, laat mij me ontdoen van dit ‘ding’”, Njet, njet ; Je had het tot zover aan, wel je zult het behouden.  Het is voor wat je geweest bent, dat je geoordeeld zult worden.

    Het getuigenis dat je hebt gegeven tussen vandaag en het moment waarop Jezus op zijn troon gaat zitten zal het getuigenis zijn dat zal onthouden worden, het zal de beslissende factor zijn om te bepalen of je een schaap of een bok zult zijn.  Begrijpt dat, broeders, begrijpt dat.

     

    Laat mij dat eens op een andere manier illustreren : Je hebt zeker en vast al die reclame gezien van die gespierde mannen.  Ze geven je een beeld en vertellen je : “je lichaam kan hierop gaan lijken”. Ze doen je geloven dat door enkele halters te hanteren en een specifiek voedseldieet te volgen, je ook zo’n ferme spieren en ook zo’n voorkomen zult krijgen.  Zeg dat het niet waar is, dat je dat gelooft !

    Er zijn jaren oefenen mee gemoeid en een uitgestippelde manier van eten .  Denk niet dat je in enkele dagen of weken door dit dieet te volgen, je zo’n voorkomen kunt bereiken.  Jaren, vele jaren zijn er voor nodig !  Wanneer dan de Grote Verdrukking zal komen, vergeet niet dat het zo zal aflopen : Klap ! Klap ! Klap !  Uitzonderlijk vlug, je zult niet de tijd hebben om je dan een geestesgezindheid op te bouwen, als je het nog niet hebt bereikt.  Denkt daaraan !

     

    Hoeveel tijd vergt het voor iemand om in de waarheid te komen, tegenwoordig ?  Is het niet een strikt minimum van 19 weken (ongeveer 6 maanden) ?  Vervolgens moet je gaan prediken.  Dus, denk niet dat je als bij toverslag, Babylon de Grote zult zien vallen en je dan heel je verleden zult kunnen achter je leggen, met al je verlangens !  NEEN !  Je zult dan rennen zoals je je steeds hebt getraind.

     

    Over het algemeen, in crisis - of kritieke tijden, verschuilen mensen zich achter een houding die ze gewoon zijn.  Ze zullen geen vernieuwingen invoeren.  Ze houden zich aan datgene wat ze weten.

    Wel, als je tot nu toe onregelmatig bent geweest, rebels, op de rand van je principes hebt geleefd, als je in de wereld leefde, dan zul je niet plotseling, in een oogwenk, de waarheid beleven !  Je zult je verschuilen in je gewone manier van doen.

     

    Ben je klaar om de finale te halen ?  Maak je een afstand tussen jezelf en de wereld ? Beweer je Jehovah te dienen en toch dichter bij de wereld van Satan te komen ?

    Laat mij je iets interessants tonen uit de Bijbel.

    Lezen we maar eens Efeziërs 4 :20.  Sprekend over Jezus, wordt er gezegd : “Maar GIJ hebt de Christus zo niet leren kennen.”

    Toen ik in de kringdienst stond kon ik duidelijk waarnemen dat velen van ons zich niet trainen zoals het zou moeten door te geloven zoals wij, dat Armageddon binnenkort komt.  Sommigen onder ons staan te dicht bij de wereld.  Velen onder ons lopen niet met de geestdrift die ze zouden moeten hebben.  Herinner je wat je hebt geleerd in de Koninkrijkszaal, wat je hebt bestudeerd in de boeken, al wat je hebt geleerd door de Bijbel, je hebt niet geleerd dat Christus zo is -zoals de wereld -. Christus schaarde zich in geen enkel opzicht dicht bij de wereld.

    Indien Jezus vandaag hier zou zijn, denk je dat hij hier zou rondwandelen met een wapperende broek en een ringetje in zijn oor ? Je zult nergens in de Bijbel een tekst vinden die je maar een idee geeft dat Jezus zo’n look zou hebben gehad.

    Indien hij hier bij ons zou zijn, denk je dat hij zich zo zou kleden en de indruk zou wekken om te behoren bij enkele radicale bewegingen van deze wereld ? Hij zou nooit zo iets gedaan hebben !

     

    De wereld is gewoon om te zeggen : “Kijk naar mij !”.

     

    Om je eens een gedacht te geven,- ik was op een dag in de supermarkt-, ik zie die vrouw, betaald aan ik weet niet hoeveel per uur (en je weet wel dat de wereld groot belang hecht aan efficiëntie.  Ze willen dat de mensen efficiënt zijn)… en wat doet die vrouw ?  Ze probeert me te bedienen, maar ze kan haar handen niet gebruiken door haar nagels !

     

    Wel, indien Jezus hier zou zijn, zou hij de zusters of de broeders er doen aan denken om naar uitersten te streven ?  Heb je ooit ergens in de Bijbel gelezen dat er sprake van zou zijn dat Jezus zoiets zou goedkeuren ?

    Dit is een punt om te overwegen, broeders, want Armageddon zal zo iets groots zijn dat jij en ik nog nooit hebben beleefd.  Hoe meer we ons oefenen om Jehovah innig te dienen, hoe beter we zullen toegerust zijn wanneer het uur is geslagen.  Maar geloof me, wanneer dit moment gekomen zal zijn, dan zul je je niet kunnen omkeren en een manier te pakken krijgen als je niet hebt getraind.  Denk daar eens ernstig over na.

     

    Je hart, je geestelijke longen, je heupen zouden zich moeten oefenen om zo dicht mogelijk tot Jezus te naderen en dat soort mens te worden waarvoor hij zich heeft uitgegeven.  Het is inderdaad de enige manier om die race te winnen.

     

    Juist nadat Jezus dit scheidingswerk tussen de schapen en de bokken zal geklaard hebben, zal er een interessante gebeurtenis plaats hebben…Hij zal bijeenbrengen… Laten we eventjes Mattheus 24: 31 lezen, want de gebeurtenissen zullen heel vlug geschieden, zoniet zou, zoals Jezus heeft gezegd, ‘geen vlees worden gered.’

    GEEN vlees zou gered worden indien deze gebeurtenissen zich niet vlug zouden afspelen.

    Mattheus 24 : 31 : “En hij zal zijn engelen uitzenden met een luid trompetgeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenvergaderen van de vier windstreken, van het ene uiteinde der hemelen tot het andere uiteinde daarvan.”

    Op dit moment zal men zich niet afvragen wie de gezalfden zijn.  Wie de echte gezalfden zullen zijn ?  Soms zien we mensen die amper in de waarheid zijn en ze nemen van de symbolen.  We moeten hen niet oordelen, dat zijn onze zaken niet, maar wij zullen weten wie ze zijn, daar ze eens zullen verzegeld worden.  Er zal geen enkele twijfel over bestaan, dat ze zullen vergaderd worden op dat moment.  Je zal met grote zekerheid weten wie de echte gezalfden zijn en wie de valse.

     

    Wanneer ik me verplaatste van hier naar daar - ik oordeel absoluut niet – zag ik soms bij diegenen die beweerden gezalfden te zijn, geen enkel teken dat ik anders wel zie bij gezalfden.  Soms zijn ze de grootste onruststokers in de gemeenten.  Soms zorgen ze voor  strijd, een strijd in de ware zin van het woord.  Ik ben eens getuige geweest, om het zo te zeggen, van de moeilijkheden en de herrie die ze veroorzaakten in de gemeente.  Ik heb eens een bijbelstudie meegemaakt waar de leerling niet gedoopt was, maar zie, hij zat zich daar af te vragen of hij gezalfd was of niet.

     

    Kortom, Jezus zal zijn gezalfden vergaderen, en dat zou nog een grotere beproeving kunnen zijn dan je zou denken, wist je dat ?  Als jij en ik vandaag niet de gewoonte hebben om te gehoorzamen, wel, wanneer de meeste van de gezalfden de aarde zullen verlaten hebben en er zogezegd alleen maar leden van de Grote Schare zullen overblijven, zullen we hen dan gehoorzamen op dat moment ?

    Zul je zeggen : “Ja, maar, gij zijt toch niet gezalfd met de geest !  Ze zijn allen naar de hemel.  Wie ben jij om mij te zeggen wat ik moet doen en laten ?  Ik gaf al geen rapport van activiteit in wanneer ze nog op aarde waren, en denk je dat ik het dan aan jou zal geven ?”

     

    Zie je, broeders, deze belachelijke geestestoestand of dit gebrek aan samenwerking kan grote vervelende situaties scheppen en een slechte geest doen ontstaan binnen in jezelf.  Jezus heeft gezegd : “wie getrouw is in kleine dingen zal getrouw zijn in de grote”.  Dit alles maakt deel uit van onze training.

     

    Een andere gebeurtenis zal ook nog plaats vinden : je moet je niet voorstellen dat Satan de Duivel, wanneer hij ziet hoe de valse religies zijn verwoest, het economische stelsel dat hij heeft opgericht in ruïnes ziet vallen, als hij ziet hoe de politieke wereld die hij heeft gemaakt en gemanipuleerd, volledig op zijn kop zal staan, denk dan niet dat hij niet naar jou op zoek zal gaan !  Denk dan maar niet dat hij niet zal proberen om Jehovah in zekere zin in de schaduw te stellen, dat hij niet zal proberen om ruzie te stoken zelfs onder Jezus (zijn gemeente).  Denk niet dat hij zal toekijken zonder iets te proberen.  Dat hij zomaar zal weggaan, het strijdperk verlaten en toegeven dat hij is verloren.  Alhoewel hij zal weten dat hij verloren is, denk maar niet dat hij zo vlug zal opgeven, want dat zal hij niet doen.

     

    Vervolgens zal er de aanval zijn van Gog van Magog.  De enige manier waarop Satan Jezus en Jehovah zal proberen te raken, zal zijn door JULLIE te raken.  Wie zijn jullie ?  Wat zijt

    gij ?  Indien je iets hebt kunnen verbergen tot dan toe, dan zul je dat niet meer kunnen doen op dat moment.  Want alleen diegenen die een volstrekt geloof in Jehovah hebben en die absoluut hun vertrouwen in Hem hebben gesteld zullen zich niet afvragen of Jehovah hen zal beschermen.  Indien je de minste twijfel hebt, dan zul je er heel eenvoudig weg niet geraken.  Indien je de minste twijfel zult hebben, zal Satan je opslokken.  Je zult willen vluchten uit schrik, je zult geïsoleerd raken of gevangen worden zoals een kleintje in de grote poten van een leeuw.  De verborgen zonden, het gebrek aan geloof, de slechte beweegredenen, de spijt, , de onzekerheden, wanneer Gog van Magog zal toeslaan, en je dan niet de absolute zekerheid zult hebben je best te hebben gedaan…Wel !…

     

    Zoals je ziet, het zal op zo’n moment zijn dat men een definitief antwoord zal geven op de vraag of we, ja of neen Jehovah hebben gediend met onze hele ziel.  Het zal niet het predikingrapportje of een ouderling zijn die het antwoord zal verschaffen.  Het antwoord zal op dat moment daar verschijnen.  De vraag is dus, ben je er klaar voor ?  Want wanneer Satan zijn aanval zal beginnen, dan zal Jehovah in zijn volle woede toeslaan en het zal eindelijk Armageddon zijn.  Het zal het laatste van de hoera’s zijn.  Wanneer Gog Gods volk zal aanvallen, dan zal Armageddon beginnen.  Het zal als de eindstreep zijn.

     

    Oh, wat zal dat een prachtig moment zijn, broeders !  Indien jij en ik hard hebben gewerkt, indien we ons hebben geoefend, indien we hebben samengewerkt, dan zullen we onder elkaar kunnen zeggen : “Weet je, ik ben verrukt dat ik al mijn geld heb gebruikt voor de Koninkrijkszaal en dat ik me daar heb kunnen neerzetten om onderwezen te worden.  Ik zat daar in de Koninkrijkszaal tijdens de overlevingsles voor Armageddon.  Er waren lessen op dinsdag, donderdag en zondag.  Ik was daar aanwezig totdat de laatste onder hen wegging.  Nu ben ik er klaar voor om Armageddon te overleven, want ik ben er zeker van dat ik op een correcte manier ben onderwezen.  Ik heb me geoefend voor de wedloop en ik ben klaar voor Armageddon want ik heb alles gebruikt waarover ik beschikte om de zaak van het Koninkrijk te ondersteunen.  Ik heb mijn fondsen gebruikt, ik heb niet geprobeerd iets achter te houden, wetend dat geld van geen enkel nut meer zal zijn.”

    Ah ! Je kunt er eens goed mee lachen omdat je weet dat je financiële mogelijkheden gebruikt zijn geweest om Jehovah te eren en te loven. Terwijl al die anderen dat van hen hebben behouden, zullen ze zien hoe de beurs in elkaar stort, ze zullen waarschijnlijk de dollars zien vliegen in de straten zoals gemene vodjes papier ! Het jouwe echter zal gediend hebben om Jehovah gestaag te hebben geëerd.

     

    Oh ! Wat een heerlijk moment zal dat zijn ! En dààr, en dààr, wanneer de Grote Verdrukking is begonnen, de zon en de maan en de sterren gevallen zullen zijn, het teken van de Mensenzoon zichtbaar in de hemel zal komen, eens de gezalfden zullen afgescheiden zijn, eens de aanval van Gog is begonnen, eens de strijd van Armageddon voorbij, en dààr…is dan de NIEUWE WERELD !

    En u zult dan neerkomen aan de andere kant van de lijn, de kant van de Nieuwe Wereld !  Oh, zal dat niet heerlijk zijn ?

     

    Maar, ben je er klaar voor ?

    Dan, op dat gegeven moment is het niet de tijd om te oefenen, want alles zal te snel gaan.  Het is NU de tijd om je te trainen, broeders. We moeten ons inspannen om tegenwoordig te zijn op de vergaderingen, want elke vergadering is een trainingsles voor Armageddon.  Zoals bij het opdrukken van je lichaam.  Het is niet omdat je je één keer opdrukt of pompt dat je spierstelsel gevormd wordt, zo gaat dat nooit.  Slechts één keer pompen zul je niet doen.  Het komt door je aanhoudende inspanning en de regelmaat dat de geestelijke borstspieren worden gevormd, je nek, de armen, de benen, dat je zo een mooi gestel krijgt. Met slechts die ene keer is het niet voldoende, het is de regelmaat die je bekwaamheid om te lopen ontwikkelt, de manier hoe je moet lopen.  Dat brengt dan sterke benen voort, een robuust hart, alsook sterke longen.  Dat ontwikkelt het geloof, geen angst hebben en vastberadenheid kweken.  Je kunt dat niet beginnen te doen wanneer het al begonnen is.  Je moet het NU doen.

     

     

    Zo, ben je er klaar voor om de eindstreep te halen ? Oefen je je nu ? Wanneer de verdrukking morgen komt, ben je er zeker van dat je het soort van persoon bent die Christus zal goedkeuren ?  Heb je de zekerheid dat je zonder voorwaarden en onherroepelijk bewezen hebt dat je je hebt opgedragen aan Jehovah met heel je ziel ?

    Bent je niet tevreden dat we nog enkele minuten respijt hebben voor het einde ?  En misschien daar waar je stijl nog iets te wensen overlaat, je je nog kunt aanpassen, je harmoniseren met je manier van lopen, en te leren gehoorzaam zijn?  Gehoorzaamheid is iets wonderbaarlijks…

     

     

    Sta me toe om jullie nog een anekdote te vertellen vooraleer ik zal eindigen. Deze ervaring is onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift en ik zal het nooit vergeten.  Ze heeft me een les bijgebracht.  Ik kan me nog herinneren dat ik letterlijk deelgenomen heb aan een wedloop.  Dat was toen ik nog op school zat.  Er waren daar enkele jongens opgesteld klaar om te starten.  In mijn geest kon ik ze wel tien keer verslaan.  Ik wist dat ik ze kon verslaan.  Toen de leraar het startsein gaf, was ik vertrokken.  En natuurlijk, ik had ze verslaan !

    Maar ondanks de overwinning had de leraar mij toen gezegd dat ik een nul kreeg.  Ik was er ondersteboven van, en ik zei tegen mezelf : “Wat ?  Niet gewonnen ?” … Ik had dan niet alleen gewonnen, maar nog een nul erbij gekregen.  Ik zat aan de grond.

     

    Zie je, in een wedren zijn er zo van die zaken die men banen noemt, waar men moet gehoorzamen aan de regels, en de regel is zo dat, als je moet lopen dan loop je in jouw baan, niet die van je buur.  Wel, ik was bezig met de banen te overschrijden en wanneer de wedren ten einde liep, had ik in die banen gelopen waar ik niet mocht zijn, en ik had verloren.

     

    Misschien zult je daar mee lachen, maar ziehier de les : Jezus vraagt niet alleen om op een goede manier de wedren te lopen, maar ook zo te lopen dat je de regels respecteert. Je mag dan zo snel lopen als je wilt en kunt, maar als je op het moment dat Jezus zijn troon heeft bestegen, zult aankomen, en hij ziet dat je nogal zigzaggend liep, en door de linies zijt gebroken, dan zou het goed kunnen zijn tot je grote verwondering dat hij je eerder als een bok zal beschouwen dan een schaap,.  Dit, broeders, wensen we jullie niet toe !

     

    Leer te lopen met volharding.  Leer te lopen in gehoorzaamheid.  Leer hard te lopen.  Leer al trainend, want als je het herkenningsteken van de Grote Verdrukking zult voorbijgelopen zijn, dan zul je niet iemand zijn die je nu niet meer bent.  Ik hoop dat we elkaar goed verstaan !

     

    Het is NU het moment waarop je je moet voorbereiden op Armageddon, het is slechts door  intensieve training dat je zult openbaren of je een winnaar bent en dat je de eindstreep van eeuwig leven zult bereiken, tot glorie van Jehovah. 

     
                          ------------------------------------------------------
    Wilt u commentaar geven, wendt u dan tot eleutheros.genaioshupar@laposte.net

    04-09-2009 om 12:41 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.(vervolg van de commentaren op de lezing van David Splane)

     

    Nu komen er eens te meer twee voorbeelden, en welke?

    Het eerste dat verhaal van Jona die van Jehovah een opdracht kreeg, maar de andere kant opging.

    De gezellige sprookjesachtige en overtrokken verteltrant die onze geroutineerde spreker nu aan de dag legt trekt aller aandacht, zelfs van diegene die anders altijd in slaap vallen.

    Ik bedoel o.a. ook de jongsten.

    Dat Jona bang was om zijn oren te verliezen kan waar zijn. Het feit dat hij de wijk nam naar Tarsis toont alleszins aan dat hij niet van plan was om te doen wat hem werd opgedragen.

    En nu ga je zien dat Jehovah wel degelijk iemand kan dwingen te doen wat hij zegt. Jehovah zorgde tijdens zijn vlucht naar Tarsis voor een storm waardoor Jona overboord werd gesmeten door de bemanning en in de buik van een grote vis terechtkwam.

    Versta je deze les, dit onderwijs, deze terechtwijzing? Als het erop aankomt moet jij je kinderen dwingen om naar de vergaderingen te gaan, om velddienst te doen, om zich voor te bereiden enz., of anders de zee in?

    Tot onze schande en verdriet heb wij dit gedaan met als resultaat dat onze zoon mettertijd uitgesloten werd en jarenlang het contact met hem verbroken moest worden. Shame on you.

    Terug naar Jona. Hij moest van Jehovah dus naar Ninevé en wonder boven wonder Jona richtte daar op 40 dagen tijd 120.000 bijbelstudies op.

    Wonder boven wonder zei ik, want het eerste wonder was dat er toentertijd nog geen enkele bijbel was. Het tweede wonder was dat hij gewoon langs de straten liep en al roepend aankondigde: "nog maar 40 dagen en Ninevé zal ondersteboven worden gekeerd".

    Volgens mij is deze manier van prediken en discipelen maken heel wat efficiënter dan de van huis tot huis en van deur tot deur prediking.

    Enfin, het ging over dwingen of niet dwingen. Het eerste voorbeeld is dus wel dwingen.

    Het tweede voorbeeld wordt in de lezing geschetst.

    Dit "vooropgezette" voorbeeld is zo duidelijk dat bijna iedere Getuige van Jehovah direct zal zeggen "eerst Jehovah en dan het andere".

    Maar de vragen zijn eerder: wat wilt Jehovah zelf? En wat interpreteert de organisatie en het besturende lichaam?

    Wat Jehovah betreft kun je verschillende bijbelteksten aanhalen. Maar volgens mij zijn deze teksten vanzelfsprekend.

    Micha 6:8. "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Mattheüs 7:12 "Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten".

    Lukas 10:27 ’"Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand’, en: ’uw naaste' als uzelf".

    Wat de organisatie en het besturende lichaam betreft, moet je alleen maar de vraag stellen:

    Waar staat het volgende in de Bijbel? Bijvoorbeeld: de vijf vergaderingen. Kledingsvoorschriften? Welk bewijs is er dat Jezus en zijn discipelen van deur tot deur gingen. (Goed weten dat je zelf vragen hebt).

    Alhoewel David Splane niet in het hart kan lezen zoals Jezus Christus blijkt uit de volgende ervaring met die broeder en zijn acht kinderen dat hij de "lichaamstaal" machtig is. Bij de eerste oogopslag zag hij dat die zestien jarige zoon geen goede houding had. Bij zijn volgende bezoek zes maanden later was dat geheel en al omgeslagen, want diezelfde jongen nu 17 jaar, liep met een microfoon tijdens de vergadering. Hij kwam te weten dat de ouders met hem gesproken hadden omdat hij niet deed wat de andere kinderen deden en de "waarheid" niet op dezelfde manier beleefde. Die jongen besefte op slag dat hij geen keus had en schikte zich naar de anderen.

    Naar wat riekt dat? Of moet ik zeggen 'stinkt dat'?

    Dus, geef je kinderen een microfoon en ze zijn direct aanvaardbaar voor Jehovah? En twee jaar later was hij getrouwd.

    David Splane zegt niet of weet niet of die jongen ondertussen wel gedoopt is, maar dat zal wel.

    Klaarblijkelijk heeft die jongen ook zijn geheim wapen gebruikt.

    Er staan nu nog twee REUZEN op het menu.

    (ik gebruik deze aanduiding omdat het voedsel te rechter tijd schijnt te zijn).

     

    Negatieve publiciteit (en Wijzelf).

    Laat ik het eerst eens hebben over de voorstelling van de mediaberichten door David Splane: hij beweert dat die verschrikkelijk zijn en dat er iets vreemds is met die berichten.

    Dat wereldse mensen die berichten snel vergeten, maar dat Gods volk er het meest last van heeft.       Hij bedoelt klaarblijkelijk dat de organisatie en het besturende lichaam er last van hebben vermits sommigen naar Bethel bellen of schrijven.

    Dat zal wel zo zijn, maar dan is het om te vragen hoe het met bepaalde "berichten" zit.

    De conclusie die hij hier over zulke vragen trekt, trekt op niks. Broeders of zusters zeggen zelden "het moet wel waar zijn, want het staat in de krant"! Zij zullen eerder zeggen "het staat in de WT of GO en dan moet het wel waar zijn", maar dat is niet altijd waar.

    Voordat wij raad gaan vragen aan Saul, al heeft die heeft daar niks mee te maken, ga ik zelf een voorbeeld aanhalen. Het is een extreem voorbeeld, maar de feiten liegen er niet om.

    De pedofilie kwestie.  Dit heeft zowel in de krant gestaan als op TV getoond en het werd opgenomen. Bij ons in België was dat "Panorama" die deze uitzending van de BBC overgenomen had. Daar waren duizenden rechtstreeks bij betrokken en duizenden hebben de organisatie en het besturende lichaam de rug toegekeerd. Dat was negatieve publiciteit, maar op feiten en getuigenissen gebaseerd.

    En zulke zaken aan de kaak stellen, dáár moet je moed voor hebben. Moed om een organisatie hun zonden en hun fouten aan te zeggen, die organisatie die zelf werkelijk een REUS is. Maar in werkelijkheid uit onvolmaakte mensen bestaat.

    David Splane brengt abrupt de uitsluitings-procedure in het strijdperk en gebruikt Saul als medium. Hij stuurt alle aanwezigen de "mist" in door af te wijken van de realiteit en hen op een zijspoor te zetten door naar de tijd vóór 1952 te verwijzen.

    Ik verwijs naar de procedure die Jezus Christus als basis heeft gelegd. In Mattheüs 18:15-17 "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16Luistert hij echter niet neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

    Jezus Christus sprak niet van een "religieus rechterlijk comité" maar van de gemeente. Jezus Christus sprak niet over uitsluiting en dat je met de zondaar niet meer mocht spreken en niks geen geestelijk hulp meer mocht geven.

    Hij sprak niet over "voorwaarden of uitsluiting".

    Al wat ik kan zeggen is, "denk diep over deze dingen na" want de "uitsluitings-procedure" is een letterlijke en geestelijke marteling zelfs voor diegenen die niet zondigden maar er bij betrokken zijn.

    Die negatieve publiciteit is niet door de zondaar geopenbaard, maar door de menselijke rechters die door de organisatie en het besturende lichaam aangesteld zijn.

    En zonder boe of ba springt David Splane over naar nog een heter hangijzer.

    DE BLOEDKWESTIE.

    Deze is sedert 1945 een aanvaardbare medische behandeling geworden volgens de lezing. Maar wat valt er te zeggen over de periode daarvoor? Toen hielden de mensen ook niet van ons".

    En hij doet het weer hé! Hij verandert weer van thema. "want we gingen niet naar de oorlog".

    Nu ga ik eens zeggen waarom de mensen voordien ook niet van ons hielden. Voordien mochten de Getuigen van Jehovah geen "vaccinaties noch orgaantransplantaties" ondergaan. Wie het wel liet doen werdt uitgesloten. Al werd er een andere terminologie gebruikt. En dat was lang vóór 1952.

    En later mocht dat ineens wel. Was de Bijbel aangepast of veranderd?

    Neen, de organisatie en het besturende lichaam waren verkeerd, maar geven het niet en nooit toe.

    Met een beetje moeite kun je dat allemaal achterhalen.

    En als David Splane zegt dat wij niet naar de oorlog gingen is dat NIET waar, dus weer een leugen. Het waren de "STANDFASTERS" in de organisatie die niet naar de oorlog gingen en daardoor uit de boot vielen. Maar wat hij niet zegt is dat de organisatie en het besturende lichaam jaren lang hebben volgehouden dat "vervangende dienstplicht" bijbels niet toelaatbaar was en dat het een compromis was. Diegenen die het wel aanvaardden werden uitgesloten. En pas in 1996 werd in de Wachttoren van 1 mei afgekondigd dat vervangende dienst een gewetenskwestie is. Met andere woorden al die jaren hebben vooral onze jongeren nutteloos in de gevangenis gezeten en sommigen hun leven gelaten.

    En weer rangeert hij ons op een ander spoor, namelijk de van deur tot deur prediking, en dat is een andere versie dan het van huis tot huis werk.

    Er is geen enkel Bijbelse ondersteuning voor de "van deur tot deur" prediking. En zelfs de "van huis tot huis" prediking is zeer discutabel.

    Voor de rapportjes is er zelfs geen enkele spoor te vinden in de Bijbel.

    Dat de duivel heel erg overeen komt met de klasgenoten is een smerige vergelijking en kan slechts bedoeld zijn om onze jongeren wereldvreemd te maken.

    Mijn vraag is "wie gaat er "duivels" te werk?

    Daarmee bedoel ik niet dat alle omgang goed is, maar ook niet verkeerd en is juist daarom een persoonlijke beslissing. Of vertrouwen zij onze jongeren niet? Of zijn zijzelf onbetrouwbaar?

    Nu komt de meest indrukwekkende vijand ten tonele.

    Wijzelf, (gij en ik, wij en zij).

    De veralgemening die uit deze manier van presenteren uitgaat is alleen maar van toepassing op verdeelde gezinnen. O.K. die zijn er veel, maar niet algemeen zoals de voorstelling suggereert.

    En zijn conclusie dat je nooit of te nimmer iets goeds kunt doen is eveneens afwijkend van het normale en redelijke.

    David Splane zegt nu zelf "wat is er verkeerd met deze redenatie" en komt terzake met de misleiding en het enige goede. "Maar wij zijn de schepping van Jehovah en Jehovah heeft ons naar zijn organisatie getrokken".

    Één ding is zeker namelijk dat alle mensen Zijn schepping zijn en dat Jehovah ons naar zijn organisatie getrokken heeft is een uitspraak van de organisatie en het besturende lichaam.

    En dat God geen 'waardeloze' mensen tot zich trekt is evenmin een juiste uitspraak. Er zijn uiteraard geen "waardeloze mensen" in Gods ogen, zij zijn allemaal zijn schepping. Er zijn wel goddeloze mensen of mensen die tegen Gods Geest zondigen, maar die laatste vaststelling is niet aan mensen gegeven om dit te beoordelen noch te veroordelen.

    De zinsbouw die de spreker gebruikt is om de schuldgevoelens die je jezelf eventueel aan gepraat heb, teniet te doen. Het bijbelse voorbeeld dat David Splane nu aanhaalt is er eens te meer opgericht om, waar je ouders in te kort zijn geschoten, niet zoals zij te doen. In de praktijk doen kinderen dat praktisch nooit, zeker niet in hun tienerjaren. Zelfs wanneer zij wel het goede voorbeeld hebben gegeven.
    Hij noemt echter alle ouders die niet het goede voorbeeld hebben gegeven eveneens "de Sauls en de Eliabs" van deze wereld en voegt daar nog eens extra aan toe dat zij "onwetend" zijn.

    Onwetend van wat? Van uw problemen jongeren?

    Jehovah der legerscharen is in staat je met je problemen te helpen

    Niet je ouders, maar Jehovah.

    In het algemeen weten ouders heel goed hoe zij jou kunnen en willen helpen, maar dat is weer een kwestie tussen jou en hen.

    En let nu op de subtiele inschakeling van wat hij "een geheim wapen" noemt.

    Hoe helpt Jehovah je dan?

    Door de kennis van Jehovah.

    En dat is een probleem waar niemand van ons nog mee geconfronteerd wordt. Denk jij dat ook?

    Door kennis zegt hij, ik zeg "nauwkeurige kennis".

    Ik zeg ook je dat er weinig Getuigen van Jehovah zijn die "nauwkeurige kennis" hebben. Wees a.u.b. niet gechoqueerd. Ik probeer het te verduidelijken door een simpele vergelijking. Hoeveel kanten zijn er direct gezien aan een medaille? Ik zeg twee, maar bij nader toezien zijn er drie.

    Wel de meeste Getuigen van Jehovah kennen alleen maar de kant die de organisatie en het besturende lichaam hen laat zien. En zelfs die kant is reeds meermaals veranderd zonder dat zij de Getuigen er hun eigen gedachten laten overgaan.

    Zij vragen zich nooit af waarom die verandering.

    En was die verandering vroeger "niet-bijbels" en nu wel? Of andersom, vroeger wel en nu niet?

    Dat wij niet meer naar "de waarheid" moeten zoeken blijft een open vraag vermits heel wat geopenbaarde waarheden veranderden en aangepast moesten worden.

    In feite zegt David Splane dat zij, de organisatie en het besturende lichaam, de waarheid en God voor ons gevonden hebben en daarom moeten wij dat niet meer doen, zij hebben dat gedaan en nu moeten wij hen gehoorzamen. Evenwel zegt de bijbel duidelijk in
    1 Thessalonicenzen 5: 21 "Vergewist U van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is".

    En die 1000 jaar die er nodig zou kunnen zijn om tot volmaaktheid te komen?
    Dan is mijn vraag, loopt die duizend jaar nog steeds parallel met de voorgaande zes duizend jaar om één scheppingsdag vol te maken? Dat kan al niet meer vermits die stelling van 7000 jaar voor één scheppingsdag niet meer houdbaar was. (Zie "Inzicht in de Schrift blz. 825 en de misleidende herinterpretatie op blz. 526 eerste § plus de ontbrekende redenen waarop de verkeerde interpretatie was gebaseerd.
    En zijn de geologische bewijzen nu aanvaardbaar omdat zij in hun kraam te pas komen?).

    Dat de Heer nabij is, was in de eerste eeuw G.T. reeds een feit. Zoals Jezus Christus zelf bevestigde in Mattheüs 18:20 "Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden"

    De vrede van God waarover de Bijbel spreekt, is een strikt persoonlijke zaak en kan alleen maar voortvloeien uit een intieme en vertrouwelijke band met God. Filippenzen 4:7 "en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal UW hart en UW geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus".

    De Bijbel maakt heel duidelijk dat die vrede niet door de organisatie en het besturende lichaam komt noch door gelijk welke organisatie.

    Religieuze organisaties kunnen hooguit slechts een middel zijn, een instrument.

    De illustratie die de spreker, David Splane, nu vertelt is een eigen ervaring. En die gaf hem een ontroerende boodschap mee, namelijk dat zij, de zuster, ondanks haar miserabele toestand, door Jehovah gezegend was. En op zijn vraag HOE? Verwees die gehandicapte zuster naar haar "regeringspensioen". Dat verwonderde mij wel, want zo moeten er beslist duizenden zijn die een "regeringspensioen" ontvangen.
    Wat meer op een zegen van God berust, is dat die zuster mensen kende die geen toelage hadden om voedsel te kopen.

    Hoe bleven die in leven?

    En om op deze toer te blijven, deelt David Splane zijn gevoelens met ons, hij zegt dat hij zich nederig voelde nadat hij met deze zuster had gepraat. Volgens mij was dit een moment opname, want het was maar een "gevoel" iets dat hij voordien dus niet had. Ik was en ben ervan overtuigd dat "nederigheid" een eigenschap moet zijn voor een Christelijke persoonlijkheid.

    Vervolgens leidt David Splane ons via alcoholisme naar depressiviteit.

    Zoals alcoholisme begint met één glas, zo ontwikkelt depressiviteit zich met één negatieve gedachte. Dat klopt als een bus, maar dan een heel erg klein busje. Negatieve gedachten zijn praktisch altijd verbonden met negatieve ervaringen of handelingen. Dat hangt sterk af van persoon tot persoon, de omgeving, het milieu de omstandigheden enz..

    En zoals hij benadrukt dat de eerste negatieve gedachte moet onderdrukt worden is dit eveneens een misleiding. Want, niet iedere negatieve gedachte leidt tot een depressie.
    Het omgekeerde is evengoed mogelijk, namelijk dat een negatieve gedachte tot bevrijding kan leiden, gelijk welke oorzaak.

    Bijvoorbeeld, iemand heeft je bedrogen, wat is jouw reactie? Uiteraard negatief en wat is het positieve? Antwoord a.u.b. voor je eigen.

    Het lijstje dat Splane aanvoert is positief, niet moeilijk, het komt uit de bijbel.

    Dat de wereld en haar wijsheid dat niet zo ziet is eveneens een misleiding.

    Denk jij dat heel de wereld, alle mensen die geen getuigen van Jehovah zijn, want dat wordt er mee bedoeld, al zegt hij dat niet, stil staan bij negatieve dingen?

    En dan nog negatieve dingen uit onze jeugd. Kunnen juist die negatieve ervaringen niet tot ons gezond verstand spreken om het beter te doen?

    David Splane vergelijkt negatieve gedachten met porno en waarom?

    En wanneer hij toch over gezond verstand wilt spreken, getuigt deze negatieve lezing van gezond verstand?

    Waarom zegt hij dat wij niet sterk genoeg zijn om negatieve gedachten om te zetten in positieve handelingen?

    Omdat zij niet leren uit hun fouten! Kunnen wij dat ook niet? en met leren bedoel ik welverbeteringen.

    Dat David Splane is zeker een misser!

    Hoe zet je adrenaline om in positieve energie?

    Dat de problemen van vandaag steeds groter worden is gelijklopend met de groei en misleiding van de bevolking.

    Dat heel het "systeem van de wereld van de duivel" tegen de getuigen van Jehovah, in het gareel is gebracht is eveneens een misleiding.

    Want alle mensen die geloven, wat afhankelijk is van de plaats en de omstandigheden, zijn Gods schepping.

    Bijna alle mensen zouden vrede willen, maar velen KUNNEN daar weinig of niets aan veranderen.

    In dit opzicht zou zelfs de organisatie en het besturende lichaam een reus kunnen zijn. Evenals alle andere, vooral religieuze organisaties. Waarom?

    Omdat organisaties werktuigen zijn in de handen van God, wie of wat Hij ook zou zijn.

    De parallel die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken in deze lezing met de wapenuitrusting van Saul is zeker en vast voor meerdere uitleggingen vatbaar.

    Vergeet echter niet dat Saul de gezalfde van Jehovah was. Waarom zijn wapenrusting gebruiken in negatieve zin?

    Jezus Christus deed dit alleszins niet.  Niet Saul noch een andere figuur uit de bijbel staat model voor een "Christelijke Persoonlijkheid" maar Jezus Christus.

    bedankt voor het lezen. mettertijd wil ik een dergelijke lezing op mijn blog zetten. maar dan zonder commentaar. in de hoop dat u zelf het commentaar geeft.
    Die lezing is ook gebracht door een lid van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen.

    19-07-2009 om 18:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar op de lezing van David Splane

    MIJN PERSOONLIJKE COMMENTAREN van de lezing  "Zou jij Sauls wapenrusting aan doen" door David Splane een belijdend gezalfde van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen. Gegeven op 20 mei 2007. 

     

    Deze parallel is gebaseerd op het verslag van 1 Samuel hoofdstuk 17.

     

    Laat mij opmerken dat Saul de "Gezalfde" van Jehovah was. Hou dus in gedachten dat hij een "Christus" was, want dit is de betekenis van gezalfde.

    Zoals wij lezen was Saul "vanaf zijn schouders" groter dan gelijk welke man in het huis van Israël.

    De grootste man in Israël zal toch ten minste 1m80 of 1m90 geweest zijn. En als Saul daar met kop en nek bovenuit kwam mogen wij toch aannemen dat Saul minstens 2m10 groot was.

    Dat van Goliath laten wij gewoon in het midden.

    Wij zien in de lezing dat hij met zijn 'ongeveer' 3m onwaarschijnlijk heel groot moet zijn geweest. Dienovereenkomstig mat, zijn wapenuitrusting, volgens de bijbel zes el en een span.

    Dat is volgens het "Inzichtboek" deel 1 blz.873, 2m90.

    David was waarschijnlijk nog maar een tiener.

    De beide legerkampen moeten redelijk dicht bij elkaar hebben gelegen daar zelfs de gevechtslinies op gehoorafstand lagen. Wanneer David dus het woord nam om te vragen wie die onbesneden man was die de dienstknechten van de Almachtige hoonden zeiden zijn toehoorders "Sshhhhhtttt!!!. Hij kan je horen". Maar in 1 Sam. 17: 26 staat niks van "Sshhhhhtttt!!! Hij kan je horen". Dat is geen overdrijving, maar een bewerken van je toehoorders, een auditieve beïnvloeding en suggestieve manipulatie.

    Waarom? Omdat zijn volgende woorden dit eveneens zijn: "David liet zich niet ontmoedigen" is een hint naar de toehoorders zich eveneens niet te laten ontmoedigen in hun vermeende "geloofsstrijd". 2 Timotheüs 2:24 "Een slaaf van de Heer behoeft echter niet te strijden".

    David drong aan en Saul aanvaardde het voorstel. Meer zelfs, Saul dwong David om de wapenuitrusting van hemzelf aan te trekken.

    Zoals David Splane zegt: je kon twee Davidjes in die wapenrusting steken. Om de duidelijkheid citeer ik dit vers: 1 Samuël 17:39 "Toen gordde David zijn zwaard aan over zijn kleren en maakte aanstalten om te gaan [maar kon niet], omdat hij ze niet had geprobeerd. Ten slotte zei David tot Saul: „Ik kan in deze dingen niet gaan, want ik heb ze niet geprobeerd.” David ontdeed zich er dus van".

    Kun je dit voorstellen? Dat hij de wapenuitrusting van een volwassen man en dan nog de grootste van geheel Israël moest aantrekken. David die nog niet eens volwassen was, alhoewel niet te onderschatten, vermits hij reeds een leeuw en een beer had gedood.

    En wat lezen wij vervolgens? David kon de wapenrusting niet dragen. Maar David reageerde spontaan volgens het vers 40: "Daarop nam hij zijn staf in zijn hand en koos zich uit het stroomdal vijf van de gladste stenen en deed ze in zijn herderstas, die hem tot gereedschapstas diende, en zijn slinger had hij in zijn hand. Toen trad hij op de Filistijn toe".

    En nu komt de praktische toepassing naar het publiek toe. Want wie gaat nu een gevecht aan met een reus met alleen maar een slinger en een paar stenen? Ja, wie is nu zo dom en overmoedig om zoiets te riskeren? En nu komt de hamvraag: "maar was dat het enige wat hij tot zijn beschikking had? En David Splane brengt zijn toehoorders tot een climax waardoor de inprenting gegarandeerd is.

    O neen! David had een geheim wapen. En zoals het een kunstenaar eigen is met de stem van volleerd orator onthult David Splane dit geheime wapen. Zelfs de oudere broers van David hadden er geen weet van. David die nog zo jong was en niks afwist van techniek en technologie, maar alleen van schapen verstand scheen te hebben, had een geheim wapen ontwikkeld.

    En David, met opgericht hoofd en de borst vooruit onthult zijn tegenstander dit geheim wapen in het vers 45: "Gij komt tot mij met een zwaard en met een speer en met een werpspies,

    Zulk banaal en voorbijgestreefd speelgoed, maar ik kom tot u met de naam van Jehovah der legerscharen". Dit was het geheim wapen van David "Jehovah".

    En let nu op de parallelle toepassing: "Omdat wij allemaal met reuzen worden geconfronteerd". Zegt de spreker.

    Heel de zaal, alle aanwezigen zullen zich vereenzelvigen met David, heel hun leven is er mee gemoeid en deze voorstelling van zaken is zo indringend dat het "geloofs problemen" moeten worden. Met andere woorden, al de problemen die er zijn en zullen komen, hebben te maken met het feit de zij Getuigen van Jehovah zijn.

    De spreker David Splane, de organisatie en het besturende lichaam, gaan voorbij aan de schriftplaats uit 1 Korinthiërs 10:13 "Geen verzoeking is over U gekomen behalve die welke mensen gemeen is. Maar God is getrouw, en hij zal niet toelaten dat GIJ wordt verzocht boven hetgeen GIJ kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat GIJ ze kunt doorstaan". (ik benadruk).

    Noem mij nu één probleem dat u overkomen is maar nog nooit aan iemand anders is gebeurd, "geloofs problemen" inbegrepen. Geen vertelde of geschreven ervaringen van iemand anders.

    Nu wordt er gezegd dat "Saul 's wapenrusting hier te vergelijken is met de manier van denken die de wereld aanreikt om problemen op te lossen". Ik heb vroeger reeds gezegd dat parallellen aangepast kunnen worden volgens wat je het best uitkomt, maar zo werk het niet. of wel?

    Vergeet in de eerste plaats niet dat Saul Gods 'gezalfde' was, en dat zelfs David niet de euvele moed had om zich aan Saul te vergrijpen.

    Wij zullen zien hoe de organisatie en het besturende lichaam die wapenuitrusting van één van de 'gezalfde' van Jehovah gebruikt om alle Getuigen van Jehovah wereldwijd te misleiden.

    Teneinde de reuzen waarmee zij geconfronteerd worden tegemoet te treden. Die eerste reus blijkt het ECONOMISCH STELSEL te zijn.

    En dat is een gloeiend heet hangijzer. Uiteraard worden wereldse problemen altijd gebruikt om de profetieën uit de bijbel aan te dikken en in de verf te zetten. Uiteindelijk hangen die 'profetieën' reeds aaneen van die verschillende soorten 'verf' te rechter tijd.

    En nu ter zake. David Splane brengt Saul op het podium en wilt weten wat hij op dit moment over het economisch stelsel te zeggen heeft? En Saul volgt de aangeduide weg en verklaart onomwonden dat het vandaag de dag niet gemakkelijk is om je kost te verdienen.

    (David vraagt dat niet voor zichzelf, want zijn broodje is gebakken, als je van Amerika naar hier kunt komen met een vliegtuig, om een lezing te geven die dan nog moet vertaald worden. En omdat hij het niet zelf moet betalen, zit David Splane klaarblijkelijk "gebeiteld op rozen").

    Dat jij jouw kinderen moet helpen om hun kost te verdienen is vanzelfsprekend. Saul is wel heel voorzichtig, maar zegt toch plompverloren, "Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen pionieren. Maar met pionieren zul je echter de rekeningen niet betalen". Let wel, niet Saul zegt dat, maar David Splane legt Saul die woorden in de mond. Hij gaat verder en zegt: Sauls raad lijkt misschien wel praktisch. Maar zou dit de juiste manier zijn om de vijand tegemoet te treden?

    Ik vraag welke vijand? Is de kost verdienen voor je gezin niet een eerste vereiste. 1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.

    De illustratie die nu volgt is zo overtrokken en zo eenduidig dat het aan het ongelooflijke grenst dat niet alle aanwezigen de zaal hebben verlaten. Dat zij dat niet doen is de duizendvoudige realiteit van het onderwijs. En door die misleiding hebben de toehoorders weinig of geen eigen verwerkingsdrang.

    De stelligheid waarmee David Splane hier suggereert dat Jehovah je zal helpen een betrekking te vinden is terug te vinden in al de beweringen van de organisatie en het besturende lichaam. Dat God dit kan doen is buiten kijf, maar dat hij dit altijd en voor iedereen  ZAL DOEN is een GROTE LEUGEN.

    Neen, Splane zegt dit niet, maar hoe nemen de toehoorders het op?

    Splane zegt "denk hierover na". Wat zegt de bijbel hierover? En ik ben hier volledig mee akkoord, doe dat a.u.b.ook. Maar ik ga eerst één voorbeeld geven wat God allemaal zou moeten doen om mensen ter wille te zijn: "een boer wilt regelmatig regen voor zijn opbrengsten. Mensen over het algemeen willen veel zon en geen regen, vooral tijdens de verlofperiodes en de weekends". Dat is een simpel voorbeeld, maar je kunt dit vermenigvuldigen met ieder getal. Let ook op het aantal keren dat Splane het woordje "misschien" gebruikt.

    En al is het waar dat er oudere mensen ontslagen worden en vervangen door jongeren is dat geen algemene regel. Dat minder en meer betalen gaat op voor firma's die hun bedrijvigheid verplaatsen naar lagere loonlanden, maar dat is een verantwoorde verplaatsing op lange termijn. Al speelt ook winst grotendeels mee.

    Ja, dat moet je nu eens zelf doen. Vergelijken met het dienen van Jehovah.

    Aan de hand van ervaringen die te boek zijn gesteld door een geloofswaardige Getuige van Jehovah. Broeder Raymond Franz ex-lid van het besturende lichaam. Zie hiervoor zijn boek "Gewetensconflict". Buiten zijn eigen ervaringen beschrijft Raymond treffend de ervaring van Edward Dunlap die op 70 jarige leeftijd het hoofdbureau diende te verlaten. Die is beslist niet de enige.

    Ga naar 'Google' typ 'Raymond Franz' en beter nog bestel zijn boek.

    Wat zeg je, dat mag je niet, liegen mag ook niet en dat doen de organisatie en het besturende lichaam op hetzelfde moment dat zij het jou verbieden. En daarbij, dat verbieden riekt teveel naar methoden van de vroegere katholieke kerk.

    En ja, daar zijn mensen voor uitgesloten, maar die waren daar blij mee, niet met de uitsluiting, maar met hun vrijheid.

    Onze Splane heeft net gezegd dat Jehovah jouw werk niet vergeet en geeft het woord weer aan Saul. Die vindt dat erg fideel van Jehovah, maar je zou toch eerst naar de universiteit moeten gaan en daarna de volle tijdsdienst doen. Het voorbeeld van die computertechnicus is weer zo fantasievol vermassacreerd omdat het in het geheel niet in hun kraam te pas komt. En onze enthousiaste spreker heeft nog een passende ervaring.

    Pas op voor Saul, want die doe je de das om.

    Een ijverige broeder, op alle gebied, heeft na 18 jaren fulltime op Bethel gewerkt te hebben één steek laten vallen. Enfin, volgens de organisatie en het besturende lichaam, want Jehovah had dat juist geboden. Genesis 1:28. "Weest vruchtbaar en wordt tot velen". Wie ben ik om kritiek te hebben op de organisatie en het besturende lichaam. Bijbels gezien moest hij nu voor zijn gezin gaan zorgen, wat de organisatie en het besturende lichaam, ongeveer 18 jaar lang voor hem hadden gedaan. Iets wat zij niet meer doen wanneer er een kind in het gezin komt.

    En zoals je kunt lezen heeft die waarschijnlijk 32 jarige man een werkje gevonden dat alleen een Bethelwerker kan bezetten. Dit wil zeggen dat hij beter was dan al die universitaire wereldse gediplomeerde betweters.

    Heb je opgemerkt waarom hij beter was dan al die anderen? Dank zij de Theocratische Bediening School, allemaal met hoofdletters, anders telt het niet.

    Als ik het goed voor heb, dan is er geen enkele werkloze in de gehele organisatie, niet één.

    Omdat alle zeven miljoen leden, normaal toch, allemaal de Theocratische Bediening School voortdurend doorlopen.

    En de plaats die hij bezette was bijzonder interessant, hij besliste wie van die gediplomeerde, toekomstige wereldregeerders, aangenomen of ontslagen zouden worden. De echte reden was echter dat hij het "goed kon uitleggen en hoe je anderen kunt laten werken". Hij gebruikt het woord "omgaan". En dit met Jehovah's zegen. Dus zegt onze welbespraakte orator met veel meer woorden, een wonder!

    Hij zegt vervolgens dat Jehovah van het woord "onmogelijk" houdt. Hoe kan Jehovah nu houden van het woord "onmogelijk" vermits het niet eens in zijn "vocabulaire" staat.

     

    En nu, uiteindelijk krijgt de gehele vergadering de lang verwachte vrijgave van?? Ja, Hallelujah.

    Het geheime wapen, een wapen waar de Sauls en de Eliabs van vandaag, dus alle wereldse mensen, helemaal niets over hebben gehoord.

    Neen, daarmee mag je niet lachen want de Getuigen van Jehovah geloven dit allemaal, allée bijna de helft, de andere helft is weggegaan.

    Vervolgens zegt David Splane in naam van de organisatie en het besturende lichaam, dat wanneer je de koninkrijksbelangen de eerste plaats in je leven stelt, dan zal Jehovah in de noodzakelijke levensbehoeften voorzien.

    Dat klopt aan geen kanten, want God laat het regenen en de zon opgaan voor alle mensen. En het verschil in 'levensbehoeften' hangt af van de plaats en de omstandigheden waarin men leeft op het moment.

    Maar in werkelijkheid gaat deze inleiding rechtstreeks over het feit dat we moeten denken dat we niet in staat zijn om te pionieren. En dan gaat deze, misschien oprechte spreker er van uit, dat wij te veel dingen nodig hebben om te leven.

    En nu mijn leergierige lezer gaat Splane weer eens buiten zijn boekje. "Veel jonge echtparen zijn echt in het rood gegaan" (...) ze zijn soms € 20.000 of 30.000 schuldig aan de bank". Wat hij zegt is geen leugen, maar de suggestieve manier is zo subtiel dat het eerder misleiding moet genoemd worden. Er is een enorm groot verschil tussen "in het rood" staan en "geld schuldig zijn". Hij moet dat niet alleen weten, maar ook duidelijk het verschil aantonen. Mensen die geld lenen, zijn geld schuldig, maar staan daarom zeker nog niet in het rood.

    Diegenen die bijvoorbeeld voor een dak boven hun hoofd hebben geleend zijn absoluut niet verkeerd. De huishuren zijn op veel plaatsen zo uit de pan gerezen dat het verantwoord kan zijn om een eigen huis te willen bezitten.

    Om zijn eigen woorden te gebruiken: "Hoeveel hebben we nodig om gelukkig te zijn? Is het waar dat hoe meer we bezitten hoe gelukkiger we zijn".

    Hoeveel koninkrijkszalen zijn eigendom van de plaatselijke gemeente? Evenwel hebben de gemeenteleden alles uit hun eigen zak betaald.

    De aanhaling van Deuteronomium 2:7 is zuivere muggenzifterij en beïnvloeding, want zo gelukkig waren de Israëlieten niet. En Mozes mocht dan zeggen en schrijven "Jehovah uw God heeft u gezegend".

    En nu speelt de spreker mij in de kaart door de tekst van 1 Tim 6:8 waar Paulus zegt: “Wanneer we daarom voedsel,kleding en onderdak hebben, zullen we daarmee tevreden zijn”.

    Moet ik nu uitweiden over de vereiste van "onderdak" of ga je dat voor je zelf uitmaken? Of dit nu door middel van huur of afbetaling gebeurt is een privé-zaak.

    En telt tezelfdertijd de mensen maar eens die wel tevreden kunnen zijn met wat ze hebben.

    En terwijl je toch goed bezig, bent telt dan ook diegenen die lijden met wat zij NIET hebben aan levensbehoeften.

    TV nieuws sprak over minstens één miljard mensen die alleen nog maar honger lijden.

    De volgende vijand die onze "aanbiddelijke" spreker ten tonele voert is 'groepsdruk'

    De kwetsbare individuen zijn de jongeren.

    Hij beschrijft hun zwakke punten tijdens de tienerjaren maar dan in het algemeen, zeker niet alle jongeren hebben daar problemen mee. Maar zegt hij, en hij betrekt alle aanwezigen daar bij, "wij zijn Jehovah's volk";

    Daarmee zet hij alle anderen buiten spel, maar speelt in op het eigen belang en de eigendunk van alle luisteraars.

    Zijn vraag: hoe zullen we deze reus tegemoet treden? Is niet als vraag bedoeld, maar als een "inscherping", zoals ouders hun kinderen beginselen en normen inscherpen of inprenten.

    En Saul zou daar in het geheel niks over zeggen omdat hij onder geheel andere omstandigheden leefde, een andere omgeving en wetgeving.

    Hij, onze spreker legt gewoon zijn, of juister gezegd, de woorden van de organisatie en het besturende lichaam in Saul's mond. Het enige wat de organisatie en het besturende lichaam hiermee betrachten is dat iedere Getuige van Jehovah anders is door te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam. En met gehoorzamen bedoel ik in alles wat zij suggereren, voorschrijven en zeggen, in alles en met hun interpretatie over 'alles'.

    En David, de zoon van Isaï, die zou ook niks zeggen. En weet je waarom niet? Omdat hij alleen voor zichzelf kan spreken. 40 dagen lang was Goliath het leger van Saul, Saul inbegrepen, aan het uitdagen en provoceren, en geen kat reageerde. David toonde moed en om te reageren moet je moed hebben.

    De ervaring van die jongere Jason is ook een persoonlijke ervaring.

    Deze manier waarop de organisatie en het besturende lichaam met hun suggestieve manieren onze jongeren dwingen hun collega's te benaderen en te behandelen, maakt eerder leugenaars van hen. In werkelijkheid zegt deze ervaring het duidelijk. 

    "Hij stond stil bij de verschillende.mogelijkheden die hij had. Hij kon gebaren dat hij een week lang ziek was. Een week thuis blijven van ‘t school. Hopend dat na een week de andere studenten het vergeten waren. Of hij zou een snor kunnen laten staan en naar Brazilië gaan en uitgaan van het standpunt dat niemand hem zou herkennen".

    Ik herhaal dat de beslissing die Jason nam een persoonlijke beslissing is.

    Daarbij kan en is er zelfs meer mogelijkheid dat hij beïnvloed is door vroegere "lezingen van dat soort", waardoor een persoonlijke beslissing, een beslissing is van de organisatie en het besturende lichaam.

    Het vervolg van de lezing is een vervolg dat je in alle religies en in alle organisaties, zelfs in naaikransjes zult meemaken.

    En dat David, de zoon van Isaï, gelijk had, is geen conclusie, maar een belachelijk maken van al die 'wereldse' jongeren. lees maar,

    "Je noemt dat een reus? Kijk eens hoe hij omvalt eenmaal dat je hem tegemoet treedt?”

    Ik zeg jullie jongeren, maar ook alle Getuigen van Jehovah, dat dit geen "Christelijk handelwijze" is.

    Manipuleren is ook wreedheid, of wil David Splane dat niet weten. Al de drogredenen die hij vervolgens opnoemt zijn een bewijs van zijn autoritair optreden.

    En het feit dat hij al die 'wereldse jongeren' lafaards en angsthazen noemt, is het toppunt van arrogantie, een misleide Hitler waardig.

    Zijn volgende woorden zijn erop gericht je een imago aan te meten van zelfzekerheid die niet voorvloeit uit wat wij van Jezus Christus kunnen leren. Jezus Christus trad onverschrokken in het strijdperk tegen "de priesters" en "Farizeeërs" en de "oudere mannen" die hem vals beschuldigden. En dat is helemaal iets anders, en dáár is moed voor nodig.

    Dat Jehovah's getuigen de gevechtslinie van de Almachtige God zouden uitmaken en die 'gevechtslinie' belachelijk zou maken, zou hen, zelfs niet in gedachte, de euvele moed mogen geven hun evennaaste als vijanden te bezien en te beledigen.

    In feite gebruikt de organisatie en het besturende lichaam niets anders dan een andere "terminologie" voor het woord "bokken" dat de verkondigers niet meer mogen gebruiken. En tot wat zetten zij die verkondigers nu aan?

    Met andere woorden gezegd: geef nooit een "wereldse" mens het overwicht, nooit gelijk, zelfs het voordeel van de twijfel is in het geheel niet nootzakelijk.

    Dat is zelfs zo ver en diep binnen gedrongen in de geest en het hart van het merendeel van de Getuigen van Jehovah dat die geest zelfs de gemeenten besmet heeft.

    De volgende ervaring van Wesley is geen ervaring die uitsluitend en alleen in de organisatie van Jehovah's getuigen plaats vindt. Voor de Getuigen van Jehovah klaarblijkelijk wel, want zij mogen praktisch geen andere lectuur lezen of het moet de drukperzen van de organisatie gepasseerd zijn. Zelfs het vervolg is gelijklopend met andere ervaringen bij andere religies. Ik kan zelfs mijn eigen ervaringen daar mee vergelijken, alhoewel niemand van mijn vroegere studies in Brooklyn bij de Bethelfamilie werkt. Maar ik heb verschillende gezinnen tot de opdracht en doop gebracht, waarvan de kinderen en kleinkinderen ondertussen volwassen getuigen van Jehovah zijn geworden.

    Dat blijkt zelfs een gevolg te zijn waarom jongeren op de vergaderingen aanwezig  zijn.

    Ook deze ervaringen zijn slechts een inleiding naar het komende relaas.

    Wij kunnen hierbij reeds opmerken dat het met de opleiding te maken heeft, dus met u 'ouders'.

    En hou je nu maar vast aan je bretellen.

    Hier komt de eerste schuldvraag: Als je zoon 12, 13 of 14 jaar oud is en nog geen 'niet-gedoopte' verkondiger is, kan je dan zeggen dat je hem echt goed opleidt?

    En alles wat je nu als excuus of zelfs als reden zult aanvoeren wordt direct uit je handen genomen door ZIJN woorden in jullie mond te leggen, "je zou 'misschien' kunnen zeggen", laat nog veel open voor wat je eventueel zou willen zeggen (...).

    Toch is dit nog niet eens het belangrijkste. Het belangrijkste is dat hij of zij nog geen "verkondigerskaart" op zijn of haar eigen naam heeft. Waar mijn beste lezer of lezeres staat dat in de Bijbel? Wanneer heeft Jezus Christus aan zijn discipelen verkondigerskaarten uitgeschreven?

    Ben je echt vergeten dat ook niet gedoopte verkondigers het aangroeicijfer vergroten, en daar gaat het om. Tezelfdertijd lig je visueel vast in het systeem, snappen jullie dat niet?

    Maar gij zijt er nog niet vanaf hoor.

    Als je zoon 14, 15 of 16 jaar is, is hij dan al gedoopt? En als hij nog niet gedoopt is, waarom is hij dan nog niet gedoopt.

    En onze 'inquisiteur' de 'gezalfde' broeder David Splane, vraagt aan jullie, ouders, met een zeemzoete stem, maar met een beschuldigende wijsvinger, "waar is de opleiding"?

    En opnieuw worden al jullie excuses en redenen met één zin, en welke een zin dan nog, van de tafel geveegd: "dat is erg, erg onverstandig".

    En voor ene keer moet ik hem gedeeltelijk gelijk geven. Dat is erg, erg onverstandig, van hem. Meer nog, want David Splane vertegenwoordigt de organisatie en het besturende lichaam en de 9986 andere 'belijdende gezalfden', die niks in de pap te brokken hebben.

    Je moet maar durven.

    Volgens mij, en volgens zijn ouderdom zou hij toch minder onverstandig moeten zijn.

    En waarom is het erg, erg onverstandig? Omdat er behoefte is aan dienaren. Precies of alle 18 jarigen er behoeften aan hebben om dienaar te worden.

    En weer worden de ouders op de korrel genomen en de trekker overgehaald. "Gedurende heel zijn tienerleeftijd heeft hij nooit geleerd om te streven naar voorrechten". Niet de onrechtvaardigheden van hun kant, maar de slechte opvoeding krijgt de schuld.

    Ik verwonder mij al lang niet meer dat er zovelen de organisatie verlaten.

    En als toetje krijgen de ouders nog een trap na. Alhoewel David Splane in het enkelvoud spreekt, gaat het over praktisch alle jongeren die niet streven naar een ambt, maar wel verkering willen. Of het nu om een werelds meisje gaat of een zwakke gedoopte zuster, en voila, het is een probleemkoppel.

    Ik vraag mij af of dit nog raad en onderwijs geven is? Het komt bij mij meer over als inmenging in privé-zaken door mensen die de kinderen van anderen als hun kinderen beschouwen.

    Erger nog, het zijn ouders die de problemen niet hebben kunnen voorkomen door hun gebrekkige  opleiding.

    De zin "Zie je de problemen die kunnen komen" en de zin "Hij wil alleen dat het met een vrije wil gebeurt en niet onder dwang".

    Heb Ik die beide zinnen in de lezing vetjes gezet.

    En wanneer de spreker David Splane nu zijn conclusies onder woorden brengt is het zowel in vragende als in beschuldigende vorm.

    Ik citeer: "Ouders, indien je die instelling hebt", ik vraag welke instelling, die hij je aangepraat heeft? En hoe weet hij dat je kinderen niet meer in de waarheid geïnteresseerd zullen zijn en vooral waarom dan niet.

    En dan of Jehovah alleen gewillige dienst wilt is uiteraard exact. En niet alleen van kinderen, maar van alle mensen. Met in achtneming van de omstandigheden en mogelijkheden.

    Er is een groot verschil tussen "moeten gehoorzamen" en "willen gehoorzamen".

    En het belangrijkste is niet de vraag: waarom moeten en waarom willen, maar de antwoorden!

    Nu komen er eens te meer twee voorbeelden, en welke?

    (wordt vervolgd)

    17-07-2009 om 22:32 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezing van David Splane "Zou jij Sauls wapenrusting aan doen"?


    Zou jij Sauls wapenrusting aan doen?

     

    Saul, de zoon van Kis, de Koning van Israël was een zeer groot man. De bijbel vertelt dat hij vanaf zijn schouders groter was dan gelijk welke man in het huis van Israël.

    Eliab, de zoon van Isaï en een broer van David was ook een indrukwekkende persoon (1 Sam 16:6,7 en 17). Toen de Filistijnse reus Goliath uit Gath de legers van de Almachtige God hoonde, zou je gedacht hebben dat Saul of Eliab de uitdaging zouden hebben aangegaan. Er was geen twijfel over dat Goliath een vrees inboezemende man was. De bijbel vertelt dat hij ongeveer 3 meter groot was, een wapenrusting droeg van ongeveer 60 kg. De zwaarste wapenrusting thans bedraagt ongeveer 40 kg. En Goliath ging heen en weer voor de legers van Israël. Hij deed dat zo gedurende een periode van 40 dagen. Hij zei tot de Israëlieten:“Kies voor jezelf een man die met mij een gevecht aan kan”.  Als gij mij verslaat worden wij uw dienaren, maar als ik hem aankan en hem neersla worden jullie mijn dienaren. Dit duurde zo een hele tijd. 

    1 Sam.17: 8,9. 

    David was een jonge schaapherder. Toen was hij waarschijnlijk nog een tiener. Je moest minstens 20 jaar oud zijn om in het leger ingelijfd te worden. Indien hij 20 jaar was dan zou hij zonder twijfel in het leger ingelijfd zijn geweest. Maar David hoorde wat Goliath tegen de Israëlieten zei. Hij zei: “wie is deze onbesneden man dat hij de dienstknechten van de Almachtige zou honen?”1 Sam 17: 26. Maar de Israëlieten antwoordden:“Sshhhhhtttt!!! Hij kan je horen.” Maar David liet zich niet ontmoedigen. Hij was gekrenkt dat deze man de legers van de Israëlieten hoonde En hij antwoordde:“ik zal de uitdaging aangaan”. Saul was niet ingenomen met wat David voorstelde. Hij antwoordde David:“Je bent niet in staat om het tegen hem op te nemen. Want jij bent maar een jongen en hij is sinds zijn jeugd een soldaat”. Maar David.drong aan en niemand anders bood zich aan als vrijwilliger en uiteindelijk aanvaardde Saul het voorstel. In 1 Sam. 17:38 merken we op dat Saul David wou helpen want hij dacht dat David ermee geholpen zou zijn.

    Heb je dit opgemerkt? Saul trok hem zijn kleren aan. Hij zette een koperen helm op Davids hoofd.

    Saul, de zoon van Kis, koning van Israël, die van zijn schouders af groter was dan iedere man van Israël, plaatste zijn helm op Davids hoofd. Die moet ongetwijfeld tot op zijn schouders zijn gezakt. Maar nadien probeerde hij ook nog om zijn maliënkolder aan te trekken. Heb je dit opgemerkt? Maar David was maar een jongen en Saul was meer dan 40 jaar. Je kon twee Davids in de wapenrusting steken. Niet te verwonderen wat we lezen in vers 39.

    David kon de wapenrusting niet dragen. Maar dat wil niet zeggen dat hij niet in staat was om de confrontatie aan te gaan met de reus. Zie het vers 40 Het verslag zegt dat hij 5 gladde stenen uitkoos. En hij nam een slinger in zijn hand, en hij trad op de Filistijn toe. Dat lijkt wel heel onpraktisch om te doen en heel gewoontjes. Niet modern en onrealistisch, absoluut niet gesofisticeerd. Wie gaat nu een gevecht aan met een reus met alleen maar een slinger? Maar was dat het enige wat hij tot zijn beschikking had? Alleen 5 gladde stenen en een slinger? O neen, David had een geheim wapen. Dit was iets waar Saul en Eliab nog nooit over hadden gehoord. Toen hij in het gericht ging met Goliath onthulde hij wat dat geheim wapen was. Hij zei “ Gij komt tot mij met een zwaard en een speer en met een werpspies, maar ik kom tot u in de naam van Jehovah der legerscharen.” Ja, Jehovah was Davids geheime wapen.

    Waarom bespreken wij dit verslag over David en Goliath? Omdat wij allemaal met reuzen worden geconfronteerd. Met problemen die we moeten overwinnen. Sommige kunnen overkomen als een reus en zijn te vergelijken als met een confrontatie die we moeten aangaan met zo’n reus als Goliath  De vraag is: hoe zullen we onze problemen proberen op te lossen? De wereld biedt wel oplossingen aan.Ze zien er realistisch uit, ze lijken praktisch, goed en haalbaar.

    Zo een beetje te vergelijken met het aandoen van een wapenrusting als je een reus moet bekampen. Maar ook Jehovah reikt oplossingen voor onze problemen aan. Het kan zijn dat als we die oplossingen die Jehovah aanreikt bekijken dat we denken: “dat zal niet werken, dat is niet realistisch”. Een beetje te vergelijken met een reus bekampen met enkel 5 gladde stenen en een slinger. De uitdaging waarmee we dus geconfronteerd worden als we met problemen te maken hebben, wiens raad zullen we opvolgen? Die van Saul of die van David? Zullen we de wapenrusting van Saul aantrekken? Wat bedoelen we eigenlijk met deze wapenrusting van Saul? Voor het doel van deze toespraak? Sauls wapenrusting is hier te vergelijken met de manier van denken die de wereld aanreikt om problemen op te lossen. Die oplossingen kunnen erg realistisch en praktisch lijken. Terwijl de oplossingen die Jehovah ons aanreikt geestelijk moeten bekeken worden. Met welk soort van reuzen worden wij geconfronteerd?

     

    Economisch stelsel

    Wat valt er te zeggen over het economisch stelsel van deze wereld?

    Wat zou Saul hierover te zeggen hebben? Hij zou zeggen: “het is moeilijk om aan de kost te komen vandaag. Als je een zoon of een dochter hebt, dan moet je ze goed voorbereiden om hen te helpen aan de kost te komen in deze wereld.” Saul voegt misschien toe: “Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen pionieren. Maar met pionieren zul je echter de rekeningen niet betalen. Je hebt geld nodig in dit samenstel van dingen om te leven. Als je afstudeert van het middelbaar onderwijs, kun je beter maar naar de universiteit gaan.”

    Maar een jongere zou vragen: “Maar Saul, en de volle tijdsdienst dan?” Saul antwoordt misschien: “dit is helemaal niet praktisch”. Hij zou kunnen zeggen: “veronderstel dat je na je middelbaar onderwijs met pionieren begint en dat doe je gedurende 5, 10 of 15 jaar. Je trouwt ondertussen. En daarbij verwacht je vrouw een kindje. Nu moet je een voltijdse betrekking gaan zoeken. Wie zal je in dienst nemen?

    Het is onmogelijk om thans een job te vinden zonder universitaire opleiding. En daar sta je dan, niet in staat je gezin te onderhouden?”

    Sauls raad lijkt misschien wel praktisch. Maar zou dit een kwestie zijn om de vijand tegemoet te treden met Sauls wapenrusting? Tegenwoordig in de V.S. gaan velen naar de universiteit en sommigen studeren 4, 5 of 6 jaar . Een man die van de universiteit kwam en werk zocht zei: “waar zijn al die goede betrekkingen? Ze hebben me gezegd dat als ik van de universiteit kom ik een goede job zou krijgen”. Ha! Maar ze vertelden dat ook aan iedereen dat ze ook een goede betrekking zouden krijgen. Iedereen volgde dezelfde opleiding. En nu schuiven wel 50 à 100 mensen aan om dezelfde job te kunnen krijgen. Sommigen in de V.S. hebben hun aanbevelingsbrieven weggedaan. Omdat sommige werkgevers vinden dat je geen werk kunt krijgen met zo’n hoge diploma’s. Sommigen die een universitaire opleiding hebben gehad, werken thans als kelner in een restaurant en vragen aan de klanten nu of ze ‘biefstuk friet’ willen hebben. Zo, hoe waardevol was die raad in werkelijkheid?

    Wat valt er te zeggen over Sauls zienswijze? Stel je voor dat je 5, 10 of 15 jaar pioniert! En dan moet je plots werk vinden. Wel, zal Jehovah niet in staat zijn om voor me een betrekking te helpen vinden?

    Denk hier eens over na. Wat zegt de bijbel hierover? “God is niet onrechtvaardig dat hij vergeet wat je voor hem hebt getoond. Dat betekent dat het vanuit Jehovah’s zienswijze onrechtvaardig zou zijn om één van zijn dienstknechten te vergeten. Jehovah gelijkt niet op de wereldse werkgevers. Sommige werkgevers proberen in te krimpen. Misschien kiezen ze iemand uit die al 15, 18 of 20 jaar voor de firma heeft gewerkt. En ze ontslaan hem en nemen iemand nieuw aan met minder ervaring. Die moet je ook minder betalen. Er zijn zelfs boeken geschreven over‘hoe je mensen moet ontslaan. Bijvoorbeeld: één van die aanbevelingen is: “nodig hem uit in jouw bureau. Als ze in jouw bureau komen, kom je er niet van af.” Na zoveel jaren getrouw te hebben gewerkt, krijgen ze soms één uur de tijd om alles op te ruimen en twee veiligheidsmensen begeleiden hem naar de uitgang. Dat is het ‘dank u wel’ voor 20 jaar dienst.

    Vergelijkt dat nu eens met het dienen van Jehovah. Als ik Jehovah 20 jaar getrouw dien, dan zullen er  geen veiligheidsmensen naar me toe komen die ingehuurd zijn om me buiten te zetten. Jehovah. zal jouw werk niet vergeten. Dat is wat de bijbel belooft. Saul antwoordt misschien: “Dat klinkt mooi.  Maar eerst zou je naar de universiteit kunnen gaan en dan volle tijddienst doen.” Is dat altijd praktisch? Je hebt er bijvoorbeeld computer technologie gestudeerd en dan ga je pionieren en misschien ga je naar Bethel. Daar word je echter toegewezen om in de keuken te werken. En dat heeft niets met computers te maken. Veronderstel dat ik daar 5, 10 of 15 jaar werk? Dan verlaat ik Bethel. Nu moet je in je eigen levensonderhoud voorzien. Wat zal je met al je computer technologie dan nog uithalen?

    Misschien ben je dan in staat om les te geven in de oude geschiedenis van de computertechniek. Die techniek verandert zo snel, als je niet up to date blijft, je achterop geraakt.

    Ik sprak vorig jaar met een broeder die 18 jaar op Bethel had gediend. Na zijn middelbare school was hij direct naar Bethel gegaan. Gedurende die 18 jaar dat hij daar was, huwde hij. Waarom verliet hij Bethel? Omdat zijn vrouw zwanger.

    van middelbaar onderwijs. Hij moest nu in de wereld een volle tijd betrekking vinden. Hij zei tegen me: “Ik heb er een gevonden”. “Weet je waar ik werk? Bij een firma die alleen universitair afgestudeerden in dienst neemt?” Ik vroeg: “hoe is dat mogelijk? Jij enkel met je middelbaar onderwijs?” “Ze hebben voor mij een uitzondering gemaakt. Er waren twee vereisten waar je moest aan voldoen om het werk te krijgen. Je moest goed kunnen praten en weten hoe je met anderen moet omgaan. Wel op de Theocratische Bediening School heb ik geleerd hoe te spreken. En ik heb omgegaan met mensen terwijl ik op Bethel diende. De organisatie heeft me de opleiding gegeven voor de hoedanigheden die ik nodig had voor deze betrekking” .Hij zei “ Wil je weten wat ik op mijn werk doe? Weet je wat ik moet doen? Ik ben op een plaats om de universitair afgestudeerden aan te nemen of te ontslaan.” Hield Jehovah zijn belofte jegens deze broeder?

    Nadat hij Jehovah 18 jaar had gediend, vergat Jehovah hem? Neen, helemaal niet. En alhoewel het onmogelijk was een betrekking te vinden in dat bedrijf zonder universitair diploma, was Jehovah in staat om onmogelijke dingen

    mogelijk te maken. Jij zegt aan Jehovah wat onmogelijk is en hij zal jou tonen wat mogelijk is. Jehovah houdt van het woord ‘onmogelijk’. Bij God zijn alle dingen mogelijk! Je hoeft je helemaal niet bezorgd te maken. Vanuit werelds standpunt kan het dan wel lijken dat we helemaal niet goed uitgerust zijn om de economische reus het hoofd te bieden. Wie treedt in het gericht met het economische systeem met een wereldse opleiding? Wij beschikken over een geheim wapen.

    Een wapen waar de Sauls en de Eliabs van vandaag helemaal niets over hebben gehoord. Als Jehovah de hemelen en de aarde kan scheppen, kan hij ongetwijfeld in staat zijn een betrekking te vinden voor je als je er een nodig hebt. Als je de koninkrijksbelangen de eerste plaats in je leven stelt, zal Jehovah in de noodzakelijke behoeften van het leven voorzien. Hier is soms een uitdaging. Op welk niveau? Met andere woorden, Jehovah weet wel dat er bepaalde dingen zijn die ik nodig heb om te kunnen leven. Het punt is dat Jehovah’s zienswijze met betrekking tot wat de noodzakelijke levensbehoeften zijn én onze zienswijze, heel verschillend kunnen zijn. Het kan zijn dat we denken dat we niet in staat zijn om te pionieren. Omdat we uitgaan van het standpunt dat er te veel dingen zijn die we nodig hebben om te kunnen leven. Heel veel jonge echtparen zijn echt in het rood gegaan met hun kredietkaart. Ze zijn soms 20.000 of 30.000 euro schuldig aan de bank, terwijl ze nog niet eens 25 jaar oud zijn. Hoeveel van die dingen hebben we echt nodig? Hoeveel hebben we nodig om gelukkig te zijn? Is het waar dat hoe meer we bezitten hoe gelukkiger we zijn? Het is echt interessant Jehovah’s zienswijze te krijgen m.b.t. wat we echt nodig hebben. Lees eens met mij: “Deuteronomium 2:7 Want Jehovah, uw God, heeft u gezegend in al het werk van uw hand. Uw trekken door deze grote wildernis is hem heel goed bekend. Deze veertig jaar is Jehovah, uw God, met u geweest. Het heeft u aan niets ontbroken Deze woorden wil ik benadrukken: “Jehovah uw God heeft u gezegend”, “hij is met u geweest”, “het heeft u aan niets ontbroken”. Wat aten de Israëlieten gedurende 40 jaar in de wildernis? Als ontbijt, manna, voor lunch, manna, voor ‘t avondmaal nog eens manna. En als ze nog een kleinigheid wilden voordat ze naar bed gingen, weer manna. Ze aten gedurende 40 jaar altijd hetzelfde. En toch zei Mozes: “Jehovah uw God heeft u gezegend.” Misschien is uw lievelingsmaaltijd‘biefstuk friet’ en je moet het gedurende een maand lang eten. s’Morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Maar zou je het gedurende 40 jaar willen eten? En als je vrouw dan deze maaltijd bereidt, zou je dan zeggen “Jehovah God heeft me gezegend?” Wat we nodig hebben is heel eenvoudig. In 1 Tim 6:8 zegt Paulus daar: “Wanneer we daarom voedsel,kleding en onderdak hebben, zullen we daarmee tevreden zijn.”

    De sleutel is derhalve tevreden te zijn met wat we hebben en niet telkens meer en meer en meer te willen. Dat brengt immers geen tevredenheid met zich. Laten we een tweede vijand bekijken, een reus waar jonge mensen mee worden geconfronteerd.


    Groepsdruk

    Jonge mensen zijn heel gevoelig. Als ze tieners zijn, voelen ze zich niet altijd gemakkelijk in hun lichaam. Een beetje verlegen. Ze willen niet graag uitspringen als anders zijnd en zeker willen ze niet worden uitgelachen Maar wij zijn Jehovah’s volk. Mensen zullen zien dat we verschillend zijn. Hoe zullen we deze reus tegemoet treden?

    Wat zou Saul hierover te zeggen hebben: “Je moet anderen helemaal niet vertellen dat je een

    getuige van Jehovah bent. Je kunt je kleden zoals

    iedereen, spreken als zij. En veel van de dingen die de andere jongeren doen ook doen Misschien zal niemand weten dat je een getuige bent. Misschien kun je wel je hele schoolperiode doorlopen zonder dat iemand weet dat je een getuige bent?”

    Dat is wat Saul zou zeggen. Wat zou David zeggen? David zou zeggen: “jij bang van hen?” “Maar zij honen Jehovah’s volk. Ze weten helemaal niet waarover ze spreken! Waarom zou jij benauwd zijn voor deze jongeren?” Wiens raad zou je te harte nemen?.David zou zeggen: “raap al je moed bij elkaar. Confronteer jezelf met de reus.”

     

    Een jongere, Jason genaamd besloot dat te doen. Op een zaterdagmorgen werkte hij van deur tot deur. Hij belde ergens aan, had een Ontwaakt en Wachttoren in zijn hand. Wie opende de deur? Monica, het populairste meisje van de klas maar ook het meest praatzieke. Monica zag wat hij in zijn handen had. Ze zag zijn tijdschriften. Hij wist dat maandag iedereen op school zou weten wat hij had gedaan gedurende het weekend. Hij stond stil bij de verschillende.mogelijkheden die hij had. Hij kon gebaren dat hij een week lang ziek was. Een week thuis blijven van ‘t school. Hopend dat na een week de andere studenten het vergeten waren. Of hij zou een snor kunnen laten staan en naar Brazilië gaan en uitgaan van het standpunt dat niemand hem zou herkennen.

    Of hij zou de reus tegemoet kunnen treden en standvastig blijven. Dit besloot hij te doen. Gedurende het weekend dacht hij na over de vraag: “wat zullen de klasgenoten allemaal zeggen op maandag?” Dan bereidde hij zijn antwoord voort. En ja, een klasgenoot kwam naar hem toe. En zei: “Wel, (spottend) Jason, Monica zei dat je zaterdag bij haar aan de deur stond met de Wachttoren?” En bliksemsnel zei Jason wat hij had overdacht in het weekend. Hij zei: “Dat is inderdaad zo, maar weet je, ik waardeer niet de toon waarop je dat zegt. Hij zei: “volgende zaterdag om 10 uur zal ik bij jou aan de deur staan. Ik zal de Wachttoren mee hebben en je kunt zorgen dat je thuis bent.” Ik ben er zeker van dat die jongen de volgende zaterdag zo bevreesd was dat hij zorgde dat de deuren gesloten waren en de ramen geblindeerd waren, ingeval Jason zou langskomen.

    David had gelijk. “Je noemt dat een reus? Kijk eens hoe hij omvalt eenmaal dat je hem tegemoet treedt?”

    Jongeren, dit is wat jullie dienen te beseffen. Jonge mensen op school kunnen wreed zijn. Als zij denken dat je je op je ongemak zult voelen, dan zullen ze je namen geven Ze zullen je uitlachen en alles uitproberen om het je maar ongemakkelijk te maken, omdat ze lafaards zijn. Als je opstaat en hen tegemoet treedt en als je hen een goed antwoord weet te geven zullen ze angstig weglopen. Sta ze dus niet toe in het voordeel ten opzichte van jou te zijn. Je moet in feite trots zijn op het feit dat je één van Jehovah’s .getuigen bent Zij maken immers de gevechtslinie van de Almachtige God belachelijk. Eigenlijk brengen zij zichzelf in een zeer zeer moeilijke positie

    Een jong zusje van ons, Lesley die 12 jaar oud was, besloot om op school niet langer een slachtoffer te zijn. Ze was altijd een beetje onzeker van zichzelf, en telkens ze met het nieuwe schooljaar naar een nieuwe klas ging had ze een beetje schrik om te zien wanneer de klasgenootjes zouden uitvinden dat ze een getuige van Jehovah was. Een keer, op de eerste dag van school besloot Lesley daar een eind aan te maken. Ze besloot zelf naar de leerkracht toe te stappen en te zeggen dat ze een getuige van Jehovah was vooraleer de leerkracht er zelf achter zou komen. Onmiddellijk na de les ging ze naar Doris, haar lerares en vroeg haar: “heeft iemand u al gezegd dat ik een getuige van Jehovah ben?” “Ja, inderdaad” zei ze. “Oh maar dat is goed en hebt u soms vragen?” “Ja” zei Doris. “Ik heb vragen. Je kunt naar mij thuis toe komen en mijn vragen beantwoorden. Echter op één voorwaarde: je moet alleen komen, geen volwassenen meenemen”.

    Dit is precies wat Wesley deed. Een heel jaar lang studeerde ze alleen met haar lerares, Doris. Een tijdje geleden sprak ik met Doris. In feite zie ik haar geregeld. Ze is geen lerares meer, maar een lid van de Brooklyn Bethelfamilie. Ik vroeg Doris: “heeft deze ervaring nog een vervolg?” “Ja,” zei ze: “Lesley en haar broers waren zo enthousiast wanneer ik gedoopt werd, dat ze besloten met elke volwassene in de school over het goede nieuws te praten. En het  resultaat is dat in die school drie leraars en twee secretarissen de waarheid aanvaardden.” Dit allemaal als gevolg van een 12-jarig meisje dat de moed had om te vragen: “hebt u vragen over Jehovah’s  getuigen?”

    Jason en Lesley zijn eigenlijk heel erg gewoon. Wat heeft hen in staat gesteld om dit te kunnen volbrengen? Goede opleiding thuis. Zo, we zouden de ouders kunnen vragen: “hoe staat het met de opleiding die je aan je kinderen geeft?” Als je zoon 12, 13 of 14 jaar oud is en nog geen

    niet-gedoopte verkondiger is, kan je zeggen dat je hem echt goed opleidt? Wel, je zou misschien

    kunnen zeggen: “hij vergezelt ons toch in de dienst?”  Ja, maar als hij nog geen niet-gedoopte verkondiger is, dan is hij zelf nog niet in het beeld gekomen. Hij zou twee of drie zaterdagen achtereen niet in de dienst kunnen gaan en het zou geen verschil maken want er is nog geen verkondigerskaart op zijn naam. De vraag is derhalve: als de kinderen de tienerleeftijd naderen en ze zijn nog geen niet-gedoopte verkondiger waar is dan de opleiding die je hen geeft? En als je zoon 14, 15 of 16 jaar oud is, is hij dan al gedoopt, en zo niet, waarom niet?  Waar is de opleiding?

    Sommigen zeggen: “hij is te jong Het is beter dat je wacht totdat je je middelbaar onderwijs hebt voltooid Dan kun je aan de doop denken.” Dat is erg erg onverstandig Maar denk daar eens over na. In vele gemeenten bestaat er een behoefte aan dienaren in de bediening. Als je een 18 jarige hebt maar hij is nog niet gedoopt, dan komt hij niet in aanmerking voor deze dienstvoorrechten. Is het niet? Gedurende heel zijn tienerleeftijd heeft hij nooit geleerd om te streven naar voorrechten. Hier is een ander probleem Die 18-jarige van u kan denken dat hij te jong is om gedoopt te worden, maar hij zal heus nooit denken dat hij te jong is om afspraakjes te maken.

    Daar heb je dan een 18 jarige ongedoopte jongere die verkering wil hebben. Met wie zal hij verkering willen? Een werelds meisje op school? Of een ander ongedoopt meisje? Want als zij gedoopt is, is ze misschien geestelijk zwak, want als zij gedoopt is, dan zal zij geen verkering moeten beginnen met deze niet-gedoopte verkondiger.

    Zie je de problemen die kunnen komen? En veronderstel dat je zoon dan verliefd wordt op een werelds meisje? Hoe zul je je dan voelen als hij met haar wil trouwen?

    Zo broeders, het heeft echt nut je jonge mensen vroeg op te leiden in Jehovah’s dienst. Sommige ouders zeggen: “ik wil ze helemaal niet dwingen om in de dienst te gaan of naar de vergaderingen als ze dat zelf niet willen. Als ze op zaterdagmorgen bijv.vermoeid zijn en ze raken niet uit bed, dan wil ik ze niet dwingen om mee te gaan in de velddienst. Of als ze huiswerk hebben wanneer er boekstudie-avond of de Theocratische School is, dan is het beter eerst hun huiswerk te doen i.p.v. naar de vergaderingen te gaan. School is immers belangrijk. En eenmaal afgestudeerd hebben ze alle tijd om erover na te denken om Jehovah te dienen. En daarbij, als ik ze dwing om in dienst te gaan, wel daar houdt Jehovah niet van.

    Hij wil alleen dat het met een vrije wil gebeurt en niet onder dwang.”

    Ouders, indien je die instelling hebt, waarom denk je dat je zoon of dochter nog in de waarheid geïnteresseerd zal zijn? Wat valt er over te zeggen dat Jehovah alleen gewillige dienst wilt of dat we niet moeten aandringen om naar de vergadering te gaan?

    Twee voorbeelden, waarvan één een bijbels.

    Je kent het verhaal van Jona. Tegen Jona zei Jehovah: “ga naar Ninevé!” Jona wilde niet naar Ninevé. De Ninevieten hadden de slechte gewoonte, als ze iemand niet waardeerden, dan sneden ze zijn oren af. Hij hechte heel veel waarde aan zijn oren. Hij wou ze niet kwijt Hij draaide zich om en ging de andere kant op. Je kent het verhaal. Er was een grote storm en hij werd in de zee geworpen. En hij bracht 3 dagen door in de buik van de vis. Wanneer hij uiteindelijk uitgebraakt werd wat zei Jehovah tegen hem? Zei Jehovah dan: “Ik geloof niet in dwingen om iets te doen waar je geen zin in hebt? Jona wil niet naar Ninevé, en daar is de profeet Amos. Ik ga eens kijken of Amos bereid is die toewijzing om naar Ninevé te aanvaarden? Misschien wil hij wel gaan?” Neen neen, hij zei: “Sta op en ga naar Ninevé!” De Ninevieten waren nog niet veranderd. Ze sneden nog altijd de oren af. Denk je echt dat Jona in zijn handen wreef en zei: “Wauw! Ik kan niet meer wachten om naar Ninevé te gaan?” De enige reden waarom hij nu naar Ninevé ging, was dat hij geen tweede keer meer in die vis wilde zijn! Maar zegende Jehovah.zijn bediening? Hij predikte 40 dagen in Ninevé en hij startte 120.000 bijbelstudies. In een periode van slechts40 dagen!! 120.000 Ninevieten kwamen tot berouw en vielen op hun knieën. Ze brachten Jehovah lof. Hoeveel studies zou hij gestart zijn indien hij in Israël zou gebleven zijn? In Israël kon je 40 jaar lang prediken en geen enkele studie oprichten. Omdat Jehovah wist wat nodig was en hij verwachtte van Jona dat hij zich zou schikken.

     

    Nu het tweede voorbeeld:

    De zomer nadert. Veronderstel dat je zoon gedurende de zomer gaat werken en je zoon Jan werkt bij de Mc Donalds. De eerste dag wanneer hij moet gaan werken, kom je in de kamer van je zoon en je zegt: “Jan, opstaan! Tijd om naar je werk te gaan!” En Jan opent een oog en zegt: “Oh mamma, ik ben te moe, ik ga niet vandaag.” Wat zou je dan doen? Zou je naar de beheerder van de Mc Donalds bellen en zeggen: “bij ons thuis is het de gewoonte dat we onze kinderen niet dwingen iets te doen waar ze geen zin in hebben. Nu, Jan heeft helemaal geen zin vandaag om hamburgers voor jou te maken.  Zo, zijn vader en ik zullen proberen zijn hart te bereiken en we zijn er zeker van dat tussen nu en het eind van de maand hij gemotiveerd zal zijn om te komen naar zijn werk.  Je zult toch zijn plaatsje vrijhouden, hé? 

    Denk je dat hij nog zijn werk zal behouden?

    Je zou eerder tegen je zoon zeggen: “Je moet eens goed luisteren:’er zijn nu eenmaal dingen in het leven die moeten gebeuren, zelfs als we het niet graag doen. Sta op en kleed je aan” zul je zeggen.  “Je gaat vandaag gaan werken.” Je zult waarschijnlijk tegen jezelf zeggen: “ik verdien een pluim. Ik ben een goede ouder.”Broeders, als je dit zou doen voor een Big Mac? Zou je het dan ook niet doen voor iets wat echt belangrijk is, voor Jehovah?

    Een tijdje geleden sprak ik met een broeder. Die had 8 kinderen De 20-jarige was een pionier, de 19 jarige eveneens, de 18 jarige keek er naar uit om te beginnen De 17 jarige eveneens. Maar ik keek naar die 16 jarige en hij had geen goede houding. Hij nam de waarheid niet “au serieux”. Ik maakte me zorgen om hem We waren in de reizende dienst op dat ogenblik en wij gingen weg uit de gemeente, maar na zes maanden kwamen we terug. Toen we terugkwamen was die jongen van16, ondertussen nu 17 geworden en hij maakte zich nuttig in de zaal en hij bediende nu de microfoon tijdens de vergadering en zijn koninkrijksdienst was onderlijnd en voorbereid. Ik was benieuwd. Ik vroeg hem mee te komen in de dienst op zaterdagochtend. Ik zei: “jij en ik, we weten beiden hoe je was zes maanden geleden. Wat heeft je vader gedaan?” Hij lachte en zei: “Ik had geen goede instelling, zes maanden geleden. Op een dag vroegen mijn ouders me eens rustig te gaan zitten en ze zeiden: ‘We merken op dat je de dingen niet doet zoals de andere kinderen.ze doen. Je beleeft de waarheid niet op dezelfde manier zoals de anderen het doen. Iets moet je weten: we houden te veel van jou om je toe te laten dat je de waarheid zou verlaten. Dit zal niet gebeuren.’ Ik werd me ervan bewust dat ik geen keus had. Ik schikte me naar de anderen.” Ik zag diezelfde jongen twee jaar later. Hij is getrouwd nu. Staat met zijn vrouw samen in de pioniersdienst. Hij is heel echt dankbaar dat zijn ouders zo met hem gesproken hadden.

    We zullen het nu nog hebben over twee andere reuzen:


    Negatieve publiciteit

    Het gebeurt dat de media,T.V., radio, de kranten verschrikkelijke berichten doorgeven over ons. Er is iets vreemds met deze berichten. Wereldse mensen lezen ze, maar vergeten ze heel snel, maar het is vaak Jehovah’s volk dat er het meest last van heeft. Het gebeurt wel eens dat sommigen naar Bethel bellen of schrijven en vragen: “Is dat écht waar wat in de krant staat? Het moet wel waar zijn, want het staat in de krant?”

    Soms zijn onze broeders meer van streek door die berichten dan mensen van de wereld. De duivel spreekt al 6000 jaar leugens. We moeten dan ook niet verbaasd zijn dat er heel wat leugenachtige verslagen in staan. Hoe zullen we daar mee omgaan? Wat voor raad zou Saul geven?

    “Wel” zou hij zeggen: ”iets begrijp ik niet.”

    Hij antwoordt misschien: “Er is iets dat mensen niet begrijpen over Jehovah’s getuigen.

    De kwestie van ‘uitsluiting’”.

    Zo, misschien kunnen we dat onderwerp wat meer gaan uitdiepen. Is dat echt zo? Door die grondige studie merken we dat uitsluiting niet noodzakelijk is. En als we de regeling van uitsluiting zouden afschaffen zouden de mensen ons dan liever zien? Hoe lang hebben we deze regeling van uitsluiting al? Eigenlijk, pas sedert 1952. En wat valt er te zeggen over de tijd daarvoor? Tot op die tijd moeten de mensen toch wel van ons hebben gehouden? Niet? Wel neen, zie je, want er was nog een kleinigheid die ze toen niet goed begrepen?

    De kwestie van bloedtransfusie.

    Mensen begrijpen dat niet. Misschien kunnen we dat onderwerp ook beter bestuderen. En misschien merken we uiteindelijk wel dat we bloedtransfusies kunnen aanvaarden. Eenmaal dat we mensen niet meer uitsluiten en

    bloedtransfusies aanvaarden, dan zullen ze misschien van ons houden? Hoe lang worden

    bloedtransfusies al gebruikt? Sinds 1945. En wat valt er te zeggen over de periode daarvoor?

    Toen hielden ze ook niet van ons. Want we gingen toen niet naar de oorlog. Als we nu een lichtflits zouden krijgen waardoor we zouden zien dat we ook naar het leger kunnen gaan? Dan zouden ze van ons houden. Wanneer werd de zienswijze met betrekking tot neutraliteit uitgelegd? In 1938. En voordien hield iedereen toen van ons? Neen, want met dat van deur- tot- deur- gaan, jullie vallen mensen lastig! Hoe lang gaan we al van deur tot deur? Sedert 1920. En wat over de tijd daarvoor? Heb je het vast? Het feit dat de wereld ons haat heeft niets met onze geloofsovertuiging te maken. De wereld haat ons omdat de god van deze wereld ons haat. En dat gevoel is wederzijds. Dat zal ook nooit veranderen. De grote kloof die er tussen ons en de wereld is, is door God ingesteld. Het is Jehovah die zegt dat er “vijandschap zou zijn tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad.” Zo, er is niets wat wij kunnen doen aan dat geschil. Dus, je zou kunnen zeggen: “mensen vervolgen ons omdat ze ons niet verstaan.” En dat kan soms inderdaad zo zijn, maar de duivel begrijpt ons absoluut niet verkeerd. En de duivel moeten we tegemoet treden. De duivel komt heel erg overeen met de klasgenoten. De bijbel zegt: “Neem een krachtig standpunt jegens hem in.”1 Petrus 5:9 Met andere woorden, we moeten een krachtig standpunt innemen voor wat juist is. De duivel moet begrijpen dat hij niets kan doen om ons weg te trekken van Jehovah God.

     

    Nog een vijand. Onze ergste vijand! Nog een reus. Wie denk je dat het is? Het meest indrukwekkende?

    Wijzelf

    Soms hebben we spijt van de manier waarop we opgegroeid zijn of van de dingen die gebeurd zijn in onze jeugd. Misschien hadden we een broer en een zus die liever gezien werden dan wijzelf? De ouders zullen dit ontkennen. Moeder zal zeggen: “neen, neen, neen, je hebt helemaal geen gelijk, ik hield van jou evenveel!” Jij weet dat je broertje het lievelingetje was. Dat kan er toe leiden dat je het gevoel hebt dat je je niet bemind voelt, dat je niets goeds kunt doen.

    Misschien hebben je ouders op een of andere manier daartoe bijgedragen? Ze lieten je misschien in de steek? Je dacht hen te behagen door de garage helemaal te kuisen en toen ze thuis kwamen wilde je hen trots de garage tonen? Maar de reactie was “waarom ook niet het huis geschilderd?” Met andere woorden, ze zijn nooit tevreden. Je kon nooit genoeg doen. Soms gebeurt het dat je opgroeit en ze een tekort aan zelfrespect hebben en als het slecht gaat, dan zeggen ze: “ik deug niet.” “Ik zal nooit iets tot stand brengen. Ik zal toch in Armageddon vernietigd worden. Jehovah wil me niet in zijn nieuwe wereld! Waarom moet ik het dan proberen?”

    In de eerste plaats, wat is er verkeerd met deze redenatie? We bekritiseren onszelf, we beschuldigen onszelf. We zeggen tegen onszelf dat we niet deugen. Maar wij zijn de schepping van Jehovah en Jehovah heeft ons naar zijn organisatie getrokken. Hij trekt geen waardeloze mensen naar zich toe. De bijbel zegt dat Satan de beschuldiger is van onze broeders. Hij beschuldigt ze dag en nacht voor onze God.En ook voor Gods troon. Als jij jezelf beschuldigt, dan doe je het werk van de duivel door zo te redeneren. Sommige bijbelse figuren hadden een verschrikkelijke jeugd. Koning Achaz was 11 jaar oud toen hem een kind,Hizkia werd geboren. Welke goede opleiding kun je aan je zoon dan geven op zo’n leeftijd? Koning Achaz offerde een van zijn zonen op door hem levend in het vuur aan Molech te schenken. Wat zou jij ervan vinden indien je vader je oudere broer zou offeren aan een valse god in het vuur?

    Hizkia had zeker en vast geen erg mooie jeugd. Maar hij koos wel erg bewust om de dingen niet te doen zoals zijn vader. Ook jij kunt besluiten niet zoals je ouders te zijn indien zij niet het

    goede voorbeeld hebben gegeven

    Hoe? Hoe is dat mogelijk?
    Jij hebt een geheim wapen ter beschikking. De Sauls en Eliabs van deze wereld weten het niet. Jehovah der legerscharen is in staat je met je problemen te helpen. In Filip 4 : 4 geeft Paulus heel erg goede raad. Hij schreef naar christenen “Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” Ze werden met problemen geconfronteerd. Hoe kun je je dan verheugen?

    Ze konden zich in de Heer verheugen.
    In de kennis van Jehovah verheugen. Dat is een probleem waar niemand van ons nog mee wordt geconfronteerd. Wij moeten niet meer zoeken naar de waarheid, niet meer naar Jehovah.

    We hebben hem gevonden.
    Vers 5 “Laat uw redelijkheid aan alle mensen bekend worden. De Heer is nabij.” Paulus zegt dus dat we redelijk moeten omgaan met onze problemen.

    Is het niet zo dat we met moeilijkheden worden geconfronteerd omdat we niet redelijk te werk gaan? Sommigen zijn perfectionisten. Als we iets niet perfect kunnen doen, dan doen we liever

    niets. Als we niet kunnen hulppionieren, dan liever helemaal geen dienst. Maar, is het redelijk volmaaktheid te verwachten van een erg onvolmaakt lichaam? Of zal het 1000 jaar vragen om de volmaaktheid te bereiken? Schenk aandacht aan het laatste deel van  vers 5.  “de Heer is nabij.” Als je een probleem hebt, waarom je bezorgd maken? Als “de Heer nabij is”, dan moet hij het toch zien en je daarbij helpen? Hoe?

    Vers 6,7  “Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te samen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” Jehovah zal je probleem niet altijd oplossen maar wel de vrede van God schenken. En als je je niet echt bezorgd maakt over je problemen en ze in zijn handen laat, dan is het beste wat we kunnen doen, de volgende oplossing: Vers 6  Paulus zegt: “Bidden en smeekbeden tezamen met dankzegging”.

    Dat is een duidelijke opmerking.

    Paulus zegt: “Vergeet niet je zegeningen te tellen. Ik weet dat je problemen hebt. Maar tel ook je zegeningen.” Ik werd op een heel erg gevoelige manier benaderd op een één dags vergadering door broeders en zusters en onder hen was er een zuster in een rolstoel. Ze kon noch haar armen noch haar benen gebruiken. Ze zei: “ik weet dat ik ben gezegend door Jehovah.” “Hoe?” zo vroeg ik. “Wel, ik heb een klein pensioen van de regering en zo kan ik daarmee een studio huren en eten kopen. Als ik wil eten, dan moet ik iemand vragen om eten te brengen. Ik ken mensen in dezelfde situatie en die hebben geen toelage, geen geld om voedsel te kopen. Dus? Ik voel dat ik door Jehovah gezegend word.” Ik voelde me nederig toen ik met deze zuster had gepraat.

    Nu, u kent het probleem alcoholisme. Een alcoholist drinkt een glas en het leidt tot een tweede glas. En van het tweede glas komt er een derde en van een derde, een vierde….Wanneer hij totaal dronken op de grond ligt, welk glas was het verkeerde voor hem? Het eerste of het laatste? Natuurlijk, het was het eerste glas. Want het is dat eerste glas dat ertoe leidde dat hij dronken op de grond terecht kwam. Negatieve gedachten komen daar heel erg goed mee overeen. Soms denken we iets negatiefs. “Ben weer niet geslaagd”. Het leidt tot een tweede gedachte: “ik ben niet goed. Ik kan niets goed doen.” Een derde,“ik zou niet inzien dat God nog van me houdt” en het één leidt tot het andere. Totdat je helemaal depressief bent. Want wat was de gedachte die moest vermeden worden? Niet de laatste gedachte, maar de eerste.

    Vers 8 :”Ten slotte, broeders, al wat waar is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.”

    Bekijk eens dat lijstje  Hoeveel negatieve zaken staan er op dat lijstje ? Geen enkele. Paulus zegt ons als het ware: “als we gelukkig willen zijn moeten we ons focussen op positieve gedachten.” De wereld en haar wijsheid ziet dat niet zo. De wereld kan ons aanmoedigen om uitgebreid stil te staan bij de negatieve dingen uit onze jeugd. Maar is dat de manier die leidt tot de vrede van God? Er zijn misschien dingen tussen nu en Armageddon waar we beter niet bij stil staan? Het kan even slecht zijn als kijken naar pornografie. Wie, die over gezond verstand beschikt, zou Jehovah willen behagen en naar pornografie kijken? Wie zal zeggen:“ik ben sterk genoeg, ik kan daar naar kijken?” We zijn niet sterk genoeg om naar porno te kijken. En we zijn ook niet sterk genoeg om opnieuw en opnieuw stil te staan bij negatieve gedachten. Dus, komt dat eens op, dan kun je bidden tot Jehovah en vragen: “ je weet hoe ik ben en ik blijf denken aan negatieve dingen. Help me a.u.b. om positief te denken.” En bid en blijf bidden totdat deze negatieve gedachten verdwijnen.

    Vandaag staan wij oog in oog met een reus groter dan Goliath. Heel het systeem van de wereld van de duivel is tegen ons in het gareel gebracht.  Maar we moeten de confrontatie aangaan. We moeten sterk staan tegenover de duivel en zijn organisatie. De wapens van onze oorlogvoering zijn misschien niet zo kunstig verzonnen. Mensen mogen dan lachen met onze 5 stenen en een slinger. Maar vergeet nooit, dat is niet het enige wat we tot onze beschikking hebben.

    Wij bezitten een geheim wapen. Waar de Eliabs en de Sauls niets van af weten. Wij gaan de confrontatie aan met Jehovah der legerscharen.  In zijn naam zal de wereld overwonnen worden. Dus, we moeten niet de methoden van de wereld en hun middelen gebruiken om te slagen. Doe veeleer de gehele wapenrusting van God aan en blijf het aanhouden. En probeer nooit Sauls wapenrusting aan te doen.

     

    ik herhaal dat u gemakshalve deze lezing best af print zodat u het kunt vergelijken met het commentaar dat ik op het einde van de week zal plaatsen. bedankt voor het lezen.

    De lezing werd in het Nederlands vertaald door David Vandendriessche.  

    15-07-2009 om 10:05 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INLEIDING tot de lezing van David Splane

    Ik had gezegd de lezing van David Splane samen te vatten. Daarmee bedoelde ik dat deze Engelstalige lezing die door David Vandendriessche als tolk in het Nederlands gelijktijdig werd vertaald, nu zonder de Engelse tekst weergegeven wordt.

    Het is niet mijn bedoeling om mensen hun geloof te ondermijnen of uit te hollen en nog minder om het af te nemen, integendeel. De manier waarop de organisatie en het besturende lichaam echter inbreuk maken op zowel de universele rechten van de mens als op de privacy van hun leden is hemeltergend.
    Hierdoor leggen zij niet alleen een struikelblok voor hun eigen leden, maar identificeren en profileren zij zich als gelijk aan of zelfs boven alle andere religies, maar zeker niet beter.

    Gij lezer, indien jij een Getuige van Jehovah bent, moet zelf uitmaken in hoeverre jij nog een eigen persoonlijke keuze hebt. In hoeverre jij nog een eigen geweten kunt en mag laten beslissen over levenskwesties en sociale omgang.
    Ondanks de ogenschijnlijke vrijheid, de morele hoogstandjes en de normen die je leerde van en via de organisatie en het vermeende besturende lichaam.
    Met het woord "hoogstandjes" bedoel ik de uitzonderlijke prestaties i.v.m. het anders zijn dan de andere religies vooral met betrekking tot:

    "Het aannemen van de naam van God, Jehovah, alhoewel daar geen zekerheid over is dat het werkelijk zijn naam is.

    De prediking 'van huis tot huis' of juister gezegd 'van deur tot deur' en het daarbij horende maandelijks rapportje. Nergens is er een bijbelse richtlijn i.v.m. deze regel.

    Het niet opvolgen van de militaire dienstplicht om eventueel aan een oorlog deel te nemen. Wat één van de sterkste argumenten is in vergelijking met gelijk welke andere religie. Zelfs burgerdienst werd als een compromis gelijkgesteld met militaire dienst en uitsluiting was toen regel voor diegenen die wel burgerdienst deden alhoewel er geen bijbels bewijs kon voorgelegd worden.

    Het compromis om "burgerdienst of vervangende dienst" te doen werd pas in 1996 als een gewetenskwestie toegelaten.

    Dus was er al die tijd voordien geen bijbelse ondersteuning waardoor honderdduizenden in de gevangenis zijn geworpen en zelfs meerderen hun leven hebben moeten geven. Wie delgt die bloedschuld?

    Zie de wachttoren van 1 mei 1996 blz. 19 Aan caesar terugbetalen wat van caesar is  "Burgerdienst".

    Een overeenkomend probleem, maar dan voor de minderjarigen i.p.v. de voornoemden, is de kinderdoop. Alhoewel de organisatie en het besturende lichaam zeggen dat zij geen kinderen dopen bewijst de praktijk het tegendeel. De "baby doop" doen zij niet, maar kinderen dopen is frequent en wordt aangemoedigd door voorbeelden die zij wereldwijd publiceren en demonstreren.

    Wat parallel loopt met deze kwestie zijn de verjaardagen die vooral voor jongeren een "anderszijn" betekent en een niet te onderschatte uitdaging die nergens voor nodig is dan om "anders te zijn".

    Niet om beter te zijn of moreel op een hoger niveau te komen.

    In het boek " Blijf in Gods liefde " uitgeven door WTBTS of New York 2008 blz. 150 §9 wordt gezegd dat nergens in de bijbel gezegd wordt dat een dienstknecht zijn verjaardag vierde. Maar nergens in de bijbel wordt evenmin gezegd dat hij die niet mag vieren.

    De twee verjaardagen waarvan de bijbel wel gewag maakt zijn negatief, maar dan moet je wel weten dat die vermeld worden omwille van de feiten waarom die negatief zijn.
    Ik laat dat aan jou over waarde lezer om dat uit te maken.

    Maar dat jongeren hiervoor een standpunt moeten innemen waardoor zij "anders" moeten zijn is voor discussie vatbaar. Teneinde mensen te overtuigen van "waarheid" moet je redelijk zijn en niet fanatiek.

    De verwijzingen die de organisatie en het besturende lichaam dienaangaande doen zijn zeker niet bijbels. Als eerste "The World Book Encyclopedia" en vervolgens het boek "The lore of Birthdays" zijn een duidelijk bewijs dat de bijbel aan de kant mag gezet worden als het hen uitkomt.

    Volgens mij is een geboorte één van de mooiste en doeltreffendste manieren om God te verheerlijken. Het wonder van de geboorte en de daarmee gepaard gaande verjaardagen zijn evenwel dagen om dankbaarheid ten toon te spreiden die tot liefde voor zowel God als voor je gezin, familie en evennaaste kan leiden.

    Het verbieden en sanctioneren is geen christelijke handelwijze. Wat anderen van een verjaardag zeggen of met een verjaardag doen is hun zaak en hun verantwoordelijkheid. Als je ieder misbruik van goede instellingen zou moeten beteugelen dan moet je alles afschaffen en sanctioneren.

    Gelukkig voor de mensheid kan alleen de Schepper dat doen.

    Nog een van die frappante maar wereldomvattende "anderszijn dan anderen" is de "bloedkwestie".

    De koninkrijksdienst van november 2006 zegt volmondig en ontegensprekelijk dat het onaanvaardbaar is om "volbloed, plasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes" te aanvaarden. Waar staat dat in de bijbel?

    Toch wordt nu met heel wat "kunst en vliegwerk" toegelaten om een keuze te maken tussen de fracties die uit de vier hoofdcomponenten gewonnen worden.

    Bij nader onderzoek blijkt dat juist die elementen die uit volbloed gewonnen worden een gewetenskwestie zijn en het minder belangrijke, grotendeels water, onaanvaardbaar blijkt te zijn.
    Daarbij komt dat twee hoofdcomponenten, witte bloedcellen en bloedplaatjes samen, zelfs maar dan 0,18% van het volbloed volume uitmaken. Met andere woorden gezegd: er zijn dus toelaatbare fracties die heel wat groter zijn dan deze twee hoofdbestanddelen samen.

    Noteer dat voor bepaalde fracties honderden liters "volbloed" nodig zijn.

    De subtiele beïnvloeding benadrukt de teksten: Leviticus 17: 13, 14; Deuteronomium 12:13, 24 die uiteindelijk onder de Wet uitsluitend op de Israëlieten van toepassing waren, maar voor Christenen niet toepasselijk mogen zijn. Waarom dan deze onderschrijvende teksten?

    Minstens de helft van alle Jehovah's Getuigen, verantwoordelijken inbegrepen, aanvaarden gewoon wat de organisatie schrijft, maar doen niet de moeite om zichzelf te overtuigen ondanks dat dit een niet overdraaglijke persoonlijke verantwoordelijkheid is.

    Over dit alles kan nog veel en veel meer worden gezegd, maar laat dit voldoende zijn om met de lezing van David Splane te kunnen volgen.

    Het beste zou zijn dat je alles uitprint en er een studie van maakt. Uw eigen mening is en blijft je verantwoordelijkheid.

    Is, wat ik schrijf hierbij een hulp dan ben ik best tevreden.

    Tot hier de inleiding voor de lezing van een van de belijdende gezalfden van het vermeende besturende lichaam.

    Hou er rekening mee dat ik eerst de lezing zal openbaar maken en daarna het commentaar.

    Gemakshalve is het dus aan te raden alles uit te printen om het daarna te vergelijken.

    Uiterlijk woensdag begin ik met de lezing.

    13-07-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 26 JUNI tot en met 30 JUNI

    VRIJDAG  26  JNI

    Jezus keek hem aan en koesterde liefde voor hem. - Mark. 10:21.

    §8 (...) Jezus gaf zo veel om mensen dat hij de rust die hij nodig had opofferde om hen te onderwijzen (Mark. 6:30-34). Die innige en liefdevolle belangstelling voor anderen maakte Jezus er ongekend doeltreffend in mensen tot de ware aanbidding te trekken.

    §9 Ook de apostel Paulus bekommerde zich intens om de mensen tot wie hij predikte. Zo vertelde hij degenen die in Thessalonika christenen waren geworden: "Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden." Als resultaat van Paulus' liefdevolle inspanningen keerden sommigen in Thessalonika 'zich van hun afgoden af om de levende God als slaven te dienen' (1 Thess. 1:9; 2:8). Als wij ons net als Jezus en Paulus oprecht om mensen bekommeren, kunnen ook wij de vreugde smaken te zien dat het goede nieuws het hart bereikt van mensen die "de juiste gezindheid voor het eeuwige leven" bezitten. - Hand. 13:48. De Wachttoren van 2007 15 november 1e studieartikel blz. 21 §8, 9.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      er zijn miljoenen mensen die in navolging van Jezus Christus dezelfde zelfopofferende liefde hebben tentoongespreid.

    Die vindt men niet alleen in de organisatie met hun besturende lichaam, maar door de tijden heen en in alle religies.

    Ik heb het dan wel over "zelfopofferende liefde" en met dezelfde instelling als Jezus Christus om eventueel hun leven te geven. Vooral religieuze verbeteraars hebben dat gedaan en blijven het doen. Zelfs op politiek en nationaal vlak.

    Daarentegen zijn de meeste leiders, ook regeringsleiders en andere organisaties, die religies hebben misbruikt voor hun eigen belangen en hun eigen ego. Misschien was dat niet altijd de bedoeling maar zoals men algemeen weet, "macht corrumpeert".

    Ik zou zeggen, het kan niet anders, want de oppositie en de concurrentie dwingt hen. En toch?

    De religieuze oorlogen hebben wel veranderingen gebracht, maar geen verbeteringen. Hoe kunnen, gelijk wat voor oorlogen, ooit verbeteringen brengen.

    Alleen de Schepper kan dit doen en zal dit ook doen. Maar de manier waarop en wanneer ligt niet in de hand van de mens. Wat de bijbel en andere heilige boeken ook zeggen.

    Het zal boven elke verwachting zijn.

    De manier waarop tot nu toe voorzeggingen zijn gemaakt, zijn voorzeggingen van menselijke interpretatie. één uitspraak van Jezus Christus maakt dit duidelijk in Handelingen 1:7 "Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld",

    Een tweede uitspraak zegt in 1 Thessalonicenzen 5:2 "Want GIJ weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht.

    Waarom zijn er door diegenen, die zichzelf "gezalfden" noemen in de door Gods geest geleide organisatie en het besturende lichaam, zoveel verschillende data genoemd en gesuggereerd?  

    Het derde vers van 1 Thessalonicenzen 5:3 is meermaals de aanleiding geweest van gespannen verwachtingen 3"Wanneer zij zeggen: „Vrede en zekerheid!”, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het [barens]wee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.

    Het feit dat de organisatie en het besturende lichaam er een etiket hadden opgeplakt is gebaseerd op het vierde vers 4"Maar GIJ, broeders, GIJ zijt niet in duisternis, zodat die dag U zo zou overvallen gelijk hij dieven zou [overvallen]".

    Mijn vrouw was met de vrouw van een kringopziener in de dienst in 1973.

    Zij werden geconfronteerd met de vraag dat toch niemand het kon weten wanneer Jehovah's dag komt. En de vrouw van de kringopziener haalde die tekst uit 1 Thessalonicenzen 5: 4 aan als bewijs dat de broeders van de organisatie en het besturende lichaam het wel wisten, want de bijbel zei het.

    Wij hebben dit altijd als een foutieve uitleg bezien, maar ja, de vrouw van een kringopziener?

    Onze zienswijze op die tekst is dat iedereen die dag als een ingrijpen van God kan erkennen. Maar daar staat geen enkele data bij. Het samengestelde teken van Jezus Christus is betrekkelijk en kan op heel wat tijdperken van toepassing worden gebracht.

    Hoeveel slechter het nog moet worden kan geen mens inschatten.

    Het enige wat het criterium uitmaakt is of men persoonlijk klaar is om individueel voor de rechterstoel van God te staan.

    De voorwaarden die de organisatie en het besturende lichaam stellen zijn niet Gods voorwaarden. Het urenaantal in de prediking, de geplande vergaderingen, de lectuur, de gezins- en bijbelstudies, de verschillende voorrechten, titels en verantwoordelijkheden kunnen een hulp zijn, maar zijn geen verdiensten om redding te verdienen of te verwerven.

    Ik herhaal het voor de zoveelste keer:

    Micha 6:8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Vergelijk het met deze tekst uit: 

    Psalm 37:29 "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven".

    En de tekst uit:

    Handelingen 10:34-35 "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Met je beide voeten op de grond, dan blijf je geestelijk gezond.

    En volgens mij is men pas dom, als je een ander voor je eigen laat denken. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling.

    ZATERDAG  27  JUNI 

    Blijft door geest wandelen. - Gal. 5:16.

    §16 Als we Jehovah steeds voor ogen houden, zal hij ons via zijn heilige geest leiden.(...)

    §17 Jehovah's heilige geest speelde een belangrijke rol bij de bouw van de tabernakel in de wildernis. Jehovah gaf Bezaleël bij die bouw de voornaamste functie en beloofde hem te "vervullen met de geest van God inzake wijsheid en verstand en kennis en allerlei kunstvaardigheid" (Ex. 31: 3-5 ). Mannen die "wijs van hart" waren hielpen Bezaleël en zijn assistent Oholiab bij die prachtige taak. Daarnaast zette Jehovah's geest mensen "met een gewillig hart" aan tot het geven van gulle bijdragen (Ex. 31:6; 35:5, 30-34). Diezelfde geest motiveert Gods aanbidders in deze tijd om alles te doen wat ze kunnen om de Koninkrijksbelangen te bevorderen (Matth. 6:33). Misschien hebben we bepaalde talenten, maar om het werk te kunnen uitvoeren dat Jehovah zijn volk in deze tijd te doen heeft gegeven, moeten we om heilige geest bidden en ons erdoor laten leiden. - Luk. 11:13.
    De Wachttoren van 2008 15 februari 1e studieartikel blz. 3 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      ik heb ervaren, vooral door te lezen en te observeren, dat het gemakkelijker is een mens voor zijn karre te spannen dan een ezel. Een echte ezel zal zich niet zwaarder laten belasten dan dat hij kan dragen. Neem daarbij de uitdrukking dat een "ezel" zich geen tweemaal aan dezelfde steen zal stoten.

    En wat denk je van Job 12:7 "Maar vraag alstublieft de huisdieren, en ze zullen u onderrichten; Ook de gevleugelde schepselen des hemels, en ze zullen het u vertellen".

    Wat heeft dit nu te maken met de dagtekst?

    Orthodoxe Joden zullen je zeker vertellen dat dit allemaal bij de bouw van Gods eerste tempel is gebeurd en door Zijn wijsheid tot stand is gekomen.

    En nu komt de parallel: daarnaast zette Jehovah's geest mensen "met een gewillig hart" aan tot het geven van gulle bijdragen. Diezelfde geest motiveert Gods aanbidders in deze tijd om alles te doen wat ze kunnen om de Koninkrijksbelangen te bevorderen.

    Eerst een vraagje: Al de religieuze kunstwerken die er wereldwijd bestaan en hebben bestaan, is dit van en door dezelfde God?

    Zelfs de piramiden kunnen hier in opgenomen worden.

    Ik denk dat wij niet altijd de omvang beseffen hoe winstgevend 'religie' kan zijn. Het werk wordt meestal gedaan door vrijwilligers en is dus gratis. Al de liquide gelden die nodig zijn voor de aankopen van het materiaal worden eveneens opgebracht door vrijwillige giften. De vele manieren om die binnen te krijgen zijn legio.

    In dit opzicht is de organisatie en het besturende lichaam, afgeweken van het oorspronkelijk idee om nooit geld te vragen.

    Nu is vragen zeer betrekkelijk, waardoor het juist de kunst is, om de verschillende manieren van vragen dusdanig in te kleden dat zowel het verstand als het hart gemanipuleerd wordt.

    Wanneer wij o.a. het katholieke instituut nemen als voorbeeld, kunnen wij ons het schandaal van de Ambrosia bank nog steeds herinneren.

    De processen aangespannen tegen de "Scientology kerk", zijn up to day en tonen duidelijk aan dat 'Religie' een lucratief bedrijf kan zijn.

    Hoe neutraal de organisatie en het besturende lichaam zich schijnbaar willen opstellen, is zeker niet te merken aan de moeite die men doet om waar mogelijk toch maar als ''religie" erkend te worden. Zoek deze situatie eens op via Google met de verwijzing naar Oostenrijk.

    Wanneer het gaat om de vrijheid van prediken te verkrijgen is de toelating van gelijk welke regering geen vereiste.

    Is het geweten van de "verantwoordelijken" in orde, dan vraag ik mij toch af waarom het geweten van diegenen die "vervangende dienst" hebben gedaan en uitgesloten werden dan nooit in aanmerking genomen?

    Iemand uitsluiten op een verkeerde interpretatie van de bijbel is geen kleinigheid. Iemand 'geestelijk' doden is onrechtvaardiger dan letterlijk doden.

    Het beginsel in Jakobus 4:4 "Overspeelsters, weet GIJ niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God" laat toch geen compromissen toe, tenzij er verschillende maten zijn?

    En als het doel de middelen heiligt, waar is dan het vertrouwen in en op God?

    Op die manier kun je met duizend maten meten.


    ZONDAG  28  JUNI

    Gij hadt geen hoop. - Ef. 2:12.

    §5 Verreweg de meeste mensen zijn niet op de hoogte van de werkelijke betekenis van de wereldgebeurtenissen. Bovendien maken het verlies van dierbaren in de dood en andere persoonlijke tragedies veel mensen radeloos. Zonder nauwkeurige kennis van de oorzaak van zulke dingen en van de oplossing ervoor zijn deze mensen zonder hoop.

    §6 "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, heeft de mensheid weinig troost verschaft. Integendeel, door "de wijn van haar hoererij" zijn heel veel mensen het spoor bijster geraakt. Bovendien heeft de valse religie, door zich te gedragen als een hoer, "de koningen der aarde" verleid en naar haar hand gezet. Ze heeft gebruikgemaakt van valse leerstellingen en spiritistische praktijken om de grote meerderheid in passieve dienstbaarheid aan hun politieke meesters te houden. De valse religie heeft zo macht en invloed gekregen, maar tegelijkertijd heeft ze de religieuze waarheid volledig verworpen. - Openb. 17:1,2,5; 18:23. De Wachttoren van 2007 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §5, 6.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dit is beslist waar dat de meeste mensen niet op de hoogte zijn van de werkelijke betekenis van de wereldgebeurtenissen. Toch vragen die zelfde mensen zich af waar het naartoe gaat.

    De antwoorden die de Getuigen van Jehovah reeds meer dan honderd twintig jaar geven zijn al meerdere keren veranderd.

    Nu kun je natuurlijk zeggen dat toegenomen licht, lichtflitsen en een beter inzicht het alleen maar duidelijker maakt, maar dat is niet overeenkomstig wat men geschreven en gepredikt heeft.

    Ik heb het reeds over dat jongetje en die boze wolf gehad, maar dat geldt eveneens voor wat men zegt en schrijft, tenzij je het allemaal uitgomt, ook uit je geest, maar dat doen mensen niet zomaar.

    Uiteindelijk blijft alleen maar de gedachte dat het einde nabij is, de voorbarige bewijzen kunnen alleen maar vervangen worden door nieuwe bewijzen. En dan?

    Nu wordt in §6 gezegd dat de valse religie de grote meerderheid in passieve dienstbaarheid aan hun politieke meesters houden. Is dat omdat die religieuze leiders voordien "die grote meerderheid" in actieve dienstbaarheid hadden.

    Zou het niet veeleer zijn om de aandacht af te leiden van de "actieve dienstbaarheid" die de organisatie en het besturende lichaam uitoefent over de Getuigen van Jehovah?

    Met overeenkomstige redenen, want ongehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam is ongehoorzaamheid aan God.

    Dat is niet mijn overtuiging en ook niet die van miljoenen anderen. Laten wij eerlijk zijn, heeft Jezus Christus ooit in zijn bediening veranderingen aangebracht? Heeft hij de bijbelse bewijzen gebruikt om later anderen te gebruiken om het tegendeel te bewijzen?

    Sta mij toe om §7 af te drukken en te belichten:

    §7 "Jezus leerde dat het grootste deel van de mensheid zich bevindt op de brede weg die naar de vernietiging voert (Matth. 7: 13,14). Sommigen bewandelen die brede weg omdat ze er doelbewust voor gekozen hebben dat wat de Bijbel leert te verwerpen, maar heel wat anderen bevinden zich erop omdat ze misleid of in duisternis gehouden zijn ten aanzien van wat Jehovah echt van hen verlangt. Mischien zouden sommigen veranderingen in hun leefwijze aanbrengen als ze daar deugdelijke Bijbelse redenen voor kregen. Maar degenen die in  Babylon de Grote blijven en de Bijbelse maarstaven blijven verwerpen, zullen "de grote verdrukking" niet overleven". – Openbaring 7:14. "Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam".

    Zoveel Getuigen van Jehovah die er nu zijn, evenveel of zelfs meer, zijn er weer weggegaan.

    Niet de oorzaken zijn van tel, alleen het feit dat zij weggegaan zijn, is voor de organisatie en het besturende lichaam voldoende om hen te veroordelen tot de vernietiging. Als jij het anders geleerd heb weet het mij dan te zeggen a.u.b.?

    Dan hebben wij het feit dat de helft van de mensheid niet de gelegenheid of de moeite kunnen doen om min of meer de gesproken of gedrukte boodschap te leren.

    Zelfs als een prediker één of meerdere keren aan de deur is geweest of een gesprek heeft kunnen doen, wie bepaalt dan dat hij de boodschap heeft verworpen, als hij het al begrepen heeft?

    Als de Grote Verdrukking "binnenkort" begint, als Armageddon achter de rug zal zijn, zal één ding heel duidelijk blijken: niet wat mensen over God zeggen en wat God zal doen zal gebeuren, maar wat Hij zal zeggen en wat Hij zal doen, dat zal gebeuren. En dat zijn twee verschillende zaken.

    God is liefde en God is rechtvaardig. Dat is geen excuus om te doen wat je wilt, maar een reden om te doen wat je kunt om je evennaaste lief te hebben, want diegene die zijn evennaaste lief heeft, heeft God lief. En dat is wederkerig.


    MAANDAG  29  JUNI

    Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven. – Rom. 15:4.

    §16 De Bijbel geeft voorbeelden van mensen die voor het doen van Gods wil leefden en van hen die dat niet deden. De lessen die in die voorbeelden opgesloten liggen, gelden in alle omstandigheden voor mensen van alle leeftijden en culturen (1 Kor. 10:6, 11). Nimrod bouwde grote steden maar ging daarmee tegen Jehovah in (Gen. 10:8-12). Er waren echter ook heel wat goede voorbeelden. Mozes bijvoorbeeld maakte het niet tot zijn levensdoel zijn status als Egyptische edelman te behouden. Integendeel, hij achtte zijn geestelijke voorrechten 'een grotere rijkdom dan de schatten van Egypte' (Hebr. 11:26). De arts Lukas hielp Paulus en anderen waarschijnlijk als ze ziek waren. Maar Lukas leverde zijn grootste bijdrage als evangelieprediker en Bijbelschrijver. Paulus op zijn beurt staat niet als wetgeleerde bekend maar als zendeling, "een apostel der natiën". - Rom. 11:13.
    De Wachttoren van 2007 1oktober 1e studieartikel blz. 16 §16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      met dit commentaar, dat de voorbeelden uit de Bijbel als lessen opgevat kunnen worden en die voorbeelden gelden in alle omstandigheden, leeftijden en culturen, kan ik volkomen instemmen. Zo kunnen wij lessen leren zowel uit de negatieve als de positieve voorbeelden.

    Laat ik eerst Nimrods voorbeeld uit de doeken doen. Die toren was een rechtstreekse en beslist erg menselijke trek. Volgens de organisatie en het besturende lichaam diende die toren om de volgende vloed te overleven en zodoende God een loer te draaien. Maar God had tegen de grootvader van Nimrod, dus Noach, beloofd dat Hij dat nooit meer zou doen.

    Hoe kon hij nu als mens iets doen waardoor God machteloos zou gemaakt kunnen worden? Wat een arrogantie, hoe kleinburgerlijk, om die uitdrukking te mogen gebruiken! Volgens de bijbel zouden zij een toren bouwen tot in de hemel, en dan? Om zich een beroemde naam te maken? Nimrod leeft nog altijd voort, want hij is de beschermheilige van de jagers.

    de werkelijke reden was dat God gezegd had dat zij zich op de aarde moesten verspreiden en dus was stedenbouw verboden. Door een groot gedacht van zijn eigen te krijgen kwam hij in conflict met God, spijtig voor hem, maar toch goed voor ons.

    Mozes was daarentegen vooruitziende en in plaats van een Prins in Egypte, met het vooruitzicht van Farao te worden, wilde hij gewoon doen wat God hem opdroeg.

    Volgens Hebreeën 11:24-26 "Door geloof heeft Mozes, toen hij opgegroeid was, geweigerd de zoon van de dochter van Farao genoemd te worden 25 en verkoos hij veel liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan de tijdelijke genieting der zonde te hebben, 26 omdat hij de smaad van de Christus een grotere rijkdom achtte dan de schatten van Egypte, want hij hield het oog oplettend gericht op de beloning".

    De smaad van de Christus, of gezalfde, sloeg uiteraard op hemzelf. Dat hij, Mozes, de minst gemakkelijke weg koos was zeker goed te praten door de beloning die hem in het vooruitzicht werd gesteld.

    Zo hebben ook wij het vooruitzicht een beloning te ontvangen door zoals ik reeds meermaals heb benadrukt te zorgen om een Christelijke persoonlijkheid te cultiveren.

    Ik zei "cultiveren", ik zei niet dat je die "Christelijke persoonlijkheid" gewoon ontvangt door JA te zeggen op de vragen voordat je gedoopt wordt.

    Nog een belangrijke reden van Mozes was dat hij "geestelijk voorrechten" van grotere waarde achtte dan de rijkdom van Egypte.

    Nu moet ik wel zeggen dat velen in de organisatie die een titel voeren, die titel, zo'n groot voorrecht vinden, dat zij liever doen wat de organisatie en het besturende lichaam zeggen, al is het tegen hun geweten, zelfs als het echt verkeerd is.

    Zij hebben niet de moed om hun gedacht openlijk te zeggen.

    Daarom neem ik Openbaring 21:8 "Maar wat de lafhartigen betreft en degenen die geen geloof hebben en degenen die walgelijk zijn in hun vuiligheid en moordenaars en hoereerders en degenen die spiritisme beoefenen en afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel zal zijn in het meer dat met vuur en zwavel brandt. Dit betekent de tweede dood".

    De uitdrukking "die geen geloof" hebben, slaat op het feit dat zij geen "eigen geloof" hebben, maar zich baseren op het geloof van een ander, dat van de organisatie en het besturende lichaam. Het zijn nochtans ook maar mensen.


    DINSDAG  30  JUNI

    Moest ik geen deernis gevoelen met Ninevé, de grote stad, waarin meer dan honderd twintig duizend mensen zijn? - Jona 4:11.

    §13 Het geweten kan gevormd worden door de overheersende cultuur waarin iemand leeft of de omgeving waarin hij woont, net zoals iemand een accent of dialect van zijn omgeving overneemt (Matth. 26:73). Dat moet met de Assyriërs uit de oudheid gebeurd zijn. Die stonden bekend om hun militarisme, en op hun reliëfs is te zien dat ze gevangenen martelden (Nah. 2:11, 12; 3:1). De Ninevieten uit Jona's tijd worden beschreven als mensen die 'het verschil niet wisten tussen hun rechterhand en hun linker'. Dat betekent dat ze geen juiste maatstaf hadden om te beoordelen wat van Gods standpunt uit bezien goed of slecht was. Stel je eens voor hoe die omgeving van invloed geweest kan zijn op het geweten van iemand die in Ninevé opgroeide! (Jona 3:4, 5; 4:11) Zo kan ook in deze tijd iemands geweten beinvloed worden door de houding van de mensen om hem heen.
    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §13.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      Het geweten, dat heb ik reeds uit ten treuren herhaald, in verschillende opzichten en op verschillende manieren.

    Je kunt mensen niet zomaar ombouwen alsof zij een mechanisch object zijn. In de eerste plaats, als je iemand wilt omvormen, moet je met jezelf beginnen en in alles eerlijk zijn.

    Als het is om te ronselen of om de mensen hun geloof af te nemen zou ik het op een anderen wijze doen. En waarschijnlijk met veel minder moeite.

    De organisatie en het besturende lichaam zullen volgens de lijn der verwachtingen blijven groeien, juist zoals andere religies uitdijen en met momenten inkrimpen. Bij de overheersende cultuur behoord inherent de religie terwijl ook de omgeving, de omstandigheden en de omgang bindende factoren kunnen zijn.

    De organisatie en het besturende lichaam zeggen dat dit met de Assyriërs uit de oudheid moet gebeurd zijn. Het is niet omdat ik het zeg, maar die zijn nog steeds vertegenwoordigd en wereldwijd verspreid, want het militarisme en martelen blijft doorgaan. En dat hoeft niet in die volgorde gebeuren of door militairen.

    De Ninevieten komen ook nog eens aan bod omdat die niet eens het verschil kenden tussen hun linker- en hun rechterhand.

    Volgens de organisatie en het besturende lichaam betekende het dat ze geen juiste maatstaf hadden om te beoordelen wat van Gods standpunt uit bezien "goed of slecht" was.

    Als ik het goed voor heb, en daar ben ik van overtuigd, hadden die 120.000 Ninevieten allemaal hun geweten verloren of waren die zonder geweten geboren.

    Wat veel waarschijnlijker was, is dat hun geweten "misvormd" was. En zeker niet doordat er een atoomcentrale lek was. Ook niet doordat hun drinkwater of hun eten of het hele milieu besmet waren.

    Weet je wat mij in het verslag van Jona heel erg opvalt, want de situatie hierboven vermeld komt uit de Bijbel en dan specifiek in Jona's tijd, er worden geen priesters en geen tempels vermeld.

    Het enige dat het Inzichtboek te kennen geeft is: *** it-2 blz. 442 Nineve ***

    Een stad in Assyrië die door Nimrod, „een geweldig jager gekant tegen Jehovah”, werd gesticht. Samen met Rehoboth-Ir, Kalah en Resen vormde Nineve „de grote stad” (Ge 10:9, 11, 12; Mi 5:6). Lange tijd daarna werd het de hoofdstad van het Assyrische Rijk. Als zodanig was het een „stad van bloedvergieten” (Na 3:1), want de Assyriërs voerden vele veroveringsoorlogen en doodden hun krijgsgevangenen op gruwelijke wijze. Ongetwijfeld had de stad haar rijkdom voor een groot deel aan haar veldtochten te danken (Na 2:9). De hoofdgod van Nineve schijnt Isjtar te zijn geweest, een godin van de liefde en de oorlog.

    Ik heb benadrukt dat de hoofdgod van Ninevé SCHIJNT  ISJTAR te zijn geweest. Zij zijn het is dus nog niet eens zeker.

     

    Wikipedia geeft weer dat de Bezienswaardigheden o.a. de

    Ishtartempel,   Nabutempel   en   de  Bibliotheek van Ninevé  zowat de bijzonderste zijn.

    De echte reden is dan volgens mij dat de niet genoemde priesters ofwel uitgerangeerd waren door de Koning of dat hij ze monddood of letterlijk had gedood.

    Maar dit land zonder priesters of religieuze leiders zou dan een land zonder oorlog of problemen moeten geweest zijn. En dat bleek het helemaal niet te zijn, integendeel.

    En daarmee bedoel ik dat die Ninevieten wel degelijk een geweten hadden, maar totaal misvormd door 't zij de Koning of de priesters of beiden.

    En wereldwijd is er nog niets veranderd al zeggen de organisatie en het besturende lichaam dat zij wel vrede hebben zowel onder mekaar als met hun evennaaste. En het is zeker waar dat zij geen openlijke oorlog voeren, met niemand en toch zijn hun mensen niet vrij om een eigen mening te hebben.

    Was en is Jezus Christus dan een Tiran?

    In tegendeel, zelfs nog niet bij benadering.  (Ik benadruk het).

     

    Ik ga het voorlopig stoppen met commentaar op de dagteksten.

    Een van de eerste verhandelingen of commentaren waar ik terug mee begin heeft betrekking op de lezing van David Splane, een van de negen bestuursleden van het besturend lichaam. (Op dit moment toch).

    Deze lezing werd gegeven in mei 2007.

     

    Nogmaals bedankt voor het lezen en hopelijk heb je er iets aan gehad.

    03-07-2009 om 12:27 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 21JUNI tot en met 25 JUNI

    ZONDAG  21  JUNI

    [Wees] altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is. -1 Petr. 3:15.

    §10 Om erachter te komen wat de religieuze overtuiging van een huisbewoner is, zou je kunnen vragen: "Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?" Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huis bewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: "Zouden er gebeden zijn die God niet goedkeurt?" Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om 'een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting'. - 1 Petr. 3:15.
    De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de tekst van 1 Petrus 3: 15 is eerder een defensieve opstelling vermits er van u een reden wordt verlangd voor de hoop die in u is.

    De van huis tot huis prediking daarentegen is een offensieve regeling. Dat wil niet zeggen dat het daarom verkeerd zou zijn.

    Heel de Wachttoren is zelfs heel positief in de benadering, maar de situatie die door de van huis tot huis prediking wordt geschetst, is volledig omgedraaid.

    Niet vergeten dat de van huis tot huis prediking, bezoeken betreft die niet aangekondigd zijn. Men komt meestal ook op een tijd die de mensen ongelegen is. In gebieden die veelvuldig bewerkt worden zal het voor de meeste huisbewoners zelfs enerverend zijn. En in de plaats van een goed getuigenis zal het eerder afbreuk doen aan het imago van de gemeente.

    Het is zelfs tot de organisatie en het besturende lichaam doorgedrongen dat in die gebieden de groei eerder door familiebanden plaats vindt.

    Nieuwe gebieden en pas bewerkte velden zijn in dit opzicht meestal vruchtbaarder dan veelvuldig bewerkte gebieden, ondanks de verschillende manieren en tactieken die worden gebruikt. België bijvoorbeeld had een status-quo wat het percentage betreft, maar toch waren er volgens het jaarboek 2009 in het dienstjaar 2008 gemiddeld 23603 verkondigers en in het dienstjaar 2007 waren dat er 23701. Dus 23701-23603= 98.

    98 verkondigers minder in de dienst dan in het dienstjaar 2007, ondanks dat er in hetzelfde jaar 2008, 470 nieuwelingen werden gedoopt. Dit betekent dat er in België in dat jaar 568 verkondigers er zowat de brui aan hebben gegeven.

    De geijkte vraag is nu weer: "WAAROM"?

    Om terug te komen op het commentaar en de Wachttoren, hoe positief het ook schijnt te zijn, de werkelijkheid is heel anders.

    In §10 zoals hierboven afgedrukt staat de zin "wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen".

    Dat is de theorie en de inleiding. Wanneer de huisbewoner met zijn vragen komt en reageert zoals het de verkondiger, of liever de organisatie en het besturende lichaam past, is alles prima in orde.

    Is de huisbewoner daarentegen niet akkoord en argumenteert hij dan zal het gesprek een einde nemen. In veel gevallen is het zelfs zo dat wanneer de huisbewoner zijn argumenten steekhoudend zijn of hij kan bewijzen dat wat hij zegt waar is, maar het past niet in het kraam van de verkondiger, en weer of liever, niet voor de organisatie en het besturende lichaam, is er veel kans dat hij als een dwarsligger en vroeger zelfs, als een bok bestempeld werd.

    MAANDAG  22  JUNI

    [U zal] rijkelijk de ingang worden verschaft in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus. - 2 Petr. 1:11.

    §17 Gezalfde christenen in deze tijd, die waardig gerekend zijn om een koninkrijk te ontvangen, zien er vol verlangen naar uit tijdens de Oordeelsdag te regeren. Dat vooruitzicht alleen al motiveert hen om de raad op te volgen die Petrus aan hun eerste-eeuwse broeders en zusters gaf: "Doet des te meer uw uiterste best om uw roeping en verkiezing voor uzelf vast te maken; want indien gij deze dingen blijft doen, zult gij beslist nooit falen" (2 Petr. 1:10). §18 De andere schapen verheugen zich met hun gezalfde broeders. Ze zijn vastbesloten hen te ondersteunen. Als vrienden van God in deze tijd zijn ze gemotiveerd hun uiterste best te doen in hun dienst voor God. Tijdens de Oordeelsdag zullen ze heel graag Gods regelingen ondersteunen terwijl Jezus hen naar bronnen van wateren des levens leidt. Dan zullen ze eindelijk waardig gerekend worden om Jehovah op aarde te dienen tot in alle eeuwigheid! - Rom. 8:20, 21; Openb. 21:1-7.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §17, 18.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      volgens wat ik weet en ook reeds geschreven heb is Jezus Christus niet in 1874 op de troon geplaatst, maar in 1914.

    Normaal zou een Koning bij zijn kroning en de plaatsneming om zijn troon gelijktijdig ook beginnen te regeren.

    Behalve dat hiervan op aarde weinig of niets van te zien is, buiten dat wat Jehovah's getuigen beweren dat gebaseerd is op de schriftplaats in Psalm 110:2 "De staf van uw sterkte zal Jehovah uit Sion zenden, [zeggend:] „Ga onderwerpen te midden van uw vijanden”.

    De parallelle situatie is weer te vinden in de prediking van huis tot huis of van deur tot deur. Vervolgens in de teksten van:

    Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.

    Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb".

    Dus regeert Jezus Christus door middel van onderwerping. Iets wat de Islam in feite als grondbetekenis heeft.

    Maar in feite gaat het niet daarom, maar eerder over hun verlangen om tijdens de "oordeelsdag" te regeren. Die oordeelsdag loopt vanaf het moment dat  Jezus Christus daadwerkelijk ingrijpt in de aangelegenheden van de aarde en is identiek aan het millennium of de duizendjarige regering van Hem.  Zie het Inzicht boek blz. 497-499.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam dus zeggen dat 'redding' uitsluitend door bemiddeling van hen komt gaan zij hun eventuele bevoegdheden ver te buiten.

    Het enige dat zij kunnen doen is, wat alle organisaties doen, nml. mensen binnen halen of uitsluiten op basis van hun eigen interpretaties van de procedures uit of niet uit de Bijbel.

    Vermits de "oordeelsdag" een individueel oordeel zal zijn van zowel de levende als de doden, hoeft niemand die niet echt moedwillig zondigt bang te zijn voor die dag, noch voor God.

    Ik heb ondervonden dat de getuigen van Jehovah eerder bang zijn om een slechte getuige van de organisatie en het besturende lichaam te zijn, dan een goede en rechtvaardige getuige van God.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam zo dikwijls als ze willen, schrijven dat ongehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam, gelijk staat met ongehoorzaamheid aan God, is een flagrante leugen.

    Alleen reeds het feit dat zij zich dat aanmatigen is een, volgens mij, even grote zonde als de pauselijke onfeilbaarheid. En dan mogen zij ook nog eens honderd keren zeggen dat zij onvolmaakt zijn en wel feilbaar.

    Nu nog even een gedeelte uit §18 De andere schapen verheugen zich met hun gezalfde broeders. Ze zijn vastbesloten hen te ondersteunen. Als vrienden van God in deze tijd zijn ze gemotiveerd hun uiterste best te doen in hun dienst voor God.

    Die eerste zin, "verheugen zich met hun gezalfde broeders" kan volgens mij alleen maar betrekking hebben op de organisatie en het besturende lichaam vermits er alleen maar sprake is van "gezalfde broeders". Toch zijn er ook "gezalfde zusters" of zijn die uiteindelijk ook reeds uitgerangeerd en op een zijspoor gezet.

    Misschien mag ik voorstellen om bij de gedachtenisviering een onderscheid te maken tussen 'gezalfde broeders en zusters' en hun respectievelijke aantallen apart te vermelden?

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam nu een onderscheid maken tussen de gezalfde zusters en gezalfde broeders, geef ik hun weinig kans om ooit mederegeerders met Jezus Christus in de hemel te kunnen zijn.

    Dan heb ik het nog niet over de discriminatie van die 'gezalfde zusters' hier en nu.

    Hoe kan de organisatie en het besturende lichaam artikelen schrijven over vrouwen in het algemeen als die vrouwen geen zeggenschap hebben over specifieke artikelen over vrouwen?

    De tweede zin uit §18 is in feite onzin §18 "Tijdens de Oordeelsdag zullen ze heel graag Gods regelingen ondersteunen terwijl Jezus hen naar bronnen van wateren des levens leidt.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam beweren dat ongehoorzaamheid aan hen gelijk staat met ongehoorzaamheid aan God, dan moet gehoorzaamheid aan God nu toch reeds een deel van hun persoonlijkheid zijn?

    Ha ha! Nu heb ik het vast, het is maar tijdens de oordeelsdag dat wij Gods regelingen dienen te ondersteunen, voordien kun je niet altijd weten of het Gods regelingen wel zijn, en moet je volgens je eigen geweten en nauwkeurige kennis handelen. Dat klopt, want Jezus Christus heeft het gezegd, 'en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken'.

    Dank u wel organisatie en besturende lichaam.

    DINSDAG  23  JUNI

    Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit. -Luk. 12:15.

    §10 Terecht leidde Jezus de bovenstaande waarschuwing voor hebzucht in met de woorden "let op". Waarom? Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken. Toch wijst de apostel Paulus erop dat 'de liefde voor geld een wortel is van allerlei schadelijke dingen' (1 Tim. 6:9, 10). De discipel Jakobus legt uit dat een onjuiste begeerte 'als ze vruchtbaar is geworden, zonde baart· (Jak. 1:15). In overeenstemming met Jezus' aansporing moeten we 'opletten': niet door te kijken of anderen hebzuchtig zijn maar door te onderzoeken waar we zelf ons hart op hebben gezet, zodat we 'ons hoeden voor elke soort van hebzucht'.
    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      ik denk dat dit commentaar heel erg kort mag zijn. Eerst wil ik benadrukken dat Jezus Christus zegt dat men zich dient te hoeden voor elke soort van hebzucht. Vervolgens dat iemands leven niet afhankelijk is van datgene wat hij bezit.

    Ik ga dan beginnen met het persoonlijke aspect. Dat is een onoverzichtelijk terrein, maar ik splits het op in twee: de materiële kant en het spirituele van de mens, verwar het laatste a.u.b. niet met "spiritisme".

    Zoals een schriftplaats het zegt in 1 Timotheüs 6:8 "Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn".

    Wanneer iemand tevreden is met wat hij heeft zit hij uiteraard goed. Men is daarom nog geen materialist als hij zich meer kan permitteren. En men kan toch ook een materialist zijn als men weinig bezit. Het hangt dus van de instelling af en soms van de omstandigheden.

    Meestal ligt het evenwicht tussen de twee, het materiële en de spirituele zijde. Zoals Jezus Christus benadrukte in de bergrede en specifieker in de gelukkig verklaring in het evangelie van Mattheüs 5:3 "Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood".

    Het unieke van de mens komt wellicht het duidelijkst naar voor door zijn vermogen om over het leven na te denken. Zowel over het verleden als het heden en de toekomst. Uit het verleden kan men lessen leren en in het heden toepassen. Voor de toekomst kan men plannen maken. Zelfs diegenen die God uit hun leven hebben geschrapt, meestal door de handelwijze van religies uit het verleden of met de onrechtvaardige ervaringen en toestanden in de wereld.

    Nu wil ik het toepassen op de organisatie en het besturende lichaam. Wanneer een organisatie groeit ontstaat de neiging, maar ook de noodzaak om, juist in een hebzuchtige wereld, het doel voorbij te streven. Zoals zij zelf beweren zijn zij de door "Gods geest geleide organisatie". Met andere woorden, zij zijn een instrument in Gods handen.

    Wanneer dit instrument ondertussen een doel is geworden rijzen er vele vragen. Door het instrument blindelings te gehoorzamen, zelfs wanneer het volgens jouw geoefend geweten, buiten de schreef gaat, word je zelfs een volger van dit instrument.

    Als je de mensen die dit "instrument" vertegenwoordigen wetens en willens volgt ben je mee verantwoordelijk voor wat zij je opdragen, vragen en verplichten.

    Denkt aan het proces van Neurenberg.

    Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf zeggen en schrijven "niemand heeft zich opgedragen aan een zaak of een organisatie".

    Het is beslist de moeite waard hierover grondig, grondiger en zeer grondig na te denken.

    In het commentaar staat ook de reden waarom Jezus Christus deze waarschuwing gaf. Ik citeer: "Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken".

    Ik zeg je, dat het beslist NIET waar is dat mensen direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is.

    En het is ZEKER waar, vooral in hun geval, dat ze zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken.

    HERKENNEN EN ERKENNEN zijn twee verschillende zaken en maken een wereld van verschil.

    WOENSDAG  24  JUNI

    Ik wil uw zaad maken als de stofdeeltjes van de aarde. - Gen. 13:16.

    §6 Abraham kreeg te horen dat zijn zaad zich zou vermenigvuldigen en zou worden "als de sterren aan de hemel" (Gen. 22:17). Met andere woorden, in Abrahams tijd konden mensen nog niet weten uit hoeveel leden dit zaad zou bestaan. Maar uiteindelijk werd onthuld hoeveel leden dit geestelijke zaad zou omvatten. Naast Jezus zouden dat er 144.000 zijn (Openb. 7:4; 14:1).

    §7 Gods Woord zegt over Abrahams geloof: "Hij stelde geloof in Jehovah; voorts rekende hij het hem als rechtvaardigheid toe" (Gen. 15:5, 6). Natuurlijk is geen enkel mens volkomen rechtvaardig (Jak. 3:2). Maar vanwege Abrahams uitzonderlijke geloof behandelde Jehovah hem als een rechtvaardige en noemde hij hem zelfs zijn vriend (Jes. 41:8). Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard, en ze zullen nog grotere zegeningen ontvangen dan Abraham.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 4e studieartikel blz. 20 §6, 7.

     
    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik ben er weer eens aan toe om zand uit de ogen te halen, omdat de schriftplaats zelf zegt, na de sterren vermeld te hebben, "en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn".

    Daarom staat er in Efeziërs 1:13 "Door bemiddeling van hem werdt ook GIJ, nadat GIJ hadt geloofd, met de beloofde heilige geest verzegeld".

    En in de Openbaring 7:3 "Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben".

    Volgens de organisatie en het besturende lichaam is er een verschil tussen deze twee teksten. In Efeziërs zou het om de 'verzegeling' als een eerste keuze gaan door God. maar in de Openbaring is het de 'definitieve verzegeling' en opname in de hemel bij hun verscheiden.

    Met andere woorden, na hun verzegeling zouden zij het moeten bewijzen het waard of niet waard te zijn om uiteindelijk in de hemel opgenomen te mogen worden.

    In de eerste plaats is er geen enkele 'gezalfde' die kan bewijzen aan een ander dat hij een gezalfde is. Dat wil zeggen dat hij vanuit die ander zijn standpunt 'belijdt een gezalfde te zijn'.

    Nadat hij gestorven is kan hij, pardon, of zij  het nog minder bewijzen.

    Het is zelfs een van de missers van de organisatie en het besturende lichaam vermits in 1935 het aantal "belijdende gezalfde" vol was. Terwijl het tezelfdertijd, met de afname van hun aantal, het een  bewijs vormde voor de tijd van het einde.

    Ondertussen is de toename van belijdende gezalfden in volle expansie en daar zal of heeft de organisatie en het besturende lichaam reeds een gewijzigde uitleg voor.

    §7 zegt ook: "Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard",

    Nu moet ik wel het begin van §8 aanhalen, want hier zeggen de organisatie en het besturende lichaam: "Gezalfde christenen worden rechtvaardig verklaard omdat ze geloof oefenen in Jezus' loskoopoffer".

    Ik heb altijd geleerd uit de Bijbel dat er geen enkel verschil is tussen "belijdende gezalfden" en de andere schapen, behalve hun bestemming. Derhalve kan ik alleen maar besluiten dat ook de andere schapen rechtvaardig verklaard worden door hun geloof en levenswijze als die van Jezus Christus die ook voor hen is gestorven.

    Dat blijkt ook de reden te zijn volgens Openbaring 7:9-10 "Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen. 10 En zij blijven met een luide stem roepen en zeggen: „Redding [hebben wij te danken] aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam”.

    Hierdoor vervalt het gehele systeem dat door de organisatie en het besturende lichaam in het leven is geroepen van titels en verantwoordelijkheden.

    Op zichzelf niet verkeerd, maar doordat het niet volledig gebaseerd is op dienend leiderschap is het geen haar beter dan gelijk welk ander systeem.

    In theorie en op papier gestaafd met bijbelteksten is het dik in orde, maar in de praktijk blijft het schromelijk, maar bedrieglijk, in gebreke.

    De broederschap die zij hanteren is niet realistisch omdat het geen spontane, maar opgelegde en ingestudeerde emotie is. Alhoewel dit niet opgaat voor iedere broeder of zuster.

    Zelfs een biljartclub heeft een broederschap.

    DONDERDAG  25  JUNI

    Neem, 0 mijn zoon, het gebod van uw vader in acht, en verlaat de wet van uw moeder niet. - Spr. 6:20.

    §16 (...) Kinderen moeten hun ouders beslist gehoorzamen. Maar open communicatie geeft ouders de gelegenheid hun kinderen te helpen redenatievermogen te ontwikkelen. Vincent, vader van vier kinderen, zegt: "Vaak namen we de voor en nadelen van een situatie door, zodat onze kinderen zelf konden zien wat het beste was. Dat hielp hen hun denkvermogen te ontwikkelen" (Spr. 1:1-4).

    §17 Natuurlijk zal geen enkele ouder de Bijbelse raad over het opvoeden van kinderen volmaakt kunnen toepassen. Toch kun je er zeker van zijn dat je kinderen heel dankbaar zullen zijn voor je pogingen om hen op een geduldige, vriendelijke en liefdevolle manier op te leiden. Jehovah zal je inspanningen beslist zegenen (Spr. 3:33). Per slot van rekening willen alle christelijke ouders dat hun kinderen net zo veel van Jehovah leren houden als zij.
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      over het algemeen doen kinderen dit spontaan. En een open communicatie is een perfecte manier om het redenatievermogen van kinderen te ontwikkelen. Maar het begrip open communicatie is erg flexibel. Ik wil een voor de hand liggend voorbeeld gebruiken al is het extreem. Vincent een vader vraagt aan zijn kinderen: wat zou je willen "een appel" of "een muilpeer"? Wat denk je dat het antwoord zal geweest zijn? Kinderen zonder ervaring zullen in gemakkelijke situaties het juiste doen en zeggen. Later met een ruimere ervaring en daarmee bedoel ik wanneer zij, buiten wat hun ouders hen hebben geleerd, ook andere meningen en zienswijzen kunnen vergelijken ook een eigen mening en zienswijzen kunnen bijschaven of bijsturen. En dat zou en zal wel eens kunnen afwijken of zelfs in strijd met dat van hun ouders.

    Daarenboven is de mening en zienswijze van de ouders, vooral wanneer het met geloof te maken heeft erg explosief.

    Iets waar ouders en ook de organisatie en het besturende lichaam rekening mee dienen te houden is dat jonge kinderen, voor zij besmet zijn, een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid hebben. Wanneer ouders met twee maten meten, soms juist door hun geloof, hebben kinderen dat snel door. Als de ouders dat niet inzien of zichzelf niet corrigeren maken zij van hun kinderen klonen.

    Sommigen van die kinderen zullen, zolang zij bij hun ouders zijn, hen naar de mond praten en ontwikkelen een dubbele persoonlijkheid.

    Eens de 'volwassen' leeftijd bereikt zullen velen van hen 'afhaken'. De schuld daarvoor wordt aan de ouders toegeschreven en aan de wereld, nooit aan de organisatie en het besturende lichaam, alhoewel de ouders de richtlijnen naar vermogen hebben toegepast.

    Nu moet ik zeggen dat een opvoeding door de getuigen van Jehovah altijd iets nalaat aan zulke jongeren. De praktische kant is dat die jongeren meestal een juist begrip hebben van normen en waarden terwijl verschillende beginselen hen levenslang zullen helpen om juistere beslissingen te nemen.

    Dat heb je uiteraard bij alle geloofsovertuigingen. De positieven samen met de negatieven en is dus grotendeels afhankelijk van het kind of de persoon ter zelf.

    Zo is er een beginsel van Jezus Christus die in Mattheüs 5:37 zei "Laat UW woord Ja gewoon Ja betekenen, [en] UW Neen, Neen; want wat daar nog bij komt, is uit de goddeloze".

    Met andere woorden, als je vandaag zegt het is wit en morgen zeg je het is zwart, en dat herhaalt zich enkele malen dan bedrieg je in de eerste plaats jezelf en zul je praktisch altijd bedrogen uitkomen.

    Als je dit beginsel gaat toepassen op de organisatie en het besturende lichaam met dat wat zij in het verleden hebben onderwezen als waarheid, en met een veranderde waarheid die zij vandaag onderwijzen en morgen en overmorgen met gewijzigde waarheden, dan zul je meer moeten hebben dan een gevoel voor rechtvaardigheid.

    28-06-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 16 JUNI tot en met 20 JUNI

    DINSDAG  16  JUNI

    Dat niet, alstublieft, Jehovah! - Gen. 19:18.

    §10 Wanneer ouders huisregels opstellen, willen ze in sommige gevallen misschien wel met hun kinderen overleggen. Als jongeren mee mogen doen aan besprekingen over die regels, zullen ze wellicht eerder bereid zijn die op te volgen. Wanneer de ouders bijvoorbeeld een tijd willen vaststellen waarop de kinderen thuis moeten zijn, zouden ze een specifiek tijdstip kunnen kiezen. Als de kinderen een ander tijdstip voorstellen, kunnen de ouders besluiten aan de wensen van hun kinderen toe te geven als er geen Bijbelse beginselen in het gedrang komen. Wil dat zeggen dat de ouders afstand doen van hun gezag?

    §11 Laten we eens stilstaan bij de liefdevolle manier waarop Jehovah zijn gezag uitoefende in het geval van Lot en zijn gezin (Gen. 19:17-22). Jehovah nam Lots verzoek om naar een nabijgelegen stad te vluchten in overweging en besloot hem in dit geval ter wille te zijn. Kun jij als ouder af en toe rekening houden met de wensen van je kinderen bij het opstellen van gezinsregels?
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §10, 11.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      huisregels zijn meestal tijdelijke voorschriften die omwille van de vrede, communicatie, ordelijkheid, het voorkomen van misverstanden en dergelijke kunnen opgelegd worden. Die kunnen individueel zijn, maar ook algemeen zodat de oplegger er eveneens rekening dient mee te houden. In bepaalde gevallen kan het opleggen van huisregels een sanctie zijn volgens de omstandigheden en kunnen verschillen van persoon tot persoon, zelfs in het eigen gezin. Hoe minder regels er nodig zijn hoe gemakkelijker en vrijer iedereen zich zal voelen. Hoe meer regels er zijn, en zeker zonder noodzaak, hoe dwangmatiger het zal aanvoelen, met alle gevolgen van dien.

    Een niet alledaags voorbeeld is te vinden in het Judaïsme die buiten de van God ontvangen 10 geboden en de plus minus nog zo'n 600 andere wetten, er zelf een boek, de Talmoed moesten bijmaken. Volgens het boek "De mens op zoek naar God", uitgegeven door het Wachttorengenootschap.

    Volgens de Joden is de Tenach, of Joodse bijbel, niet het belangrijkste boek. Zou de 'Tenach' de hoeksteen zijn, dan is de 'Talmoed' de middenzuil, die vanaf het fundament oprijst en het gehele geestelijke en intellectuele bouwwerk ondersteunt.

    De Talmoed wordt gewoonlijk verdeeld in twee hoofddelen: de misjna en de gemara.

    De misjna is een verzameling aanvullende commentaren op de Tenach gebaseerd op de uitleg van de rabbijnen.

    De gemara is dan weer een verzameling commentaren op de misjna eveneens door rabbijnen, maar uit een latere periode afkomstig. Zelfs op de gemara zijn er dan weer commentaren.

    Al met al kun je daarmee hele bibliotheken vullen. Zie o.a. het boek "De waterval van Kaaterskill"  door Allegra Goodman.

    Wanneer je hier dan weer een parallel wilt trekken met de organisatie en het besturende lichaam dan kun je dat gerust doen.

    Want ook de organisatie en het besturende lichaam hebben enorme commentaren op de Bijbel gepubliceerd en later commentaren op die commentaren. Daarom schroom ik niet om zelf ook commentaren te geven.

    Ik ben nu een beetje afgeweken, maar het is een feit dat de organisatie en het besturende lichaam zelf redelijk veel regels hebben ingevoerd. Daarmee gaan zij niet alleen buiten hun boekje, maar oefenen ook subtiele druk uit op het gezins- en privé-leven van hun schapen.

    §11 is het rechtstreeks voorbeeld van Job, maar zoals de organisatie en het besturende lichaam zeggen, hebben wij de gehele Bijbel ter beschikking, en daarom zal God nu niet meer rechtstreeks ingrijpen.

    Doen zij het daarom?

    WOENSDAG  17  JUNI

    Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: "Dit is de weg. Wandelt daarop" Jes. 30:21.

    §4 Jehovah is onze Grootse Onderwijzer (Jes. 30:20). Via het zichtbare deel van zijn organisatie verschaft hij zijn dienstknechten op aarde leiding ten aanzien van de manier waarop ze zich van hun predikingsopdracht moeten kwijten. Met het oog daarop heeft elke gemeente wekelijks de theocratische bedieningsschool, die bedoeld is om alle ingeschrevenen te helpen doeltreffende verkondigers van Gods koninkrijk te worden. Het belangrijkste leerboek op die school is de Bijbel. J ehovah's geïnspireerde Woord vertelt ons wat we moeten onderwijzen. Bovendien geeft het aan welke onderwijsmethoden doeltreffend en gepast zijn. De theocratische bedieningsschool herinnert ons er geregeld aan dat we betere onderwijzers zullen worden als we ons onderwijs baseren op Gods Woord, een doeltreffend gebruik maken van vragen, ons onderwijs eenvoudig houden en oprechte belangstelling voor anderen tonen.
    De Wachttoren van 2008 15 september 2e studieartikel blz. 8 §4.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      volgens Jesaja 30: 21 is Jehovah onze grootse onderwijzer, maar dan via het zichtbare deel van zijn organisatie.

    Nu staat het eerste gedeelte wel in Jesaja, maar dat het via het zichtbare deel van zijn organisatie zou gebeuren, dat staat er beslist niet.

    Wanneer wij onderwezen zijn en tot rijpheid of nauwkeurige kennis zijn gegroeid is dat niet uitsluitend door de organisatie en het besturende lichaam. Wereldwijd zijn er Bijbelscholen en Zondagsscholen die een fundament kunnen leggen voor een Christelijke levenswijze.

    Zoals in alle religies is het grotendeels afhankelijk van de leraar die uw religie vertegenwoordigt welke vruchten je persoonlijk zult opleveren.

    Ik zei 'grotendeels', maar uiteindelijk is het jouw persoonlijke inzet en verantwoordelijkheid om je houding te bepalen en te vervolmaken.

    Daarom ga ik Jesaja 30: 21 uit een ander bijbelvertaling weergeven: "HET LEVEN praktische lessen uit Het Boek", dus Jesaja 30: 21 "En als u Gods paden verlaat en afdwaalt, zult u een stem achter u horen zeggen: "Nee, dit is de weg, hier moet u lopen."

    Het commentaar op dit vers staat onder aan diezelfde blz. en zegt: "Als de inwoners van Jeruzalem Gods weg zouden verlaten, zou Hij hen corrigeren. Hij zal voor ons hetzelfde doen. Maar als we Zijn corrigerende stem horen, moeten we bereid zijn Hem te volgen".

    Noch in die tijd noch in deze tijd komt God persoonlijk tussen beide. Maar door ons geoefend geweten en de nauwkeurige kennis die wij ons eigen hebben gemaakt, zullen we terechtgewezen worden, als wij gehoor willen geven aan die terechtwijzing.

    Juist daarom is nauwkeurige kennis een vereiste alhoewel niet in eerste instantie.
    Wat als eerste moet liggen is het fundament  Jezus Christus: 
    Efeziërs 3:19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat GIJ vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".

    Het is niet de liefde voor de Christus, alhoewel dat samen kan gaan, maar de liefde VAN de Christus. Daar is een wezenlijk verschil tussen.

    Liefde voor de Christus en klaarblijkelijk voor zijn offer kunnen uit dankbaarheid en zelfs met een tikkeltje zelfzucht opgebracht worden.

    Daarentegen is de liefde van de Christus in feite de zelfverloochenende kracht die ook Hij bezat om je evennaaste lief te hebben.

    Wanneer men die liefde van de Christus bezit zal je uiteraard alles wat menselijk mogelijk is doen naar vermogen en draagkracht.

    In deze context wil ik graag enele bijpassende beginselen introduceren: 2 Korinthiërs 8:10-12 "En ik opper hierover een mening: want deze aangelegenheid is nuttig voor U, daar GIJ reeds een jaar geleden niet alleen begonnen zijt met het doen, maar ook met het willen [doen]; 11 voleindigt nu dan ook het doen ervan, opdat, evenals de bereidheid om te willen er was, het ook voleindigd mag worden naar wat GIJ hebt. 12 Want indien de bereidheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft".

    Weet je wat het enorme voordeel hier van is? Je hoeft geen rekenschap af te leggen aan mensen, maar rechtstreeks aan God via Zijn Zoon.

    Als slot herhaal ik Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken”.

    Voel jij je vrij?  Ben je vrij?

    DONDERDAG  18  JUNI

    Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen. - Gen. 3:15.

    §9 (...) Door het bovenstaande te zeggen, onthulde Jehovah dat het zijn voornemen was een "zaad" te machtigen om Satan en zijn legers te verpletteren en de rechtmatigheid van Zijn soevereiniteit te bewijzen (Ps. 2:7-9; 110:1, 2).

    §10 Dat "zaad" bleek Jezus Christus te zijn, samen met een selecte groep mederegeerders. Met elkaar vormen ze Gods Messiaanse koninkrijk (Dan. 7: 13, 14, 27; Matth. 19:28; Luk. 12:32; 22:28-30). Dat alles werd echter niet onmiddellijk onthuld. De verwezenlijking van de eerste profetie bleef in feite 'een tijdenlang verzwegen heilig geheim' (Rom. 16:25). Eeuwenlang zagen gelovige mannen uit naar de tijd dat "het heilige geheim" onthuld zou worden en de eerste profetie in vervulling zou gaan ter rechtvaardiging van Jehovah's soevereiniteit. - Rom. 8:19-21. De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §9, 10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de bijbel zegt het, dus moet het waar zijn.

    De bijbelse profetieën die op de Messias of de beloofde bevrijder van toepassing werden gebracht zijn voor Christenen vervuld.

    En alhoewel er meer dan 300 profetieën in Jezus Christus werden vervuld konden de joden in het algemeen hem niet als de Messias aanvaarden en verwachten hem nu nog steeds.

    Daar de organisatie en het besturende lichaam Jezus Christus reeds in 1874 verwachtten en de grote verdrukking in 1914 haar werk zou doen, werden hun verwachtingen niet vervuld.

    Een van de goede kanten was, volgens de organisatie en het besturende lichaam dan toch, dat de datum wel juist was, maar het resultaat niet. Toch is 1874 geen vaste datum gebleven, maar 1914 wordt nog steeds als datum gehandhaafd als het begin van de tijd van het einde. Zo heeft de organisatie en het besturende lichaam het geslacht dat met 1914 verbonden was moeten loskoppelen van die datum en de daarmee gelijklopende profetieën en parallellen moeten aanpassen.

    1914 blijft tot nu toe het vaste gegeven. De tijd zal het uitwijzen, zoals de tijd reeds zoveel heeft uitgewezen.

    Er is over data reeds zoveel gezegd en veranderd, op 1914 na, dat het weinig of niets uitmaakt wat je gelooft. Één ding is zeker, niet wat je wenst te zijn, zal de doorslaggevende factor zijn, maar wat je als mens bent en doet.

    Nog veel erger is het dat je iemand bent geworden die een ander wilde dat je werd.

    De kans wanneer men met een organisatie verbonden is, is natuurlijk veel groter om gelijkvormig te denken en te handelen. Maar dat mag niet gelijk opgaan met vervreemding van jezelf en anderen buiten de groep.

    Vanaf dit moment zal dit werken als een gestadig groeiende wurggreep die zelfs je emoties   ingrijpend zullen veranderen. Nu zul je natuurlijk opmerken dat emoties juist de grondslag van het leven uitmaken, maar het gaat over negatieve emoties die alles buiten de groep als niet wenselijk zullen afwijzen zonder onderscheid, dus het is wit of zwart, goed of slecht.

    Hoe kan men het onderkennen? De belangrijkste opmerking volgens mij zijn de regels van dit moet, en dit mag niet. Het zonder meer gehoorzamen aan de autoritaire leiding, die soms maar door één persoon of één lichaam van personen doorgedrukt wordt zonder ook maar een weerwoord te kunnen of te mogen geven.

    De drogredenen zoals, het is voor 'uw best wil', de 'bijbel zegt het', 'God wilt het', 'alle mensen doen het of juist niet', 'verstandige mensen zullen....' enz., enz..

    Wanneer iemand beweert een christen te zijn dan moet hij of zij op zijn minst menslievend zijn. Niet oppervlakkig of beredeneerd, niet opgedeeld in vakjes of als klasse, maar met de wil om redelijk te zijn ten aanzien van allen. Dit kan uiteraard maar zo verreikend zijn als het van jou afhangt.

    Persoonlijk associeer ik 'Christelijk' met 'menselijkheid'. En menselijkheid staat nauw in verband met redelijkheid, en dat is een beginsel of fundamentele waarheid. Filippenzen 4:5 "Laat UW redelijkheid aan alle mensen bekend worden"

    Zo is bijvoorbeeld de uitsluitingsprocedure die Jezus Christus instelde in Mattheüs 18:15-17 heel menselijk: "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

    In het vers 17 staat duidelijk dat de zaak voor de 'gemeente' diende gebracht te worden ingeval aan de voorgaande stappen geen gevolg was gegeven. Er staat niet aan 'ouderlingen' of ook niet aan 'het rechterlijk comité'. Er staat wel de gevolgen die een onberouwvolle zondaar zou ervaren.

    Voor een uitgebreide voorlichting aangaande de "uitsluitingsprocedure" zie hiervoor blog.seniorennet.be/eleuthera/zoeken.php

    Over die selecte groep mederegeerders wil ik nu alleen maar zeggen dat die hun werk vanuit de hemel zullen moeten doen, niet nu.

    Diegene die daarop vooruitlopen zijn klaarblijkelijk uit de boze.

    VRIJDAG  19  JUNI

    Wie op geld uit is, krijgt er nooit genoeg van. - Pred. 5:9 [10], "Groot Nieuws Bijbel".

    §6 (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven en toch God met onze hele ziel te dienen? Nee, dat gaat niet. Jezus verklaarde:

    "Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen." Jezus drong er bij zijn volgelingen op aan om in plaats van materiële goederen op aarde "schatten in de hemel" te vergaren, dat wil zeggen, een goede naam op te bouwen bij God, die "weet welke dingen gij nodig hebt voordat gij hem er ook maar om vraagt" (Matth. 6:8, 19-25).

    §7 (...) Paulus schreef aan Timotheüs: "Beveel hun die rijk zijn ... hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; ... vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen." - 1 Tim. 6:17-19.
    De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §6, 7.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de titel van het artikel is "Streef een zinvol doel na in je leven". En de leitekst "Al wat adem heeft, love Jah". – Psalm 150: 6.

    Maar de dagtekst heeft een andere "leitekst" ik herhaal hem uit de Nieuwe Wereldvertaling: Prediker 5:10 "Iemand die enkel het zilver liefheeft, zal van zilver niet verzadigd worden, noch wie maar ook die rijkdom liefheeft, van inkomsten".

    Dat is weer een van die subtiele inplantingen van de organisatie en het besturende lichaam. Jij mag zeggen of ik het te ver zoek ja of neen.

    De titel suggereerde "een zinvol" doel, ja toch?

    De dagtekst suggereert (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven ...

    Enkelvoud en meervoud, dat is een verschil. Toch kan men ook verschillende "zinvolle doeleinden" stellen in zijn leven, zelfs tezelfdertijd.

    De teksttoepassing dat "niemand twee meesters kan dienen" is een veralgemening die alleen opgaat als je materiële zaken de boventoon gaat geven. Daarmee bedoel ik dat je uitgaven gaat doen boven je budget en dus in een schuldenlast komt die je niet kunt betalen.

    Daarom zijn er kredietverleners die tegen een redelijke interest geld kunnen voorschieten. Uiteraard moet je het evenwicht kunnen bepalen wat je met je verdiensten kunt aflossen. Het is een steeds wederkerend probleem dat mensen, zoals men zegt, boven hun stand leven met alle problemen van dien.

    De doorsnee met verstand begaafde mens weet heel goed dat 'geld lenen of op krediet kopen' duurder is dan sparen tot men de volledige som heeft.

    Voor de werkende mens is bijvoorbeeld een huis kopen niet mogelijk, tenzij met een lening neemt van 20 of 30 jaar. Die weten meestal op voorhand dat zij zo ongeveer het dubbele zullen moeten opbrengen van de aankoopprijs. Waarom doen zij het dan? Omdat zij nooit zullen kunnen sparen tot zij de volledige som bij elkaar hebben. De huishuren zijn doorgaans zo hoog dat men niet kan sparen. Er zijn natuurlijk nog andere factoren.

    Diegenen die 5, 10,15 of 20 jaar geleden de stap om een huis te kopen hebben gedaan plukken nu reeds de resultaten.

    Dat heeft echter niets met twee meesters te maken, maar met gezond verstand.

    Laat ik maar één van de belangrijkste zaken belichten die met een 'gezin' te maken hebben:   1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige".

    De organisatie en het besturende lichaam geven regelmatig voorbeelden van pioniersgezinnen en anderen die omwille van het koninkrijk zowat alle materiële beslommeringen van zich hebben afgezet.

    Dat kan dan in overeenstemming zijn met Jezus Christus woorden in Mattheüs 19:12 "Wie er plaats voor kan maken, make er plaats voor".

    Maar ik zou niet graag diegenen te eten moeten geven die onder emotionele druk één of meer jaren met financiële problemen hebben moeten afrekenen, scheidingen hebben veroorzaakt, depressief en in behandeling zijn moeten gaan en dan nog diegenen die naast hun schoenen zijn gaan lopen doordat zij enkele etages hoger dachten te wonen.

    De organisatie en het besturende lichaam moedigen wel aan om God dienen, maar vertel mij eens wat God ook maar van een mens nodig heeft?

    Hoe subtiel en suggestief zijn de in de context gebruikte schriftplaatsen?

    Mattheüs 6:20 "Vergaart U veeleer schatten in de hemel".

    1 Timotheüs 6:17-19 "Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; 18 goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, 19 voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen".

    Vergeet niet dat God niets anders wilt dan wat Micha 6:8 vertelt: "En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Als ge op de kap en de zak van een ander leeft komen er uiteraard weer andere vragen.

    ZATERDAG  20  JUNI
    De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind.

    2 Kor. 4:4.

    §7 We moeten niet denken dat "diepe dingen"  per definitie moeilijke

    dingen zijn. Kennis van "de diepe dingen Gods" is voor de meeste mensen verborgen, niet omdat het te moeilijk is de wijsheid van God te verwerven maar omdat Satan mensen misleidt, zodat ze de hulp die Jehovah via zijn organisatie geeft, afwijzen (1 Kor. 2:10; 2 Kor. 4:3).

    §8 Het derde hoofdstuk van Paulus' brief aan de Efeziërs laat zien dat "de diepe dingen Gods" veel waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen, zoals de identiteit van het beloofde Zaad, de uitverkiezing van personen met een hemelse hoop, en het Messiaanse koninkrijk. Paulus zei dat hij was aangesteld om "mensen I te I doen zien hoe het heilige geheim volvoerd wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God". - EL 3:5-9.
    De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 27 §7,.8.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      laat ik nogmaals beginnen met de leitekst van deze dagtekst. "De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind".

    Wij hebben het reeds gezegd, maar met andere woorden dat de organisatie en het besturende lichaam volgens dat het hun uitkomt "wit of zwart" denkt en zelfs schrijft.

    Ook in deze tekst, al staat het er niet, is het woord 'gelovige' van toepassing op iedereen die met de organisatie en het besturende lichaam verbonden is. Het woord 'ongelovigen' is voor al de andere mensen, ongeacht hun geloof.

    Daar bedoel ik niet mee dat alle andere mensen aanvaardbaar zijn voor en door God.

    Met het gebruik van een Christelijke persoonlijkheid bedoelde ik ook niet dat alle christenen die persoonlijkheid bezitten. Ook niet dat niet-christen die Christelijke persoonlijkheid niet kunnen bezitten.

    Even herhalen in vraagvorm, al is het een dubbel gebruik: zijn alle Getuigen van Jehovah christenen? En zijn alle Christenen Getuigen van Jehovah? Kunnen ook niet-christenen een Christelijke persoonlijkheid bezitten?

    Dit is geen filosofie, maar gewoon drie vragen, alhoewel je er zelf ook nog enkele kunt bij maken.

    Voor mij is het zo dat, om voor een keer in overeenstemming met het commentaar te blijven, de diepe dingen Gods door nauwkeurige kennis te verkrijgen en te verstaan zijn. Maar nauwkeurige kennis is dan weer geen kwestie van intellect alleen. Ook en zeker niet uitsluitend van bijbelkennis. Niet dat die absoluut geen rol zullen spelen, toch wel, maar meer zul je bereiken door open te staan voor wat goed is in Gods ogen. Gewetensvol handelen, rechtvaardigheid betrachten.

    Door kennis op zich heeft men de neiging om meer van zichzelf te denken dan nodig is en kan het zelfs een strik vormen: 1 Korinthiërs 8:1 "Kennis blaast op, maar liefde bouwt op".

    Het commentaar laat uitkomen dat veel van de "diepe dingen Gods" waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen.

    Dat is niet juist uitgedrukt. Dat de meesten van de Getuigen van Jehovah "de uitleg die de organisatie en het besturende lichaam aan die diepe dingen geeft" dat zullen zij begrijpen.

    Ik spreek uit ervaring.

    En voor de zoveelste keer richt ik de aandacht op één van de diepere dingen Gods, volgens mij dan toch.

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

     Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

     

    24-06-2009 om 20:02 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 11 JUNI tot en met 15 JUNI

    DONDERDAG  11  JUNI
    De zegen van Jehovah - die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij. - Spr. 10:22.

    §14 Kun jij voor het doen van Gods wil leven door de volletijddienst tot je carrière te maken? Als dat zo is, zul je beslist veel zegeningen ontvangen. Als je huidige omstandigheden het niet toelaten, kun je misschien veranderingen aanbrengen. Bid als Nehemia toen hij graag een belangrijke taak op zich wilde nemen: 'Ach Jehovah, laat uw knecht toch alstublieft succes hebben' (Neh. 1:11). Ga dan vol vertrouwen in de "Hoorder van het gebed" tot actie over (Ps. 65:2). Als je wilt dat Jehovah je moeite om hem vollediger te dienen zegent, moet je die moeite eerst doen. Heb je eenmaal besloten om in de volletijddienst te gaan, blijf dan bij je beslissing. Na verloop van tijd krijg je meer ervaring en zal je vreugde toenemen. §17 Wat zullen we blij zijn dat we God en anderen hebben gediend en echt voor het doen van Gods wil hebben geleefd! - Matth. 24:21; Openb. 7:14, 15. w071/10 2:14,15,17

    De Wachttoren van 2007 oktober 2e studieartikel blz. 21 §14, 15, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  kun jij je een gedacht vormen van de vele pioniers die begonnen zijn en het werkelijk tot een carrière hebben gemaakt? Hoeveel van hen die je gekend hebt zijn nog met de organisatie en het besturende lichaam verbonden? Hebben allen wel die zegeningen ontvangen die hier gesuggereerd worden?

    Besef je wat de organisatie en het besturende lichaam hier echt voorstellen? Het onderkopje van §14 geeft het antwoord: "Het doen van Gods wil tot onze carrière maken" (ik benadruk).

    Alhoewel het dienen van God voor de meest doorslaggevende aanzet kan zijn, mag je de beïnvloeding van de organisatie en het besturende lichaam en van anderen niet uit het oog verliezen. Het voorrecht deel te mogen uitmaken van een elite groep is daarbij een factor die beslist een grote invloed zal hebben op de beslissing die genomen wordt.

    Moet ik voorbeelden aanhalen van pioniers wier gezins- en financiële problemen tot echtscheidingen hebben geleid. Wat denk je van een kringopziener die zeven jaar lang een overspelige verhouding had? Dit is niet de regel, maar uitzonderingen zijn het zeker ook niet.

    Uiteraard zijn er zeker die er echt mee gelukkig kunnen zijn. Juist zoals de prediking van deur tot deur er enkelen gelukkig mee zijn, doen de meeste het gewoon omdat het een verplichting is in de plaats van een vrijwillig offer.

    Klaarblijkelijk heb ik het reeds geschreven, maar de dag dat de organisatie en het besturende lichaam de rapportjes niet meer verplichten valt de prediking van deur tot deur op zijn achterste. Vanaf het moment dat het aantal uren prediking van deur tot deur niet meer het criterium is voor voorrechten zal het uren aantal drastisch verminderen.

    Het is duidelijk dat de organisatie en het besturende lichaam de prediking van deur tot deur blijven stimuleren, omdat dit een serieuze vermindering van de publicatie zou inleiden en hun trotse toren, de drukkerijen, er onder lijden. Niet de drukkerijen op zich natuurlijk, maar hun persoonlijke tempel, hun trots. Ik heb enkel vraagjes: waarom wordt de Ontwaakt maandelijks uitgegeven i.p.v. om de veertien dagen? Waarom één Wachttoren voor het publiek en één voor de members?

    Bij deze nieuwe regelingen wordt in de Wachttoren voor het publiek de "oplage van elke uitgave vermeld" en uiteraard per maand. In de Wachttoren die niet voor het publiek beschikbaar is wordt geen melding gemaakt van de oplage. Ik neem aan dat die voor het publiek "beide oplagen" vermeldt. Het feit dat er nu niet kan uitgemaakt worden aan de hand van de cijfers hoeveel er voor de kudde beschikbaar zijn doet mij weer vragen waarom?

    Bij navraag wordt de Wachttoren die voor het publiek bestemt is minder gelezen omdat deze niet voorbereid moet worden.

    Waarom is de hoeveelheid geestelijk voedsel zo ongeveer gehalveerd?

    Je mag mij niet om het antwoord vragen, ik weet het niet, maar rantsoeneren is misschien een manier om gezonder te worden.

    VRIJDAG  12  JUNI

    Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten. -1 Tim. 6:17.

    §17 Het is onverstandig onze hoop op rijkdom te vestigen, want die is 'onzeker'. De patriarch Job was heel rijk, maar toen hij plotseling door tegenslag werd getroffen, konden zijn bezittingen hem niet helpen; ze waren van de ene op de andere dag verdwenen. Zijn sterke band met God hielp hem door alle beproevingen en ellende heen (Job 1:1, 3, 20-22). Abraham liet zich er niet door zijn vele materiële bezittingen van weerhouden een moeilijke opdracht van Jehovah te aanvaarden, en hij werd gezegend doordat hij de "vader van een menigte natiën" werd (Gen. 12:1, 4; 17:4-6). Deze en andere voorbeelden zijn het navolgen waard. Of we nu jong zijn of oud, we moeten bij onszelf nagaan wat echt belangrijk is in ons leven en waar we onze hoop op vestigen. - Ef. 5: 10; Fil. 1:10.

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    er is zelfs een gezegde dat geld een meester moet hebben, anders kan het geld meester zijn over jou en dan is het hek gemakkelijk van de dam. En zoals het commentaar zegt zou het onverstandig zijn onze hoop op rijkdom te vestigen.
    In de eerste plaats is de doorsnee Getuige van Jehovah niet rijk, de meesten zijn arbeiders of bedienden en uiteraard zijn er ook zelfstandigen en universitairen, maar die zijn veel minder dik gezaaid.
    Toch worden die door de organisatie en het besturende lichaam graag gewild omwille van hun bekwaamheid om vooral met mensen om te gaan. Natuurlijk ook omdat hun financiële draagkracht merkelijk ondersteunend kan zijn, tenminste als zij niet te steeg van afgaan zijn.

    Nu is het ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen met de "Jobstijding" geconfronteerd zal worden. En het is ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen zijn hoop op zijn rijkdom zou vestigen. De rijkdom die ze hebben is soms zelfs de aanleiding om het een beetje kalmer aan te doen en nog een beetje van het leven te genieten. Maar die rijkdom wordt gemakkelijk aangesproken en gebruikt om de belangen van de organisatie en het besturende lichaam te dien, want God heeft dat absoluut niet nodig, alles is van Hem.

    Dan is er nog de vraag: wat is rijkdom? Is dat een eigen huis hebben, zo nu en dan een nieuwe auto kopen of een ander vloer leggen? Regelmatig een restaurantje bezoeken? Een voetbal match bekijken of andere sport activiteiten, misschien zelf actief eraan deelnemen.

    Noem je iemand rijk wanneer hij of zij, of samen, reizen naar exotische toeristische vermaardheden, zoals de Machu Pichu beklimmen, naar India, de Dominicaanse Republiek, Kenia en noem maar op.


    Ik noem iemand rijk die in eigen land, zoals in de VS, een lezing gaat geven, niet met de auto, maar met een vliegtuig.
    Ik noem iemand rijk die op andere continenten lezingen geeft die iedere ouderling van het land, zonder tolk of vertaler, kan geven, dat is pas 'n rijke stinkerd.


    Wacht eventjes, want ik ben weer aan het doordraven. De laatste groep die ik vernoemd heb is beslist niet rijk, maar ze gedragen zich als zodanig.
    En dat kunnen zij ook om de eenvoudige reden dat niet zij het betalen, maar de organisatie of het besturende lichaam. D. w. z. de broeders en zusters wereldwijd en niemand anders.
    De globale onkostennota vindt je ieder jaar terug in het jaarboek en bedroeg in 2009 het petieterige bedrag van ruim $ 141 miljoen.

    En vermits die onkosten moeten gerecupereerd worden is het voor jou en mij en alle anderen getuigen van Jehovah een voorrecht om iedere week een luttele vrijwillige bijdrage te geven. 

    Het markante van de gehele zaak is dat Jezus Christus een heel andere instelling heeft geleerd: Mattheüs 6:3-4 "Maar gij, wanneer gij gaven van barmhartigheid schenkt, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, 4 opdat uw gaven van barmhartigheid in het verborgene mogen zijn; dan zal uw Vader, die in het verborgene toeziet, het u vergelden".


    Zoals Mattheüs au fond duidelijk maakt zijn de uitgaven voor vrijwilligers een ondersteuning, en geen onkosten nota op het einde van het jaar.

    En tezelfdertijd, als de uitgaven dan toch vermeld worden, waarom dan ook niet de inkomsten? Of is het dan weer een andere subtiele vorm om geldelijke ondersteuning te verkrijgen?

    Als, ja als de organisatie en het besturende lichaam werkelijk de spreekbuis zouden zijn van de Vader en Jezus Christus en wanneer zoals zij beweren en schrijven "heel veel van ons te houden", waarom vertrouwen zij ons dan niet? Als wij hen moeten vertrouwen, waarom vertrouwen zij ons dan niet?

    Het contract dat ieder getuige van Jehovah met een JA en nog een JA aanvaardt is dat dan alleen bindend voor ons en zijn zij dan de partij die het contract éénzijdig interpreteren zoals het hen uitkomt? 't Zal wel zijn zeker?


    Johannes
    15:15 "Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt". Zoals uit deze tekst van Johannes blijkt was Jezus Christus niet zo achterbaks.


    Is het dan toch waar dat zij bij de rijkste organisaties behoren?

    Dan is het echt niet moeilijk om de Grote Jan uit te hangen en de meute tot euforische hoogten te brengen met mooie woorden en beloften.


    ZATERDAG  13  JUNI 

    Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen. - 2 Petr. 3:13.

    §16 De "nieuwe hemelen", Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de "nieuwe aarde", een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo'n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen. - Jes. 2:2-4; Joh. 13:34,35; Kol. 3:14.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 1e studieartikel blz. 22 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dat de "nieuwe hemelen" of Gods hemelse regering onder Christus reeds is geïnstalleerd, is niet zo vanzelfsprekend als de organisatie en het besturende lichaam doen voorkomen. Het feit dat Gods hemelse regering in 1874 reeds geïnstalleerd was en opgeschoven moest worden omdat de gepubliceerde voorzeggingen niet uitgekomen zijn, verplichten hen om die data op te schuiven. Niet dat het uiteraard zo 'n verschil zou uitmaken voor ware Christenen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam doen alsof nieuw licht en toenemende licht het vervolmaken, dat is niet rechtvaardig. Dat is iets dat je van onvolmaakte mensen ook niet mag verwachten.

    Met kunst en vliegwerk kun je een tijdje zand in de mensen hun ogen wrijven, maar je kunt dat niet blijven doen al zijn de organisatie en het besturende lichaam daar wel van overtuigd.

    Abraham Lincoln heeft ooit gezegd: "men kan sommige mensen steeds weer bedriegen, en alle mensen soms, maar men kan niet alle mensen altijd bedriegen"

    Citaat uit het boek "Dertig jaar in de greep van? Geciteerd door Th. Delleman.

    Nu gaat het niet om het werk en de onderscheiden manier waarop dit verwezenlijkt wordt in vergelijking met andere religies. Het gaat evenmin over wat de organisatie en het besturende lichaam schrijft en ook niet diegenen die er loffelijk over berichten omwille van de moment opnamen bij congressen of bepaalde manifestaties. Zelfs hun welbespraaktheid in de van deur tot deur prediking of hun oratorische lezingen, hun goede manieren en redelijk hoge normen. Noch om hun niet aflatende ijver en volharding om de boodschap van Gods hemelse koninkrijk te brengen.

    Ondanks dat zij de naam van Jehovah gebruiken als schild en toevlucht, rijst de vraag of zij wel een CHRISTELIJKE PERSOONLIJKHEID aankweken?

    Waarom die vraag? Omdat de autoritaire manier van optreden van de organisatie en het besturende lichaam absoluut geen kenmerk kan zijn van een Christelijke levenswijze.

    Zoals ooit in vraag werd gesteld over de Paus van de katholieke kerk: is de Paus wel een christen?

    En dat kun je klaarblijkelijk op alle religieuze organisaties toepassen. T.t.z. op diegene die er de leiding over hebben, niet op al hun leden.

     

    ZONDAG  14  JUNI

    Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier. - Hand. 17:6.

    §2 Vroege zendelingen hebben velen geholpen om het christendom

    te aanvaarden. Filippus bijvoorbeeld ging naar Samaria, waar een grote menigte aandacht schonk aan zijn woorden (Hand. 8:5-8). Paulus maakte met verscheidene metgezellen verre reizen en predikte de christelijke boodschap op Cyprus en in delen van Klein-Azië, Macedonië, Griekenland en Italië. In de steden waar hij predikte, werden grote aantallen Joden maar ook Grieken gelovigen (Hand. 14:1; 16:5; 17:4). Titus was actief op Kreta (Tit. 1:5). Petrus werkte in Babylon, en tegen de tijd dat hij zijn eerste brief schreef, rond 62-64 G.T., had de activiteit van de christenen bekendheid gekregen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië (1 Petr. 1:1; 5:13). Wat waren dat opwindende tijden! Die christelijke predikers uit de eerste eeuw waren zo ijverig dat hun vijanden beweerden dat ze 'de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd'. - Hand. 28:22.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 3e studieartikel blz. 13 §2.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      vanuit hun tijd en hun standpunt bezien is het zeker geen kleinigheid geweest om al die vernoemde streken te bereiken. Ook de zendingsreizen van Paulus zijn een enorme bijdrage aan het bijbelse verslag inzonderheid de prediking en Paulus 'specifieke en onderlegde methoden. 1 Kor. 4: 17. Petrus verzorgde een speciaal gebied waar veel Joden waren gebleven ten tijde van de terugkeer uit de ballingschap, Babylon. Dat zullen beslist opwindende tijden zijn geweest.

    Dat hun vijanden beweerden dat die predikers de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd kan toch iets anders betekenen dan dat er gezegd werd?

    Eventjes die tekst en de context aan halen: Handelingen 17:5-7 "Maar de joden, die jaloers werden, namen zekere boosaardige mannen van de leeglopers die zich op de marktplaats ophielden, in hun gezelschap op en vormden een samenscholing en gingen ertoe over de stad in opschudding te brengen. En zij bestormden het huis van Jason in een poging hen voor het gepeupel te brengen. 6 Toen zij hen niet vonden, sleepten zij Jason en zekere broeders naar de stadsbestuurders, terwijl zij schreeuwden: „Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier, 7 en Jason heeft hen gastvrij ontvangen en al deze [mensen] handelen in strijd met de verordeningen van caesar door te zeggen dat er een andere koning is, Jezus”.


    Wanneer je deze overdrijving, dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd', als een werkelijkheid gaat publiceren, dan brengen zij hun lezers en leden op een dwaalspoor.


    Laat mij dat liever eens wat duidelijker maken door een vergelijking. Ken je een rangeerstation en het daarbij horende rangeerterrein? Je zult die altijd vinden bij de NMBS en vooral bij de grotere stations om treinen te ordenen, schikken en herschikken op de verschillende sporen en voor de wisselende bestemmingen.
    Die bestemmingen zijn een doel en daarom kun je die afzonderlijke wagons niet lukraak of naar believen gaan indelen, tenzij je eropuit bent om verwarring te stichten.

    Vooral in industriegebieden kunnen die terreinen enorme oppervlakten en kilometers spoorlijnen omvatten. De werkmensen die dat doen worden "rangeerders" genoemd.


    Wel daar kun je de organisatie en het besturende lichaam best mee vergelijken, maar dan op het gebied van gedrukte en gesproken informatie, interpretatie en herinterpretatie.

    Hun doel is niet om jou op het juiste spoor te zetten, maar op een zijspoor. Ken je die uitdrukking? Het woordenboek geeft als eerste definitie, misleiden.


    In hun beweringen en dat reeds meer dan 120 jaar, hebben zij niet veel meer gedaan dan "rangeren" van het ene spoor op het andere en weer terug, terug en nog eens terug.
    In werkelijkheid kom je niet vooruit tenzij je zelf uitstapt en je eigen weg zult gaan, ja met de verworven kennis en als je het meent, met een Christelijke Persoonlijkheid.


    Even herhalen: "dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd". Wat blijkt hiervan de bedoeling te zijn?

    In de derde paragraaf van de vermelde Wachttoren wordt gezegd dat "Ook in moderne tijden is de christelijke gemeente met een opmerkelijke groei gezegend". (...) ...in het dienstjaar 2007 ruim zes miljoen bijbelstudies. ... hebben geleid?

     

    Nu vermeldt het jaarboek van 2008 een kleine 300.000 dopelingen.

    In theorie en in vergelijking met die zes miljoen bijbelstudies reageren er 300.000 positief 5.700.000 reageren niet of misschien later. Maar ....


    Ik reken 1 uur per week per studie, dus 52 weken maal 6.000.000 studies = 312.000.000 miljoen uren.

    Hoeveel kost dit aan de verkondiger qua tijd en onkosten?

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is er echter een bepaalde winst aan lectuur en bijdragen, maar niets aan onkosten.


    Dat is zoals ik zei, in theorie.


    Daarentegen is er eveneens een numerieke groei voor de meeste andere religies.

    Als de organisatie en het besturende lichaam hun groei een opmerkelijke zegen noemen, is de groei van de andere religies dan ook een zegen?


    En in die dertig landen waar, in 2008 een achteruitgang geboekt wordt, hoe noem je dat fenomeen?

    Terwijl de zevende paragraaf van vermelde Wachttoren zegt dat: "Jehovah heeft Jezus Christus als Rechter aangesteld; wij hebben dus niet het recht een oordeel over een ander te vellen".


    Wie zijn wij? En wat is het verschil tussen oordelen en aan de kaak stellen?

     

    MAANDAG  15  JUNI

     [Farao] zal hen stellig najagen. - Ex. 14:4.

    §11 Farao komt tot de conclusie dat hij een fout heeft gemaakt door de Israëlieten toe te staan Egypte te verlaten en hij zet de achtervolging in. Als het Egyptische leger in zicht komt, worden de Israëlieten doodsbang en gaan ze luid tot Mozes roepen. Mozes antwoordt:

    "Weest niet bevreesd. staat vast en ziet de redding van J ehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" (Ex. 14:5-14).

    §12 (...) Gehoorzaam aan Gods gebod strekt Mozes nu zijn hand uit. Het verslag vervolgt: "Jehovah [deed] de zee door een sterke oostenwind, die de hele nacht waaide, ... teruggaan ... Ten slotte trokken de zonen van Israël midden door de zee over droog land." De Egyptenaren hervatten de achtervolging, maar Jehovah brengt het kamp van de Egyptenaren in verwarring. Hij zegt vervolgens tegen Mozes: "Strek uw hand uit over de zee, opdat de wateren terugkeren over de Egyptenaren." Zo totaal is de vernietiging van Farao's strijdkrachten dat geen enkele soldaat het er levend afbrengt! - Ex. 14:21-28; Ps. 136:15. w07 15/12 2:11, 12

    De Wachttoren van 2007 15 december 2e studieartikel blz. 16 §11, 12.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de uitspraak die Mozes als woordvoerder van God doet, "Weest niet bevreesd. Staat vast en ziet de redding van Jehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" was voor de belaagde Israëlieten bijzonder hartverwarmend. Temeer daar zij direct het resultaat van Gods ingrijpen konden waarnemen. Wanneer je hier een parallel wilt maken en dat mag je, dan is zowel de redding enerzijds en de vernietiging anderzijds een kwestie van perfecte planning en uitvoering.
    In onze situatie is de ene niet vervulde verwachting na de andere met telkens een ander excuus, geen redenen, maar excuses.


    Ik neem de Ontwaakt van '
    93 22/3 blz. 3 Waarom zo vaak een vals alarm? ***

    ER BESTAAT een verhaal over een jongen die de schapen van de dorpelingen hoedde. Om wat leven in de brouwerij te brengen, riep hij op een dag „Wolf! Wolf!”, terwijl er geen wolf was. De dorpelingen kwamen aangestormd met knuppels om de wolf te verdrijven, maar ontdekten dat er geen wolf was. Het was zo leuk dat de jongen later zijn kreet nogmaals liet horen. Weer kwamen de dorpelingen aangestormd met hun knuppels, om te ontdekken dat het ook nu vals alarm was. Enige tijd later kwam er wel een wolf en de jongen liet de waarschuwing horen: „Wolf! Wolf!”, maar de dorpelingen deden zijn geroep af als weer een vals alarm. Zij waren te vaak voor de gek gehouden.


    Wat ik abnormaal erg vindt is dat
    de organisatie en het besturende lichaam heel goed weten waarover en waarom zij deze illustratie neerpennen, maar nooit of te nimmer op zichzelf van toepassing willen brengen.


    Een verbeterde zienswijze is absoluut geen veranderde zienswijze en toegenomen licht is geen veranderd licht.

    Hieruit besluit ik dat niemand erger geïndoctrineerd is dan diegene die anderen indoctrineert.

    Om het met Jezus Christus woorden te zeggen: Mattheüs 15:14 "Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen".

    Dezelfde Ontwaakt zegt op blz. 4  Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’ In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425). „Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306). In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245). „De Wachttoren beweert . . . niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365). „De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16). En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.

    Hun vurig verlangen? Astemblieft, de hormoontjes spelen op! De catecholaminen van enkele mensen bij de organisatie en het besturende lichaam dicteren en primeren boven het verstandelijk vermogen van zo'n zeven miljoen mensen die hen onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen.


    En die doen het dan ook nog op enkele uitzonderingen na.


    Neen, nu onderdrijf ik uiteraard, want dat getuigen de miljoenen die uittreden of gewoon weggaan en wegblijven.
    En wanneer je hen vraagt of zij ooit zullen terugkomen zal hun antwoord heel duidelijk en heel schriftuurlijk luiden: moet ik in overeenstemming met 2 Petrus 2:22 zijn als  "De hond die tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder”.

    Als de jaartallen die de organisatie en het besturende lichaam meermaals hebben aangepast, of juister gezegd, moesten aanpassen "onjuist" bleken te zijn, was het niet hun "vurig" verlangen, maar hun verkeerde interpretaties.
    Die interpretaties hebben beslist niks met Gods Heilige Geest te maken hadden, maar met hun eigen menselijke geest en instelling.


    En al die verwijzingen naar de publicaties om hun onvolmaaktheid te excuseren zijn gewoon uitvluchten om op hun troon te kunnen blijven zitten, alhoewel dat uiteindelijk pas in de hemel zal geschieden. Als?????

    Een van de dagelijkse uitspraken van de organisatie en het besturende lichaam zou moeten zijn en zelfs vóór de dagtekst besproken mag worden is: "mijn God, mijn God waarom hebt u ons verlaten"

    20-06-2009 om 08:52 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 6 JUNI tot en met 10 JUNI

    ZATERDAG  6  JUNI

    Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën. Matth. 28:19.

    Als we onze tijd, energie en talenten gebruiken voor de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen, en niet om er zelf beter van te worden, kan dat vergeleken worden met het doen van een investering. Degenen die dat hebben gedaan, hebben daar in geestelijk opzicht veel voor teruggekregen. Een christelijke man in Oost-Azië bijvoorbeeld had een goed betaalde baan als computertechnicus. Maar zijn werk nam praktisch al zijn tijd in beslag en daardoor voelde hij zich in geestelijk opzicht arm. Uiteindelijk nam hij ontslag in plaats van te proberen vooruit te komen in zijn werk. Hij ging ijs maken en dat op straat verkopen, zodat hij meer tijd zou hebben voor zijn geestelijke behoeften en verantwoordelijkheden. Zijn vroegere collega's lachten hem uit, maar wat bleek? "Eigenlijk I kreeg I ik het financieel beter", zei hij. "Het maakte me gelukkiger omdat ik niet de stress en de zorgen had die ik in mijn vorige baan had. En wat het allerbelangrijkste is: ik voel me nu dichter bij Jehovah."
    De Wachttoren van 2007 1 augustus 2e studieartikel blz. 26 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    je moet dat maar eens gaan beredeneren met al diegenen die in de loop van de geschiedenis de suggesties en de waarschuwingen van de organisatie en het besturende lichaam in vol vertrouwen hebben opgevolgd.

    Wat valt er te zeggen over allen die in 1874 vol verwachting uitzagen naar de grote verdrukking die in 1914 zou beginnen en zou leiden tot Armageddon. Terwijl zij reeds hoopvol uitzagen naar hun opname in de hemel om als Koningen over de aarde te regeren. Misschien, maar dat kan niet meer, zou je willen spreken met diegenen die gehoor hebben gegeven om nog enkele jaren geduld te hebben tot 1918-1919. Die periode waarin de valse religies vernietigd zouden worden met het onvermijdelijke gevolg dat ook hun vernietigers, de natiën, niet alleen hun dag hadden gehad, maar hun tijd en verdwijning plaats zouden moeten maken voor Gods duizendjarige Regering.

    Waarom van 1914 opschuiven naar 1918-1919? De organisatie en het besturende lichaam moesten het wel opschuiven omdat er niets veranderde. En juist omdat er niks veranderde moest er een mouw aan gepast worden. En dat deden de organisatie en het besturende lichaam prompt. Ik ben er zelfs van overtuigd dat zij een heel atelier hebben om zulke mouwen te fabriceren.

    Om het concreet weer te geven: In de plaats dat Jehovah's geest hen "te rechter tijd" het voedsel verstrekte, verkoos Jehovah's geest het hun daarna te geven, en nog eens daarna en daarna nog eens 5 keren. Als het niet om te wenen was, zou ik er nog mee kunnen lachen.

    Ofwel was Jehovah een beetje de clown aan 't uithangen, en dat geloof ik niet, ofwel was Jehovah niet de God van de organisatie en het besturende lichaam, en daar is veel meer kans voor. Dat blijft klaarblijkelijk van kracht voor alle later gepubliceerde verwachtingen.

    Moet ik het nog hebben over het boek "Kinderen"? De kinderen die speciaal uitgenodigd werden op het congres in St. Louis in Missouri om vooraan te komen zitten, voor het podium. En die allemaal het boek cadeau kregen. Hoeveel van hen hebben gedaan wat hierin gesuggereerd werd om niet te trouwen en geen kinderen te hebben.

    De ervaring die vervolgens in hun commentaar wordt verteld is publicitair verantwoord, maar geen uniek of inherent voorrecht voor de organisatie en het besturende lichaam.

    Diezelfde en andere ervaringen zijn legio met alle religies en denominaties.

    Zoals met veel ervaringen, en ik beweer niet dat dit met het vermelde het geval is, worden ervaringen gemakkelijk kleurrijker en meer overtrokken gebracht, soms zelfs onvolledig vermeld of gedeeltelijk gefantaseerd.

    Neemt het voorbeeld in het zevende deel van de Finished Mystery blz. 84-86. daar wordt Job 40: 15-24; 41:34 uitgelegd, dat de Bohémoth de stoommachine afbeeldt en de Leviathan de locomotief. En dat allemaal onder leiding van Gods geest?

    Hetzelfde geldt eveneens voor bepaalde lezingen en demonstraties.

     

    ZONDAG  7  JUNI

    Doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle.
    2 Tim. 4:5.

    §2 Jehovah vindt het leven kostbaar. Hij spoort Zijn aanbidders aan zich in te spannen om zo veel mogelijk levens te helpen redden. Iedere dienaar van God moet de levensreddende boodschap bekendmaken die in Gods Woord staat. Onze taak komt overeen met die van een wachter die een waarschuwing laat klinken als hij een dreigend gevaar ziet. We willen niet dat het bloed van degenen die gevaar lopen het leven te verliezen, op ons hoofd komt (Ezech. 33:1-7). Wat is het daarom belangrijk dat we volharden in onze inspanningen om 'het woord te prediken'! (2 Tim. 4:2)

    §4 De wereldgebeurtenissen duiden erop dat we in "het besluit van het samenstel van dingen" leven en dat het einde heel nabij is. De mensheid maakt de gebeurtenissen en toestanden mee waarvan Jezus en zijn discipelen hebben gezegd dat ze kenmerkend zouden zijn voor "de laatste dagen". Zelfs voor mensen die naar Bijbelse normen en waarden proberen te leven, zijn dit "kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen". - Matth. 24:3, 6-8,12; 2 Tim. 3:1-5. w08 15/1 1:2, 4

    De Wachttoren van 2008 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §2, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laat ik maar beginnen met een uitspraak van Jezus Christus: Lukas 10:25-26 "En zie! een zekere man die goed onderlegd was in de Wet, stond op om hem op de proef te stellen en zei: „Leraar, door wat te doen, zal ik eeuwig leven beërven?” 26 Hij zei tot hem: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?”

    Je ziet dat ik "hoe leest gij" heb benadrukt. Hou dit even in gedachten.

    De gehele studie is gericht op de prediking van huis tot huis en is zoals reeds gezegd 'verheven tot een leerstelling en een vereiste' om als een geordineerde bedienaar een rapportje in te mogen dienen.

    In de vierde § wordt de raad gegeven om 2 Tim. 4: 1, 2, 5 te lezen, maar ik druk alleen de verzen 1, 2 af: 2 Timotheüs 4:1-2. "Ik gelast u plechtig voor het aangezicht van God en Christus Jezus, die de levenden en de doden zal oordelen, en krachtens zijn manifestatie en zijn koninkrijk: 2 predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, berisp, vermaan, met alle lankmoedigheid en [kunst van] onderwijzen".

    Alhoewel dit een onderdeel is van het volgende studieartikel ga ik de toepassing maken die in de gemeente als eerste van toepassing is, niet op de mensen buiten de gemeente.

    Daarom die vraag van Jezus Christus 'hoe leest gij'.

    In de eerste plaats heeft niemand in de organisatie of het besturende lichaam het recht om de mensen die niet met de organisatie en het besturende lichaam verbonden zijn te oordelen. Een 'terecht te wijzing', 'berisping' of 'vermaning' naar buiten toe is geen algemene norm, maar dient oordeelkundig gegeven te worden.

    In de gemeente daarentegen is het onze liefdevolle plicht om elkaar, indien nodig is, terecht te wijzen', hen te 'berispen' of te 'vermanen'. En dan nog!!!

    Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf beweren en er op staan, is het woord christelijke 'gemeente' op het overblijfsel van toepassing. Het feit dat het 'vermeende' besturende lichaam dat beweert, laat mij zeggen die tien mannen, staan zij zeker niet boven het vermelde fundamentele beginsel. Integendeel zeg ik. Zoals een ander beginsel dat duidelijk kan maken 1 Petrus 4:17  "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?

    Als de organisatie en het besturende lichaam geen inspraak, of tegenspraak duldt, noch terechtwijzing, evenmin een berisping of vermaning aanvaardt, waarop is dan hun autoriteit gebaseerd? Zijn diegenen die terechte op- en aanmerkingen maken dan allemaal afvalligen?

    Zijn diegenen die vragen stellen er dan alleen maar op uit om verdeeldheid te brengen? En diegenen die getuige zijn van verkeerde handelingen of uitspraken en die openbaren na de schriftuurlijke stappen te hebben gedaan, dan verraders?

    Zou dit de beste manier zijn om de organisatie onrein te houden?

    Het gaat er in het geheel niet om wie gelijk heeft of ongelijk. Het gaat alleen om het feit of het juist is, of het de waarheid is en Schriftuurlijk. En menselijk.

    Nu nog de teksten uit Ezechiel 33: 1-7. Maar je moogt gerust lezen tot en met vs 16. alleen wijs ik erop dat wanneer de organisatie en het besturende lichaam deze situatie als parallel gebruiken dan is daar een redelijk boekje over open te doen.

    Om een lang verhaal kort te maken neem ik het vers 2a. Ezechiël vertegenwoordigt God, zoals het besturend lichaam dit op zich neemt. Vervolgens moet Ezechiël zich tot Gods volk richten, de parallel is dus dat het besturend lichaam zich tot zijn mensen moeten richten.       In de praktijk doen zij dit uiterlijk tot en met het vers 9. Van daaraf komt er een vanwege Gods aangestelde woordvoerder Ezechiël en tot en met de verzen 16 is het een geheel ander verhaal.

    Daar zal ik mettertijd een antwoord op geven, maar jij kunt het voor jezelf misschien reeds uitmaken.


    MAANDAG  8  JUNI
     

    Wat Saulus betreft, hij hechtte zijn goedkeuring aan de moord op [Stefanus]. -Hand. 8:1.

    §11 Kunnen we gewoon 'doen wat ons geweten ons ingeeft'? Het is goed om naar ons geweten te luisteren, maar het zou ons ook behoorlijk kunnen misleiden. De stem van "de mens die wij innerlijk zijn" kan ons in de steek laten (2 Kor. 4:16). Laten we eens kijken naar het geval van Stefanus, een toegewijde volgeling van Christus, "vol van gunst en kracht". Enkele Joden gooiden hem Jeruzalem uit en stenigden hem. Saulus (de latere apostel Paulus) stond erbij en "hechtte zijn goedkeuring aan de moord op" Stefanus. Die Joden waren er kennelijk zo van overtuigd dat het goed was wat ze deden, dat hun geweten hen niet kwelde. Dat moet ook met Saulus zo geweest zijn, want daarna 'ademde hij nog steeds dreiging en moord tegen de discipelen van de Heer'.

     §12  Het is duidelijk dat zijn geweten destijds niet met een zuivere stem sprak (Hand. 6:8; 7:57-60; 9:1). Waarom niet? Saulus kan beïnvloed zijn geweest door nauwe omgang met Joden die Jezus haatten.

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de vraag in §12 wordt terecht gesteld en alhoewel het goed is om naar ons geweten te luisteren, maar is het zeker waar dat het ons serieus kan misleiden. Hoe komt dat? Onvolmaaktheid is niet direct een geldige reden, maar men moet er wel rekening mee houden. Daar bedoel ik mee zowel voor jezelf in de eerste plaats, maar ook voor je evennaaste. Alhoewel iedereen met een geweten wordt geboren is dit praktisch juist zoals de hersenen een onbeschreven blad. Niet echt onbeschreven want zelfs in de baarmoeder worden impulsen geregistreerd. Niet alle mensen zijn zich bewust van dit proces. Zij die zich daar wel terdege van bewust zijn houden er 'misschien' rekening mee. Diegene die er wel rekening mee houden leggen een betere basis voor het nieuwe leven.

    Op zichzelf is het een oefening voor het eigen geweten en dan bedoel ik dat iedere ouder dagelijks bij kan leren van dit "nieuwe leven" en oefening baart kunst.

    Uiteindelijk is het juist die kunst die onze innerlijke persoon zal vervolmaken. 2 Korinthiërs 4:16 "Daarom geven wij de moed niet op, maar ook al vervalt de mens die wij uiterlijk zijn, de mens die wij innerlijk zijn, wordt stellig van dag tot dag vernieuwd"

    Bijbelstudie kan daar beslist een hulp bij zijn, dat hangt er vanaf hoe en waarom die genomen of/en gegeven wordt.

    Wij gaan nu het voorbeeld nemen dat in het commentaar gegeven wordt van Paulus die zijn goedkeuring aan de moord op Stefanus had gegeven. Paulus toentertijd nog Saulus genoemd, wordt in de Wachttoren min of meer voorbij gegaan aan zijn verantwoordelijkheid,  want Saulus was de man die de opdrachten uitvoerde. Zie o. a. Handelingen 9: 1,2.

    Het subtiele van de organisatie en het besturende lichaam zit hem ook in het feit dat zij in die paragraaf of liever paragrafen de indruk geven dat Saulus beïnvloed was door de nauwe omgang met Joden die Jezus Christus haten en het oneens waren met zijn leer. Degenen met wie Saulus omging, kunnen dus zijn innerlijke stem, zijn geweten, beïnvloed hebben.

    En §13 vervolgt door heel suggestief te zeggen dat "Het geweten kan ook gevormd worden door de overheersende cultuur waarin iemand leeft of de omgeving waarin hij woont, net zoals iemand een accent of dialect van zijn omgeving overneemt. (...). Zo staat het er letterlijk.

    Gelogen is het niet, maar de waarheid is het nog veel minder. Saulus was onderwezen in de Wet volgens de strengste normen.

    HET ONDERWIJS HAD ZIJN GEWETEN MISVORMD OF HET ZWIJGEN OPGELEGD.

    IN FEITE HADDEN ZIJN LERAREN HUN GEWETEN AAN HEM OPGEDRONGEN!

    Handelingen 23:6) "Mannen, broeders, ik ben een Farizeeër, een zoon van Farizeeën".

    Handelingen 26:4-5 "Welnu, wat mijn levenswijze vanaf mijn jeugd betreft, zoals ik die van [het] begin af te midden van mijn natie en in Jeruzalem heb gevolgd, alle joden 5 die mij vroeger, van de aanvang af, hebben gekend, weten — indien zij slechts getuigenis wensten af te leggen — dat ik volgens de strengste sekte van onze vorm van aanbidding als een Farizeeër heb geleefd".

    Handelingen 22:3 "Ik ben een jood, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliël, onderricht volgens de striktheid van de voorvaderlijke Wet, ijverig zijnde voor God, evenals GIJ allen heden zijt".

    Uiteraard had Paulus omgang met mensen die ervan overtuigd waren God een heilige dienst te bewijzen. Uiteraard kon de Joodse cultuur funest zijn voor zijn geweten en dat van diegenen die er mee te maken hadden.

    Maar is dat niet zo met ieder mens individueel? En heb ik daar niet meermaals de nadruk op gelegd?

    Was dat echt zo moeilijk voor de organisatie en het besturende lichaam om Paulus achtergrond duidelijker en waarheidsgetrouwer uit de doeken te doen?

    Waarom die misleiding?

    Omdat ook hun onderwijs erop gericht is UW GEWETEN te vervangen door HUN GEWETEN! In werkelijkheid is er geen groter knechtschap of slavernij dan iemand zijn geweten af te nemen. Neem a.u.b. nota van volgende tekst: Romeinen 8:15 "Want GIJ hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar GIJ hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: „Abba, Vader!”

    Alle Getuigen van Jehovah noemen hun God ook Vader, daar mag je niet aan twijfelen. De nuancering is door de organisatie gepubliceerd samen met de vermelding dat de brieven uit de bijbel in de eerste plaats als een brieven voor de belijdende gezalfde zou zijn. Is dit wel zo?

    En zoals een broeder het ooit opmerkte: vele getuigen van Jehovah zijn bang om een slechte getuige van het genootschap te zijn, in de plaats van een goede Christen.

     

    DINSDAG  9  JUNI

    Jehovah zal stellig de tenten van Juda het eerst redden. - Zach. 12:7.

    §13 In het oude Israël waren tenten een opvallend verschijnsel in het land. Ze werden soms gebruikt door herders en landbouwers. Die mensen zouden bij een inval van een vijandelijke natie om tegen de stad Jeruzalem op te trekken als eersten getroffen worden en bescherming nodig hebben. De uitdrukking "de tenten van Juda" duidt erop dat het gezalfde overblijfsel in onze tijd zich als het ware in het open veld bevindt, niet in versterkte steden. Daar verdedigt het onbevreesd de belangen van het Messiaanse koninkrijk. Jehovah der legerscharen zal "de tenten van Juda het eerst redden" omdat die het primaire doelwit van Satans aanval zijn.

    §14 Het historische verslag bewijst zonneklaar dat Jehovah die gezalfde gezanten van het Koninkrijk in hun "tenten" buiten in het veld verdedigt. Hij behoedt hen voor 'struikelen' doordat hij hen zo sterk en moedig maakt als David, de krijgsmankoning. - Zach. 12:8

    De Wachttoren van 2007 september 3e studieartikel blz. 21 §13, 14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  als ik ook hier het parallelle verslag ga doortrekken kom ik tot de vaststelling dat, ongeacht het aan belijdende gezalfde toegeschreven wordt, iedere gelovige te maken heeft met tegenkantingen.

    Zelfs onder mekaar hebben mensen van hetzelfde geloof niet alleen strubbelingen, maar strijden grotendeels een onverbeten strijd om leerstellingen, regels, geboden en verbodsbepalingen.

    Praktisch alle religies, ook de organisatie en het besturende lichaam, hanteren een interpretatie van vernoemde leerstellingen, regels, geboden en verboden, die door enkele mensen of een keur van verantwoordelijken ten berde worden gebracht.

    Zoals in het commentaar beweerd wordt is de uitdrukking "de tenten van Juda" op het gezalfde overblijfsel van toepassing gebracht. Bedoelt het besturende lichaam die 9986 belijdende gezalfden wereldwijd die zij vertegenwoordigen of alleen maar zichzelf, diegene die, het besturende lichaam vormen?

    Zijn die tenten dan de plus minus 103.000 individuele gemeenten met hun gemeenteleden of alleen de gezalfden die er eventueel deel van uit maken? Is het primaire doelwit van Satan de organisatie? Of zou het besturende lichaam dit primaire doelwit zijn?

    Volgens §14 zou "het historisch verslag een zonneklaar" bewijs vormen en er wordt verwezen naar het boek Jehovah's Getuigen  - Verkondigers van Gods koninkrijk' blz.675,676.

    Daar wordt een algemeen verslag gegeven van de problemen die er geweest en nog zijn.    En op blz. 676 § 2 is er een veel zeggend commentaar ik citeer "Dit wil niet zeggen dat alle regeringsfunctionarissen het werk van Jehovah's Getuigen persoonlijk tegenstaan.

    Veel functionarissen zijn voorstanders van religieuze vrijheid en erkennen dat de Getuigen een waardevolle aanwinst voor de gemeenschap vormen".

    Klaarblijkelijk is dat de reden waarom verantwoordelijken onder het mom van NGO's regeringen trachten te vlooien door politieke forums bij te wonen.

    Ik dacht dat Jakobus daar feitelijk paal en perk had aangesteld toen hij schreef dat vriendschap met de wereld vijandschap met God was. Hij zegt het wel een pak straffer, lees maar: Jakobus 4:4 "Overspeelsters, weet GIJ niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God".

    Ik ben er van overtuigd dat die "historische zonneklaarte" voor het moment alleen maar boven de wolken waar te nemen is.

    Er zijn heel wat mensen geweest, ook in de organisatie, die hun leven hebben gegeven door ieder compromis af te wijzen. Is er nu een nog niet geopenbaarde, bijbelse versie, dat het wel mag en kan, of is dat alleen maar voor de lol?

    Is het feit dat Oostenrijk, Jehovah's Getuigen als een erkende religie aanvaard heeft, ook een grond om gesubsidieerd te worden? ga naar /www.google.be/ en zoek 'Jehovah's getuigen Oostenrijk'

    Moeten de Getuigen van Jehovah dan, evenals de andere erkende religies, compromissen met de regering aangaan? Het onderwijs dat dan kan gegeven worden op de scholen wordt dat door bepaalde en gediplomeerde ouderlingen gedaan of is het een gewetenskwestie aan het worden?   

    Over die religieuze vrijheid gesproken, hoe vrij zijn de Getuigen van Jehovah in hun religie, buiten dat zij de vrijheid hebben om te zwijgen en te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam?

    En dat behoeden om te "struikelen" waar er sprake van is, is dat letterlijk of zou dat te maken kunnen hebben met "geen fouten" maken of "verkeerde interpretaties" trekken, ondoordachte parallellen en niet vervulde verwachtingen enz..

    Of zou het juist wel doordacht zijn met de goedgelovige gemeenten in gedachten?

    Met alle respect voor de goedgelovigen, maar een beetje nadenken is toch niet te veel gevraagd.

     WOENSDAG  10  JUNI

    Sta op, trek deze Jordaan over, gij en heel dit volk, naar het land dat ik hun, de zonen van Israël, geef. -Joz. 1:2.

    §8 Na de doortocht door de Rode Zee trokken de Israëlieten door een land dat beschreven wordt als een 'grote en verschrikkelijke woestijn vol giftige slangen en schorpioenen, een dorstig land zonder water' (Deut. 8:15, Willibrordvertaling). Daar beschermde Jehovah zijn volk, net zoals hij hen tegen de Egyptische strijdkrachten beschermd had. En wat valt er over de intocht van de Israëlieten in het beloofde land te zeggen? Machtige Kanaänitische legers boden tegenstand. Maar Jehovah zei tegen Jozua: "Niemand zal zich voor u krachtig staande kunnen houden, al de dagen van uw leven. Juist zoals ik bewezen heb met Mozes te zijn, zo zal ik bewijzen met u te zijn. Ik zal u niet in de steek laten, noch u geheel en al verlaten" (Joz. 1:5). Die woorden van Jehovah bleven niet onvervuld. In zo'n zes jaar versloeg Jozua 31 koningen en onderwierp hij grote delen van het beloofde land (Joz. 12:7-24). Die verovering zou zonder Jehovah's beschermende zorg onmogelijk zijn geweest.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  een heel mooie vertelling, maar de werkelijkheid was niet zoals in de Wachttoren gesuggereerd wordt. De illustraties spreken eveneens tot de verbeelding.
    Volgens het verslag werden de Israëlieten bevrijd uit Egypte, maar ze waren nog niet aan de overkant van de Rode Zee of ze waren reeds aan het murmureren. Terwijl zij daarna een dikke maand later een gouden kalf gingen aanbidden.

    En het was ook waar dat zij niet moesten werken, want zij hadden hun eten maar van de grond te rapen, het manna. Maar zij waren dat manna zo kots beu dat zij terug wilden naar de vleespotten van Egypte. Toen zorgde hun God er voor dat zij zoveel gevogelte te eten kregen dat zij er kotsmisselijk van werden. Als toetje richtte hun God een zeer grote slachting onder het volk aan zodat de begraafplaats de naam Kibroth-Hattaäva of "Grafsteden van de sterke begeerten" kreeg. Zie Numeri 11: 34.

    Dat is allemaal niet op één maand noch in één jaar gebeurd, maar wel gedurende veertig jaar als straf omdat zij niet voldoende vertrouwen hadden in hun God.          Numeri 14: 34.

    Het nomadenleven is beslist niet het gemakkelijkste leven, maar de vrijheid die ze toen genoten was toch ook enige opoffering waard, voor zover je het als vrijheid kunt ervaren. Uiteindelijk kwamen de Israëlieten voor het beloofde land. En Jozua, zoals het commentaar vermeldt versloeg 31 koningen dankzij Jehovah's beschermende zorg konden zij het beloofde land in bezit nemen.
    Maar "zij leefden lang en gelukkig" was er nog niet bij.

    De geschiedenis bewijst het en het bijbelse verslag is ook niet echt om er mee te lachen.

    Hoe zit het met betrekking tot onze tijd, want heel die inleiding is weer een parallel.

    §11 van vermelde Wachttorenstudie is reeds besproken geweest in de dagtekst en het commentaar van 20 mei. Herlees het a.u.b.?

    Waarom die misleidende voorstelling van de feiten.
    Hiermee identificeren de organisatie en het besturende lichaam zich als onbetrouwbaar en het is zeker geen bewijs dat wat zij voorstaan van Goddelijke oorsprong blijkt te zijn.

    Ik herhaal een gedeelte van deze commentaren:

    Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijven de organisatie en het besturende lichaam:  opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij. Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen warenom nog diezelfde week naar de hemel te gaan. Zie het "Verkondigersboek" blz. 61, 62.

    12 Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben. Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    Wanneer mensen gewaar worden dat zij misleid worden is het normaal dat hun emoties erbij betrokken zijn en dat zij reageren. Maar het merendeel van de Getuigen van Jehovah stellen blindelings vertrouwen in de organisatie en het besturende lichaam en dat wordt door de organisatie en het besturend lichaam op alle mogelijke manieren in de hand gewerkt.

    Als je daar één van de bewijzen van durft onderzoeken moet je de lezing van David SPLANE, een lid van het besturende lichaam maar eens onder het vergrootglas en met een open geest herbeluisteren.

    Ik hoop binnen niet al te lange tijd die lezing in het Nederlands ter beschikking te kunnen stellen.

    normaal zou de vertaler en tolk van die lezing, David Vandendriessche, zijn ontslag moeten ingediend hebben.

    ik bedoel dat een verstandig en rechtvaardig man dat toch zou doen!

    14-06-2009 om 16:21 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 1 JUNI tot en met 5 JUNI

    MAANDAG  1  JUNI

    Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken.   

    1 Thess. 5:14.

    In de eerste-eeuwse gemeenten werd er niet alleen plaatselijk hulp en aanmoediging gegeven, maar af en toe werden er ook hulpacties georganiseerd voor gelovigen in andere gebieden. Toen bijvoorbeeld de profeet Agabus voorzei dat "er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen", besloten de discipelen in Syrisch Antiochië "naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden". Die werd "door de hand van Barnabas en Saulus" aan de ouderlingen daar gezonden (Hand. 11:28-30). Hoe gaat dat in deze tijd? "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen zoals een orkaan, een aardbeving of een tsunami (Matth. 24:45). Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven.

    De Wachttoren van 2007 september 2e studieartikel blz. 26 §6, 7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in vermelde wachttorenstudie begint §6 als volgt: "Nog belangrijker dan in materieel opzicht geven is in geestelijk opzicht geven om leden van de groeiende gemeente bij te staan".

    Een numeriek groeiende gemeente is niet altijd een maatstaf voor geestelijke groei. Evenmin voor een gemeente die qua aantal uren velddienst betreft, boven het gemiddelde uitkomt.

    De bovenvermelde leitekst " Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken", is een loos cliché wanneer het niet consequent gedaan wordt.

    Hoe groter de gemeente wordt, des te moeilijker wordt het voor de verantwoordelijken om datgene te doen wat normaliter als eerste zou moeten gedaan worden. Mijn persoonlijke ervaring is dat 'ouderlingen' meer werk maken om hun administratieve taken klaar te hebben dan de zorg voor de 'terneergeslagen zielen'. Daarmee bedoel ik dat hun voorbereidingen op de verschillende gemeentevergaderingen en de lezingen in eigen en andere gemeenten zoveel tijd in beslag nemen dat er weinig of geen tijd overblijft voor het 'herderlijk werk' dat vereist is voor de zorg hierboven bedoeld. In de loop der jaren zijn er verschillende manieren en methoden uitgeprobeerd, zelfs een taakverdeling met beurtrol, maar nooit met het beoogde succes.

    Onlangs kreeg ik een voorbeeld van een gezin dat het echt moeilijk had met elkaar.             Zo moeilijk dat de partners er zelfs een gezinstherapeut hebben bijgehaald. Beiden zijn Getuigen van Jehovah. De man is een vrijwilliger die in de bouwprojecten zit en wekelijks naar een atelier rijdt en zo ettelijke kilometers verslindt, zoals hij zegt, voor Jehovah. De vrouw heeft het daar niet gemakkelijk mee omdat zij het met een minimum loon moeten uitzingen en zich ook eenzaam en verlaten voelt.

    Ik weet uit persoonlijke ervaring met anderen, dat wanneer een broeder problemen heeft met zijn vrouw in die richting, het beter is dat hij bij zijn vrouw blijft: dat zijn de theoretische richtlijnen van het bouwcomité.

    Wanneer hij deze raad naast zich legt, zou hij niet voldoen aan de vereisten om voor zijn gezin te zorgen en, eveneens in theorie, uiteraard niet aan dit vrijwilligerswerk mogen meewerken.

    Daarbij komt de prediking die, zelfs onder moeilijke omstandigheden, altijd de eerste plaats opeist en dat geldt voor allen in de gemeente, maar vooral voor verantwoordelijken.

    Men kan daar moeilijk de organisatie en het besturende lichaam verantwoordelijk voor stellen, maar de morele druk is zo subtiel dat zij, de organisatie en het besturende lichaam, er wel verantwoordelijk voor zijn.

    Het voorbeeld dat in de dagtekst aangehaald wordt is prijzenswaardig en de uitvoering werd door verantwoordelijke broeders volbracht. Wij gaan die drie teksten eens citeren, maar ook het vers 27: Handelingen 11:27-30 "In die dagen nu kwamen er profeten van Jeruzalem naar Antiochië. 28 Een van hen, Agabus genaamd, stond op en ging door middel van de geest te kennen geven dat er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen, hetgeen ook inderdaad in de tijd van Claudius is gebeurd. 29 Onder de discipelen dan werd besloten om, naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden; 30 en zij deden dit ook en zonden ze door de hand van Barnabas en Saulus aan de oudere mannen.

    Een van die profeten die van de gemeente Jeruzalem kwam voorzei een grote hongersnood en de discipelen van de gemeente Antiochië die zonden een ondersteuning ten dienste van de broeders die in Judea woonden. En Paulus en Barnabas zorgden dat die ondersteuning ter plaatse kwam.

    Mijn vragen zijn nu: was het "vermeende" besturende lichaam in Antiochië of in Jeruzalem? Of waren het de afzonderlijke gemeenten die onafhankelijke beslissingen namen?

    Vervolgens wordt de vraag gesteld: "Hoe gaat dat in deze tijd? Het antwoord is onmiskenbaar want "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen.

    Dat er vanuit het centraal gezag, de organisatie, regelingen worden getroffen is aan te tonen, en de richtlijnen worden duidelijk doorgegeven aan de omringende gebieden. Zelfs geldelijke hulpmiddelen worden beschikbaar gesteld.

    En door de georganiseerde manier van de organisatie en het besturende lichaam in verband met het verbreiden van lectuur en prediking is hun optreden zeer rationeel en operationeel.

    Mede het feit dat zij in een groot deel van de wereld vrijwilligers beschikbaar hebben.  Het is duidelijk dat dit hun een prachtige gelegenheid geeft om hulp te bieden.

    Het is echter eveneens een feit en velen zijn daar dan ook mee bekend dat de organisatie en het besturende lichaam niet alleen staan op dit terrein. Zij mogen dan de snelste ter plaatse zijn, zij zijn beslist niet de enigen.

    En volgens mijn inzicht komen wij nu aan het punt waar het echt om te doen is.        Het bovenstaande commentaar besluit met de woorden: Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven. Ik heb benadrukt waar het om gaat.
    Dit is een duidelijke manier om vooral geldelijke middelen te werven. Wanneer je een koninkrijkszaal binnenkomt staan er verschillende 'vrijwillige bijdragen bussen' om je barmhartigheid te bewijzen.

    Daar is niks verkeerds aan, alleen is het niet in overeenstemming met het charter van Charles Taze Russell, die beweerde dat men nooit geldelijke bijdragen zou vragen. (zie de dagtekst en het commentaar van 20 april 2009 en het jv-O boek blz. 304-3).

    Neem nota dat er geen enkele verplichting is om geldelijke of anderszins bijdragen te geven. Maar de subtiele manieren die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken zijn gelijk aan de offerblokken van de 'christenheid'.

     

    DINSDAG  2  JUNI

    Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en daarheen moeten alle natiën stromen. - Jes. 2:2.

    Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze RusselI, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. Voordat hij naar zijn plaats ging, kondigde hij vreugdevol aan: "De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad." Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit "Babylon de Grote", het machtige wereldrijk van valse religie (Openb. 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik verwijs en gebruik de dagtekst van 20 mei 2009.

    "Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijft de organisatie of het besturende lichaam: opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen om diezelfde week nog naar de hemel zouden gaan vervuld zouden worden. Zie het "verkondigersboek" blz. 61, 62.

    Ik citeer enkele korte fragmenten van het verkondigersboek jv hfdst. 6 blz. 61, 62"Een tijd van beproeving 1914–1918"

    „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad”! Dit waren de woorden van broeder Russell toen hij op de ochtend van vrijdag 2 oktober 1914 de eetzaal van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in Brooklyn binnenstapte. Er heerste opwinding. De meeste aanwezigen hadden jarenlang naar 1914 uitgezien.

    „Enkelen van ons dachten serieus dat wij tijdens de eerste week van die oktobermaand naar de hemel zouden gaan.” Ja, terugdenkend aan de ochtend waarop Russell het einde van de tijden der heidenen aankondigde, gaf Macmillan toe: „Wij waren zeer opgewonden en het had mij niet verbaasd als wij op dat moment waren opgestegen en onze hemelvaart was begonnen — maar natuurlijk gebeurde er niets van dat alles.”

    Nochtans waren de verwachtingen gerechtvaardigd aangezien men jarenlang en met alle bijbelse zekerheid de tijd van het einde had voorzegd, ik citeer enkele aanhalingen uit het boek "The Time is at Hand":

    Op blz. 99 lezen wij "Met het oog op dit sterke bijbelse bewijs met betrekking tot de Tijden der Heidenen beschouwen we het een vaststaande waarheid dat het definitieve einde van de koninkrijken dezer wereld, en de volledige vestiging van het Koninkrijk van God verwezenlijkt zal zijn tegen het einde van 1914 A.D.";

    Blz.170 "Het volgende hoofdstuk zal bijbels bewijs geven dat 1874 A.D. de exacte datum van het begin van de "Tijden van Herstel", en dus van de terugkeer van onze Heere". Sinds dat tijdstip is hij bezig geweest zijn belofte na te komen aan diegenen met de juiste houding van waakzaamheid" ...".

    Blz. 242 "De Jubileum cycli bewijzen dat onze Heer Jezus aanwezig moest zijn en het herstel werk beginnen in de herfst van 1874 A.D.                                                                               (Ik benadruk en verwijs naar www1.tip.nl/~t661020/divcit.htm).

    Op blz. 62 van het O-jv boek  staat in het kader dat "Sommigen van ons waren wat te voorbarig geweest".  

    In de eerste plaats waren het niet sommigen, maar allen waren vol verwachting ingevolge de bijbelse en gepubliceerde verwachtingen.

    De subtiele manier, bewust of onbewust, om niet uitgekomen bijbelse verwachtingen te omzeilen is ondertussen tot een kunst uitgegroeid in de organisatie en het besturende lichaam.

    Ik kom nu terug op de Wachttoren van 1 november en vervolg mijn betoog door die §12 af te drukken:12 "Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben.

    Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie toentertijd de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    De manieren waarop de verkeerde verwachtingen in een positieve richting gedraaid werden is zo onbijbels dat het mij verwondert dat, toen ik het jaren geleden gelezen heb, het allemaal als zoete koek heb geslikt.

    Nu besef ik, en velen met mij, dat het genootschap echt "de beste" zijn om met bijbelse manipulatie alles recht te trekken wat zij zelf krom hebben gemaakt.

    In §18 staat dat wij nu leven in de tijd van het einde, en de ware kennis is inderdaad overvloedig. Wereldwijd heeft de heilige geest waarheidlievende mensen naar nauwkeurige kennis van de ware God en zijn voornemens geleid. (...)

    En dan wordt er weer eens afgegeven op de onwetendheid en de afvallige christenheid.

    §19 doet dan een beroep op wat we met eigen ogen hebben gezien, kunnen we beslist zeggen: "Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven".

    Wat ik met eigen ogen heb waargenomen en gelezen, is dat, wat de organisatie en het besturende lichaam geschreven en voorzegd hebben, herschreven en op terug is moeten komen, mensenwerk is geweest.

    Van alle boeken en publicaties is er geen enkele die echt overeind is gebleven. Daarmee bedoel ik dat wat bij de eerdere publicaties bijbels ondersteund en bewezen was, niet veranderd kan worden.

    Wat wel kan en zou moeten, is een rechtzetting met de redenen waarom men een verkeerde toepassing heeft gegeven. Tenzij men het moedwillig heeft gedaan met de bedoeling een bepaalde weg of wegen te volgen en te misleiden.

    Daarbij komt dat het afgeven op andere religies eerder een vorm van zelfverheffing blijkt te zijn.

    Het aan de kaak stellen van verkeerde leerstellingen of praktijken staat daar uiteraard boven en is eerder een terechtwijzing en soms zelfs een verplichting.

    Het kerkelijk recht is juist daarom geen Goddelijk of Schriftuurlijk recht.

    Volgens mij zouden de "Universele rechten van de mens" voorrang moeten krijgen op ieder "kerkelijk recht" het misbruik door religie zou daardoor terug gedraaid kunnen worden naar meer menselijkheid, gelijkheid en vrijheid op alle gebied.

    HERKEN JE NÚ DE MANIER VAN MANIPULEREN EN INDOCTRINEREN.

    Daarom ERKEN je het nog niet, maar het kan een stap in de richting zijn van een 'mens' te worden zijn i.p.v. een werktuig in de handen van een organisatie.

    WOENSDAG  3  JUNI

    Gij weet [niet] wat uw leven morgen zal zijn. Want gij zijt een nevel, die voor een korte tijd verschijnt en dan verdwijnt. - Jak. 4:14.

    Belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam hielp Jezus voorbereid te zijn op de beproevingen waarmee hij te kampen kreeg. Hij leerde zijn volgelingen zelfs dat in hun gebeden tot God het verzoek gedaan moest worden: "Uw naam worde geheiligd" (Matth. 6:9). Als het onze innige wens is dat Jehovah's naam geheiligd wordt of als heilig wordt beschouwd, zullen we ernaar streven alles te vermijden wat er smaad op zou brengen. Het resultaat zal zijn dat we beter voorbereid zijn op Jehovah's grote dag. Als Jehovah's dag morgen zou komen, zou je er dan echt gereed voor zijn? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden. Met het oog op de kortheid en onzekerheid van het huidige leven moeten we allemaal elke dag geestelijk waakzaam zijn. - Pred. 9:11, 12.

    De Wachttoren van 2007 15 december 1e studieartikel blz. 11 §6, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam is in werkelijkheid de reden van ons bestaan.

    De uitdrukking "Laten wij de mens maken naar ons beeld, overeenkomstig onze gelijkenis" in Genesis 1:26" is inherent verbonden met zijn naam. In werkelijkheid is dit de gehele verplichting van de mens.

    Dit wil zeggen dat wij door onze handelwijze, volmaakt of onvolmaakt, bewust of onbewust, ofwel God verheerlijken of wij negeren Hem.

    Wanneer Jezus Christus in het modelgebed ons, die zich christenen noemen, het verzoek doet om Gods naam te heiligen, dan dienen wij, die beweren christenen te zijn, het voorbeeld te geven. Doen wij dit? Hebben wij dit gedaan?

    De geschiedenis in het algemeen bewijst het tegendeel.

    Christelijke organisaties hebben door de eeuwen heen eerder smaad op Zijn naam geworpen dan die naam verhoogt. Zelfs onder elkaar hebben zij in een concurrentiestrijd elkaar bevochten en doen het nog altijd. Zij chicaneren over alles en nog wat en zelfs de bijbel is en blijft een bron van verdeeldheid.

    Nu wordt in het commentaar en §10 gezegd dat "? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden".

    Om het duidelijk te stellen dat het ook, of liever in de eerste plaats over de opstellers van dit studieartikel gaat, halen wij het beginsel aan van Romeinen 2:21 "gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet"?

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden op persoonlijk vlak is er alleen jij of eventueel je gezin bij betrokken.

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden die door de organisatie en het besturende lichaam gepubliceerd zijn geworden, zijn er meer dan zeven miljoen anderen bij betrokken, de bijbelstudies niet eens bijgerekend.

    Dat zou niks uitmaken wanneer daar de nodige en schriftuurlijke redenen werden voor gegeven, geen algemeenheden of omwegen en zelfs misleidend kunst- en vliegwerk.

    Ik herhaal om de eenvoudige reden dat "herhaling" de moeder van het geheugen blijkt te zijn. w06 1/12 blz. 19 het artikel "Het loont om eerlijk te zijn".

    Bij het onderkopje 'Eerlijkheid werpt vruchten af' staat het volgende: "Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.

    De miljoenen die weggegaan zijn, bewijzen het!

    En de laatste alinea van de dagtekst is nog een subtiel 'onderhuidse inspuiting' met het onverwoestbare vaccin "angst, gemengd met schuldgevoelens".

     

    DONDERDAG  4  JUNI

    Hij (heeft] zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is. - Fil. 2:8, 9.

    Wegens zijn getrouwheid en loyaliteit kreeg Jezus een opstanding, niet als mens, maar als "een levengevende geest" (1 Kor. 15:45; 1 Petr. 3:18). Jehovah's belofte aan zijn verheerlijkte Zoon luidde: "Zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel" (Ps. 110:1). Tot de "vijanden" behoren de voornaamste boosdoener, Satan, en al degenen die zijn "zaad" vormen. Als Koning van Jehovah's Messiaanse koninkrijk zal Jezus Christus het voortouw nemen bij het verdelgen van alle opstandelingen, in het geestenrijk en op aarde (Openb. 12:7-9; 19:11-16; 20:1-3, 10). Dat zal de volledige vervulling brengen van de profetie in Genesis 3:15 en van het gebed dat Jezus zijn volgelingen heeft geleerd: "Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde." - Matth. 6:10.

    De Wachttoren van 2007 1 december 2e studieartikel blz. 26 §11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  volgens de bijhorende tekst heeft Jezus Christus wegens zijn getrouwheid en loyaliteit niet alleen een opstanding gekregen maar tezelfdertijd het vermogen om als een levengevende geest mettertijd op te treden voor de mensheid als de waarborg voor eeuwig leven. Uiteraard zijn daar voor de mensheid vereisten aan verbonden.

    Dat staat dan ook in het vervolg van de Wachttorenstudie met het onderkopje "Een model ter navolging". Ik citeer §12 "Zoals Jezus heeft geprofeteerd, wordt het goede nieuws van het Koninkrijk nu in veel landen gepredikt (Mattheüs 24:14). Het resultaat is dat miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen. Ze zijn enthousiast over de zegeningen die het Koninkrijk zal brengen. Ze zien ernaar uit eeuwig in vrede en zekerheid op een paradijselijke aarde te leven en blij vertellen ze anderen over hun hoop (Psalm 37:11; 2 Petrus 3:13).

    Zoals ik eens te meer moet opmerken is dat "het model ter navolging" in de eerste plaats betrekking heeft op de prediking "van huis tot huis" of juister uitgedrukt "van deur tot deur".

    Dat door de prediking, miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen is eerder een vraag dan een bevestiging, alhoewel ik niet twijfel aan de goede bedoelingen van iedere opgedragen nieuweling. Ik gebruik het woord nieuweling omdat het nog moet blijken of hij of zij een Christen met een Christelijke persoonlijkheid zal worden.

    Ik heb het in voorgaande dagtekst(en) reeds gezegd dat er miljoenen weggegaan zijn na hun opdracht. De organisatie en het besturende lichaam zouden eens terdege moeten nadenken over hun beleid en hun persoonlijke interpretaties van de bijbel.

    Met hun persoonlijke interpretaties bedoel ik dat, wat die enkele belijdende gezalfden, die het vermeende besturende lichaam uitmaken en publiceren, wel door Gods geest geleid kunnen worden.

    Het mogelijke antwoord kan in paragraaf 15 staan, ik citeer en benadruk: "Waarom reageerde Jezus zo krachtig bij die en andere gelegenheden? Omdat hij goed besefte dat er meer bij betrokken was dan zijn persoonlijke veiligheid of voordeel. Hij wilde tot elke prijs de wil van zijn Vader doen en Jehovah’s soevereiniteit hooghouden (Mattheüs 26:50-54). Als we niet, net als Jezus, steeds duidelijk voor ogen houden waar het echt om gaat, bestaat altijd het gevaar dat we schipperen of tekortschieten. Waarom? Omdat we makkelijk ten prooi kunnen vallen aan de boze listen van Satan, die er een meester in is dat wat verkeerd is aantrekkelijk te laten lijken, zoals toen hij Eva verleidde.

    Daarbij wil ik nog 2 Korinthiërs 11:14-15 aanhalen "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Om het even in kinderlijke termen weer te geven die mekaar verwijten naar het hoofd slingeren en dan met het oog op wat de organisatie en het besturende lichaam dikwijls anderen, of liever praktisch alle andere organisaties, verwijten: wat je zegt, "dat ben je zelf".

    Herken en erken je deze? Jong blijven in dit opzicht heeft weinig met ouderdom te maken.

     

    VRIJDAG  5  JUNI

    Brandde ons hart niet? - Luk. 24:32.

    Kort na Jezus' opstanding waren twee van zijn discipelen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. "Terwijl zij nu zo aan het praten waren en van gedachten wisselden," zegt het evangelieverslag, "kwam Jezus zelf op hen toe en ging met hen meelopen; maar hun ogen werden ervan weerhouden hem te herkennen. Hij zei tot hen: 'Wat zijn dit voor zaken die gij onder het voortlopen zo druk met elkaar bespreekt?' ... Toen gaf de één, Kleopas genaamd, hem ten antwoord: 'Woont gij als vreemdeling op uzelf in Jeruzalem en weet daarom niet welke dingen daar in deze dagen zijn gebeurd?' En hij zei tot hen: 'Welke dingen?'" De Grote Onderwijzer luisterde toen ze uiteenzetten dat Jezus de Nazarener mensen had onderwezen, wonderen had verricht en terechtgesteld was. Nu zeiden sommigen dat hij uit de doden was opgewekt. Jezus liet Kleopas en zijn metgezel rustig aan het woord. Vervolgens legde hij uit wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'. - Luk. 24:13-27, 32.

    De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  misschien is een gezonde tip hier op zijn plaats. Probeer als prediker eens van deur tot deur te gaan zonder de tijdschriften of publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Zelfs niet met de bijbel, gewoon met datgene wat je over Jezus Christus hebt geleerd en voor jezelf hebt toegepast, juist zoals je het aanvoelt.

    In §10 staan enkele praktische gedachten en daarom druk ik die § hier af, maar ik benadruk wel: 10 Misschien is de religieuze overtuiging van een huisbewoner je totaal onbekend. Om daar achter te komen, zou je kunnen zeggen dat je het interessant vindt om te horen hoe mensen over bidden denken. Dan zou je kunnen vragen: „Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?” Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huisbewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: „Denkt u dat God naar alle gebeden luistert, of zouden er ook gebeden zijn die hij niet goedkeurt?” Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om ’een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting’. — 1 Petrus 3:15.

    Deze situatie is je helemaal niet vreemd en al doende heb je een gelegenheid om jezelf te bekwamen, --want je wist niet direct het antwoord,-- maar vooral om een gericht nabezoek te brengen.

    Maar stel dat die persoon helemaal niet geïnteresseerd is, noch in het gebed noch in de bijbel, en al helemaal niet in wat jij zegt over religie? Stel dat hij zelfs redelijk negatief en agressief reageert? Hij verbiedt je zelfs om nog bij hem aan te bellen. Daar zijn regels voor zoals je waarschijnlijk wel weet en kent.

    Maar heel die hierboven geschetste, alhoewel realistische situatie, is slechts een inleiding tot het volgende onderkopje: Jezus onderwees mensen die het waard waren 11 De volmaakte man Jezus bezat onderscheidingsvermogen waardoor hij kon vaststellen wie het waard waren onderwezen te worden. Voor ons is het heel wat lastiger de mensen te vinden „die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” hebben (Handelingen 13:48). Dat gold ook voor de apostelen, tegen wie Jezus zei: „Welke stad of welk dorp gij ook binnengaat, onderzoekt wie daarin het waard is” (Mattheüs 10:11). Net als Jezus’ apostelen moet je zoeken naar mensen die bereid zijn te luisteren en die de Bijbelse waarheid willen leren kennen. Je kunt de mensen die het waard zijn vinden door aandachtig naar alle mensen met wie je spreekt te luisteren en nota te nemen van de instelling van ieder persoonlijk.

    Hoe positief alle andere paragrafen ook zijn, de uitdrukking dat Jezus Christus 'mensen onderwees die het waard waren' zal blijven doorspelen in het benaderen van mensen.

    Alhoewel de bijbel geografisch een boek uit het Oosten is, is hij uitsluitend interessant voor een klein gedeelte van de wereldbevolking.

    Globaal gezien zal de overgrote meerderheid, tot nu toe, de bijbel nooit inkijken omdat hun religie of hun overtuiging het niet toestaat. Neem de moslimwereld, met een religie die in groei toeneemt en absoluut niet toestaat dat buiten de koran, en soms zelfs buiten de Arabisch geschreven koran, geen ander religieus boek als leidraad mag gelezen worden. Zelfs de prediking in de moslimwereld, China en India om er enkele te noemen zijn een onbegonnen zaak. Toch blijf ik mij bewust dat er voor God geen zaken onmogelijke zijn.

    Tenslotte bepaalt Hij wie gered zal worden en wie niet.

    In paragraaf 16 staat "Tegenwoordig is de opkomst van veel nieuwe godsdiensten een gespreksthema in bijvoorbeeld Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Europa.
    Ik voeg hier ook België en feitelijk geheel West-Europa aan toe gezien de immigratie van heel wat volkeren en culturen, religies inbegrepen.

    Ik herhaal daarom wat in de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel  zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God  wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Nu zegt de laatste alinea dat Jezus Christus vervolgens uitlegde wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'.

    Moeten wij dan nu twijfelen aan wat de bijbel zegt?

    Of mogen wij twijfelen aan wat de organisatie en het besturende lichaam zegt?

    10-06-2009 om 23:09 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN zevende en laatste deel

    En zo  zijn wij  aan het ZEVENDE en laatste puntje uit het redeneren boekje gekomen.

    Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.


    De in het  kader vermelde hoedanigheden worden wel meermalen of bij herhaling ingeprent. Maar zoals wij voordien op blad 10 vermelden is geen van deze een levengevende vereiste.

    De basis vereiste is RECHTVAARDIGHEID of de geijkte synoniemen. Daarmee gaan wij niet voorbij aan het offer van Jezus, integendeel, zijn offer was en is het voorbeeld van rechtvaardigheid waarmee God als eerste zijn rechtvaardigheid bekrachtigde. Adam verbeurde het leven, wat hij voor zichzelf mocht doen, maar niet voor zijn nageslacht. Daarom voorzag God in een gerechtvaardigde oplossing, namelijk Jezus als de laatste Adam, waardoor Hij de mogelijkheid gaf om voor ieder mens afzonderlijk  gebruik te maken van Jezus volmaakte offer. Allen die moeite doen om  als een rechtvaardig mens te leven, en ieder mens kan dit vanuit zijn innerlijk. Wel, alle omstandigheden in acht genomen, die mensen zouden in aanmerking komen om eeuwig leven te verkrijgen. Begeleiding via gelijk welke organisatie zou slechts een hulp zijn om een levenswijze als Christus te leiden. 

    Het is waar dat er over Jehovah’s getuigen dikwijls een gunstig verslag wordt gegeven. Dat maakt duidelijk dat zij als groep bepaalde normen naleven die hen worden geleerd of aangewezen als beginselen. Wij hebben ondervonden dat ook niet-getuigen dit belangloos doen uit eigen beweging of via hun organisatie, en niet alleen bij rampen, maar omdat zij het normaal vinden en juist.

    Het is eveneens waar, dat de nadruk, zoals in de titel of het zevende punt naar voor wordt gebracht, gelegd wordt op het aankweken van de "vruchten" van Gods Geest. Maar is het volgens ons weeral één van de subtiele vormen van misleiding.

    Allee! Kun je zeggen, nu slaan jullie de bal totaal mis hoor! Nu wordt het duidelijk dat jullie het genootschap echt verkeerde motieven toeschrijven!

    Sta ons dan toe het uit te leggen. Wij willen in de eerste plaats er op  wijzen dat de tekst zeker niet zo in de bijbel staat, wij halen hem aan: Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    Nu kun je zelf zien dat er staat de ‘VRUCHT’ van de geest, het staat duidelijk in het enkelvoud en waarom?  Omdat het woord duidt op het resultaat van GODS Geest, geen zeggende woorden of geen ‘aankweken’ maar een positief bewijs dat Gods geest een deel van die persoon is, dat het een deel van zijn persoonlijkheid is geworden. Uiteraard kan en zal dit met meerderen in een groep het geval zijn.

    Het feit dat een groep mensen bepaalde werken tot stand brengt, is echter geen bewijs op zich dat die werken uit God zijn, of zelfs door zijn Geest geleid worden. Mensen kunnen dit beweren, en dat doen bijna alle dénominaties, zelfs de eenvoudigste.

    Het tweede gedeelte, in de titel van het zevende punt, noemt in werkelijkheid een resultaat  waardoor de organisatie zich, volgens hen, onderscheidt van de rest van de wereld, wij herhalen het even: en spreiden ze (dat zijn dan die genoemde vruchten) in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Voor het compleet te maken halen wij ook de schriftplaats van Joh. 13:35 aan die zegt: "Hieraan zullen allen weten dat GIJ mijn discipelen zijt, indien GIJ liefde onder elkaar hebt".  Dat is je reinste religieuze indoctrinatie die in de loop der eeuwen haar vruchten heeft afgeworpen, een cliché dat bijna onverslijtbaar door de ‘heerser’ van deze wereld herhaaldelijk met succes is gebruikt.

    Hoeveel bloedschuld hebben de georganiseerde religies in hun totaliteit? En wij hebben het alleen over religieuze leiders en genootschappen of hoe je het ook  wilt noemen, die altijd met de beste voornemens behept waren en zijn. Wij zijn niet van zin de geschiedenis te herschrijven, die geschiedenis spreekt geen boekdelen, maar bibliotheken!

    Hoe moeten wij nu nog meer aantonen dat ook het zevende punt geen bewijs is dat het besturend lichaam of de organisatie Gods aardse organisatie is? De bijbel stelt duidelijk dat er twee of drie getuigen nodig zijn om een zaak te bevestigen. Er zijn in de loop van de moderne geschiedenis geen drie getuigen, maar miljoenen, die de organisatie hebben verlaten omwille van de onrechtvaardigheden die aan het licht kwamen, ’t zij persoonlijk of omdat de ‘waarheid’ veranderde, voorbijgestreefd, achterhaald of verdraaid is geworden en bestempeld werd als, toegenomen licht of lichtflitsen. Erger is echter dat toen bepaalde vooropgestelde gebeurtenissen die niet plaats vonden op de gestelde en zelfs opgeschoven termijnen, kregen anderen de schuld, niet diegenen die het wereldwijd hadden gepubliceerd, maar diegenen die het gelezen en geloofd hadden. Zie o. a. de  wachttoren van 15 december 2006 blz. 26 § 5. En terwijl je toch die wachttoren opzoekt, neemt dan ook die van 1december 2006 maar dan op de blz. 19 § 1. lees nu eerst die twee paragrafen. Hebt u ze gelezen, de context ook. Perfect? Ook over nagedacht?  Welke conclusie u ook neemt, dat is volledig jouw zaak, alleen willen wij de tweede paragraaf  een beetje veranderen, niet echt veranderen, maar toepasselijker maken.

    In de plaats van de ‘directeur’ lezen wij: de werknemers van een bedrijf kwamen erachter dat veel van de directeurs van het bedrijf oplichters waren en daarom vroegen sommige van de werknemers of dat niet rechtgezet of veranderd kon worden. Het resultaat was verbijsterend, in de plaats dat de directeurs het onrecht herstelden of terechtgewezen werden, zwierden zij die werknemers buiten.

    Om spijkers met koppen te slagen en dan nog eens gedreveld. Zij werden uitgesloten en het it-2 blz. 1059 zegt over: "Uitsluiting uit de gemeenschap is noodzakelijk om het voortbestaan van de organisatie te waarborgen, en dat geldt in het bijzonder voor de christelijke gemeente".

    Zo precies of het voortbestaan van de organisatie of de christelijke gemeente(n) mensenwerk zou zijn. Vergeet het maar, tenzij het genootschap twijfelt of God het wel alleen aan kan.

    Die uitsluitingen gebeurden o.a. in het geval met de scandaleuze kwestie van pedofilie tijdens de jaren 1999-2002 (zie het vierde en vijfde punt en de desbetreffende veranderingen vermeld in de vernoemde brieven gericht aan alle gemeenten).

    Terwijl wij deze pagina klaarmaakte viel het ons op dat de eigenste wachttoren van 1 december en het eigenste artikel maar dan op blz. 18 de illustratie van die twee rechtopstaande broeders en het bijschrift duidelijk maken dat “ware”  christenen geen documenten kopen of gebruiken waarmee geknoeid is.
    Natuurlijk  moesten wij denken aan Mexico waar heel wat dienstplichtige broeders, ingeval van oproeping, zich een document konden aanschaffen door de ambtenaren smeergeld te geven zodat zij een document hadden waardoor kon aangetoond worden dat zij aan de militaire opleiding hadden voldaan.
    Terzelfder tijd mochten de broeders in Malawi geen politieke kaart kopen die heel wat minder koste dan het document dat in Mexico nodig was. En wie is niet op de hoogte van de gruwelijke vervolging en doden in Malawi, tussen (1967-1993). Wie gaat daar verantwoording voor afleggen, de bloedschuld delgen?

    De vervolging in Malawi begon op 20 oktober 1967 en werd pas opgeheven op 12 augustus 1993. 26 jaar lang hebben Jehovah’s Getuigen al die moeilijkheden moeten verduren, en waarom? er was maar één politieke partij, die de regering uitmaakte. Waar was de toepassing van Romeinen 13?  Waarom dat verschil met Mexico?

    Bijna vergeten, in Mexico waren Jehovah’s Getuigen een ‘culturele organisatie’ en in Malawi een ‘religieuze organisatie’. Zou het dat geweest kunnen zijn?

     En als het doel de middelen wettigt, dan zitten zij wel erg dicht bij Machiavelli.

    Wil jij eens uitleg vragen aan de ouderlingen hoe dat het zit?

    Wat data betreft is 1975 klaarblijkelijk de klapper geweest maar ondertussen hebben de meeste getuigen daar schijnbaar geen problemen meer mee. Evenmin met de uitspraak dat wij waarschijnlijk het millennium niet zouden halen.  Zie w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers. “En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn.”

    Voordien hadden wij de hoop, volgens de publicaties, “de absolute zekerheid” dat Armageddon in de jaren 1914, 1918, 1925, 1940 en 1975 kwam. Niet minder dan vijfmaal zou Armageddon echt het einde zijn. Uit voorzichtigheid, werd het voortbestaan van dit goddeloze samenstel daarom in de wachttoren van 15/1 1981 dan ook “onwaarschijnlijk” geacht. Zeg nu niet dat wij het uit de context trekken, omdat het over ‘gezalfden’ en ‘het geslacht’ gaat.

    En zeg ook niet dat het maar gelukkig is dat Armageddon nog niet gekomen is, kijk maar naar al die miljoenen die ondertussen in de ‘waarheid’ zijn gekomen. Gelijk heb je, maar dan moet Armageddon in het geheel niet komen, want toename zal er altijd zijn.

    Kijk maar naar al die andere religies, naar hun numerieke groei. Is dat juist geen bewijs dat God hen zegent? Absoluut niet, want daar is het in de meeste gevallen nog veel duidelijker dat zij niet in overeenstemming zijn met de Bijbel. Wat hebben wij gezegd over subtiliteit en plantrekkerij?

    En wat doen wij met alle veranderingen in de organisatie, die in werkelijkheid aanpassingen zijn, sommige zelfs zeer recentelijk, omdat de  vorige stellingen niet meer houdbaar waren? En waar jij met een beetje moeite, op zijn minst toch wel vragen zou moeten stellen. Sorry, wij waren (niet) vergeten dat je, over wat de organisatie schrijft, niets in vraag mag stellen (lezing van David Vandendriessche), En dat je ook niet kritisch mag zijn (lezing van Louis Dewit). Wij hebben zelfs gehoord dat wanneer de ouderlingen verkeerd zijn je toch moet gehoorzamen (symposium door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninckx).

    Met iets meer moeite kun je de lijst zelf wel aanvullen. Alleen willen wij u aanmoedigen in de eerste plaats, jezelf te onderzoeken. Daarmee bedoelen wij als je gelukkig bent in de staat en de situatie waarin u zich bevindt, blijf dan waar je bent. Zijn daar twijfels omtrent heb dan de moed om een Bereeër te zijn. Zie hiervoor a.u.b. de dagtekst van 17 januari 2008 en de overeenkomstige Wachttoren van 2006 1/10 2: 13, 14. Zoals je zult lezen, moedigt de organisatie ons aan om moedig te zijn, alleen mag je, op straffe van uitsluiting, niet de moed hebben om hen of hun gevolmachtigden, vragen te stellen die kritisch opgenomen kunnen worden of hen op de vingers te tikken als zij in de fout gaan. Volgens ons is daar een reukje aan, maar geen ‘parfum d’amour’.

    Het is ons duidelijk dat Jehovah in het verleden onvolmaakte mensen heeft gebruikt in zijn voornemen, ja zelfs een gehele natie van onvolmaakte mensen. Deze hebben er niets van gebakken. Wij hebben, en ieder persoonlijk, de verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat wat anderen ons opleggen wel degelijk in overeenstemming is met de schrift. Daarom zeggen en benadrukken wij dat alleen Jezus onze leider is en allen die zijn  levenswijze, bewust of onbewust, weerspiegelen zullen als  rechtvaardigen meegenomen worden.

    Wij wensen te herhalen wat Jezus als vraag stelde in de illustratie van Mattheüs 24:45 "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 

    Hoever zou die illustratie doorgetrokken mogen worden Welke toepassingen moeten er aan andere illustraties van Jezus Christus gegeven worden? Zou dit voedsel, ook als er een reukje aan zit, zo maar ingeslikt moeten worden? Hoe ver zou men volgens jou mogen gaan?

    Wij zullen ook nooit twijfelen of er wel een beleidvolle slaaf is, alleen kan dit voor ons  deze  en voor een ander  die  organisatie zijn.

    Misschien bedoelde Jezus Christus wel dat elk van ons die slaaf is. 1Petrus 1:10 "Gebruik de gave naarmate een ieder die heeft ontvangen, om elkaar ermee te dienen als voortreffelijke beheerders van Gods onverdiende goedheid, die op velerlei wijzen tot uitdrukking wordt gebracht".

    Dat is nog een nadenkertje van formaat!

    Wie zal het waar maken?

    Wij herhalen dan ook datgene wat op blz. 10 is gezegd dat:

    In de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als  wij  zouden  begrijpen  hoe  groot  Gods  kracht  en  vermogens   wel  zijn,  zouden   wij   toch   niet verbaasd  mogen zijn  dat  God  wel degelijk  een  onderscheid  zal  maken  tussen  rechtvaardigen  en  onrechtvaardigen.  Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

    Einde van het artikel en bedankt voor alles.

    Je kunt steeds antwoorden op mijn emailadres. Eleutheros.genaioshupar@laposte.net

    06-06-2009 om 09:43 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN vierde, vijfde en zesde deel

    En zo zijn wij aan het vierde en vijfde punt gekomen! (Deze 2 punten gaan volgens ons gelijk op). en ZESDE punt.

    Ze houdt zich afgescheiden van de wereld.

    Jak. 1:27; 4:4.

    Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is.  

    1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor. 5:9-13.

    Er is een opmerkelijk gebeuren wat nog meer kan waarmerken of de organisatie zich werkelijk aan deze vereiste houdt. Weinigen weten, en toch is daar een brief over te krijgen in Kraainem, wij hebben die zelf horen voorlezen in een gemeente, dat het genootschap tien lange jaren als lid was ingeschreven bij de Verenigde Naties. Als  ‘Niet Gouvernementele Organisatie’ afgekort als NGO. Die brief  moet je wel opvragen en dan via de gemeente indien jij of anderen daar vragen over zouden hebben. Deze brief legt de verantwoordelijkheid bij de broeder die zich daar heeft laten inschrijven, maar dan wel op naam van de ‘Theocratische’ organisatie’. Nu hebben wij het reeds gezegd dat een organisatie uit mensen bestaat en die zijn verantwoordelijk voor wat er in een organisatie gebeurt. De organisatie wordt echter veelvuldig gebruikt als imago of om verstoppertje te spelen voor datgene  wat mensen doen. Meestal  is dat  geen probleem als het positief is, maar als het verkeerd is krijgt de organisatie de schuld en dat kan niet. Wij horen dikwijls de relativerende uitdrukkingen, ‘het zijn mensen’ of ‘zij zijn ook onvolmaakt’. Dat is juist, maar dat verandert niks aan de feiten en nog minder aan de verantwoordelijkheden die met een verkeerde handelwijze te maken hebben. Dit is vooral zo wanneer er wereldwijd miljoenen mensen bij betrokken zijn. Tenslotte zijn de ‘Verenigde Naties’ zoals ons is geleerd, het beeld van het beest waarop de hoer is gezeten. Dit is geen aanval noch afval, maar een weergeven van feiten. Het feit dat de organisatie er 10 lange jaren heeft opgezeten en er uiteindelijk is af gestapt (?) verandert niks aan het feit dat zij er tien lange jaren heeft opgezeten en er gebruik van gemaakt heeft. Daarbij komt nog het feit dat men elk jaar het lidmaatschap moest vernieuwen. Men moest ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Er was geen enkele reden om een broeder, zoals wij zeggen, in het gat te steken. Als je het aan ons vraagt, er is ook aan onvolmaaktheid een grens, vooral als je van je leden verwacht en eist dat zij gehoorzamen. Weet je nog "met de maat waarmee je meet", of telt dat alleen voor de verkondigers, en niet voor het besturende lichaam, de tien mannen die als vertegenwoordigers optreden voor de beleidvolle slaaf, (9986 belijdende gezalfden in 2008, jaarboek 2009) en zelfs voor alle ouderlingen in de plaatselijke gemeenten, die je moet gehoorzamen, zelfs wanneer zij verkeerd doen.

    PERSOONLIJK zeggen wij, in de eerste plaats voor HEN, zij dienen HET voorbeeld te geven in HUN voorbeeldfunctie.

    Nu ja, gedane zaken nemen geen keer, wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet ook geen oude koeien uit de gracht blijven halen en waar blijft je als christen met de mantel der liefde? Maar wat als men zich opnieuw aan soortgelijke evenementen schuldig maakt? Laten wij ook hier de feiten duidelijk stellen! De laatste weken, daterend begin december ’07, zijn er in verband met de verkiezingen in Rusland via de nieuwsmedia enkele roerselen geopenbaard. Ieder van ons wordt aangemoedigd om het nieuws min of meer te volgen en wel om redenen dat wij steeds beter zouden begrijpen hoe daardoor bijbelse profetieën in vervulling gaan.                                        

    Wij verwijzen u naar http:/www.diplomatie.be/nl/press/speechdeteails.asp?TEXTID=55369 datum:12/07/2006. Dit is een toespraak van Minister De Gucht op de conferentie Building Democracy through OSCE Electoral Assistance and Observation.

    De Nederlandse benaming voor de OSCE is OVSE en staat voor "Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in  Europa".  Minister De Gucht maakt in zijn toespraak duidelijk dat deze organisatie een politiek forum is.

    Wie waren daar aanwezig?  Marcel Gillet, Paul Gillies en Luca Toffoli als vertegenwoordigers van de Europese associatie van Jehovah’s Getuigen te Brussel. Voor Frankrijk  was dit broeder Jean-Claude Pons, voor de V.S. Gregory Allen  uit Patterson en voor Polen Michal Hoszowski.  Wanneer je daar met zeven mensen bent, mag er wel een beetje toelichting zijn of mogen wij het openheid noemen?

    Wat moeten wij daar van denken? Bemoeien wij ons toch met politiek? Ondertussen hebben wij vernomen dat broeders en zusters een formulier mogen aanvragen om te gaan kiezen in La douce France.

    Met kiezen bedoelen wij stemmen, niet naar de stemhokjes gaan en een paar diagonaaltjes trekken.

     Wie neemt, neen,  wie is daar verantwoordelijk voor?  Wij hadden het toch over ‘zich afgescheiden van de wereld houden’?

    Het besturend lichaam beweert uitdrukkelijk dat alles wat zij doet, onvolmaaktheid daargelaten, theocratisch verantwoord is. Met andere woorden het moet bijbels zijn. Een van de manieren waarop beslissingen worden genomen en die van invloed zijn op ons leven en dat zijn zowat zeven miljoen zielen, is niet door de autoriteit van de bijbel, maar door een “tweederde meerderheid”, dezelfde procedure die zowel in de politiek als in de katholieke religieuze autonomie gebruikelijk is. Zij hebben door onder andere "de veranderde doopvragen” hun beslissingsrecht tot een zelfde status verheven als het pausdom. Door de rechterlijke comités de benaming religieuze comités te geven hebben zij in werkelijkheid het kerkelijk recht duidelijker gemaakt. Hiermee zijn zij het eens met de wereldlijke macht die hen tot een kerk met privilege tegemoet kan treden. Hoe staat dit in Noorwegen? Ontvangt de organisatie daar nu subsidies of niet? Indien wel, wat zullen wij dan nog meemaken? Betaald om vervolgd te worden?

    Wij gooien het nu eens  over een andere boeg, kwestie van evenwicht. En dat staat rechtstreeks in verband met het vijfde punt

    In verband met de pedofilie zaken is de organisatie onder druk van media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovah’s Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.

    NOTA: in verband met de pedofiliekwestie is die "verbeterde samenwerking met de autoriteiten" op minder dan een jaar, onder druk van de BBC en voor België het programma in “Panorama”, doorgevoerd.

    De eerste brief hierover die naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15/02/2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden. Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.

    De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk  dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten. Kun je eveneens navragen bij de secretaris.

    Nog nooit is het roer zo snel omgeworpen als hier is te zien. Voor veranderingen in ‘vervangende dienst’ bijvoorbeeld, en de kwestie van ‘neutraliteit’, was na een stemming van de ‘tweederde meerderheid’ een verandering doorgevoerd, maar doordat één broeder na de pauze zijn stem herriep en er geen ‘tweederde meerderheid’ meer was, bleef de bestaande situatie nog zestien jaren van kracht voordat het een ‘gewetenskwestie’ werd! Hoe dat mogelijk was? De druk kwam toen alleen maar van binnen uit, voor de wereld waren wij en zij slachtoffers van ons geloof, dat was alles.

    De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze laatsten verplaatsten de dader(s) meestal  naar een andere parochie of instelling. Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ‘ontrouwe Jeruzalem’ omdat zij niet alleen de  handelwijze van hetzelfde misbruik verhulden maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.

    Erger nog zijn de sancties, daar diegenen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet geloofwaardig meer overkwamen. Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.

    Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden. Omdat  zolang iemand 'die aanklachten’ indient, als een ‘verklikker’ behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen er allerlei mistoestanden verdoken blijven.

    Heb je opgemerkt dat de eerste brief over pedofilie gedateerd is 15 februari 2002. Het genootschap was toen reeds ingelicht dat het programma zou worden uitgezonden en daarom moesten ‘verklikkers’ uitgesloten worden. Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en dat diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten geen sancties mochten opgelegd worden.

    De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen?  Wij wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en die mensen kun je het zwijgen opleggen. Wij zeggen, maar niet iedereen.

    Daar er in het verleden broeders uitgesloten zijn met terugwerkende kracht, zou het toch maar rechtvaardig zijn om iemand te herstellen met terugwerkende kracht. Tenzij?  Wat vindt je daar zelf van?

    En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven een oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).

    Romeinen 13 beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk leven van hun leden beslissingen door te voeren. Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.

    Alles wat wij in het voorgaande hebben geschreven kunnen wij alleen maar herhalen en vermenigvuldigen. Het is zonder meer duidelijk dat de toepassing van bijbelse beginselen meer moet zijn dan alleen maar zeggen of schrijven wat je moet doen, veel en veel meer.

    Wij houden het tot hier met punt 4 en 5, alleen kun je zelf ook hier nog bepaalde ervaringen toevoegen.

    Nog niet te moe? Goed dan doen wij verder met het ZESDE PUNT


    Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk

    dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de
     
    prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de

    gehele wereld tot een getuigenis.      

    Matth. 24:14.

    Dat is een van de opmerkelijkste werken die het genootschap heeft gerealiseerd. Nog nooit heeft een organisatie kunnen bereiken dat haar leden, al haar leden, daadwerkelijk en zowel als groep als afzonderlijk op geregelde basis van deur tot deur gaan. 

    Mattheus 24: 14 is niet alleen de lijftekst van ieder van hen, maar zeker ook de eerste tekst die een nieuweling van buiten kent en gebruikt.  Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".

    De link die hiermee gepaard gaat wordt de volgende of tweede tekst en wordt zelfs door "het afvallige ontrouwe Jeruzalem" met zijn ongeveer 1 miljard leden gebeden, "het Onze Vader", Mattheüs 6:9-13 "Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. 10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde. 11 Geef ons heden ons brood voor vandaag; 12 en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven. 13 En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze". Door de prediking zou dan ook meteen de profetie vervuld die met deze teksten in overeenstemming zijn.

    Het is voor de getuigen dan ook een levenswijze geworden en zij die kunnen pionieren op één van de diverse manieren worden de gelukkigste mensen onder de mensen.  Het is zelf zo subliem dat de prediking  zowat de toetssteen is geworden van geloof en niet alleen dat, maar het is ook  “HET CRITERIUM" voor mannen om bijna alle voorrechten die er zijn, te mogen behartigen. Ook  wij zijn er van overtuigd dat het einde eens zal komen, maar die gebeurtenis is reeds zo dikwijls voorop gesteld dat het een manie geworden is. Daarmee bedoelen wij dat de organisatie, hoe belangrijk het prediken ook moge zijn, de belangrijkere zaken uit het oog heeft verloren, namelijk  het Christen zijn of de Christelijke persoonlijkheid. Wij gaan daar niet over  uitweiden. Maar zou het kunnen, dat de problemen en regels, het monddood maken van het eigen geweten, de druk op het privé leven en hun inmenging in persoonlijke zaken, zelf het denken, allemaal onderworpen wordt aan de organisatie?

    Zouden zij zich hiermee dan niet eerder vereenzelvigen met Oholiba, de zuster en medestandster van Ohola, de oudste zuster of een deel van de Christenheid? (Zie het boek “de natiën zullen weten dat ik Jehovah ben”, Ezechiël 23).

     Opmerkelijker is nog dat het schijnbaar  op vrijwillige basis is. Wij zeggen ogenschijnlijk  omdat wie niet predikt op de manier zoals de organisatie het voorschrijft en geen rapportje inlevert, waardoor men voor hen eerst "ongeregeld" en vervolgens "inactief" wordt, en men mettertijd je verkondigerkaart of ID uit het archief verwijdert zodat je geen deel meer bent van de organisatie. Wanneer je geen deel meer bent van de organisatie zit je vanzelfsprekend ook niet meer in de symbolische ark en kun je evenmin gered worden. In plaats van redding wacht je onherroepelijk de eeuwige vernietiging, wat ongeveer overeenkomt met de vurige hel van de christenheid. Vermits je een opgedragen christen was en nauwkeurige kennis van de (hun) waarheid hebt gekregen is er zelfs weinig kans dat je ooit een opstanding mag verwachten. Met andere woorden gezegd, het komt hierop neer dat de meeste getuigen eerder bang zijn om een verkeerde indruk te geven dat zij niet gehoorzamen aan de organisatie dan dat zij prediken omdat zij hun evennaaste lief hebben.

    Neen en nogmaals neen, niet het prediken is verkeerd, zeker niet, maar de manier waarop het moet gedaan worden en de verplichte morele druk. Eveneens de schriftuurlijke bewijsvoering aangaande de rapportjes. Nergens in de bijbel worden uren of verspreiding genoteerd, zelfs het aantal dopelingen werd meestal slechts bij benadering genoemd. Goed, organisatorisch kan dit verantwoord worden, vooral met de verspreiding van de lectuur en het in kaart brengen van de voorraden. Maar hebben wij ook hier niet te maken met een bepaalde norm voor aanstellingen en voorrechten.? Zeker is lectuur een goede begeleider van de waarheid en kan steeds opnieuw ter hand genomen worden. Alleen blijkt dat men door de veranderende leerstellingen de eens geopenbaarde waarheden moest herzien waardoor datgene wat  je ooit als waarheid hebt gepredikt moet gaan recht zetten, wat niet of praktisch nooit gebeurt. Moeten wij dan verschieten dat de mensen ons als leugenaars, misleiders of bedriegers gaan identificeren? En dat sommigen van ons zich ook zo voelen.  Laten wij besluiten met te zeggen dat als je gelukkig bent met datgene waarmee je bezig bent, doe dan zo voort.
    (wordt vervolgd)

    05-06-2009 om 06:19 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel (vervolg)

    (vervolg)

    Wij willen niemand de mond snoeren of anderszins het zwijgen opleggen, integendeel, wij wensen dat meer mensen gaan nadenken over de feiten en wat er geschreven werd en geschreven wordt, wat er vereist werd en wat schriftuurlijk  is. Hoe christenen ‘gemend’ werden in het verleden en ook nu nog en soms tezelfdertijd  in tegengestelde richtingen.  Wij hebben het woordje ‘gemend’ gebruikt om de nadruk te leggen op de manier waarop mensen omgaan met mensen waarover zij willen heersen. Veel van wat de ‘aardse organisatie’ doet is niet nieuw, maar wel subtieler. Veel van wat in ‘religieuze’ organisaties verkeerd is wordt aan de kaak gesteld. Wat verkeerd is mag gerust en terecht aan de kaak gesteld worden, dat is wat je terug vindt in de Bijbel en dat is wat Jezus deed en dat doen wij ook. Let maar even op wat Jezus zei in Mattheüs 7:3. 'Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog"? Moeten wij het weer eens herhalen dat het organisatorisch beleid van de organisatie van dien aard is, dat wanneer iemand die de vuile was uithangt uitgesloten wordt. Die procedure is niet bijbels. Integendeel, dat soort christenen toont moed. Ze zijn niet bang voor mensen, en zij volgen hun meester Christus na in Zijn vrijmoedigheid van spreken. Door dit soort van uitsluitingen toont de organisatie dat zij absoluut niet bereid is om die balk  uit hun oog te verwijderen. 

    Weeral integendeel, zij vergroten die balk.  Vergelijkt de wachttoren van 74 15/11 blz. 688 “Een evenwichtige zienswijze bewaren ten aanzien van uitgeslotenen”  en de  w81 1/12 blz. 15 “Hoe wij uitsluiting uit de gemeenschap dienen te bezien.”

    De harde lijn van '74 wordt gewoon nog harder. Denk niet dat wij kwaaddoeners tolereren, maar de haatdragende gevolgen van die procedures, sluit niet alleen de deur om terug te keren, maar verhindert praktisch ieder poging om van uit de gemeente te helpen. Uitgezonderd de eventuele jaarlijkse eenmalige evaluatie en bezoek van de ouderlingen. In feite is zo’n bezoek, een momentopname.

    Laten wij de toepassing van Jezus woorden uit Mattheüs 7:21-23 eens bekijken, “Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ 23 En toch zal ik hun dan openlijk verklaren: Ik heb U nooit gekend! Gaat weg van mij, GIJ werkers der wetteloosheid.”

    De toepassing ‘en in uw naam demonen uitgeworpen,’ hoeft niet altijd met spiritisme te maken te hebben, dat kan ook door bijbelkennis bij te brengen.  Wordt het zelfs niet duidelijker met de schriftplaats uit 1 Petrus 4:17 "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?   Als laatste in dit rijtje 1 Kor. 5:12-13 "Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? „Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden.”           
    Fantastisch dat gij die tegenstrijdigheid ook opgemerkt hebt, of is het niet tegenstrijdig?

    In Mattheus 7:1-2 zegt Jezus:. . Houdt op met oordelen en in 1 Korinthiërs lezen wij net, oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn. Dat  is absoluut niet tegenstrijdig, integendeel het verduidelijkt zelfs veel mistoestanden in en door de aardse organisatie. Hoe gaan wij dat nu uitleggen zonder ook maar iemand te kwetsen? Goed, Paulus zegt, of liever stelt in vraag wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn?  En het antwoord staat in vers 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn?  Dus God, en alleen Hij, heeft dit recht! Dit maakt reeds duidelijk dat veel van het materiaal in de publicaties van de ‘aardse organisatie’ op zijn minst een vorm van ‘oordelen’ is. Wij zeggen op zijn minst, want het wordt meestal niet als feitenmateriaal gepresenteerd.

    De uitwerking op de ‘getuigen van Jehovah’ is zeker niet positief, ook hier, integendeel. Zelfs wanneer de ‘aardse organisatie’ het materiaal over andere religies als feiten materiaal zou bestempelen, met voorbijgaan van de waarheden die er heel zeker ook zijn, worden al die religieuze organisaties onder bijbelse noemers gerangschikt. Wij zeggen ‘noemers’, het onderscheid wordt gemaakt of het ‘christelijke’ of niet ‘christelijke’ organisaties zijn. In het ene geval is het dan de ‘Christenheid’ met zijn duizenden denominaties. In het andere geval, komen alle andere religies, samen met de christenheid, onder de bijbelse benaming ‘Babylon de Grote’ terecht.

    Al met al, komen alle religies uit de verf met het etiket “afval” opgeplakt, afvallig aan God. Zie de definitie uit het redeneren boekje.

    Zijn wij nu bezig al die ‘organisaties’ goed te praten? Absoluut niet, maar het is niet omdat de ‘aardse organisatie’ zich meerdere in het oog lopende bijbelse activiteiten op het lijf heeft geschreven dat zij ‘heilig’ is. Nogmaals, de naam van JEHOVAH gebruiken, de prediking van deur tot deur, hun neutraliteit, de bloedkwestie, hun vijf wekelijkse vergaderingen, de jaarlijkse dag- kring- en districtvergadering zonder  de speciale vergadering te vergeten van één lid van het besturend lichaam.  Gaat de ‘aardse organisatie’ niet prat op haar reputatie omdat de hoge morele normen van de bijbel hen boven de ‘wereldse mensen’ verheft? Het zou wat, er is geen enkel bedrijf, of organisatie die zelf negatieve reclame publiceert. Men heeft daar zelfs een gezegde over, iets van: “eigen lof stinkt, vriendenlof hinkt, maar vreemdenlof blinkt”. Om het met hun eigen woorden weer te geven: wie een ander omlaag haalt wilt zichzelf verheffen, wie een oor heeft luistere, die er twee hebben, begrijpen!  Wat hebben wij gezegd, ‘dat geen enkele organisatie' negatieve reclame zal maken? En de bijbel dan?  Die vertelt zowel de negatieve aspecten als de positieve van alles en over iedereen, waar of niet waar?  Om nog een andere schrijver te citeren: “soms is het gemakkelijker om buiten te staan en naar binnen te kijken,” zie je wel?

    Eerst nog een woordje uitleg over 1 Kor. 5: 13 b ‘verwijdert de goddeloze (man) uit uw midden’. Alzo krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid een ‘goddeloze’ te verwijderen. In de eerste plaats is een ‘goddeloze’ iemand die geen geloof in God heeft. Paulus zei niet "verwijdert de ‘zondaar’ uit uw midden" alhoewel hij het over een man had die bij de vrouw van zijn vader had gelegen. Toch dient men een onderscheid te maken, tenzij men het hart kan lezen. Kun jij dat? Ken jij mensen die dat wel kunnen?

    Met al die uitleg bedoelen wij dat de doorsnee ‘getuige van Jehovah’ met inbegrip van iedere verantwoordelijke, uitzonderingen daar gelaten, zich zelf reeds als ‘meegenomen’ ziet en de anderen als ‘achtergelaten’. Mattheüs 24:40-41 "Dan zullen er twee mannen op het veld zijn: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden; 41 twee vrouwen zullen aan de handmolen malen: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden".
    De subtiele gevolgen van zo een indoctrinatie zijn destructief, zelfs in eigen rangen. Alhoewel er een jaarlijkse toename bericht kan worden staat die niet in vergelijking met het aantal dopelingen. In werkelijkheid geven die cijfers slechts ongeveer de helft weer van wat waar is. Er is geen diploma voor nodig om die berekening zelf te maken aan de hand van de, in eigen publicaties, gepubliceerde getallen. En kom niet af met ‘natuurlijke afvloeiing’, die zal ruimschoots overtroffen worden door de niet gedoopte verkondigers. Enfin, wat wij echt mooi vonden in laatst genoemde schriftplaats was de voorbeeldige manier waarop Jezus, en dat is niet de enige keer, de VROUWEN op gelijke voet stelde met de mannen. Echt waar! Weet je waarom wij dat mooi vonden, omdat ook onder de getuigen, de vrouw niet altijd echt als een partner aanvaard wordt.  Alleen en alleen dat maakt iemand reeds medeplichtig aan ontrouw tegenover God.

     Wij beroepen ons weer op uitzonderingen daar gelaten. Als jij zo een uitzondering bent, zul je het er mee eens zijn, en zo niet dan voel jij je geviseerd. Jazeker het heeft met gevoelens te maken, absoluut. Het zijn juist onze gevoelens en de manier waarop wij daarop reageren die het verschil kunnen en zullen uitmaken of wij een christelijke levenswijze tot doel stellen die uitmaakt of iemand meegenomen of achtergelaten zal worden. Punt amen en uit. Jazeker, wij bedoelen "christelijke levenswijze".

    Nu kun je natuurlijk repliceren dat toename uiteindelijk een bewijs is van Goddelijke zegening, Goddelijke inmenging, en dat wordt ook zo gepubliceerd, waar of niet?  Wat doe je dan met de groei in anderen denominaties?  Wat  doe je dan met de groei wereldwijd bij de Islam en hun heilig boek de Qor’aan? En wat doe je waar een achteruitgang is geboekt?

    Heb je ooit de moeite gedaan om te vergelijken of zelfs te verifiëren.

    Heb jij je nog nooit afgevraagd waarom wij op zijn minst reeds driemaal het "Openbaring boek, haar grootse climax is nabij" hebben bestudeerd en nog nooit het boek “de mens op zoek naar God”. Het eerste hoofdstuk  alleen reeds is veelzeggend, ten minste als je objectief wilt zijn en dat hopen wij oprecht. En over het Openbaring boek gesproken. Hoeveel aanpassingen heb je moeten doen terwijl je het her-be-stu-deer-de?  En het nieuwe boek is alweer aan ‘aanpassingen’ toe. Maar dat wist je waarschijnlijk reeds? Nu komt ons voor de geest wat koning Salomo schreef in Prediker 12:12 "Aangaande al wat hierbuiten ligt, mijn zoon, laat u waarschuwen: Aan het maken van veel boeken komt geen eind, en veel toewijding [eraan] is afmattend voor het vlees".

    Het grootste gedeelte van wat Salomo schreef kwam erop neer dat veel van wat wij doen, ijdelheid is. Nu mag je daar niet te zwaar aan tillen natuurlijk want dan blijft er niks meer over om voor te leven en daar is het leven toch te ‘levendig’ voor. Daarom halen wij Prediker 12:13-14 aan om aan te tonen dat  wij wel heel veel van het leven kunnen en zullen genieten als het in overeenstemming kan gebracht worden met Gods vereisten. Let wel, met Gods vereisten, niet die van mensen en dat is wat Salomo, volgens ons bedoelde met  zijn woorden 'aangaande al wat hier buiten ligt,  en nu  komt  het, "Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is:  Vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht".

    Dus komt het neer op het onderhouden van Gods geboden als een verplichting voor een gelukkig leven en dat kun je, in zoverre het van jezelf afhangt. Het is gemakkelijk na te gaan of het ‘goed is of slecht’. Is het goed, zoveel te beter. Is het slecht of ondervind je dat het slecht is, verbeter het dan. Denk aan het spreekwoord “het zijn de goeie die zich verbeteren”, en de schriftplaats uit de brief aan de Gal. 6:7 Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; neem ook nota van het feit dat prediker 12: 12 eveneens een tactvolle ‘waarschuwing’ is. mijn zoon (en dochter), laat u waarschuwen: Heb je opgemerkt waarvoor? Goed hé!

    In dit verband willen wij een persoonlijke noot aanhalen in verband met het hierboven geschrevene.Ten aanzien van onze bediening en het getuigenis geven aan anderen, vooral aan de familie. Toen gebruikten wij boven vermelde tekst en wezen op het feit dat “de waarheid” maar eenmaal diende geleerd en onderwezen te worden. Nu dienen wij daarop terug te komen omdat veel van datgene wat als ‘de waarheid’ in vele boeken is geschreven en gedrukt, achterhaald en veranderd is. Let wel, niet alles dat voordien geschreven was is verkeerd, maar die zaken die als schriftuurlijk bewezen werden en gehoorzaamd dienden te worden op straffe van …… en later eveneens schriftuurlijk veranderden, die maken het moeilijk om de ‘aardse organisatie’ als beleidvol beheerder te aanvaarden. Wij hebben het reeds gezegd, wij verwachten geen volmaaktheid, wel eerlijkheid en vooral rechtvaardigheid. Wat op de grote schare van toepassing is, moet eveneens voor iedere gezalfde opgaan. Tenzij de wereldse regel toegepast wordt “jullie mogen jullie oversten niet controleren”. Bepaalde lezingen vermeld op blz. 8 geven uitsluitsel, geen twijfel, maar feiten die gemakkelijk  te achterhalen zijn.  Daarom passen wij de tekst van prediker 12: 12  toe op de ‘aardse organisatie’ en dit in overeenstemming met alles wat wij vooraf hebben geschreven. (Wat een  vrije vertaling  is onzerzijds).

    Vergeet a.u.b niet dat wat de organisatie schrijft, door miljoenen van onze mensen wordt gepredikt. Dat alle  publicaties die achter gelaten worden bij de mensen evenveel bewijzen zijn dat er op zijn minst  verkeerde verwachtingen zijn gewekt. Velen die hun familie hebben genegeerd moeten terugkomen op hun, neen, niet hun woorden, maar die van de organisatie, met alle gevolgen van dien. Dit blijkt duidelijk in die landen waar reeds vele jaren getuigenis is gegeven en een achteruitgang was of is. Het is waar en duidelijk dat het morele verval in de wereld algemeen is en dat dit in de bijbel werd voorzegd. Dat dit een van de aanduidingen zou zijn voor de tijd van het einde. Wij moeten in de eerste plaats eens denken welke tijd? Niet wij, gewone verkondigers, hebben uit ons zelf de data gepredikt, maar wel datgene wat de organisatie suggereerde. Of niet soms? Vanaf het moment waarop Charels Taze Russell de tijdsprofetieën wel belangrijk begon te vinden heeft het in feite niet meer gestopt om die wereldkundig te maken, of niet soms? Toch zegt Jezus in Hand. 1:7 “Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld”  of zijn ZIJN woorden niet duidelijk genoeg? Wel eigenaardig dat die tekst niet gemakkelijk in beeld komt.

    Beseffen wij wel hoeveel smaad dit op de organisatie heeft gebracht? Op de organisatie? Die vindt dat zeker niet. Wij vinden van wel. Erger is echter de smaad op God zelf. Niet direct door de mensen die predikten, alhoewel ook zij een verantwoordelijkheid hebben, maar vooral door de opdrachtgevers van de organisatie. Het is waar ook, een organisatie op zichzelf bestaat niet. Dan is het door die mensen die zich beroepen op of zich verschuilen achter de organisatie die ze gebruiken om zichzelf en hun interpretaties te promoten en er op gelijk  welke manier beter van te worden. Toch maakt dit niets uit om de eenvoudige reden dat de kans zeer groot is dat het toch maar niet  Gods organisatie is, maar één van de velen die daar aanspraak op maken. En terzelfder tijd door God gebruikt wordt om individuele mensen toch een bepaalde richting te geven. Deze uiteenzetting doet ons denken aan Jesaja 10:15 "Zal de bijl zich verheffen boven degene die ermee hakt, of de zaag zich grootmaken boven degene die haar heen en weer beweegt", deze uitspraak maakt toch wel duidelijk dat God niet afhankelijk is van een organisatie, maar een organisatie wel van God. Met andere woorden gezegd, wanneer een organisatie buiten haar boekje gaat, mag en moet zij op haar stappen terug keren. Openbaring 2: 5 "Bedenk daarom vanwaar gij gevallen zijt en heb berouw en doe de daden van vroeger. Zo niet, dan kom ik tot u, en ik zal uw lampenstandaard van zijn plaats verwijderen, tenzij gij berouw hebt". Jezus zegt tot de gemeente Efeze, in onze tijd tot een toepasselijke gemeente en, tenzij het besturend lichaam of die mensen van de organisatie niet tot een gemeente behoren, is het dus ook op hen van toepassing. Dus, wanneer zij niet tot een gemeente behoren of geen gemeente vormen, dan hoeven  zij uiteraard geen rekening te houden met Jezus woorden en wij niet met hen. Dit betekent dat wij de organisatie kunnen gebruiken, maar nodig hebben? Niet echt. Wat wel kan zijn is dat gij de organisatie nog nodig hebt. Waarom, omdat mensen, de meeste toch, iets moeten hebben om zich aan vast te houden en te geloven? Het blijkt ingebakken te zijn. Een illustratie kan het verduidelijken. Een kind, en je hebt er misschien zelf, blijft zolang bij zijn ouders tot het op zijn eigen benen kan staan. Enfin, dat was in onze tijd zo en dat is volgens wat wij waarnemen nog steeds zo. Wanneer je opvoeding redelijk tot zeer goed genoemd kan worden, in zo verre het van jou afhing, dan zal je kind zijn plan wel trekken en van zijn leven iets goeds maken. Kun je daar mee akkoord gaan? Wij zijn geen pedagogen, maar wel ouders, en zoals onze kinderen van ons hebben geleerd, hebben wij ook veel van hen geleerd. Nu moet je eens goed luisteren!  De organisatie beweert onze moeder te zijn. En volgens de tijd dat wij met haar verbonden zijn hebben wij geleerd op eigen benen te staan. Dat zou toch moeten kunnen. Stel nu dat je moeder zo nu en dan een steek laat vallen, is je band dan verbroken? Bijlange niet. Wat doe je wanneer het meermaals gebeurt, er geen rechtzetting komt, dat wanneer jij tegen je moeder zegt, ma dat kan toch niet en gij de schuld krijgt en nog wat kletsen op je billen. Nu als kind ga je daar aan voorbij, soms kun je niet anders. Maar eenmaal volwassen zul je daar niet mee gediend zijn en waarschijnlijk zelfs op reageren. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Wanneer je dat laatste door trekt naar de organisatie ben je gezien. Je mag zelfs geen ouderling terechtwijzen. En waarom niet, omdat de lieve vrede van de gemeente in het gedrang komt? Die komt zo wie zo in het gedrang omdat een ouderling niet terechtgewezen mag worden. Hoe noemen ze dat, heilige boontjes?

    Dezelfde vraag  dringt zich op? Wordt Gods naam daar mee verheerlijkt?

    Zo hebben we ook nog het feit dat de ‘aardse organisatie’ Gods naam gebruikt. Dat stelt hen verantwoordelijk voor wat zij schrijven, veranderen, toevoegen, verwijderen, verkeerd interpreteren en goed doen. Dat  is de reden of zijn de redenen waarom wij organisatie nodig hebben. Niet één organisatie, maar organisatie. Het beginsel vinden wij o. a. in: 1 Thessalonicenzen 5:21 "Vergewist U van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is dit betekent dat je een persoonlijke mening kunt hebben, maar mag je die aan anderen uitdragen, ook als zij verschilt van die van de organisatie?  Paulus zei niet ‘houdt vast aan dat wat de organisatie zegt’ met organisatie bedoelen wij ook de beleidvolle slaaf, wij gebruiken beide moedwillig en voor de duidelijkheid door mekaar.

    De vraag was en is, houdt de ‘zichtbare organisatie’ zich strikt aan Gods geïnspireerde woord? Zijn al haar  leerstellingen en gedragsnormen op Gods Woord gebaseerd?

    Wij hebben het over vroegere beslissingen, procedures en zelfs leerstellingen of wat er voor door moest gaan: data, neutraliteit, autoriteit en zelfs over ons privé leven enz.  Nieuw en toegenomen licht, lichtflitsen en bijsturingen met inbegrip van vereenvoudigingen en een voorbijgaan van de toentertijd zijnde, absolute bewijzen van de Heilige Schrift, kunnen ons vertrouwen in Jehovah alleen maar vergroten, maar niet in mensen, wat die mensen ook beweren en welke schriftplaatsen zij ook maar aanhalen. Voel jij je daar goed bij? Houden zo! Voel jij je daar niet goed bij? Zoeken dan, maar God niet de rug toekeren, integendeel!

    Zelfs wanneer je vertrouwen in de bijbel op een laag pitje brandt of uitgedoofd is. Je eigen ik dient of kan dan dienen als het baken waarop jij je kunt verlaten in zoverre je eerlijk bent met jezelf uiteraard. Kennis is vanzelfsprekend een vereiste om op eigen benen te staan, maar niet De vereiste, wel liefde voor rechtvaardigheid omdat volgens Psalm 37:29 "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven". Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Handelingen 10: 35 "maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”. Denkt nu eens goed na. Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat  God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet. Wij hebben het reeds gezegd, een organisatie gehoorzamen is mensen gehoorzamen. Een organisatie kan nooit zeggen wie gered of vernietigd zal worden. Doet zij dat wel, dan gaat ze haar boekje (in de meeste gevallen ‘de bijbel’) ver te buiten. Neem a.u.b ook de schriftplaats van Markus 10:26-27 "Toen stonden zij nog meer versteld en zeiden tot hem: „Wie kan er dan eigenlijk worden gered?” 27 Jezus keek hen recht aan en zei: „Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk” Wij willen absoluut niet voorbij gaan aan wat de context zegt over de beloning die Jezus zijn discipelen in het vooruitzicht stelt omdat zij met hem het werk behartigden. Hiertegenover staat uiteraard dat wat Jezus hen beloofde beperkt was tot één bepaalde groep in één onbepaalde periode. Willen wij onpartijdige liefde, Gods liefde, weerspiegelen dan is iedere speculatie wie wel of niet gered wordt uit den boze. Hetzelfde geldt voor ieder werk dat men als verdienste wil aanrekenen om redding te verdienen.

    Uiteraard zal rechtvaardigheid onze redding bewerkstelligen, zoals God in boven vermelde schriftplaatsen aanmerkt, samen met alle andere eigenschappen die inherent en op een redelijke wijze tot de juiste persoonlijkheid toe bijdragen. Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    De organisatie bevestigt deze Goddelijke voorziening met de uitdrukking ‘Christelijke Persoonlijkheid”. Over die persoonlijkheid is zeker nog niet het laatste woord geschreven of gedrukt!  En wij komen daar straks nog op terug.

    Het is ook niet omdat  wij als enigen Gods Koninkrijk bekend maken op de manier die een handelsmerk (organisatie boek blz. 92) is geworden voor Jehovah’s getuigen, namelijk van huis tot huis of van deur tot deur, dat redding automatisch daar van afhangt. Ook hierover zou zeker nog veel kunnen gezegd en zelfs gediscussieerd worden. 

    Overtuigender zal het antwoord zijn als u op volgende vragen een antwoord wilt geven: Is volgens u iedere getuige van Jehovah een Christen? En is ieder  mens die een handelwijze als de Christus volgt een getuige van Jehovah?  Volgens mij ligt de beslissing dus niet in wat de organisatie zegt of in het werk dat iemand doet, maar wat God zegt o. a. in bovenvermelde schriftplaatsen, doorslag gevend. Ieders motivatie speelt een grote rol en dient dan ook nauwkeurig met een vergrootglas onderzocht te worden. Niet door een ander, maar door jezelf. Alle hulpmiddelen zijn welkom, maar alleen hulpmiddelen, geen intimidatie, geen druk, geen je mag niet dit of dat en nog minder je moet dit en dat.

    Hoe mooi bepaalde publicaties het ook voorstellen, het blijft een feit dat, volgens de interpretaties van de organisatie en het besturende lichaam, alleen en uitsluitend Jehovah’s getuigen gered zullen worden.

    Wanneer dat waar zou zijn, dan zal er in het begin van de nieuwe ordening ruim plaats zijn in het paradijs. Op dit moment dan toch.

    (wordt vervolgd)

    04-06-2009 om 05:15 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel

    DE derde vereiste

    Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.

    2 Tim. 3:16, 17.

    Wij gaan nu een voorbeeld gebruiken dat wereldomvattend een enorme invloed uitoefent op zowel de getuigen zelf, als praktisch de gehele mensheid. En hoewel de aardse organisatie, door de druk die zij omtrent dit onderwerp heeft gestoken, uiteindelijk veel heeft bereikt, in de eerste plaats voor haar eigen leden, en ogenschijnlijk ook voor de niet getuigen van Jehovah,  toch mogen wij niet nalaten te beseffen dat er ook een keerzijde is van datgene wat is bereikt. Juist, het gaat over de bloedkwestie. 

    Ben jij, als één van die ‘getuigen’ bereid om de verantwoordelijkheid van al datgene wat de Km. van november 2006 hierover zegt te aanvaarden? Direct geantwoord zal dit  wel ja zijn, maar heb jij wel echt begrepen wat daar van jou wordt verwacht?

    Dit stellen wij in vraag of vragen wij, omdat meerderen te kennen hebben gegeven, zelfs ouderlingen, die de kudde dienen voor te gaan, dat zij daar niet echt een gewetensvol antwoord kunnen op geven.   In de eerste plaats omdat zij het artikel niet kunnen begrijpen en de schriftuurlijke basis nog minder. Vervolgens, dat het artikel in tegenspraak  is met zichzelf.  En daarenboven dienen de gevolmachtigden nog eens een kopie te hebben om jou te kunnen vertegenwoordigen. Niet dat dit verkeerd is, zij verwoorden wat jij op dit moment niet zelf kunt zeggen,  maar de mogelijkheid is groot dat die mandatarissen persoonlijk  een andere zienswijze hebben, een andere gewetenshouding.

    Ons inzicht zal niet alles kunnen weergeven, daarvoor ben jij en alleen jij verantwoording schuldig aan God. Jouw geweten kan en zal je op het juiste moment daarbij helpen, tenzij je dat recht om bepaalde redenen of gemakzucht of onbegrip aan anderen overlaat, wat je in werkelijkheid of ten overstaan van GOD NIET KUNT DOEN. Wat niet kan doen?  Datgene wat de Km. allemaal zegt, dát mag je niet aan anderen overlaten. De bijbel zegt zo duidelijk dat men zich dient te onthouden van bloed. Eenvoudiger kan het niet!  Waarom moeten er dan toevoegingen gemaakt worden zo die de hoofdbestanddelen Bijbels onaanvaardbaar maken, waar staat dat? Waar staat dat, dat ook maar één van die hoofdbestanddelen bloed is?  Nergens, evenmin als er in de Bijbel iets staat over fracties die een gewetenskwestie zijn of opties. Waarvoor dient dan een ‘medisch document’ dat ook medisch tegenstrijdig is? Terwijl alleen het titelblad voldoende kan zijn. Natuurlijk zijn er gevaren aan een bloedtransfusie, dat heb je bij iedere medische behandeling of therapie en met elk geneesmiddel. Daarom dien je ook vooraf inlichtingen in te winnen bij, om te beginnen je huisarts en daarna het eventuele rijtje van verantwoordelijke deskundigen. Wat uiteraard inhoudt dat wat die mensen voorstellen door jou, gewetensvol geaccepteerd of verworpen kan worden.

    Daarbij, en dat wordt ons toch regelmatig onder de aandacht gebracht, hebben de mensen die ons behandelen ook een geweten nietwaar? Lees maar, eventueel in je eigen bijbel: Romeinen 2:15 "Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen.

    Paulus spreekt hier tegen en over mensen die geen christenen zijn, maar hoeveel te meer dient het ons te treffen. Let op de uitdrukking, ‘hun eigen gedachten onderling’, die mensen overdenken wat zij, ’t zij willen doen of gedaan hebben, en kunnen dan conclusies trekken en daarvan leren, als ze willen uiteraard?  Jij toch ook?

    Een eerste vereiste is echter dat je begrijpt waarover je gewetensvol een beslissing dient te nemen.

    In deze kwestie is het, wanneer het erop aan komt, van levensbelang voor jou en allen die je nauw aan het hart liggen.

    Terwijl het getuigenis dat je geeft van levensbelang kan en ook zal zijn voor diegenen die er op dat moment bij betrokken zijn.

    Uiteindelijk  maakt het ook nog eens deel uit van het antwoord dat je aan God zelf geeft: 

    Spreuken 27:11 Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.

    ANDERS GEZEGD: GIJ EERT OF ONTEERT DIEGENE DIE JE BEWEERT TE AANBIDDEN, en dat is wel een doordenkertje!

    Laten wij het nu maar eens hebben over wat wij ervan denken!
    De koninkrijksdienst van november 2006 blz. 5, werkblad 1 zegt zeer duidelijk dat ‘VOLBLOED’ bijbels onaanvaardbaar is voor christenen. Dat is gebaseerd op Handelingen 15: 20, 28-29 "maar hun te schrijven zich te onthouden van dingen die door afgoden zijn bezoedeld en van hoererij en van het verstikte en van bloed. ..28 Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht U geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: 29 U te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij". 
    Wij zijn er van overtuigd dat iedere getuige van Jehovah, maar ook anderen, het daarmee eens kunnen zijn en wij ook.

    Vervolgens staat in "dezelfde" kolom dat “PLASMA, RODE BLOEDCELLEN, WITTE BLOEDCELLEN en BLOEDPLAATJES” eveneens bijbels onaanvaardbaar zijn  voor christenen. Wij zijn maar gewone mensen, maar wanneer je bijvoorbeeld één van die vier bestanddelen uit het bloed verwijdert, heb je dan nog bloed? En waar staat die muggenzifterij in de bijbel?  Wij hebben het reeds aangehaald.

    Draai nu a.u.b. niet rond de pot, antwoord a.u.b. met ja of neen.

     Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?   Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    In de andere kolommen van de koninkrijksdienst hebben wij dan de ‘aanvullende beslissingen’.           DE FRACTIES & keuzes waarvoor je opteert.

    Wij willen het echt niet moeilijk maken, maar keuze of opteren betekent hetzelfde. Maar waarom die herhaling, in plaats van ‘gewetensvolle keuzes’? Ook hier moet je zelf op antwoorden, maar zodoende wordt het wel een beetje ‘mistiger’ en het is al niet gemakkelijk  ‘gemaakt’. Ook  hier dien je gewetensvol met ja of neen te antwoorden. Ga je dat doen?

    Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?  Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    Verlies niet uit het oog dat zowel de vier hoofdbestanddelen met de fracties het ‘vol bloed’ uitmaken.

    Wanneer de fracties apart slechts een onderdeel vormen van het volbloed, dan is elk hoofdbestanddeel apart evenzo een onderdeel.  Meet je anders niet met twee maten?

    Zo krijgen wij uit het PLASMA  volgende fracties:

    Albumine (ongeveer 4% van het plasma) – Immunoglobulinen (3%) en Stollingsfactoren (–1%), dat  is niet erg veel, of is het eerder erg weinig. Heb  je er een gedacht van?  Neen?  Ja?  ’t Is gelijk  wat  je denkt, wij gaan het zien in de Ontwaakt! van oktober 1990 blz. 4. Plasma maakt zowat ±55% uit van ons bloed, dus zo om en bij de 3 liter, om het zo uit te drukken. Die drie liter bestaat vervolgens uit 92% (km zegt±91%) water, akkoord? De rest, zowat 8% zijn dan die globulinen, fibrinogeen en albumine. Dat komt zowat overeen met de koninkrijksdienst (km) nietwaar? Albumine ongeveer 4%, immunoglobulinen ongeveer 3% en stollingsfactoren minder dan 1%.

    Wij gaan die 3 liter omzetten voor ’t gemak  in centiliters, is ’t goed? Dus 3000 c l en 92% van 3000 = 2760 c l water en 240 c l fracties. Heb je het mee meegerekend? Is ‘t juist? 

    Nog gemakkelijker is de visuele voorstelling, in de plaats van 3000 c l zien wij drieduizend vierkante blokjes van 1cm en die gaan wij ook nog bevriezen, dat is gemakkelijker om te tellen en vast te houden.  In 1 l. zitten dus 1000 blokjes. Een klein kind kan 't nu, zelfs met zijn ellebogen, natellen. 2760 blokjes water die je, bijbels gezien, volgens de koninkrijksdienst, niet mag gebruiken en 240 blokjes, met van alles er in, die je wel mag nemen. Leg jij het ons nu maar eens uit?

    Even herhalen. Die 240 cl die mag je nemen indien je geweten het toelaat, je mag het ook  weigeren uiteraard, ’t is jouw keuze.

    Maar die 2760 cl water dat is volgens, ja volgens wie, geen optie, dat is bijbels onaanvaardbaar voor christenen.  Wie schrijft dat? Hooguit zou men kunnen schrijven dat het onaanvaardbaar is voor, diegene die het geschreven heeft? Of de opdrachtgever? Vult dat zelf maar in, van ons mag je.

    Hou je aandacht er nog enkele minuten bij, OK……

    RODE BLOEDCELLEN maken zowat ±45% uit van het volbloed volgens de Ontwaakt! hoger genoemd. En volgens de medische hulpmiddelen die tot onze beschikking staan ook.           De koninkrijksdienst  is natuurlijk geen medisch medium, maar ’t zou toch niet te veel moeite mogen gekost hebben ietsje informatiever te zijn. Daarom gaan wij het iets completer maken, t.t.z als het plasma ±55% bedraagt, en de rode bloedcellen ±45%, hoeveel blijft er dan nog over voor de witte bloedcellen en de bloedplaatjes?  Ah niks meer, jawel zo zijn wij nu ook weer niet. Er is altijd nog wel iets van terug te vinden, zie maar in die Ontwaakt!, “witte bloedcellen 0,1% en bloedplaatjes 0,17%”. Zie je wel, te samen 0,18% witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het is echt niet veel, zelfs minder dan 1%. Wat zeiden wij, 0,18%, het is zelfs minder dan 20% van 1% van het volbloed. Ben je nog mee, anders herlees je het maar. En nu is het niet moeilijk  om te zien dat er fracties zijn die een groter % hebben dan die twee hoofdbestanddelen te samen.

    Volgens het schema in de km blz. 5 is er visueel voor de witte bloedcellen 22mm plaats voorzien en voor de bloedplaatjes 11mm, maar in werkelijkheid is dit één zeer dunne lijn met één iets dunnere lijn. Zodat zelfs de schematische voorstelling misleidend is .

    Dat witte bloedcellen en bloedplaatjes “bijbels onaanvaardbaar" zijn. Wie zei dat ook weer?

     

    Zoals gezien maken de RODE BLOEDCELLEN zowat ±45% uit van het ‘vol bloed’ en zelf bestaan ze grotendeels uit 60% H2O, 34% Hemoglobine en 6% overige stoffen. De koninkrijksdienst zegt 33% Hemoglobine, maar daar gaan wij niet over vallen. Alleen mag je geen rode bloedcellen aanvaarden want dit is bijbels onaanvaardbaar volgens de koninkrijksdienst alleszins.
    Maar Hemoglobine 33% en Hemine 2%, kan wel? 

    Wanneer wij de cijfers uit de km optellen dan kom je toch nog op 35% die je eventueel, als je geweten het toelaat, kunt nemen. Dus blijft er nog 65% over waarvan 60% water en ±5% vaste stoffen.

    Wat je ook niet uit het oog mag verliezen is dat om fracties te bekomen heb je meestal liters en liters volbloed nodig.

    Aan jou de opties en keuzes. Dus een dubbele keuze samen met gewetensvrijheid?

    Wat wij ondervonden hebben met ongeveer dertig getuigen is, dat er iets niet klopt? En wij hebben het reeds gezegd, daar waren meerdere ouderlingen bij betrokken en die moeten het diegenen die het niet verstaan, uitleggen, ondanks de informatieve lezingen, want het waren er twee. Wij hebben het over één gemeente, met uitzondering van de ouderlingen, dat waren er van verschillende gemeenten.

    Eén ding is duidelijk, het onderscheidt de getuigen, duidelijk als “anders” ja, anders dan alle ons bekende christelijk genoemde instellingen. Het is, zoals reeds gezegd ook  waar dat de medische inspanningen hierdoor zijn gestimuleerd, maar anderzijds heeft het erg veel smaad op Gods naam gebracht door de inconsequente manier waarop, doorgaans in familie- en gezinsverband, negatieve reclame is gemaakt. Wij spreken dan nog niet van diegenen die omwille van het geweten van anderen de dood moesten smaken, kinderen inbegrepen.

    Neem nog nota dat VOLBLOED niet meer zo gebruikelijk is. Meestal wordt het nu opgesplitst in de verschillende componenten.

    NOTA: en... alsof het nog niet moeilijk genoeg is wordt ons geweten subtiel bewerkt met het Wetsverbond. Op blz. 3 van betreffende Km  wordt in alle subtiliteit gebruik gemaakt van de tekst uit Leviticus 17:13 "Wat enige man betreft van de zonen van Israël of een inwonende vreemdeling die in UW midden vertoeft, die tijdens het jagen een wild dier of gevogelte vangt dat gegeten mag worden, die moet in dat geval het bloed daarvan uitgieten en dat met stof bedekken".

    Om het te benadrukken en in te scherpen volgt nog een tekst  uit Deuteronomium 12:23-24 "Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel en gij moogt niet de ziel met het vlees eten. 24 Gij moogt het niet eten. Gij dient het als water op de aarde uit te gieten".

    Vermits het Wetsverbond vervangen is door het Nieuwe Verbond, zie o.a.dagtekst van vrijdag 16 november ’07 en de wachttoren van 18/8/05, noemen wij het voor wat het is. Misleidende intimidatie en een jongleren met teksten die voor christenen niet meer opgaan. Misschien, en dat is waarschijnlijk nog niet zo ver gezocht, probeert het genootschap met alle middelen om beter  over te komen dan de andere religies? Nu dan heeft zij voorbeelden genoeg ter beschikking, beginnend bij het Katholicisme. Misschien, dat kan ook, huldigt de organisatie de uitspraak van Macchiavelli, “het doel wettigt de middelen” . Dat zou dan wel het minst schriftuurlijke van al zijn.  Zie jij het anders, voor ons ook goed. 

    Met alle uitleg verliezen wij niet uit het oog dat er aan “bloedtransfusies” en het toegestane gebruik van fracties, gevaren verbonden zijn. Ook hier dien jij je eigen geweten te volgen. Let wel op dat je geweten geoefend dient te zijn op, en vooral op bijbelse beginselen! Denk terzelfder tijd aan de gevolgen op korte termijn en langere tijd, de gevolgen voor jou, maar ook voor ………..?

    Daarom stellen wij duidelijk dat ieder hierover wordt geïnformeerd of informatie inwint vóórdat men het nodig heeft.

    Zijn wij, om de morele kant van de zaak te benadrukken, dan niet verplicht en niet alleen voor onszelf, maar voor ieder mens, om de  “bloedkwestie” te vergelijken met de “vaccinatie kwestie” en de “orgaan transplantaties”. Geruime tijd waren die ‘schriftuurlijk’ eveneens  onaanvaardbaar. De gevolgen daarvan werken nog steeds door. Dat is gemakkelijk na te gaan en zelfs je persoonlijke verantwoordelijkheid.

    Nochtans voelen wij ons verplicht, niet alleen moreel, maar zelfs schriftuurlijk volgens Leviticus 5:1 "Ingeval nu een ziel zondigt doordat hij een in het openbaar geuite vervloeking heeft gehoord en hij getuige is of het gezien heeft of het te weten gekomen is, dan moet hij, indien hij het niet aangeeft, de verantwoordelijkheid voor zijn dwaling dragen". Ingeval je zou zeggen dat ook wij een tekst uit de Hebreeuwse geschriften gebruiken, verwijzen wij u naar de w97 15/8 blz. 26 Waarom het kwaad aangeven?

    Tezelfdertijd benadrukken wij het feit dat, wanneer ‘mensen’ anderen iets opleggen waarvan zij beweren dat God dat zegt, maar het niet zo is, dan blijkt dat zelfs een ‘in het openbaar geuite vervloeking’ . Temeer of juist omdat er  mensenlevens mee gemoeid zijn.   Daarom en omdat het  feiten zijn die bewezen kunnen worden. Ja, die tijd ligt nog niet zo ver in het verleden dat de ouderen onder ons en de onderzoekers, het vergeten zouden zijn. Of valt dit allemaal onder de noemer ‘vergeven en vergeten’? Die overschakelingen, van ‘schriftuurlijk onaanvaardbaar’ naar ‘nu is het een gewetenskwestie’, gebeurden zonder dat er serieuze verontschuldigingen zijn aangeboden, noch aan de slachtoffers, de doden en verminkten, noch aan diegenen die er fysiek en mentaal onder geleden hebben en er nog steeds onder lijden of weggegaan zijn, noch aan diegenen die het tijdens de prediking wereldwijd hebben helpen verbreiden, noch aan diegenen die er rechtens ‘openbaarheid’ hebben aangegeven en er voor uit gesloten werden.

    Zelfs Hij, in wiens Naam deze verkeerde beslissingen zijn genomen werd niet in aanmerking genomen. Erger nog, diegenen die het verboden hadden, schreven dat er een goed doel mee gediend was. Er was bewezen dat men gehoorzaamde aan diegene de over alle bezittingen van de Meester waren aangesteld. Dit is een vrije vertaling van wat geschreven is.

    Let wel op de weergave van wat zij schrijven hierover in het redeneren boekje blz. 38.

    Afval Definitie:  afval is het verzaken of verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite is het opstand tegen Jehovah God. Sommige afvalligen belijden God te kennen en te dienen, maar verwerpen leerstellingen of vereisten die in zijn Woord worden uiteengezet. Anderen beweren in de bijbel te geloven, maar verwerpen Jehovah’s organisatie.

    Wij vinden het nogal ‘arrogant’ om te zeggen dat iemand afvallig is als hij of zij leerstellingen of vereisten verwerpen die niet in ‘Zijn Woord’ worden uiteengezet. Of die zonder ‘boe of ba’ worden veranderd, op enkele uitzonderingen na. Wanneer wij nu heel ‘eventjes’ stilstaan bij de laatste zin in die definitie dan komen wij tot de conclusie dat, in overeenstemming met de voorlaatste zin, juist zij de afvalligen zijn, omdat zij leerstellingen en vereisten opleggen die nooit en te nimmer in ‘Zijn Woord’ hebben gestaan. Jij mag zelf eens opnoemen wat er allemaal is veranderd of/en niet juist was, en mogelijk nog enkele die nu niet juist zijn.

    NEEM OOK NOTA DAT, OMDAT WIJ MENSEN AAN DE KAAK STELLEN, DIT NIET WIL ZEGGEN DAT WIJ  ‘GODS ORGANISATIE(S)’  VERWERPEN!

    Wat de organisatie als definitie schrijft hebben honderden organisaties voordien en heden ten dage honderden organisaties nog steeds geschreven, maar daarmee wordt alleen maar hun ‘afvalligheid’ geopenbaard. Hoe dat zo? Omdat zij zichzelf op dezelfde hoogte stellen als hun Meester, of hoger misschien? Een schrijver schreef eens: ‘het is niet gemakkelijk om de voeten te wassen van iemand anders als je zelf op een sokkel staat’….daar zit wel veel waarheid in. 
    Dat is niet waar, kun je reageren, dat doen zij niet, kijk maar naar al die mooie artikelen in de publicaties.  Daar moeten wij  je gelijk in geven, alhoewel wij eveneens moeten toegeven, en wij hopen jij ook, dat er heel wat artikelen zijn die andere organisaties en/of mensen omlaag halen en niet alleen die, maar zelfs Jezus in diskrediet brengen door eigenmachtige artikelen.
    Hebben wij het niet geschreven dat er staat geschreven: met de maat waarmee ge meet zult gij gemeten worden, dat zijn de woorden van de Meester en die halen wij ter herinnering nog even aan: 
    Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat  waarmee  GIJ  meet,  zal  men  U  meten". En hoe interpreteer en pas je de tekst toe van 2 Korinthiërs 11:14-15 "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Dat  klopt toch nietwaar? . Jezus zei ‘Houdt op met oordelen’   door de boven vermelde definitie zijn zij  weer  bezig  met oordelen, want zij  zeggen dat het verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite opstand is tegen Jehovah God.  Met het verlaten van de aanbidding en dienst van God, bedoelen zij  dat men niet naar de door hen geplande vergaderingen gaan, hun publicaties niet lezen, geen van ‘deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’ prediking verrichten of rapporteren, niet gehoorzamen aan de door hen  aangestelde ouderlingen, niet toepassen van de door hen  gestelde regels, enz.. Zelfs wanneer deze verkeerd zouden zijn. Je moet sommige recente lezingen maar eens herbeluisteren en met recent, bedoelen wij lezingen over de laatste vijf jaren op o.a. de districtcongressen. Met alle respect voor diegenen die zulke lezingen geven in oprechtheid. Met ‘oprechtheid’ bedoelen wij wel ‘in vol vertrouwen in de organisatie’ of de ‘beleidvolle slaaf,‘ wat hen niet ontslaat van hun verantwoordelijkheid.

    (wordt vervolgd)

    03-06-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN tweede deel

    Het tweede punt:

    Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah’s voornemen als de rechtvaardiger van Jehovah’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de  christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning.

    Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    Laten wij het even verduidelijken: Ze, de zichtbare organisatie, erkent  volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de Rechtvaardiger, Voornaamste Bewerker, Hoofd van de christelijke gemeente en regerende Koning.

    Nu willen wij geen woordspeling doen, maar toch duidelijk stellen wat woorden betekenen en welke invloed deze woorden kunnen bewerkstelligen. Ten eerste, het vetgedrukte woord ‘volkomen’. Volgens het woordenboek betekent het o.a. geheel, totaal, vol, volmaakt, zonder gebrek en volkomen.        Wanneer zij, dit volmaakt erkennen, dan zullen zij dit hoofd van de christelijke gemeente zeker willen gehoorzamen,  ten minste willen, want wij mogen niet vergeten dat zij, de zichtbare organisatie, onvolmaakt is. Tussen het erkennen en het gehoorzamen ligt echter een wereld van verschil, zoals u zelf wel meer meegemaakt hebt in uw eigen leven en dat hoeft niet eens moedwillig te zijn. Wij hebben ook de woorden ‘christelijke gemeente’ benadrukt. Zoals geleerd, zijn dat alle gezalfden sinds de uitstorting van Gods Heilige Geest op de vergaderde 120 discipelen van Christus in 33 GT. Handelingen 2: 1- 4" In de loop van de dag van het Pinkster[feest] nu waren zij allen op dezelfde plaats bijeen, 2 en plotseling kwam er uit de hemel een gedruis als van een voortgestuwde, stevige bries, en het vervulde het gehele huis waarin zij zaten. 3 En hun werden tongen als van vuur zichtbaar, die werden verdeeld, en op ieder van hen zette zich er één, 4 en zij werden allen met heilige geest vervuld en begonnen in verschillende talen te spreken, zoals de geest het hun gaf zich te uiten".

    Andere schriftplaatsen tonen aan dat deze kleine kudde uit 144.000 bestaat, die in onze tijd, volgens het jaarboek 2009 een verhoogde getalsterkte van 9986 personen uitmaakt, die vertegenwoordigd worden door het Besturend Lichaam dat volgens het jaarboek 2007 uit 10 personen bestaat. Al het werk dat sinds 33GT tot nu toe door hen is gedaan als groep wordt toegeschreven aan Gods Heilige Geest. Uitzonderlijk is echter het werk dat sinds Russell ’s oprichting van de wachttorenorganisatie tot nu toe is geklaard en als slot wordt beschouwd van de tijd van het einde, met alle implicaties en complicaties van dien. In grote trekken wordt er gewoon aan voorbij gegaan, maar desondanks toch gebruik van gemaakt. Ik bedoel, van datgene wat voordien werd geschreven en gedrukt, zelfs van diegenen die als afvalligen werden gebrandmerkt. Hiermee bedoelen wij dat ze zich veel kennis toe-eigenen die rechtens door anderen waren geopenbaard, iets dat niet verkeerd hoeft te zijn, maar wel verkeerd is, wanneer het als toenemend licht wordt gepubliceerd. Wat dikwijls als toenemend licht of lichtflitsen wordt gelanceerd, is meestal een aanpassing omdat stellingen of leringen niet meer houdbaar zijn.

    In de eerste plaats verwijzen wij naar bovenstaande feiten, vervolgens hebben wij o. a.:

    De doopvragen die aangepast werden, en een vereenvoudiging werden genoemd, zijn beslist niet vormend om mensen exclusieve aanbidding voor God bij te brengen. Eens te meer is de heerser van deze wereld er in geslaagd om, via mensen, de heerschappij die hij uitoefent te bevestigen of te verstevigen. Het is voor ernstige bijbelonderzoekers, maar ook voor alle rechtvaardige mensen, duidelijk dat wie beweert een woordvoerder van God te zijn een woordvoerder van Satan is. Jezus heeft zijn autoriteit als toekomstige Koning nooit aan mensen, of een organisatie overgedragen. In Mt 24: 45 stelde HIJ alleen de vraag, "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun  voedsel  te geven"? Praktisch alle religies, en alle menselijke regeerders, geven hun mensen onderricht; maar weinigen echt doeltreffend.  Wat wel gebeurt is dat ondanks alles er heel veel mensen op persoonlijke basis en in oprechtheid van hart niet alleen verlangen naar rechtvaardigheid, maar op veel verschillende manieren ook daadwerkelijk rechtvaardigheid oefenen.

    Daarmee bedoelen wij dat mochten de omstandigheden ten goede kunnen veranderen zij mee zouden werken om Gods werken te werken. Nog anders gezegd: dat wanneer mensen vrij zouden zijn van de heerser van deze wereld zij wel degelijk tot rechtvaardigheid zouden neigen. Alleen God weet en kent het hart van hen die Hem dan zullen toebehoren en ook wanneer.

    Wij hadden het over de doopvragen en deze zijn nu:

    1.  Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb jij je aan Jehovah opgedragen om zijn wil  te doen?

    2.  Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah’s  Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie?

    In de eerste plaats willen wij wijzen op de procedure die Jezus instelde over de doop: Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”

    Simpel en duidelijk? Zou je God nu verheerlijken door het op een andere manier te doen?

    De eerste vraag zou men eventueel nog in verband kunnen brengen met wat Jezus bedoelde.

    De tweede vraag is er echter duidelijk op gericht om de organisatie te erkennen. Dat is heel normaal voor hun handelwijze en zelfs een hint om je er aan te herinneren dat alles wat je geleerd hebt van die organisatie afkomstig is. Dat is in veel gevallen waar, maar niet in alle gevallen.

    Dat de organisatie door ‘Gods Geest’ geleid wordt is een andere zaak.  Zeker niet rechtstreeks, want Gods Geest is in alle opzichten volmaakt. Zo'n inmenging sluit alle fouten en mistoestanden uit.

    Hoe wordt de zichtbare organisatie dan wel geleid? Het ligt voor de hand dat dit via de Bijbel dient te gebeuren EN/OF, NIET VERGETEN, VIA HET GEBED!  Dit zijn geen persoonlijke gedachten, lees maar: Lukas 11:13 "Als GIJ dus, ofschoon GIJ slecht zijt, goede gaven aan UW kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!”

    Wat een bron van aanmoediging nietwaar, niet alleen de organisatie, maar ieder individueel kan gebruik maken van en geleid worden door Gods Heilige Geest.

    Nog één feit hierover.

    Wij hebben in het begin op blz. 2 vermeld, dat subtiliteit vooraf ging aan de zonde.

    In verband met de tweede vraag zijn er weinigen die bekend zijn met de context en de verantwoordelijkheid die het ‘ja’ dat geantwoord wordt in werkelijkheid inhoudt. Alles wat de organisatie voorschrijft en doet staat vanaf je ‘ja’ hebt gezegd boven je eigen geweten, terwijl er onvoorwaardelijke loyaliteit aan de organisatie dient te worden betoond. Zelfs van diegenen die vroeger onder andere voorwaarden zijn gedoopt.  Alleen het feit dat deze niet hebben gereageerd op de veranderde bewoordingen van de doopvragen verplichten hen de nieuwe bewoordingen te hebben aanvaard, en de ermee gepaard gaande verantwoordelijkheden en sancties.

    Wist jij dat?  Waarschijnlijk niet omdat, voor zover wij weten, het nooit als ter zake doende is gepubliceerd. De feiten spreken echter voor zichzelf. Vóór je doop mag je alles vragen, na je doop mag je ‘niets meer in vraag stellen’. (Vrije vertaling van een Lezing door David Vandendriessche op een kringvergadering en een symposium op een districtvergadering gehouden door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninck).

    Zijn de Bereërs dan uit de Bijbel gewipt? Niet door ons hoor.

    Zoals het genootschap de veranderde doopvragen een ‘vereenvoudiging’ noemde, zo waren er echter ook veel onbeantwoorde vragen, misschien zelfs nu nog?
    De ‘vereenvoudiging’ was klaarblijkelijk alleen om de organisatie in te dekken in zowel religieuze als seculiere rechterlijke zaken.

    Vergelijkt die "vereenvoudiging" maar met het zetten van je handtekening onder een document dat je niet hebt gelezen of een cheque die je ondertekent waarop nog geen bedrag is vermeld. Denk je dat God daarmee verheerlijkt wordt?

    Dankbaarheid is uiteraard vanzelfsprekend, maar hoever moet je die dankbaarheid doorvoeren?

    En wie dien je echt dankbaar te zijn?    

    In werkelijkheid stelt de organisatie zich werelds en juridisch veilig. Hiermee bedoelen wij dat daardoor het “kerkelijk recht” door de organisatie als een werktuig, kan, en ook gebruikt wordt. Deze handelwijze is in strijd met Gods, via Jezus, uitdrukkelijk beginsel, geen deel van de wereld te zijn. Johannes 15:19  "Als GIJ een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort".

    Vervolgens, om zulke, en andere vereenvoudigingen door te voeren, gebruikt de organisatie een bij stemming gebruikte procedure van ‘twee derde meerderheid’.  Dat behelst eerder menselijke inspraak dan op schriftuurlijke basis stoelende beslissingen. In de media wordt in verband met politiek gehoord dat men een tweederde meerderheids-stemming houdt.  Voor het Vaticaans beslissingsrecht gelden dezelfde regels.  In veel gevallen is een meerderheid voldoende om beslissingen te nemen.  Vb. 51% is reeds een meerderheid. Met tweederde meerderheid moet men dus minimum tweederde van de stemmen krijgen om beslissingen te nemen.
    Voorbeeld, wanneer 18 personen stemmen, zijn er minimum 12 stemmen nodig om beslissingen door te voeren. Dat zijn minimum 3 stemmen meer dan de helft van de stemmers. Het is duidelijk dat de behoudsgezinden in het voordeel zijn. Maar in een theocratisch regime, wat de aardse organisatie dus betreft, verwachten wij een theocratische beslissing, gelijk hoeveel er voor of tegen zijn.  Dit wil zeggen dat de beslissing genomen dient te worden op schriftuurlijke gronden of beginselen. Dan pas kan men spreken van een door “Gods Geest geleide organisatie”.  Dan pas kan met zeggen en bewijzen dat de aardse organisatie het werktuig is dat God gebruikt en waarvan Jezus Christus het hoofd is.
    Klaarblijkelijk niet zo simpel om theocratisch te werk te gaan.

    Wij hebben reeds een andere mogelijkheid gesuggereerd, dat God geen specifieke aardse organisatie meer heeft, omdat de verschillende organisatorische wijzigingen in Zijn Theocratische Organisatie die Hij in het verleden heeft gebruikt als een voorziening voor zijn volk, nooit de normen hebben kunnen of zelfs hebben willen aanvaarden. Toch moeten er voorzieningen zijn om mensen te leiden, op te leiden en  te helpen om een christelijke persoonlijkheid te verwerven en te bewijzen! Mogelijk is dit doordat mensen van nature de neiging bezitten om elkaar te helpen. Er zijn momenteel miljoenen mensen als vrijwilligers werkzaam in talloze organisaties en branches. Nog niet te spreken van diegenen die bij rampen in de bres springen zelfs met gevaar voor eigen leven. Het is zelfs mogelijk het nog grootser te bezien in het licht van datgene wat in Handelingen staat:
    Handelingen 10:34-35 "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Mocht dit waar zijn, dan zou dat heel wat ‘humbug’ uitsluiten. (daar komen wij later nog eens op terug)

    Geen enkele organisatie zou het dan nog op zich zelf van toepassing kunnen brengen, noch zich zelf op de borst kunnen kloppen en  zeggen ‘wij hebben de waarheid’. Toch zouden zij als organisatie, apart en zelfs gezamenlijk, ZIJN aardse organisatie kunnen zijn.  Meer nog, zelfs zij die atheïst zijn, of hoe ze zich ook noemen, zouden dan in aanmerking kunnen komen. Daarom zeggen wij, dat wat die organisaties ook voorstaan, hoe zij het ook presenteren, op welke werken zij zich beroemen, of hun onderwijs methoden, het onderwijs dat zij hebben genoten, mede de studies die zij met de grootste onderscheiding hebben gedaan, of welk heilig boek of heilige boeken zij in hun ‘concurrentiestrijd’ gebruiken of welke oorlogen zij strijden of gestreden hebben, hoeveel martelaren zij ten tonele opvoeren en welke bewijzen zij van hun geloof ook maar naar voor brengen, welke geloofsbrieven er in gelijk welke vorm geschreven of gedrukt voorgelegd zouden worden, alle genoemde en niet genoemde argumenten zullen niet  in aanmerking genomen worden, noch de redenen waarom zij hun geloof verloren of verzaakt hebben.  Amaai zeg, zo’n lange zin! Dat was nodig, omdat het niet alleen wereldomvattend moet zijn en voor alle volkeren, maar ook nog eens tijdloos.
    Het komt dus op de respons aan die ieder afzonderlijk vanuit zijn hart opbrengt, alle omstandigheden in acht genomen, die Hij en Hij alleen bij machte is te kennen,  die respons zal de doorslag geven. Hij heeft ons gemaakt en gezegd dat het zeer goed was. En dat het nu anders is, dan ligt dit bij de mens zelf. Natuurlijk is er één hoofdschuldige, de heerser van deze wereld, maar hoe reageren wij, overeenkomstig onze maker of overeenkomstig die heerser.
    Wij beseffen heel goed dat de omstandigheden wereldwijd enorm verschillen, maar God kent die en zal daar overeenkomstig naar oordelen, luister maar wat zijn scherprechter zei in:
     Johannes 5:30 "Ik kan niets uit mijzelf doen; gelijk ik hoor, oordeel ik; en het oordeel dat ik vel, is rechtvaardig, want ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van hem die mij heeft gezonden".

     Wat een geruststelling,  wat een vrede,  wat een zekerheid!

    Wil dit zeggen dat men dan met weinig of niets te doen toch Gods liefde kan omhelzen? Absoluut niet. Wat  wij uit Petrus mond dienen te leren is absoluut geen kleinigheid, integendeel. De vrees voor God is een onafzienbaar terrein om ons in te verdiepen en te verlustigen. Het is geen kinderlijke vrees voor straf, maar een eerbiedige vrees dingen te doen die voor ons of onze naaste nadelig zijn, enerzijds. Anderzijds zullen wij het beste betrachten voor onze naasten, zonder in uitersten te vervallen, want wij kunnen daar geenszins ten volle aan voldoen. Met andere woorden, wij, en ook u, dient het te vermijden schuldgevoelens aan te kweken, niet in verband met God, noch bij uzelf, noch bij anderen. 

    Denk aan de woorden van de profeet Micha 6:8.  Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?

    Vind je terug wat Petrus in Handelingen herhaald heeft?  Wij bekrachtigen deze richtlijnen met  Prediker 12:13-14  Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is: vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht. . 

    In een van de bovenstaande paragrafen hebben wij gesproken over het hebben van een christelijke persoonlijkheid.

    Met Christelijke persoonlijkheid, bedoelen wij evenzeer Christelijke menselijkheid en specificeren wij de manier en levenswijze van diegene die een voorbeeld heeft gesteld dat zowel het Joodse stelsel als gelijk  welke  ideologie oversteeg. Men kan dit praktisch Christendom noemen en toch gelijk  welk mens zijn, als het maar in oprechtheid en met liefde gebeurt!  Zonder enige druk, zonder iemands geweten te bezwaren of te kwetsen, zonder bijbedoelingen of winstoogmerken of persoonlijk aanzien. Om één van Jezus indringendste beginsel te gebruiken. Mattheüs 7:12  Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten.

    Is dit wat de aardse organisatie doet?  Natuurlijk  zal men zeggen en direct gezien schijnt dit ook zo, maar in hoe verre dit waar is moet je ‘weeral’ zelf maar uitmaken. Veel hangt af van de vraag, hoe diep je wil gaan, in welk opzicht ben jij een Bereeër?  Volgens Handelingen 17:11  De laatste nu waren edeler van geest dan die in Thessalonika, want zij namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren. En wanneer u tot de vaststelling komt dat bepaalde leerstellingen of data, die de organisatie gepubliceerd heeft, en die ook u van deur tot deur hebt uitgedragen, niet zo bleken te zijn, wat dan? Want u moet daar terug naar toe of u bent er reeds terug geweest, wat zegt u dan? Niks, of doet u alsof uw neus bloedt. Erger nog, en dat hebben wij mee gemaakt, dat men zegt ‘dat hebben wij niet gezegd, of dat hebben zij, de organisatie nooit expliciet geschreven. Mijne brave jongen, bijna alles wat ooit als waarheid en absoluut schriftuurlijk, verspreid is geworden, is bijna allemaal achterhaald. Als u tien, twintig, dertig of meer jaren met de organisatie verbonden bent, dan kunt u daar alleen al een boek  over schrijven. Tenminste als u er de moed voor kunt opbrengen. Men zegt nogal rap, zot zijn doet geen zeer, en veel te goed is half zot, maar als u zich gelukkig voelt met de situatie, voor ons niet gelaten hoor. Wat u wel moet beseffen, is dat u uw eigen verantwoordelijkheid nooit en te nimmer kunt overdragen aan anderen. Sommigen beweren dat de ‘gezalfden’ of ‘het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ het toch beter zullen weten dan wij.  Ga maar eventjes aan de kant staan, want  die ‘gezalfden of het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ schrijven zelf dat het niet zo is. 

    Zie de vragen van  lezers in de Wachttoren van 1 mei 2007 en de studieartikelen van de Wachttoren van 1 april 2007.

    De twee  laatste paragrafen van de wachttoren van 1 mei zijn echter niet zo specifiek als men zou mogen verwachten. Het is eens te meer zo subtiel dat het hier praktisch uitsluitend gaat over die gezalfden die ergens ter wereld met een gemeente verbonden zijn. Evenwel kunnen wij er niet aan voorbij gaan dat deze beschrijving voor allen die belijden gezalfden te zijn opgaat, dus ook voor hen die deel uitmaken van ‘het besturend lichaam’ en de organisatie.

    Denkt u dat God daarmee verheerlijkt wordt?   En is Jezus Christus wel de leider van de “Christelijke Gemeente”?

    (wordt vervolgd)

    02-06-2009 om 09:28 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat....

    NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat, voor ik verder ga met "commentaren" op de dagteksten u eerst een artikel wil geven dat gebaseerd is op het boek

     

    "Redeneren aan de hand van de Schrift".

    Uitgegeven in 1985 door de Wachttoren Organisatie.

    En dan het gedeelte over "ORGANISATIE" op blz. 333, maar specifiek het gedeelte op blz. 337 dat weergegeven wordt onder het onderkopje "Hoe kan Jehovah's zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden".

    Deze afleveringen zullen in dagelijkse gedeelten gebeuren onder de titel "FEITEN EN VERWIJZINGEN",  omdat het toch iets of wat omvangrijk is.

    Ik moedig je aan om alle gegevens niet alleen te lezen, maar ook af te printen en te verifiëren.

    PERSOONLIJK ben ik tot de conclusie gekomen dat de woorden van Jezus Christus fundamentele waarheden zijn. O.a. Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Jezus Christus zei duidelijk de waarheid.

    Hij zei niet die waarheid ook niet die waarheid van vandaag, noch die waarheid van gisteren en ook niet die waarheid van morgen.

    Evenmin zei hij dat die waarheid via of van een mens zou komen noch via of van een organisatie die uiteindelijk uit mensen bestaat.

    Hij zei dat de waarheid U zou vrijmaken. Zou de waarheid dan uiteindelijk Goddelijke waarheid zijn? Zou de waarheid accidenteel kunnen verschillen van mens tot mens?
    En nu nog één vraag, maar die komt niet van mij, maar van Pilatus en die zei tot hem, Jezus Christus, "Wat is waarheid?”

    Hou er a.u.b. rekening mee dat de waarheid soms mooi en aangenaam is, maar in sommige gevallen kan de waarheid kwetsen of genezen.

    2 Timotheüs 3:16-17 "De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk".

    Of je nu in de bijbel gelooft of in andere heilige boeken, doet weinig ter zake als je in gedachten houdt dat beginselen of fundamentele waarheden, 't zij in de bijbel of in andere heilige boeken gebruikt worden "in rechtvaardigheid". Daarom heb ik deze ook benadrukt.

    Ook de woorden van Paulus wil ik hier gebruiken om de woorden van Jezus Christus te bekrachtigen. 2 Korinthiërs 13:8) "Want wij kunnen niets tegen de waarheid doen, maar alleen vóór de waarheid".

     

    Tot zover deze introductie en graag mijn oprechte groeten.

    FEITEN EN VERWIJZINGEN:

    Om te beginnen komt het woord "ORGANISATIE" op zich zelf niet voor in de bijbel.

    Het redeneren boek geeft op blz. 337 een zeer logische uitleg over ‘organisatie’. Toch dienen wij ons af te vragen in hoeverre een ‘organisatie’ mag en kan gaan ten einde ons privé- en zeker ons geestelijk leven te leiden.

    Om een recente Wachttoren publicatie aan te halen, die van 15 september 2007. in het artikel over Milton blz..13 laatste §, lezen wij het volgende: “Tot op de huidige dag dwingt zijn verhandeling de lezers ertoe hun eigen opvattingen langs de onfeilbare meetlat van de Heilige Schrift te leggen.”

    Met het verschuldigde respect voor gelijk welke organisatie, dienen wij hieruit dan af te leiden dat een ieder, ondanks de leringen van een organisatie, toch verantwoordelijk is voor zichzelf? Beslist wel! Neem die meetlat maar bij de hand en doe dat voor de rest van uw term!

    Romeinen 14:4 "Wie zijt gij, dat gij de huisknecht van een ander oordeelt? Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden".

    2 Korinthiërs 1:24 "Niet dat wij de meesters over UW geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot UW vreugde, want GIJ staat door [UW] geloof".

    Wil dit zeggen dat er geen organisatie nodig is?  Charles Taze Russell zelf schreef  in het derde volume van de schriftstudiën, uitgegeven in 1891, dat er geen organisatie nodig is alhoewel er georganiseerd dient te worden.

    Hieruit besluiten wij dat de organisatie geen doel op zich zelf mag zijn, maar het  middel dat God eventueel gebruikt. Laten wij het vergelijken met de tempel in Jezus tijd. Deze tempel was een middel om aanbidders van Jehovah te verenigen en te onderwijzen. De synagogen waren daar de verlengstukken van. De beheerders ervan misbruikten die tempel echter om het volk hun wil op te leggen en er  o. a.  aan te verdienen. Daarom reinigde Jezus deze  en veroordeelde hij hen als huichelaars.

    Markus 11:15-17 . . . Nu kwamen zij te Jeruzalem. Daar ging hij de tempel binnen en begon hen die in de tempel verkochten en kochten eruit te werpen, en hij keerde de tafels van de geldwisselaars en de banken van de duivenverkopers om; 16 en hij liet niet toe dat iemand een gebruiksvoorwerp door de tempel droeg, 17 maar hij bleef leren en zeggen: „Staat er niet geschreven: ’Mijn huis zal een huis van gebed voor alle natiën worden genoemd’? Maar GIJ hebt het tot een rovershol gemaakt. . . .

    Johannes 2:14-16 . . . En in de tempel trof hij de verkopers van runderen en schapen en duiven aan en de geldhandelaars die daar op hun plaats zaten. 15 En nadat hij een zweep van touwen had gemaakt, dreef hij hen allen de tempel uit, met de schapen en runderen, en hij stortte de geldstukken van de geldwisselaars uit en keerde hun tafels om. 16 En tot de duivenverkopers zei hij: „Neemt deze dingen hier vandaan! Maakt het huis van mijn Vader niet langer tot een huis van koopwaar!”

    In het redeneren boekje blz. 333, met de titel Organisatie en de ondertitel op blz. 337  lezen wij:

    Hoe kan Jehovah’s zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden?

    1.    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. — Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    2.   Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de rechtvaardiger van Jehovah ’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning. — Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    3.      Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.  2Tim. 3:16, 17.

    4.   Ze houdt zich afgescheiden van de wereld. — Jak. 1:27; 4:4.

    5.   Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is. — 1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor.  5:9-13.

    6.  Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de gehele wereld tot een getuigenis. — Matth. 24:14.

    7.  Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing — en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen. — Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.

    Deze zeven punten gaan wij nu eens bespreken. De lezer kan er zijn of haar eigen zienswijze bijvoegen, het analyseren en er kritiek over uiten, let wel, kritiek die bijdraagt tot een beter begrip.

    Met andere woorden, opbouwende kritiek. Lees hiervoor het artikel Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 U vindt kritiek niet leuk?

    Wij willen de nadruk leggen op ‘opbouwende’ kritiek  en stellen deze op dezelfde lijn als ‘terechtwijzen’. Alhoewel de meeste dit als negatief  ervaren is het een liefdevolle handeling. Uiteraard dient zowel de ‘kritiek  als de ‘terechtwijzing’ terecht te zijn.

    U hebt het artikel in de Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 gelezen, dan zijn wij er aan toe het eerste punt te bespreken

    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    Het gebruik van de naam “JEHOVAH’ is heel zeker één van de sterkste punten van de organisatie.

    De verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat is echter enorm groot. Onvolmaaktheid is niet altijd een argument om de organisatie te verschonen. Temeer dat het geen uitgemaakte zaak is dat de naam "Jehovah" werkelijk de naam van de God van de bijbel is. Zie hiervoor o.a.  it-1 blz. 1216 Jehovah Aangezien er thans geen zekerheid over de uitspraak te verkrijgen is, schijnt er geen reden te zijn om in het Nederlands af te stappen van de welbekende vorm „Jehovah” ten gunste van een andere geopperde uitspraak.

    In werkelijkheid bestaat een organisatie niet, maar zijn het mensen die het vormen. Een organisatie neemt uiteraard geen beslissingen, interpreteert niet, stelt geen doeleinden, zet of drukt geen letter, dat zijn de mensen binnen de organisatie.

    Wanneer vb. gezegd wordt dat men loyaal dient te zijn aan de organisatie, zegt men in werkelijkheid dat men loyaal aan mensen is!

    Het is meer dan duidelijk dat de bijbel het onderschrijft om gehoorzaam te zijn aan de door Gods Geest aangestelde ouderlingen en diegenen die de leiding over de gemeente(n) hebben.

    Even duidelijk is dat die leiding in overeenstemming dient te zijn en te blijven met Gods Woord teneinde  Zijn naam te verheerlijken.  De vraag is dan ook:  is dit zo? De problemen wereldwijd in de gemeente(n) tonen aan dat er heel wat verschillende manieren worden gebruikt om uiterlijk aan die norm te voldoen, maar doorgaans blijken mensen, ondanks ‘Gods Geest’ niet in staat datgene wat zo ‘duidelijk’ omschreven werd, toe te  passen.

    Wij zetten het woord ‘duidelijk’ tussen haakjes omdat er soms in dezelfde publicatie of die in het verleden behandelde artikelen tegenstrijdigheden zijn. Daar komt nog bij dat meerdere uitlatingen, richtlijnen en zelfs data spijtig genoeg veranderd zijn. Enkele malen zelfs verschillende keren.

    Erger is het dat de lezers en de gehoorzamen de schuld krijgen omdat zij het gesuggereerde in de lectuur geloofden en gehoorzaamden.

    In de wachttoren van 15 december 2006 op blz. 26 § 5 staat onverbloemd dat: “....Maar toen Armageddon niet op  het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten  ze  ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah ’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken Lukas 8:11-14 Na verloop van tijd ‘keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ Wat triest!”

    Juist, heel erg triestig, om zo te veralgemenen!  En dat schrijven die mensen, die beweren dat zij Gods ‘zichtbare organisatie’ zijn. Wij verwachten heus geen volmaaktheid, maar wel eerlijkheid, om hun eigen woorden te gebruiken. Datgene wat wij hier  vaststellen is hetzelfde als wat de eerste mens deed, de schuld op een ander schuiven. (Gen. 3: 12) Wij zelf hebben, o. a. door deze handelwijze, wat de bekende druppel voor ons betekende, ons vertrouwen in de organisatie verloren, niet in God!

    Neem a.u.b. eerst nota van het gepubliceerde in de Wachttoren van 1 december 2006 blz. 19, het onderkopje “Eerlijkheid werpt vruchten af”: Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer, dan zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet gemakkelijk terug te winnen. Maar als u eerlijk en oprecht bent, zult u een reputatie opbouwen een integer persoon te zijn, iemand die te vertrouwen is. Jehovah ’s Getuigen hebben zo’n reputatie verworven. Ja, over het algemeen wel. Het gaat hier wel om het getuigenis van buitenstaanders. Maar wat valt er te zeggen in de organisatie? Normaal zou dit van zelfsprekend moeten zijn, maar is dit ook zo? De organisatie schreef dat, en wij herhalen het  ‘Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer.  Slechts éénmaal??? Heeft de organisatie ons nog nooit bedrogen? Dat is echt niet om mee te lachen, de feiten bewijzen heel iets anders.

    Jezus zei duidelijk in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat beseffen wij heel goed, daarom hebben wij deze verhandeling bewust de titel gegeven “FEITEN EN VERWIJZINGEN”

    En wie staat daarboven? De vertegenwoordigers van de Beleidvolle Slaaf of Beleidvolle Beheerder? De tien mannen die volgens het jaarboek van 2007 het besturend lichaam vormen? Of de organisatie zelf?

    In het redeneren boekje blz. 360 in het artikel "Religie" staat een prachtige illustratie.  Is het waar dat er in alle religies iets goeds schuilt?

    De meeste religies leren inderdaad dat men niet mag liegen of stelen, enzovoort. Maar is dat voldoende? Zou u graag een glas vergiftigd water drinken omdat iemand u verzekerde dat het meeste dat u naar binnen kreeg, water was?

    Uiteraard niet, maar waar het om gaat is niet het water, maar het vergif dat in het water is gedaan, bewust of onbewust, dat laten wij in het midden. Met andere woorden, niet de kennis die doorgespeeld wordt, maar de verkeerd geïnterpreteerde gegevens uit de schrift, die werken als vergif en maken het gevaarlijk.

    Daarom gaan wij de eerste kennismaking met GOD, de mens en satan eventjes belichten in een ander licht!

    Genesis 3:1-5  De slang nu bleek het omzichtigste te zijn van al het wild gedierte van het veld dat Jehovah God gemaakt had. Ze zei dan tot de vrouw: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?” 2 Hierop zei de vrouw tot de slang: „Van de vrucht der bomen van de tuin mogen wij eten. 3 Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat betreft, God heeft gezegd: ’GIJ moogt daarvan niet eten, neen, GIJ moogt ze niet aanraken, opdat GIJ niet sterft.’” 4 Hierop zei de slang tot de vrouw: „GIJ zult volstrekt niet sterven. 5 Want God weet dat nog op de dag dat GIJ ervan eet, UW ogen stellig geopend zullen worden en GIJ stellig als God zult zijn, KENNEND goed en kwaad.”

    Meestal wordt de nadruk gelegd op de leugen in het vers 4, maar wat ging er aan vooraf?  Wij herhalen en  benadrukken dit gedeelte:

    „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?”

    Juist, niet echt een verkeerde voorstelling van zaken! Maar wel een subtiele beïnvloeding naar en conditionering van Eva’s denkvermogen en hart!

    Let nu op de gevolgen van deze manipulatie:

    Genesis 3:6 "Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten".

    Wij bemerken de veranderde instelling van Eva en wij kennen eveneens de gevolgen, maar daar gaat het niet om. waar gaat het dan wel over?

    Er werd en wordt op het ‘christelijk terrein’ enorme moeite gedaan noch kosten gespaard,  om ‘bijbelse kennis’ te verbreiden  en te verkrijgen. Ieder bijbelgenootschap heeft daar toe bijgedragen. Eveneens de veelheid van ‘christelijke groeperingen’. Door de eeuwen heen is de christelijke gemeente(n) uitgegroeid en versnipperd tot wat wij kennen als de ‘christenheid’. Toch kunnen wij niet voorbijgaan aan al de inspanningen en opofferingen uit het verleden om Jezus opdracht te volbrengen. Bedenk dat in de voorbije eeuwen velen hun leven hebben besteed en soms gelaten om Gods Woord toegankelijk te maken voor de mensheid.

    In deze laatste dagen, om die uitdrukking te gebruiken, hebben Jehovah ’s Getuigen eveneens een geweldig werk verwezenlijkt. Met hun imposante drukkerij faciliteiten zijn zij wellicht uitgegroeid tot een, of misschien wel ‘s werelds grootste concern. De verbreiding van de bijbel en bijbel verklarende publicaties hebben als zelfstandige groep hun weerga niet. Het gebruik van de vroegere, meest gebruikte naam van God is eveneens een sterke pijler voor hun streven.  Waar zij nog het meest gekend en mogelijk zelfs ‘berucht’ om zijn is hun prediking ‘van deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’. Het bouwen en verbouwen van faciliteiten is eveneens een onderwerp van gesprekken en discussies. 

    Het punt waar het om gaat, is echter of zij, ‘Jehovah’s aardse organisatie’, Gods naam  werkelijk verheerlijken?

    Wij willen daar geen direct antwoord op geven.

    Wat wij wel willen, maar niet echt mogen van de ‘aardse organisatie, is de feiten of toch enkele ervan aanstippen. De conclusies die u trekt zijn uw persoonlijke zaak. Hou er echter  rekening mee dat meerdere oprechte broeders en zusters uitgesloten werden, niet omdat zij verkeerd deden, maar omdat zij niet akkoord konden gaan  met verkeerde niet theocratische beslissingen en toestanden. Die zij dan uiteindelijk  aan de kaak stelden door die gewetensvol in de openbaarheid te brengen. (zie het boek ‘Gewetensconflict’ van broeder Raymond Franz, voormalig lid van het besturend lichaam)

    De volgende bladzijden zullen uitmaken of de aardse organisatie Gods naam werkelijk verhoogt en verheerlijkt? Aan u de eer.

    (wordt vervolgd)

    01-06-2009 om 10:11 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 30 MEI en 31 MEI

    zaterdag 30 mei

    De wet van zijn God is in zijn hart; zijn schreden zullen niet wankelen. -Ps. 37:31.

    Een christen moet zich in geestelijk opzicht voortdurend ontwikkelen, en zo moet hij er ook constant vorderingen in maken naar zijn geweten te luisteren. Neem bijvoorbeeld Mark, die onlangs gedoopt is. Zijn geweten zegt hem dat hij on-Bijbelse dingen die hij vroeger deed moet mijden. Hij vermijdt nu zelfs angstvallig dingen die een vage overeenkomst hebben met wat God verbiedt. Aan de andere kant begrijpt hij niet waarom sommigen bepaalde dingen verwerpen die hij aanvaardbaar vindt, zoals bepaalde tv-programma's. In de loop van de tijd krijgt Mark steeds meer kennis en nadert hij dichter tot God (Kol. 1:9,10). Welke uitwerking heeft dat? Zijn innerlijke stem wordt goed geoefend. Hij beseft zelfs dat enkele van de dingen met een 'vage overeenkomst' die hij vermeed eigenlijk niet in strijd zijn met Gods denkwijze. Bovendien wordt hij er nu door zijn geweten toe aangezet programma's te vermijden die hij eerder aanvaardbaar vond. Zijn geweten is dus verfijnd

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 2e studieartikel blz. 25 §16, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat is nu eens een wachttorenstudie die je heel veel kan bijbrengen, tenzij die studie het reeds gedaan heeft.

    De titel van het artikel is "LUISTER NAAR JE GEWETEN" en de leitekst komt uit Titus 1: 15 "alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn is niets rein".

    Ik begin met §2, maar benadruk sommige gedeelten. §2 Paulus gaf Titus raad in verband met de vereisten voor gemeenteouderlingen en wees er vervolgens op dat er „vele weerspannigen, zinloze praters en bedriegers van de geest” waren. Die ’keerden hele huisgezinnen ondersteboven door dingen te onderwijzen die zij niet behoorden te onderwijzen’. Titus moest ’hen blijven terechtwijzen’ (Titus 1:10-14; 1 Timotheüs 4:7). Paulus zei dat hun geest en hun geweten „verontreinigd” waren, en daarbij gebruikte hij een woord dat ’besmeuren’ betekent, zoals een mooi kledingstuk met verf besmeurd kan zijn (Titus 1:15). Sommigen van die mannen hadden wellicht een Joodse achtergrond, want ze ’hielden aan de besnijdenis vast’. In deze tijd worden de gemeenten niet door mannen met die opvatting ondermijnd; toch kunnen we van de raad die Paulus aan Titus gaf veel over het geweten leren.

    Die onderwijzers onderwezen niet wat behoorde doordat zij vasthielden aan de besnijdenis. Vervolgens stellen de organisatie en het besturende lichaam vast dat het in deze tijd geen ondermijnende kwestie is, maar dat wij ervan kunnen leren.

    §4 begint dan met iets wat niet rechtstreeks in de bijbel staat, ik citeer: §4 "Ruim tien jaar daarvoor was het christelijke besturende lichaam tot de conclusie gekomen dat de besnijdenis niet langer vereist was om een ware aanbidder van God te worden, en ze hadden de gemeenten daarvan op de hoogte gesteld".

    De benaming "besturende lichaam" staat niet in de bijbel en de conclusie dat de besnijdenis niet langer een vereiste was kwam omdat het in de gemeente van Jeruzalem, de plaats waar het vermeende 'besturende lichaam' zich bevond, een probleem vormde door hun eigen verantwoordelijken. (Zie de dagtekst en mijn commentaar van 19 februari en het verslag van Handelingen 15).

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is het 'besturende lichaam' een feit, alhoewel er geen rechtstreekse bijbelse ondersteuning voor is.

    De § vervolgt  "Ze waren het openlijk oneens met het besturende lichaam en ’onderwezen dingen die zij niet behoorden te onderwijzen', en suggereren dan ook dat men het in deze tijd eveneens oneens kan zijn met de organisatie en het besturende lichaam".

    §5 "Die denkwijze had een negatief effect op hun beoordelingsvermogen en hun morele besef, hun geweten. Paulus schreef: „Voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein.” Hun geweten was zo verwrongen geworden dat het geen betrouwbare gids meer was voor hun daden en hun waardebepaling. Bovendien veroordeelden ze medechristenen op dingen die een persoonlijke zaak waren, kwesties waarin de ene christen wellicht een andere beslissing zou nemen dan de andere".

    Ik benadruk hier vooral 'persoonlijke zaak' omdat §11, 12 en 14 zulk een situatie of mag ik zeggen een praktijkvoorbeeld weergeven. §11 schetst Loïs en ik citeer: "Loïs respecteert haar man en wil graag naar hem luisteren, omdat hij volgens de Bijbel haar hoofd is, maar ze wil niet tegen haar Bijbelse principes in gaan (Handelingen 5:29). Daarom legt ze haar man tactvol uit dat zij persoonlijk niet aanwezig kan zijn, ook als hij ervoor kiest wel te gaan. Ze zegt misschien dat als ze wel aanwezig zou zijn en zou weigeren aan een bepaalde handeling mee te doen, het hem in verlegenheid zou kunnen brengen, en dat het daarom voor hem het beste zou zijn als ze er niet heen ging. Door deze beslissing houdt ze een rein geweten.

    §12 zegt dat Ruth voor hetzelfde dilemma staat, maar nu wordt het enigszins anders verwoord en behandeld, ik citeer: Ze respecteert haar man, is vastbesloten loyaal te blijven aan God en luistert naar haar geweten, dat door de Bijbel gevormd is. Na te hebben nagedacht over punten die ook Loïs heeft overwogen, neemt ze onder gebed de „Vragen van lezers” in De Wachttoren van 15 mei 2002 door. Ze bedenkt dat de drie Hebreeën een gebod opvolgden om aanwezig te zijn bij een gelegenheid waar afgoderij bedreven zou worden, en dat ze toch hun integriteit bewaarden door niet aan een afgodische handeling mee te doen (Daniël 3:15-18). Ze besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten. Ze legt haar man tactvol maar duidelijk uit wat haar geweten haar toestaat en wat niet. Ruth hoopt dat hij het verschil tussen ware en valse aanbidding zal zien.

    Laat mij opmerken, maar misschien heb jij het ook reeds gezien, dat Loïs "niet tegen haar Bijbelse principes in wil gaan. De organisatie en het besturende lichaam besluit die § met de zin: "Door deze beslissing houdt ze een rein geweten". (Ik benadruk).

    Ruth daarentegen besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten.

    Waar zit hier de adder, pardon, de slang?  Het subtiele en suggestieve is dat bij Loïs rechtstreeks de Bijbelse principes worden aangehaald en een rein geweten behoudt.

    Bij Ruth, alhoewel een bijbels voorbeeld gebruikt wordt, haar geweten het toelaat, en geen bevestiging krijgt van de organisatie en het besturende lichaam.

    §14 benadrukt dat echter positief zodat de organisatie en het besturende lichaam geen stenen kunnen geworpen worden, ik citeer: Maar zou Ruths beslissing verkeerd zijn? Het is niet aan anderen dat te bepalen. Ze mogen haar niet veroordelen of bekritiseren omdat ze ervoor gekozen heeft wel bij de gelegenheid aanwezig te zijn, maar geen religieuze handelingen te verrichten. Denk aan Paulus’ raad over persoonlijke beslissingen in verband met het al dan niet eten van bepaalde voedingsmiddelen: „Laat degene die eet, niet neerzien op degene die niet eet, en laat degene die niet eet, geen oordeel vellen over degene die eet . . . Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden” (Romeinen 14:3, 4). Een ware christen zal iemand er beslist niet toe willen aanzetten de leiding van een geoefend geweten te negeren, want dat zou neerkomen op het smoren van een stem die heel goed een levensreddende boodschap zou kunnen overbrengen.

    En nu komt de clou in §15 Om hier nog even op door te gaan: beide vrouwen moeten nog meer factoren overwegen, en één daarvan is de uitwerking van hun beslissing op anderen. Paulus gaf ons de raad: „Neemt liever deze beslissing, een broeder geen struikelblok in de weg te leggen noch iets waarover hij kan vallen” (Romeinen 14:13). Loïs weet misschien dat soortgelijke situaties veel onrust in de gemeente of in haar familie hebben teweeggebracht, en wat zij doet, kan heel wat invloed op haar kinderen hebben.

    Ruth daarentegen kan gemerkt hebben dat soortgelijke keuzes geen opschudding in de gemeente of in de omgeving veroorzaakten. Beide vrouwen, en wij allemaal, dienen te beseffen dat een goed geoefend geweten gevoelig is voor de uitwerking van een bepaalde beslissing op anderen. Jezus zei: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Mattheüs 18:6). Als iemand het feit negeert dat hij anderen tot struikelen kan brengen, zou hij net als sommige christenen op Kreta een verontreinigd geweten kunnen krijgen.

    Deze twee verschillende geoefende gewetens en hun keuze worden met een door de schrijvers aangepaste situatie geschetst.

    Hiermee kunnen beide vrouwen op beide oren slapen met hun geweten als oorkussen.

    De realiteit is echter dat dergelijke situaties praktisch altijd gemengde gevoelens zullen opwekken.

    Voor de families en voor de gemeente waarmee die vrouwen verbonden zijn.

    Voor de families zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er  aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Voor de gemeente zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Alleen reeds het feit dat iemand het risico neemt om één van deze kleinen tot struikelen te brengen zal het geweten van betrokkene dusdanig beïnvloeden dat zij liever de familie in het harnas jagen dan de gemeente. Dat zijn uiteindelijk toch maar "wereldse mensen".

    De andere reden is dat die kleine een beginneling is of een zwakke discipel in de gemeente volgens de uitleg van de organisatie en het besturende lichaam. Maar in werkelijkheid zei Jezus Christus dat die kleine iemand is die 'geloof' in mij stelde, en sprak hij zelfs in het meervoud.

    Ik ga het nog anders voorstellen: in onze contreien is het meestal de katholieke kerk waar familie mee verbonden is.

    Die mensen geloven in Jezus Christus en dat is het enige waar ik op wijs.

    Over het algemeen zijn die gelovigen niet akkoord met de leer en leerstellingen van de katholieke kerk.

    Maar Jezus Christus zei alleen „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet.

    De vraag die blijft is niet, wie in de gemeente tot struikelen wordt gebracht, maar wie van de mensen en de familie die geloof stellen in Jezus Christus tot struikelen werden gebracht.

    Een andere vraag is wiens geweten moet men volgen? Dat van jezelf? Van de zwakkere broeder of zuster? Van de gemeente? Van de ouderlingen? Van de organisatie en het besturende lichaam?

    Kun jij nu aan de hand van deze Wachttorenstudie een persoonlijke keuze maken?

     

    ZONDAG  31  MEI

    Ik heb nog andere schapen, die niet van deze kooi zijn. - Joh. 10:16.

    De leden van de grote schare maken deel uit van de groep die Jezus zijn "andere schapen" noemt. Zij hopen voor eeuwig in een paradijs op aarde te leven. Ze vertrouwen erop dat Jezus "hen naar bronnen van wateren des levens [zal] leiden" en dat "God elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen". Met het oog daarop hebben ze "hun lange gewaden gewassen en ... ze wit gemaakt in het bloed van het Lam" (Openb7: 14, 17). Ze oefenen geloof in Jezus' offer en daarom hebben ze in Gods ogen 'witte gewaden'. Ze worden net als Abraham rechtvaardig verklaard als vrienden van God. Omdat de steeds groter wordende grote schare andere schapen door God als rechtvaardig wordt gezien, kunnen ze bovendien hopen de vernietiging van dit stelsel in de grote verdrukking te overleven (Jak. 2:23-26). Ze kunnen dicht tot Jehovah naderen, en als groep hebben ze het schitterende vooruitzicht Armageddon te overleven. - Jak. 4:8; Openb. 7:15.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van deze Wachttoren is "Waardig gerekend worden om naar bronnen van wateren des levens geleid te worden.

    De leitekst komt uit Openbaring 7: 17 "Het lam ... zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des  levens leiden".

    De  eerste paragraaf begint alweer met een verkeerde voorstelling van zaken. Ik citeer het begin van die §: "Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf".

    Nu haal ik die illustratie aan: Mattheüs 24:45. "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven"?

    En stel voor je zelf vast of Jezus Christus hen zo noemt? of dat hij een vraag stelt?

    Ben ik nu aan het moeilijk doen? Of zijn zij bezig met "een illustratie" te gebruiken om hun zienswijze waar en waarachtig te maken.

    Zij mogen niet vergeten dat wanneer die illustratie op hen van toepassing gebracht wordt, wat doen zij dan met de rest van de illustratie?

    Ik druk de volledige tekst af maar benadruk sommige gedeelten:

    45 Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.

    48 Maar indien die boze slaaf ooit in zijn hart zou zeggen: ’Mijn meester blijft uit’, 49 en zijn medeslaven zou beginnen te slaan en met de verstokte dronkaards zou eten en drinken, 50 dan zal de meester van die slaaf komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet weet, 51 en hij zal hem met de grootste strengheid straffen en hem zijn deel met de huichelaars toewijzen. Daar zal [hij] wenen en knarsetanden.

    Nu ga ik eventjes uit de bol door te wijzen op de veelvuldige keren dat de organisatie en het besturende lichaam de komst van Jezus Christus hebben voorzegd, maar waar hij niet is gekomen zoals zij hebben gezegd en geschreven. 1874, 1914, 1918, 1925, 1940, 1975 en uiteindelijk dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat Armageddon in 2000 geen feit zou zijn. (En dan spreek ik alleen nog maar van data).

    Met andere woorden, zij hebben het verwacht, maar het is tot nu toe niet gekomen.

    Hun meester bleef uit.

    En dat die slaaf zijn medeslaven zou beginnen te slaan kan duidelijk gesteld worden doordat zij eisen dat ondanks alles, die medeslaven, HEN moeten gehoorzamen.

    Zij zeggen dat hun Meester reeds is aangekomen, dat Hij nu reeds regeert, dat hij zorgt door bemiddeling van hen voor de richtlijnen via het geestelijk voedsel van de organisatie en het besturende lichaam. (Dat is een hun eigen interpretatie).

    Zij zeggen dat de andere schapen bij al de bezittingen behoren van hun Meester en dat die andere schapen alleen maar redding kunnen verwerven door te gehoorzamen aan "die beleidvolle of boze slaaf".

    Laten wij Jezus Christus zelf aan het Woord in Openbaring 7:13-17. "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: „Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?” 14 Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. 15 Daarom zijn zij voor de troon van God; en zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor hem in zijn tempel; en Degene die op de troon is gezeten, zal zijn tent over hen uitspreiden. 16 Zij zullen geen honger of dorst meer lijden, ook zal de zon hen niet fel beschijnen noch enige verschroeiende hitte [hen treffen], 17 want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. En God zal elke traan uit hun ogen wegwissen.

    Volgens Jezus Christus eigen woorden is de grote schare een redding te beurt gevallen na de grote verdrukking. Zij worden naar wateren des levens geleid na de grote verdrukking.

    En dan zal God elke traan uit hun ogen wegwissen.

     De wateren, of de kennis, die de organisatie en het besturende lichaam aan mensen heeft gegeven is reeds meermalen van samenstelling veranderd. Toch is die kennis volgens hen altijd 'de waarheid' geweest en gebaseerd op de, neen, niet op de bijbel, maar op de "interpretatie" van de bijbel, hun interpretatie.

    Het was dus hun waarheid.

    Nu moet ik toegeven dat, grotendeels, dank zij 'hun waarheid' ik " De Waarheid" heb leren kennen.

    Mogelijk begrijpen wij het verschil met datgene wat Jezus Christus zei in verband met "waarheid".

    Johannes 8:31-32. "Tot de joden dan die hem hadden geloofd, zei Jezus verder: „Indien GIJ in mijn woord blijft, zijt GIJ werkelijk mijn discipelen, 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Bedankt voor het lezen.

    29-05-2009 om 08:41 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 25 MEI tot en met 29 MEI

    maandag 25 mei

    Ik [zal] de stamhoofden van Juda als een vuurpot tussen bomen maken. - Zach. 12:6.

    Met "de stamhoofden van Juda" worden degenen bedoeld die de leiding hebben onder Gods volk. Jehovah vervult hen met vurige ijver ten behoeve van de aardse belangen van zijn koninkrijk. Op een keer zei Jezus tegen zijn discipelen: "Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken op de aarde" (Luk. 12:49). Jezus maakte Gods koninkrijk het gesprek van de dag. Het was voor het hele Joodse volk aanleiding tot verhitte discussies (Matth. 4:17, 25; 10:5-7, 17-20). In dezelfde trant zetten hedendaagse volgelingen van Christus "als een vuurpot tussen bomen... en als een vuurfakkel in een rij pasgemaaid koren", dingen in geestelijke zin in vuur en vlam. In het in 1917 verschenen boek The Finished Mystery werd de huichelarij van de christenheid krachtig aan de kaak gesteld. Dat leidde tot een boze reactie van de geestelijkheid. Nog niet zo lang geleden heeft Koninkrijksnieuws nr. 37, "Het einde van valse religie is nabij!", veel mensen ertoe gebracht hun standpunt voor of tegen Gods koninkrijk in te nemen.

    De Wachttoren van 2007 15 december 3e studieartikel blz. 21 §12.

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij krijgen hier weer een parallel die de organisatie en het besturende lichaam moet bekrachtigen als diegenen die nu de verantwoordelijkheid en de autoriteit hebben om als woordvoerders en leiders op te treden voor Jezus Christus.

    Goed laten wij dat eens aannemen als juist.

    Hoe komt het dan dat het boek "The Finished Mystery" niet tot op deze tijd is herdrukt en in meerdere talen is verspreid?

    Ik zeg, omdat het gewoon niet in overeenstemming met de bijbel was, op enkele uitzonderingen na. Zie het Verkondigersboek blz. 652, 719 en de blz. 66-68;

    Bijna alles was zodanig verkeerd geïnterpreteerd dat er zelfs gedeelten veranderd zijn geworden en uit weggelaten omdat het niet door de beugel kon.

    Alleen reeds het feit dat Charles Taze Russell in zijn testament vermelde wie zijn opvolgers zouden zijn is reeds een aanwijzing dat het bestuur vastgelegd was. In dat testament kwam Rutherford zelfs niet in beeld. De geschiedenis toont zelfs aan dat Rutherford geen kandidaat kon zijn en zelfs geen vriend van Russell. Dat later vier tegenstand biedende broeders ontheven werden en Rutherford vier anderen aanstelde is buiten alle redelijkheid en theocratische orde.

    De uitleg die het genootschap daar aan geeft is zo wie zo bij het haar getrokken. Heel deze situatie doet mij denken aan de "standfasters" die uitgesloten werden of weggegaan zijn omdat zij gelijk hadden.

    Even verduidelijken, de situatie waarin zij gelijk hadden had te maken met "neutraliteit" en omdat zij niet deden wat de organisatie besliste, wiens beslissing uiteindelijk verkeerd was, werden zij uit de organisatie verwijderd en gingen er uit weg.

    Er was toen nog geen "besturend lichaam" alhoewel de publicaties de indruk geven dat die er reeds was vanaf 33 GT., functioneert het besturende lichaam maar vanaf 1976, en niet vroeger.

    Om het cru, maar duidelijk te schrijven, de goeie werden verwijderd en de slechte bleven. Op welk fundament is de organisatie en het besturende lichaam uiteindelijk gebouwd?

    Het moet mogelijk zijn om een religie, een organisatie, gelijk wie of wat aan de kaak te stellen!

    In alle democratieën is het zelfs een grondwettelijk recht om vrijheid van mening te kunnen hebben.

    Daarmee wordt bedoeld dat iedereen het recht heeft om te zeggen, te vinden, te denken en te geloven wat men wil. Er zijn uiteraard beperkingen vastgelegd.

    Hoe kan het dan dat in de theocratie waar de wil van God gedaan zou moeten worden een lichaam van oudere mannen, een lichaam van belijdende gezalfden, of een lichaam van ouderlingen zeggenschap zou hebben over het geweten en het geloof van anderen?

    Op een gegeven moment heeft de organisatie rondgelopen met sandwichborden en borden aan een stok met het opschrift "Religie is een valstrik en afpersing" zie blz. 447 en 567 (jv-O)

    Zij zijn wat zij zeggen, de ware religie, maar het blijft 'religie', en van mij mogen zij het draaien en keren zoals zij willen, het is een valstrik en afpersing, maar op een opmerkelijk hoog niveau.

    Daarom zouden zij dan wel eens de beste van de christenheid kunnen zijn?

    Misschien zelfs de beste van 'Babylon de Grote'?

    Tot slot zou ik zeggen tegen de miljoenen die er mee geholpen zijn, blijf waar je bent, maar doe niet naar wat zij doen, wees een mens onder de mensen, geen fanatieker of afgodendienaar, of een volger van mensen.

     

     

    dinsdag 26 mei

    Gij moogt ... niet begeren ... wat uw naaste toebehoort. - Ex. 20:17.

    De Bijbel staat vol met voorbeelden van personen die door de een of andere vorm van hebzucht tot ernstige zonde zijn vervallen. Satan was de eerste die iets begeerde wat van een ander was: de heerlijkheid, eer en autoriteit die alleen Jehovah toebehoren (Openb. 4:11). Eva begeerde het recht op zelfbeschikking, en doordat ze in dit opzicht werd bedrogen, kwam de mensheid op de weg naar zonde en dood terecht (Gen. 3:4-7). De demonen waren engelen die ontevreden werden met "hun oorspronkelijke positie" en die "hun eigen juiste woonplaats" verlieten voor iets waarop ze geen recht hadden (Jud. 6; Gen. 6:2). Denk ook aan Bileam, Achan, Gehazi en Judas. In plaats van tevreden te zijn met hun levenslot, lieten ze zich er door een buitensporig verlangen naar materiële bezittingen toe brengen hun vertrouwenspositie te misbruiken, waardoor ze in vernietiging en verderf werden gestort.   

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §9

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  nu heb ik reeds meermaals aangetoond dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf de autoriteit van Jezus Christus hebben toegeëigend. Dan heb ik ook de "volmaakte Eva" in beeld geplaatst die ondanks dat zij 'volmaakt' was bedrogen kon worden. Vervolgens zien wij hier de 'volmaakte' engelen die ontevreden werden omdat zij geen kindjes konden maken en zich materialiseerden en zodoende hun eigen juiste woonplaats verlieten. Dan zien wij hier enkele figuren die een buitensporig verlangen koesterden naar materiële bezittingen en hun vertrouwenspositie misbruikten en in vernietiging en verderf werden gestort.

    De §9 die als dagtekst weergegeven wordt zegt om te beginnen dat "Het interessant is dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". En zoals de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat het "interessant" is hebben ze zelfs overschot van gelijk.

    Ze schrijven in die § dat de bijbel vol staat met voorbeelden van personen die door de een of andere vorm van hebzucht tot ernstige zonden zijn vervallen.

    Satan wordt in die zelfde § als eerste "hebzuchtige" genoemd omdat hij de heerlijkheid, eer en de autoriteit van Jehovah begeerde. Uiteraard had dit geestelijk schepsel een vrije wil, maar ik kan niet verstaan dat iemand die volmaakt geschapen is en afhankelijk van die schepper zich diens verdiensten en soevereiniteit zou willen toe-eigenen.

    Nu zou je zeggen "alles kan" zelfs koffiekán, maar...

    Zo een beetje gelijk opgaand vermomt die zelfde satan die toen nog geen satan was, maar in wording, zich in een slang met een spraakvermogen. Weeral vragen?

    Er is zelfs een tijd geweest dat de organisatie en het besturende lichaam publiceerden dat een slang pootjes heeft gehad.

    En Eva was in het geheel niet verwonderd toen dat slangenbeest haar aansprak en God voorstelde als een bedrieger en manipulator en dan nog als Diegene die haar tekort deed.

    Ja zeker, zij, Eva kon als God zijn, moet je niet vragen?

    En direct reageerde Eva, niet zonder nadenken hoor, lees maar mee: Genesis 3:6. "Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten.

    En Adam die volgens de bijbel niet bedrogen werd sloot zich bij zijn vrouw aan. Wacht eens efkens, hoe kon hij zich aansluiten als hij de verantwoordelijke was? In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam staat dat Eva de mensheid op de weg der zonde bracht.

    Daar kan ik niet mee akkoord gaan om de eenvoudige reden dat Adam, zoals gezegd, de verantwoordelijke was en niet Eva.

    Is dat weer zo'n een discriminerende situatie om de vrouw de schuld te geven?

    En dan hebben wij nog de 'engelen' die hun oorspronkelijke positie hadden verlaten om zich met vrouwen te vermeien en kindjes te maken. Volgens de bijbel in Openbaring is dat zowat een derde van alle engelen geweest die allemaal vonden dat ook zij tekort gedaan waren. Openb.12: 4, maar dat was in 2370 v.G.T. volgen het it-boek.

    Die gasten zijn wel beperkt in hun vermogens, maar spelen nog steeds een grote rol in de gebeurtenissen van de mensen. Het is zelfs zo dat je die alleen maar kunt weerstaan door je op God te beroepen. Dat mag je niet bezien als kritiek op God, want ik geloof in Hem, maar niet zoals mensen mij willen doen geloven.

    En nu hebben wij nog die groep mensen die een buitensporig verlangen aan de dag legden naar materiële bezittingen en daardoor hun vertrouwenspositie gingen misbruiken.

    Dat is nogal mistig weergegeven volgens mij. Het is niet dat mensen die een buitensporig verlangen naar materiële bezittingen hebben ook nog eens vertrouwensposities bezetten. Het kan natuurlijk, maar er zijn er die vertrouwensposities bezitten zonder daarom buitensporige verlangens te hebben naar materiële bezittingen. En andersom kan het ook nog. Nogal psychologisch nietwaar?

    Goed ik ga het anders weergeven. In de vereisten voor ouderlingen of verantwoordelijken komt ondermeer 1 Petrus 5 : 1-3 in beeld, ik citeer: "Daarom geef ik aan de oudere mannen onder U deze vermaning, want ook ik ben een oudere man evenals [zij] en een getuige van het lijden van de Christus, ja, een deelhebber aan de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: 2 Weidt de kudde Gods die aan UW zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde "voor oneerlijke winst", maar bereidwillig; 3 noch als [personen] die heersen over hen die Gods erfdeel zijn, maar door U voorbeelden voor de kudde te betonen".

    Zoals je kunt zien heb ik "voor oneerlijke winst" benadrukt. Dan weet je waarschijnlijk wel waarom? Neen, je kunt dat denken maar weten is nog steeds iets anders en daarom zeg ik dat "oneerlijke winst" een breed spectrum bestrijkt. Ik gebruik het woord 'spectrum' juist omdat er oneindig veel variaties in vervat kunnen zijn.

    Uiteraard is geldelijk gewin er eentje van, maar aanzien is mogelijk nog ernstiger en zeker veel subtieler.

    Wij hebben reeds gezien dat de organisatie en het besturende lichaam heel gul zijn met het verlenen van verantwoordelijkheden en titels. Dat kun je best vergelijken met het dragen van een uniform. Het uniform, gelijk welk een en in gelijk welke branche, duidt op een aanstelling die iemand een bepaalde status verleent, autoriteit vertegenwoordigt en een bepaalde macht geeft. Je kunt zelf voorbeelden aanhalen, want het is zo.

    Nu kun je natuurlijk zeggen dat de organisatie en het besturende lichaam dat organisatorisch kunnen verantwoorden. Ja dat klopt, organisatorisch ja, maar de uitwerking op de persoon, de personen? De verandering van persoonlijkheid en instelling? De klassenvorming? De geest of de subtiele inwerking van die verantwoordelijken?

    Moet ik wijzen naar India als het klassieke voorbeeld van het 'kastenstelsel'. Neen, India staat zeker niet alleen, integendeel men heeft dat overal en in elke cultuur en elke demagogie. 

    Neen ik wil niet veralgemenen, er zijn zeker veel verantwoordelijken die het ernstig menen en het ook doen, maar ik heb ondervonden dat juist dezen geen deel kunnen en willen uitmaken van het geheel. Zij zijn juist diegenen die eruit zullen verdwijnen of uitgestoten worden.

    De bijbel spreekt duidelijk dat bij gelijk welk geschil er minstens twee getuigen dienen te zijn.

    Wel, er zijn duizenden getuigen, die onrechtvaardig zijn behandeld, en iedere niet bijbels gegronde regel of leerstelling aan de kaak hebben gesteld en daarom werden uitgesloten.

    De lectuur daarover en de bewijzen daarvan, feiten, ervaringen en verwijzingen, geven een duidelijk beeld, maar de Getuigen van Jehovah zijn zo geïndoctrineerd dat weinigen zo rechtvaardig zijn dat dit getuigenis gelezen wordt. Het mag gewoon niet en dat komt overeen met het verbod van katholieke lijst van boeken, de Index, die niet gelezen mocht worden.

     

    woensdag 27 mei

    Sedert de dagen van Johannes de Doper tot op heden is het koninkrijk der hemelen echter het doel waarnaar mensen voorwaarts dringen, en zij die voorwaarts dringen, grijpen het. -Matth. 11:12.

    Jezus hield zich drieënhalf jaar bezig met het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk aan het Joodse volk. Nadat Johannes de Doper gevangen was gezet, maakte Jezus duidelijk dat anderen deel konden uitmaken van die Koninkrijksregeling door zijn uitspraak in de tekst voor vandaag. Het is interessant dat Jezus direct voordat hij sprak over degenen die het koninkrijk der hemelen zouden 'grijpen', het volgende zei: "Voorwaar, ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er geen grotere verwekt dan Johannes de Doper, maar wie een mindere is in het koninkrijk der hemelen, is groter dan hij" (Matth. 11:11). Waarom zei hij dat? Omdat pas na de uitstorting van de heilige geest met Pinksteren 33 G.T. getrouwen echt de mogelijkheid geboden werd deel uit te maken van de Koninkrijksregeling. Tegen die tijd was Johannes de Doper al gestorven. - Hand. 2:1-4.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 4e studieartikel blz. 20 §4, 5.

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  deze dagtekst is de zoveelste die voor bijkomend en bijhorend commentaar uiterst geschikt is. Ik reageer op dat wat er staat en door de organisatie en het besturende lichaam gebruikt wordten, dus mag ik dat ook, of juist niet?

    Laten wij dan maar beginnen met de uitspraak van Jezus Christus "sedert de dagen van (...) dus daar begon het. Vervolgens zei hij dat zij die voorwaarts dringen het ook zouden grijpen. Voorwaarts dringen betekent "vooruit gaan met druk of geweld". Persoonlijk geef ik de voorkeur aan om "door middel van studie en inspanningen de betekenis in verband met 'het koninkrijk der hemelen tracht te begrijpen en het na begrepen te hebben het ook vast te houden".

    Dat Jezus Christus voordien duidelijk maakte dat Johannes de Doper een mindere in dit koninkrijk zou zijn t.o.v. diegenen die mettertijd deel zouden uitmaken van dit hemelse koninkrijk is een kwestie van tijd en instelling. Wij weten dat de Joden in het algemeen een aards koninkrijk verwachten. Wat Johannes normaliter ook dacht.

    Zelfs zijn discipelen hadden die verwachting uiteindelijk nog langere tijd. Het zou nog jaren duren eer de discipelen van Jezus Christus zouden begrijpen dat er volgens de bijbel twee klassen zouden zijn in de zin van 'verwachting'. In de zin van een kleine kudde en de andere schapen. Het feit dat er geen enkel verschil zou zijn tussen de twee klassen dan hun bestemming is ook nu nog voor mensen een strik.

    Laat ik het duidelijk maken: een kleine kudde heeft volgens de bijbel Gods H. Geest die hen als zonen en dochters uitkiest en wanneer zij aan Gods verwachtingen blijven voldoen krijgen zij het uiteindelijke zegel om als mederegeerders en als priesters vanuit de hemel als broeders van Jezus Christus hun functies uit te oefenen. Niet vroeger en niet op de aarde, maar na hun opstanding als geestelijke schepselen vanuit de hemel.

    De andere schapen hebben allen de verwachting om hier op de aarde te leven.

    Ik herhaal dat het enige verschil tussen de kleine kudde en de andere schapen alleen en uitsluitend hun bestemming is, niks meer, niks minder.

    Er is geen enkel bewijs dat een belijdende gezalfde, een lid van de kleine kudde, ook werkelijk een gezalfde is. Romeinen 8:15-16. "Want GIJ hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar GIJ hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: „Abba, Vader!” 16 De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn".

    De schriftplaatsen die zijn aangehaald zijn die schriftplaatsen die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken om dit te staven. Ik neem aan dat dit juist is, maar anderen geven er een andere uitleg over, maar daar ga ik nog niet op in.

    Andere schriftplaatsen tonen aan dat zij over de aarde zullen regeren:

    Openbaring 5:9-10 9 En zij zingen een nieuw lied en zeggen: „Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen, want gij werdt geslacht en gij hebt met uw bloed uit elke stam en taal en elk volk en elke natie personen voor God gekocht, 10 en gij hebt hen gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God, en zij zullen als koningen over de aarde regeren.”

    Diegenen die dan op de aarde zullen overblijven worden door de organisatie en het besturende lichaam geïdentificeerd met de volgende verzen: Openbaring 7:14. "Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam.

    Wat er van aan is zal de toekomst uitwijzen en daarom kom ik nog even terug op de vermelde Wachttoren §12 op blz. 22 ik citeer: "dat ze gezalfd waren maakte hen niet tot koningen over medegezalfden terwijl zij nog op aarde waren. Blijkbaar verloren sommige vroege christenen dat uit het oog en begonnen ze te streven naar ongepaste prominentie onder hun broeders in de gemeente. (...). Daarom herinnerde Paulus de gezalfden in zijn tijd aan het volgende: "niet dat wij de meesters over uw geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot uw vreugde".

    Klaarblijkelijk zou de organisatie en het besturende lichaam volgens hun eigen publicaties eens hun eigen handen op hun eigen hoofd moeten leggen. Het is toch duidelijk dat wanneer je de vuile was van de organisatie en het besturende lichaam of van hun verantwoordelijken buiten hangt je als een afvallige uitgesloten wordt en zelfs voor veel minder nog. Als ik zeg voor veel minder nog dan is het voor veel minder hoor.

    Vanaf het moment dat je niet akkoord kunt gaan met een uitspraak of een regel of een leerstelling wordt je monddood gemaakt.

     

    DONDERDAG  28  MEI

    [Christus] heeft ... gehoorzaamheid geleerd uit de dingen die hij heeft geleden. - Hebr. 5:8.

    Christus Jezus is geschikt voor zijn rol als Koning van Gods hemelse koninkrijk. Hij was een onmetelijk lange tijd met Jehovah samen, terwijl hij de wil van zijn Vader deed en diens "meesterwerker" was (Spr. 8:22-31). Toen Jehovah er regelingen voor trof dat Jezus naar de aarde zou komen, werkte hij daar bereidwillig aan mee. Op aarde stelde hij zich voornamelijk ten doel anderen over Jehovah's soevereiniteit en koninkrijk te vertellen. Jezus heeft ons allemaal een schitterend voorbeeld gegeven door volkomen onderworpen te zijn aan die soevereiniteit (Matth. 4:17; 6:9). Jezus onderging vervolging, en uiteindelijk werd hij ter dood gebracht. Tijdens zijn bediening kon hij de beklagenswaardige toestand van de mensheid waarnemen. De dingen die Jezus op aarde heeft ervaren, hebben hem begrijpender en meelevender gemaakt. Hij heeft persoonlijk gezien in welke toestand de menselijke familie verkeerde. Hij kon meevoelen met degenen die lijden ondergingen en kon zijn rol als hun verlosser beter begrijpen. - Matth. 9:36; 11:28-30; Hebr. 2:17, 18; 4:14-16.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 2e studieartikel blz. 27 §9, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de schriftplaats uit Hebr.5: 8 maakt duidelijk dat ook volmaakte mensen nog bij kunnen leren. Om te beginnen was Jezus Christus als hemels schepsel en zelfs als de eerst en enig geboren zoon van God gehoorzaam aan Zijn Vader door zijn volledige medewerking te verlenen aan het voorbereiden van zijn menselijk leven dat uiteindelijk ook tot zijn offerandelijke dood zou leiden.

    Nu wordt door de organisatie en het besturende lichaam veelvuldig de nadruk gelegd op Gods koninkrijk dat mettertijd het instrument zal blijken te zijn dat God gebruikt om van de mensenwereld weer een menselijke wereld te maken.

    Dat is heel mooi want een paradijs is de wereld echt niet en noch minder op geestelijk vlak. Dat God dat weet is een uitdrukking die ik reeds van kindsbeen kende. Bepaalde zaken zoals "wanneer zal die oorlog nu gedaan zijn" bijvoorbeeld ontlokte de mensen die uitdrukking en zij zeiden dan: dat weet ik niet, "maar God wel".

    Dat zijn zo van die dingen waar n' mens tocht eventjes bij stil staat. Als God alles weet op voorhand, waarom dan dit en dat en 't ees en 't 'geen?

    Het antwoord dat  mij bevredigde was dat God niet alles wilt weten. En dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt en niet gebeurt. Dat is duidelijk, maar tien mensen met tien mitrailleurs gewapend kunnen volgens mij gemakkelijk honderd anderen laten werken of iets laten doen wat die honderd feitelijk niet willen doen, en dan? Wel dat kun je vermenigvuldigen met ieder getal dat nodig blijkt te zijn.

    De situatie in de wereld is daar zelfs gedeeltelijk op gebaseerd. Ik zei gedeeltelijk, want er zijn nog veel meer manieren waarop mensen verplicht worden om te doen wat een ander zegt.

    De subtielste is misleiding waardoor mensen zelfs grotendeels er vrijwillig aan meewerken. Die misleiding gaat altijd gepaard met indoctrinatie en manipulatie en je mag het keren en draaien zoals je wilt, dat is zodanig gecultiveerd dat slaven en slavenarbeid nu erger is dan ooit in de loop der geschiedenis.

    Jezus Christus heeft tijdens zijn relatief kort menselijk bestaan zoveel meegemaakt dat hij door zijn persoonlijk lijden ons nog beter en in alle opzichten kan begrijpen.

    Dan heb ik nog een uitdrukking die ik in De Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 heb gelezen in de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na: Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

    Waar ter wereld zij ook met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Niet wat mensen zeggen en schrijven over God is belangrijk.

     En wat Hij zal doen mettertijd is zeker niet gebonden aan wat mensen zeggen, schrijven of zelfs maar denken.

    Of de bijbel nu exact juist is of niet, of andere heilige boeken juist of niet juist zijn, heeft alleen maar die waarde die iemand of een organisatie er aan geeft of, er uit distilleert.

    Als geloofswaarden is dat krak hetzelfde met dien verstande dat men er een beter mens moet door worden. En met beter bedoel ik beter voor je evennaaste, de mensheid in het algemeen en individueel.

    Dat wil niet zeggen dat je een ander moet laten profiteren van je. Een spreekwoord zegt: veel te goed is half zot. Maar zoals Van den Boeynants ooit zei: "trop" is teveel.

     

    vrijdag 29 mei

    Ik heb u het voorbeeld gegeven, opdat ook gij zoudt doen zoals ik u heb gedaan. -Joh. 13:15.

    Jezus gaf ouders het voorbeeld door zelf toe te passen wat hij onderwees. Willen ouders hun kinderen een beweegreden geven om van Jehovah te houden, dan moeten hun woorden en daden met elkaar overeenstemmen (1 Joh. 3:18). Waarom is het voorbeeld van de ouders zo belangrijk? Net zoals volwassenen kunnen leren van God te houden door naar Jezus' voorbeeld te kijken, kunnen kinderen leren van Jehovah te houden door het goede voorbeeld van hun ouders te volgen. Degenen met wie het kind omgaat, kunnen het kind opbouwen of juist 'nuttige gewoonten bederven' (1 Kor. 15:33). Gedurende een groot deel van het leven van het kind, en zeker in de belangrijke vormingsjaren, zijn de ouders degenen met wie hij de nauwste omgang heeft en die de meeste invloed op hem hebben. Ouders moeten zich daarom afvragen: Wat voor omgang ben ik? Moedigt mijn voorbeeld mijn kind aan om nuttige gewoonten te ontwikkelen? Welk voorbeeld geef ik in belangrijke dingen zoals gebed en Bijbelstudie?

    De Wachttoren van 2007 1 september 2e studieartikel blz. 26 §3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  zie de dagtekst van 15 mei en mijn commentaar hierover.

    Toch wil ik er op wijzen dat de organisatie en het besturende lichaam zich eveneens als een ouder opwerpen voor alle Getuigen van Jehovah, specifieker als een moeder.

    In deze tijd is het "één ouder gezin", in vergelijking met een of twee generaties terug, een deel van de gemeenschap geworden.

    En daarmee wil ik de organisatie en het besturende lichaam vergelijken, met een alleenstaande moeder.

    De organisatie en het besturende lichaam gaan er prat op en staan er zelfs op om als enige organisatie GOD te vertegenwoordigen en ZIJN spreekbuis te zijn.

    Het feit dat zij, zoals zij het als een vereiste stellen bij de doopvragen, de door Gods geest geleide organisatie zijn maakt hen superieur aan hun vermeende leider, Jezus Christus.

    Dat wil zeggen dat zij buiten datgene gaan wat geschreven staat. Ik citeer één uitspraak van Jezus Christus Mattheüs 23:10-11. "Laat U ook geen ’leiders’ noemen, want één is UW Leider, de Christus. 11 De grootste onder U moet echter UW dienaar zijn".

    Zoals ik in het commentaar van 15 mei zei, kinderen blijven geen kinderen. Maar Ons Moeder, de organisatie en het besturende lichaam, laten ons gewoon niet los. Zij verplichten ons om al wat zij zeggen en schrijven zonder boe of ba te mogen zeggen, dienen te aanvaarden, want het is voor ons welzijn.

    Goed, zij noemen zich geen leider, maar handelen als onze leider. Laat ik dan de aandacht vestigen dat 'willen zij de grootste' zijn, dan moeten zij dienen, maar een dienaar stelt geen eisen of vereisten. Dienend leiderschap is niet weggelegd voor mensen met autoriteit die autoritair optreden.

    Hun optreden is zoals in vele andere religies "gehoorzamen is beter dan slachtoffers" om één schriftplaats te gebruiken. 1 Samuël 15:22 ".Zie! Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer"

    Volledig mee akkoord, maar geen "kadaver gehoorzaamheid".

    Zulke gehoorzaamheid is door Jezus Christus geïdentificeerd met de volgende waarschuwing: Mattheüs 15:14. "LAAT hen maar begaan. Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen".

    De letterlijke toepassing zou ons het gedacht kunnen geven dat wij hen moeten laten begaan of gerust moeten laten, maar Jezus Christus stelde die blinde gidsen aan de kaak, JA toch?

    Nu zul je ondertussen reeds de overtuiging hebben dat ik niets goeds over de organisatie en het besturende lichaam kan vertellen.

    Dat bedoel ik in het geheel niet, maar ik beweer dat enkele personen die de dienst uitmaken misbruik maken van hun positie, hun autoriteit en hun macht.

    Dat kan gemakkelijk aangetoond worden doordat de massa die zij beheren eveneens beheersen en het praktisch onmogelijk maken dat die massa voor zichzelf gaat denken en spreken.

    Diegenen die dat gewetensvol wel doen worden zwaar onder druk gezet of er op gelijk welke manier uitgewerkt, want het doel wettigt de middelen, alhoewel dit zeker niet schriftuurlijk is.

    Dienend leiderschap is niet voor iedereen weggelegd, maar onmogelijk voor mensen die anderen niet de gelegenheid geven zich te uiten.

    Dat is iets waar je niet alleen moet over nadenken, maar vooral moet natrekken!

     

    25-05-2009 om 14:44 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 20 MEI tot en met 24 MEI

    woensdag 20 mei

    Niet één onder hen was er overgebleven. - Ex. 14:28.

    Jehovah's belofte om zijn volk te beschermen lag opgesloten in zijn verzekering dat hij hen uit Egypte zou bevrijden en hen het beloofde land zou laten binnengaan. Bedenk dat de woedende Farao Israël achternazat met zijn machtige leger, uitgerust met honderden strijdwagens. Wat moet die arrogante man zich zeker van zijn zaak gevoeld hebben, vooral toen de Israëlieten in de val leken te zitten tussen de bergen en de zee! Op dat moment greep God in om zijn volk te beschermen door een wolk tussen de twee kampen te plaatsen. Aan de Egyptische kant was er duisternis; aan de Israëlitische kant was er licht. Terwijl de wolk de opmars van de Egyptenaren tegenhield, hief Mozes zijn staf op, en het water van de Rode Zee spleet in tweeën zodat er een ontsnappingsweg voor de Israëlieten ontstond en tegelijk een val voor de Egyptenaren. Jehovah bracht het machtige militaire apparaat van Farao een vernietigende slag toe en behoedde zijn volk voor een stellige nederlaag. - Ex. 14: 19-28.   

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het bijbelse verslag moet met groot geloof worden gelezen omdat die gebeurtenissen zich allemaal op zowat dezelfde dag afspeelden. Vergeten wij niet dat de mensen met zowat drie miljoen waren een evenredig aantal wagens en trek-ossen met hun bezittingen, dan nog al hun klein- en grootvee.

    Het blijspel voor de Israëlieten en de tragedie voor de Egyptenaren, allemaal op dezelfde tijd. Heel die geschiedenis is nog steeds een onderwerp van discussie en interpretatie met allerhande interpellaties.

    De organisatie en het besturende lichaam gebruiken deze wonderbare ontwikkelingen als parallel voor de bevrijding in deze tijd. Op blz. 24 van De Wachttoren §11, 12 lezen wij dan ook het volgende: §11

    11 Wat valt er over onze tijd te zeggen? Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze Russell, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. „Goedemorgen allemaal”, zei hij opgewekt. En toen kondigde hij voordat hij naar zijn plaats ging, vreugdevol aan: „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad.” Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij!

    Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijft de organisatie en het besturende lichaam:  opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen om nog diezelfde week nog naar de hemel zouden gaan vervuld zouden worden. Zie het "verkondigersboek" blz. 61, 62.

    12 Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben. Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    De manieren waarop de verkeerde verwachtingen in een positieve richting gedraaid werden is in zo onbijbels dat het mij verwonderd dat, toen ik het jaren geleden gelezen heb, het allemaal als zoete koek heb geslikt.

    Nu besef ik, en velen met mij, dat het genootschap echt "de beste" zijn om met bijbelse manipulatie alles recht te trekken wat zij zelf krom hebben gemaakt.

    In §18 staat dat wij nu leven in de tijd van het einde, en de ware kennis is inderdaad overvloedig. Wereldwijd heeft de heilige geest waarheidlievende mensen naar nauwkeurige kennis van de ware God en zijn voornemens geleid. (...)

    En dan wordt er weer eens afgegeven op de onwetendheid en afvallige christenheid.

    §19 doet dan een beroep op wat we met eigen ogen hebben gezien, kunnen we beslist zeggen: "Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven".

    Wat ik met eigen ogen heb waargenomen en gelezen, is dat, wat de organisatie en het besturende lichaam geschreven en voorzegd hebben, herschreven en op terug is moeten komen, mensenwerk is geweest.

    Van alle boeken en publicaties is er geen enkele die echt overeind is gebleven. Daarmee bedoel ik dat wat bij de eerdere publicaties bijbels ondersteund en bewezen was niet veranderd kan worden. Wat wel kan en zou moeten, is een rechtzetting met de redenen waarom men een verkeerde toepassing heeft gegeven. Tenzij met het moedwillig heeft gedaan met de bedoeling een bepaalde weg of wegen te volgen of te misleiden.

    Daarbij komt dat het afgeven op andere religies eerder een vorm van zelfverheffing blijkt te zijn.

    Het aan de kaak stellen van verkeerde leerstellingen of praktijken staat daar uiteraard boven en is eerder een terechtwijzing en soms zelfs een verplichting.

    Het kerkelijk recht is juist daarom geen Goddelijk of Schriftuurlijk recht.

    Volgens mij zouden de "Universele rechten van de mens" voorrang moeten krijgen op ieder "kerkelijk recht" het misbruik door religie zou daardoor terug gedraaid kunnen worden naar meer menselijkheid, gelijkheid en vrijheid op alle gebied.

    DONDERDAG  21  MEI

    Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid. 1 Kor. 10:31.

    Als christenen genieten we van het leven en willen we God in alles wat we doen verheerlijken. Als we ons er getrouw op toeleggen het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken en anderen te leren alles te onderhouden wat Jezus geboden heeft, zullen we merken dat er veel lonende gelegenheden voor dienst voor ons openstaan (Matth. 24:14; 28:19, 20). We kunnen natuurlijk met onze plaatselijke gemeente samenwerken, maar misschien hebben we ook de mogelijkheid om te dienen waar de behoefte groter is, in een ander gebied, een ander land of een anderstalig veld. Welke takken van dienst kun jij je ten doel stellen? Zie als opgedragen aanbidder van Jehovah altijd naar hem en naar zijn organisatie op voor leiding. Zijn "goede geest" zal je helpen de juiste beslissing te nemen (Neh. 9:20). De ene toewijzing leidt vaak tot de andere, en de ervaring en bekwaamheden die je in de ene tak van dienst opdoet, komen vaak weer van pas in een latere toewijzing.
    De Wachttoren van 2007 1 oktober 2e studieartikel blz. 21 §11, 12.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      het studieartikel dat in de dagtekst besproken wordt heeft als thematekst "Leef nu voor het doen van Gods wil" en de leitekst voor dit thema is "Christus is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven". – 2 Korinthiërs 5: 15.

    Het is prachtig propaganda materiaal en kundig aangepakt. Het laat toe dat je een keuze kunt maken om met succes het doen van Gods Wil op de eerste plaats in je eigen leven te stellen. §5 bijvoorbeeld zegt duidelijk dat 'Om met succes voor het doen van Gods wil te kunnen leven, moeten we bovendien oordeelkundig te werk gaan'. Als we verstandig zijn, vermijden we het ons steeds dieper in de schulden te steken, waardoor we een slaaf van dit stelsel zouden kunnen worden en minder in Gods werk zouden kunnen doen'.

    Het is een feit dat iemand die van het leven wil genieten en tezelfdertijd God wil dienen oordeelkundig te werk moet gaan. Dat je er verstandig aan doet om geen schulden te maken is eerder een leefregel die veel mensen navolgen. Daar moet je geen Getuigen van Jehovah voor worden. Het is echter een feit dat 'lenen' door het systeem aangemoedigd wordt om "nu te kopen en later te betalen". Krediet verlenen kan een vorm van gemak betekenen, maar kan tezelfdertijd een strik zijn waardoor men boven zijn budget gaat leven.

    §6 toont daarom ook een extreme situatie om de boel op te schroeven, ik citeer: "Als je helemaal bent opgegaan in het nastreven van wereldse doeleinden –financiële of andere – zijn er waarschijnlijk ingrijpende veranderingen nodig om Gods wil op de eerste plaats te gaan stellen".

    Deze situaties zijn vooral in de hoogconjuncturele landen schering en inslag. Veel anderen landen hebben niet de mogelijkheden om kredieten te verlenen al komt dit steeds meer in beeld. De economische crisis is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat veel mensen kredieten hebben verkregen, later zonder werk kwamen of minder inkomsten en hun aflossingen niet meer konden opbrengen. De levensduurte draagt er eveneens toe bij en dat is eerder een vicieuze cirkel die achter de schermen subtiel gehanteerd kan worden.

    Nu staat op blz. 22 onder het onderkopje "leer evenwichtig te zijn" als eerste zin een paradoxale zin, ik citeer §7: 7 Voor het doen van Gods wil leven, vraagt onze volledige inzet. Het mag nooit zo zijn dat we onszelf ontzien of er de kantjes van aflopen (Hebreeën 6:11, 12). Maar Jehovah wil ook niet dat we zo veel van onszelf vergen dat we fysiek, mentaal of emotioneel opbranden. Het verheerlijkt hem als we bescheiden erkennen dat we zijn werk niet in eigen kracht kunnen volbrengen, en er blijkt ook uit dat we evenwichtig zijn (1 Petrus 4:11). Jehovah belooft ons de nodige kracht te geven om zijn wil te doen, maar we moeten niet meer willen doen dan we kunnen en geen dingen proberen te doen die hij nie t van  ons  verwacht (2 Korinthiërs 4:7). Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie.

    Het is een feit dat miljoenen vrijwilligers het aangenaam vinden of gevonden hebben om andere mensen te dienen of te helpen. Deze manier van werken is over de hele wereld en in alle organisaties een vorm van geven die tot eer strekt van de mensheid.

    Het spijtige van heel de situatie is uiteraard dat het gelijktijdig opgaat met een massa profiteurs die zulke gelegenheden uitbuiten. Ik denk bijvoorbeeld aan "artsen zonder grenzen" die ondanks al hun inspanningen in situaties terechtkomen die levensbedreigend zijn.

    Bij een ramp zoals in Italië onlangs, om er maar een te noemen, worden enorme hulpbronnen ingezet.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam de bijbelse prediking als De Geestelijke Hulp uitoefent is prijzenswaardig, maar dit mag niet gebruikt worden als een reclamebord om de organisatie en het besturende lichaam op de voorgrond te brengen.

    Evenmin dat HET een bewijs is dan men een Christen zou zijn.

    Een Christelijke levenswijze is geen privilege dat uitsluitend door hen uitgeoefend wordt.

    Er is reeds 2000 jaar mee gemoeid en geknoeid en waar mensen hun leven hebben gegeven.

    Ik herhaal dan ook dat een Christelijke levenswijze belangrijker is dan de prediking op zichzelf.

    Niet dat ik de prediking veroordeel, maar wanneer de prediking als motief gebruikt wordt om de organisatie en het besturende lichaam op de voorgrond te brengen zit er iets verschrikkelijks fout. Zeker de manier waarop de prediking dient te geschieden en die voor de Getuigen van Jehovah tot een leerstelling is verheven.

     

    VRIJDAG  22  MEI

    Wie zijn roede inhoudt, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, die zoekt hem werkelijk met streng onderricht. - Spr. 13:24.

    Kinderen die niet met consequent streng onderricht zijn grootgebracht, lopen de kans egocentrisch en ongelukkig te worden. In tegenstelling daarmee heeft men ontdekt dat kinderen met ouders die begrip voor hen hebben maar toch duidelijke grenzen stellen, het op school beter doen, betere sociale vaardigheden hebben en over het algemeen gelukkig zijn. Het is dus beslist zo dat ouders die hun kinderen op een vriendelijke manier streng onderricht geven, laten zien dat ze echt van hen houden. Wat wil het zeggen een kind op een vriendelijke, liefdevolle manier streng onderricht te geven? Ouders moeten met hun kinderen bespreken wat er precies van hen verwacht wordt. Kinderen van christelijke ouders krijgen bijvoorbeeld van jongs af aan fundamentele Bijbelse beginselen onderwezen, en ook wordt hun geleerd dat het belangrijk is aan de verschillende aspecten van de ware aanbidding deel te nemen (Ex. 20:12-17; Matth. 22:37-40; 28:19; Hebr. 10:24, 25). Kinderen moeten weten dat er over deze vereisten niet te onderhandelen valt.

    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §8, 9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  er is reeds commentaar op gegeven en het is zeker waar dat streng onderricht een beter resultaat kan geven. Dit strenge onderricht dient gepaard te gaan met rechtvaardigheid en menselijkheid, consequentheid en het bijbrengen van morele waarden. Het is waar dat een doorgevoerde bijbelstudie zeker kan bijdragen tot een algehele verbeterde persoonlijkheid, inzicht en sociale vaardigheden.

    In de genoemde Wachttoren is er een onderkopje "Moedig tot eerlijke communicatie aan".  Dit is zeker geen éénrichtingsverkeer, maar zowel met kinderen als met volwassen moet een open  dialoog mogelijk zijn.

    Sommigen hebben gezegd dat bijbelkennis beter is dan universitaire kennis. Dat hangt grotendeels af van WIE die bijbelkennis afkomstig zal zijn, wat er beoogd wordt, de motivatie of de doeleinden.

    Je kunt de bijbel op oneindig veel manieren interpreteren en iedere organisatie die er een geloofsbelijdenis wilt van maken kan dit op zijn of haar eigen, zelfs persoonlijke manier uit distilleren. Weet je waarom ik dit woord 'distilleren' gebruik?

    Omdat het 1) een proces vertegenwoordigt van 'verdamping en condensatie'; sterke drank stoken. 2) in figuurlijk opzicht heeft het de betekenis van 'op een gezochte wijze afleiden'.

    Ik weet niet of Karl Marx dat bedoelde waarneer hij 'religie' als 'opium' voor het volk bestempelde. Ik gebruik 'distillatie' om te benadrukken dat bedwelmende drank iemand willoos maakt en uiteindelijk zelfs gewetenloos in de zin dat hij of zij niet meer zichzelf is.

    Daarom kan 'religie' gemakkelijk gebruikt worden om mensen te leiden en te misleiden.

    Bedenk maar dat er meer dan 37.000 christelijke denominaties vermeld zijn geworden in de publicaties van de Wachttoren organisatie. Die 37.000 denominaties kunnen niet allemaal de gehele waarheid hebben en zij kunnen eveneens niet allemaal leugens vertellen.

    Volgens de bijbel, is zelfs Satan n' gast die de bijbel gebruikt op zo'n manier dat hij de "uitverkorenen" kan misleiden.

    2 Korinthiërs 11:14-15 "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Mattheüs 24:24. "Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden".

    Ik heb ondervonden dat een 'rechtvaardige instelling' een enorme hulp is bij een menselijke benadering van mensen. Onvolmaaktheid is geen excuus voor 'onrechtvaardigheid'.

    Eens te meer komen wij met de vragen: wat is rechtvaardigheid? Wie bepaalt dat? Waar heeft rechtvaardigheid allemaal mee te maken? Wat zijn raakpunten en overeenkomsten?

    Misschien helpt de uitspraak van een groot leraar en waarschijnlijk ken je die uitspraak wel, ik citeer "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel.

    Op het einde van de dagtekst worden de 10 geboden aangehaald Ex. 20: 12-17, de twee voornaamste geboden die uiteindelijk gelijk zijn citeer ik :

    Mattheüs 22:37-39."Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.’ 38 Dit is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf". Daarbij komt de opdracht om discipelen te maken

    Mattheüs 28:19 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest",

    En als laatste in dit lijstje

    Hebreeën 10:24-25. "En laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, 25 het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate GIJ de dag ziet naderen".

    En de organisatie en het besturende lichaam besluiten hun commentaar met te zeggen: "Kinderen moeten weten dat er over deze vereisten niet te onderhandelen valt".

    Tezelfdertijd, maar zonder woorden, leggen zij dit evengoed vast voor alle volwassenen. Alleen vermelden zij niet dat het uitsluitend toepasselijk is volgens hun interpretatie van deze vereisten.

    Ik laat de tien geboden voor wat ze zijn.

    Volgens Mattheüs 22:37-39  zijn alle mensen onze naasten, maar blijft de naaste liefhebben beperkt tot diegenen die gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam.

    Mattheüs 28:19 is een opdracht die volgens de organisatie en het besturende lichaam uitsluitend door Jehovah's Getuigen gehoorzaamd wordt in de "van huis tot huis" of "van deur tot deur" prediking. Hierbij inbegrepen zijn de nabezoeken en huisbijbelstudies.

    Hebreeën 10:24-25. hier vallen alleen die vergaderingen onder die door Jehovah's Getuigen in hun afzonderlijke gemeenten, kringen en districten worden belegd.

    Geen van de bovenvermelde 37.000 denominaties is daarbij inbegrepen.

    Zelfs datgene wat Jezus Christus zei is niet van tel, ik citeer: Mattheüs 18:20: "Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden”.

      

    ZATERDAG  23  MEI

    Predik het woord. - 2 Tim. 4:2.

    Jezus stond in de eerste plaats bekend als leraar en niet als genezer of wonderdoener (Mark. 12:19; 13:1). Bij Jezus genoot de bekendmaking van het goede nieuws van Gods koninkrijk prioriteit, en dat geldt ook voor zijn hedendaagse volgelingen. Christenen hebben de opdracht het maken van discipelen voort te zetten door mensen alles wat Jezus geboden heeft te leren onderhouden (Matth. 28:19, 20). Om ons goed van die opdracht te kwijten, doen we voortdurend ons best om onze onderwijs bekwaamheid te verbeteren. De apostel Paulus beklemtoonde het belang van die vaardigheid in een brief aan Timotheüs. Hij schreef: "Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren" (1 Tim. 4:16). Het soort onderwijs dat Paulus bedoelde, is niet louter het bijbrengen van kennis. Doeltreffende christelijke bedienaren bereiken het hart van mensen en motiveren hen om veranderingen in hun leven aan te brengen.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 2e studieartikel blz. 8 §1, 2.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dat is zeker waar en de twee teksten die gebruikt worden van Markus onderstrepen dit door het woord "leraar" te gebruiken.

    Uiteindelijk is de leer die Jezus Christus verkondigde eerder een rechtzetting en vervulling van het Judaïsme. Mattheüs 5:17. "Denkt niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten teniet te doen. Ik ben niet gekomen om teniet te doen, maar om te vervullen",

    Daarom staar er in Romeinen 10:4 "Want Christus is het einde van de Wet, zodat een ieder die geloof oefent, rechtvaardigheid verkrijgt".

    Kolossenzen 2:14. "en het met de hand geschreven document dat tegen ons [getuigde], hetwelk uit verordeningen bestond en tegen ons was, uitgewist; en Hij heeft het uit de weg geruimd door het aan de martelpaal te nagelen.

    Je kunt deze en andere teksten gebruiken volgens dat het je past, maar hou altijd rekening met de context al staat die op een geheel andere plaats. Probeer eveneens je eigen motivatie en in zo verre, die van een ander, te kennen of te doorgronden.

     

    Ook daarom kom ik terug op de opdracht die Jezus Christus volgens het evangelie van Mattheüs 28:19-20 heeft gegeven "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.

    Zoals wij kunnen lezen is het een dubbele opdracht. In de eerste plaats het 'maken van discipelen' en vervolgens die discipelen alles leren onderhouden wat Jezus Christus hen geleerd en voorgedaan had.

    Volgens §19 van het voorgaande artikel, maar op dezelfde blz. 8 zegt men dat de prediking van het goede nieuws het belangrijkste werk is dat momenteel op aarde wordt gedaan. En dat werd in voorgaande commentaren belicht.

    Wat ik nu wil benadrukken is dat die prediking van het goede nieuws een unieke boodschap zou moeten zijn en blijven.


    Als
    de organisatie en het besturende lichaam "vandaag" zegt dat de 'grote verdrukking' in 1914 zal komen en "morgen" zeggen zij dat het in 1918 is, maar "overmorgen" moeten zij zeggen dat het in 1925 zal zijn omdat het noch in 1914 noch in 1918 is gekomen. Hoe kunnen waarheid minnende mensen daar dan tegenover staan?
    Natuurlijk zullen ze zeggen en dat hebben ze ook gedaan, dat het toegenomen licht is en de bijbeltekst gebruiken van Spreuken 4:18 "Maar het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is".


    Het gaat hier echter over het pad van de rechtvaardigen en niet over hen die een datum moeten veranderen en hun beweringen moeten aanpassen omdat het niet  uitgekomen is.

    Goed, het is dan niet in 1925 gekomen en daarom werd een opnieuw een andere datum aangewezen in de jaren 1940 en die was dan verbonden met de tweede wereldoorlog.

    De ervaring van Henry Dornik in de Wachttoren van 1 september 2007 blz. 11 einde van §1 toont duidelijk de verwachtingen van diegenen die in de kampen opgesloten zaten. Ik citeer: (...) "Dat stemde ons blij en hoopvol, want we hadden gedacht dat de Tweede Wereldoorlog zijn hoogtepunt zou bereiken in Armageddon.


    Dat zelfde heeft ook de belijdende gezalfde Gijsbertus van der Bijl,
    mij persoonlijk gezegd.

    Ook deze jaren passeerde zonder de beoogde verwachtingen. Ondertussen gingen er wel profetieën in vervulling die alle ontgoochelingen overvleugelden.

    Een grondige herziene studie van de bijbel en de nodige aanpassingen brachten 1975 in de kijker. Nu kon het niet anders, 6000 jaar menselijk bestaan en de 1000 jarige regering van de vredevorst maakte uiteindelijk duidelijk dat één scheppingsdag, de zevende alias Gods rustdag, geëindigd zou zijn.

    Dit was een hoogtepunt in toename en verwachtingen. 

    Maar deze periode was er ook eentje waar ongeveer vijf jaar voor nodig was om weer boven het peil van verkondigers te komen die er in 1976 geregistreerd stonden.

    Ik durf zeggen en kan het ook aantonen dat er bijna zoveel weggegaan zijn als dat er nu zijn. Natuurlijk zal er altijd, maar dan wereldwijd, een toename blijven om de eenvoudige reden dat mensen zoeken en geloven.

    De christenheid heeft een bericht opgebouwd dat hemeltergend is, maar zij zijn numeriek noch steeds zeer sterk. In feite is "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, blijft numeriek nog steeds in groei.


    Met andere woorden gezegd, het is religie die satans troefkaart is.

    Maar een spel wordt niet uitsluitend met 'troefkaarten' gespeeld, noch gewonnen.


    Voor dat ik het vergeet, de
    w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers "En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit van het samenstel van dingen” snel zijn einde nadert.


    Twee opmerkelijke uitlatingen van
    de organisatie en het besturende lichaam.
    De eerste is dat het onwaarschijnlijk is dat het goddeloze samenstel tot het jaar 2000 zou blijven bestaan.

    De tweede is dat het aantal 'belijdende' gezalfde afneemt, wat een bewijs temeer is.

    Ondertussen is het aantal 'belijdende' gezalfden op drie jaar tijd (2005-2008) met 1462 exemplaren verrijkt. Dat betekent zo'n 17% en plus.


    Welke conclusie moet je daar uit trekken? Hou er rekening mee dat de uitleg van dit 'geslacht' ondertussen breedvoerig of juister gezegd 'breedsprakerig' is aangepast.

     

    zondag 24 mei

    Indien wij alleen in dit leven op Christus hebben gehoopt, zijn wij van alle mensen het meest te beklagen. - 1 Kor. 15:19.

    Wat treurig als iemand al zijn hoop stelt op het leven in deze wereld! Degenen die geloven dat dit leven alles is wat er is, hebben vaak de instelling: "Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" (1 Kor. 15:32). Maar er bestaat een toekomst: "nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig IGods I belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen" (2 Petr. 3:13). Dan zullen christenen van "het werkelijke leven" kunnen genieten, dat wil zeggen, eeuwig leven in volmaaktheid, hetzij in de hemel of onder het liefdevolle bestuur van Gods Koninkrijksregering! (1 Tim. 6:12) Alleen Gods koninkrijk zal de problemen van de mensheid helemaal kunnen oplossen. Werken om de belangen van Gods koninkrijk te bevorderen is dus het zinvolste dat iemand kan doen (Joh. 4:34). Terwijl we daarmee bezig zijn, verheugen we ons in een gezegende band met onze hemelse Vader.  De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §10, 11.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      het tegenovergestelde is eveneens waar.

    Ik bedoel dat wanneer je uitsluitend gericht bent op het leven in de hemel of het paradijs op aarde dan vervreemd je van de werkelijkheid, nu reeds.

    In de eerste plaats zijn wij mensen en gemaakt met het doel de Schepper te eren. Dat wil zeggen dat wij ons als mensen dienen te gedragen en als mensen van het leven dienen te genieten.

    De organisatie en het besturende lichaam gebruiken graag de tekst van 1 Kor. 15: 32 en het is duidelijk dat veel  mensen die instelling hebben en van het leven willen genieten terwijl ze nu leven. Ik heb reeds benadrukt dat er miljoenen mensen zijn die over eten en drinken niet moeten nadenken om er van te genieten, maar eerder hoe zij het kunnen bemachtigen.

    De miljoenen die door tekorten aan eten en drinken dagelijks sterven zijn een schandvlek voor de mensheid. Het is geen verwijt of een verwijzing naar God, wie of wat Het ook zou zijn, want de aarde heeft het vermogen om veel meer mensen het nodige te verschaffen dan diegenen die er nu zijn.

    Het is duidelijk dat in de bijbel verwezen wordt naar een hemelse regering en een nieuwe mensenmaatschappij met o.a. de woorden van 2 Petrus 3: 13 zoals in hun commentaar en de Wachttoren geschreven staat.

    Waar ik moeite mee heb, en dat is reeds van in het begin zo geweest, is dat men in de organisatie en het besturende lichaam, maar ook in vele andere organisaties, alle anderen uitsluit voor redding. Ik heb het reeds gezegd en herhaald, Jezus Christus is gestorven voor alle mensen.

    Waarom zegt de organisatie en het besturende lichaam dan dat christenen van het 'werkelijke leven', dus eeuwig leven, zullen kunnen genieten?

    Herhaaldelijk heb ik verwezen naar teksten die aantonen dat God de rechtvaardige en de onberispelijke kent en zal erkennen en hen eeuwig leven zal toebedelen.

    Dat lijkt mij heel wat meer in overeenstemming te zijn met een God van liefde dan alle uitleg die aan de bijbel wordt gegeven en aan alle heilige boeken ter wereld.

    En er mogen nog zoveel afschriften opgegraven of aangehaald worden, er zijn momenteel geen originele geschriften, aan ons bekend, van de Griekse Geschriften. Wat wij hebben als erkend en als canon van de bijbel is ons toegekomen via de christenheid en dat blijkt niet de aangewezen bron te zijn om honderd procent op te vertrouwen. Al zeg ik dat zelf.

    In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam staat dat "Werken om de belangen van Gods koninkrijk te bevorderen dus het zinvolste is dat iemand kan doen".

    Ik zeg, zonder afbreuk aan die 'werken' te willen doen, dat men in de eerste plaats zijn eigen persoonlijkheid en zijn eigen werken tot eer van God op een niveau moet brengen dat je God tot heerlijkheid strekt. Tezelfdertijd moet men ook een goed getuigenis hebben van buiten.

    Hoe onvolmaakt men ook is, eerlijkheid is rechtstreeks in verband te brengen met heerlijkheid. En eerlijkheid staat zeker rechtstreeks en evenredig op gelijke voet met rechtvaardigheid.

     

    Hoe eerlijk zijn organisaties?

     

    19-05-2009 om 13:23 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 15 MEI tot en met 19 MEI

    VRIJDAG  15 MEI

    Als pijlen in de hand van een sterke man, zo zijn de zonen der jeugd. -Ps. 127:4.

    Ook al is een boogschutter nog zo bekwaam, hij zal het doel waarschijnlijk niet treffen als de pijl die hij afschiet krom of verbogen is. Natuurlijk zullen ouders hun best doen om de kromme pijl als het ware recht te maken door te proberen de verkeerde denkwijze van het kind bij te stellen. Maar uiteindelijk moeten kinderen zelf beslissen of ze zich door de wil van deze wereld laten buigen of toelaten dat Jehovah hun 'paden recht maakt' (Spr. 3:5, 6; Rom. 12:2). Hoewel op de ouders de zware verantwoordelijkheid rust hun kinderen "in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah" groot te brengen, beslist het kind uiteindelijk zelf tot wat voor volwassene hij zal opgroeien (Ef. 6:4). Vraag je daarom af, kinderen: aanvaard ik de liefdevolle opleiding die mijn ouders me geven? Als je dat doet, kies je de allerbeste levenswijze. En wat nog belangrijker is: je zult Jehovah's hart verheugen. - Spr. 27:11.

    De Wachttoren van 2007 1 september 2e studieartikel blz. 26 §17, 18.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de gebruikte illustratie is uiteraard toepasselijk als de genen van het kind niet van dien aard blijken te zijn dat het onontvankelijk voor het goede onderwijs is. Hoe weet je dat?  Wie of wat moet je dan de schuld geven? Wie kan uiteraard weten of de ouders wel bekwame schutters zijn?
    En de zin die dan gebruikt wordt maakt alles voor de organisatie en het besturende lichaam o zo gemakkelijk om hun handen in onschuld te wassen.
    Ik herhaal die zin:
    "Maar uiteindelijk moeten kinderen zelf beslissen of ze zich door de wil van deze wereld laten buigen of toelaten dat Jehovah hun 'paden recht maakt'".

    Dat is weer zo categorisch en laat geen plaats over voor de ouders noch voor het kind. En zijzelf, de organisatie en het besturende lichaam, komen hier dan ogenschijnlijk niet in het beeld.

    Verplaatst jezelf dan maar in de plaats van de hier gebruikte ouder, en verschil zal er weinig of niet zijn.

    Die ouders worden verondersteld gedoopte Getuigen van Jehovah te zijn en dienovereenkomstig zullen zij de lectuur die zij voor zichzelf gebruiken ook gebruiken om hun kinderen op te leiden.

    Zelfs de manier van onderwijzen zal in bijna alle gevallen ook dezelfde zijn t.t.z. "vraag en antwoord" aan de hand van de lectuur van de organisatie en het besturende lichaam.

    Zowel de vragen als de antwoorden zijn dus voorgedrukt en eerder stereotiep dan soepel en aangepast.

    Toch zal de organisatie en het besturende lichaam aanmoedigen om een studie aan te passen aan de kinderen met het verschil van leeftijd en bekwaamheid in gedachten te houden.

    In sommige gevallen zal het kind of de kinderen een daadwerkelijk aandeel hebben aan die gezinsstudie, maar in de meeste gevallen blijft het vraag en antwoord tot het juiste, hun, antwoord uit de bus komt.

    Prijzende woorden zijn dan op hun plaats en maken deel uit van het onderwijs en het indoctrinatie proces.

    Nu stelt het commentaar via de wachttoren §17 toch duidelijk dat het kind uiteindelijk zelf moet beslissen.
    Het enige dat het kind kan beslissen is datgene wat zijn of haar ouders beslissen en het enige wat die ouders kunnen beslissen is datgene wat de organisatie en het besturende lichaam voor hen reeds beslist hebben.

    Neemt het kind een andere beslissing dan kan het niet gedoopt worden en wie niet gedoopt is kan dus niet gered worden.

    Hoger of universitair onderwijs wordt zeker niet aangemoedigd, integendeel.

    Met andere woorden gezegd, wanneer jij je mettertijd niet opdraagt ondanks de jaren studie zul je altijd afstandelijk bejegend worden.

    Word je mettertijd wel gedoopt, maar lever je zes maanden geen rapportje in dan wordt je inactief en zul je als een zwakke Getuigen van Jehovah bekend worden.

    Van het moment dat jij je negatief over de organisatie en het besturende lichaam uitlaat kom je onder het kerkelijk recht en zul je ter verantwoording worden geroepen.

    Met kerkelijk recht wordt niet bedoeld dat het ook Schriftuurlijk moet zijn.

    Opmerkelijk is wel dat het kerkelijk recht van de organisatie en het besturende lichaam weinig of niet verschilt met het kerkelijk recht van katholieke kerk.

    Wanneer jij je niet onderwerpt aan de autoriteit van 'dit kerkrecht' zul je uiteindelijk uitgesloten worden. Zelfs wanneer je recht in je schoenen staat en gewetensvol hebt gehandeld is het feit dat jij niet op Jehovah hebt gewacht, funest.

    Met wachten op Jehovah wordt bedoeld dat je de onrechtvaardigheid of onrechtvaardigheden verduurt.
    Het aan de kaak stellen of de vuile was van een of meerdere ouderlingen buiten hangen is eveneens strafbaar.
    Hiervoor gebruiken zij graag en veelvuldig de schriftplaats van Hebreeën 13 17 en Judas 8 met voorbijgaan van o.a. Hebreeën 13 7 die duidelijk stelt dat verantwoordelijken het woord van God dienen te spreken.

     

    zaterdag 16 mei

    Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen. - Jak. 1:12.

    Kan het ondergaan van lijden iets goeds teweegbrengen in degenen die voor eeuwig hopen te leven op een paradijselijke aarde zonder ziekte, verdriet en de dood? De pijn en de angst die door lijden worden veroorzaakt, zijn op zich geen dingen waar we naar verlangen. Maar als we dat lijden verduren, kan het onze goede persoonlijke eigenschappen versterken en ons gelukkig maken. Kijk eens naar wat Gods geïnspireerde Woord hierover zegt: "Ook al zoudt gij lijden ter wille van rechtvaardigheid, gij zijt gelukkig." "Indien gij om de naam van Christus wordt gesmaad, zijt gij gelukkig" (1 Petr. 3:14; 4:14). "Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt ter wille van mij. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen" (Matth. 5:11, 12). Het geluk komt voort uit de wetenschap dat we lijden omdat we Jehovah's wil doen.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 2e studieartikel blz. 27 §12-14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de eerste zin is beladen en doelgericht op "diegenen die voor eeuwig hopen te leven op een paradijsaarde.

    Volgens de nieuwsberichten worden er op de gehele aarde enorme haarden van lijden geregistreerd onder verschillende omstandigheden en met uitersten aan excessen.

    Het lijden is niet te overzien en is zo inherent met de mensheid verweven dat het in grote delen zelfs een vorm van leven is geworden.

    Het is zeker waar dat mensen dit mekaar aandoen en de bronnen zijn dikwijls zelfs niet te herkennen.

    Toch moeten wij erkennen dat er ook vroeger zulke toestanden heersten en zelfs ergere in verhouding met de wereldbevolking.


    Het voorstellen dat het NU erger is komt neer op het feit dat het ONS aanbelangt, ONS betreft en ONS pijn doet.
    Niet alleen hen die het meemaken, maar door de media als het ware in onze huiskamer wordt binnen gebracht.

    De economische recessie is eveneens een vorm van lijden en de vele faillissementen treffen ook diegenen die er onrechtstreeks bij betrokken worden.
    Waar vroeger en nog steeds door bepaalde religies verwezen wordt naar het hiernamaals en de hemel met of zonder rijstepap met gouden lepeltjes, is in wezen niets veranderd.

    Mensen in het algemeen hebben het niet werkelijk gemakkelijk en gelukkig zijn is een instelling die zelfs onder bar slechte omstandigheden overeind kan blijven.

    Velen zeggen dan ook dat je zelf je eigen hemel hier op aarde moet maken.


    De organisatie en het besturende lichaam doen 'krak' hetzelfde als al hun voorgangers en concurrenten. Zij moedigen hun leden aan om geduldig uit te kijken naar het door God beloofde paradijs.
    Er zijn geen verdiensten, maar er moet wel geloof zijn en bij dit geloof werken die bij geloof passen, want zonder werken is geloof dood.

    Volgens hen is het predikingswerk het belangrijkste werk op aarde en je mag zeker niet wachten tot je dood bent om het te doen.
    Het prediken "van deur tot deur" is zoals vroeger gezegd en geschreven zelfs een morele verplichting. In zoverre je het fysiek en geestelijk aan kunt.
    Het feit dat volgens de Bijbel Jezus Christus de prediking als voorbeeld heeft gesteld geeft hen uiteraard het recht om iedereen niet alleen uit te nodigen dit werk van harte te doen, maar ook te rapporteren en dat geeft je een bijzondere status en verplichting.

    Alhoewel er geen enkel bewijs is, noch van de rapportjes, noch van ook maar één getuige dat Jezus Christus van huis tot huis is gegaan, schromen zij niet om het zo voor te stellen dat het een kenteken is van ware Christenen.


    Ik heb reeds gezegd dat Jezus Christus zijn leven heeft gegeven voor de gehele mensheid en er kan en moet nog veel gebeuren, wil de mensheid daarvan overtuigd kunnen worden.

    Wat de toekomst zal brengen moeten wij afwachten en hoe God dit zal bewerkstelligen eveneens. De manier of manieren zullen niet afhangen van wat mensen zeggen of suggereren, maar van het ingrijpen van HEM en de reactie op ZIJN actie.


    Mensen en organisaties hebben de neiging om van de Bijbel of andere Heilige Geschriften hun eigen interpretaties te geven die in de loop van de geschiedenis zoveel veranderd moesten worden en aangepast dat geloof in georganiseerde religie eerder als afgoderij kan bestempeld worden.

    Van zodra een georganiseerde religie haar leden beloften moet voorhouden of dreigementen gaat gebruiken gaat zij haar gezag te buiten of erger brengt zij smaad op Diegene die zij beweren te vertegenwoordigen.


    Als GOD Liefde is kan alleen Liefde de motivatie zijn en het bindmiddel. Daar zal lijden of niet lijden geen verandering in brengen. God wordt zeker niet verheerlijkt door lijden.


    Volgens het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam komt geluk echter voort uit de wetenschap dat we lijden omdat we Jehovah's wil doen.


    Die "WIL van JEHOVAH" hangt af van welke religie je hebt, van wanneer en waar je geboren bent en geleefd hebt en dat kan gewoonweg niet.


    Volgens mij en ik herhaal het voor de zoveelste keer Ps. 37: 29 "De rechtvaardigen die zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven".

    En Micha 6: 8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God".

     

    zondag 17 mei

    Blijf erop toezien dat gij de bediening die gij in de Heer hebt aanvaard, ook vervult. - Kol. 4:17.

    We hebben een zware verantwoordelijkheid tegenover de mensen rondom ons. De beslissingen die ze nu nemen, zullen tijdens "de grote verdrukking" leven of dood betekenen (Openb. 7:14). Spreuken 24:11 zegt: "Bevrijd hen die worden weggevoerd naar de dood; en zij die wankelen naar de slachting - 0 moogt gij hen tegenhouden." Zouden wij nalaten mensen te waarschuwen dat ze een keuze moeten maken, dan zou dat kunnen betekenen dat er bloedschuld op ons komt te rusten. Dezelfde passage vervolgt namelijk: "Ingeval gij zoudt zeggen: 'Zie! Wij wisten dit niet' - zal juist hij die de harten toetst, het niet onderscheiden, en juist hij die uw ziel gadeslaat, het niet weten en de aardse mens niet stellig naar zijn activiteit vergelden?" Het is duidelijk dat Jehovah's aanbidders niet kunnen zeggen dat ze niet op de hoogte zijn van het gevaar dat mensen wacht. - Spr. 24:12.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §1.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dit commentaar van de organisatie en het besturende lichaam is weer een van die wachttorenstudies die broeders en zusters en hun kinderen met schuldgevoelens opzadelen.
    Daarmee bedoel ik niet dat er niet kan  gepredikt worden. Zelfs de 'waarschuwingsboodschap' heb ik ooit erg serieus genomen en overeenkomstig gesproken.
    Toentertijd gebruikte ik gemakkelijk Ezechiël 33 12-20 waarbij ik opmerkte dat het vooral ging over de Israëlieten zelf, alhoewel het in beginsel ook op alle mensen kan worden toegepast.
    Dat mensen de beslissingen die ze NU nemen, tijdens "de grote verdrukking" leven of dood kan betekenen, is iets dat men niet zomaar klakkeloos mag aannemen.

    Er wordt al meer dan honderd jaar gepredikt door Jehovah's Getuigen en ondertussen zijn miljoenen mensen gestorven, en dan?
    Mensen nemen beslissingen en het is niet omdat een prediker aan de deur is geweest dat zijn of haar boodschap zo duidelijk was dat men een weloverwogen beslissing kon nemen. Daar tegenover is de wijze van prediken evenmin bepalend.
    Het van huis tot huis werk is voor de organisatie en het besturende lichaam bepaald door drie of  vier teksten uit Handelingen 2: 46,  5: 42 en 20: 20. waar het nog niet eens duidelijk is dat het van huis tot huis is en in het geheel al niet van deur tot deur gebeuren moet.
    In Handelingen van de apostelen worden echter op zijn minst nog dertig andere activiteiten genoemd waar een huis of een plaats genoemd wordt.
    Alleen het feit dat de prediking "van huis tot huis, van deur tot deur", tot een leerstelling is verheven en een verplichting is geworden, zelfs om gedoopt te kunnen worden en dat is niet schriftuurlijk.

    Daarbij komt nog dat wanneer men een geordineerde bedienaar van het evangelie wil zijn men een onbesproken en voorbeeldige Getuige van Jehovah dient te zijn.

    In redelijk veel gezinnen en zelfs gemeenten wordt daar weinig of geen rekening mee gehouden.

    Waar het werkelijk op aankomt is dat men maandelijks een rapportje ingeeft. Dit is de manier waarop je vrij van bloedschuld verklaard wordt, wat denk jij?


    In het studieartikel hierboven vermeld staat in §6 het volgende: "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, heeft de mensheid weinig troost verschaft. Integendeel, door "de wijn van haar hoererij" zijn heel veel mensen het spoor bijster geraakt.(...).

    Ik zeg dat heel veel broeders en zusters en hun kinderen (miljoenen) het spoor bijster zijn geraakt en weggegaan zijn omwille van de veranderingen, vereenvoudigingen, de lichtflitsen, de onrechtvaardigheden, het niet uitkomen van de door de organisatie en het besturende lichaam opgewekte verwachtingen en de veranderde doopvragen enz..

    Dan spreek ik ook van al die mensen die direct of indirect met de boodschap zijn geconfronteerd geweest en nu uiteraard de schouders ophalen wanneer er weer over de tijd van het einde, de verslechterende toestanden en de dringendheid gepredikt wordt.


    En nu is het geen vraag meer "maar een refreintje van": wiens schuld is dit, wiens schuld is dat, wiens schuld zou dit wel zijn.


    Met dit verschil dat de schuldigen Gods Naam ontheiligen.

     

    En nu nog de uitleg van de illustratie van de zaaier.

    Mattheüs 13:36-43. „Verklaar ons de illustratie van het onkruid op het veld.” 37 Hij gaf ten antwoord: „De zaaier van het voortreffelijke zaad is de Zoon des mensen; 38 het veld is de wereld; het voortreffelijke zaad, dat zijn de zonen van het koninkrijk; maar het onkruid zijn de zonen van de goddeloze, 39 en de vijand die het zaaide, is de Duivel. De oogst is een besluit van een samenstel van dingen, en de oogsters zijn engelen. 40 Zoals daarom het onkruid wordt verzameld en met vuur wordt verbrand, zo zal het ook gaan in het besluit van het samenstel van dingen. 41 De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen alle dingen die aanleiding tot struikelen geven en degenen die wetteloosheid bedrijven, uit zijn koninkrijk verzamelen, 42 en zij zullen hen in de vuuroven werpen. Daar zullen [zij] wenen en knarsetanden. 43 In die tijd zullen de rechtvaardigen zo helder schijnen als de zon in het koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft, hij luistere.


    Schriftuurlijker kan het niet zijn nietwaar?

    Jezus Christus verklaarde de illustratie persoonlijk aan zijn discipelen en uiteraard aan ons door duidelijk te maken dat de oogsters engelen zijn.


    Wie van de predikers kan dan bloedschuld hebben?


    Of waarom moet de dringendheid van de tijd dan gebruikt worden precies of het hangt van een menselijke prediker af?

    En wat mag dan wel de bedoeling zijn van al die rapportjes?

    En als het stille getuigenis van weinig of geen belang is, zijn de veranderende tijdschriften dan beter?

     

    maandag 18 mei

    Staat op, gaat weg uit het midden van mijn volk, ... en gaat, dient Jehovah. - Ex. 12:31.

    Het is het jaar 1513 voor onze jaartelling. Jehovah heeft al negen plagen over de Egyptenaren gebracht. Jehovah onthult nu aan Mozes dat Farao en alle Egyptenaren nog één slag toegebracht zal worden, de laatste. Op de 14de Abib (Nisan) zal de eerstgeborene van elke Egyptenaar en van elk dier sterven. Maar Israëlitische gezinnen kan dat bespaard blijven als ze zorgvuldig de instructies opvolgen die God aan Mozes heeft gegeven. Ze moeten iets van het bloed van een mannetjeslam op de twee deurposten en het bovengedeelte van de deuropening van hun huis spatten en binnen blijven. Wat gebeurt er die nacht? We laten Mozes zelf aan het woord: "Het gebeurde nu dat Jehovah te middernacht iedere eerstgeborene in het land Egypte sloeg." Farao reageert onmiddellijk. Hij roept Mozes en Aäron bij zich en zegt tegen hen wat er in de tekst voor vandaag staat. - Ex. 12:1-7, 29, 37, 38.

    De Wachttoren van 2007 15 december 2e studieartikel blz. 16 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij nemen aan dat de Bijbel de situatie exact weergeeft. Het verslag over de voorbereidingen en het uiteindelijke vertrek is nog niet zo eenvoudig temeer daar de Israëlieten de Egyptenaren grondig uitschudden.

    Diegenen die dan nog vanuit het land Gozen moesten optrekken en de ontmoetingspunten plus de terugkeer om via en door de Rode Zee te trekken is allemaal zo gemakkelijk te lezen, maar is eerder moeilijk te bevatten.

    Hoeveel ossenwagens waren er, hoeveel kleinvee en andere dieren moesten er door die droge bedding worden geleid?

    De instructies voor de Paschanacht waren niet zo ingewikkeld, maar de voorbereidingen en het klaarmaken van het vervoer kon geen kleinigheid worden genoemd. Toen de bewuste nacht uiteindelijk voorbij was en farao het bevel gaf dat de Israëlieten konden opstappen moet het volgens de Bijbel razend snel, bijna aan internet gelijk zijn geweest om Jan en Alleman te verwittigen en te instrueren om s' morgens klaar te staan om te vertrekken. Ondertussen was er in Egypte geen gezin dat niet met minstens een dode zat. De schrik moet er wel heel diep hebben ingezeten. Drie miljoen mensen met karren en ossen plus nog eens zoveel beesten, op gelukkig nog geen autostrades met files. Waar het op neerkwam is simpel. Mozes zei wat ze moesten doen en wanneer en de rest was bijzaak. Volgens Exodus 13: 18 gebeurde dit alles met militaire stiptheid en gehoorzaamheid en "in slagorde".

    De les is dan ook volgens §14 van vermelde wachttoren dat wij troost en hoop kunnen putten uit die opwindende gebeurtenissen. Volgens § 15 leren wij ook nog dat we Jehovah moeten gehoorzamen ongeacht wat hij ons vraagt te doen. In onze tijd is het bijzonder belangrijk dat we de leiding volgen die we via "de getrouwe en beleidvolle slaaf" krijgen.
    Deze paragraaf vermeldt eveneens dat het heel goed mogelijk is dat we gedetailleerde instructies zullen ontvangen. Om veilig door die moeilijkheden te komen, zullen we in de pas moeten blijven lopen met andere loyale dienaren van Jehovah.

    De organisatie en het besturende lichaam geven reeds meer dan 120 jaar gedetailleerde instructies die altijd dezelfde zijn voor de tijd van het einde. Predik op uw tocht en verspreid zoveel mogelijk lectuur.
    Vòòr mij waren het anderen en na mij zullen het weer anderen zijn.

    Wat de illustratie van Mattheus 24: 45 betreft en die net aangehaald werd daar staat niet alleen dat wat zij schrijven en op zichzelf van toepassing brengen, maar vervolgens staat er in vers 48: "Maar indien die boze slaaf ooit in zijn hart zou zeggen: Mijn meester blijft uit, en zijn medeslaven zou beginnen te slaan en met de verstokte dronkaard zou eten en drinken, dan zal de meester van die slaaf komen op een dag dat hij niet verwacht en op een uur dat hij niet weet, en hij zal hem met de grootste gestrengheid straffen (...)".


    Het gaat over dezelfde illustratie en over diezelfde slaaf, alleen is die slaaf van instelling veranderd door de manier waarop hij de schapen van de Meester behandelt.
    Nu zul je zeggen de organisatie en het besturende lichaam doen het toch nog steeds goed!
    Dan is mijn antwoord: dat schijnt zo, maar zij hebben het heft zelf in handen genomen en laten alleen maar toe wat zij willen, niet wat Jezus Christus hen heeft voorgedaan.

    Analyseer bovenstaand gedeelte maar met de illustratie van Matth. 24 45-51 en vergelijk hun handelwijze maar met de levenswijze van Jezus Christus.

     

    dinsdag 19 mei

    Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God. Luk. 12:21.

    De uitdrukking 'rijk met betrekking tot God' wordt ook wel vertaald als "rijk in Gods ogen" (Today's English Version). Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat blijkt vaak uit hun levenswijze. Ze willen indruk maken door 'opzichtig te geuren met de middelen voor levensonderhoud die ze hebben', zoals de Bijbel zegt (1 Joh. 2:16). In tegenstelling daarmee kunnen degenen die rijk zijn met betrekking tot God zich verheugen in zijn goedkeuring, gunst en overvloedige liefderijke goedheid en hebben ze een innige persoonlijke band met hem. Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden. Ze kunnen zich helemaal inzetten voor dingen die in Gods ogen echt waardevol zijn. Jes.40:11.            

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 2e studieartikel blz. 26 §14, 15.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om het eens op zijn Amerikaans te zeggen "dat is zeker de honderdste keer dat die illustratie uit Luk. 12 wordt gebruikt. Akkoord het is niet altijd hetzelfde vers, maar de toepassingen liggen praktisch altijd in dezelfde lijn.

    Het is waar dat de rijkdommen van de aarde niet altijd of bijna nooit evenwichtig zijn verdeeld en dat is in de praktijk ook niet mogelijk.

    De vaststelling dat mensen die in materieel opzicht rijk zijn het meestal heel belangrijk vinden hoe anderen hen bezien zal wel waar zijn. Maar dat gaat meestal voor alle mensen op.

    Zeker jonge mensen of liever tieners hechten er over het algemeen veel belang aan hoe anderen hen bezien, vooral in een groep.
    Ik kan je met mijn levenservaring van meer dan 70 jaar vertellen dat minstens de helft van de materieel rijken niet in deze categorie vallen.

    De verstandigste uit deze menigte zullen zelfs moeite doen om naar buiten toe minder op te vallen. En zij weten maar al te goed dat stoefen met hun middelen alleen maar afgunst zal opwekken. Dat wil uiteraard niets zeggen, maar zo precies schrijven dat ze de indruk willen geven door 'opzichtig te geuren' met hun middelen voor levensonderhoud is niet allen gegeven.

    Die zelfde levenservaring heeft mij ook geleerd dat iemand absoluut niet rijk moet zijn om belang te hechten hoe anderen hen bezien.

    Evenzo willen gewone mensen en ook Jehovah's Getuigen indruk maken op anderen. Moet ik je vertellen over hun 'auto', meubels, kleding, juwelen, hobby's, diëten, koersfietsen, zelfs hun verspreiding van lectuur, het aantal bijbelstudies, de uren prediken, de aandelen op vergaderingen of/en demonstratie op dag, kring of districtvergaderingen.


    Of valt dit allemaal onder de noemer "rijk met betrekking tot God"?


    Zijn dat allemaal bewijzen dat God zich over hen verheugt en daarom Zijn Zegen over hen uitstort?
    Wie van ons of van de organisatie en het besturende lichaam kan ook maar bewijzen dat ook maar één iemand een "innige persoonlijke band" met Hem heeft?

    Zelfs de persoon in kwestie kan dit alleen maar zeggen, bewijzen hoeft hij niet, juist omdat het een persoonlijke verhouding betreft.

    Ik kan dit gemakkelijk vergelijken met de persoonlijke band die een 'belijdend gezalfde' heeft.
    Hij of zij kan dit zeggen, zij of hij kan dit tonen door tijdens de "gedachtenisviering" van de symbolen te nemen, maar bewijzen kan hij of zij niet, en dat hoeft ook niet, voor niemand. Haar of zijn verantwoordelijkheid kan nooit betwist worden.


    Dat ouderlingen daar heden ten dagen voor aangesteld zijn geworden om het eventueel te verifiëren is zelfs niet schriftuurlijk.


    De werkelijke reden of zelfs redenen van de dagtekst worden pas duidelijk in de woorden van §14"
    Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden.  


    Daar wil ik aan toe voegen dat "die bijzondere positie" hen ook boven de, zoals zij "wereldse mensen" noemen, verheft.
    De nederige levenswijze van
    Jezus Christus vervangen door het superieure gevoel van "de-betere-wij-dan-zij-houding".

    En de woorden van §15 die in de dagtekst echter rechtstreeks verbonden worden als voortzetting van §14. §15 Ze kunnen zich helemaal inzetten voor dingen die in Gods ogen echt waardevol zijn".

    En wat zijn volgens de organisatie en het besturende lichaam die "in Gods ogen echt waardevolle" dingen?

    Volgens §15 zijn dat "onze tijd, energie en talenten" die worden gebruikt voor de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen, en niet om er zelf beter van te worden (...)

    De schriftuurlijke basis die de organisatie en het besturende lichaam in §15 gebruiken is uiteraard een opdracht van Jezus Christus volgens het evangelie van Mattheüs 28: 19.


    Deze weergave is echter incompleet, ik herhaal hun weergave "gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën"  Zoals je ziet, sluiten zij de zin af, maar de volledige zin vervolgt met..., hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.

    Deze opdracht is een uitdrukking van zijn 'autoriteit'. Deze opdracht legt bovendien de 'doopprocedure' vast en het onderhouden van een Christelijke levenswijze.

    Op blz. 215 van het boek "georganiseerd om Jehovah's wil te doen" staan de doopvragen van de organisatie en ik citeer, maar nummer ze:

    1. Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb je je aan Jehovah opgedragen om zijn wil te doen?
    2. Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah's Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie?

    De eerste vraag kan men nog in verband brengen met de procedure.

    De tweede vraag is, volgens hun handelwijze  een 'vrijgeleide' voor de organisatie en het besturende lichaam om dezelfde 'autoriteit' af te dwingen die alleen Jezus Christus heeft ontvangen.

    De vraag waarom hebben de organisatie en het besturende lichaam dan een toegevoegde waarde verbonden aan die procedure?

    Dat de prediking het belangrijkste werk is volgens de bijbel, dat is buiten kijf, maar het blijft een werk.

    Dat een Christelijke persoonlijkheid belangrijker is om dit werk te doen is zelfs een eerste vereiste. Efeziërs 3: 19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".

    En wat zijn volgens God de belangrijkste dingen?  Micha 6: 8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God".


    Maak eens, als je wilt, een definitie van gerechtigheid, goedheid en bescheidenheid?

     

    14-05-2009 om 15:12 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 11 MEI tot en met 14 MEI

    maandag 11 mei

    De vreugde van Jehovah is [onzel vesting. - Neh. 8:10.

    Jezus vond het heerlijk Jehovah's wil te doen (Ps. 40:8). Als wij dezelfde instelling hebben, zullen we er vreugde uit putten heilige dienst voor God te verrichten. We zullen net als Jezus onzelfzuchtige gevers zijn, en dat zal ons echt gelukkig maken (Hand. 20:35). Vurige gebeden tot God hielpen Jezus zich op geloofsbeproevingen voor te bereiden. Hij bad toen Johannes hem doopte. Voordat hij zijn apostelen uitkoos, bad hij de hele nacht (Luk. 6:12-16). En welke Bijbellezer raakt niet onder de indruk van Jezus' innige gebeden op de laatste avond van zijn aardse leven? (Mark. 14:32-42; Joh. 17:1-26) Ben jij net als Jezus iemand die dikwijls bidt? Nader vaak tot Jehovah, neem de tijd voor je gebeden, zoek de leiding van de heilige geest en aanvaard die leiding zodra ze duidelijk wordt. Een sterke band met onze hemelse Vader is onontbeerlijk in deze kritieke tijd nu Gods grote dag snel dichterbij komt. Nader dus vooral steeds dichter tot Jehovah in gebed. - Jak. 4:8.

    De Wachttoren van 2007 15 december 1e studieartikel blz. 11 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dit is uiteraard de essentie van ons bestaan om God te verheerlijken door onze levenswijze. Daarbij komt, zoals het commentaar hierboven zegt, dat wij vreugde dienen te putten uit het verrichten van heilige dienst. Dat houdt in dat wij in de eerste plaats goed weten en dienen te beseffen wat "heilige dienst" is, niets meer niets minder. Het Inzichtboek it-1 blz. 999  zegt dat HEILIGE DIENST: "Dienst of arbeid die heilig is en rechtstreeks verband houdt met de aanbidding van God".

    In de eerste plaats moet de persoon in kwestie zelf heilig of rein zijn om heilige dienst of arbeid voor God te verrichten. In dit opzicht is het alweer een kwestie van wie bepaalt dat?

    Waar liggen de grenzen?
    Daarom staat in de Wachttoren van
    15/11 2000 blz. 14 par. 16 Christenen putten geluk uit het verrichten van dienst  §16 "Het staat niet aan ons te bepalen wat de juiste manier is om God te aanbidden. Nauwkeurige schriftuurlijke kennis, geestelijk inzicht en goddelijke wijsheid zijn uitermate belangrijk. Anders kan er van alles totaal misgaan".

    Wanneer het niet aan ons staat, aan wie komt het dan wel toe? De paragraaf geeft aan dat "nauwkeurige kennis, geestelijk inzicht en goddelijke wijsheid" uitermate belangrijk zijn.

    Daar kan ik mij gemakkelijk mee vereenzelvigen. En de meer dan veertig jaar dat ik 'christelijke of stichtelijke' lectuur las heeft mij bijzonder gevoelig gemaakt voor goddelijke wijsheid en interventie.

    Alleen al het feit dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat het "niet aan ons toekomt om te bepalen wat de juiste manier is om God te aanbidden" is een verbodsteken voor ons, maar een gebodsteken voor hen. En wij zitten nog steeds in hetzelfde schuitje dat zij als kapiteins sturen, namelijk hun eigen aanstelling om als 'beleidvolle slaaf' het heft in handen te houden. In deze context kun je het woord heft ook gebruiken als 'handvat' van een mes en de waarschuwing gebruiken die in de wachttoren staat van 15/11 blz. 15 par. 18 Christenen putten geluk uit het verrichten van dienst "Jezus waarschuwde ook: „Het uur komt dat een ieder die u doodt, zal menen God een heilige dienst te hebben bewezen".

    Niet dat de organisatie en het besturende lichaam in de gevangenis zullen terechtkomen omdat zij geestelijke moordenaars zouden zijn.

    Maar voor mij is het duidelijk geworden, dank zij de organisatie en het besturende lichaam, dat wat Jezus Christus uitdrukkelijk zei "Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten” in Mattheüs 4:10.
    Het is voor mij en voor jou en voor gelijk wie niet nodig om op je knieën te zitten voor de organisatie en het besturende lichaam of voor gelijk welke organisatie maar ook.

    In dit geval gaat de Wachttoren in vervulling, al is het anders dan dat de organisatie en het besturende lichaam bedoelden.
    w80 15/11 blz. 26 par. 15 Heilige dienst in deze "tijd van het einde” Veronderstel echter eens dat de autoriteiten van het land ons verbieden onze aanbidding als christelijke getuigen van Jehovah voort te zetten. Hoe staat het er nu mee wanneer wij de woorden van de apostelen van Christus opnemen: "Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen”?

    Staat in die publicatie dat wij "de organisatie en het besturende lichaam" meer moeten gehoorzamen dan mensen.

    VERGEET A.U.B. NOOIT DAT "EEN organisatie en het besturende lichaam" UIT MENSEN BESTAAT. ik herhaal dat een organisatie niets, maar dan ook niets kan doen, het zijn de mensen in die organisatie die het doen.

    Door hun autoritair gedrag, het misbruiken van mensen, het interpreteren van bijbelteksten en leerstellingen, data en tijdsprofetieën die telkens weer verschoven en herinterpreteerd moeten worden enz., brengen zij smaad op Gods naam i.p.v. die naam, waar zij zich achter verschuilen, te verheerlijken.

    Een sterke band met God kun je onmogelijk verwerven wanneer je Hem verkeerd voorstelt en eigenschappen toeschrijft die uit een menselijk brein komen.

    dinsdag 12 mei

    Ik loof u ... omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard. -Matth. 11:25.

    Zelfs als je op school geen uitblinker was, moet je niet denken dat je "de diepe dingen Gods" niet kunt begrijpen (1 Kor. 2:10). Tijdens Jezus' aardse bediening openbaarde Jehovah zijn voornemen niet aan wijzen en intellectuelen, maar aan ongeletterde en gewone mensen die nederig genoeg waren om zich door zijn dienstknecht te laten onderwijzen. Ze leken kleine kinderen vergeleken bij de mensen die op de scholen waren onderwezen (Hand. 4:13). Ook in deze tijd gebruikt Jehovah zijn geest om zijn organisatie te leiden, en die organisatie geeft Gods verenigde volk begrip van de Bijbel (Hand. 20:28; Ef. 4:3-6). Wereldwijd volgen alle gemeenten hetzelfde programma voor Bijbelstudie. In de loop van een aantal jaren wordt het hele scala van Bijbelse leerstellingen behandeld. De heilige geest is via de gemeente werkzaam om mensen te helpen de juiste instelling te ontwikkelen om "de diepe dingen Gods" te begrijpen. - Hand. 5:32.

    De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 28 §5, 6.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij gaan die bijbeltekst van 1 Kor. 2: 10 er eens bijhalen: 1 Korinthiërs 2:10. "Want aan ons heeft God het geopenbaard door middel van zijn geest, want de geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods".

    Zoals je kunt zien heb ik "aan ons" benadrukt en je weet ondertussen wat dat betekent nietwaar. Voor diegenen die het nog niet weten leg ik het nog eens uit.

    De context toont twee klassen van mensen aan, diegene die op menselijke wijsheid vertrouwen of gebruiken (vs5) en diegene die Gods wijsheid zouden prefereren (vs7), daar kun je er zelf nog wel enkele aan toe voegen.
    Persoonlijk heb ik mij altijd geconcentreerd op datgene wat
    Jezus Christus in de bergrede van Mattheus, als eerste van de 'gelukkig verklaringen' onderwees: hoofdstuk 5: 3 "Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe".

    Door omstandigheden bleef dat zo' n 10 jaar lang alleen bij het lezen van de publicaties. Toen deze omstandigheden veranderden maakte ik snelle vorderingen, alhoewel ik een andere  bijbelstudieleraar wilde, iemand die dieper ging dan alleen maar zeggen "de bijbel" zegt het en dan een tekst aanhalen die voor hem ogenschijnlijk voldeed, maar niet altijd voor mij.

    Hiermee bedoel ik dat wat studeren betreft, wilde ik onbewust, want ik kende de bijbel niet, van in het begin de 'diepere dingen' Gods leren kennen.

    Voor mijzelf ben ik best tevreden en ik blijf mijn 'geestelijke nood' verder en dieper bevredigen.

    In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam wordt subtiel gebruik gemaakt van 1 Kor. 2 in combinatie met Hand. 4: 13. Toen zij nu zagen hoe vrijuit Petrus en Johannes spraken en bemerkten dat zij ongeletterde en gewone mensen waren, verwonderden zij zich. En zij gingen hen herkennen als [personen] die met Jezus waren geweest. en dan nog een niet genoemde tekst, deze Mattheüs 11:25. "In die tijd nam Jezus het woord en zei: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard".

    Voila, en hiermee is de basis gelegd om de organisatie en het besturende lichaam te introduceren.

    Ik gebruik hun eigen woorden: "Ook in deze tijd gebruikt Jehovah zijn geest om zijn organisatie te leiden, en die organisatie geeft Gods verenigde volk begrip van de Bijbel" en nu weet je direct op wie het door mij benadrukte of vet gedrukte 'aan ons' betrekking heeft.

    Wanneer je studie hebt of hebt gehad, dan is één van de eerste dingen die men je leert, en de bijbel wordt daarvoor gebruikt, dat is dat je geen deel van de wereld kunt zijn en tezelfdertijd een Getuigen van Jehovah.

    De manieren waarop de 'bijbelstudies' opgesteld en gegeven worden,"en ik noem het nú een leerstelling", zijn zo subtiel dat je het meestal maar bemerkt wanneer je er zelf de dupe van wordt.

    Deze "vervreemding" is een van de basis behandelingen die het enorm moeilijk maken om jezelf te blijven en daarmee bedoel ik dat anderen voor jou zullen denken, spreken en leven.
    Deze manieren schakelen geleidelijk je persoonlijk geweten uit dat vervangen wordt door het collectief geweten van de gemeente, het geweten van het lichaam van ouderlingen en als groep uiteraard door het geweten van de organisatie en het besturende lichaam.

    Het ergste van dit alles is dat je zelfs gelukkig zult zijn om een slaaf van de organisatie en het besturende lichaam te worden, omdat je honderd procent overtuigd bent dat je door hen een slaaf van Jezus Christus bent. Maar zoals Jezus Christus zelf zei "twee meesters dienen kan niet".

    Alhoewel er geschreven staat dat Jezus Christus zegt dat hij verdeeldheid zal brengen worden deze schriftplaatsen niet in overeenstemming met een Christelijke levenswijze gebruikt en ik haal die teksten aan: Mattheüs 10:32-39. Belijdt daarom iemand voor de mensen dat hij in eendracht met mij is, dan zal ook ik voor mijn Vader, die in de hemelen is, belijden in eendracht met hem te zijn; 33 maar al wie mij verloochent voor de mensen, die zal ook ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. 34 Denkt niet dat ik gekomen ben om vrede op de aarde te brengen; ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar een zwaard. 35 Want ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen een mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. 36 Ja, ’s mensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn. 37 Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig. 38 En wie zijn martelpaal niet aanvaardt en mij niet navolgt, is mij niet waardig. 39 Wie zijn ziel vindt, zal ze verliezen, en wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden.

    Hier bedoel ik mee dat er geen enkel origineel evangelie of document is dat Jezus Christus dit zou gezegd hebben en zeker niet dat de organisatie en het besturende lichaam dit op haar eigen interpretaties kan of mag toepassen.

    De miljoenen die wegblijven zijn grotendeels geconfronteerd met onrechtvaardige toepassingen van wat Jezus Christus zou gezegd hebben. Even als de vele oorlogen onderling en deze die in de naam van God werden en worden uitgevochten. (zie zeker het volgende).

    WOENSDAG  13  MEI

    Mijn geweten legt met mij getuigenis af in heilige geest - Rom. 9:1.

    §9 De Bijbel maakt duidelijk dat het geweten het innerlijke vermogen is om naar je daden te kijken en ze te beoordelen. Het is alsof een innerlijke stem je zegt of een handelwijze goed is of niet. Die stem kan bijvoorbeeld van tevoren spreken als je overweegt iets te doen wat morele aspecten heeft. Je geweten kan je helpen om iets wat je wilt gaan doen, te beoordelen en je voor te stellen hoe je je zult voelen als je het gedaan hebt. §10 Meestal gaat je geweten spreken nadat je iets gedaan hebt. Toen David op de vlucht was voor koning Saul, was hij een keer in de gelegenheid iets oneerbiedigs tegenover Gods gezalfde koning te doen, en hij deed dat. Naderhand 'bleef Davids hart hem slaan' (1 Sam. 24:1-5; Ps. 32:3, 5). Het woord 'geweten' wordt in dat verslag niet gebruikt; toch is dat nu precies wat David voelde - de reactie van zijn geweten. We hebben allemaal wel eens last gehad van ons geweten. Als iemand naar Zijn geweten handelt, kan dat een gevoel van vrede en voldoening geven.          

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §9, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Romeinen 9: 1 die hierboven in hun commentaar gebruikt wordt maakt al direct duidelijk dat het om het persoonlijk geweten gaat van Paulus. Zo wordt op blz. 22 van vermelde Wachttoren §14 geschreven dat ook Adam en Eva een geweten meekregen en wij hebben ons geweten van hen geërfd.
    Bij dezelfde procedure kregen zij, Adam en Eva ook een vrije wil mee, en die ook hebben wij gelijk meegekregen.
    Nu wil ik wel eens stilstaan bij die overdrachten. Vermits Adam en Eva als volmaakte mensen bewust zondigden hebben zij geen recht meer op 'eeuwig leven', dat is mij toch geleerd.
    Daar zij door bewust te zondigen onvolmaakt werden en gij en ik en de rest van de mensheid vanaf het begin daardoor "onvolmaakt" op de wereld gezet.

    En nu de hamvragen: hebben wij dan een onvolmaakte wil en een onvolmaakt geweten?
    Dat zal wel zo zijn zeker? Als dit zo blijkt te zijn in hoeverre zijn wij dan verantwoordelijk voor alles wat wij doen of niet doen?

    Het geweten is in de praktijk nog steeds een wisselwerking van het verstand en het denkvermogen van het hart. De morele regels zijn er, maar werken niet automatisch en evenmin accuraat.
    Ze werken evenmin synchroon met ander individuen en nog veel minder met andere culturen en weet ik veel. Het zijn ook niet altijd dezelfde regels en verschillen "en gros" evenveel van elkaar als mensen "en gros" van elkaar verschillen.
    Neemt o.a. maar de vingerafdrukken en het bloed in het lichaam.

    Toch, alhoewel uniek, zijn de hoofdkenmerken algemeen. Wij nemen Romeinen 2: 14 Want telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen der wet doen, zijn deze mensen, al hebben zij geen wet, zichzelf tot wet. 15 Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen. 

    Deze tekst toont eveneens aan dat het geweten van een mens ZIJN geweten is. Uiteraard is een geweten gevormd, maar het kan ook misvormd zijn, het kan geoefend worden, bijgestuurd, vervormd en zelfs dichtgeschroeid worden. Je kunt het laten spreken en het ook het zwijgen opleggen, kortom je kunt er alle kanten mee uit, als je wilt en het toelaat.

    Zie je als je wilt? Dus willen en geweten zijn doorgaans vrijheden die wij ons kunnen veroorloven zolang wij geen inbreuk maken op de vrijheid van anderen of de wil van een ander niet onderdrukken.
    De subtiele manieren in voorgaand commentaar sporadisch besproken zijn voldoende om te beseffen dat het niet de Christus is die ook maar iemand dwingt een bepaalde weg te gaan, maar de organisatie en het besturende lichaam doen dat wel. Zij vertellen ons dat wij de diepe dingen Gods dienen te kennen, maar alleen en uitsluitend door hen.

    Wil je nu nog eens de bijbel nemen en dan Openbaring 2: 24 Maar tot de overigen van U die in Thyatira zijn, allen die deze leer niet hebben, degenen namelijk die de „diepe dingen van Satan” — zoals zij zeggen — niet hebben leren kennen, zeg ik: Ik leg U geen andere last op.

    Zoals je misschien reeds wist heeft Satan in zijn reservoirs eveneens veel "diepe dingen" om mensen te misleiden.
    Daarom moet je de "diepe dingen" van God kennen om de "diepe dingen" van Satan te herkennen en te verwerpen. Het doel van Satan was van in het begin mensen van God af te trekken door ze achter zich te krijgen.

    Het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam zegt dat het geweten meestal gaat spreken nadat je iets gedaan hebt. Ik veronderstel nadat je iets verkeerd, fout of slechts gedaan hebt.

    Ik haal nu even §18 aan van vermelde wachttoren: 18 Wat valt er te zeggen over de invloed van onze omgeving op ons geweten? We hebben misschien de invloed ondervonden van het denken en doen van onze familieleden en van de omgeving waarin we zijn opgegroeid. Dat kan de signalen van ons geweten gesmoord of vervormd hebben. Ons geweten sprak met het ’accent’ van anderen om ons heen.

    Het enige wat ik nu ga doen is een bepaald gedeelte vervangen en benadrukken en jij mag uitmaken of het zo is of niet.

    18 "Wat valt er te zeggen over de invloed van onze omgeving op ons geweten? We hebben misschien de invloed ondervonden van het denken en doen van de organisatie en het besturende lichaam en dat kan de signalen van ons geweten gesmoord of vervormd hebben. Ons geweten sprak en spreekt nu grotendeels met het ’accent’ van wat in de publicaties staat, met inbegrip van de Nieuwe Wereldvertaling. Daarboven komt nog eens wat ons tijdens alle vergaderingen onderwezen wordt."

    Onze vrienden, familie en zelfs gezinsleden spelen praktisch geen rol meer in ons leven, maar de nieuwe vrienden en datgene wat wij nu leren hebben prioriteit zoiets hebben wij vroeger  nooit ervaren.  Wij zijn er zo vol van dat alleen deze belevenis ons nog goed doet, totdat???

    Uiteindelijk de vervreemding zo erg  is dat je zelfs je eigen vrienden, familieleden, ouders, je eigen kinderen, wanneer zij niet diezelfde handelwijze van jou volgen, als vreemden gaat behandelen.

    De woorden van Jezus Christus gaan zo letterlijk in vervulling dat het voor jezelf een uitgemaakte zaak is die uitsluitend aan je vervreemde vrienden, familieleden, ouders, je eigen kinderen te wijten is, zij zijn de schuldigen, de bijbel bewijst het.

    [(Zie Matt. 10: 34-36), maar ik zeg je dat Jezus Christus dit nooit zo bedoeld kan hebben als de organisatie en het besturende lichaam het onderwijst.]

    Voorlopig zijt ge daar zo van overtuigd, en de organisatie en het besturende lichaam en al je nieuwe vrienden zullen dit uit eigen ervaring kunnen beamen.

    En van de miljoenen die de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten zijn er praktisch evenveel, of zelfs meer, die juist daarom de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten, maar daarom niet goddeloos zijn geworden, maar menselijker.

    DONDERDAG  14  MEI

    Wordt daarom navolgers van God, als geliefde kinderen. - Ef. 5:1.

    Jehovah is "vergevensgezind"; hij schenkt "ware vergiffenis" (Ps. 86:5; 130:4). We geven er blijk van geliefde kinderen van Jehovah te Zijn als we hem navolgen. We zijn allemaal zondaars en hebben Jehovah's vergeving heel hard nodig. We moeten daarom oppassen als we niet geneigd zijn iemand anders te vergeven. We zouden als de slaaf in Jezus' gelijkenis kunnen worden die weigerde zijn medeslaaf een schuld kwijt te schelden die slechts een fractie was van de schuld die Zijn meester hem al kwijtgescholden had. Toen de meester dat hoorde, liet hij de slaaf die niet wilde vergeven in de gevangenis werpen. Jezus besloot de gelijkenis met de woorden: "Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen indien niet een ieder van u zijn broeder van harte vergeeft" (Matth. 18:21-35). Als we over die gelijkenis mediteren en erover nadenken hoe vaak Jehovah ons vrijelijk vergeven heeft, zal dat ons beslist helpen wanneer we proberen een conflict met een broeder of zuster bij te leggen! -   Ps. 19:14.

    De Wachttoren van 2007 1 oktober 3e studieartikel blz. 26 §18.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat is weer zo'n situatie die verwarring teweeg brengt mede verdeeldheid in veel gemeenten, maar ook in persoonlijke verhoudingen. Ik heb daar vroeger reeds commentaar over gegeven.

    De illustratie die hierboven gebruikt wordt is voortgekomen uit de procedure die Jezus Christus instelde om moedwillige zondaars aan de kaak te stellen. (Mattheus 18: 15-17).

    De illustratie waar het omgaat toont duidelijk dat diegene met een enorme schuld voor zijn eigen een dringend beroep op de schuldeiser deed die daardoor de schuld zelfs kwijtschold. Zie vs 32.
    Daartegenover kon hij geen enkele empathie opbrengen voor een schuldenaar die hem in vergelijking maar enkele centen schuldig was. Vs 28-30.

    Het resultaat van de illustratie was dan ook dat diegene met de grote schuld niets begrepen had of wilde begrijpen dat hem barmhartigheid was bewezen, met alle gevolgen van dien.

    In het vers 35 stelt Jezus Christus barmhartigheid gelijk met vergevensgezindheid waardoor Petrus zijn eigen conclusies kon trekken over de door hem gestelde vraag.

    Wanneer het over minder belangrijke zaken gaat kan liefde als dekmantel worden gebruikt.    1 Petrus 4: 8 "hebt bovenal intense liefde voor elkaar, want liefde bedekt een menigte van zonden".

    Toch zijn er zonden die je niet zo maar kunt of mag vergeven. Lukas 17: 4 "zelfs indien hij zevenmaal per dag zondigt en zevenmaal bij u terugkomt en zegt: 'ik heb berouw', moet gij hem vergeven.  Het is zonder meer duidelijk dat 'berouw' de cruciale factor is wil het vergeven zin hebben. Ik ga zelfs iets verder, het moet oprecht berouw zijn en indien het mogelijk is moet de schuldenaar alles doen naar vermogen om de zaken recht te zetten, wat als bewijs van zijn oprechtheid kan aanvaard worden. Handelingen 26: 20 (...) dat zij berouw moesten hebben en zich tot God moesten keren door werken te doen die bij berouw passen".

    Hierbij behoren eveneens zonden die men aan de autoriteiten dient bekend te maken. Alhoewel de organisatie en het besturende lichaam het kerkelijk recht uitoefenen is er een precedent dat tot nadenken stemt:

    In verband met de "pedofilie zaken" is de organisatie onder druk van de media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovah’s Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.

    NEEM NOTA DAT: In verband met de pedofiliekwestie er opmerkelijke veranderingen zijn doorgevoerd op minder dan een jaar tijd, onder druk van o.a. de BBC . Voor België werd dit  programma in “Panorama” vertoond.

    De eerste brief hierover die, door de organisatie en het besturende lichaam naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15 februari 2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden.

    Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.

    De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk  dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dan dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten.

    Kun je eveneens navragen.

    De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze verplaatste de dader(s) meestal  naar een andere parochie of instelling.
    Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ‘ontrouwe Jeruzalem’ omdat zij niet alleen de  handelwijze van hetzelfde misbruik  verhulde maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.

    Erger nog zijn de sancties, maar sommigen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet meer geloofwaardig konden overkomen.

    Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.

    De video is op te halen via Eleuthera.aggelia.be

    Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden, ja omdat zolang iemand die ‘aanklachten’ indient, als een ‘verklikker’ behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen allerlei mistoestanden verdoken blijven. Dit geldt beslist niet voor alle gemeenten.

    Heb je opgemerkt dat de eerste brief gedateerd is op 15 februari 2002.

    Het genootschap wist toen reeds dat het programma zou worden uitgezonden, daarom moesten ‘verklikkers’ uitgesloten worden.
    Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten mochten geen sancties opgelegd worden.

    Wat zei Jezus Christus ook weer in zijn beroemde bergrede volgens Matthéüs 5: het vers 20: "want ik zeg u, dat indien uw rechtvaardigheid niet overvloediger is dan die van schriftgeleerden en Farizeeën, gij het koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan".

    De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht  maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen?  Ik wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en daar kun je iemand het zwijgen opleggen. Ik zeg ‘iemand’, maar niet iedereen.

    En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).

    .Romeinen 13 (en hiermee is beslist nog niet het laatste woord gezegd) beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk  leven van hun leden beslissingen door te voeren.

    Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.

    Wat is nu belangrijker het persoonlijk geweten of de reputatie van de organisatie en het besturende lichaam?

    10-05-2009 om 10:32 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 6 MEI tot en met 10 MEI

    woensdag 6 mei

    God weet dat nog op de dag dat gij ervan eet, uw ogen stellig geopend zullen worden en gij stellig als God zult zijn, kennend goed en kwaad. Gen. 3:5.

    Satan slaagde erin Adam en Eva ertoe te brengen tegen Jehovah's heerschappij in opstand te komen. Die opstand vormde een aanval op Gods soevereiniteit. In welke zin? Door Eva te vertellen dat ze 'volstrekt niet zou sterven' als ze van de verboden vrucht at, insinueerde Satan dat Jehovah loog en dus onbetrouwbaar was. Satan suggereerde ook dat Adam en Eva beter af waren als ze Gods gebod zouden negeren en onafhankelijk hun eigen weg zouden gaan (Gen. 3:1-6). Dat was een directe aanval op de rechtmatigheid van Gods heerschappij. Wat zou Jehovah doen? Jehovah maakte duidelijk dat hij de situatie volkomen beheerste toen hij onmiddellijk tot actie overging en het oordeel over de opstandelingen uitsprak. Hij verklaarde Adam en Eva de gave van eeuwig leven onwaardig en verdreef hen uit de Hof van Eden. Gen. 3:16-19, 22-24.

    De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  als volmaakte mensen was de keuze die zowel Adam en Eva maakten voor ons onvolmaakte mensen eerder onbegrijpelijk. Zelfs het commentaar dat Paulus over Eva vertelt, volgens de Bijbel onder inspiratie van Gods geest geschreven werpt meer vragen op dan antwoorden.

    Paulus schrijft in 1 Timotheüs 2:14. "Ook werd Adam niet bedrogen, maar de vrouw werd grondig bedrogen en geraakte in overtreding".

    1)                             Hoe kon Eva bedrogen worden vermits de Bijbel duidelijk maakt dat zij dagelijks contact hadden met God? Genesis 3:8 "Later hoorden zij de stem van Jehovah God, die omstreeks het winderige gedeelte van de dag in de tuin wandelde ", of was zij uiteindelijk minder volmaakt?

    2)                              Waarom stelde Eva geloof in de als slang vermomde engel, terwijl God haar alles had gegeven?

    3)                             En was Adam zo rap te verleiden om direct de zijde van zijn vrouw te kiezen?

    4)                             Was zijn dankbaarheid zo miniem dat hij niet kon wachten tot 'het winderige gedeelte van de dag' om het met God te bespreken?

    5)                             Enz, enz enz...

    Het feit dat Adam en Eva een vrije wil hadden meegekregen maakte die keuze erg dubieus.

    Terwijl de macht van het geestelijk schepsel bleef gehandhaafd, alhoewel onder voorwaarden.

    Dat daardoor Gods soevereiniteit in het gedrang werd gebracht is nog niet zo vaststaand als ze ons willen doen geloven. Hij is tenslotte de formeerder van alles en iedereen, dus wat moet er uiteindelijk bewezen worden?

    Als volmaakte schepselen zo snel hun eigen gedachten en verlangens willen bevredigen is het niet verwonderlijk dat onvolmaakte mensen bredere wegen willen bewandelen?

    ondertussen zijn De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam er op een lucratieve wijze in geslaagd om hun interpretatie van de Bijbel op een subtiele manier over te brengen aan goed gelovige mensen.

    Door hun hoop op het paradijs en eeuwig leven te beloven, zullen zij alles wat de organisatie en het besturende lichaam schrijven en prediken, blindelings aanvaarden. Ik begrijp hen heel goed, want ik spreek uit jarenlange persoonlijke ervaring.

    Nergens, maar dan ook nergens, heeft God noch zijn Zoon Jezus Christus aan één organisatie die autoriteit gegeven. De "illustratie" van Mattheus 24: 45,, die de Wachttoren-organisatie en het Besturende lichaam op zichzelf toepassen, heeft enkel tot doel om elkaar te helpen teneinde Jehovah en Zijn zoon beter te leren kennen en na te volgen.

    Daarmee bedoel ik niet dat er geen organisatie mag zijn, maar...      De bijbel zegt duidelijk in 1 Timotheüs 2:5-6. "Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, 6die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen [hiervan] dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam zichzelf het recht toekennen om via het predikingwerk en dan specifieker "het van huis tot huis – van deur tot deur" werk zich als ''Gods organisatie" uit te geven, is kenmerkend voor gelijk welke religieuze organisatie.

    Dat juist dit werk, volgens hun eigen organisatieboekjes vanaf 1972 t.e.m. 2005, uiteindelijk een 'handelsmerk' is geworden, kan in de ogen van hen en hun leden juist zijn, maar daarom nog niet in de ogen van God of Zijn zoon.

    Laat het voor eens en altijd duidelijk zijn dat wanneer God een werktuig, één organisatie gebruikt, dit werktuig of die organisatie(s) zich niet boven diegene verheft of verheffen die het werktuig hanteert.

    Jesaja 10:15. "Zal de bijl zich verheffen boven degene die ermee hakt, of de zaag zich grootmaken boven degene die haar heen en weer beweegt, alsof de staf degenen die hem opheffen heen en weer bewoog, alsof de stok hem ophief die geen hout is"?

    alleen god bepaald wie eeuwig leven waardig is of niet.

     

    DONDERDAG  7  MEI

    Wanneer gij echter blijk blijft geven van begunstiging, begaat gij een zonde. -  Jak. 2:9.

    Als we rijke of prominente personen bevoordelen, zouden we minder gevoelig kunnen worden voor "het klaaggeschrei van de geringe" Spr. 21:13). Begunstiging werkt belemmerend op een barmhartige houding. We tonen barmhartigheid door anderen onpartijdig te behandelen. Betekent onpartijdigheid dat we nooit speciale achting voor iemand mogen tonen? Beslist niet. De apostel Paulus schreef in verband met zijn medewerker Epafroditus aan de christenen in Filippi: "Blijft dat soort van mannen dierbaar achten." Waarom? "Want ter wille van het werk des Heren is hij de dood zeer nabij geweest, doordat hij zijn ziel aan gevaar heeft blootgesteld ten einde het volledig te vergoeden dat gij niet hier waart om persoonlijke dienst voor mij te verrichten" (Fil. 2:25, 29, 30). De trouwe dienst van Epafroditus verdiende erkenning. Ook goede geestelijke eigenschappen verdienen erkenning (1 Tim. 5:17). Het tonen van die achting is geen begunstiging.

    De Wachttoren van 2007 15 september 2e studieartikel blz. 26 §8, 9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laat ik eerst maar beginnen met het woord "begunstiging" zoals het in boven vermeld commentaar staat en juist is weergegeven met "bevoordelen". Het kan ook weergegeven worden met "beschermen".

    Maar ik wil ook aandacht schenken aan het soort van personen die begunstigd bleken te worden in de gemeente. Jakobus schreef toch "wanneer gij echter blijk blijft geven (...).

    De context maakt duidelijk dat het wel degelijk om 'rijk en arm' ging. Dat het commentaar daar ook 'prominente' personen bij betrekt is logisch omdat rijk en prominent zijn meestal een Siamese tweeling blijkt te zijn. Volgens de aanklacht was de 'rijke' een materieel rijke en volgens het woordenboek is een prominent iemand een vooraanstaande persoon.

    Nu komen wij in een redelijk smal straatje terecht, want de mens in het algemeen heeft de neiging om zowel rijke of prominente figuren anders te bejegenen.

    Soms zelfs naar het extreme toe en wel in twee richtingen, zowel positief als negatief.

    Het commentaar brengt een directe toepassing door de tekst van spreuken 21: 13 'de geringe' te situeren en dat begunstiging belemmerend werkt op een  barmhartige houding.

    Volgens Jakobus was dat ook zo, want de rijke kreeg een zetel op de eerste rij en de arme mocht plaats nemen onderaan zijn voetbankje om het figuurlijk uit te drukken.

    Die handelwijze leidde, zoals hun commentaar zegt, uiteindelijk tot partijdigheid, maar de context zegt in de N.W. "klassenonderscheid". (Zie het vers 4 van Jakobus X2).

    Daarom wil ik een verschil van terminologie maken. Partijdigheid heeft in deze context te maken met beoordeling onder beïnvloeding. Wat dus niet verkeerd hoeft te zijn. Klassenonderscheid heeft in dezelfde context echter te maken met "afdelingen" en/of "rangen".

    Vermits de Nieuwe Wereldvertaling de vertaling van de Wachttoren organisatie is blijkt het logisch om de denkpiste van de organisatie en het besturende lichaam te volgen. En op de zoekrobot kreeg ik via Corse een antwoord dat mij bijzonder goed van pas kwam, hier komt het bewuste gedeelte in verband met "klassenonderscheid".

    De priesters, die het onderwijs controleerden, zorgden ervoor dat het klassenonderscheid in de samenleving een permanent instituut werd en creëerden een systeem van waarden waardoor de bevolking in grote mate onbewust werd gehouden en waarmee ze begeleid werden in hun sociaal gedrag. door Corse » 25 aug 2005 15:37.

    Het is mij niet vreemd dat de organisatie en het besturende lichaam redelijk veel overeenkomsten hebben met de door haar verguisde tegenstander 'de christenheid'.

    Het is jou waarschijnlijk ook niet vreemd dat de organisatie en het besturende lichaam in serieuze afdelingen en rangen is onderverdeeld o.a. belijdende 'gezalfden', niet 'gezalfden' of de gedoopte en niet gedoopte 'verkondigers' als twee groepen met een verschillende bestemming. Ieder van hen kan streven naar een ambt, maar er zijn uitzonderingen wat de vrouwen betreft.

    Dan komen ambtsdragers of opzieners volgens het boek 'georganiseerd om Jehovah's wil te doen' blz.37-58. (Dit boek is niet voor het publiek beschikbaar). Deze opzieners hebben uiteraard nog verschillende verantwoordelijkheden in de respectievelijke gemeenten zoals de presiderend opz., de secretaris ooit de meest verantwoordelijke genoemd, de dienstopziener, de wachttorenstudieopziener, de schoolopziener en de gemeenteboekstudieopziener. Samen vormen zij het 'lichaam van ouderlingen' met een eigen geweten, zoals ook de gemeente zelf een collectief geweten zou hebben. Iedere gemeente heeft dan nog een "dienstcomité" bestaande uit de presiderende opz., de secretaris en de dienstopziener. Daarnaast zijn er nog speciale comités, rechterlijke en beroepscomités, ziekenhuiscontactcomités, patiënten- bezoekgroepen, regionale bouwcomités, congreshalcomités en congrescomités en uiteindelijk, de stadsopziener. Daarboven komen dan de kringopziener, de districtopziener, het bijkantoorcomité dat drie of meer bekwame mannen omvat naargelang de behoeften. Dan hebben we nog de zoneopziener. En die worden geholpen door de dienaren en hun assistenten.

    De speciale en gewone pioniers en de hulppioniers, zendelingen en bethelieten vind je op de blz. 112-116.

    Al met al zijn dit voorrechten om gelijk welke titel of ambt te mogen vertegenwoordigen.

    In de praktijk betekent dit een vruchtbare bodem voor de reden of redenen die Jakobus aan de kaak stelde in zijn tijd en zijn gemeente. En gezien de onvolmaakte mens alsmaar onvolmaakter wordt is de waarschuwing om geen klassenonderscheid te blijven dulden geen ijdel woord.

    Het blijkt zelfs één van de voornaamste reden te zijn dat miljoenen de organisatie de rug toekeren, want dienend leiderschap wordt daardoor niet bevorderd, integendeel.

    vrijdag 8 mei

    Het Lam ... zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. -   Openb. 7:17.

    Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf". Toen Christus de "slaaf" in 1918 inspecteerde, zag hij dat de gezalfden op aarde getrouw in geestelijk voedsel "te rechter tijd" voorzagen. Jezus, de Meester, stelde hen dan ook graag "over al zijn bezittingen" aan (Matth. 24:45-47). De bezittingen van Jezus Christus, Jehovah's regerende Koning, omvatten alle Koninkrijksbelangen op aarde. Daarbij hoort ook "een grote schare" die de apostel Johannes in een visioen zag. Johannes beschrijft de grote schare als volgt: "Zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuId in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen." Openb. 7:9.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §1, 2.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de eerste zin van het artikel is voor de zoveelste keer een zin die zorgvuldig en subtiel is voorbereid. Ik herhaal die zin "Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf".

    Het feit dat Jezus Christus een illustratie gebruikt en de organisatie en het besturende lichaam daar een vaste toepassing op zichzelf aan geeft is op zijn minst voorbarig en tezelfdertijd aanmatigend. Hoe zit het dan met andere illustraties? En wat zijn de redenen dat Jezus Christus grotendeels in 'illustraties' sprak?

    Mattheüs 24:45-47). "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hen te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.

    Ik heb daarom de schriftplaatsen overgenomen, zodat je nu gemakkelijk kunt volgen. Jezus Christus stelt in de eerste plaats een vraag. Deze vraag maakt duidelijk dat hij, Jezus Christus, die 'getrouwe en beleidvolle slaaf reeds had aangesteld. Dus was hij reeds in dienst van Jezus Christus en moest volop bezig zijn met het uitdelen van 'geestelijk voedsel'.

    Jezus Christus  vervolgt dan door melding te maken van zijn aankomst en wanneer zij druk bezig zouden zijn met het uitdelen van voedsel zou hij hem zelfs al zijn bezittingen toevertrouwen.

    Er zijn dus enkele voorwaarden waaraan voldaan moest worden. 1) Zijn aanstelling door Jezus Christus, 2) hij moet bezig zijn met geestelijk voedsel uit te delen. 3) Daarbij komt dan dat de slaaf  rekening met Jezus Christus komst moest houden.

    Nu weet je dat zowel de Katholieke kerk als de ¨Protestantse kerken vele vertalingen van de bijbel hebben gerealiseerd, maar wereldwijd is de Bijbel ook door bijbelgeleerden gedupliceerd en verbeterd of aangepast, zowel aan de tijd als aan de vermeerderde handschriften. De organisatie en het besturende lichaam hebben hun eigen bijbel pas in de late uurtjes op de markt gebracht.

    Wat religieuze geschriften betreft zijn de organisatie en het besturende lichaam beslist niet de enigen die er in voorzien, maar zeker niet de eerste. En de vele aanpassingen, veranderingen, vereenvoudigingen en tegenstrijdigheden van hun eigen lectuur maakt duidelijk dat er weinig of geen verschil is met hun voorgangers wat het eigenlijke doel is van hun lectuur en inspanningen. Zij mogen dan in de ogen van hun eigen aanhangers de beste zijn, dan kan ik alleen maar vaststellen dat zij de beste zijn van de christenheid.

    Dan hebben wij de aankomst van Jezus Christus die door de organisatie en het besturende lichaam op 1914 is vastgelegd en waar zij voorlopig nog aan vast houden. Toch is ook die datum gebaseerd op hun "eigen tijdrekening" tegenover de tijdrekening van anderen, alhoewel maar met een verschil van 20 jaar.

    De bewijzen daarvoor dragen zij zelf aan alhoewel alles staat of valt met de geschiedenis en de bijbel. Éen voorbeeld is de formatie van Adam die door de organisatie en het besturende lichaam op 4026 vGT is berekend maar de bewijzen zijn nu zo overweldigend dat de mens al veel langer op de aarde zou moeten zijn. Daarbij komt nog dat één scheppingsdag volgens vroegere uitleg van de organisatie en het besturende lichaam 7000 jaar bedroeg maar nu wordt er gesproken van duizenden jaren. Wanneer het ene mis blijkt te zijn hoe kan het andere dan overeind blijven?

     

    zaterdag 9 mei

    De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraakdie uit Jehovah's mond voortkomt. Matth. 4:4.

    God wil dat we goed voor onszelf en ons gezin zorgen, wat onder andere inhoudt in hun en onze lichamelijke en geestelijke behoeften te voorzien. We moeten daarbij echter evenwichtig zijn en oppassen dat wereldse belangen en zorgen niet de belangrijker geestelijke zaken overschaduwen (Matth. 6:33). Helaas draait het leven van veel mensen bijna uitsluitend om het verkrijgen van materiële bezittingen. Het is echter onverstandig te proberen alleen met materiële dingen in al onze behoeften te voorzien. Uit een recent onderzoek onder miljonairs in Azië blijkt dat velen van hen "zich onveilig voelen en zich zorgen maken, ook al genieten ze de sociale status die hun rijkdom met zich meebrengt en hebben ze het gevoel iets bereikt te hebben" (Pred. 5:11). Jezus sprak over "de bedrieglijke kracht van de rijkdom" (Mark. 4:19). Waarom is rijkdom bedrieglijk? Omdat mensen denken dat rijkdom iemand gelukkig maakt, terwijl dat niet zo is.

    De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §5, 6.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  hier past uiteraard de schriftplaats van        1 Timotheüs 5:8. Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.

    De organisatie en het besturende lichaam waarschuwen terecht dat men evenwichtig moet zijn en oppassen dat wereldse belangen en zorgen niet de belangrijker geestelijke zaken overschaduwen.

    In veel gevallen zullen plichtsgetrouwe Getuigen van Jehovah hun uiterste best doen om 'geestelijke belangen' de eerste en grotendeels de enige belangen op de eerste plaats stellen. Nu kun je uiteraard zeggen dat men hiervoor de organisatie en het besturende lichaam niet aansprakelijk kan stellen. Zowel voor de positieve als de negatieve gevolgen. Direct gezien en louter aan de hand van wat iemand leest heb je gelijk, maar er zijn vele 'maren'. Ieder artikel op zich heeft een bepaalde gevoelswaarde en is gericht op "indoctrinatie" en "manipulatie". Deze handelwijze wordt reeds bij de 'bijbelstudie' ingecalculeerd. Prijzende woorden zijn niet uit de lucht en vragen zullen direct of indirect beantwoord worden. Gezien het feit dat vele religies niet in overeenstemming zijn met wat in de bijbel staat, is het niet zo moeilijk, vooral met mensen die de bijbel niet kennen, om een antwoord te verschaffen. Een van de beste wapens van de organisatie en het besturende lichaam worden juist verschaft door wat zij noemen de 'valse religie'. En terwijl je de fouten van anderen blootlegt hoef je niet over de eigen verkeerd voorgestelde en geschreven beginselen en leerstellingen te gaan discussiëren. Gebeurt dit wel, dan zal de bijbelstudie niet doorgaan.

    Nu mag je niet vergeten dat alles wat je leest, ziet, hoort, voelt en ruikt je zal beïnvloeden. Daar is absoluut niks verkeerd aan, want dat is de manier waarop je leert en ervaring opdoet. Wanneer dit echter subtiel en met een aan het eigen doel gericht programma en stelselmatig gebeurt noemt men deze manier van doen 'hersenspoeling'.

    Onlangs las ik een passende illustratie in verband met "indoctrinatie":

    Wanneer je een kikker in heet water gooit, springt hij er onmiddellijk weer uit.

    Wanneer je diezelfde kikker echter in een pan met lauw water doet, blijft het beestje zitten.

    Stook je het vuurtje eronder geleidelijk op, dan merkt de kikker pas dat het water te heet is, en hij/zij al te versuft is om eruit te springen.

    Zo werkt dwingende beïnvloeding, het heeft je in de greep voor je het beseft.

    (ik heb persoonlijk ervaren dat je er zelfs van geniet en er volledig mee instemt, omdat wat er geleerd wordt het hart appelleert, maar daarom nog niet juist is).

    Manipulatie: komt meestal later aan bod, maar is toch ingebouwd in de publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Er is uitsluitend informatie en leerstof beschikbaar die van de organisatie en het besturende lichaam komen. En alhoewel men aangemoedigd wordt om oudere publicaties te bestuderen en opzoekwerk te doen ontbreekt hier meestal de tijd voor. En wanneer je dan tegenstrijdigheden tegenkomt moet je die zien als toegenomen licht of verbeteringen. Gij die dit leest weet heel goed dat je bepaalde lectuur, vooral van diegenen die "afvalligen worden genoemd" door de organisatie en het besturende lichaam, niet mag lezen op straffe van 'uitsluiting' vooral wanneer je het propageert. Op die manier is er een gebrek aan openheid, transparantie en ervaring.

    Aldus zijn de meningen en informatie van andersdenkenden niet beschikbaar door die geconditioneerdheid. In dit opzicht zijn de organisatie en het besturende lichaam de specialisten met niet alleen eigen ervaring, maar vooral de leringen die zij uit de geschiedenis kunnen halen. 

    Wanneer zij in hun commentaar de rijkdom etaleren als 'niet gelukkige mensen' gaan zij voorbij aan het feit dat er veel meer ongelukkige armen zijn. Tezelfdertijd vergeten zij, zoals reeds gezegd, dat de organisatie en het besturende lichaam genoemd zijn als één van de rijkste organisaties. zij vermelden in hun jaarverslagen of het jaarboek, wel hun uitgaven aan speciale pioniers, zendelingen enz. maar schrijven nooit hun inkomsten. Vanaf het jaarboek van 1985 zijn de cijfers van de uitgaven vermeld. Tot en met het jaar 2008 hebben zij zomaar eventjes 1.522.886.374 $ uitgegeven. Dat is enorm veel geld en je moet het maar binnenkrijgen vooral via diegenen waar het aan uitgegeven wordt.

     

    zondag 10 mei

    Allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezaten, werden gelovigen. - Hand. 13:48.

    In het Bijbelboek Handelingen is het opwindende verslag bewaard gebleven van de reactie van de vroege christenen op Jezus' profetie dat het goede nieuws van het Koninkrijk op heel de bewoonde aarde gepredikt zou worden (Matth. 24:14). IJverige predikers baanden de weg voor al degenen die nog zouden volgen. Als resultaat van het vurige getuigenis van Jezus' discipelen in Jeruzalem stroomden duizenden mensen, onder wie "een grote schare priesters", de eerste-eeuwse gemeente binnen (Hand. 2:41; 4:4; 6:7). Net als in de eerste eeuw reageren ook nu "allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven" bezitten gunstig op de waarheidsboodschap. Jehovah trekt zulke mensen naar zijn organisatie (Hag. 2:7). Is het niet hartverwarmend te weten dat Koninkrijksverkondigers in het dienstjaar 2007 ruim zes miljoen Bijbelstudies hebben geleid?

    De Wachttoren van 2008 15 januari 3e studieartikel blz. 13 §1,3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het verslag in Handelingen kan dan opwindend overkomen en de leitekst hoe schriftuurlijk ook, is per slot van rekening een dooddoener. De omstandigheden waarin iemand zijn leven moet slijten kan het praktisch onmogelijk maken om religie in de werkelijk zin van het woord te onderzoeken. Wanneer zo iemand dan geen 'bijbelstudie' aanvaard, is hij of zij voorlopig afgesneden van het eeuwige leven. Ook later als men met bepaalde zaken die veranderen of aan het licht komen niet gewetensvol akkoord kan gaan is men in de organisatie en met het besturende lichaam verplicht om mee te gaan. Ongehoorzaamheid wordt zonder mankeren met uitsluiting bestraft. Alhoewel ik moet zeggen dat wanneer je alles voor je eigen houdt en dus niemand weet van je ongehoorzaamheid, kun je blijven.

    Nogal wiedes, maar God weet het toch, dus gaat het wel degelijk om de organisatie en het besturende lichaam zelf. Of zou het kunnen zijn dat de organisatie en het besturende lichaam zelf niet in hun God geloven?

    Wanneer er melding van gemaakt wordt dat er in 2007 ruim 6.000.000 miljoen bijbelstudies werden geleid klinkt dit enorm. Van die 6.561.426 werden er in hetzelfde jaar 298.304 gedoopt.

    Wanneer je het jaarboek neemt van 2007 dan zie je dat er gemiddeld 6.691.790 verkondigers bericht hadden ingeleverd. De dopelingen er nu bijgeteld zou dus 6.691.790 + 298.304 = 6.990.094 moeten zijn, akkoord?

    In 2008 vertrekken wij echter met 6.829.455 volgens het jaarboek. Dit is een verschil van 6.990.094 - 6.829.455 = 160639. in de plaats van een toename van 298304 dopelingen zijn er maar 160639. dit wil zeggen dat er 298304 –160639 = 137665 personen waren die de organisatie hebben verlaten.

    Bijgevolg kan een percentage vergelijking van [(137665x100):298.304]=46,15 % van het aantal gedoopte die zijn weggegaan en [(160.639x100): 298.304]= 53,85 % van het aantal gedoopte die zijn gebleven verhelderend werken of op zijn minst tot nadenken stemmen.

    Ten titel van inlichting geef ik nu nog de gemiddelde tijdsduur die nodig blijkt te zijn om één gedoopte Getuige van Jehovah te rekruteren. De tijdspanne is vanaf 1971 t.e.m. 2008 dienstjaar 2007. Het aantal uren staat in de jaarboeken en ook het totaal van het gemiddelde aantal verkondigers. Die cijfers zijn uit de respectievelijke jaarboeken overgenomen en je kunt dit gemakkelijk nagaan, door alle cijfers van en tot die tijd op te tellen.

    Het totaal aantal uren over die 37 jaar is 31.020.908 384. En het gemiddelde aantal verkondigers die tot in 2008  bericht hebben ingeleverd is 6.829.455 dus hoeven wij alleen maar het aantal uren te delen door dit aantal verkondigers, dat is 31.020.908.384 : 6829455 = 4.542 uren voor één nieuweling.

    Nu mag jij eens schatten wat de kosten zouden kunnen zijn die de zes miljoen achthonderd negen twintig duizend vierhonderd vijf en vijftig verkondigers hebben gemaakt gedurende die éénendertig miljard en twintig miljoen negenhonderd en achtduizend driehonderd vierentachtig uren gedurende die 37 jaren.

    Ik vergeet niet dat een mensenleven onbetaalbaar is, maar het stemt tot nadenken hoe die energie, inzet, motivatie, geldelijke, fysieke en geestelijke inspanningen niet beter zouden kunnen besteed worden. Tenzij de enorme drukkerijen, lectuur en de geldelijke bijdragen, de vrijwillige bijdragen, de verschillende manieren waarop leden en zelfs niet leden hun hebben en houwen hebben afgestaan aan de organisatie en het besturende lichaam. Daarbij komt nog het onroerend bezit, het aanzien en de daarmee gepaard gaande grootheid en trots, die zo overweldigend kan zijn dat zij een macht uitmaken die tot nu toe steeds 'corrumpeert'. Vergelijk met Markus 13:22. "Want er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan, die tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, de uitverkorenen op een dwaalspoor te brengen". Ik zeg niet dat het zo is, maar de mogelijkheid is er. De transparantheid is er echter niet.

    05-05-2009 om 20:13 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 1 MEI tot en met 5 MEI

    GIJ ZULT DE WAARHEID KENNEN EN DE WAARHEID ZAL U VRIJMAKEN
    Johannes 8: 32

    VRIJDAG  1 MEI

    De zee ... en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden. - Openb. 20:13.

    §16 Op een bepaald moment tijdens de Oordeelsdag zullen er boekrollen geopend worden. Samen met de Bijbel zullen die de basis vormen om alle levenden te oordelen en te bepalen of ze het waardig zijn eeuwig leven te verwerven (Openb. 20:12). Tegen het einde van de Oordeelsdag zal iedereen voldoende gelegenheid hebben gehad om te laten zien hoe hij als individu staat tegenover de strijdvraag van universele soevereiniteit. Zal hij zich aan de Koninkrijksregeling onderwerpen en het Lam toestaan hem naar "bronnen van wateren des levens" te leiden? Of zal hij weerstand bieden en weigeren zich aan Gods koninkrijk te onderwerpen? (Openb. 7:17; Jes. 65:20) Dan zal iedereen op aarde de kans hebben gehad zelf een beslissing te nemen, zonder beïnvloed te worden door de erfzonde of een goddeloze omgeving. Niemand zal de rechtvaardigheid van Jehovah's laatste oordeel in twijfel kunnen trekken. Alleen de goddelozen zullen voor eeuwig vernietigd worden. - Openb. 20:14, 15.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §16.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: zoals het commentaar zegt "zullen er boekrollen" geopend worden. Het enige wat ik hoop is dat die dan "onveranderlijke" waarheden mogen bevatten.

    Waarom ik dat zeg en schrijf? Omdat bijna alles wat Russell, Rutherford, Knorr en consorten in al hun publicaties en traktaten uitgebazuind en als waarheden verkondigd hebben, achterhaald en niet uitgekomen is.

    LET OOK NU OP wat De Wachttoren van '97 1/1 schrijft op blz. 12 par. 2 De grotere heerlijkheid van Jehovah’s huis "(...)Dienen wij echter niet blij te zijn dat het einde nog niet is gekomen? In dit decennium van de jaren ’90 zijn in Oost-Europa, delen van Afrika en andere landen beperkingen op de prediking van het goede nieuws naar het lijkt op wonderbaarlijke wijze opgeheven. Door wat zich als uitstel voordoet, zijn nog veel meer „schapen” in de gelegenheid om uit deze onlangs ontsloten gebieden bijeengebracht te worden. — Johannes 10:16".

    Het is waar dat het "onlangs ontsloten" gebieden betreft, maar als het om meer "schapen" gaat is het een werk dat nooit hoeft op te houden want er zullen ALTIJD mensen in de organisatie terechtkomen. Met andere woorden: de "Grote Verdrukking en Armageddon" hoeven in het geheel of ten dele nooit te komen als het om redding van mensen gaat.

    En wat denkt je van deze aantijging in De Wachttoren van 84 1/9 blz. 13 par. 2 Nu is het de tijd voor ijverige dienst. "Mocht iemand zijn leven in werkelijkheid niet aan God maar aan een datum hebben opgedragen, dan is hij misschien door zifting verwijderd".

    Het 'genootschap en het besturende lichaam' geven hier de indruk dat hun leden een datum hebben aangedragen, wat niet anders is dan een misleidende en beschuldigende indoctrinatie voor diegenen die 'in de organisatie blijven'. Tezelfdertijd is het een 'stigma' voor diegenen die niet langer slaven van de organisatie en het besturende lichaam willen zijn en zich dan ook losmaken van hen. Zij noemen het 'misschien door zifting verwijderd', maar...

    In werkelijkheid zegt en indoctrineren zij diegenen die blijven, dat diegenen die misschien door zifting zijn verwijderd, geen eeuwig leven waardig zijn. Evenwel zegt de Bijbel dat deze veroordeling op het einde van de 'Oordeelsdag' plaats kan vinden.         Ik concludeer daaruit dat "de organisatie en het besturende lichaam" meer dan duizend jaar vooruitlopen op Gods beslissingen.

    Hoe mooi zij het ook voorstellen door te schrijven: " Zal hij zich aan de Koninkrijksregeling onderwerpen en het Lam toestaan hem naar "bronnen van wateren des levens" te leiden? Of zal hij weerstand bieden en weigeren zich aan Gods koninkrijk te onderwerpen?

    Dus komt het hierop neer dat wanneer hij of zij zich niet aan "de organisatie en het besturende lichaam" onderwerpt, nu reeds door hen afgesneden worden van het "eeuwige leven".

    Nu moet je eens goed nadenken over datgene wat zij schrijven in De Wachttoren van 88 1/1 blz. 26 par. 5 Blijf het Koninkrijk prediken: "Mensen zullen geoordeeld worden naar hun reactie op het goede nieuws. Daarom moet de prediking luid en duidelijk helemaal tot aan het einde toe blijven weerklinken".

    Toch zegt de laatste zin van hun commentaar: "Alleen de goddelozen zullen voor eeuwig vernietigd worden".

    ZATERDAG  2  MEI

    De dingen waarop ik ten zeerste gesteld was, waren bij de zonen der mensen. -Spr. 8:31.

     Gedreven door liefde voor God spreken nieuwelingen die pas de Bijbelse waarheid hebben leren kennen soms zo vol overtuiging over Jehovah en het Koninkrijk, dat ze anderen er heel doeltreffend toe weten te bewegen de Bijbel te onderzoeken (Joh. 1:41). Liefde voor God is de sleutelfactor die ons ertoe beweegt discipelen te maken. Laten we die liefde daarom levend houden door geregeld in zijn Woord te lezen en erover te mediteren (1 Tim. 4:6, 15; Openb. 2:4). Liefde voor Jehovah heeft er zonder meer toe bijgedragen dat Jezus Christus een ijverige leraar werd.
    Maar dat was niet de enige reden voor zijn doeltreffendheid als Koninkrijksverkondiger. Jezus bekommerde zich om mensen en gaf van levendige belangstelling voor hen blijk.

    Hij weerspiegelde Jehovah's liefde en mededogen en dat trok mensen tot de aanbidding van de enige ware God. Allerlei mensen luisterden naar Jezus omdat hij liefdevolle belangstelling voor hen en hun omstandigheden toonde. - Luk. 7:36-50; 18:15-17; 19:1-10.

    De Wachttoren van 2007 15 november 1e studieartikel blz. 21 §5-7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: ik kan die eerste zin persoonlijk bevestigen, want als beginneling kreeg ik van een vrouw, in toen nog niet toegewezen gebied, te horen dat ik zo "overtuigend" overkwam. Of zij mettertijd de Bijbel is gaan onderzoeken weet ik niet, maar of ik bij mijn 'overtuiging' ook doeltreffend was is iets wat te betwijfelen valt, voor alle nieuwelingen uiteraard.

    Waar ik wel zeker van ben is, dat er zelfs na vele jaren prediken er maar weinig Getuigen van Jehovah zijn die echt met de Bijbel kunnen prediken. De meeste van hen bieden 'publicaties' aan en ondanks of juist door de 'theocratische school' en de 'dienstvergadering' waar spreken en aanbiedingen regelmatig aan bod komen zijn er weinigen die zonder die publicaties hun draai in de prediking kunnen vinden.

    In de vermelde 'school' en 'vergadering' wordt dan ook altijd een toespraak of aanbieding gedaan met een vooropgestelde publicatie. Niet dat de Bijbel uit het beeld is integendeel, datgene wat in de Bijbel staat wordt door de publicatie ondersteund.

    In werkelijkheid is de Bijbel wel de introductie om publicaties aan de man te brengen wat voor de organisatie en het besturende lichaam belangrijker is, volgens mij, dan de boodschap op zich.

    Hun commentaar spreekt wel over liefde voor God, maar de nadruk ligt eerder bij het verspreiden van de lectuur die, nadat de verkondiger weg gegaan is, verder kan prediken. Uiteraard is dat logisch en schijnt het verantwoord te zijn, maar de volgende zin in het commentaar spreekt dat tegen.

    Je zegt dat het niet zo is?

    Ogenschijnlijk heb je gelijk, maar laat mij het toelichten. De zin zegt "Laten we die liefde daarom levend houden door geregeld in zijn Woord te lezen en erover te mediteren". De weergegeven schriftplaatsen zouden die zin moeten ondersteunen en ik schrijf die dan ook uit:

    1 Tim. 4:6 Door de broeders deze raadgevingen te verstrekken, zult gij een voortreffelijk dienaar van Christus Jezus zijn, gevoed met de woorden van het geloof en van de voortreffelijke leer, die gij nauwgezet hebt gevolgd. 15 Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn.

    Openbaring 2:4 Niettemin heb ik [dit] tegen u, dat gij de liefde die gij eerst had, hebt verlaten.

    Deze twee schriftplaatsen hebben niets te maken met "geregeld in Zijn Woord te lezen en erover te mediteren" en alzo liefde aan te kweken of te verdiepen. Integendeel, vooral Openbaring 2: 4 is een schriftplaats om schuldgevoelens op te wekken zoals je zelf kunt vaststellen.

    Het subtiele van de Wachttoren organisatie is dat zij het wel schrijven om Gods Woord te lezen en er over te mediteren, maar niet echt aanmoedigen. Om nog maar eens een 'ouwe koe' uit de gracht te halen.
    De Wachttoren van 1 september 1967 blz. 530 zegt iets heel anders: "in Jehovah's organisatie is het echter niet nodig een massa tijd en energie aan speurwerk te besteden, want er zijn broeders in de organisatie die er juist voor aangewezen zijn om dat te doen, ten einde u die niet zoveel tijd hebt, te helpen, en zij bereiden het goede materiaal voor De Wachttoren en andere publicaties van het Genootschap voor".

    Met andere woorden gezegd: gij hoeft je niet in te spannen om te willen weten wat de Bijbel of Gods Woord zegt, dat doet de organisatie voor u. Het enige waar jij je moet inzetten is 'prediken en prediken' t.t.z., gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam, wij denken voor jullie.

    En wat denk jij van Handelingen 17: 11 "De laatsten nu waren edeler van geest dan die in Thessaloníka, want zij namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren".

    ZONDAG  3  MEI

    Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.- Matth. 6:10.

    Onder Gods hemelse koninkrijk zullen we een bestuur kennen waar alle oprechte mensen nu naar verlangen. Psalm 145:16 zal dan in de volledigste zin in vervulling gaan:
    "Gij I Jehovah God opent uw hand en verzadigt de begeerte van al wat leeft." Bovendien zegt Jesaja 32:1: "Zie! Een koning [Christus Jezus in de hemel] zal regeren voor louter rechtvaardigheid; en wat vorsten betreft [Christus' aardse vertegenwoordigers], zij zullen als vorsten heersen voor louter gerechtigheid." Over de Koning Jezus Christus voorzegt Jesaja 9:7: "Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn, op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het stevig te bevestigen en om het te schragen door middel van gerechtigheid en door middel van rechtvaardigheid, van nu aan en tot onbepaalde tijd." Zie je jezelf al onder dat rechtvaardige bestuur?
    De Wachttoren van 2007 15 augustus 1e studieartikel blz. 22 §13, 14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: want bijna alle mensen hopen dat er ooit een rechtvaardig bestuur zal komen. En evenveel hebben die hoop reeds opgegeven door de schuld van wat er gebeurd is en nog steeds gebeurt. Grotendeels door datgene wat religies onderwezen hebben en onderwijzen, grotendeels omdat er weinig of geen lichtpunten zijn via menselijke wegen.

    Die religies die mensen weten te activeren om een boodschap zoals hierboven is voorgesteld, en zelfs bijbels ondersteund kan worden, zullen altijd aandacht krijgen.

    De Wachttoren organisatie is in dit opzicht echt in het oogspringend door de enorme manier waarop zij haar leden ertoe heeft kunnen brengen om te prediken.

    Eerst en vooral door haar drukkerijen en de morele druk die via hun interpretatie van de bijbel 'van huis tot huis' tot prediken, 'van deur tot deur', tot een leerstelling is verheven.

    Anderzijds door de voorstelling van zaken, dat alles wat zij haar leden voorhoudt een interpretatie van de bijbel is voorlegt die weinigen zullen onderscheiden als een manipulatie van schriftplaatsen. Onder de termen 'toenemend licht', 'nieuw licht', 'verbeterd inzicht', 'vereenvoudigingen', 'theocratische leiding', 'Gods geest', 'gezalfde broeders', 'lichtflitsen', 'laveren', zelfs 'rechtzetting' alhoewel zeer sporadisch, zijn er altijd wegen die nog subtiel openliggen om mensen te conditioneren.

    Om nog één wapen te noemen is het kwade zelf op zo'n subtiele manier te gebruiken dat er nooit een kritisch woord, opmerking of aanmerking naar de eigen organisatie of het besturende lichaam mag en kan gemaakt worden op straffe van 'uitsluiting'.

    Dus wanneer Jesaja 32:1 zegt, "Zie! Een koning [Christus Jezus in de hemel] zal regeren voor louter rechtvaardigheid; en wat vorsten betreft [Christus' aardse vertegenwoordigers], zij zullen als vorsten heersen voor louter gerechtigheid", is dit de zoveelste interpretatie die hun interpretatie is.

    Even mijn mening.

    In de Nieuwe Wereldvertaling wordt via Jesaja verwezen naar Ps. 2: 6 "[Zeggend:] "ik, ja ik, heb mijn koning geïnstalleerd. Op Sion, mijn heilige berg". Dat het op Jezus Christus slaat is aannemelijk. Dat hij, Jezus Christus, "als koning geïnstalleerd is", dat zegt de organisatie en het besturende lichaam, of dit waar is, moet nog blijken.

    Vervolgens verwijst dezelfde schriftplaats naar Ps. 45: 16 "in de plaats van uw voorvaders zullen uw zonen blijken te zijn, die gij tot vorsten zult aanstellen op de gehele aarde". Ook dat kan waar zijn, alleen wanneer zal dit gebeuren?

    Één ding is zeker, dat van die vorsten is nog geen feit. In de eerste plaats is een vorst niet hetzelfde als een 'koning'. Beiden zijn 'heersers' en zo kan een 'koning' vorsten aanstellen zoals de schriftplaatsen het klaarblijkelijk bedoelen.

    In Openbaring staat dat de werkelijk 'gezalfden' die hun hemelse roeping bereiken, als koningen zullen regeren over de aarde. (Openbaring 5: 10).

    Deze schriftplaats maakt eveneens duidelijk dat het toekomst muziek is.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam nu reeds onvoorwaardelijke loyaliteit en gehoorzaamheid eisen is totaal uit den 'boze' en onverantwoord.

    Ik heb duidelijk gezegd eisen omdat bij geuite kritiek, hoe terecht die ook is, uitsluiting het pressiemiddel is om al hun leden tot slaven te degenereren.

    Om het nog duidelijker te maken, iemand die een ander dwingt of zijn autoriteit misbruikt om te doen wat hij wilt, al is het in de naam van God, zichzelf als een 'afgod' opwerpt.

    De schriftplaats 2 Korinthiërs 3: 17 zegt eveneens duidelijk "Jehovah is de Geest, en waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid".

    Een organisatie, gelijk welke, die deze vrijheid aan banden legt en zelfs sanctioneert, is het tegendeel van wat zij beweert.

    MAANDAG  4  MEI

    "Op die dag", is de uitspraak van Jehovah, "zal ik elk paard met verbijstering slaan en zijn berijder met waanzin; en over het huis van Juda zal ik mijn ogen opendoen." Zach. 12:4.

    Jehovah belooft dat hij degenen die tegen zijn moedige Koninkrijksboodschappers strijden, figuurlijk met blindheid en "verbijstering" zal slaan. Hij heeft woord gehouden. Zo slaagden in een bepaald land waar de ware aanbidding verboden was, tegenstanders er niet in het geestelijk voedsel uit de handen van Gods volk te houden. Een krant beweerde zelfs dat Jehovah's Getuigen ballonnen gebruikten om Bijbelse lectuur het land in te krijgen! Gods belofte aan zijn loyale aanbidders werd bewaarheid: "Ik [zal] mijn ogen open doen, en elk paard van de volken zal ik met gezichtsverlies slaan."Blind van woede weten vijanden van het Koninkrijk niet welke weg ze moeten inslaan. Wij zijn er echter van overtuigd dat Jehovah zijn volk als groep zal behoeden en zich om hun welzijn zal bekommeren. - 2 Kon. 6:15-19.
    De Wachttoren van 2007 15 december 3e studieartikel blz. 21 §11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: wij lezen niet alleen die schriftplaats, wij drukken ze hier ook af: Zacharia 12:4. "Op die dag”, is de uitspraak van Jehovah, „zal ik elk paard met verbijstering slaan en zijn berijder met waanzin; en over het huis van Juda zal ik mijn ogen opendoen, en elk paard van de volken zal ik met gezichtsverlies slaan".

    In de eerste plaats is Zacharia toepasselijk op de natie Israël, wat niet verkeert hoeft te zijn dat er een hedendaagse parallel kan en mag getrokken worden.

    Het risico van parallellen is echter dat je daar praktisch alles mee kunt doen en er alle kanten mee kunt uitgaan die in je kraam te pas komen. Jazeker, omdat je dezelfde parallel zelfs voor tegengestelde doeleinden kan inlassen.

    Wanneer alles goed gaat is het uiteraard de zegen van Jehovah of God. Gaat het slecht dan helpt het om volharding aan te kweken.

    Het voorbeeld dat aangehaald wordt is er één dat voor gelijk welke organisatie of ideologie onder gelijkaardige omstandigheden opgaat en in gelijk welke tijd maar ook.

    Is het spreekwoord niet zo dat 'een kat altijd op zijn poten valt'.

    Wat de aantijging aangaat dat de vijanden van het Koninkrijk 'blind van woede' zijn en niet weten welke weg zij moeten inslaan is volgens mij wel sterk overtrokken.

    Zichzelf en de gehele groep Getuigen van Jehovah als martelaren opvoeren is een verregaande en doeltreffende manier om tot vervreemding bij te dragen.

    En dat Jehovah zijn volk als groep zal behoeden is voor diegene die individueel het slachtoffer geworden is, of zal worden, geen erg grote troost.

    Wanneer de woede van een vijand echter opgewekt is geworden of er aanleiding voor gegeven is ligt de zaak wel anders.

    Een voorbeeld is o.a. Malawi. De situatie daar had gemakkelijk kunnen vermeden worden als de organisatie en het besturende lichaam gewoon Romeinen 13 hadden toegepast. Of wanneer zij dezelfde handelwijze gebruikt hadden die zij tezelfdertijd in Mexico toegelaten hadden t.a.v. gewetensbezwaarden.

    Weinige Getuigen van Jehovah zijn daarvan op de hoogte, alhoewel het niet zo erg veel moeite zou kosten om het te weten, als je het tenslotte wilt weten.

    Om een lang verhaal kort te maken verwijs ik naar het geweldig informatief boek GEWETENSCONFLICT van Raymond Franz, voormalig lid van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen? X 6."Meten met twee maten" (gemakkelijk te vinden via een zoekrobot).

    Neen dit is geen reclame voor dit boek, maar een aanbeveling voor diegene die evenwichtig de bijbelse waarheid wilt "herkennen en erkennen".

    Daarom geef ik twee teksten om over na te denken:

    1) Spreuken 15:22. "Plannen zijn tot mislukking gedoemd waar geen vertrouwelijk gesprek is, maar in de veelheid van raadgevers komt iets tot stand".

    Persoonlijk heb ik altijd de nadruk gelegd op "vertrouwelijk gesprek" terwijl de organisatie en het besturende lichaam en dan ook mijn mede ouderlingen praktisch altijd de nadruk legden op "de veelheid van raadgevers". Nu blijkt dat de organisatie en het besturende lichaam absoluut geen vertrouwelijk gesprek dulden, 't is te gehoorzamen, amen en uit.

    Wat de illustratie betreft waaraan zij hun autoriteit ontlenen, dus Mattheus 24: 45, is voor diegenen die het besturende lichaam vormen, geen reden om de 9.986 andere belijdende gezalfden te betrekken in hun beleid. Dus ook de veelheid van raadgevers is voor hen niet beginselvast.

    2) Spreuken 18:17. "De eerste in zijn rechtsgeding is rechtvaardig; zijn naaste komt binnen en doorvorst hem stellig". Dat wil zeggen dat de eerste geloofd wordt alleen al omdat het de eerste versie is en er wordt verondersteld dat men de waarheid spreekt. Dat daarna de volgende die eerste versie weerlegt en doorprikt met de feiten is duidelijk in het vers. Het omgekeerde is klaarblijkelijk eveneens waar. Waar het in werkelijkheid om gaat is dat je de twee kanten moet horen en de feiten vormen het bewijs van de werkelijkheid.

    In de praktijk is het de organisatie en het besturende lichaam die zichzelf rechtvaardigen, maar Raymond Franz geeft in zijn boek "Gewetensconflict" ook de feiten weer waardoor de bewijzen geleverd worden dat zij in de eerste plaats zichzelf bedriegen en daarnaast nog om en bij de 7.000.000 Getuigen van Jehovah plus de rest van de mensen waartegen zij prediken.

    Neem nu nog nota dat er vanaf 1971 toen er 1.510.245 Getuigen van Jehovah waren er t.e.m.2008 exact 9.150.630 nieuwelingen werden gedoopt en er in 2008 slechts 6.829.455 geboekt stonden. Daarbij tellen wij diegene die in 2008 werden gedoopt niet bij, omdat ik de exacte begincijfers van 2009 nog niet ken. Maar wel diegene die er in 1970 waren of waarmee in 1971 is gestart dus 1.510.245. even op een rijtje:

    9.150.630 + 1.510.245 = 10.660.875. dat zou volgens de exacte cijfers het getal moeten zijn van de toename.

    Vermits het berekende cijfer 10.660.875 blijkt te zijn en er in 2008 vertrokken is geworden met 6.829.455 verkondigers is de werkelijke toename terug te brengen op 10.660.875 - 6.829.455 = of 3.831.420 personen. Tegenover de 9.150.650 dopelingen die erbij zijn gekomen zijn er 5.319.210 inactieve en gesanctioneerde t.e.m. 2007.

    De 189.455 dopelingen van 2008 zijn nog niet mee geteld in de berekening, dat is voor volgend jaar na de bekendmaking met hoeveel men vertrekt in 2009.

    Het feit dat ongeveer 2/3 van de toename verdwenen is, maakt de vooruitgang die de jaarboeken weergeven erg dubieus.

    Afgestorvenen worden gerecupereerd door de "niet gedoopte verkondigers". (betwistbaar)

    En als toetje krijg je van mij nog het aantal uren die er vanaf 1971 nodig waren om er één gedoopte bij te krijgen. Het totaal gepredikte en onderwezen uren vanaf 1971 t.e.m. 2008 bedraagt: 31.020.908.384 uren gedeeld door de 6.829.455 verkondigers = 4.542 uren voor één nieuweling. A.U.B.

    De vraag is "wat zijn de redenen" waarom zij zijn weg gebleven?

    De getallen komen uit de respectievelijke jaarboeken van Jehovah's Getuigen.

    DINSDAG  5  MEI

    Die Jehovah liefheeft, wordt door hem streng onderricht, ja, hij geselt een ieder die hij als zoon aanneemt. Hebr. 12:6.

    Paulus schreef dat 'de liefde vriendelijk is' (1 Kor. 13:4). Liefdevolle ouders zullen hun kinderen op een vriendelijke, consequente manier streng onderricht geven. Door dat te doen, volgen ze Jehovah na. Merk op dat het strenge onderricht waarover de Bijbel spreekt, niet gewoon straf betekent. Het houdt de gedachte in van opleiding en onderwijs. Wat is het doel van dat strenge onderricht? "Voor hen die erdoor geoefend zijn," zegt Paulus, [werpt het] een vreedzame vrucht af, namelijk rechtvaardigheid" (Hebr. 12:11). Wanneer ouders hun kinderen liefdevol in overeenstemming met Gods wil onderwijzen, geven ze hun de gelegenheid om vreedzame, oprechte volwassenen te worden. Als kinderen "het strenge onderricht van Jehovah" aanvaarden, krijgen ze wijsheid, kennis en onderscheidingsvermogen eigenschappen die meer waarde hebben dan zilver of goud (Spr. 3:11-18). Aan de andere kant getuigt het niet van liefde als ouders hun kinderen geen streng onderricht geven.
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: laat ik maar beginnen met de vaststelling dat wij in de ogen van God allemaal kinderen zijn. Daarbij komt nog dat onvolmaaktheid ons allemaal gelijk maakt in zijn ogen en hij die beweert geen zonde te hebben is een grote leugenaar.     1 Johannes 1:8-9. "Indien wij de bewering uiten: „Wij hebben geen zonde”, misleiden wij onszelf, en de waarheid is niet in ons. 9Indien wij onze zonden belijden, dan is hij getrouw en rechtvaardig, zodat hij ons onze zonden vergeeft en ons van alle onrechtvaardigheid reinigt".

    Iemand die altijd gelijk heeft komt daar volledig mee overeen. Iemand die zegt dat je naar hem moet luisteren ook als hij verkeerd is, komt onder de zelfde noemer. God haat leugenaars en niet alleen omdat daar al het kwade mee begonnen is, maar ook omdat een leugenaar volstrekt niet te vertrouwen is.

    Laat mij opmerken dat een leugenaar daarom nog geen goddeloos mens hoeft te zijn, niet alle leugens zijn van hetzelfde kaliber en onvolmaaktheid speelt ook mee, alhoewel het geen dekmantel mag zijn.

    Kinderen opvoeden is geen sinecure vooral in deze tijd en zoals wij vroeger reeds opmerkten is het voorbeeld dat ouders stellen toonaangevend. Kinderen, hoe jong ook, onderscheiden heel vlug wanneer ouders twee maten gebruiken. En doorgaans zijn zij in zo'n geval rechtvaardiger dan hun ouders, alhoewel zij situaties naar hun eigen hand proberen te zetten en elke ouder uitspelen tegen de ander in eigen voordeel.

    Zij die mij ondertussen al een beetje doorhebben weten dat wij in Gods ogen, hoe oud of jong wij ook zijn, allemaal Zijn kinderen zijn en ik daarmee dus een bedoeling heb.

    Wij gaan Jezus Christus eerst aan het woord laten toen hij volgens het evangelie van Mattheüs 18:3-5. zei: "Voorwaar, ik zeg U: Indien GIJ U niet omkeert en wordt als jonge kinderen, zult GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan". 4Al wie zich daarom zal vernederen gelijk dit jonge kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen; 5en al wie zulk een jong kind ontvangt op basis van mijn naam, ontvangt [ook] mij.

    Zoals je ziet heb ik twee stukjes gemarkeerd en nu zal ik zeggen waarom. Omdat die discipelen volgens de organisatie en het besturende lichaam mettertijd allemaal gezalfden zouden zijn en hun eigen persoonlijk leven eens onder de loupe moesten nemen en zich van het verkeerde afwenden of omkeren. Diegenen die dat vanuit hun hart zouden doen die moesten zich dan ook vernederen door toe te geven dat zij verkeerde dingen deden of en in hun hart koesterden.

    Op een ander moment zei Jezus Christus eveneens in Mattheüs 23:2-3 "De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn op de stoel van Mozes gaan zitten. 3Doet en onderhoudt daarom alles wat zij U zeggen, maar doet niet naar hun daden, want zij zeggen het wel, maar volbrengen het niet".

    Hier heb ik gemarkeerd dat de religieuze leiders op de stoel van Mozes zijn gaan zitten omdat zij het wetsverbond, samen met hun eigen verordeningen, aan het volk oplegden.

    En in de bergrede via het evangelie van Mattheüs 5:20. waarschuwde Jezus Christus "Want ik zeg U, dat indien UW rechtvaardigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën, GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan.

    Deze teksten moet je zelf in verband brengen met het volgende: de organisatie en het besturende lichaam kunnen uiteraard niet op de stoel van Mozes gaan zitten omdat het wetsverbond "aan de paal is genageld". Maar daar zij zich opwerpen als de organisatie en het besturende lichaam dat door Gods geest geleid wordt en onvoorwaardelijke loyaliteit eisen hebben zij zich als woordvoerder gelijk gemaakt aan niemand minder dan Jezus Christus zelf. Dus ook aan God.

    Even duidelijk stellen, maar jij moet zelf de conclusies trekken, akkoord?:

    w89 1/1 blz. 12 par. 8 ’De hand van Jehovah was met hen’
    (...) De apostel Paulus beet de spits af van de christelijke zendingsactiviteit. Hij legde tevens het fundament voor een werk dat in onze twintigste eeuw voltooid zou worden.

    Wij zitten nu in het negende jaar van de 21e eeuw. En is het werk voltooid?

    w90 1/11 blz. 26 par. 16 Onze relatieve onderworpenheid aan de superieure autoriteiten  Wij kunnen niet deelnemen aan enigerlei moderne versie van afgoderij — of het nu gaat om het maken van met aanbidding te vergelijken gebaren voor een beeld of symbool of het toeschrijven van redding aan een persoon of een organisatie. (...) (ik benadruk).

    Misschien begrijp je nu beter, mede het voorgaande commentaar, steeds beter, waarom mensen die ooit honderd procent vertrouwen hadden in de organisatie en het besturende lichaam weggaan en wegblijven.

    hopelijk tot de volgende commentaren en bedankt voor 't lezen.

    29-04-2009 om 21:47 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 26 april tot en met 30 april

    zondag 26 april

    Wij hebben het zelf gehoord. - Joh. 4: 42.

    Bij een bepaalde gelegenheid gaf Jezus bij de Jakobsbron in Sichar getuigenis aan een Samaritaanse vrouw. Tijdens dat gesprek was Jezus niet alleen zelf aan het woord; hij luisterde naar wat zij te zeggen had. Al luisterend merkte Jezus haar belangstelling voor aanbidding op en hij vertelde haar dat God personen zocht die Hem met geest en waarheid zouden aanbidden. Jezus toonde respect en belangstelling voor die vrouw, waarop zij anderen over hem vertelde en 'veel van de Samaritanen uit die stad geloof in hem stelden wegens het woord van de vrouw' (Joh. 4:5-29, 39-41). Als je in deze tijd in de velddienst een gesprek met een huisbewoner begint, zou je kunnen zeggen: "De reden voor mijn bezoek is dat ik graag uw mening zou weten over [een bepaald onderwerp J." Luister naar zijn of haar zienswijze en reageer erop, of stel er een vraag over. Laat vervolgens vriendelijk zien wat de Bijbel over het onderwerp zegt. w07 15/11 2: 7, 8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de voorstelling in de twee aangeduide paragrafen van vermelde wachttoren is mooi aangegeven, is voor de hand liggend en zou doeltreffend kunnen zijn. Ware het niet dat hier in onze contreien de mensen reeds voorbereid zijn op de komst van Jehovah's Getuigen.

    Velen van hen hebben hun standpunt reeds ingenomen, 't zij omdat zij vroeger hebben ondervonden dat religie één koek van hetzelfde deeg uitmaakt. Maar het kan ook zijn dat zij of een familielid met de Getuigen van Jehovah verbonden is of verbonden is geweest.

    In deze gevallen werken de bezoeken van de Getuigen van Jehovah eerder andersom. De negatieve invloed die de leden van de organisatie naar hun familie uitdragen waardoor zij als wereldse mensen een etiket worden opgeplakt zorgt voor een vervreemding die soms zo definitief blijkt te zijn dat de woorden van Jezus Christus letterlijk moeten genomen worden.

    Ik haal die woorden aan: Mattheüs 10:35-37. "Want ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen een mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. 36Ja, ’smensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn. 37Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig".

    De nadruk die de organisatie en het besturende lichaam legt op mensen die hun waarheid niet aannemen, of weigeren een bijbelstudie te aanvaarden werkt die vervreemding subtiel in de hand. Terwijl de volgende tekst de Getuigen van Jehovah onschuldig verklaart aan die vervreemding: Markus 10:29-30. "Jezus zei: „Voorwaar, ik zeg ulieden: Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, 30die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mét vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven.

    Het kan echter nooit de bedoeling van Jezus Christus zijn geweest om gezinsleden of familieleden als oorzaak voor die vervreemding te bestempelen. En in sommige gevallen zal een gezinslid of gezinsleden of een familielid wel de oorzaak zijn, maar meestal komt die vervreemding door de subtiele manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zowel beginnelingen als geroutineerde leden indoctrineert en manipuleert.

    Ook de aantijgingen om geen deel van de wereld te zijn of te blijven is funest voor diegenen die dit letterlijk nemen. In werkelijkheid creëert de organisatie en het besturende lichaam twee groepen van mensen, diegenen die hen volgen en diegenen die hen niet volgen. Zonder een onderscheid te maken tussen gelovigen én gelovigen, ongelovigen én ongelovigen. Daarmee bedoel ik dat mensen wel een geloof bezitten, 't zij gelijk welk een en waarom zij dit geloven.

    Sommigen geloven niet meer, maar waarom?

    Alhoewel de meeste Jehovah's Getuigen oprecht zijn in hun pogingen om mensen op geestelijk vlak te bereiken is het een poging zonder ziel, met weinig meer overtuiging dan het doel om te prediken en zodoende het certificaat voor redding te verkrijgen van de organisatie en het besturende lichaam.

    Die laatste poging om vriendelijk de Bijbel te gebruiken om hen te bewijzen dat de boodschap van God zou komen kan alleen maar aanslaan wanneer die mensen de bijbel als bewijs willen zien en dan nog?

    Want interpreteerbaar blijft de Bijbel en alle Heilige Boeken.

    MAANDAG  27  APRIL

    Alle dingen zijn rein voor de reinen. - Tit. 1:15.

    Wat bedoelde Paulus toen hij het bovenstaande zei? Paulus had het over christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven. Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen. Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn. Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij. Stel je eens het geval voor van een zuster met een echtgenoot die haar geloof nog niet deelt. Iemand uit Zijn familie gaat trouwen, en de plechtigheid zal in een kerk van de christenheid plaatsvinden. (Of er is een familielid gestorven, misschien een van de ouders, en de rouwdienst zal in een kerk gehouden worden.) Het echtpaar wordt uitgenodigd, en de man wil dat zijn vrouw hem vergezelt. Wat zegt haar geweten over het bijwonen van de plechtigheid? w07 15/10 2: 9, 10

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: nu hebben wij dat reeds dikwijls herhaald, zoals het commentaar begint dat Paulus het had over "christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven".

    En de maatstaven van de organisatie en het besturende lichaam zijn niet altijd die van God, zeker weten. Ik ga enkele aanhalingen doen, maar daar zijn veel meer voorbeelden van.

    1) Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen.

    Nu staat er in niet de bijbel dat men geen 'burgerdienst" mag doen, maar daar hebben duizenden voor in de gevangenis gezeten omdat de organisatie en het besturende lichaam zeiden dat dit gelijk stond met je neutraliteit schenden, of als "soldaat" dienst te doen. Diegenen die toen wel "burgerdienst" verrichten werden uitgesloten. Dit is ondertussen wel veranderd, zonder excuses of schriftuurlijke redenen.

    Alleen werd het op een gegeven moment een "gewetenskwestie".

    2) Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn.

    In De Wachttoren, juli 1934, blz. 99 staat dat "Niemand van de tempelklasse zal zo dwaas zijn te beweren, dat een broeder (of broeders) die zich vroeger onder hen bevond, en die gestorven en naar den hemel gegaan is, nu de heiligen op aarde onderricht en hen leidt in betrekking tot hun werk. Zulk een gevolgtrekking doet denken aan de "zonde van Samaria".

    Hier oordelen zij hun eigen broeder(s) dat zij dwaas zouden zijn als zij dit wel dachten of zeiden (...)

    En vergelijk het nu eens met Openbaring – Haar Grootse Climax is Nabij!, blz. 124-25) .

    "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: ’Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?’ Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: ’Mijn heer, gíj weet het. Openbaring 7:13, 14a ).
    Ja, die oudere persoon kon het antwoord te weten komen en het aan Johannes doorgeven. Dit suggereert dat reeds uit de doden opgewekte personen die tot de groep van de 24 oudere personen behoren, betrokken zouden 'kunnen' zijn bij het doorgeven van goddelijke waarheden in deze tijd.

    Dit is juist het tegenovergestelde en gij nu?

    Nu kun je dit afdoen als toegenomen licht, maar ondertussen heeft de organisatie en het besturende lichaam toch maar de woorden van Jezus Christus, hun leider, genegeerd die gezegd heeft in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat is nu precies wat ik en vele anderen Jehovah's Getuigen en ex Jehovah's Getuigen doen, niet oordelen of meten, maar aan de kaak stellen.

    3) Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij.

    Nu noemt de bijbel nergens dat er rapportjes of uren moesten ingeleverd worden, soms zijn er aantallen van dopelingen genoemd, maar nooit specifiek, wel bij benadering. (Zo zijn er meer).

    Evenwel is het bij de organisatie en het besturende lichaam verheven tot een van de vereisten voor je gedoopt kunt worden. En wanneer je niet 'van deur tot deur' kunt gaan, kun je nog altijd telefoneren of brieven schrijven. Vraag eventueel om mee te gaan bij een studie. Zelfs een kwartiertje mag je inleveren, kwestie van geregeld te blijven en vooral om als een verkondiger gerekend te kunnen worden.

    Natuurlijk is het organisatorisch verantwoord, zodoende kan de organisatie en het besturende lichaam weten waar lectuur nodig is en behoefte om te dienen waar de nood het hoogst is. Maar daarom moest het niet tot een vereiste ingecalculeerd worden, of wel?

    DINSDAG  28  APRIL

    De dagen van onze jaren zijn op zichzelf genomen zeventig jaren, en indien wegens bijzondere kracht, tachtig jaren; toch is dat waarop ze aandringen moeite en schadelijke dingen; want het zal stellig snel voorbijgaan, en wij vliegen heen. -Ps. 90:10.

    Of ze nu rijk zijn of arm, alle mensen zijn onvolmaakt en hebben maar één afloop, zoals hierboven wordt opgemerkt (Job 14:1, 2; I Petr. 1:24). Mensen die geen goede band met God hebben opgebouwd, nemen vaak een houding aan van "laat ons dan eten en drinken, want morgen sterven wij", zoals de apostel Paulus het beschreef (1 Kor. 15:32). Bij anderen leidt het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is ertoe dat ze proberen zekerheid en duurzaamheid te vinden in materiële bezittingen. Misschien denken ze dat het leven op de een of andere manier zekerder zal worden als ze veel tastbare, materiële dingen hebben. Daarom spannen ze zich voortdurend in om rijkdom en bezittingen te vergaren, waarbij ze de vergissing maken die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk. - Ps. 49:6, 11, 12. w07 1/8 1: 15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: arm of rijk het maakt wel degelijk een groot verschil.

    Evenals Paulus heb ik beide meegemaakt, en weet dus van beide het geheim, dat armoede mij tot een dief had gemaakt en rijkdom, (het was eerder welstellend), te veel van mijn eigen liet denken. (Dief zijn was tijdens de oorlog en wij hadden niet altijd eten).

    Het verschil is echter dat armoede mij er toe dwong en rijkdom mij er toe bracht. Dat mensen die geen goede band met God hebben, heeft meestal niks te maken met rijkdom of armoede, omdat zelfs arme mensen materialist kunnen zijn terwijl rijken omdat zij rijk zijn daarom nog geen materialistische houding of instelling hoeven te hebben.

    Er is ongeveer een kwart van de wereldbevolking die het " laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" zo wie zo mogen vergeten, die van de dag in de dag moeten leven, die zich niet moeten afvragen wat zij gaan eten, maar zich afvragen of zij vandaag wel iets te eten krijgen?

    Ken je die uitdrukking: nu breekt mijn klomp? In deze situatie is het datgene wat ons aangaat iets waarover men zijn uiterste verbazing te kennen geeft. Vgl. Leersch.

    En nogal wiedes dat het mij verbaast, bij het ene geval zegt de organisatie en het besturende lichaam in hun commentaar, "leidde het tot "eten en drinken" want morgen sterven wij en bij anderen leidt het tot het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is en proberen ze zekerheid en duurzaamheid te vinden in "materiële bezittingen".

    Ik heb het reeds gezegd dat de organisatie en het besturende lichaam bij de rijkste georganiseerde religies gerekend worden, zeker met hun onroerende goederen wereldwijd.

    Jezus Christus zei op een gegeven moment het volgende: Johannes 15:15 "Ik noem U niet langer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet. Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt.

    Bij het openbare jaarverslag in de respectievelijke jaarboeken die zowat alle activiteiten in het veld weergeven worden wel de uitgaven vermeld, maar nooit de inkomsten. Hoe transparant is hun vriendschap t.o.v. diegenen die voor het geld en de onroerende goederen of materiele zaken zorgen?

    Hoeveel staat erop de rekening van de organisatie en het besturende lichaam?

    Maken zij in die gevallen geen vergissingen door die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk? (Met de nadruk op "zekerheid").

    WOENSDAG  29  APRIL

    [Blijft] bij elke gelegenheid ... bidden. - Ef. 6:18.

    Je kinderen kunnen veel over Jehovah leren door naar je gebeden te luisteren. Als ze horen hoe je God bedankt voor de maaltijd en hoe je een gebed opzendt als het tijd is voor Bijbelstudie, welke conclusies zullen ze dan trekken? Ze zullen waarschijnlijk leren dat Jehovah in onze fysieke behoeften voorziet - waarvoor we hem moeten bedanken - en dat hij ons geestelijke waarheden onderwijst. Dat zijn waardevolle lessen (Jak. 1:17). Maar als je ook op andere momenten dan voor de maaltijd en de gezinsstudie met je gezin bidt, en als je in je gebed specifieke dingen noemt die jou en je kinderen aangaan, zul je nog meer bereiken. Je zult je kinderen het gevoel geven dat Jehovah deel uitmaakt van jullie gezin, dat hij heel veel om ieder van jullie persoonlijk geeft (1 Petr. 5:6, 7). Zou jij elke dag met je kinderen kunnen bidden? Zou je hen kunnen helpen Jehovah als een Vriend te zien, die hun niet alleen in fysiek en geestelijk opzicht het nodige geeft maar ook voor hun emotionele behoeften zorgt? - Fil. 4:6, 7. w07 1/9 2: 5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: er worden dagelijks miljoenen misschien wel miljarden gebeden opgezonden tot God, wie of wat die God voor velen ook mag zijn.
    Het feit dat er voor die velen weinig of geen verbetering in hun situatie komt is klaarblijkelijk zo ontmoedigend dat bidden eerder een sleur is geworden i.p.v. een persoonlijk intiem gesprek met God. Ik spreek niet over één dag, maar over alle dagen, zowel die van deze week als die van vorige week, vorige maand, vorig jaar en alle voorbije eeuwen. Juist omdat gebeden zo persoonlijk en intiem zijn kan geen mens de emotionele waarden ervan kennen, herkennen of erkennen.

    Jezus Christus zei in Mattheüs 21:22 En alle dingen die GIJ in gebed en met geloof vraagt, zult GIJ ontvangen. Hebben al die "biddende" dan absoluut geen geloof? Geen volharding? Is hun hart werkelijk zo slecht, hun motivatie volledig zelfzuchtig?

    Is toename in discipelen een bewijs van Gods zegen en verhoring van gebeden? Is de eigen gelukkig verklaring, eenheid, broederschap, urenaantallen, numerieke groeid, verspreiding en vrijwillige bijdragen en de liefde die een kenmerk zou zijn, een bewijs dat gebeden verhoord worden?

    Jazeker, wanneer je dit als een bewijs wilt zien.

    Wanneer er gebrek is aan vernoemde eigenschappen is dit dan een bewijs dat God zegen er niet op rust of gebeden alsnog niet verhoord worden?

    Het is volgens mij nooit verkeerd om te bidden en evenmin om het je kinderen te leren.

    Leer jij jezelf en je gezin tezelfdertijd dat God geen enkel gebed moet verhoren?

    Dat zelfs het tegenovergestelde kan plaats vinden?

    Dat diegenen die niet bidden er in wezen geen enkel verschil kunnen in zien?

    Leer jij jezelf en je kinderen dat een gebed iets is waar je echt zelf moet achterstaan?

    Dat je daadwerkelijk en persoonlijk moet optreden of inspanningen moet doen overeenkomstig je gebed of gebeden?

    Dat je een uiterst kritisch zelf onderzoek dient te doen of je gebeden wel kunnen verhoord worden?

    De Wachttoren die het artikel behandelt, geeft verschillende praktische suggesties en voorbeelden.

    Het schoolmodel dat zij gebruiken zou doeltreffend moeten zijn, maar de realiteit is in ieder gezin anders en men kan daar geen formule voor opstellen.

    Daarom wil ik voor de organisatie en het besturende lichaam paragraaf 14 kopiëren en plakken want ook zij vormen een gezin, met, in figuurlijke zin, zo'n 7.000.000 miljoen kinderen: w07 1/9 blz. 29-30 par. 14 Leer jullie kinderen van Jehovah te houden ***

    14 Natuurlijk zijn er momenteel op aarde geen volmaakte huwelijken, en dus ook geen volmaakte gezinnen. Soms leggen ouders misschien niet de vrucht van de geest aan de dag in de omgang met hun kinderen (Galaten 5:22,23). Wat moeten ouders doen wanneer dat gebeurt? Als ze een fout toegeven, zullen hun kinderen dan minder respect voor hen hebben? Denk eens aan het voorbeeld van de apostel Paulus. Hij was voor velen een geestelijke vader (1Korinthiërs 4:15). Toch gaf hij openlijk toe dat hij fouten maakte!

    (Romeinen 7:21-25). Maar door zijn nederigheid en eerlijkheid wordt ons respect voor hem eerder groter dan kleiner. Ondanks zijn tekortkomingen kon Paulus vol vertrouwen aan de gemeente in Korinthe schrijven: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus” (1Korinthiërs 11:1). Als jij je fouten ook toegeeft, zullen je kinderen die waarschijnlijk door de vingers zien.

    In de 1e plaats zou de organisatie en het besturende lichaam zelf hun fouten dienen toe te geven. Niet in algemeenheden zoals "wij zijn niet onfeilbaar" en tezelfdertijd eisen dat men hen moet gehoorzamen.

    In de 2e plaats wanneer een fout gemaakt is dient die recht gezet te worden waar maar mogelijk.

    In de 3e plaats, wanneer veranderingen of vereenvoudigingen gebeuren dienen die duidelijk omschreven te worden waarom. Schriftuurlijk voorschriften, beginselen, geboden, verboden en regels kunnen alleen maar veranderen als duidelijk gemaakt wordt dat men voordien een verkeerde kijk had die meer met interpretatie dan met goddelijke inmenging is gebeurd.
    Zelfs organisatorische veranderingen dienen fundamentele redenen te hebben en iedere gemeente dient daar over ingelicht te worden. Het feit dat ouderlingen een apart en niet beschikbare publicatie voor de verkondigers hebben is een reden tot wantrouwen, welke logische redenen daar ook voor gegeven worden .

    In de 4e plaats eist de organisatie en het besturende lichaam het volle vertrouwen van de verkondigers, maar de bijbel en het beginsel uit Psalm 146: 3 "Stelt UW vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort", maakt duidelijk dat zij dit niet mogen eisen en zelfs niet mogen verwachten en toch wordt die eis meermaals benadrukt.

    5e wanneer hun financiële beleid openlijk en openbaar zou gemaakt worden, zouden  zij hiermee te kennen geven dat ook zij op God vertrouwden.

    Het heeft uiteindelijk toch allemaal te maken met geloof, herkennen en erkennen.

    DONDERDAG  30  APRIL

    Laten wij ... het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof. -Gal. 6:10.

    Jakobus 2:15, 16 zegt: "Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, doch iemand van u tot hen zegt: 'Gaat heen in vrede, houdt u warm en goed gevoed', maar gij geeft hun niet wat zij voor hun lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut?" Voor anderen zorgen en behoeftigen helpen is een kenmerk van ware religie. Onze aanbidding staat ons niet toe onze zorg voor anderen te beperken tot het uiten van de wens dat het hun goed zal gaan. In plaats daarvan worden we er door gevoelens van teder mededogen toe bewogen iets te doen om hen te helpen (1 Joh. 3:17, 18). Een maaltijd klaarmaken voor een zieke, een oudere helpen met karweitjes, voor vervoer zorgen naar de vergaderingen als dat nodig is en vrijgevig zijn tegenover degenen die het waard zijn: dat zijn allemaal daden van barmhartigheid waarin we overvloedig moeten zijn. - Deut. 15:7-10. w07 15/9 2: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: in de eigen publicaties maar ook in de wereldlijke media komen de organisatie en het besturende lichaam goed uit de bus. In de eerste plaats voor hun eigen mensen en waar mogelijk ook voor anderen. Dit gebeurt vooral bij rampen en in rampgebieden. Juist door hun organisatie en spreiding zijn zij uitermate gedisciplineerd en efficiënt. De publiciteit die daarmee gepaard gaat is daar beslist niet vreemd aan.

    In verband met het bovenstaande commentaar rijst toch de vraag: kunnen de organisatie en het besturende lichaam niet méér doen? De Schriftuurlijke verwijzing naar Jakobus zegt wel : "Indien een broeder of een zuster", maar de context, ook in het commentaar strekt zich wel degelijk uit tot onze evennaasten, en dat zijn duidelijk alle behoeftige mensen.

    Ik heb geen behoefte om ideeën te spuien noch suggesties te geven. Het enige wat ik hiermee bedoel is dat de enorme fortuinen en inkomsten van georganiseerde religies niet op een rekening hoeven te staan om een deel van die behoeftigen daadwerkelijker te steunen.

    Het probleem wordt grotendeels doorgeschoven en op de schouders gelegd van de aanhangers, zoals het bovenstaande commentaar duidelijk laat zien.

    Niet dat dit verkeerd kan zijn of is, maar het zou wel eens een éénzijdige benadering kunnen blijken. Terwijl de motivatie en het geloof, de mogelijkheden en de wil, samen met het vertrouwen in God eerder doorslaggevend zouden zijn dan "het appeltje" voor de toekomst.

    Ik besluit met de vraag in deze laatste kwestie: HOE GROOT MOET DAT "APPELTJE" ZIJN,

    Ik kan jullie wel zeggen dat je eigen leven in handen nemen je veel macht geeft. (en dat hoeft niet perse onafhankelijk van een organisatie te zijn).

    Maar je raakt de controle over je leven veel gemakkelijker kwijt dan dat je die terugwint. (zorg daarom dat je sterk genoeg bent zodat je op je eigen benen kunt staan en zorg voor vrienden).

    Deze gevolgtrekking komt uit het boek "DE TERECHTSTELLING" van Val McDermid.

    Wat cursief en tussen de (...) staat is mijn versie.

    EINDE VAN DE MAAND APRIL — en hartelijk bedankt voor het lezen en begrip.

    25-04-2009 om 16:51 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 21 april tot en met 25 april

    Dinsdag  21  april

    Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. - 1 Joh. 4:20.

    Als je je kinderen leert van hun broeders en zusters te houden, leer je hun dus van God te houden. Ouders moeten zich afvragen: 'Is de algemene toon van mijn gesprekken over de gemeente aanmoedigend of kritisch?' Hoe kom je dat te weten? Luister goed naar de manier waarop je kinderen over de vergaderingen en de leden van de gemeente praten. Waarschijnlijk zul je in hun woorden jouw gedachten horen doorklinken. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van hun broeders en zusters te houden? Peter, vader van twee tienerjongens, zegt: "Vanaf de tijd dat de kinderen nog klein waren, hebben we geregeld rijpe broeders en zusters bij ons thuis uitgenodigd voor een maaltijd en gezellige omgang, en dat was heel leuk. Onze jongens hebben altijd nauwe omgang gehad met mensen die van Jehovah houden, en nu zien ze dat het dienen van God een fijne manier van leven is."        w07 1/9  2: 15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is heel normaal dat kinderen de religie van hun ouders overnemen als ze die al hebben. Het thema van de vermelde wachttoren is dan ook "Leer jullie kinderen van Jehovah te houden".

    Ik heb het reeds gezegd dat "woorden wekken en voorbeelden strekken" wanneer ouders voorbeeldig zijn is er veel kans dat ook de kinderen die weg zullen opgaan. Het tegenovergestelde is uiteraard eveneens van toepassing.

    Dat is natuurlijk geen garantie dat het ook zo zal gebeuren. Bij Jehovah's Getuigen is er weinig verschil met gelijk welke religieuze organisatie. Het is zelfs frappant dat er zoveel jongeren afhaken door datgene wat zij hun ouders zien doen en laten. Niet dat het in theorie fout is met Jehovah's Getuigen, maar in de praktijk is het zo dat jongeren zolang zij onder het ouderlijk dak verblijven zij weinig of geen zeggenschap of inbreng hebben.

    Toch is de opvoeding van dien aard dat er wel degelijk serieuze normen en beginselen kunnen ingeprent worden wat ten goede zal zijn voor hun verdere leven. Daar tegenover zijn er zodanig veel beperkingen die de jongeren bijna dwingen om een dubbel leven te leiden. Eentje in de gezinskring en voor de dienst en vergaderingen en een tweede voor school en buiten het gezichtsveld van de ouders en verantwoordelijken.

    Zoals van Hendrik Conscience gezegd werd "dat hij zijn volk leerde lezen", kan van Jehovah's Getuigen gezegd worden "dat zij hun kinderen leren liegen". Vooral de laatste 20 jaar hebben schoolgaande kinderen en dan nog specifieker de kinderen van de verantwoordelijken het erg moeilijk om datgene te doen wat hun ouders verlangen, velddienst inbegrepen en te doen wat de schoolautoriteiten van hun leerlingen mogen verwachten.

    Er is voor beide zijden iets te zeggen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat wanneer op de dag van een vergadering het beter is naar de vergadering te komen dan huiswerk te maken is geen opkikker voor de goeie gang van zaken.

    Zo werden wij in de vroege jaren zeventig geconfronteerd om onze kinderen niet naar de kleutertuin te sturen omdat dit niet verplicht was en diezelfde kinderen waarschijnlijk nooit de school zouden moeten afmaken omdat daartegen Armageddon achter de rug zou zijn.

    Hetzelfde gebeurde met onze oudere jongens, die zouden nooit opgeroepen worden om soldaat te worden.

    Ik was ervan overtuigd dat de organisatie en het besturende lichaam het bij het rechte eind hadden en geloofde de volle honderd procent wat zij publiceerde en suggereerden. Later besefte ik hoe fanatiek ik moet overgekomen zijn op anderen. Tegenwoordig voel ik mij goed in mijn vel.

    Woensdag  22  april

    Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht. - Luk. 12:15.

    Hebzucht is meer dan alleen het verlangen naar geld of bezittingen, dingen waarvan een gepast gebruik kan worden gemaakt en die een juist doel kunnen dienen. Volgens een woordenboek is hebzucht een "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen". Het kan betekenen dat iemand een onverzadigbare, begerige drang heeft om dingen te bezitten - misschien zelfs dingen die van een ander zijn - uit pure hebberigheid, zonder erbij na te denken of hij ze wel nodig heeft en welke uitwerking het op anderen heeft. Iemand die hebzuchtig is, laat zijn denken en doen zo beheersen door het voorwerp waarnaar zijn begeerte uitgaat dat het in feite zijn god wordt. De apostel Paulus stelt een hebzuchtige gelijk met een afgodendienaar, die geen deel heeft in Gods koninkrijk (Ef. 5:5; Kol. 3:5). Het is interessant dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". Waarom? Omdat hebzucht er in vele vormen is. w07 1/8  1: 7-9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  en wij zitten weer op de materiële toer of liever, "hebben is hebben en krijgen is de kunst".
    Volgens het boven aangehaald woordenboek is hebzucht een
    "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen".
    Volgens de Bijbel en de organisatie en het besturende lichaam is God de soeverein van het gehele universum en bijgevolg ook van alles wat zich rond, op en in de aarde bevindt, mensen inbegrepen. Nu heb ik meerdere malen meegemaakt dat nieuwe en ook gerenoveerde koninkrijkszalen aan Jehovah werden opgedragen. Terwijl de eigendomsrechten automatisch in handen van de organisatie en het besturende lichaam werden overgedragen.
    Evenwel zijn het de plaatselijke broeders en zusters die zowel het beginkapitaal aandroegen als de lening die
    de organisatie en het besturende lichaam verstrekte afbetaalden. Vroeger werd zelfs 6% interest gevorderd, maar die is afgeschaft.
    Wanneer een gemeente ontbonden wordt zal het eigendom volgens het inzicht van
    de organisatie en het besturende lichaam verkocht worden en het geld als bijdrage voor het wereldwijde werk worden gedeponeerd.

    In werkelijkheid is dus iedere koninkrijkszaal in eigendom, het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam. En die " koninkrijkszaal in eigendom" wordt door de organisatie en het besturende lichaam verzekerd als "wederzijdse hulp", maar iedere gemeente, die het kan, zal een aangepast bedrag per jaar betalen. Dus buiten de vrijwillige bijdragen is er een morele bijdrage die je kunt vergelijken met "solidariteitsbijdragen". Je moet hen echt niets, maar dan ook niets leren.

    Niets voor niets zei Jezus Christus en waarschuwde hij voor "elke soort van hebzucht" en het commentaar stelt dan ook terecht de alom tegenwoordige vraag, WAAROM?

    En ik antwoord als een waanzinnige,
    omdat hebzucht er in vele "gecamoufleerde" vormen is.

    Zie ook het commentaar van de dagtekst van 14 maart.

     

    donderdag  23  april

    Deze weduwe heeft, ofschoon zij arm is, er meer in geworpen dan zij allen. - Luk. 21:3.

    Niet iedereen kan God als fulltime prediker dienen. Als je te kampen hebt met ouderdom, een slechte gezondheid of andere beperkingen, bedenk dan dat Jehovah veel waardering heeft voor je getrouwheid en wat je met hart en ziel aan dienst voor hem kunt doen (Luk. 21:2). Niemand van ons moet de uitwerking onderschatten die onze inspanningen, hoe beperkt ook, op anderen kunnen hebben. Stel dat we bij een paar huizen hebben aangebeld en niemand hebben getroffen die belangstelling scheen te hebben voor onze boodschap. Wie weet of de huisbewoners na ons vertrek niet nog uren of dagen over ons bezoek praten, zelfs als niemand de deur voor ons opendeed! We verwachten niet dat iedereen die het goede nieuws hoort, gunstig zal reageren, maar sommigen doen dat wel (Matth. 13:19-23). Anderen reageren misschien later, als de wereld toestanden of hun eigen omstandigheden veranderen. Hoe het ook zij, door in de openbare bediening te doen wat we kunnen, verrichten we Gods werk. We zijn "Gods medewerkers". - 1 Kor. 3:9. w07 1/l0  2: 9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om het nog eens met een spreuk te zeggen: "wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft" of "wie doet wat hij kan dat is tenminste een man".
    Er zijn honderden ervaringen waarbij het christelijk gedrag anderen heeft geholpen om eveneens de bijbel te gaan bestuderen.
    En er zijn er nog veel meer waardoor mensen religie afstotend vinden omdat zij het wel zéggen, maar door hun gedrag en spreken Gods naam onteren.

    Ik heb het reeds gezegd, dat als diegenen die ooit met een gemeente van Jehovah's Getuigen verbonden zijn geweest, terug zouden komen, dan zouden er meer dan het dubbele kunnen geregistreerd worden.

    Hoe kan dit? Waarom, als zij de waarheid bezitten, verlaten er zovelen
    de organisatie?

    Vanaf het moment dat iemand opmerkt dat er morele druk wordt gestoken gaan, diegenen weg die het als een schending ervaren.

    Andreas Eschbach zegt in zijn boek "HET MESSIAS MYSTERIE" op blz. 99 het volgende:

    Hij had een tijdlang vragen gesteld, maar de antwoorden waren onbevredigend geweest, en als hij begon te discussiëren, moest hij vaststellen dat degenen die meenden hem de antwoorden te kunnen geven, niet bereid waren te discussiëren. Ze wisten alles immers al, omdat ze geloofden, en als hij op een inconsequentie wees, dan sloegen ze hem met het argument om de oren dat het er niet om ging om te twijfelen, maar om te geloven.

    Dat is volgens mij eentje onder de gordel, maar wel typerend voor wat men een "sekte" kan noemen.

    De organisatie en het besturende lichaam doen dit reeds vanaf het begin. Ik zeg niet het prille begin. Het werd duidelijker toen Rutherford aan de macht is gekomen, maar je kunt dit maar weten als je gaat grasduinen in het verleden, de tegenstrijdigheden noteert en zeer objectief blijft.

    Jef Geeraerts schrijft ongeveer hetzelfde in zijn boek "DE PROCUREUR GENERAAL" blz. 121: "Dank zij de CVP werd volgens het principe van de backlash* de schuldige toch benoemd en degenen die de flaters aan het licht hadden gebracht, systematisch in diskrediet gebracht of zelfs gerechtelijk vervolgd wegens eerroof".  (* = verzet, reactie of achterwaartse beweging).

    In boven vermelde gevallen is het een religieuze kerkelijke vervolging 't zij door monddood maken, uitsluiting of het bijbelse misbruik van de schriftplaats uit  2 Petrus 2: 22  "Hun is overkomen wat het ware spreekwoord zegt: „De hond is tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder.”

    Waarbij volgens mij "de hond" op de man slaat, en de "zeug" op de vrouw. (Schrijft dit maar toe aan mijn slecht karakter).

    vrijdag  24  april

    Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vréde der goddelozen zag.

    Ps. 73: 3.

    Op een bepaald moment in zijn leven raakte Asaf, de schrijver van Psalm 73, ontmoedigd. Hij zag de materiële voorspoed van goddeloze mensen, en hij merkte dat ze vaak tevreden leken met hun leven en geen nadelige gevolgen van hun goddeloosheid ondervonden. Hij kon niet helemaal bevatten waarom de goddelozen ongestraft kwaad schenen te kunnen doen terwijl rechtgeaarde mensen het vaak moeilijk hadden. Uiteindelijk ging die getrouwe man uit de oudheid begrijpen wat de goddelozen te wachten stond - dat Jehovah te zijner tijd de dingen zou rechtzetten (Ps. 73:17-19). Het is zonder enige twijfel Jehovah's voornemen om op zijn bestemde tijd goddeloosheid en het ermee gepaard gaande onrecht op aarde uit te bannen (Ps. 37:9). Dat is iets waaraan zelfs loyale christenen zichzelf geregeld moeten herinneren. Jehovah zal degenen die tegen zijn wil ingaan, verwijderen, en hij zal degenen die er in overeenstemming mee leven, belonen. - Ps. 11:4-7. w07 15/8  1: 9-12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik denk nu te weten waarop de organisatie en het besturende lichaam hun manier van schrijven baseert.
    Waarom zegt Asaf dat hij de "materiële" voorspoed van de goddeloze mensen zag, precies of zij allemaal, omdat zij goddeloos waren materiële voorspoed genoten.

    Deze veralgemening vind ik steeds terug in de publicaties van
    de organisatie en het besturende lichaam.
    Het bestaat gewoon niet dat iemand  goddeloos is omdat hij meer materiële voorspoed geniet.
    Het kan evenmin dat goddelozen gespaard zouden worden van zorgen en ziekten dan  gelovigen. Het is wel zo dat goddelozen schijnbaar ongestraft door het leven gaan, dit is ook in onze tijd merkbaar. Wij weten dat veel criminelen door de mazen van het net ontkomen en dat is dan dikwijls de reden dat iemand met zijn slechte praktijken verder blijft doen.

    Zie Prediker 8:11-13 "Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. 12 Hoewel een zondaar misschien honderdmaal kwaad doet en lange tijd blijft zoals hij verkiest, ben ik mij er toch ook van bewust dat het goed zal aflopen met hen die de [ware] God vrezen, omdat zij hem hebben gevreesd. 13 Maar het zal volstrekt niet goed aflopen met de goddeloze, noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn, omdat hij God niet vreest".


    Omdat er in het eigen leven bijna nooit een verandering ten goede komt, tenzij je dat zelf doet of met de hulp van anderen, zal het ook niet veranderen.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam een hulp kunnen zijn is zeker waar, maar aan die hulp mogen geen verplichtingen zijn verbonden.

    Vanaf het moment dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf als heersers opstellen gaan zij buiten datgene wat geschreven staat. In de plaats van een instrument in Gods handen worden zij, of verlagen zij zich tot datgene wat zij andere organisaties, zowel politieke als religieuze, meestal terecht verwijten.

    Het is duidelijk uit de manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zich opdringen als het geweten van het individu waardoor zij zich in werkelijkheid  het leven van dat individu toeëigenen.

    Om het nog duidelijker uit te drukken zeg ik dat de organisatie en het besturende lichaam hun eigen geweten opdringen aan het individuele geweten van al hun leden, zo'n zeven miljoen stuks, gemanipuleerd en geconditioneerd door die enkele mannen die alzo heersen over de meute, want jachthonden maken zij er van.

    Ga ik werkelijk te ver? En deze dan:

    1) De Wachttoren, 1 oktober 1994, blz. 8

    "Allen die de bijbel willen begrijpen, dienen in te zien dat de "rijk gevarieerde wijsheid van God" uitsluitend bekend kan worden via Jehovah’s communicatiekanaal, de getrouwe en beleidvolle slaaf.

    2) De Wachttoren, 1mei 1995, blz. 19

    "Natuurlijk dient bijbellezen niet in de plaats te komen van het gebruik dat u maakt van het voortreffelijke studiemateriaal dat via „de getrouwe en beleidvolle slaaf" beschikbaar is gesteld".

    3) De Wachttoren, 15 maart 1998, blz. 19

    "Teneinde misverstanden te voorkomen, proberen Jehovah's Getuigen nauwkeurig te zijn als zij zich uiten. In plaats van te zeggen "Het Genootschap leert", geven veel Getuigen er de voorkeur aan om uitdrukkingen te gebruiken als "de bijbel zegt" of "ik begrijp dat de bijbel leert". Op deze wijze beklemtonen zij de persoonlijke beslissing die iedere Getuige heeft genomen om de bijbelse leringen te aanvaarden en vermijden zijn ook de verkeerde indruk te wekken dat Getuigen hoe dan ook gebonden zijn aan de voorschriften van de een of andere religieuze sekte".

    Nog één vraag, wat versta jij onder "persoonlijke beslissing"?

     

    Zaterdag  25  april

    Van u is het koninkrijk, 0 Jehovah, gij die u ook als hoofd over alles verheft.

    1 Kron. 29:11.

    Nadat Jehovah de engelen had geschapen, breidde hij zijn heerschappij uit door het uitgestrekte en ingewikkelde stoffelijke universum te scheppen, met inbegrip van de aarde (Job 38:4, 7; Ps. 148:5, 6). Met de schepping van het eerste mensenpaar oefende God Zijn soevereiniteit op nog een andere manier uit. Jehovah voorzag de mensen van alles wat ze nodig hadden om een zinvol en voldoening schenkend leven te leiden en schonk hun daarnaast het gezag over de lagere aardse schepselen: hij delegeerde autoriteit (Gen. 1:26-28; 2:8, 9). Adam en Eva hadden het vooruitzicht eeuwig in een aards paradijs te wonen (Gen. 2:15-17). Wat kunnen we uit dit alles concluderen? Ten eerste dat Jehovah altijd zijn soevereiniteit over heel zijn schepping heeft uitgeoefend. Ten tweede dat Gods heerschappij weldadig is en waardigheid verleent. En tot slot dat het tot eeuwige zegeningen zal leiden als we Gods heerschappij gehoorzamen en steunen. w07 1/12  1: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de mogelijkheden van de aarde, de voorzieningen en de enorme variëteiten, de natuur en de manieren waarop de mens van heel de schepping zou kunnen genieten zijn legio.

    Met deze geneugten geconfronteerd is het bijna onbegrijpelijk dat het eerste mensenkoppel het liet afweten temeer daar zij volgens de Bijbel volmaakt waren.

    Zij kregen zelfs het gezag over de lagere aardse schepselen: God delegeerde autoriteit.

    En die "gedelegeerde autoriteit" geeft mij weer het gevoel dat er iets meer mee bedoeld wordt dan autoriteit over 'alleen' die lagere schepselen, tenzij daar ook mensen mee bedoeld worden.

    Maar soit we zitten ermee en moeten er mee leven. En niet morgen, maar vandaag.

    Daarmee bedoel ik dat gisteren gepasseerd is en misschien hebben wij weer wat bijgeleerd.

    Morgen moet nog komen en zoals Jezus Christus zei in Mattheüs 6:34. "Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad".

    De context toont aan waarom Jezus Christus dat op deze manier onder onze aandacht bracht.
    Hij vestigde de aandacht op Mattheüs 6:33 "het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid".

    Dus op het middel dat morgen of mettertijd dit paradijs zou herstellen.

    Echter niet alleen op het koninkrijk, maar vooral op Gods rechtvaardigheid en dat is veel belangrijker dan het instrument dat HIJ zou gebruiken.

    De aandacht die de organisatie en het besturende lichaam op het koninkrijk leggen is duidelijk overtrokken, omdat zij volgens eigen zeggen, daar nu reeds deel van uitmaken.

    In alles waar de organisatie en het besturende lichaam ook maar wat te zeggen of te schrijven heeft is of zijn de koninkrijksbelangen betrokken.

    Ondertussen kunnen wij concluderen, zoals het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam hierboven zegt, dat God nog steeds Zijn soevereiniteit over Zijn schepping uitoefent, dat Zijn heerschappij weldadig en waardigheid verleent, en dat gehoorzaamheid ten slotte tot eeuwige zegeningen zal leiden.

    In De Wachttoren van 2007 15/8 blz. 26 par. 16 wordt een 'bewijs' gegeven dat onder Jehovah's Getuigen reeds als een feit aanvaard is, ik citeer:

     § 16 De „nieuwe hemelen”, Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de „nieuwe aarde”, een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo’n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen.

    In werkelijkheid is die liefde en eenheid gebaseerd op gehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam. En de voorstelling ervan berust niet op waarheid, want de verdeeldheid in de afzonderlijke gemeenten zijn legio, wat de organisatie en het besturende lichaam ook maar zegt of schrijft.

    Wie niet akkoord kan gaan met wat de organisatie en het besturende lichaam zegt of schrijft, wordt onherroepelijk uitgesloten.

    Daar kun jij klaarblijkelijk gemakkelijk achter komen, vooral wanneer jij je eigen geweten volgt.

    Ondertussen blijkt dat de geleidelijk vermindering van het aantal belijdende gezalfde, dat
    jarenlang als een bewijs van de tijd van het einde gold, eerder een vermeerdering van

    maar liefst 1462 belijdende gezalfde in de laatste drie jaar (2006, 2007 en 2008) te zien
    geeft.

    Van wat is die vermeerdering dan een bewijs?

    20-04-2009 om 09:45 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 16 april tot en met 20 april

    donderdag  16  april

    Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn levensduur toevoegen? - Matth. 6:27.

    Er is niet echt veel nodig om ons leven in stand te houden. We hebben alleen wat voedsel nodig, iets om aan te trekken en een slaapplaats. De rijken hebben een overvloed van deze dingen, en de armen moeten er misschien voor ploeteren. Maar alle eventuele verschillen worden vereffend als er een eind komt aan het leven; dan worden al die dingen onbelangrijk (Pred. 9:5, 6). Wil het leven dus zin en waarde hebben, dan kan en moet het niet enkel bestaan uit dingen die je kunt verwerven of bezitten. Of we nu rijk zijn of arm, we hebben niet in de hand hoe lang we leven. We weten zelfs niet of we morgen nog in leven zullen zijn. De Bijbel laat duidelijk zien dat alleen Jehovah "de bron van het leven" is, en alleen hij kan getrouwen "het werkelijke leven", of "het eeuwige leven", geven: leven zonder einde, in de hemel of op aarde. - Ps. 36:9; 1 Tim. 6:12, 19. w07 1/8  1: 13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  er is een gangbare uitdrukking en ik veronderstel dat die mondiaal kan weergegeven worden, namelijk: wij zijn in ons blootje ter wereld gekomen en wij zullen in ons blootje ervan verdwijnen. Deze figuurlijke uitdrukking maakt duidelijk wat het commentaar hierboven bedoelt.

    De zin van het leven hangt dus absoluut niet af van de luxe en het comfort dat iemand zich kan of niet kan permitteren, alhoewel materiële zaken en het bezit van geld, het leven kunnen veraangenamen, maar dat blijkt in de praktijk niet altijd waar te zijn. Diezelfde dingen kunnen het leven ook enigszins verlengen en ook hier is dit in de praktijk evenmin altijd waar.

    Maar zonder geld is het zeker niet gemakkelijker, eerder veel moeilijker. Waar ligt dan het probleem?

    Het antwoord ligt waarschijnlijk gedeeltelijk in  Spreuken 30:7-8." Twee dingen heb ik van u gevraagd. Onthoudt ze mij niet voordat ik sterf. 8 Onwaarheid en het leugenachtige woord, doe ze ver van mij. Geef mij noch armoede noch rijkdom".

    Hoe houden die twee verschillende vragen nu verband met het thema?

    Laat mij eens proberen:  onwaarheid heeft de betekenis van iets dat niet waar is. In de reclamewereld is het schering en inslag om producten verkeerd voor te stellen, maar daarom liegen ze nog niet. Op de keper beschouwd is dit voor mij op zijn minst hetzelfde, eerder erger. Het misleidt zowel de gebruiker van het product als de wetgever.

    Het leugenachtige woord daarentegen is een opzettelijke onwaarheid met een motief en doel. Het verschil zit voor mij in het feit dat een "leugen" gemakkelijker aangetoond en aangeklaagd kan worden. Wat echter niet van het motief of het doel kan worden gezegd.

    In de religieuze wereld is het nog veel erger dan in de reclamewereld. Ieder georganiseerde religie heeft zowel een kerkelijk gezag als het beroep dat zij kan doen op de wereldlijke autoriteiten. Rom. 13. Het omgekeerde is ook waar, maar in veel mindere mate.

    Ik besluit met de aanhaling uit hun commentaar hierboven: De Bijbel laat duidelijk zien dat alleen Jehovah "de bron van het leven" is, en alleen hij kan getrouwen "het werkelijke leven", of "het eeuwige leven", geven.

    De meeste mensen zullen God, of wat het ook moge betekenen, als die bron erkennen, ik ook. dat Hij en alleen HIJ het "werkelijke leven of het eeuwige leven" kan geven aan getrouwen, daar twijfel ik evenmin aan.

    Waar ik evenmin aan twijfel is dat, volgens de organisatie en het besturende lichaam, alleen Jehovah's Getuigen gered zullen worden omdat alleen zij prediken overeenkomstig de richtlijnen van de organisatie en het besturende lichaam. Ik heb het reeds gezegd dat de prediking van huis tot huis, van deur tot deur tot een leerstelling is verheven door de organisatie en het besturende lichaam, niet omdat het een Bijbelse leerstelling is, want dat is het niet, maar omdat het de enige manier is waarop zij hun publicaties wereldwijd gratis en voor niks kunnen laten verspreiden door lichtgelovigen.

    Uiteraard zal ook hun prediking mensen tot God brengen. of ze als groep zullen overleven is eerder een vraagteken omdat zij eerder mensen gehoorzamen en voor hen laten beslissen.


    Het blijft een feit dat niet alle Getuigen van Jehovah Christenen zijn en niet alle Christenen zijn daarom Jehovah's Getuigen.

    Psalm
    37:29. "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven.

    Handelingen 10:34-35. "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Vrijdag  17  april

    Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!
    Ps. 133: 1.

    Satan gebruikt onderlinge conflicten als een valstrik om verdeeldheid onder Jehovah's volk te zaaien. Sommigen worden levend door de Duivel gevangen doordat ze toelaten dat onderlinge conflicten de vrede en eenheid verstoren en afbreuk doen aan de schitterende geestelijke voorspoed die Jehovah tot stand heeft gebracht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerde Satan het aardse deel van Jehovah's organisatie te vernietigen door een frontale aanval te ondernemen, maar zonder succes (Openb. 11:7-13). Vanaf die tijd probeert hij op sluwe manieren onze eenheid  te verstoren. Als we toelaten dat onderlinge conflicten verdeeldheid veroorzaken, bieden we Satan een houvast. We zouden daardoor de werking van de heilige geest in ons eigen leven en ook in de gemeente kunnen belemmeren. Satan zou daar heel blij mee zijn, want elke verstoring van de vrede en eenheid van de gemeente vormt een belemmering voor de prediking. - Ef. 4:27, 30-32. w07 1/10  3: 15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik heb het reeds eerder gezegd en geschreven dat het "wreed" gemakkelijk is om Satan de schuld te geven.

    Dus ook van de conflicten in de afzonderlijke gemeenten en ik ga erbij zeggen, van de conflicten in de bijkantoren en het hoofdkantoor. Ik heb dat niet uit mijn duim gezogen want dat staat zowel in de jaarboeken als in het Verkondigersboek.

    Daarom is het ook een contradictie dat die conflicten de vrede en eenheid verstoren en afbreuk doen aan de schitterende geestelijke voorspoed die Jehovah tot stand heeft gebracht. De Bijbel benadrukt dat
    het resultaat van Gods Heilige Geest merkbaar zou zijn aan datgene wat hij tot stand laat komen in de gemeenten en bij de individuele personen.

    Galaten 5:22-23. "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23zachtaardigheid, zelfbeheersing".

    2 Korinthiërs 3:1. "Jehovah nu is de Geest, en waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid".

    Jakobus 3:18. "Bovendien wordt het zaad van de vrucht der rechtvaardigheid gezaaid onder vredige omstandigheden voor hen die vrede maken".

    De tegenstrijdigheden die de organisatie en het besturende lichaam in de loop van hun moderne geschiedenis hebben geschreven spreekt meer tegen hen dan voor hen met al het goede dat zij over zichzelf schrijven. Alleen zijn niet al Jehovah's Getuigen daar van op de hoogte of willen ze het zien.

    Toch zegt de Bijbel volgens Mattheüs 10: 26 "Vreest hen daarom niet, want er is niets bedekt dat niet ontdekt zal worden, en verborgen dat niet bekend zal worden". Zou de organisatie en het besturende lichaam dat niet geloven?  Of staan zij ook hierboven?

    Die situatie in hun commentaar verwijst naar de vervolging tijdens de eerste Wereldoorlog waardoor 7 leden voor 9 maanden in de gevangenis terecht kwamen.

    Wat je niet mag vergeten of niet kon weten is dat de natiën hun vernietiging was voorzegd en er wel degelijk heel wat aantijgingen, terecht of onterecht, over die natiën wereldomvattend (?) waren verspreid juist door de organisatie en het 'besturende lichaam.

    Wat de vervolging tijdens de tweede Wereldoorlog betreft, vooral in nazi Duitsland, die is grotendeels uitgelokt door de brieven van Rutherford naar Hitler. Zie voor deze inlichtingen de website http://www1.tip.nl/t661020/index.html

    Deze hebben uiteraard niets te maken met de conflicten binnen de organisatie en het besturende lichaam. Alleen zijn die problemen niet in overeenstemming met de prediking. Zoals het commentaar van hen zegt, "elke verstoring van de vrede en eenheid van de gemeente vormt een belemmering voor de prediking".

    Ik zeg, dat iedere gemeente waar geen vrede en eenheid is, niet zou mogen prediken. En daar komt nog bij dat, iedere verkondiger die met een conflict in zijn gezin of met een geloofsgenoot geconfronteerd wordt, evenmin zou mogen prediken.

    Zulk een gemeente of zo 'n verkondiger kan onmogelijk met "vrijmoedigheid" van deur tot deur gaan. Maar daar zal de organisatie en het besturende lichaam niet van wakker liggen want dan ligt de prediking plat.

    Het is dus niet dat men een Christen moet zijn, maar een prediker. En dat klopt aan geen kanten.

    zaterdag  18  april

    Jehovah staat aan mijn zijde; ik zal niet vrezen. - Ps. 118:6.

    Het zal niet lang meer duren of we zullen geweldige en ontzag inboezemende gebeurtenissen meemaken. Ze houden allemaal verband met de rechtvaardiging van Jehovah's recht om te regeren, zijn universele soevereiniteit. En bedenk wel: als we loyaal blijven aan Jehovah en pal staan voor zijn soevereiniteit, zullen we in de gelegenheid zijn een aandeel te hebben aan de heiliging van Jehovah's naam en de vervulling van zijn voornemen. Wat een onschatbare vreugde zal dat zijn! Zijn we voorbereid op die betekenisvolle gebeurtenissen? Hebben we geloof in Jehovah's reddende macht? Vertrouwen we erop dat hij ons op het juiste moment en op de beste manier te hulp zal komen? Bij de beantwoording van zulke persoonlijke vragen kunnen we in gedachte houden wat de apostel Paulus tegen zijn medechristenen in Rome zei: "Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben." - Rom. 15:4. w07 15/12  2: 5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is bijna ongelooflijk dat mensen, ook ik, geloof stelde in een belofte die het zelfs in Paulus tijd goed deed. Hebreeën 10:37-38. "Want nog „een zeer korte tijd” en „hij die komt, zal komen en zal niet uitblijven”. 3!"Maar mijn rechtvaardige zal wegens geloof leven” en "indien hij terugdeinst, heeft mijn ziel geen behagen in hem”. In werkelijkheid heeft tijd geen enkele betekenis i.v.m. geloof, daarom heb ik zowel 'tijd' als 'geloof' benadrukt.

    Om het jou gemakkelijk te maken druk ik hier een gedeelte af uit De Wachttoren, 15 november 1968, blz. 691-92 paragraaf 30: "Moeten wij uit deze studie opmaken dat de strijd van Armageddon tegen de herfst van 1975 geheel achter de rug zal zijn en dat de langverwachte duizendjarige regering van Christus dan zal beginnen? Mogelijk, maar wij moeten nog afwachten hoe nauwkeurig de zevende duizendjarige periode van 's mensen bestaan samenvalt met de op een sabbat gelijkende duizendjarige regering van Christus. (...) Het zal hooguit een verschil van weken of maanden, niet van jaren, betreffen" (   )

    Ondanks deze boute verzekering is het einde niet gekomen daarom komt zoveel jaren later de ONTWAAKT VAN 93 22/3 blz. 4 Waarom zo vaak een vals alarm?

    Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’

    In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (...)

    Dit impliceert geen excuses van de organisatie en het besturende lichaam, maar een aantijging tegen diegenen die hen "valse profeten" noemden.

    In deze aantijging wordt duidelijk afstand gedaan van Gods Woord de Bijbel door te beweren dat zij nooit in de naam van "JEHOVAH de gepubliceerde inlichtingen wereldwijd hebben gebracht en brengen.

    IN WIENS NAAM IS HET DAN WEL? In de naam van de heerser van deze wereld?

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam nog altijd de tijd benadrukt is het zeer onwaarschijnlijk dat dit oprecht is. Het enige dat zij er mee bereiken is dat hun mensen gewoon wachten op die dag uit angst dat zij anders uit de boot zullen vallen terwijl de essentie van hun geloof verloren gaat.

    zondag  19 april

    Wij weten dat de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt. -Rom. 8:22.

    Jehovah heeft geen schuld aan het enorme lijden dat al zo lang bestaat (2 Sam. 22:31). Een deel van de schuld ligt bij de mensen. "Zij hebben verderfelijk gehandeld, zij hebben verfoeilijk gehandeld in hun gedragingen" (Ps. 14:1). Jehovah heeft onze eerste ouders een goede start gegeven. Het enige wat nodig was om het zo te houden, was gehoorzaamheid aan hem. Maar Adam en Eva kozen voor onafhankelijkheid. Omdat onze eerste ouders zich van Jehovah afkeerden, zou hij hun volmaaktheid niet langer in stand houden. Ze zouden achteruitgaan totdat de dood hen opeiste. Wij hebben die onvolmaaktheid van hen geërfd (Gen. 3:17-19; Rom. 5:12). Bij het ontstaan van alle lijden is ook het geestelijke schepsel betrokken dat als Satan bekend kwam te staan. Hij bracht Adam en Eva ertoe onafhankelijk te willen zijn van Jehovah, alsof ze daardoor "als God [konden] zijn, kennend goed en kwaad". - Gen. 3:5.    w07 15/8  2: 4-6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van boven vermelde wachttoren artikel is "Het verduren van lijden kan ons tot voordeel strekken". En dat is zeker waar, maar dat is ook het geval met alles wat iemand ervaart wanneer hij of zij er iets willen uit leren.

    Volgens de gegevens uit De Wachttoren van november 1968 blz. 691 zou de mens in 4026 geformeerd zijn geworden en bijgevolg in 1975 de gerespecteerde ouderdom van ~6000 jaar hebben gehad. Op deze dag zou dit dan 4026 + 2009 = 6035 jaar moeten zijn.

    Het Bijbels gegeven dat onze eerste volmaakte ouders in de fout gingen en wij als ongeboren nageslacht eveneens, was het begin van het lijden. Ik of wij, kunnen ons geen voorstelling maken van al het lijden dat tussen "toen en nu" ten hemel moet opgestegen zijn.

    In De Wachttoren van  1970  1 januari blz. 14-15 par. 39 staat onder het onderkopje "De naderende vrede van duizend jaar" het volgende:

    § 39 In recentere tijd zijn ernstige bijbelonderzoekers de chronologie van de bijbel opnieuw nagegaan. Volgens hun berekeningen zouden de zes millennia van ’s mensen bestaan op aarde in het midden van de jaren zeventig eindigen. Het zevende millennium van ’s mensen schepping door Jehovah God zou dus binnen nog geen tien jaar beginnen.

    De voetnoot van De Wachttoren verwijst dan ook nog naar:

    Het boek Aid to Bible Understanding, bladzijde 333 onder „Chronologie”. Ook het boek Eeuwig leven — in de vrijheid van de zonen Gods, de bladzijden 27-37, onder het onderkopje „Zesduizend jaar van menselijk bestaan lopen ten einde”, uitgegeven in 1968.

    Voeg hier de duizendjarige regering van Jezus Christus bij dan heb je zevenduizend jaar of één scheppingsdag. Juist of niet juist?

    Tenzij die schepping van Adam en Eva nog veel vroeger in zijn werk is gegaan? Uiteindelijk zijn de scheppingsdagen van 7000 jaar geen vast gegeven meer.

    Het Inzicht boek zegt op 2 blz. 826 over de Schepping:

    Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts 24 uur heeft geduurd maar zich over een langere tijdsperiode heeft uitgestrekt, zelfs over duizenden jaren, strookt beter met het geologische bewijsmateriaal dat in de aarde zelf is aangetroffen.

    Nu kun je de subtiele manier van de organisatie en het besturende lichaam eens op een voor hun praktische manipulatie en indoctrinatie van heel dichtbij bekijken, en daar heb je echt geen vergrootglas voor nodig.

    Ik benadruk de zin "Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts 24 uur heeft geduurd".(...)

    Dit moet zijn "Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts7000 jaren  heeft geduurd"(...).

    Omdat niet de organisatie en het besturende lichaam, maar de Creationisten die "24 uur" stelling gebruiken, maar de organisatie en het besturende lichaam gebruikten 7000 jaar voor één scheppingsdag.

    Ik zei en schreef "gebruikten" want door de druk van buitenaf dienden zij hun Bijbels standpunt te verlaten en te herzien.

    Met andere woorden gezegd en geschreven, is een scheppingsdag dan 70.000 jaar of 700.000 jaar of nog veel langer? Dat weet ik niet, de organisatie en het besturende lichaam ook niet, maar van hun standpunt dat wij in de laatste dagen leven gaan zij niet af.

    En misschien hebben zij gelijk, maar de organisatie en het besturende lichaam hebben reeds zoveel moeten herzien en aanpassen dat hun manier van doen niet te verontschuldigen is.


    Subtiliteit is door hen tot een kunstvorm verheven.

    Maandag  20  april

    Heer, wees ons barmhartig, Zoon van David! - Matth. 20:31.

    Toen Jezus Jericho verliet, zaten er aan de kant van de weg twee blinde mannen die hem smeekten of hij door een wonder hun gezichtsvermogen wilde herstellen. Dat deed hij, maar hij verrichtte het wonder niet op een koele, zakelijke manier. "Door medelijden bewogen," zegt de Bijbel, "raakte Jezus hun ogen aan, en onmiddellijk kregen zij het gezichtsvermogen" (Matth. 20:30-34). Medelijden bewoog Jezus ertoe veel wonderen te doen voor blinden, door demonen bezetenen, melaatsen en ouders met een ziek kind (Matth. 9:27; 15:22; 17: 15; Mark. 5: 18, 19; Luk. 17: 12, 13). Uit het voorbeeld van Jehovah God en Jezus Christus blijkt dat barmhartigheid twee aspecten heeft: gevoelens van mededogen of medelijden met behoeftigen, en daden waardoor deze mensen geholpen worden. Beide elementen zijn nodig wil iemand barmhartig zijn. In de Bijbel duidt barmhartigheid meestal op een positieve uiting van vriendelijke consideratie tegenover behoeftigen. w07 15/9  1: 6, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wanneer ik Jezus Christus 'handelingen tegenover de behoeftigen vergelijk met wat mensen in het algemeen doen zie ik werkelijk veel gelijkenis. Het is duidelijk dat er nu numeriek gezien veel meer behoeftigen zijn dan in Jezus tijd. De motivatie van Jezus Christus kwam vanuit zijn hart zoals het commentaar hierboven duidelijk maakt. Voor Jezus Christus was het geen éénmalige affaire, maar een deel van zijn levenswijze. Hij deed dit eveneens zonder onderscheid te maken tussen rijk of arm, man of vrouw en zelfs kinderen konden op hem rekenen. Zijn woorden waren volmaakt in overeenstemming met zijn daden.

    Natuurlijk is er weer het één en het ander dat mij intrigeert, dat kan niet anders.

    Ik, maar gij ook, ziet toch dat er in onze westerse samenleving die relatief rijk is veel geld en goederen gevraagd en gekregen worden. Er zijn verschillende organisaties en vrijwilligers die zich daadwerkelijk inzetten om anderen te helpen.

    Nu kan men zeggen dat dit de "beruchte druppel op een hete plaat is" maar het wordt toch  maar gedaan. Soms zelf met redelijke inspanningen en zelfopoffering.

    Aan de andere kant heb je dan veel organisaties die rijk en machtig zijn en niets of sporadisch iets bijdragen aan de noden die gelenigd moeten te worden, au contraire, er zijn er die het zelfs veroorzaken en in de hand werken.

    De tegenstellingen in de wereld zijn enorm en zelfs in bepaalde landen schrijnend door het ten toon spreiden van persoonlijke luxe en rijkdom, terwijl naast de deur mensen creperen van de honger. Dood gaan door gebrek aan verzorging. Nog niet gesproken van oorlogen en oorlogsmateriaal dat bijna alle menselijke behoeften zou kunnen dekken, inbegrepen het ruimteonderzoek enz.

    Hierdoor is dan ook een klimaat gecreëerd waar religie handig gebruik van maakt om mensen een toekomst voor te spiegelen dat er mettertijd een paradijs zal zijn voor de getrouwen. Hiermee kom ik waar ik naar toe wilde. Praktisch alle grote religies bezitten een rijkdom die niet te overzien is, maar praktisch nooit ingezet zal worden om het voor anderen beter te maken.

    Daar bedoel ik mee dat in de meeste gevallen waar zij dat wel doen het via een speciale en specifieke omhaling verkregen wordt, terwijl het eigen kapitaal en de onroerende goederen aangroeien.En vergeet ook niet de macht van de "RECLAME".

    Moet ik nog eens aanhalen dat via de nieuwsmedia, de BBC ooit gezegd is geweest dat de organisatie en het besturende lichaam één van de rijkste religieuze organisaties zijn?

    Waarom viseer ik hen? Omdat zij beweren door Gods geest geleid te worden, dat zij
    Jezus Christus als hun leider volgen, dat zij ooit hebben gezegd nooit geld, of wat er mee overeenkomt, te zullen vragen. Maar regelmatig, minstens eens per jaar verschijnt er een artikel hoe je op verschillende manieren geld erfenissen of eigendommen kunt overmaken aan de organisatie en het besturende lichaam.

    Ziehier een voorbeeld: w04 1/11 blz. 22 Kent u het geluk dat voortkomt uit geven? ***

    BIJDRAGEN VOOR HET WERELDOMVATTENDE WERK

      Velen zetten een bedrag opzij dat ze deponeren in de bijdragenbussen met het opschrift: „Bijdragen voor het wereldomvattende werk — Mattheüs 24:14”.

      Elke maand maken de gemeenten deze bijdragen over naar het plaatselijke bijkantoor. Vrijwillige bijdragen kunnen ook overgemaakt worden naar het bijkantoor dat het opzicht over uw land heeft. Kijk voor het adres op bladzijde 2 van dit tijdschrift.

    LENING ONDER SPECIALE VOORWAARDEN

      Geld kan in bewaring worden gegeven met de bepaling dat het aan de gever kan worden geretourneerd als hij erom vraagt.

    OVERIGE MANIEREN VAN GEVEN

      Hiertoe behoren:

    Verzekering: Het Wachttorengenootschap kan worden genoemd als begunstigde van een levensverzekeringspolis of van een pensioenregeling.

    Aandelen en obligaties: Aandelen en obligaties kunnen als gift aan het Wachttorengenootschap worden overgedragen.

    Testamenten: Bezittingen en geldmiddelen kunnen aan het Wachttorengenootschap worden vermaakt door middel van een rechtsgeldig testament.

      Schrijf voor nadere inlichtingen betreffende deze kwesties naar het plaatselijke bijkantoor van Jehovah’s Getuigen.

    Je kunt zelf je conclusies trekken.

    15-04-2009 om 17:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van 11 april tot en met 15 april

    zaterdag  11  april

    De zegen van Jehovah - die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij. - Spr. 10:22.

    Als Jehovah zijn dienstknechten zegeningen schenkt, geeft hij hun altijd het beste (Jak. 1:17). Toen hij bijvoorbeeld de Israëlieten een plaats gaf om te wonen, was dat "een land vloeiende van melk en honing". Hoewel het land Egypte ook zo was beschreven, was het land dat Jehovah de Israëlieten gaf op zijn minst in één heel belangrijk opzicht anders. Het was "een land waar Jehovah, uw God, zorg voor draagt", zei Mozes tegen de Israëlieten. Met andere woorden, ze zouden voorspoed hebben omdat Jehovah voor hen zou zorgen. Zolang de Israëlieten Jehovah trouw bleven, werden ze rijk door hem gezegend en hadden ze een zichtbaar beter leven dan alle volken om hen heen. Het is dus Jehovah's zegen die 'rijk maakt'! Wat is het daarom belangrijk een hechte band met God aan te kweken. - Num. 16:13; Deut. 4:5-8; 11:8-15. w07 1/8  2: 12, 13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in heel de situatie hierboven beschreven is er één dissonant: zij, de Israëlieten, bleven Jehovah hun God niet trouw. Waarom bleven zij niet trouw? Volgens het thema van vermelde wachttoren gingen ze teveel waarde hechten aan materiele bezittingen.

    Nu kun jij je voorstellen dat alle Israëlieten dat deden? Ik niet, over het algemeen zijn werkende mensen tevreden wanneer zij voldoende te eten hebben, kleding en een dak boven hun hoofd. Ik zei over het algemeen en dan heb ik het over het gros van de bevolking. Laat ons zeggen dat zeventig procent van de mensen handenarbeid leveren, tien procent is actief met hun kennis, nog eens tien procent drijft handel. Spijker mij daar niet mee vast a.u.b.

    En van de overige tien procent die een ander voor zich laten werken zijn er enige die niet tevreden zijn met een dagloon en evenmin met een maandloon, zelfs niet met een jaarloon of meer, zij zijn praktisch nooit tevreden omdat zij nooit genoeg hebben. En omdat zij nooit genoeg hebben, en laat ik het geld noemen, willen zij daarbij ook macht.

    En de feiten tonen duidelijk aan dat zowel geldhonger als machtshonger onverzadigbaar blijken te zijn. De uitdrukking "een duivelszak is nooit gevuld" spreekt voor zichzelf.

    Vermits deze minderheid zowel het geld als de macht zal bezitten, maken zij vanzelfsprekend ook de regels en wetten. Zij die deze geboden en verboden hanteren leggen tegelijkertijd de strafmaatregelen vast.

    Wie vertegenwoordigen die TIEN PROCENT?

    Volgens mij zijn het de Religieuze Leiders, de Politieke Leiders en diegenen die van de commercie een dominante heerschappij hebben gemaakt. Die drie groepen variëren van gematigd tot meedogenloos. Er een etiket op plakken gaat niet en kan ook niet.

    Ik heb maar één alternatief en dat is MICHA 6:8. "En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    ZONDAG  12  APRIL
    Dit is het vertrouwen dat wij jegens hem hebben, dat, ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij ons hoort. -1 Joh. 5:14.

    Het was Gods voornemen dat mensen in geluk en vrede met elkaar en met de rest van de schepping zouden leven (Gen. 1:26; 2:15). Wat hebben we echter nodig om ons gelukkig en veilig te voelen en innerlijke rust te genieten? Net als een kind dat zijn ouders in de buurt moet weten om zich gelukkig en veilig te voelen, hebben wij een goede band met onze hemelse Vader nodig wil ons leven echt zin en een doel hebben (Hebr. 12:9). God maakt het mogelijk dat we zo'n band met hem krijgen door ons dicht tot hem te laten naderen en door naar onze gebeden te luisteren (Jak. 4:8). Als we in geloof 'met God wandelen' en zijn vrienden worden, kunnen we onze hemelse Vader blij maken en hem eren (Gen. 6:9; Spr. 23:15, 16; Jak. 2:23). Dat is het hoogste doel dat iemand kan nastreven. De psalmist schreef: "Al wat adem heeft, love Jah." - Ps. 150:6. w07 1/10  1: 4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wanneer je alle oprechte gebeden die op één dag tot God gericht, zou moeten publiceren zou je niet toekomen met één dagtaak. Met het woord 'oprechte' bedoel ik onder andere alle gebeden die uit noodzaak, uit armoede, uit verdriet, uit pijn, frustratie, maar ook uit dankbaarheid opgezonden worden.

    Hoeveel van die gebeden daadwerkelijk verhoord worden blijkt niet kunnen na te gaan. Wanneer iemand afzonderlijk daar mee geconfronteerd wordt blijft het gebed meestal onbeantwoord.

    In het bovenstaande commentaar van de organisatie en het besturende lichaam  wordt Hebreeën 12: 9 aangehaald maar niet afgedrukt. Dat doe ik wel: Hebr. 12: 9 "Bovendien hadden wij vroeger vaders die van ons vlees waren om ons streng te onderrichten, en wij betoonden hun steeds achting. Zullen wij ons dan niet veel meer aan de Vader van ons geestelijke leven onderwerpen en leven?

    Ik benadruk wat de organisatie en het besturende lichaam in werkelijkheid beoogt: ons onvoorwaardelijk onderwerpen aan HEN.

    Het thema van de aangehaalde wachttoren 2007 1 oktober blz. 16 is "streef een zinvol doel na in je leven". En vanaf §5 tot het eind is het een waarschuwing om niet materialistisch en geen deel van die goddeloze wereld te zijn. Niet verkeerd op zichzelf, maar wel erg subjectief gericht.

    In § 17 wordt Koning David en anderen aangehaald, maar ik druk die zin liever af:

    17 Bij David denken we niet in eerste instantie aan een legeraanvoerder of een musicus of componist, maar aan ’een man aangenaam naar Gods hart’ (1 Samuël 13:14).

    Nu neem ik Koning David als de grote voortrekker omdat Christus door de organisatie en het besturende lichaam nogal dikwijls vergeleken wordt met hem als de grotere David.

    Nu vraag ik mij af hoe David al die miljoenen had verdiend waarmee hij een groot deel van de tempel heeft mee bekostigd? 

    Weet je wat ik ondervonden heb van veel rijke mensen? Dat zij met geld niks inzitten. Daar kun je waarschijnlijk mee instemmen, dat wanneer je geld genoeg hebt je er ook geen zorgen moet om maken.

    Het is maar wanneer je er tekort hebt, dan pas moet je je zorgen maken, ja toch?

    MAANDAG  13  APRIL

    Het zaad van de vrucht der rechtvaardigheid [wordt] gezaaid onder vredige omstandigheden voor hen die vrede maken. -Jak. 3:18.

    Hoe kunnen ouders thuis een vredige sfeer scheppen? Daarvoor moeten ze als echtpaar een hechte band houden. Wanneer man en vrouw elkaar liefhebben en respecteren, is het waarschijnlijker dat hun kinderen leren anderen lief te hebben en te respecteren, dus ook Jehovah (Gal. 6:7; Ef. 5:33). Liefde en respect bevorderen de vrede. En huwelijkspartners die een goede verstandhouding met elkaar hebben, kunnen beter omgaan met eventuele conflicten die binnen het gezin ontstaan. Natuurlijk zijn er momenteel op aarde geen volmaakte huwelijken, en dus ook geen volmaakte gezinnen. Soms leggen ouders misschien niet de vrucht van de geest aan de dag in de omgang met hun kinderen (Gal. 5:22, 23). Wat moeten ouders doen wanneer dat gebeurt? Als jij je fouten toegeeft, zullen je kinderen die waarschijnlijk door de vingers zien. w07 1/9  2: 13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  goed, de toepassing van deze leitekst in de gezinskring is beslist een basis beginsel.

    Jezus Christus veroordeelde in   Mattheüs 23:2. De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn op de stoel van Mozes gaan zitten.


    En daarom wordt in § 3 van vermelde wachttoren
    Mattheüs 23: 3 aangehaald die duidelijk zegt  "Doet en onderhoudt daarom alles wat zij U zeggen, maar doet niet naar hun daden, want zij zeggen het wel, maar volbrengen het niet".


    De paragraaf vervolgt met de goede raad dat: willen ouders hun kinderen een beweegreden geven om van Jehovah te houden, dan moeten hun woorden en daden met elkaar overeenstemmen.

    De ouders dienen eveneens consequent te zijn in hun spreken en handelen.

    Nu wordt in § 8 gezegd dat een van de manieren om de kinderen te onderwijzen of naar Jehovah luisteren, "is door de Bijbel te bestuderen aan de hand van publicaties die 'de getrouwe slaaf' verschaft.

    En paragraaf 10, de laatste alinea, dat "een gezinsstudie leert dat aanbidding geen formeel ritueel is dat alleen in het openbaar wordt uitgevoerd, maar een onderdeel is van het privé-leven van het gezin.

    In dat privé leven is wel meer inbreuk gemaakt door ouderlingen. Zelfs op congressen, kring- en dagvergaderingen wordt daar regelmatig misbruik van gemaakt.

    Voorbeelden te over: daguitstappen of studiereizen via de school. Ik heb ooit mee gemaakt dat "pokomon" kaarten" als van satan afkomstig werden beschreven en daarom niet als speelgoed kon gezien worden. Ook bepaalde films en dansen werden in het openbaar aan de kaak gesteld. Strips en bepaalde boeken mogen niet gelezen worden. Het enige wat ontbreekt is een lijst of een boek met lijsten. Joepie, terug naar de inquisitie.

    En tot slot een doordraver: Als jij je fouten toegeeft, zullen je kinderen die waarschijnlijk door de vingers zien.

    Als de organisatie en het besturende lichaam, als onderwijzers, praktisch geen fouten toegeven zullen de ouders, als leerlingen, dat ook niet doen. Het resultaat zal dan ook niet uitblijven.

    Wie maakt er kleine farizeeërs?  De ouders?

    En wie maakt volwassen farizeeërs? De organisatie en het besturende lichaam?


    dinsdag  14  april

    Hun hulpgeschreeuw steeg voortdurend omhoog tot de ware God wegens de slavernij. - Ex. 2:23.

    Toen de Israëlieten tot Jehovah om hulp riepen omdat ze slaven in Egypte waren, schonk hij daar aandacht aan (Ex. 2:24, 25). Bij het brandende doorn bos zei hij tegen Mozes: "Ik ga ertoe over neer te dalen om [mijn volk] uit de hand van de Egyptenaren te bevrijden en hen uit dat land op te voeren naar een goed en uitgestrekt land, naar een land vloeiende van melk en honing" (Ex. 3:8). Wat moet het opwindend zijn geweest te zien hoe Jehovah dit deed! (Ex. 12:29-32) Die bevrijding opende voor Jehovah de weg om Israël als zijn uitverkoren volk aan te nemen. Jehovah werd erdoor verheerlijkt als de Vervuller van beloften, degene wiens woord nooit onvervuld blijft. Er werd door bewezen dat Jehovah superieur is aan de goden van de naties. Het is geloofversterkend over die bevrijding te lezen. Stel je eens voor hoe het geweest moet zijn om het zelf mee te maken! Jehovah bleek zonder twijfel 'de Allerhoogste over heel de aarde' te zijn. - Ps. 83:18. w07 1/11  1: 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  machtig zeg, moet jij je maar eens direct verplaatsen met je eigen tijdscapsule naar die tijd en die momenten. Kun je het voor de geest halen? Kun je ervaren hoe gij en je gezin alles op de karren stapelt om adieu te zeggen tegen een leven van slavernij. Kun jij je ook voorstellen dat je vooraleer te vertrekken al je Egyptische buren hun kostbaarheden aftroggelt. Vervolgens als vrijbuiter een wandelingske door de droge Rode zee mag maken. Dat hebben er niet veel meegemaakt hoor. Misschien was je toch wel even bang toen Farao met zijn strijdwagens je op de hielen zat, maar voorzeker opgelucht toen zij allemaal verdronken.

    Zo moeilijk bleek het niet te zijn om de machtige hand van Jehovah te zien en te erkennen dat hij verre superieur was aan alle goden van Egypte

    Dat Jehovah zijn beloften vervulde en waar maakte.

    Hoe geloofversterkend moet die bevrijding zijn geweest!

    Terwijl je nu toch aan het fantaseren bent, kun jij je wel voorstellen dat het toch maar geen pretje was om die vleespotten van Egypte te moeten missen.

    Heb je ook nog mee geholpen om het gouden kalf te maken?

    En later al die geboden en verboden waar je moest mee instemmen.

    weet je nog hoe vrij je was om veertig jaar door de wildernis, ongerepte natuur, te mogen zwalken, alle dagen het manna te kunnen eten met uitzondering van die kwartels. Herinner je nog die dagen van al die slangen, dan hebben we er wel ne zak mensen moeten begraven niet waar.

    Hun eigen schuld toch maar, ze waren nog te lui om eventjes naar die koperen slang te zien.

    Tijd om wakker te worden en wakker te blijven.

     

    Er is een bevrijding in deze tijd dat is het onderkopje van de vermelde wachttoren 2007 1 november blz. 24 § 11. "Wat valt er over onze tijd te zeggen? Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze Russell, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. „Goedemorgen allemaal”, zei hij opgewekt. En toen kondigde hij voordat hij naar zijn plaats ging, vreugdevol aan: „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad.” Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij"! ( zie hoofdstuk 6 van het boek 'JEHOVAH'S GETUIGEN verkondigers van Gods Koninkrijk blz; 61 samen met het voorgaande hoofdstuk).

     

    Volgens de uitleg die Charles Taze Russell had gepubliceerd moest in 1914 de grote verdrukking beginnen en zou het einde van die Koningen "die hun dag" gehad hadden tussen 2 oktober en 31 december van hetzelfde jaar, Bijbels gezien en bewezen, een feit  moeten geweest zijn.

    De slinkse manier waarop het in het vermelde boek is voorgesteld en nu in De Wachttoren  van  07 1/11  1: 5  gepubliceert,  is misleidend of moet ik zeggen "crimineel"?

    Woensdag   15  april

    Zij ... tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven. -Rom. 2:15.

    In zijn brief aan de Romeinen toonde Paulus aan dat mensen rekenschap verschuldigd zijn aan God omdat Zijn bestaan en zijn eigenschappen duidelijk blijken uit wat zichtbaar is. Dat is al zo "van de schepping der wereld af" (Rom. 1:18-20; Ps. 19:1-4). Zelfs volken die "de heilige uitspraken Gods" niet bezaten, hadden moeten erkennen dat God bestaat (Rom. 2:8-13; 3:2). Een krachtige reden waarom alle mensen God moeten erkennen en daarnaar moeten handelen, is hun innerlijke besef van goed en kwaad. Paulus schreef: "Telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen der wet doen" (Rom. 2:14). Hij zei niet: "Als ... ooit", alsof het iets is wat zelden gebeurt. Hij zei: "Telkens wanneer", wat wijst op iets dat vaak voorkomt. Dat wil zeggen, mensen 'doen van nature de dingen der wet'; ze worden er door hun innerlijke morele besef toe bewogen te handelen naar wat er in Gods geschreven wet staat. w07 15/10  1 : 5-7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in zekere zin maakt datgene wat hier boven als tekst en commentaar staat, de Bijbel en alle andere Heilige boeken overbodig. Ik zei in zekere zin, omdat alles wat geschreven is kan bijdragen dat mensen daardoor ooit datgene wat "kwaad en goed" is afleren en leren, in deze volgorde en wanneer zij het willen.

    Ik heb daar reeds een commentaar aan gewijd op 13 maart.

    Het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen "mijn geweten staat dat toe" en achteraf met de "gebakken peren te zitten" of te beseffen dat het niet echt gewetensvol was.

    Het gaat in werkelijkheid om de kwestie of het "goed of slecht" blijkt te zijn. En niet alleen op korte termijn, maar ook op lange termijn. Je moet ook rekening houden met je evennaaste, en dat is niet alleen je buur of je vriend.

    Dat schijnt allemaal veel te ingewikkeld, als ik altijd rekening moet houden met een ander waar kom ik dan uit? Gelijk heb je, maar niet helemaal, zomin als ik.

    Misschien kan het beginsel van Jezus Christus bijdragen om bij te leren:

    Mattheüs 7: 12 "Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten.

    Dat is heel vlug gelezen en gezegd, maar in de praktijk?

    Confucius zei:"Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook aan een ander niet".

    Wat hij zei is gemakkelijker, maar iets minder positief.

    Wat ik zelf kan bijdragen is: wees redelijk, blijft mens.

    10-04-2009 om 18:38 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van de dagtekst van 6 april t.e.m. 10 april

    maandag  6  april

    Hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid.

    Joh. 18:37.

    Uit Jezus' hele levenswandel bleek dat hij niet enkel gekomen was om een groot onderwijzer of een wonderwerker of zelfs gewoon een zelfopofferende Redder te zijn, maar om Jehovah's soevereine wil hoog te houden en getuigenis af te leggen van Gods vermogen om die wil via het Koninkrijk te verwezenlijken (Joh. 14:6). Alles wat Jezus met betrekking tot het Koninkrijk deed, beviel de Tegenstander, Satan de Duivel, niet. Herhaaldelijk probeerde Satan door middel van het aardse deel van zijn "zaad" - zowel het politieke als het religieuze gedeelte - het "zaad" van Gods vrouw het zwijgen op te leggen (Gen. 3:15). Vanaf zijn geboorte tot aan het einde van Zijn aardse leven was Jezus het mikpunt van Satan en zijn trawanten. Ten slotte, in het voorjaar van 33 G.T., was de tijd gekomen dat de Zoon des mensen aan de Tegenstander overgeleverd werd om door hem in de hiel vermorzeld te worden. - Matth. 20:18, 19; Luk. 18:31-33. w07 1/12  2: 8, 9

    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 10 Nisan)

    Lukas 19:45-48; Mattheüs 21:18,19; 21:12, 1

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ook hier wordt duidelijk dat Jezus Christus via Gods Hemelse Koninkrijk, het instrument is dat God mettertijd zou gebruiken, om Gods soevereiniteit hoog te houden. Dat Jezus Christus dat met krachtige bewoordingen en wonderen gepaard deed gaan waren voor zijn tegenstanders evenveel pijlen op hun boog. Toch vermochten zij niet het profetisch beeld te verminken of waardeloos te maken, integendeel zij vervulde mede belangrijke profetieën.

    Alhoewel die religieuze leiders in de ogen van het volk belangrijker leken dan de Messias en alle bewijzen van dien, bleef een klein aantal van hen toch getrouw aan God en Zijn Messias, Jezus Christus.

    Het waren die religieuze leiders, hogepriester en priesters, schriftgeleerden en oudere mannen, die uiteindelijk de "hielwond" bewerkstelligden.

    Nu nog steeds maakt Satan, als heerser over de wereld, de dienst uit zoals de Bijbel het weergeeft. En wanneer de Bijbel het aan ons overbrengt zoals wij hem kennen, is Satan nog slimmer, leper en meer ervaren geworden dan toentertijd.

    Wanneer die heerser van de wereld hun systeem manipuleerde, kan hij dit dan nu niet?

    Zou de organisatie en het besturende lichaam, die enkele mensen, die de 9986 belijdende gezalfden vertegenwoordigen, zichzelf immuun achten hier mee wegkomen? Alleen omdat zij zeggen en schrijven dat ZIJ door Gods geest geleid worden? Ondanks dat zij zelf zeggen dat er geen wonderen nodig zijn want zij hebben de gehele Bijbel ter beschikking?

    Die had de Katholieke Kerk ook, zelfs eigenhandig en eigenmachtig tot één werkstuk veredeld. Ook de Protestantse Kerken hebben hun veelvouden aan Bijbels en bijbelse lectuur in de waagschaal gesteld.

    Wat hebben die kerken waar gemaakt?

    Wat heeft de prille geschiedenis van Jehovah's Getuigen via hun lectuur en geschiedenisboek geopenbaard? Verandering op verandering? Verbetering op verbetering? Vereenvoudiging op vereenvoudiging? Progressieve stappen op nog progressievere?

    Schriftuurlijke feiten of hersenspinsels?

    dinsdag  7  april

    Wie zegt gij echter dat ik ben? - Matth. 16:15.

    Jezus had de gewoonte naar mensen te luisteren en hen aan te moedigen hun mening te uiten. Na de dood van Martha's broer, Lazarus, zei Jezus tegen haar: "Een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven." Vervolgens vroeg hij haar: "Gelooft gij dit?" En Jezus heeft vast en zeker geluisterd toen Martha antwoordde: "Ja, Heer; ik heb geloofd dat gij de Christus zijt, de Zoon van God" (Joh. 11:26, 27). Wat moet het hem goed hebben gedaan Martha zo haar geloof te horen uiten! Toen veel discipelen Jezus in de steek lieten, wilde hij graag weten hoe zijn apostelen erover dachten. Dus vroeg hij: "Wilt ook gij niet heengaan?" Simon Petrus antwoordde: "Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en zijn te weten gekomen dat gij de Heilige Gods zijt" (Joh. 6:66-69). Wat moeten die woorden Jezus genoegen hebben gedaan! Als een Bijbelstudent in die trant zijn geloof onder woorden brengt, zul je dat vast heerlijk vinden. w07 15/11  2: 4-6 

    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 11 Nisan) Lukas 20: :1-47

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van de hierboven gebruikte wachttoren 07 15 november is "volg Jezus Christus na bij het maken van discipelen". De paragraaf 4 waar het commentaar mee begint wil ik herhalen: §4 "Jezus had de gewoonte naar mensen te luisteren en hen aan te moedigen hun mening te uiten".

    En paragraaf 5 begint ongeveer met hetzelfde, dus haal ik drie alinea's aan van §5: Na zijn doop en zalving als de Messias bleef Jezus geïnteresseerd in het luisteren naar mensen. Hij ging niet zo op in wat hij onderwees, dat hij de mensen vergat die gekomen waren om hem te horen spreken. Vaak pauzeerde hij, vroeg hoe zij erover dachten en luisterde naar hun reactie.

    In paragraaf 6 staat een passage die de organisatie en het besturende lichaam nogal gemakkelijk voor zichzelf opeisen. Ik haal die aan: §6 "Toen veel discipelen Jezus in de steek lieten, wilde hij graag weten hoe zijn apostelen erover dachten. Dus vroeg hij: Wilt gij ook niet heengaan"? Simon Petrus antwoordde: "Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en zijn te weten gekomen dat gij de Heilige Gods zijt".

    Om met deze laatste uitspraak te beginnen die ons duidelijk maakt dat de apostelen beseften dat Jezus Christus "woorden van eeuwig leven" sprak. Bij de transfiguratie werden  ongeveer de zelfde woorden gebruikt maar dan van God zelf: Mattheüs 17:5. Terwijl hij nog sprak, zie! een heldere wolk overschaduwde hen, en zie! een stem uit de wolk zei: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd; luistert naar hem.” I

    Het is voor mij, maar ook voor vele anderen, een groot verschil tussen de woorden van Jezus Christus en de woorden van de organisatie en het besturende lichaam. Hoe mooi zij het ook voorstellen, geen mens en evenmin een organisatie mag zichzelf de woordvoerder of gevolmachtigde van God noemen.

    Daarom is §4 en §5 juist het voorbeeld dat mensen op geen stukken na Jezus Christus benaderen. In die beide paragrafen maak de organisatie en het besturende lichaam duidelijk dat Jezus Christus te benaderen was en steeds luisterde en hen aanmoedigde om zich te uiten. Zij zeggen en schrijven dit zelf, terwijl niemand ook maar de minste kritiek mag uiten op hun onvolmaakte beleid en onderwijs.

    Alleen reeds deze ene stelling maakt duidelijk dat zij niet met de beste bedoelingen bezig zijn. Iemand de mond snoeren of monddood maken omdat hij een andere mening heeft is niet menselijk noch christelijk. En door hem of haar daarvoor uit te sluiten los je geen enkele zaak op, integendeel.

    De organisatie en het besturende lichaam schilderen Jezus Christus en zijn Vader af als leiders die geen tegenspraak dulden en niets is minder waar.

    Zij schrijven het zelf of was dit niet de bedoeling?

    WOENSDAG  8  APRIL

    Al [Jehovah 's] wegen zijn gerechtigheid. - Deut. 32: 4

    .Aangezien "door één mens I Adam I de zonde de wereld is binnengekomen" en 'het loon dat de zonde betaalt, de dood is', verdienen alle mensen de dood (Rom. 5:12; 6:23). Wat kunnen we dankbaar zijn dat Jehovah barmhartigheid toont als hij een oordeel velt! Maar we moeten oppassen dat we Gods barmhartigheid niet als vanzelfsprekend beschouwen. Bij het tonen van barmhartigheid gaat hij niet voorbij aan zijn volmaakte maatstaven van gerechtigheid. De barmhartigheid die Jehovah ons betoont door mogelijk te maken dat we van de straf op de overgeërfde zonde worden bevrijd, is in overeenstemming met zijn gerechtigheid. Om vergeving van zonde mogelijk te maken zonder de gerechtigheid geweld aan te doen, heeft Jehovah in het loskoopoffer van zijn Zoon, Jezus Christus, voorzien - de grootste uiting van barmhartigheid die er ooit is geweest. - Matth. 20:28; Rom. 6:22, 23. w07 15/9  1: 10, 12
    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 12 Nisan) Lukas 22:  1-6; Markus 14: :1, 2, 10, 11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat al Gods wegen gerechtigheid zouden zijn wordt door enorm veel mensen erg in twijfel getrokken. Gezien de omstandigheden en het gedrag van mensen die beweren God te vrezen en daarom het luidst schreeuwen.

    Dat was vroeger zo en dat is nog steeds schering en inslag.

    De zinsnede dat we moeten oppassen dat we Gods barmhartigheid niet als vanzelfsprekend moeten gaan beschouwen wordt meestal naar buiten toe gebruikt. En terwijl men dan naar een ander wijst met zijn ene wijsvinger zijn er toch drie naar jezelf gericht. Probeer het maar eens.

    Ik bemerk ook nu weer dat de organisatie en het besturende lichaam ons woorden in de mond willen leggen door te vermelden dat God wanneer Hij barmhartigheid betoont niet voorbij gaat aan zijn volmaakte maatstaven van gerechtigheid. Zeker weten!

    Alleen heb ik met vele anderen ondervonden dat die volmaakte maatstaven van Hem door onvolmaakte mensen gehanteerd en uitgevoerd worden. Ik heb het hier niet alleen op de aardse organisaties van tegenwoordig, maar op alle organisaties beginnend bij de eerste.

    Zelfs de eerste natie die door God aanspraak mocht maken om Zijn volk te zijn, volgens de Bijbel, liet zich door een onvolmaakt priesterschap in de luren leggen. Met alle gevolgen van dien.

    Om terug te komen op het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam, is het beslist de bedoeling om het loskoopdoffer van Zijn Zoon Jezus Christus als de grootste uiting van Gods barmhartigheid te zien en er gebruik van te maken.

    Volgens de directe toepassing zullen alleen zij eeuwig leven ontvangen die dit 'loskoopoffer' aanvaarden. En  volgens de organisatie en het besturende lichaam, zijn dat alleen diegenen die in organisatie zijn en blijven.

    Denk nu maar eens na, met het loskoopoffer in gedachten, over het volgende:

    In de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als  wij  zouden  begrijpen  hoe  groot  Gods  kracht  en  vermogens  wel  zijn,  zouden   wij  toch  niet verbaasd  mogen zijn  dat  God  wel degelijk  een  onderscheid  zal  maken  tussen  rechtvaardigen  en  onrechtvaardigen.  Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

    TERWIJL JE TOCH AAN HET NADENKEN BENT:

    Niet alle Getuigen van Jehovah zijn Christenen en niet alle Christenen zijn Getuigen van Jehovah!

     

    donderdag  9  april

    Datum van Gedachtenisviering Na zonsondergang

    Toont ook gij u ... gereed. - Matth. 24: 44.

    Toen Jezus die uitspraak deed, was hij zelf klaar voor een zware beproeving: zijn dood als loskoopoffer (Matth. 20:28). Wat kunnen we leren van de manier waarop Jezus zich had voorbereid? Jezus hield met heel zijn hart van Jehovah en van Zijn rechtvaardige maatstaven. Hebreeën 1:9 vermeldt over Jezus: "Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met de olie van uitbundige vreugde, meer dan uw deelgenoten." Omdat Jezus zijn hemelse Vader liefhad, bewaarde hij zijn rechtschapenheid tegenover hem. Als wij net zo'n liefde voor God hebben en naar zijn vereisten leven, zal hij ons beschermen (Ps. 31:23). Die liefde en gehoorzaamheid zullen ons helpen gereed te zijn voor de grote dag van Jehovah. - Matth. 22:37-39. w07 15/12  1: 4-6

    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 13 en 14 Nisan) Lulms 22:7-65; Markus 14:12-16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wat kunnen we leren van de manier waarop Jezus zich had voorbereid?

    Deze merkwaardige vraag zoals die in het commentaar is gebruikt blijkt in feite een retorische vraag te zijn. "Merkwaardig" omdat die vraag "de opstellers" ervan erbij betrekt door het persoonlijk zelfstandig naamwoord "WE" te gebruiken.

    En het antwoord dat Jezus Christus met heel zijn hart van Jehovah en van Zijn rechtvaardige maatstaven hield, is voor ons niet vanzelfsprekend. Voor Jezus Christus wel omdat hij Jehovah in zijn voormenselijk bestaan eonen (niet te meten tijdperken) had gekend.

    In Hebreeën 1: 9 wordt eveneens melding gemaakt van wetteloosheid die door Jezus Christus gehaat werd. Dat is iets waar ik toch even moet bij stil staan. In de eerste plaats omdat iedere  zonde wetteloosheid is. En ten tweede is er geen mens die niet zondigt.

    Het commentaar gaat verder met te zeggen dat Jezus Christus' liefde voor God hem hielp om rechtschapen te blijven tegenover Hem. Nu dien je te weten, als je het nog niet wist, dat 'rechtschapen' de ultieme betekenis heeft van 'eerlijkheid'. En dan moet ik vaststellen, samen met velen, dat de organisatie en het besturende lichaam het niet altijd zo nauw nemen met 'eerlijkheid'. Met andere woorden, zij zijn niet altijd zo 'rechtschapen', niet met hun beleid noch met hun lectuur en evenmin met het meten met één maat.

    Daar geef ik nu een direct voorbeeld van en nog wel uit hun eigen commentaar.

    De organisatie en het besturende lichaam gebruiken in de laatste alinea Matth. 22: 37-39 teneinde te benadrukken dat "liefde en gehoorzaamheid" ons zullen helpen om gereed te zijn voor de  grote dag van Jehovah.

    Nu staat er in  Mattheüs 22:37-39. "Hij zei tot hem: „’Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.’ 38 Dit is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefheb  ben als uzelf'".

    Vermits het woord "gehoorzaamheid" in het geheel noch ten dele in voornoemde teksten voorkomt is het zo subtiel dat 'gehoorzaamheid' aan hen, de organisatie en het besturende lichaam  een inherente vereiste is om die dag te overleven.

    Mocht dit de eerste maal zijn dat ik en anderen dit opmerken dan zouden wij het naast ons moeten neerleggen, maar het is in bijna alle publicaties terug te vinden.

    NOCHTANS IS ER EEN HEMELS GROOT VERSCHIL TUSSEN GEHOORZAMEN AAN GOD EN GEHOORZAMEN AAN DE ORGANISATIE EN HET BESTURENDE LICHAAM, WAAR OF NIET?

    VRIJDAG  10 APRIL

    Waarlijk, dit was Gods Zoon. - Matth. 27:54.

    Wat komt er bij je op als je stilstaat bij Jezus' langzame en pijnlijke dood aan de martelpaal? Misschien denk je aan het loskoopoffer dat Jezus onzelfzuchtig ten behoeve van de zondige mensheid heeft gebracht (Matth. 20:28; Joh. 15:13). Het kan zijn dat je versteld staat van de grote liefde die Jehovah heeft getoond door in dat offer te voorzien (Joh. 3:16). Misschien voel je je als de Romeinse legeroverste die de woorden in de tekst voor vandaag zei. Bedenk echter dat Jezus' laatste woorden aan de martelpaal waren: "Het is volbracht!" (Joh. 19:30) Wat was er volbracht? Was Jezus niet in de eerste plaats naar de aarde gekomen om de strijdvraag inzake Jehovah's soevereiniteit te beslechten? En was er niet voorzegd dat hij als het "zaad" door Satan tot het uiterste beproefd zou worden om Jehovah's naam van alle smaad te zuiveren? (Gen. 3:15; Jes. 53:3-7) Dat waren zware verantwoordelijkheden, maar Jezus heeft zich daar in elk opzicht van gekweten. Hij heeft het volbracht! w07 1/12  2: 10

    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 14 Nisan) Lukas 22:66-71

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in werkelijkheid is het offer dat Jezus Christus heeft gebracht een bijzondere aantrekkingspunt i.v.m. de vervulling van het wettische verbond "oog om oog, tand voor tand, leven voor leven en gelijk voor gelijk".

    De directe toepassing is gemakkelijk te begrijpen en te aanvaarden. Adam verspeelde het eeuwige leven en het offer van Jezus Christus voorzag in de losprijs. Zoals er geschreven staat in 1 Korinthiërs 15:45. „De eerste mens, Adam, werd een levende ziel.” De laatste Adam werd een levengevende geest.

    Het feit dat Adam door te zondigen het eeuwige leven verspeelde voor zichzelf zou uiteraard alleen maar als zijn straf aangemerkt kunnen worden, maar dat zijn nageslacht daarvoor moest boeten is dan weer buiten de proporties.

    Daarom voorzag God in de losprijs in overeenstemming met Zijn volmaakte gerechtigheid.

    Je kunt dit afdoen als een fabeltje, of het zoveelste probleem om iets op te lossen, maar ook als de manier waardoor mensen geloof zouden kunnen tonen. Wat je er ook maar van denkt: geloof en hoop zijn krachtige emoties om als mens door het leven te willen gaan.

    Het is niet zozeer geloof dat verdeeldheid veroorzaakt maar het verschil dat mensen zelf maken, vooral de leidende i.p.v. dienende figuren. Tenzij ze zichzelf dienen.

    Zo las ik onlangs dat er 37000 verschillende christelijke  denominaties zouden zijn en toch hebben zij dezelfde Bijbel. Waar zit dan het verschil? In de vertaling? In de interpretatie? In de motivatie?

    Als de Bijbel het Goddelijk boek is zoals het zelf beweerd, waarom is het dan allemaal zo verschillend geïnterpreteerd?  

    Een andere georganiseerde religie is de Islam. Zijn invloed breidt zich zienderogen uit en is numeriek gelijk, of overtreft in deze dagen die van de christenheid of christendom.

    Haar grondleerstelling is zo simpel als 't maar zijn kan. Het woord 'moslim' in de breedste betekenis is: "zich aan God overgeven" en dan hoef je niet per se tot de islam bekeerd te zijn. Volgens deze definitie wordt Abraham als de eerste moslim beschouwt.

    Hou er a. u. b. rekening mee dat het overgrote deel van de mensheid niet zal veranderen doordat er simpelweg een predikant aan de deur is geweest.

    Door de veranderende structuur binnen de organisatie en het besturende lichaam is het zelfs zo dat velen weg gaan en weg blijven.

    Waarom zegt de Bijbel in  Lukas 11:13. Als GIJ dus, ofschoon GIJ slecht zijt, goede gaven aan UW kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!”.


    Hier staat toch duidelijk dat "gelijk wie" om Gods heilige geest kan vragen.


    Waarom maakt
    de organisatie en het besturende lichaam God dan tot een leugenaar door te beweren dat men alleen via de door de geest geleide organisatie van Jehovah's Getuigen kan gered worden?.
    Ooit de uitdrukking gehoord "van 't zelfde laken een broek".  


    Ik benadruk in volgende aanhaling de praktische toepassing:

    De Wachttoren 1990 1 november blz. 26 par. 16 Als christenen worden wij in deze tijd met soortgelijke uitdagingen geconfronteerd. Wij kunnen niet deelnemen aan enigerlei moderne versie van afgoderij — of het nu gaat om het maken van met aanbidding te vergelijken gebaren voor een beeld of symbool of het toeschrijven van redding aan een persoon of een organisatie.


    Of wordt er wel degelijk met verschillende maten gejongleerd?

    05-04-2009 om 11:21 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van de dagtekst van 1 april t.e.m. 5 april

    Het loont om eerlijk te zijn

    Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.

    Wachttoren 2006 1/12 blz. 19

    NOTEER DAT w07 15/9 2: 17,19 = wachttoren 2007 15 september 2e studie artikel  §17, 19

    Zie voor bijkomende inlichtingen "de inleiding"

     

    WOENSDAG  1  APRIL

    Ik beschouw alle dingen ook werkelijk als verlies wegens de uitnemende waarde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer. - Fil. 3:8.

    Voor Paulus was de rijkdom die hij door bemiddeling van Christus kreeg, veel belangrijker dan alles wat de wereld te bieden had. Ook wij kunnen een leven leiden dat rijk is in Gods ogen, als we zelfzuchtige ambities laten varen en een leven van godvruchtige toewijding nastreven. Gods Woord verzekert ons: "Het gevolg van ootmoed en de vrees voor Jehovah is rijkdom en heerlijkheid en leven" (Spr. 22:4). Neem het voorbeeld van een vrouw die aan universiteiten in Frankrijk, Mexico en Zwitserland studeerde en op een veelbelovende carrière afkoerste. "Het succes lachte me toe. Ik had prestige en privileges", zei ze, "maar vanbinnen voelde ik me leeg en heel onvoldaan." Toen leerde ze Jehovah kennen. Ze gaf haar baan op en werd niet lang daarna gedoopt. Nu staat ze al twintig jaar met veel vreugde in de volletijddienst. w07 1/8  2: 17, 18

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ooit zei een vriendin mij dat al degenen die bij Jehovah's Getuigen toetraden met problemen te kampen hadden. Dat is beslist niet altijd waar, maar mensen staan wel meer open of zijn ontvankelijker wanneer zij een periode van moeilijkheden of tegenslagen verduren. De boodschap die Jehovah's Getuigen brengen appelleert uiteraard de verzuchtingen van het hart terwijl die boodschap meestal door enthousiastelingen en  persoonlijk overgebracht wordt. In dit opzicht was Paulus bevoorrecht omdat hij in een confrontatie met Jezus Christus zelf tot inzicht was gebracht. Terwijl Paulus in de leer van de Farizeeën was onderwezen en ondanks dat hij een christen vervolger was, onderscheidde hij het verschil in datgene wat hij had geleerd. Hij herkende toen de waarheid omtrent de Christus.

    De meeste mensen hier in het Westen zijn religieus groot gebracht, 't zij katholiek of protestants, en wanneer zij dan met Jehovah's Getuigen in contact komen zijn zij verwonderd dat hun religie hen met verschillende leerstellingen heeft bedrogen.

    Dat is ook mij overkomen en evenmin kende ik de Bijbel al had ik "gewijde geschiedenis" gekregen op de school. De Getuigen van Jehovah hebben vooral t.o.v. katholieken een groot overwicht inzake de Bijbel en kunnen gemakkelijk enkele leerstellingen van het katholicisme doorprikken, zoals, het hellevuur en vagevuur, de drie-eenheid, de onsterfelijkheid van de ziel, de naam van God die gebruikt wordt, de kinderdoop of juister gezegd de "baby" doop enz.

    Nu is het wel zo dat, moesten Jehovah's Getuigen die gestorven zijn in de jaren 1800 en 1900 nu terugkomen, zij heel wat anders zouden moeten leren dan toen.

    Degenen die de hetze van 1975 niet zelf hebben meegemaakt en ondertussen Jehovah's Getuigen zijn geworden weten weinig af van 1975 en alles wat daar aan voorafging.

    Het is eveneens enorm moeilijk om diegenen die het wel mee hebben gemaakt en de nieuwe inzichten en veranderingen of de manieren waar de organisatie en het besturende lichaam zich uit die situatie hebben gered, te overtuigen dat de organisatie en het besturende lichaam mensen hebben misleid.

    Degenen die mettertijd toch wegbleven kregen zelfs de schuld in HUN schoenen geschoven. Ik herhaal enkele van die aantijgingen:

    1) *** w76 15/10 blz. 626 par. 15 Een deugdelijke basis voor vertrouwen ***

    15 Het is echter niet raadzaam wanneer wij ons op een bepaalde datum blind staren en dagelijkse dingen zouden veronachtzamen waarvoor wij gewoonlijk als christenen zouden zorgen, zoals dingen die wij en ons gezin werkelijk nodig hebben. Misschien vergeten wij dat als de „dag” komt, dit niet het beginsel zal veranderen dat christenen zich te allen tijde van al hun verantwoordelijkheden moeten kwijten. Mocht iemand teleurgesteld zijn omdat hij deze redenatie niet heeft gevolgd, dan dient hij zich er nu op te concentreren zijn zienswijze te herzien, terwijl hij beseft dat niet het woord van God in gebreke is gebleven of hem heeft misleid en teleurstelling heeft gebracht, maar dat zijn eigen inzicht op verkeerde gronden was gebaseerd.

    2)*** w80 15/6 blz. 17 par. 5 De beste levensweg kiezen ***

    5 In de tegenwoordige tijd heeft dit vurige verlangen, dat op zichzelf prijzenswaardig is, ertoe geleid dat er pogingen zijn gedaan om datums vast te stellen voor de gewenste bevrijding van het lijden en de moeilijkheden waarvan mensen over de gehele aarde het slachtoffer zijn. Toen het boek Eeuwig leven — in de vrijheid van de zonen Gods verscheen, waarin werd gezegd hoe passend het zou zijn als de duizendjarige regering van Christus parallel liep met het zevende millennium van ’s mensen bestaan, werd er aanzienlijke verwachting gewekt met betrekking tot het jaar 1975. Er werden toen, en ook nadien, uitspraken gedaan waarin werd beklemtoond dat dit slechts een mogelijkheid was. Naast deze voorzichtige inlichtingen werden er helaas echter ook andere uitspraken gepubliceerd waarin te kennen werd gegeven dat een dergelijke verwezenlijking van verwachtingen tegen dat jaar eerder een waarschijnlijkheid dan louter een mogelijkheid was. Het is te betreuren dat deze laatstgenoemde uitspraken klaarblijkelijk de voorzichtige uitspraken hebben overschaduwd en ertoe hebben bijgedragen dat de reeds gewekte verwachting werd versterkt.

    3) *** w80 15/6 blz. 17-18 par. 6 De beste levensweg kiezen ***

    6 In De Wachttoren van 15 oktober 1976, waarin werd gezegd dat het niet raadzaam was ons blind te staren op een bepaalde datum, stond: „Mocht iemand teleurgesteld zijn omdat hij deze redenatie niet heeft gevolgd, dan dient hij zich er nu op te concentreren zijn zienswijze te herzien, terwijl hij beseft dat niet het woord van God in gebreke is gebleven of hem heeft misleid en teleurstelling heeft gebracht, maar dat zijn eigen inzicht op verkeerde gronden was gebaseerd.” Door het woordje „iemand” te gebruiken, bedoelde De Wachttoren allen onder Jehovah’s Getuigen die waren teleurgesteld, dus ook degenen die te maken hebben met het publiceren van de inlichtingen*   die ertoe hebben bijgedragen dat de verwachtingen rondom die datum werden opgebouwd.

    * het publiceren van dat soort inlichtingen ligt volledig in de hand van die enkele personen die beweren de 9986 gezalfden te vertegenwoordigen. Zelfs dezen hebben onvoorwaardelijk te geloven in en te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam.

    4)*** w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers ***

    En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit

    5)*** w06 15/12 blz. 26 par. 5 Jehovah zal „recht doen wedervaren” ***

    5 Het is duidelijk dat Jezus bang was dat ook zijn volgelingen afgeleid zouden kunnen worden door Satans wereld en zelfs zouden kunnen ’terugkeren tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ (Lukas 17:22, 31). En dat is inderdaad met sommige christenen gebeurd. Ze hebben jarenlang uitgezien naar de dag waarop Jehovah een eind zal maken aan deze goddeloze wereld. Maar toen Armageddon niet op het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten ze ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken (Lukas 8:11, 13, 14). Na verloop van tijd ’keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten’. Wat triest!

    Het is de organisatie en het besturende lichaam die "sommigen" jarenlang heeft geïndoctrineerd met het jaar 1975 en toen, ook dan weeral, geen grote verdrukking kwam kregen degenen die het beu waren om de beloften en insinuaties van de organisatie en het besturende lichaam te geloven, de schuld.

    Hebt u ook maar één woord van verontschuldiging van de organisatie en het besturende lichaam gehoord, ondanks dat zij en zij alleen verantwoordelijk zijn voor wat er gepubliceerd wordt.

    Ja wat triest dat de organisatie en het besturende lichaam hun verantwoordelijkheid niet opnamen en zelfs nooit zullen opnemen.

    DONDERDAG  2  APRIL

    Blijf vasthouden aan het patroon van gezonde woorden die gij van mij hebt   gehoord.  2 Tim. 1:13.

    Kennis van "de diepe dingen Gods" kan ons de kracht geven om ons niet tot wetteloze daden te laten verleiden en kan ons ertoe bewegen "ijverig voor voortreffelijke werken" te zijn (1 Kor. 2:10; Tit. 2:14). Om diepe dingen te begrijpen, moeten we studeren. Studeren is echter iets anders dan oppervlakkig lezen. Het wil zeggen dat we informatie zorgvuldig onderzoeken om te zien hoe ze in het patroon past van wat we al weten. Het heeft tot gevolg dat we gaan begrijpen waarom iets wordt gezegd. Bijbelstudie moet ook meditatie omvatten over de manier waarop we het geleerde kunnen gebruiken om verstandige beslissingen te nemen en anderen te helpen. Omdat 'de gehele Schrift door God geïnspireerd en nuttig is', moeten we bovendien "elke uitspraak die uit Jehovah's mond voortkomt" bestuderen (2 Tim. 3:16, 17; Matth. 4:4). Bijbelstudie kan veel inspanning kosten! Maar het kan ook een genot zijn, en het is niet te moeilijk "de diepe dingen Gods" te begrijpen. w07 1/11  2: 3, 4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  zoals de eerste alinea zegt dat kennis van "de diepe dingen Gods" ons de kracht kan geven om niet tot wetteloze daden over te gaan, kan diezelfde kennis ons ertoe bewegen "ijverig voor voortreffelijke werken" te zijn.

    Nog niet zolang geleden las ik in het boek "DE  DA  VINCI  CODE" van Dan Brown het volgende: "Niemand is sterker geïndoctrineerd dan diegene die de indoctrinatie toepast".

    Terwijl ik het nu kan toepassen op de organisatie en het besturende lichaam die zo overtuigend zijn tegenover hun leden dat zijzelf in nog overtuigender mate overtuigd zijn van zichzelf.

    Dat zijzelf de stellige zekerheid hebben van hun rol als "Gods woordvoerder". Jarenlang heb ik diezelfde overtuiging gehad met betrekking tot de organisatie en het besturende lichaam waardoor ik hen voor het volle honderd procent vertrouwde, eer meer dan minder. Tot een bepaalde situatie zodanig buitensporig was dat ik die niet meer kon negeren.

    Tientallen keren waren er zowel in de plaatselijke gemeente als in de publicatie standpunten die mijn geweten geweld aandeden, maar bij navraag, zelfs door naar het bijkantoor en via hen naar het hoofdkantoor te informeren, kreeg ik een uitleg die mij redelijk leek plus de verzekering "te wachten op Jehovah".

    Tot er zich een publieke affaire ontwikkelde waardoor ik het bijkantoor noch de organisatie en het besturende lichaam niet meer het voordeel van de twijfel kon gunnen omdat er geen twijfel mogelijk was.

    Het bovenstaande commentaar moedigt aan om te studeren, maar daar heb ik nooit een aanmoediging voor nodig gehad want ik deed dit uitzonderlijk graag en mijn vrouw eveneens. Daardoor lazen en bestudeerden wij oudere lectuur die ons nu, samen met de ervaring van anderen helpen een evenwichtigere kijk op religie en geloof te krijgen, alhoewel die nog steeds kan bijgestuurd worden.

    Hetzelfde commentaar verwijst naar Mattheüs 4 :4. "Maar hij gaf ten antwoord: „Er staat geschreven: ’De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt".

    Er staat niet "van elke uitspraak die uit de organisatie en het besturende lichaam hun mond komt". Integendeel, zij  "zeggen dat we informatie zorgvuldig moeten onderzoeken om te zien hoe ze in het patroon past van wat we al weten"

    Maar zij vergeten er bij te schrijven dat dit alleen maar voor hun lectuur en onderwijs opgaat.  Zijzelf hebben wat dit betreft heel veel overgenomen uit lectuur en studies van andere bronnen, zowel van religieuze aard als van seculiere wijsheid.
    Zelfs uit de bibliotheek van de V.N. en ze zijn er zelfs tien jaar als NGO bij aangesloten geweest.
    Ook nu zijn zij aangesloten als NGO bij de CVSE (lees: de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Minister De Gucht noemde het in zijn toespraak "een politiek forum" , zie :  http://www.diplomatie.be/nl/press/speechdetails.asp?TEXTID=55369   

     

    VRIJDAG  3  APRIL

    God zal hoereerders en overspelers oordelen. - Hebr. 13: 4.
    Zelfs niet-christenen en mensen die niets van de Bijbel weten, zullen terecht concluderen dat dit vers overspel verbiedt. Het is duidelijk dat God seksuele gemeenschap tussen een getrouwde man of vrouwen iemand anders dan Zijn of haar wettige huwelijkspartner veroordeelt. Maar wat valt er te zeggen van twee ongehuwde personen die orale seks hebben? Veel jongeren beweren dat dit geen kwaad kan omdat het geen seksuele gemeenschap is. Uit Hebreeën 13:4 en 1 Korinthiërs 6:9 blijkt dat God zowel overspel als hoererij (Grieks: porneia) afkeurt. Wat houdt het laatste in? Het Griekse woord heeft betrekking op het natuurlijke of het perverse gebruik van de geslachtsorganen met wellustige intenties. Het omvat alle vormen van ongeoorloofde seksuele omgang buiten het Schriftuurlijke huwelijk. Het omvat dus ook orale seks, ondanks het feit dat veel jongeren over de hele wereld is verteld - of ze zijn zelf tot die conclusie gekomen - dat orale seks aanvaardbaar is. w07 15/10  2: 7, 8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het eerste commentaar dat God "overspel" verbiedt staat niet rechtstreeks in de aangehaalde tekst. Ik haal die vers aan: Hebreeën 13: 4. Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen.

    God verbiedt het niet, maar diegenen die het doen komen onder Zijn oordeel terecht, wat dit ook zou zijn.

    Voor de goede orde toon ik ook 1 Korinthiërs 6: 9-10. "Wat! Weet GIJ niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, 10 noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.

    Deze schriftplaats geeft een groter aantal factoren ter overweging, maar ik beperk mij tot de gebruikte woorden van hun  eigen commentaar: "overspel en hoererij".

    Voor overspel is er geen uitleg nodig, alle seksuele omgang met iemand anders dan zijn eigen partner, is overspel.

    Wat hoererij betreft, dat is andere koek. De organisatie en het besturende lichaam  zetten hier het Griekse woord "porneia" als indicatie voor het Nederlandse woord "hoererij". Waarom?

    Het woord porneia heeft de betekenis van "ontucht" en "afgodendienst".

    En "ontucht" is onkuisheid; "ontuchtig" is zedeloos.

    De organisatie en het besturende lichaam geven "porneia" dan ook de betekenis mee van "voorhuwelijkse betrekkingen" alhoewel dit niet rechtstreeks vermeld wordt in de Bijbel.

    De schriftplaats van 1 Thessalonicenzen 4: 6 "dat niemand zo ver gaat dat hij zijn broeder schade berokkent en inbreuk maakt op diens rechten in deze aangelegenheid" wordt gebruikt om 'voorhuwelijkse betrekkingen' gelijk te stellen met "ontucht". En dat kan, maar het staat er niet en kan dan ook betrekking hebben op een getrouwde man die naar de hoeren gaat.

    Toch is de betekenis van "hoererij" niet in die richting te vinden van voorhuwelijkse betrekkingen, want de betekenis van hoererij is "seksuele omgang tegen betaling".

    Wil ik seks voor het huwelijk dan goed praten? Neen, maar ook niet veroordelen. Tenzij zo'n mensen niet van zin zijn met elkaar te trouwen of samen te wonen volgens de wet van het land.

    Wil ik zedeloosheid goed praten? Ook niet, maar voor het openbaar plassen zul je een P.V. krijgen als openbare zedenschennis (thans veranderd in wild plassen). Dus waar begint het en waar eindigt het?

    In mijn jaren als opziener heb ik verschillende getrouwde koppels meegemaakt die wel degelijk seks vóór hun huwelijk hadden, moet je ze dan alsnog uitsluiten?

    Wat die perverse en orale seks betreft, daar zijn getrouwde koppels voor uitgesloten geworden en dat bleek een misser te zijn van de organisatie en het besturende lichaam. Zie de vragen van lezers in De Wachttoren 15 mei 1978.

    ZATERDAG  4  APRIL

    Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd. - Matth. 3:17.

    Omstreeks oktober 29 G.T. deed zich een gedenkwaardige gebeurtenis voor, iets wat nog nooit op aarde was gezien. De evangelieschrijver Mattheüs bericht: "Nadat Jezus was gedoopt, kwam hij onmiddellijk omhoog uit het water; en zie! de hemelen werden geopend, en [Johannes de Doper] zag Gods geest gelijk een duif neerdalen en op [Jezus] komen." Daarna sprak een stem uit de hemel de woorden in de tekst voor vandaag. Dit was een van de weinige gebeurtenissen waarover alle vier de evangelieschrijvers hebben bericht (Matth. 3:16; Mark. 1:9-11; Luk. 3:21, 22; Joh. 1:32-34). Door die zichtbare uitstorting van heilige geest werd Jezus geïdentificeerd als de Gezalfde, wat de betekenis is van de termen Messias en Christus (Joh. 1:33). Eindelijk was het beloofde "zaad" verschenen! Johannes de Doper had hier de man voor zich staan wiens hiel door Satan vermorzeld zou worden en die zelf de kop van die aartsvijand van Jehovah en Zijn soevereiniteit zou vermorzelen. - Gen. 3:15.                   w07 1/12  2: 1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dit is een van de meest in het oog lopende manifestatie van Gods rechtvaardigheid. Volgens de Bijbel is het loskoopoffer dan ook de prijs die God betaalde om de mensheid los te kopen van de Adamitische dood.

    Dat de hemelen werden geopend en Gods geest via een geïdentificeerde duif op Jezus Christus kwam was voor Johannes ruim voldoende om Jezus Christus als de Messias te herkennen en tegelijkertijd te erkennen. De Messiaanse profetieën konden nu hun vervulling beginnen.

    Genesis 3: 15. "En ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen”.

    En in de w07 1/11 blz. 29 par. 11 Onderzoek „de diepe dingen Gods” wordt gezegd dat:"Het primaire deel van het „zaad” van de vrouw was eindelijk verschenen". In par. 12  Een tweede voorbeeld van diepe dingen die aan ons zijn geopenbaard, betreft Gods voornemen om 144.000 personen uit de mensheid te kiezen (Openbaring 14:1, 4). We aanvaarden de leer dat alle gezalfden die op een bepaald tijdstip op aarde leven, „de getrouwe en beleidvolle slaaf” vormen die volgens Jezus te rechter tijd „voedsel” zou geven aan zijn huisknechten (Mattheüs 24:45). Welke Bijbelteksten bewijzen dat dit het juiste begrip is? Had Jezus het misschien in het algemeen over elke christen die zijn broeders en zusters met geestelijk voedsel opbouwt?

    Laten wij eerst eens zien wat het belangrijkste aspect was van Jezus Christus doel om zijn offer te brengen. In § 5 van de aangehaalde wachttoren staat het volgende:  "Uit Jezus’ levenswandel bleek duidelijk dat het hooghouden van Jehovah’s soevereiniteit zijn primaire doel was.

    Reeds vele jaren is het beleid van de organisatie en het besturende lichaam meer een meer gericht op het imago van de organisatie i. p. v. op de soevereiniteit van God en Zijn zoon.    Het feit alleen reeds dat de organisatie en het besturende lichaam meer en meer aanspraak maken op dezelfde gehoorzaamheid als die t.o.v. God is in werkelijkheid een vorm van afgoderij.

    Zou het mogelijk kunnen zijn dat de  subtiele indoctrinatie zo geleidelijk aan gebeurd is dat weinigen het zelfs maar zouden durven veronderstellen dat de organisatie en het besturende lichaam een deel geworden is of reeds was van Babylon de Grote?

    Verandert dit iets aan de losprijs? Verandert dit iets aan het geloof? Niet aan dat van mij alleszins.

    Zou de laatste alinea en vraag van paragraaf 13 het antwoord kunnen zijn? *** w07 1/12 blz. 29 par. 13 Laat ik door de manier waarop ik leef en mijn bediening volbreng, zien dat het hooghouden van Jehovah’s soevereiniteit voor mij vooropstaat?

     

    ZONDAG  5  APRIL

    In het doen van uw wil, 0 mijn God, heb ik behagen geschept. –Ps:.40: 8.

    Om mensen te benaderen en te proberen hen ervan te overtuigen dat ze de ware God moeten aanbidden, hebben we innige liefde voor Jehovah nodig. De Israëlieten konden hun liefde voor God bewijzen door zich van ganser harte aan zijn geboden te houden, aanvaardbare slachtoffers te brengen en hem met gezang te loven (Deut. 10:12, 13; 30:19, 20; Ps. 21:13; uiten onze liefde voor Jehovah eveneens door anderen over hem en zijn voornemens te vertellen. We moeten met overtuiging spreken en de juiste woorden kiezen om uiting te geven aan onze oprechte gevoelens over onze van God ontvangen hoop (1 Thess. 1:5; 1 Petr. 3:15). Omdat Jezus Jehovah innig liefhad, vond hij het een groot genoegen over Gods voornemens, het Koninkrijk en de ware aanbidding te praten.- Luk. 8:1; Joh. 4:23, 24, 31. w07 15/11  1: 3, 4

    Leesschema Avondmaal: (Gebeurtenissen op 9 Nisan) Lukas 19:29-44

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de dagtekst hierboven aangehaald lijkt wel het vervolg van vorige dag, ook wat mij aangaat. Het is voor mij heel duidelijk dat het doen van Gods wil mij een werkelijk genoegen schenkt. Dat was een doel geworden toen ik Jehovah's Getuigen leerden kennen en dat is het nog steeds.

    Voordien kende ik de Bijbel niet, dat dacht ik toch, maar ik las graag en veel en zonder het te beseffen kende ik toch opmerkelijk veel schriftplaatsen zonder ooit de Bijbel te hebben gelezen.

    tot een bepaalde tijd was de organisatie en het besturende lichaam het fundament waarop ik vertrouwde tot zijzelf dit vertrouwen beschaamden. (Zie de dagtekst en commentaar van 2 april).

    Het is opmerkelijk dat ik nu, na 35 à 40 jaar pas opmerk dat de organisatie en het besturende lichaam de plaats van God heeft ingenomen. Al die jaren hebben mij toch deugd gedaan en ik was gelukkig en ook nu, zelfs gelukkiger omdat ik mijn geweten niet langer geweld moet aandoen en niet meer dien samen te werken met hen die Gods naam onteren.

    Hoe mooi het ook allemaal klinkt en geschreven wordt, het is niet de façade die een huis leefbaar maakt, maar de 'waarheid' die een levenswijze dient te zijn.

    Zo las ik in het boek "Het Wytham Mystery" van Colin Dexter het volgende: elk dak is aangenaam voor het oog, tot het wordt opgetild, dan vinden wij ellende en klagende vrouwen en echtgenoten met harde ogen.

    Het is dus evenmin het dak die een huis leefbaar maakt. Persoonlijk verwoord ik het "dat men een vlieg zou moeten zijn" en dan moet je nog heel voorzichtig zijn om conclusies te trekken.

    Nogmaals, ik veroordeel geen mensen, maar wel de systemen die in werkelijkheid het geloof aan hun leiband leggen.

    Ik las op de site van seniorennet bij 'religie', eleuthera, het volgende:

    Het denken mag zich nooit onderwerpen

    noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen…

    Betekent het einde van alle denken.                  

    Henri Poincaré

    Totalitaire controle, óf het politiek óf religieus is, vreest individualiteit, ziet het als een bedreiging.

    Deze vrees is een teken van zwakheid, niet van sterkte.

    Evenzo is het gesteld met valsheid.

    Het vreest waarheid - krimpt ineen voor het licht ervan - zoekt zich ervoor te verbergen.

    Het kan óf agressief óf met bedenkelijke middelen proberen het licht uit te krijgen, maar zoekt in ieder geval waarheid te ontwijken in een eerlijke wedstrijd van aangezicht tot aangezicht.

    Eenheid gebaseerd op geforceerde uniformiteit, alhoewel solide in haar uiterlijke verschijning is in werkelijkheid zeer breekbaar. 30-03-2009 om 20:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 26 tot en met 31 maart 2009

    DONDERDAG  26  MAART

    Indien iemand dient, hij diene als afhankelijk van de door God verschafte sterkte.           1 Petr. 4: 11.

    Als je helemaal bent opgegaan in het nastreven van wereldse doelen - financiële of andere - zijn er waarschijnlijk ingrijpende veranderingen nodig om Gods wil op de eerste plaats te gaan stellen. Zulke veranderingen komen gewoonlijk niet van de ene op de andere dag tot stand, en als de eerste pogingen geen succes hebben, is dat nog geen ramp of reden om het op te geven. Voor het doen van Gods wil leven, vraagt onze volledige inzet. Het mag nooit zo zijn dat we onszelf ontzien of er de kantjes van aflopen (Hebr. 6:11, 12). Maar Jehovah wil ook niet dat we zo veel van onszelf vergen dat we fysiek, mentaal of emotioneel opbranden. Het verheerlijkt hem als we bescheiden erkennen dat we zijn werk niet in eigen kracht kunnen volbrengen, en er blijkt ook uit dat we evenwichtig zijn. Jehovah belooft ons de nodige kracht te geven om zijn wil te doen, maar we moeten niet meer willen doen dan we kunnen en geen dingen proberen te doen die hij niet van ons verwacht (2 Kor. 4:7). Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie.               w07 1/10  2: 6, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Zo direct gezien is het commentaar gericht tot mensen die hun levenswijze een beetje bedroevend vinden. Een beetje leeg of niet zinvol en die hier een gelegenheid gegeven wordt daar veranderingen in aan te brengen. De twee paragrafen die aangehaald worden gaan echter over iemand die als tiener de Bijbel had bestudeerd en zich jarenlang aan computergames had overgegeven. Natuurlijk kun je de knop niet zomaar omdraaien, het mag echt op 't gemakje gaan en wanneer je in een dip geraakt zijn er nog geen potten gebroken. Vergeet echter niet dat wanneer je besluit om God te dienen of zich aan Hem wenst op te dragen er een volledige inzet wordt vereist. Het commentaar draait er geen doekjes om, je mag jezelf niet in de watten leggen of er de kantjes bij aflopen. Ik herinner mij een koninkrijksdienst die een analyse dienaangaande weergaf die aantoonde dat één derde van de gemeente niet voldoende verweven was met de gemeente. Op zo'n 7.000.000 miljoen leden is dat toch een dikke 2.200.000 members die er hun broek aan vegen. Als de organisatie en het besturende lichaam dit zelf vast stelt wordt het stilaan tijd om zich af te vragen welke redenen daarvoor zijn. Het beginsel uit  Lukas 16: 10  "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel"  is toch ook op de organisatie en het besturende lichaam van toepassing, of niet?

    Uiteraard vraag ik mij dan toch af hoeveel van die "lauwe"
    Jehovah's Getuigen de komende grote verdrukking zullen overleven, tenzij, zoals een kringopziener ooit tegen mijn vrouw gezegd heeft dat de 'slechtste getuige" nog altijd beter is dan gelijk welke wereldse mens.

    De organisatie en het besturende lichaam zijn wel zo lief om Jehovah te verheerlijken en er op te wijzen dat hij niet wil dat wij ons forceren.

    Voor mij komt het over als "mouwvegerij".

    Want zo dikwijls de kringopziener in een gemeente komt, en dat is tweemaal per jaar, wordt de dringendheid van de tijd benadrukt en alle tijdschrift onderschrijven de prediking als nog niet voldoende voor Jehovah want het einde is nog niet gekomen. Is zelfs Bijbels onderschreven:

    Mattheüs 24:14. "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".

    Deze bezoeken, van de kringopzieners, worden dan vergeleken met de golven die een motorboot op een doorgaans kalm meertje, achterlaat en de goeie gemeente weer een beetje meer verontrust, bang en schuldbewuster achterlaat.

    En de ironie zit hem in het laatste commentaar van de organisatie en het besturende lichaam.

    Ik herhaal door die zin uit hun commentaar te kopiëren "Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie".

    Waar zit hier de subtiliteit? Zolang je nog niet gedoopt bent is de gekopieerde regel van kracht.

    Van zodra je gebonden bent door de doop wordt het beginsel uit 2 Korinthiërs 4: 7 gehanteerd en die regel zegt: "Wij hebben deze schat echter in aarden vaten, opdat de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, van God zou zijn en niet uit onszelf".

    Zoals Paulus zei, ik beuk mijn lichaam om niet na tot anderen gepredikt te hebben,(...) 

    Je hoeft dan zelfs je eigen borst niet meer nat te maken.

     

    VRIJDAG  27 MAART

    Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.

    -Luk.12:21.

    Toen Jezus zei: "Zo gaat het", gaf hij aan dat wat er met de rijke man in de illustratie gebeurde, ook zal gebeuren met mensen die hun leven - hun hoop en hun zekerheid uitsluitend rond materiële bezittingen opbouwen. De fout ligt niet zozeer in het 'schatten vergaren voor zichzelf', als wel in het 'niet rijk Zijn met betrekking tot God'. De discipel Jakobus gaf een soortgelijke waarschuwing toen hij schreef: "Welaan nu, gij die zegt: 'vandaag of morgen zullen wij naar deze stad trekken en daar een jaar doorbrengen, en wij zullen zaken doen en winst maken', terwijl gij niet weet wat uw leven morgen zal zijn." Wat moeten ze doen? "In plaats daarvan zoudt gij moeten zeggen: 'indien Jehovah wil, zullen wij leven en ook dit of dat doen'" (Jak. 4:13-15). Hoe rijk iemand ook is of hoeveel bezittingen hij ook heeft, alles zal nutteloos blijken als hij niet rijk is met betrekking tot God. w07 1/8 2: 10, 11

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ik begin zo stilaan de tel kwijt te raken van het aantal keren dat de illustratie van Luk. 12 gepresenteerd wordt, al is het telkens wel een ander vers. De uitdrukking die Jezus gebruikte "Zo gaat het" heeft betrekking op het feit dat die man nog dezelfde nacht overleed, figuurlijk uiteraard.

    Nu weet ik dat wanneer ik 's morgens opsta ik 's avonds dood kan zijn, al weet ik dat dan gelukkig niet meer. Uiteindelijk is dat tot nu toe een zekerheid voor alle mensen.

    Dat Jezus Christus niet echt de rijkdom op zich bedoelde is mij en ook de organisatie en het besturende lichaam duidelijk. De illustratie eindigt daarom ook met het vers 21. "Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God".

    Voila, we zijn waar we wilde komen. De illustratie is ook hier een persoonlijke voorstelling ten einde eens na te denken over de vraag, waarmee ben ik nu bezig? Volgens mij hebben de meeste mensen daar niet eens de gelegenheid voor om rijk te worden, alhoewel daar natuurlijk wel van alles over gedroomd kan worden.

    Nu wordt in het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam  verwezen naar de paragrafen 10 en 11 in die wachttoren van 2007, maar de paragraaf 14 sprak mij meer aan en je zult direct begrijpen waarom. Ik geef het zo weer: §14 "De uitdrukking ’rijk met betrekking tot God’ wordt ook wel vertaald als „rijk in Gods ogen” (Today’s English Version). Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat blijkt vaak uit hun levenswijze. Ze willen indruk maken door ’opzichtig te geuren met de middelen voor levensonderhoud die ze hebben’, zoals de Bijbel zegt (1 Johannes 2:16). In tegenstelling daarmee kunnen degenen die rijk zijn met betrekking tot God zich verheugen in zijn goedkeuring, gunst en overvloedige liefderijke goedheid en hebben ze een innige persoonlijke band met hem. Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden (Jesaja 40:11). Nu rest nog de vraag: wat moeten we doen om ’rijk te zijn in Gods ogen’?

    Wat ik wil benadrukken kopieer ik dan ook uit het bovenstaande blok: Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat klopt als een bus, maar dat gaat ook op voor organisaties, want die bestaan uit mensen. Soms enkele, meestal meerdere, soms zonder geldelijk winstbejag. Meestal noemen zij zich dan "een vereniging zonder winstgevend doel".

    Ook de organisatie en het besturende lichaam zijn een vereniging zonder winstgevend doel.

    Juist zoals de tempel van de Israëlieten op een bepaald moment belangrijker was geworden dan de ware aanbidding, in de ogen van de priesters dan toch, zo zijn de kathedralen en kerken en bedevaartplaatsen heden ten dagen belangrijker voor de priesters en leiders, dan een gelovige te zijn.

    En wie is immuun voor de enorme drukkerijen, bijkantoren, kringhallen en koninkrijkszalen van de organisatie en het besturende lichaam?

    ZATERDAG  28  MAART 
    De God des hemels [zal] een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht.  Dan. 2:44.

    De slechte gevolgen van de opstand in Eden tonen aan dat alleen Jehovah, de Universele Soeverein, het recht heeft om te regeren en dat alleen zijn bestuur rechtvaardig is.                     De afgelopen duizenden jaren is gebleken dat Satan, die "de heerser van deze wereld" werd, een goddeloos, onrechtvaardig en gewelddadig bestuur heeft ontwikkeld dat volkomen onbevredigend is (Joh. 12:31). Het langdurige, erbarmelijk slechte bestuur van mensen onder Satans leiding heeft ook aangetoond dat mensen niet in staat zijn om in rechtvaardigheid te regeren (Jer. 10:23). Elke denkbare vorm van bestuur los van J ehovah is dus tot mislukking gedoemd. De geschiedenis heeft dat zonder enige twijfel bewezen. Jehovah is gerechtigd de aarde van alle vormen van bestuur te ontdoen en ze door zijn eigen regering te vervangen. Er zal een eind komen aan demonisch en menselijk bestuur, en Gods hemelse koninkrijk zal de enige regering zijn over de aarde. w07 15/8  2: 7, 8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is verwonderlijk dat de eerste mensen, Adam en Eva, die volmaakt waren en zo dicht bij God stonden, zelfs een dagelijkse communicatie hadden en toch zo verraderlijk handelden.

    Nu soit, wij zitten er mee en het is zoals de organisatie of het besturende lichaam schrijft dat gedurende de tijd van toen en nu er over het algemeen een langdurig, erbarmelijk slecht bestuur is geweest en nog is.

    Dat dit allemaal onder de leiding van Satan is zal niet iedereen aanvaarden, maar het is wel duidelijk dat mensen de zichtbare heersers zijn. En zoals ik reeds heb gezegd, het neemt de verantwoordelijkheid van mensen die heerschappij uitoefenen niet weg.

    Dat onvolmaaktheid een excuus blijkt te zijn is daarom nog geen reden om er zich achter te verschuilen, ook aan onvolmaaktheid zijn grenzen. Jakobus 4:17 zegt:. Indien iemand daarom weet hoe hij het juiste moet doen en het toch niet doet, is het hem tot zonde.

    En hier begint het feitelijk.

    In de eerste plaats kan alleen de betrokkene dit weten vanuit zijn hart en met zijn geoefend geweten.

    Vervolgens diegenen die de autoriteit hebben om wetten te maken en te interpreteren.

    Tenslotte ook diegenen die de macht, het geld en het vermogen bezitten.

    Onvolmaaktheid en zonde zijn inherent met elkaar verbonden, dus wie bepaalt wanneer iets moedwillig wordt gedaan en wie bepaald daarvan de strafmaat? Juist, De Bijbel, de Regeringsautoriteiten en nog steeds volgens de Bijbel, de organisatie en het besturende lichaam  en de door  hen aangestelde verantwoordelijken. Daarom staat in het commentaar van hen en ik kopieer en benadruk het: "Elke denkbare vorm van bestuur los van Jehovah is dus tot mislukking gedoemd".

    PERSOONLIJK ben ik ervan overtuigd dat God dit zal doen op een wijze die geen mens kan voorstellen en op een tijdstip waar niet over gespeculeerd kan worden. Als ondersteuning zie Handelingen 1:7. "Hij zei tot hen: „Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld"

    Mattheüs 24:44. "Toont ook GIJ U daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan GIJ het niet hebt gedacht".

    1 Thessalonicenzen 5:2." Want GIJ weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht".

    Het feit dat religies en ook de organisatie en het besturende lichaam  speculeren over zaken waar de Bijbel het verbiedt of geen uitsluitsel over geeft, toont aan dat zij bewust of onbewust mensen manipuleren en achter zich aan trekken.

    ZONDAG  29  MAART

    Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort. -Matth. 24:22.

    De mensheid staat voor ongekend gewichtige gebeurtenissen. Jezus voorzei dit over onze tijd toen hij zijn volgelingen waarschuwde: "Er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen" (Matth. 24:21). Onzichtbaar voor mensenogen houden hemelse legerscharen die grote verdrukking nog tegen. Hier volgt de beschrijving die de apostel Johannes ervan gaf: "Ik [zag] aan de vier hoeken van de aarde vier engelen staan, die de vier winden van de aarde stevig vasthielden ... En ik zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon, die een zegel van de levende God had; en hij riep met een luide stem tot de vier engelen ... 'Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.''' - Openb. 7:1-3. w07 15/12  2: 1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ik heb in het voorgaande commentaar aangetoond dat volgens de woorden van Jezus Christus geen mens of organisatie een tijdsbepaling mag gebruiken. De interpretatie van de Bijbel heeft eeuwenlang en tot nu toe verschillende groeperingen gekend die het einde voorzegd hebben.
    Ook
    de organisatie en het besturende lichaam hebben zich daar aan bezondigd en blijven zich daar aan bezondigen. De twee paragrafen die hierboven uit die wachttoren zijn afgedrukt zijn in feite nogmaals een waarschuwing, wat op zichzelf niet verkeerd is.
    Paragraaf 3 van die wachttoren zal ik hier afdrukken en benadrukken:
    w07 15/12 blz. 16 par. 3 De definitieve verzegeling van de gezalfde „slaven van onze God” nadert haar voltooïng. De vier engelen zijn gereed om die verwoestende winden los te laten. Wat zal er dan het eerst gebeuren? Een engel beantwoordt die vraag: „Babylon, de grote stad, [zal] met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden” (Openbaring 18:21). Wat een vreugde zal er in de hemel heersen wanneer dat gebeurt, als het wereldrijk van valse religie vernietigd wordt! — Openbaring 19:1, 2.

    Mijn commentaar van 2 maart toont aan dat er op drie jaar tijd 1489 belijdende gezalfden zijn bij gekomen. Met andere woorden gezegd, is het een bewijs dat de "uitkiezing" of eerste verzegeling van de 144.000 nog niet eens compleet is, laat staan dat de uiteindelijke "verzegeling" of hun tijd van beproeving zover gevorderd zou zijn dat de "grote verdrukking" elk moment kan beginnen.

    Voor de zoveelste keer zal de organisatie en het besturende lichaam hier weer een mouw moeten aanpassen, maar terugkomen op hun stappen heeft er praktisch nooit ingezeten en ik verwacht niet dat zij daar ooit aan beginnen.

    Mensen die de organisatie en het besturende lichaam vormen, hoe oprecht en ter goeder trouw zij ook zouden zijn, kunnen gewoonweg nooit of te nimmer de verantwoordelijkheid waarmaken dat zij de Bijbel op de juiste manier interpreteren.

    De bewijzen en aanwijzingen zijn legio gezien de herhaalde bijstellingen van eens Schriftuurlijke bewijzen en aanwijzingen die ooit zijn gepubliceerd als "waarheid".
    Praktisch niets is recht gebleven van datgene waarmee Charles Taze Russell begonnen is. Sommige waarheden heeft hij zelf zien veranderen.

    Alleen al het feit dat hij als de eerste president van de organisatie wordt genoemd is reeds een onwaarheid.

    Het Verkondigers boek zegt op blz.576 § 1 dat op 16 februari 1881 Zion's Watch Tower Tract Society werd opgericht met W. H. CONLEY als president en C. T. Russell als secretaris-penningmeester. Er werden regelingen getroffen dat het drukwerk werd verricht door commerciële firma’s in verschillende steden in Pennsylvania, New York en Ohio, alsook in Engeland. In 1884 werd Zion’s Watch Tower Tract Society rechtspersoonlijkheid verleend, met C. T. Russell als president,

    Waarom die misleiding? Moet ik hier nu nogmaals het beginsel voor gebruiken uit Lukas 16:10 "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel".

    Het boek "Jehovah's Getuigen verkondigers van Gods Koninkrijk" is zowat de moderne geschiedenis van de organisatie en het besturende lichaam en zou waarheidsgetrouw moeten zijn. Uiteraard is het geen kleinigheid om een president weg te moffelen die drie jaar de verantwoordelijkheid heeft gedragen of gedeeld. Maar waarom? Om het "boegbeeld" niet te schaden, het imago van de organisatie en het besturende lichaam? De geloofwaardigheid van de organisatie als niet commercieel orgaan? enz. enz....

    MAANDAG  30  MAART

    Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. - Pred. 8:11.

    Kinderen moeten niet alleen de gezinsregels kennen maar ook weten welke straf er op het overtreden van die regels staat. Als de straf eenmaal doorgepraat en afgesproken is, moeten de regels ook gehandhaafd worden. Het is niet liefdevol van ouders als ze hun kinderen constant waarschuwen voor een verdiende straf maar die niet geven. Ouders zullen een kind misschien niet in het openbaar of in het bijzijn van leeftijdgenoten straffen, zodat het kind niet in verlegenheid wordt gebracht. Maar kinderen voelen zich zekerder en ontwikkelen meer liefde en respect voor hun ouders als ze weten dat hun ja ja betekent en hun nee nee, ook al heeft dat straf tot gevolg (Matth. 5:37). Om liefdevol te zijn moet uiteraard zowel de straf als de manier waarop die wordt toegediend op het kind afgestemd zijn. w07 1/9  1: 12, 13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Hoe medevoelend en begripsvol van de organisatie en het besturende lichaam, alhoewel er praktisch weinig kinderen aanwezig mogen zijn op het hoofd- en de bijkantoren. De publicaties die uitgegeven zijn getuigen eveneens van in- en doorzicht wat het opvoeden van kinderen betreft. De praktijk is meestal wel iets of wat anders, in die zin dat ieder kind uniek is en soepelheid een vereiste blijkt te zijn van de zijde der ouders.

    Een van de risico's van deze en andere publicaties is dat ouders er doorgaans een groot vertrouwen in stellen zonder echt rekening te houden met de enorme verschillen in de kinderen. Met vertrouwen in stellen bedoel ik tegelijkertijd een grenzeloos vertrouwen in de organisatie en het besturende lichaam.

    Verleden week was ik in contact met een jongere wiens ouders Getuigen van Jehovah waren. Hij vertelde mij dat hij dankbaar was voor de opvoeding die zijn ouders hem gegeven hadden. In de vriendenkring die hij ondertussen heeft opgebouwd ondervindt hij dat de normen die hem bijgebracht zijn voor hem positief uitvallen bij zijn keuzes van vrienden en sociale omgang. Datgene wat zijn ouders, die "inactieve getuigen" zijn, hebben meegemaakt met de verantwoordelijken van de gemeente en enkele kringopzieners, de verantwoordelijken die aangesteld zijn door de organisatie en het besturende lichaam, heeft hem echter wantrouwig gemaakt aan de oprechte bedoelingen van de organisatie.

    Het is een patroon dat kinderen van ouderlingen bijna nooit in de voetstappen van hun vader treden. Terwijl van diegenen die ooit in de gevangenis zijn terechtgekomen voor hun "neutraliteit" zo'n 70 tot 80 % niet meer met de organisatie verbonden willen zijn. Voor mij is dat een indicatie dat zij toentertijd plichtsgetrouw de richtlijnen van de organisatie en het besturende lichaam volgden i.p.v. hun geweten. Sommigen hebben ook terecht aanstoot genomen dat er geen "burgerdienst" of "vervangende dienst" mocht gedaan worden alhoewel dit op een gegeven moment als een gewetenskwestie wel kon.

     

    Meer inlichtingen over "Vervangende dienstplicht bij Jehovah's Getuigen" kun je o.a. vinden op seniorennet eleuthera

     

    DINSDAG  31  MAART

    Zij echter die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. -1 Tim. 6:9.

    We lopen een reëel gevaar als we ons echte doel uit het oog verliezen en onze grip op "het werkelijke leven" laten verslappen (1 Tim. 6:19). We lopen het risico 'meegesleept te worden door zorgen en rijkdom en genoegens van dit leven' (Luk. 8:14). Onbeheerste verlangens en "zorgen over het levensonderhoud" kunnen ertoe leiden dat we te veel opgaan in dit stelsel (Luk. 21:34, vtn.). Tragisch genoeg zijn sommigen, die zich hebben laten overmeesteren door het alom heersende verlangen om rijk te worden, "van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord"; het heeft hun zelfs hun kostbare band met Jehovah gekost. Wat een hoge prijs hebben ze moeten betalen omdat ze hun grip op het eeuwige leven lieten verslappen! (1 Tim. 6:10, 12; Spr. 28:20) Paulus gaf degenen "die van de wereld gebruik maken" de raad te zijn "als zij die er niet ten volle gebruik van maken". -1 Kor. 7:31.            w07 1/10  1: 14, 15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Diegene die besluiten om rijk te worden 'kunnen' in verzoeking en een strik terechtkomen, maar diegene die arm zijn zitten gewoonlijk reeds in een strik. En je mag er van verzekerd zijn dat armoede iets is dat je moeilijk kunt ontlopen. Het is uiteraard waar dat iemand die echt en snel rijk wilt worden praktijken zal gebruiken die meestal ten koste van anderen zullen gaan.

    Ik ga maar één voorbeeld nemen. Georganiseerde religies, gelijk welke en gelijk waar ter wereld, onder gelijk welke naam gelijk waar ze mee bezig zijn. Vormen het  prototype van en de weerspiegeling van deze DAGTEKST.

    Ook de organisatie en het besturende lichaam, die in het begin een standpunt hadden ingenomen om nooit achter geld te vragen is reeds vele jaren lang vragende partij geworden.

    Het: Verkondigersboek hfdst. 21 blz. 343 Hoe wordt het allemaal gefinancierd?

    Ruim zeventig jaar geleden maakte The Watch Tower echter duidelijk dat er met betrekking tot bijdragen geen dringende verzoeken gedaan of aansporingen gegeven dienden te worden — alleen een duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten was op zijn plaats.       In overeenstemming met deze zienswijze wordt er op de gemeentevergaderingen niet veelvuldig over financiële kwesties gesproken.

    Over C. T. Russell, die meer dan dertig jaar als president van het Wachttorengenootschap heeft gediend, schreef een van zijn medewerkers: „Als een manier om vast te stellen of zijn handelwijze strookte met de Schrift, en ook als een manier om zijn eigen oprechtheid te tonen, besloot hij de goedkeuring van de Heer als volgt te beproeven: (1) Zijn leven aan de zaak wijden; (2) Zijn vermogen in het bekendmaken van het werk te steken; (3) Collectes op alle vergaderingen verbieden; (4) Zich volledig op ongevraagde (geheel vrijwillige) bijdragen verlaten om het werk voort te zetten nadat zijn vermogen was opgebruikt.”


    Nu is er uiteraard een verschil tussen bedelen en bedelen, tussen vragen en vragen, tussen vrijwillige bijdragen en vrijwillige bijdragen, tussen suggereren en suggereren, tussen noodzaak en noodzaak, tussen morele druk en morele druk enz..

    Het feit of de feiten tonen duidelijk aan dat de lectuur door 't zij betaling of vrijwillige bijdragen bekostigd wordt. Dat iedere koninkrijkszaal, kringhal, bijkantoor opgedragen wordt aan Jehovah, die reeds eigenaar was, maar door de vrijwillige bijdragen betaald of afbetaald wordt en dan het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam is of wordt.

    Deze eigendommen worden op naam van "wederzijdse hulp" verzekerd bij de organisatie en het besturende lichaam. Er dient jaarlijks, indien de gemeente het kan opbrengen, een voorgesteld bedrag betaald te worden.

    Het Verkondigersboek zegt hierboven dat — alleen een duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten op zijn plaats was. Zoals je kunt zien heb ik één woordje benadrukt 'was' en daar de zin daardoor in de verleden tijd komt te staan is het wel duidelijk dat er nu geen duidelijke, eerlijke uiteenzetting van de feiten hoeft gegeven te worden. Ik heb daar reeds een commentaar aan gewijd. (Zie 14 MAART).

    Heb je die uitdrukking al eens gehoord of gebruikt: "Leg je hand op je hoofd en zie wie er onderstaat".

    Of: wie is rijk en onschuldig?

    En hiermee sluiten wij de maand maart af. Bedankt voor het lezen.

    25-03-2009 om 16:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 21 maart tot en met 25 maart

    ZATERDAG  21  MAART

    Ik moet... het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden. -Luk.4: 43.

    Jezus trok het hele land door "terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk Gods predikte en bekendmaakte" (Luk. 8:1). Jezus verrichtte ook veel krachtige werken: hij voedde grote mensenmenigten, bedwong de elementen, genas zieken en wekte doden op. Met deze wonderen bewees Jezus dat God alle schade en al het lijden als gevolg van de opstand in Eden ongedaan kan maken en zo 'de werken van de Duivel kan verbreken' (1 Joh. 3:8). Om zo veel mogelijk bekendheid te geven aan het goede nieuws van het Koninkrijk, bracht Jezus een groep trouwe volgelingen bijeen om hen in dat werk op te leiden. Eerst stelde hij zijn twaalf apostelen aan en zond "hen uit om het koninkrijk Gods te prediken" (Luk. 9:1, 2). Vervolgens stuurde hij zeventig anderen uit om de boodschap te verkondigen:

    "Het koninkrijk Gods is nabij u gekomen." - Luk. 10:1, 8, 9. w07 1/12  2: 6,7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Schriftuurlijk gezien is dit het belangrijkste werk en opdracht die Jezus Christus aan zijn discipelen heeft opgedragen. De van huis tot huis prediking is klaarblijkelijk het opvallendste kenmerk van Jehovah's Getuigen.

    Het boek "In Search of Christian Freedom" van Raymond Franz, voormalig lid van het besturende lichaam wordt een volledig hoofdstuk besteed aan die bijbelse opdracht. Spijtig genoeg is het nu nog niet in het Nederlands verkrijgbaar. Enkele hoofdstukken zijn toch reeds beschikbaar en een gedeelte wil ik hier gebruiken omdat het specifiek is voor deze dagtekst.

     Van huis tot huis en van deur tot deur – Hetzelfde?

    De leer over de van huis tot huis prediking, zoals deze wordt onderwezen door het leiderschap van Jehovah's Getuigen, is voornamelijk gebaseerd op teksten zoals Handelingen 5:42 en 20:20. In de Nieuwe Wereldvertaling van het Wachttorengenootschap luiden deze als volgt:

     Handelingen 5:42 En zij bleven zonder ophouden elke dag in de tempel en van huis tot huis onderwijzen en het goede nieuws over de Christus, Jezus, bekendmaken.

    Handelingen 20:20 Terwijl ik [Paulus] mij er niet van heb weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.

    Hieruit wordt afgeleid dat "van huis tot huis" verwijst naar van deur tot deur activiteit, waarbij men van de ene deur naar de volgende gaat en de mensen zonder voorafgaande uitnodiging en doorgaans zonder voorafgaande kennismaking bezoekt. Kan die afleiding zondermeer gemaakt worden?

    Toen de Nieuwe Wereldvertaling voor het eerst uitkwam, schonk het Wachttorengenootschap veel aandacht aan de oorspronkelijke Griekse uitdrukking kat'oikon waarvan "van huis tot huis" is afgeleid. Er werd beklemtoond dat het voorvoegsel kata (letterlijk: "volgens") hier gebruikt wordt in een distributieve betekenis. Derhalve werd gesteld dat de uitdrukking "van huis tot huis" dezelfde betekenis heeft als "van deur tot deur", dat wil zeggen, zoals men door een straat van de ene deur naar de volgende deur gaat.

    Maar bij nadere beschouwing en overdenking gaat deze stelling niet op. In de eerste plaats is distributief (verdelen, uitdelen) niet hetzelfde als consecutief (opvolgend). Iemand kan "van huis tot huis" gaan door van een huis in het ene gebied naar een huis in het andere gebied te gaan, precies zoals een dokter van huis tot huis gaat als hij "huisbezoeken" aflegt. Men behoeft hier zeer zeker niet te denken aan het gaan van de ene deur naar de daaropvolgende deur.

    Elke bewering dat het gebruik van het voorvoegsel kata in de distributieve betekenis, slechts op één manier juist en correct kan worden weergegeven, namelijk met "van huis tot huis", wordt in feite omvergeworpen door de Nieuwe Wereldvertaling  zelf. Hoe dat zo?

    Slechts weinig Getuigen zijn zich ervan bewust dat precies dezelfde uitdrukking (kat' oikon), die in de Nieuwe Wereldvertaling  van Handelingen 5:42 met "van huis tot huis" is weergegeven, ook in hoofdstuk 2 vers 46 voorkomt. The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Schriptures toont duidelijk aan in hoofdstuk 2: 46 dat met kat' oikon  "particuliere huizen"  wordt bedoeld.

    Daarom is  het onlogisch  te denken dat de discipelen maaltijden tot zich namen door van het ene huis naar het daaropvolgende huis in een straat te gaan en aangezien het Wachttorengenootschap speciale betekenis wil hechten aan de uitdrukking "van huis tot huis" (ter ondersteuning van haar deur tot deur activiteit) wil zij geen mogelijke vragen oproepen door hier de weergave "van huis tot huis" te gebruiken. Zoals gezegd, zijn de meeste Getuigen zich er niet van bewust dat hier omgeschakeld wordt naar een andere weergave en het Wachttorengenootschap geeft er de voorkeur aan hier geen aandacht aan te besteden of het openlijk te erkennen.

    In Handelingen 20:20 komt de uitdrukking opnieuw voor, hoewel het woord voor "huis" of "huizen" hier in het meervoud staat (kat' oikous): “DUS PARTICULIERE HUIZEN” maar toch wordt het vertaald als ‘van huis tot huis’.

                    NOTEER: Voor de Nederlandse vertaling van het hoofdstuk 7 ga je naar internet url  ex-getuige.eigenstart.nl bij boeken zie je  onder de naam Raymond Franz. Je opent dit en bij het boek "In Search of Christian Freedom" krijg je 5 hfst. waaronder "van huis tot huis". Kopiëren en weg zijn wij.

    ZONDAG  22 MAART

    Gaat ... en maakt discipelen van mensen uit alle natiën. - Matth. 28:19.

    Jehovah's aanbidders moeten soms een bepaalde instelling en bekwaamheden ontwikkelen die hen zullen helpen om Gods wil te doen. Abraham en Sara bijvoorbeeld verlieten op Gods bevel de welvarende stad Ur en hadden de eigenschappen en vaardigheden nodig die tentbewoners nu eenmaal moeten bezitten (Hebr. 11:8,9,15). Om de Israëlieten het beloofde land binnen te leiden, had Jozua moed, vertrouwen in Jehovah en kennis van zijn Wet nodig (Joz. 1:7-9). En welke bekwaamheden Bezaleël en Oholiab al gehad mogen hebben, die werden door Gods geest zeker vergroot of verder ontwikkeld. Daardoor werden ze toegerust voor hun aandeel aan en het opzicht over de bouw van de tabernakel en het verdere werk in verband daarmee (Ex. 31:1-11). Eeuwen later gaf Jezus Christus zijn volgelingen de opdracht in de tekst voor vandaag. Nog nooit hadden mensen het voorrecht gekregen zoiets groots te doen. w07 15/11  1:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Gezien de dagtekst in feite over de zelfde opdracht gaat is het mij welgekomen om meer commentaar te geven over "van huis tot huis" of "van deur tot deur" prediken.

    U vindt de weergave van deze verzen in de Kingdom Interlinear Translation van het Wachttorengenootschap, welke in de rechter kolom de Griekse en Engelstalige versie weergeven. Hier zijn twee teksten, Handelingen 2: 46 en Handelingen 5: 42, waarin dezelfde bewoordingen worden gebruikt.
    Nochtans geeft de Nieuwe Wereldvertaling er twee verschillende betekenissen aan. In Handelingen 2: 46 gebruik men "particuliere huizen", maar  in Handelingen 5: 42 geeft men de voorkeur aan "van huis tot huis" en dan nog met de betekenis van "van deur tot deur".

    Ik geef nog enkele fragmenten:

    Het is hier opnieuw eenvoudigweg een beslissing van de vertaler hoe deze Griekse uitdrukking weergegeven wordt. Dat de voornaamste vertaler van de Nieuwe Wereldvertaling, Fred Franz, erkende dat dit zo is, wordt aangetoond door de voetnoot bij dit vers in de grote gezinsuitgave van de Nieuwe Wereld vertaling. Deze voetnoot luidt: "en in de particuliere huizen."

    Het is niet zo dat de vertaling van kat' oikon (of kat' oikous) met "van huis tot huis" fout is. Het is een volkomen juiste vertaling en wordt gevonden in menig andere bijbelvertaling, zelfs bij Handelingen 2:46. Of in die teksten de weergave "van huis tot huis" of "in particuliere huizen" wordt gebruikt hangt geheel af van de persoonlijke voorkeur van de vertaler. Wat verkeerd is, is te proberen de uitdrukking een betekenis mee te geven die zij niet werkelijk heeft.

    Dat de apostelen en andere vroege christenen mensen in hun particuliere huizen opzochten is duidelijk. Dat zij, net als Jehovah's Getuigen in deze tijd, van deur tot deur gingen is beslist niet duidelijk. Men kan het beweren, maar het is een bewering waarvoor absoluut geen bewijs te vinden is.

    Einde van de aanhalingen.

    Ondertussen is de "van deur tot deur" prediking tot een leerstelling verheven en is het ook een vereiste geworden, zelfs voor je gedoopt kunt worden, terwijl de leerstelling en het aantal uren aan de prediking een waarde bepaling weergeeft voor het bewijs van je liefde voor God en de Christus.

    MAANDAG  23 MAART

    Deze woorden die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; en gij moet ze uw zoon inscherpen. - Deut. 6:6, 7.

    Het Hebreeuwse woord voor "inscherpen" betekent "herhalen", "steeds weer opnieuw zeggen", "inprenten". Dat houdt in dat ouders misschien wel heel vaak in herhaling moeten vervallen voordat een kind Gods wetten leert toe te passen. Dat ouders geduldig zijn, wil nog niet zeggen dat ze toegeeflijk zijn. Gods Woord waarschuwt: "Een aan zichzelf overgelaten knaap zal zijn moeder beschaamd maken." Hoe dat te voorkomen is, staat in dezelfde spreuk: "De roede en terechtwijzing, die geven wijsheid" (Spr. 29:15). Soms vinden kinderen dat ouders niet het recht hebben om hen te corrigeren. Maar een christelijk gezin hoort geen democratie te zijn, alsof het recht van de ouders om regels vast te stellen op de een of andere manier van de goedkeuring van de kinderen zou afhangen. Nee, Jehovah, het uiteindelijke Hoofd van het gezin, geeft ouders het recht om hun kinderen liefdevol op te leiden en streng onderricht te geven. - 1 Kor. 11:3; Ef. 6:1-4. w07 1/9  1:5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nu mag je niet zeggen dat de organisatie of het besturende lichaam niet weet hoe je onderwijs moet geven. Het is duidelijk in iedere beschaving dat kinderen opleiden geen kleinigheid is. Soms erg enerverend en uitputtend om steeds maar weer hetzelfde te herhalen.

    En zoals de organisatie en het besturende lichaam duidelijk zeggen dat een gezin geen democratie kan zijn is het juist daarom vraag-op-roepend. Ja zolang "kinderen" kinderen zijn? Hoelang zijn "kinderen" kinderen?

    De dagtekst zelf zegt dat de woorden die God gebiedt "op uw hart moeten zijn". In de eerste plaats dienen ouders dus te zorgen dat wat ze hun zoon of dochter inscherpen zelf moeten doen of laten. Wanneer de ouders vandaag ja zeggen en morgen voor hetzelfde neen. Of vandaag is het wit en dat zelfde is morgen zwart dan vraag je om problemen. Als je versta wat ik wil zeggen.

    Daarmee wil ik aantonen dat kinderen geen kinderen blijven en op een gegeven moment zullen die zelfde kinderen reageren wanneer ouders van hen iets verlangen dat zijzelf niet doen. En dan bedoel ik dat een kind op een gegeven moment zijn ouders kan, mag, zal en moet corrigeren. Wanneer de ouders dat niet willen aanvaarden zal het kind het respect dat de ouders verdienen kwijtraken, neen niet direct of vanaf de eerste keer, maar als dit regelmatig gebeurt, wel.

    Het is niet denkbeeldig dat de ouders zelfs zover gaan dat zij het kind, dat geen kind meer is, de mond willen snoeren en zelfs met sancties dreigen en uiteindelijk toepassen, en dan?

    Het kan en zal zelfs zover komen dat het kind dat ondertussen geen kind meer is, het ouderlijk huis vaarwel zegt. Niet omdat het ondankbaar is of geen liefde heeft voor zijn ouders, maar om zichzelf te beschermen, niet alleen voor zijn fysieke en mentale gezondheid maar vooral zijn geestelijke gezondheid en zijn persoonlijke verhouding met God.

    Nu, en ik val in herhaling en zal in herhaling blijven vallen. De organisatie en het besturende lichaam zouden dit ouderschap op zichzelf van toepassing dienen te brengen.

    Zij beweren onze moeder te zijn, onze mentor, onze geestelijk leider via Jezus Christus, maar vergeet, zoals sommige vleselijke ouders, dat kinderen geen kinderen blijven.

    Wanneer de geestelijke kinderen van de organisatie en het besturende lichaam uiteindelijk mondig zijn geworden en zelf geestelijke kinderen hebben voortgebracht zouden zij dan niet kunnen, mogen, zullen en moeten om hun moeder en de aangestelde verantwoordelijken terechtwijzen wanneer dit noodzakelijk is?

    Ik vind dit een absolute noodzaak!

    De geest van de gemeente(n) die zo angstvallige beschermd moet worden zal door met twee maten en twee gewichten en door gehoorzaamheid af te dwingen, juist daardoor besmet en tenietgedaan worden.

    Nog één vraag voor vandaag dan toch: mag een kind zijn ouders terechtwijzen?

    Jouw antwoord a.u.b., maar geen potjes draaierij,  't is  JA of NEEN?

     

    DINSDAG  24  MAART

    God lis] rijk ... aan barmhartigheid. - Ef. 2:4.

    Het is goed medegevoel te hebben, maar het is nog beter het in daden om te zetten door de behoeftigen te helpen. Kijk eens hoe Jehovah reageerde toen zijn aanbidders zo'n 3500 jaar geleden slaven waren in Egypte. Hij zei tegen Mozes: "Ontegenzeglijk heb ik de ellende van mijn volk, dat in Egypte is, gezien... En ik ga ertoe over neer te dalen om hen uit de hand van de Egyptenaren te bevrijden en hen uit dat land op te voeren naar een goed en uitgestrekt land, naar een land vloeiende van melk en honing" (Ex. 3:7, 8). Ongeveer vijfhonderd jaar nadat de Israëlieten uit Egypte waren bevrijd, bracht Jehovah hun in herinnering: "Ik was het... die u vervolgens heb bevrijd uit de hand van Egypte" (1 Sam. 10:18). Omdat de Israëlieten van Gods rechtvaardige maatstaven afweken, verkeerden ze vaak in moeilijkheden. Maar Jehovah had mededogen met hen en kwam hun herhaaldelijk te hulp (Recht. 2:11-16; 2 Kron. 36:15). Dat illustreert wat de liefdevolle God doet voor de behoeftigen en voor degenen die in gevaar of in moeilijkheden verkeren. w07 15/9  1: 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is gebruikelijk voor de organisatie en het besturende lichaam om parallellen te trekken zoals hierboven in hun commentaar. Het grote voordeel van parallellen is ongetwijfeld dat men die praktisch altijd naar je eigen hand kan zetten. De manier waarop Jehovah reageerde in deze kwestie toont ontegenzeglijk aan dat medelijden betoonde aan zijn volk door hen uit Egypte te bevrijden. Toch waren de Israelieten een hardnekkig volk en niet zo dankbaar als God zou mogen verwachten. Maar God liet hen niet zo maar vallen, integendeel Hij had mededogen en kwam hen herhaaldelijk te hulp. De aangehaalde paragraaf 5 van De Wachttoren besluit met de aanmoediging te doen wat God als voorbeeld heeft gedaan met zijn volk. Ik herhaal het voor de duidelijkheid. "Dat illustreert wat de liefdevolle God doet voor de behoeftigen en voor degenen die in gevaar of in moeilijkheden verkeren".

    Zoals je reeds meermaals hebt kunnen opmerken gebruik ik de parallel op mijn manier, ook nu. En hoe mooi het geschreven woord ook voorgesteld wordt, zo is het in de praktijk niet altijd. Er is een groep Jehovah's Getuigen die ontegensprekelijk uit de boot valt.

    Ja zeker en dat zijn de uitgeslotenen of diegenen die de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten.

    Denk je dat dit normaal is? Dat het zo moet? Dat het toch Schriftuurlijk is?

    In sommige gevallen kan ik er meer instemmen, maar in de meeste gevallen geenszins.

    Er zijn rechtstreeks drie procedures in de Bijbel, dus hangt het af welke van toepassing is, of gebruikt zal worden: In de eerste plaats de procedure die Jezus Christus zelf vernoemde in Matt. 18: 15-18. De tweede vinden wij in 1 Kor. Hfst. 5 en 6 of Openb. 22. En de derde procedure komt via 2 Joh. verzen 7-10.

    Ik zou de procedure van Jezus Christus de meest humane en daarom ook de meest Christelijke willen noemen.

    De procedure die Paulus vermeld is specifiek enerzijds en interpreteerbaar anderzijds, dus onbetrouwbaarder. Neem vb X5: 13b "verwijdert de goddeloze (man) uit uw midden". Een zondaar is daarom nog geen goddeloze, wie gaat dit uitmaken?

    Johannes heeft het specifiek over de antichrist en zelfs dit gezegde is onderhevig aan enorm veel factoren waarom iemand zich als zodanig gedraagt.

    Denk a.u.b. eens na over de door de organisatie en het besturende lichaam gebruikte methode die het een uitgeslotene praktisch onmogelijk maakt zijn fout te herstellen door gebrek aan omgang en hulp. Ook nadat zijn fout of zonde voorbij is of hersteld, maar hij of zij komt niet naar de koninkrijkszaal, is er geen reden tot herstel. Zijn geloof of ongeloof in de organisatie en het besturende lichaam staat dus gelijk met ongeloof in God, dus nooit hersteld. Daarbij komt nog dat niet alleen de zo geroemde ''broederschap" radicaal afgesneden wordt maar men in feite als een afvallige door het leven moet gaan.   
    Over die uitsluitingsprocedures is het  laatste woord nog niet gezegd. 

     

    WOENSDAG  25  MAART

    Gij zijt mijn getuigen, .. mijn knecht die ik verkozen heb. - Jes. 43:10.

    God zei het bovenstaande tegen de natie Israël. Maar op 11 Nisan 33 G.T. vertelde Jezus de leiders van Israël dat God hun natie verworpen had als zijn knecht. Hij zei:

    "Het koninkrijk Gods zal van u worden weggenomen en aan een natie worden gegeven die de vruchten daarvan voortbrengt" (Matth. 21:43; 23:38). Als Jehovah's slaaf was het huis van Israël noch getrouw, noch beleidvol (Jes. 29:13, 14). Toen Jezus later die dag vroeg: "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf?", vroeg hij eigenlijk: 'Welke beleidvolle natie zal in plaats van Israël Gods getrouwe slaaf worden?' (Matth. 24:45) De apostel Petrus gaf het antwoord toen hij tegen de gemeente van gezalfde christenen zei: "Gij zijt ... 'een heilige natie, een volk tot een speciaal bezit'" (1 Petr. 1:4; 2:9). Die geestelijke natie, "het Israël Gods", werd Jehovah's nieuwe slaaf. - Gal. 6:16. w07 1/11  2: 13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  En denk je dat God er mee verlegen zou zitten om dat nog eens te doen? Wat ik daar mee bedoel? Lees dan maar mee: Jezus Christus maakte de natie Israël duidelijk dat zij hun doel verre voorbij gestreefd hadden. Die zo hoog van de toren blazende natie zou dusdanig vernederd worden dat zij als natie zelfs niet meer zou meetellen in het wereldgebeuren, wat ook gebeurd is in 70 GT.

    Het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam  zegt vervolgens dat die natie als Jehovah's slaaf noch getrouw, noch beleidvol was.
    Beleidvol heeft de betekenis dat men met overleg te werk gaat en dat moet volgens mij dan een patroon vormen van een natie of een organisatie, vooral wanneer die natie of organisatie beweert door Gods geest geleid te worden.
    Getrouw heeft de betekenis van trouw en betrouwbaar en volgens mij wil dit in praktijk zeggen dat een natie of een organisatie stabiel, consequent en het vertrouwen waard moet zijn, vooral wanneer die natie of organisatie beweert door Gods geest geleid te worden.

    Het commentaar hierboven zegt en ik neem het letterlijk over en benadruk: Toen Jezus later die dag vroeg: "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf?", vroeg hij eigenlijk: 'Welke beleidvolle natie zal in plaats van Israël Gods getrouwe slaaf worden?  lees het nog maar eens, heb je het gelezen en heb je nu de subtiele indoctrinatie herkend?

    Jezus Christus "VROEG" later die dag niks, hij vertelde voor de zoveelste keer  een illustratie.  En met die illustratie stelde hij in vraag wie het zou zijn en het feit dat die slaaf in het enkelvoud voorgesteld wordt geeft de gelegenheid aan ieder individueel een antwoord te geven. En denk nog even na. Is Jezus Christus jouw meester of is het de organisatie en het besturende lichaam?

    Jezus Christus vroeg dus evenmin wie de plaats van de natie Israël zou innemen. Natuurlijk kun je die illustratie in een vraag omzetten, maar dan moet je dat met andere illustraties ook doen wil je consequent zijn. Probeer het eens?

    En wanneer de organisatie en het besturende lichaam daar een bepaalde waarde willen aan hechten is dat zuiver en alleen hun zaak. En wanneer iemand dat wilt bijtreden is dat eveneens zijn of haar zaak.

    Dat Petrus zei dat het "Israël Gods" een heilige natie een "volk tot een speciaal bezit" zou zijn die geestelijke natie, "het Israël Gods", staat volledig los van één slaaf of samengestelde slaaf. In werkelijkheid is ieder  die  zich  aan  God  opdraagt en kennis doorgeeft een nieuwe slaaf.

    Dit is zelfs de grondslag van iedere serieuze religieuze organisatie. Ik zeg "serieuze" organisaties, omdat sommige van die verantwoordelijke religieuze mensen, in die religieuze organisaties niet altijd serieus zijn.

    Ja ja, dit zijn nu eenmaal de pro's en de contra's van zowel religie als geloof.

    19-03-2009 om 17:18 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 16 tot en met 20 maart

    MAANDAG  16  MAART

    Als pijlen in de hand van een sterke man, zo zijn de zonen der jeugd. -Ps. 127:4.

    Koning Salomo vergeleek kinderen met "pijlen in de hand van een sterke man". Laten we eens zien hoe we die illustratie kunnen toepassen. Een boogschutter heeft de pijl maar een betrekkelijk korte tijd op zijn boog. Om het doel te treffen, moet hij hem snel laten gaan. Zo hebben ook ouders maar een betrekkelijk korte tijd om in hun kinderen oprechte liefde voor Jehovah aan te kweken. De jaren vliegen voorbij, en voor je het weet zijn de kinderen groot en gaan ze het huis uit (Matth. 19:5). Zullen ze het doel treffen, dat wil zeggen, zullen de kinderen God blijven liefhebben en dienen als ze het huis uit zijn? Dat hangt van heel veel factoren af. Drie daarvan zijn de bekwaamheid van de ouders, de omgeving waarin de kinderen opgroeien en de manier waarop de 'pijl', het kind, reageert op de opleiding die hij of zij ontvangt.   Wachttoren 2007 1 september 2e studieartikel § 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De Bijbelse illustratie die de organisatie of het besturende lichaam hier voor het gezin gebruikt is duidelijk en kan gezinnen helpen om doeltreffende methoden te gebruiken om hun kinderen een goede start te geven. De toepassing is uiteraard dat zij, die kinderen, in God blijven geloven. De factoren zijn legio en de drie die genoemd worden spelen beslist een grote rol, maar zijn daarom nog niet doorslaggevend.

    Om met de ouders te beginnen, is het niet zozeer hun bekwaamheid, maar hun eigen  instelling. Doen zij het voortreffelijk en bereidwillig? Zijn zij enthousiast en vreugdevol? Spreiden zij de vrucht van de geest ten toon? Studeren en mediteren zij? Doen zij opzoek- en naslagwerk? Behandelen zij anderen zoals zijzelf behandeld willen worden? Hebben zij de Christelijke moed om andere terecht te wijzen en een terechtwijzing te waarderen voor wat ze is? Stellen zij het kwade aan de kaak zonder aanzien des persoons? Meten zij met een en dezelfde maat, de Bijbelse, de menswaardige? Vervolledig gerust deze opsomming.

    Als deze basis er is naar het persoonlijk kunnen en vermogen, moet men zich niet te veel zorgen maken over het milieu of de aard van het kind.

    Alleen dit nog, misschien nog belangrijker dan wat de ouders doen, is de beïnvloeding van hun eigen geest door hun eigen mentor of raadsman, vooral hun geestelijke leidsman of mannen.

    Het is niet voor niets dat de organisatie en het besturende lichaam dit thema laat vooraf gaan aan het studieartikel waarmee de volgende bladzijde begint.

    Wanneer een mentor zoals beschreven hier juist boven, geen gerechtvaardigde kritiek kan en wilt aanvaarden hou hem dan op zijn minst in het oog. Vooral wanneer jij je eigen geoefend geweten het zwijgen moet opleggen.

    De kans is onredelijk groot dat hij erop uit is je te misleiden en te manipuleren.

    Ik las in het boek "JUDASHART" van Ingrid BLACK  volgend nadenkertje:

    Want giftig van natuur is mijm'rend argwaan.

    Die in den aanvang schier onschuldig smaakt,

    Maar, als zijn werking op het bloed begint,

    Gelijk een miin vol zwavel brandt.                          Othello, derde bedrijf, scène  14

     

    DINSDAG  17  MAART

    Zoekt het goede, en niet het kwade . . . Haat het kwade en hebt het goede lief. -
    Amos 5: 14, 15.

    Bijna een kwart eeuw geleden waarschuwde De Wachttoren ware aanbidders van God liefdevol voor bepaalde tv-series. Over de subtiele uitwerking van populaire soaps werd opgemerkt: "Het verlangen naar liefde wordt aangevoerd als rechtvaardiging voor elk gedrag. Een ongehuwd zwanger meisje zegt bijvoorbeeld tegen een vriendin: 'Maar ik hou van Victor. Het kan me niet schelen .... Zijn baby te krijgen is me alles waard!' De zachte achtergrondmuziek maakt het moeilijk haar handelwijze zo slecht te vinden. U houdt ook van Victor. U voelt sympathie voor het meisje. U 'begrijpt het'. 'Het is verbazingwekkend hoe je het goed kunt praten', verklaarde een kijkster die later tot bezinning kwam. 'We weten dat immoraliteit slecht is .... Maar ik besefte dat ik er mentaal aan meedeed.'" Is het echt goed te praten als een christen ervoor kiest voor zijn ontspanning naar de soort mensen te kijken die hij nooit ofte nimmer in zijn huis zou uitnodigen? w07 1/10 3:11-13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ik wil het gevaar van gelijk welk media niet onderkennen omdat het reëel is. In het commentaar op de dagtekst van 5 februari werd reeds bijkomend en bijhorend commentaar gegeven over de T.V. als medium. De waarschuwingen zijn herhaaldelijk te lezen geweest in de publicaties en de vergaderingen van de organisatie en het besturende lichaam. Hoe specifiek de raad die men ook maar geeft is, het blijft uiterst delicaat. In feite kan en mag men alleen maar waarschuwen voor schadelijke programma's. En dan rijst de vraag uiteraard, wat is of zijn schadelijke programma's? Of wie bepaalt dat? Vanaf het moment dat men programma's bij name noemt kom je in de privacy. Sta even stil bij het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam hierboven. Men noemt het "populaire soaps" en wanneer ik van alle leden van de organisatie en misschien zelfs van enkele gezinsleden van het besturende lichaam, telkens één € zou moeten krijgen van hen die regelmatig naar soaps kijken, ik zou zeker en vast enkele mooie buitenlandse reizen kunnen maken, hotel inbegrepen.

    Ik kan je de verzekering geven, wat misschien niet echt nodig was, dat zelfs op grote openbare vergaderingen titels genoemd werden, bepaalde dansen, spelen, en programma's. Evenzo m.b.t. openbare lezingen door ouderlingen.

    Soms worden er voorbeelden aangehaald van een vliegtuig die passagiers of een vracht verplaatst op een rationele manier. Maar dat zelfde vliegtuig kan ook bommen uitwerpen en mensen vermoorden. Zo ook met een mes, schaar, een straalkacheltje, een zakdoek enz. Met andere woorden: alles wat normaal goed is kan en worden misbruikt. En dat gaat ook op voor de T.V., de P.C., boeken, tijdschriften, songs, voordrachten of lezingen enz?

    Heel eenvoudig door die eenzijdig te gebruiken. Wanneer je de T.V. alleen maar slecht maakt zal hij slecht zijn. Bedenk eens naar hoeveel educatieve programma's je kunt zappen? En ook hier gaat het op voor de P.C. en andere media.

    Vergelijkt het maar eens met het gezinsleven boekje  hfdst. 8 blz. 113 par. 30 Uw rol als ouders: "Geef uw kind te kennen dat hij niet deugt en hij zal waarschijnlijk bewijzen dat u gelijk hebt. Verwacht het goede van uw kind, en u moedigt hem aan om dienovereenkomstig te leven".

    Leer hun de goeie kanten, de echt ontspannende, de leerzame en opbouwende, maar vergeet niet dat kinderen zelf ook willen ervaren en experimenteren.

    Ik spreek uit ervaring alhoewel door schade en schande verkregen, maar ik ben tevreden en gelukkig met mijn kroost.

    WOENSDAG  18  MAART

    De wijsheid van boven is ... vol van barmhartigheid. - Jak. 3:17.

    Uit de manier waarop we onze tong gebruiken, blijkt of we de wijsheid hebben die "vol van barmhartigheid" is. Wat zegt het over ons als we uit jaloezie of twistgierigheid zouden opscheppen, liegen of roddelen? Psalm 94:4 zegt: "Alle beoefenaars van wat sChadelijk is, blijven maar pochen over zichzelf." En hoe snel kan nadelig gepraat de goede reputatie van iemand die onschuldig is, schaden! (1 Kon. 21:7-13; Ps. 64:2-4; Spr. 14:5) Na over het misbruiken van de tong te hebben gesproken zegt Jakobus:

    "Het is niet juist, mijn broeders, dat deze dingen zo blijven geschieden" (Jak. 3:10b). Ware barmhartigheid vereist dat we onze tong op een zuivere, vredelievende en redelijke manier gebruiken. Jezus zei: "Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij spreken, rekenschap zullen geven op de Oordeelsdag" (Matth. 12:36). Het is dus heel belangrijk dat we barmhartig zijn in het gebruik van onze tong! w07 15/9  2: 10,11

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De volledige tekst is: Jakobus 3:17-18. Maar de wijsheid van boven is allereerst zuiver, vervolgens vredelievend, redelijk, bereid tot gehoorzamen, vol van barmhartigheid en goede vruchten, geen partijdig onderscheid makend, niet huichelachtig. 18 Bovendien wordt het zaad van de vrucht der rechtvaardigheid gezaaid onder vredige omstandigheden voor hen die vrede maken.

    Het onderwerp dat Jakobus hier bespreekt is "de tong" en hij zegt dan ook in hoofdstuk 3:8. De tong echter kan geen mens temmen. Ze is een weerspannig, schadelijk ding, vol dodelijk gif.

    Ik heb de getuigenissen van tientallen gedupeerden die door dit schijnbaar onooglijk instrument de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten. Jakobus wist dus heel goed waarover hij sprak.

    De organisatie en het besturende lichaam  hebben over roddel en laster in de loop van hun geschiedenis reeds veel hectoliters inkt besteed aan die onderwerpen, maar zonder resultaat.

    Het blijft één van de grootste struikelblokken in de afzonderlijke gemeenten, maar ook in de organisatie en het besturende lichaam. Zelf in hun bethelhuizen en bijkantoren. Dat is misschien cru gezegd en geschreven en daarom probeer ik het te verduidelijken.

    In de eerste plaats is de tong letterlijk de spreekbuis van het hart, het verstand en 'onverstand'.

    U zult het beter begrijpen dat wat de mond uitkomt, volgens Jezus Christus, uit het hart komt en dat Hij zei dat dit de mens verontreinigt. Mattheüs 15:18. "Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart voort en dat verontreinigt de mens" .

    Buiten onschuldig geklets dient ieder mens erop te letten wat hij zegt en eventueel zichzelf te corrigeren vóór een ander dit zou moeten doen. Hoeveel doen daar moeite voor?

    In de tweede plaats is de tong de heraut van datgene wat geschreven wordt en dat volgt dezelfde weg. Buiten onschuldige en geijkte artikelen over gelijk wat moet men erop letten wat men schrijft en zichzelf eventueel corrigeren voordat een ander dit zou moeten doen. Hoeveel doen er daar moeite voor? Natuurlijk gaat dit ook voor mij op.

    Voor de organisatie en het besturende lichaam die, volgens eigen zeggen en schrijven, letterlijk als DE HERAUT van GOD optreden voor de mensheid,  is dit een enorme verantwoordelijkheid. Geen kleinigheid om standvastig de "waarheid" of "onwaarheid" te openbaren. Niet alleen hun eigen reputatie en dat van hun aanhangers is er bij betrokken, maar vooral en in de eerste plaats de reputatie van de God die zij bij eigen zeggen en schrijven, vertegenwoordigen.

    IS DAT OOK ZO? Ja hoor! Alhoewel niemand volmaaktheid verwacht, maar wel eerlijkheid en openheid en de mogelijkheid om je te rechtvaardigen.

    DONDERDAG  19  MAART

    Leraar, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt. - Luk. 12:13.

    Bij een gelegenheid toen Jezus over ernstige geestelijke dingen sprak, onderbrak een man hem met het bovenstaande verzoek. De man dacht er blijkbaar over na wat hij kon doen om er financieel op vooruit te gaan. Misschien probeerde hij munt te slaan uit Jezus' autoriteit en zijn reputatie als wijze rechter in menselijke aangelegenheden (Jes. 11:3, 4; Matth. 22:16). In elk geval bleek uit zijn vraag dat er iets mis was met zijn hart: hij had een ernstig gebrek aan waardering voor geestelijke dingen. Is dat geen goede reden om onszelf te onderzoeken? Op de vergaderingen is het bijvoorbeeld makkelijk onze gedachten te laten afdwalen of na te denken over wat we daarna willen gaan doen. In plaats daarvan moeten we luisteren naar wat er wordt gezegd en nadenken over manieren om de stof toe te passen, zodat we onze verhouding met onze hemelse Vader, Jehovah God, en onze medechristenen kunnen verbeteren.  Ps. 22:22; Mark. 4:24. w07 1/8  1: 3, 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dit is de vijfde maal dat Lukas 12 gebruikt wordt en deze keer is de gebruikte tekst de inleiding voor de herhaaldelijke illustratie in verband met materialisme.

    De organisatie en het besturende lichaam beseffen heel goed dat tijdens de vergaderingen de geest van de toehoorders gemakkelijk kan afdwalen.

    De niet geestelijke, maar eerder materialistische instelling, van de vragensteller is een doelgerichte methode om alle aanwezigen er attent op te maken om een persoonlijk zelfonderzoek te doen.

    De organisatie en het besturende lichaam hebben geen ongelijk om de aandacht te vragen of te willen stimuleren.

    Het is beslist de moeite om eens na te denken waarom sommigen zich laten afleiden.

    Is vergaderingbezoek een sleur geworden en waarom? Zijn het praktische altijd dezelfde thema's? Hoeveel heb ik van de vorige vergadering(en) bijgeleerd? (Grote vergaderingen ook). Wat is er nu weer veranderd? Worden er weeral vrijwillige bijdragen gevraagd? Hoeveel bijdragen bussen (lees offerblokken) staan er in jouw gemeente?

    Wordt er voor de zoveelste keer druk uitgeoefend om te prediken, te pionieren, hulppionier te zijn, betheldienst, geen hogere school of unif?  Enz., want de grote verdrukking staat voor de deur.   Met andere woorden gezegd, wordt de gehele gemeente weer schuldgevoelens aangepraat?

    Ik zou zelfs durven vragen of jij je wel voorbereid hebt, ja streepjes getrokken zeker?

    Dat zijn heel wat vragen nietwaar? Oei, moeten wij weeral de zaal kuisen?

    En wat denk je dan van de gesuggereerde verwachtingen? De data? De veranderingen? De teleurstellingen van geslacht op geslacht? De verwachtingen van mijn ouders en hun ouders?

    De kinderen van mijn kinderen?

    De wereldwijde communicatie mogelijkheden om ook de organisatie en het besturende lichaam op de korrel te nemen en aan de kaak te stellen?

    Het toenemend aantal getuigen van onrechtvaardig optreden door de vertegenwoordigers van de organisatie en het besturende lichaam?

    Het meten met twee maten en twee gewichten? Pardon, meervoudige maten en gewichten,

    Tot slot een nadenker: 2 Korinthiërs 11:14-15. "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid. Maar hun einde zal zijn overeenkomstig hun werken".

    VRIJDAG  20  MAART

    [God] heeft het oordeel voltrokken. - Openb. 19:2 .

    De definitieve verzegeling van de gezalfde "slaven van onze God" nadert haar voltooiing. De vier engelen zijn gereed om verwoestende winden los te laten. Wat zal er dan het eerst gebeuren? Een engel beantwoordt die vraag: "Babylon, de grote stad, [zal] met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden" (Openb. 7:1-3; 18:21). Wat een vreugde zal er in de hemel heersen wanneer dat gebeurt, als het wereldrijk van valse religie vernietigd wordt! Alle naties der aarde zullen zich tegen Jehovah's volk verenigd hebben. Zullen de naties erin slagen die getrouwe christenen uit te roeien? Nee. De hemelse legers die Christus Jezus volgen, gaan ervoor zorgen dat die menselijke strijdkrachten vernietigd worden (Openb. 19:19-21). Tot slot zullen de Duivel en zijn engelen in een afgrond van inactiviteit worden geworpen. Ze zullen de mensheid niet meer kunnen misleiden. Wat een opluchting zal dat zijn voor de grote menigte overlevenden! - Openb. 7:9, 10, 14; 20:1-3. w07 15/12  2:3, 4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Is dat de reden geweest om het Openbaringboek driemaal te bestuderen? Zijn de meer dan zestig aanpassingen voldoende geweest om alle G.v J. te overtuigen dat de langdurige wachttijd van de grote verdrukking eens te meer nabijer is? Het is eveneens Schriftuurlijk dat diezelfde Stad, Hoer en  Overspeelster over zichzelf zegt in Openbaring 18:7 "Want in haar hart blijft ze zeggen: ’Ik zit als koningin, en ik ben geen weduwe, en ik zal nooit rouw zien".

    De vraag is uiteraard: wie en wat valt allemaal onder die noemer "wereldrijk van valse religie"?

    Een andere vraag die gesteld kan worden is: wie is werkelijk Jehovah's of Gods volk?

    Jehovah's Getuigen zullen zonder mankeren, in navolging van de organisatie en het besturende lichaam zeggen, "dat zijn wij"!

    En waarlijk wanneer het op prediken, vergaderingen, een bepaalde mate van Bijbelkennis, verschil van leerstellingen, toepassen van bijbelse beginselen en normen, het aan de kaak stellen van valse religie, en een enorm massamedium aankomt, hebben zij een serieus overwicht.

    Waarlijk zij zijn beslist de beste, maar van wie of wat?

    In hun eigen redeneren boekje blz. 360 staat i.v.m. Religie een prachtige illustratie:  Is het waar dat er in alle religies iets goeds schuilt?

    De meeste religies leren inderdaad dat men niet mag liegen of stelen, enzovoort. Maar is dat voldoende? Zou u graag een glas vergiftigd water drinken omdat iemand u verzekerde dat het meeste dat u naar binnen kreeg, water was?

    Uiteraard niet, maar waar het om gaat is niet het water, maar het "vergif" dat in het water is gedaan, bewust of onbewust, dat laten wij in het midden. Met andere woorden, niet de kennis die doorgespeeld wordt, maar de verkeerd geïnterpreteerde gegevens uit de schrift, die werken als vergif en maken het gevaarlijk.

    De steeds terugkerende vraag is: waarom zijn in de loop van de moderne geschiedenis van G.v J. regelmatig veranderingen gebeurt? Veranderingen die soms haaks stonden op de vorige. En spreekt a.u.b. niet over "toenemend licht", Gods Geest of werkzame kracht is geen JOJO, maar de organisatie en het besturende lichaam vertonen alzo een JOJOBELEID.

    Al die veranderingen en aanpassingen maken het moeilijk om nog overtuigend tot de mensen te gaan vertellen over de aanstaande gebeurtenissen en wat zij moeten doen om gered te worden. Het begint steeds duidelijker te worden dat de redder gered moet worden.

    In het boven staande commentaar staat duidelijk dat de Duivel en zijn engelen de mensheid niet meer zullen misleiden, maar het zijn de mensen en vooral de georganiseerde religies die de mensen misleiden, elk op zijn eigen manier.

    U verlangt een alternatief?  Voor mijzelf is dit niet zo moeilijk en voor jou en gelijk wie klaarblijkelijk ook niet omdat iedereen een geweten heeft en een aangeboren besef van wat "goed en kwaad" is.

    Waar en van wie je ook maar onderwijs hebt gekregen en onder welke omstandigheden maar ook, ik oordeel of veroordeel je niet en niemand.

    Vergelijk het commentaar van woensdag 18 februari en Micha 6: 8  "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"

     

    14-03-2009 om 10:56 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 11 tot en met 15 MAART 2009

    woensdag  11  maart

    Schenkt daarom aandacht aan de wijze waarop gij luistert. -Luk.8:18.

    In zijn hoedanigheid van Grote Onderwijzer en Maker van Discipelen zei Jezus Christus het bovenstaande tegen zijn volgelingen. Dat beginsel geldt voor je christelijke bediening. Als je aandacht schenkt aan geestelijk onderricht, zul je ernaar handelen en een doeltreffende Koninkrijksverkondiger zijn. Natuurlijk kun je Jezus' stem nu niet horen, maar je kunt wel lezen wat de Bijbel schrijft over wat hij zei en deed. Als je Jezus' onderwijsmethoden volgt, geef je gehoor aan de dringende raad van de apostel Paulus: "Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven" (Kol. 4:6). Het kost moeite om Jezus bij het maken van discipelen na te volgen, maar je onderwijs zal er doeltreffend door worden omdat het je helpt 'ieder een antwoord te geven' naargelang van zijn behoefte. w07 15/11 2:1, 3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laten wij eerst de definities van luisteren eens bekijken: 1. toehoren; 2. gehoorzamen; 3. nauw ~ zeer gevoelig zijn voor invloeden, een nauwkeurige behandeling vereisen, er precies op aankomen.

    Volgens de eerste definitie is het dus 'toehoren'. Dat kan dan inhouden dat wij iets hebben bijgeleerd of en dat gebeurt heel veel dat het in het ene oor ingegaan is en het andere uit.

    Hier gaat het meestal over de gewone en alledaagse dingen.

    In het 2e geval betekent het 'gehoorzamen'. Zoals kinderen het dienen te zijn aan de ouders. Ook de autoriteiten verwachten gehoorzaamheid.

    In deze kwestie is er bijna altijd opleiding bij betrokken. Nemen wij het gezin als leidraad, dan zijn de ouders de verantwoordelijken. Hun leiding is erop gericht om een basis te leggen voor de volwassenheid van hun kinderen. Uiteraard doen zij dat niet alleen, maar vooral de leraren zijn er praktisch rechtstreeks bij betrokken. Evenwel zijn ouders vrij om met die leraren en hun beleid te communiceren en suggesties te geven. Onderwijs is een van de belangrijkste instituten van de regeringsautoriteiten.

    Een apart en frappante autoriteit is de religieuze. Zoveel religies, evenveel verschillen van de uitoefening hunner autoriteit die doorgaans op autoritaire wijze tot uitdrukking komt. Hun religieuze rechtbanken, die onafhankelijk van de wereldlijke rechtbanken, zijn in werkelijkheid "dooddoeners" voor het geloof en het geweten van de individuele gelovige.

    3e definitie is veelomvattender, vérdragender en is heel wat indringender. Deze drie aparte gegevens wil ik graag samenbrengen in één zin: het nauwlettend luisteren vereist een positieve gevoeligheid voor invloeden die nauwkeurig in overweging moeten genomen worden want daar komt het juist op aan.

    In werkelijkheid zijn dat de manieren waarop men DE WAARHEID kan onderscheiden. Zoals Jezus Christus vastlegde in Johannes 8:32. "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken.”

    Op het moment, en komen zal het, dat jij gewaar wordt dat je moet instemmen met iets dat je niet echt kunt of wilt doen of wat Schriftuurlijk niet rechtstreeks kan aangetoond worden moet je als CHRISTEN de stappen doen die je VRIJMAKEN.

    Het is zeker waar dat de J.G. zeer mondig zijn en hun onderwijs is daar ook op gericht om mensen een antwoord te geven. Echter wanneer door een onderlegd "medestander van de Bijbel" een redelijker standpunt naar voor wordt gebracht zal deze gewoonlijk als "tegenstander" worden gebrandmerkt.

    Noteer ook deze uitspraak van Jezus in Lukas 10:26. Hij zei tot hem: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?”

    Denk je dat het een verschil uitmaakt?  Wie aan de oppervlakte blijft, veroorzaakt alleen maar kringetjes.

    donderdag  12  maart

    [Vergewist] u ervan ... wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is. - Rom. 12:2.

    Moeten we tevreden zijn met slechts een glimp van de Bijbelse waarheid? De uitdrukking "de diepe dingen Gods" omvat Gods wijsheid die door de heilige geest aan christenen wordt geopenbaard maar voor anderen verborgen is (1 Kor. 2: 7, 10). Wat een onbegrensd terrein voor onderzoek is de wijsheid van God en wat een vreugde kunnen we uit zo'n onderzoek putten! We zullen nooit alles weten over de wijsheid van Gods manier van handelen. De vreugde die we ondervonden toen we de basisleerstellingen van de Bijbel leerden kennen, kunnen we eeuwig ervaren als we voortdurend blijven zoeken in "de diepe dingen Gods". Waarom moeten we die "diepe dingen" begrijpen? Als we niet alleen weten wat we geloven maar ook waarom we het geloven - de onderliggende redenen voor onze overtuiging - versterkt dat ons geloof en vertrouwen. Als we begrijpen waarom Jehovah ons vraagt op een bepaalde manier te leven, maakt dat ons vastbeslotener hem te gehoorzamen. w07 1/11 2:2,3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ook nu zet ik de tekst liever voluit en beginnend bij vers 1van Romeinen 12: 1-2. "Dientengevolge verzoek ik U dringend, broeders, op grond van Gods mededogen, UW lichaam aan te bieden als een slachtoffer dat levend, heilig en God welgevallig is, een heilige dienst met UW denkvermogen. 2 En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door UW geest te hervormen, opdat GIJ U ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is". Het eerste gecombineerd woord doet mij direct een vraag stellen: tengevolge van wat? En de context toont aan dat het over Gods ondoorgrondelijke kennis en wijsheid gaat en om Hem alleen heerlijkheid te geven. Vervolgens doet Paulus een "dringend verzoek" of een "krachtige aansporing" op basis van "mededogen" of "medelijden" om ons zelve te offeren. Niet zozeer door werken alhoewel het actief of levend dient te zijn en heilig of rein in de mate van het mogelijke, maar vooral opdat wij ons denkvermogen zouden hervormen naar datgene wat Hij van ons mag verwachten overeenkomstig zijn Wil.

    Het commentaar van de organisatie of het besturende lichaam schrijft heel terecht dat het niet voldoende is te weten wat we geloven, maar ook waarom wij het geloven, "de onderliggende redenen voor onze overtuiging"  

    Ik heb bij velen de ervaring moeten vaststellen dat het geloof eerder op de gepubliceerde uitleg van de organisatie en het besturende lichaam was gebaseerd dan op persoonlijke studie en nazoekwerk. Niet verkeerd op zich zelf, maar bij nader inzicht blijkt dat bij meningsverschillen die wel twijfelgevallen zijn, de uitleg van de organisatie en het besturende lichaam geloofwaardiger overkomt dan de bewijzen van hun misleiding al of niet bewust.

    Daarbij komt nog dat hun commetaar duidelijk maakt dat de uitdrukking "de diepe dingen Gods" de wijsheid omvat die door de heilige geest aan Christenen wordt geopenbaard maar voor anderen verborgen is. Vervolgens wordt 1 Kor 2: vers 7, 10 aangehaald en één ervan, vers 7 staat in § 2 van vermelde w° en ik geef het vers weer: 1 Korinthiërs 2:7. "Maar wij spreken Gods wijsheid in een heilig geheim, de verborgen wijsheid, die God vóór de samenstelsels van dingen heeft voorbestemd tot onze heerlijkheid". Volg je? Goed zo!

    Nu staat in vers 10 het volgende: 1 Korinthiërs 2:10. "Want aan ons heeft God het geopenbaard door middel van zijn geest, want de geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods.

    Ik heb het woordje ons benadrukt omdat de organisatie en het besturende lichaam zich het prive lege toeëigent dat alleen maar via de organisatie en het besturende lichaam’ de Bijbel kan begrepen worden. Ik citeer § 6 op blz. 28 van vermelde wachttoren 07 1/11 blz. 28-29 par. 6. Onderzoek „de diepe dingen Gods” § 6. "Hoe onderzoekt Gods geest „alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods”? In plaats van iedere christen een afzonderlijke openbaring te geven, gebruikt Jehovah zijn geest om zijn organisatie te leiden, en die organisatie geeft Gods verenigde volk begrip van de Bijbel (Handelingen 20:28; Efeziërs 4:3-6). Wereldwijd volgen alle gemeenten hetzelfde programma voor Bijbelstudie. In de loop van een aantal jaren wordt het hele scala van Bijbelse leerstellingen behandeld. De heilige geest is via de gemeente werkzaam om mensen te helpen de juiste instelling te ontwikkelen om „de diepe dingen Gods” te begrijpen. — Handelingen 5:32".

    Dit onderwijs en de manier waar mensen er op kunnen reageren is prachtig en organisatorisch prima georganiseerd, zowel m.b.t. de behandelde publicaties als de vergaderingen en de prediking.

    Alleen wordt er geen persoonlijke afwijkende mening geduld. Juister gezegd mag je wel een persoonlijke afwijkende mening hebben, maar je kunt die mening met niemand delen op straffe van uitsluiting.

    VRIJDAG  13  MAART

    Mensen der natiën, die geen wet [van God] hebben, [doen] van nature de dingen der wet. Rom. 2:14.

    Misschien ken je iemand die risico's heeft genomen om anderen te helpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben velen dat gedaan door onbekenden als onderduikers in huis te nemen. Nog een voorbeeld is de ervaring van de apostel Paulus en 275 anderen die schipbreuk leden bij Malta, in de buurt van Sicilië. De eilandbewoners kwamen die onbekenden te hulp en betoonden hun "buitengewone menslievendheid" (Hand. 27:27-28:2). Of neem het Israëlitische meisje dat, hoewel ze misschien niet haar leven waagde, vriendelijke belangstelling toonde voor het welzijn van een van haar Syrische meesters            (2 Kon. 5:1-4). Denk ook eens aan Jezus' bekende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Een priester en een leviet lieten een halfdode mede-Jood gewoon liggen, terwijl een Samaritaan Zijn uiterste best deed om hem te helpen. Die gelijkenis heeft door de eeuwen heen het hart geraakt van mensen in vele culturen (Luk. 10:29-37). De neiging om anderen te helpen, zelfs ten koste van persoonlijke offers, is zo algemeen dat sommigen die als een deel van de menselijke aard beschouwen. w07 15/10 1:2, 3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nu zegt de organisatie en het besturende lichaam zelf dat er wereldwijd mensen zijn die onder bepaalde omstandigheden anderen onzelfzuchtig helpen, zelfs met gevaar voor hun eigen leven. Daar is niet één voorbeeld van te noemen, maar duizenden.

    Ik druk nu de verzen 14 t.e.m. 16 af, een beetje voor de volledigheid. Romeinen 2:14-16. "Want telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen der wet doen, zijn deze mensen, al hebben zij geen wet, zichzelf tot wet. 15 Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen. 16 Dit zal zijn op de dag dat God door bemiddeling van Christus Jezus de verborgen dingen der mensen oordeelt, overeenkomstig het goede nieuws dat ik bekendmaak".

    En let op het feit dat mensen die geen "Joodse Wet" moesten onderhouden toch verantwoordelijk waren omdat die wet in hun hart was geschreven en zij van nature dus het verschil konden weten tussen 'goed en kwaad'. Tezelfdertijd wordt het geweten in beeld gebracht en ieder mens met een beetje rechtvaardigheidsgevoel kan en zal rekening houden met zijn geweten.

    Kunnen en zullen zijn echter twee aparte zaken. Daarom is een geoefend geweten een betere gids in iemands leven dan een niet geoefend geweten en mettertijd kan iemand zelfs een afgestompt geweten verwerven.

    Met een geoefend geweten bedoel ik dat het met bepaalde normen en beginselen vertrouwd en getraind moet worden. niet alleen tot opbouw van zichzelf maar ook voor zijn evenmensen.

    Ik heb reeds beklemtoond dat iemand gered kan worden omdat hij moeite doet om rechtvaardig te zijn, wat zowel Schriftuurlijk is als universeel. Daarom haal ik ook het vers 13 van Romeinen 2 aan: "Want niet de hoorders der wet zijn rechtvaardig in Gods ogen, maar de daders der wet zullen rechtvaardig verklaard worden" En let nu op het vers 16 hieronder aangehaald.
    vers 16 "Dit zal zijn op de dag dat God door bemiddeling van Christus Jezus de verborgen dingen der mensen oordeelt, overeenkomstig het goede nieuws dat ik bekend maak".
    Heb je opgemerkt wanneer dat het zal gebeuren? Juist, op Gods oordeelsdag.
    En heb je ook opgemerkt hoe het zal gebeuren?

    De organisatie en het besturende lichaam zeggen dat het zal gebeuren door de reactie op de prediking, maar hier zegt de bijbel "overeenkomstig" het goede nieuws. En "overeenkomstig" is niet hetzelfde als een "reactie" op.

    Daarmee bedoel ik niet dat er niet gepredikt hoeft te worden, absoluut niet.

    Zie ook Handelingen 10:35. maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem.

     

    zaterdag  14  maart

    Ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit. - Luk. 12:15.

    Dat geeft beslist stof tot nadenken in deze materialistische tijd, waarin mensen weelde en voorspoed op één lijn stellen met geluk en succes. Met die woorden maakte Jezus duidelijk dat een echt zinvol en voldoening schenkend leven niet voortkomt uit of afhankelijk is van materiële bezittingen, hoeveel het er ook zijn. Toch zijn sommigen het hier misschien niet mee eens. Ze redeneren dat materiële bezittingen het leven comfortabeler en aangenamer en dus meer de moeite waard maken. Daarom richten ze zich op bezigheden die hun de mogelijkheid geven om alle spullen en alle nieuwe snufjes te kopen die ze maar willen hebben. Volgens hen leidt dat tot een goed leven. Maar als ze zo denken, begrijpen ze niet wat Jezus duidelijk wilde maken. Het ging er niet om of het goed of verkeerd is om overvloed te hebben, maar dat iemands leven niet voortspruit uit "de dingen die hij bezit", dat wil zeggen de dingen die hij al heeft. w07 1/8 1:11-13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dit is de vierde keer dat men de illustratie van Lukas 12 gebruikt om ons te waarschuwen vóór of tegen materialisme. (zie 2, 27 februari en 5 maart).Meteen wordt ons duidelijk gemaakt dat ons leven niet voortspruit uit materieel bezit. Dat wordt ons onder de aandacht gebracht door Jezus Christus, die zelf geen steen had om zijn hoofd op te vlijen om een beetje te rusten.

    Dat is niet sarcastisch bedoeld, maar wel om het contrast aan te tonen met de, vooral grote, georganiseerde religies.

    De organisatie en het besturende lichaam geven nogal gemakkelijk af op materiële bezittingen, maar volgens de media worden ook zij bij de rijkste organisaties ter wereld genoemd.

    Dat is niet zo verwonderlijk met de om en bij de 7.000.000 miljoen vrijwillige werknemers. Die volgens de gegevens uit het jaarboek 2007, de organisatie en het besturende lichaam, zo'n $ 121 miljoen hebben gekost, enfin diegenen dan die betaald werden. Het transparante beleid gaat echter niet openlijker dan die uitgaven.

    Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat al het mogelijke wordt gedaan om via het slijk der aarde de koninkrijksbelangen op de meest lucratieve manier te verspreiden.

    In § 9 van de vermelde w07 1/8 blz. 22  waarschuwde Jezus voor "elke soort van hebzucht" en de strikken van hebzucht worden wel gevaarlijker naar mate er meer materieel gewin of rijkdom voorhanden is.

    Er is zelfs een bepaald patroon dat heel subtiel aanwezig blijkt te zijn. Het is zelfs praktisch onweerstaanbaar. Rijkdom geeft macht en macht corrumpeert mensen tot corruptie, bedrog en misleiding om die macht te behouden of daadwerkelijk uit te breiden.

    Dezelfde paragraaf stelt Eva verantwoordelijk voor de zondeval. Zij was volmaakt en liet zich bedriegen. Volgens mij was Adam de verantwoordelijke. Engelen die eveneens volmaakt geschapen waren gingen eveneens uit de koers en nog geen klein beetje volgens het bijbels verslag.

    Adam en Eva begeerden het recht op "zelfbeschikking" volgens § 9 om, zoals de Satan suggereerde, gelijk aan God te zijn. Zijn de gekende religies anders? Is hun bewering Gods vertegenwoordiger te zijn gerechtvaardigd? Welke beperkingen en verplichtingen leggen zij  hun leden op? Zijn die organisaties volmaakter dan Adam, Eva en de gevallen engelen?

    Gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet? Rom. 2: 21

    zondag  15  maart

    De grote dag van Jehovah is nabij. -Zef. 1:14.

    Jehovah's grote dag is geen dag van 24 uur. Het is een langere periode waarin Gods oordeel aan de goddelozen wordt voltrokken. De uitdrukking "dag van Jehovah" wordt gebruikt voor een aantal voltrekkingen van Gods oordeel in de loop van de tijd. Zo kwam er in 607 v.G.T. een "dag van Jehovah" over de inwoners van Jeruzalem door toedoen van de Babyloniërs (Zef. 1:4-7). Een vergelijkbare voltrekking van Gods oordeel vond in 70 G.T. plaats, toen God de Romeinen gebruikte om zijn oordeel te voltrekken aan de Joodse natie, die zijn Zoon had verworpen (Dan. 9:24-27; Joh. 19:15). De Bijbel voorzegt ook een "dag van Jehovah" waarop hij 'oorlog zal voeren tegen alle naties' (Zach. 14:1-3). Onder inspiratie bracht de apostel Paulus die dag in verband met Christus' tegenwoordigheid, die begon toen Jezus in 1914 als hemelse Koning werd geïnstalleerd (2 Thess. 2:1, 2). Omdat Gods grote dag nabij is, is het nu de tijd om te tonen dat je gereed bent. w07 15/12 1:1-3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  In De Wachttoren hier juist boven vermeld staat die tekst van Zefanja voluit, waarom hier niet? Toch plaats genoeg? Is het misschien omdat er weer "nabij" bij betrokken is?

    Dus zet ik hem volledig: Zefanja 1:14. "De grote dag van Jehovah is nabij. Hij is nabij en haast zich zeer. Het geluid van de dag van Jehovah is bitter. Aldaar laat een sterke man een kreet horen". Wanneer je een directe toepassing van de tekst zou maken naar onze tijd zijn de tijdsduur, "haasten" en "nabij" wel een erg relatieve uitdrukkingen. Zelfs voor de directe toepassing nml., de vernietiging van het historische Jeruzalem, bleek het nog een dikke zevenhonderd jarige wachttijd te zijn. (het bijbelboek Zefanja is voltooid vóór 648 GT).

    Ondanks is de vernietiging alsnog gekomen dat is een feit.

    Wanneer nu de organisatie of het besturende lichaam die dag in verband brengt met Christus' tegenwoordigheid die in 1914 begon toen Hij in de hemel op zijn beloofde troon werd geïnstalleerd, vergeten zij gemakshalve dat er voordien een op de Bijbel gebaseerde dag was gepubliceerd, namelijk 1874. Zoals je zelf kunt lezen in het VERKONDIGERS BOEK  jv hfdst. 5 blz. 47  was het niet de Bijbel noch Jehovah's geest maar "Barbour slaagde erin Russell ervan te overtuigen dat Christus’ onzichtbare tegenwoordigheid in 1874 was begonnen.

    Nu mag je mij niet verwijten dat ik "oude koeien" uit de gracht haal, want dan veroordeel je Jehovah de auteur van de Bijbel.

    In De Wachttoren van 1990 15/12 blz. 26 lees je ’Verrukkelijke en juiste woorden zoeken’

    "Al meer dan een eeuw worden verrukkelijke, juiste woorden van waarheid, die elk aspect van het leven behandelen, in de publicaties van het Wachttorengenootschap naar voren gebracht en op grote schaal in vele talen verbreid. Veel gezinnen en afzonderlijke personen zijn aldus in staat geweest in hun eigen huis een bibliotheek op te bouwen van betrouwbare naslagwerken die zich naar de bijbel richten. Bovendien beschikken de meeste gemeenten van Jehovah’s Getuigen over een voortreffelijke bibliotheek in hun Koninkrijkszaal.

    Zoals je zelf kunt lezen heb ik verschillende woorden benadrukt opdat je die in verband kunt brengen met de voordien gepubliceerde waarheden.

    Uit  het Engelstalige boek "The Time is at Hand" geven wij enkele korte vertalingen:

    Blz. 99 "Met het oog op dit sterke bijbelse bewijs met betrekking tot de Tijden der Heidenen beschouwen we het een vaststaande waarheid dat het definitieve einde van de koninkrijken dezer wereld, en de volledige vestiging van het Koninkrijk van God verwezenlijkt zal zijn tegen het eind van 1914 A.D.

    Blz. 101 "wees dan niet verrast wanneer we in de volgende hoofdstukken bewijs zullen leveren dat de vestiging van het Koninkrijk van God reeds begonnen is, dat in de profetie duidelijk gemaakt is dat het moest beginnen in 1878 A.D., en dat de "slag van de grote dag God Almachtige " (Openb. 16: 14), welke in 1914 A.D. zal eindigen met een totale omverwerping van de huidige aardse regeringen, reeds begonnen is".

    Blz. 170 Het volgende hoofdstuk zal het bijbels bewijs geven dat 1874 A.D. de exacte datum van het begin van de "Tijden van Herstel," en dus van de terugkeer van onze Heere. Sinds dat tijdstip is hij bezig geweest zijn belofte na te komen aan diegenen met de juiste houding van waakzaamheid ... "

    Blz. 242 "De Jubileum cycli bewijzen dat onze Heer Jezus aanwezig moest zijn en het herstel werk beginnen in de herfst van 1874 A.D".

    Blz. 250 "En omdat, zoals wij net hebben getoond, de grote dag van Jehovah in 1874 begon, veertig jaar zal duren en zal eindigen met het verlopen van de Tijden der Heidenen in de complete omverwerping van wereldse en Satanische overheersing op aarde en de volledige vestiging van Immanuel – Christus Jezus en zijn heiligen – met alle kracht en heerschappij, is het belangrijk voor ons hier aan te tonen dat Elia gekomen is"

    De geschiedenis toont effectief aan dat al hun Bijbelse verwachtingen op de lopende band zijn geschoven.

    09-03-2009 om 17:18 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 6 tot en met 10 MAART 2009

    VRIJDAG  6 MAART

    De mens werd een levende ziel. - Gen. 2:7.

    Adam werd volmaakt naar lichaam en geest geschapen. Hoe waren zijn leefomstandigheden? "Jehovah God [plantte] een tuin in Eden, tegen het oosten, en daar plaatste hij de mens die hij gevormd had. Zo liet Jehovah God uit de aardbodem allerlei geboomte ontspruiten, begeerlijk voor het gezicht en goed tot voedsel" (Gen. 2:8, 9). Adam had dus een schitterende plek om te wonen. Later schiep Jehovah een volmaakte vrouw voor Adam, wat het vooruitzicht opende op een gelukkig gezinsleven (Gen. 2:18, 21-23). De Bijbel zegt verder: "Voorts zegende God hen en God zei tot hen: 'Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar'" (Gen. 1:28). Het eerste mensenpaar zou het schitterende voorrecht hebben het paradijs van Eden uit te breiden totdat het zich uiteindelijk over de hele aarde zou uitstrekken en er dus een wereldomvattend paradijs zou zijn. En ze zouden gelukkige nakomelingen voortbrengen, die een leven zonder lijden zouden hebben. Wat een prachtig begin! Gen. 1:31.              w07 15/8  2: 1-3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  deze tekst is één van de sterke punten die de organisatie of het besturende lichaam naar voor kan brengen i.v.m. de leerstelling van de "onsterfelijke ziel".

    In tegenstelling met de bewering en interpretatie dat de mens een "ziel" kreeg, bewijst de organisatie of het besturende lichaam dat de mens een "ziel" werd.

    De "woord voor woord" vertaling van het Hebreeuws naar het Grieks en de Engelse taal geeft het weer dat Adam een levende ziel of persoon werd.

    Een illustratie maakt dit duidelijk: je krijgt bijvoorbeeld een hondje en dat is beslist niet hetzelfde als: je wordt een hondje. De essentie is mogelijk hetzelfde, "onsterfelijkheid in de zin van eeuwig leven", maar de bewijsvoering dat de mens een onsterfelijke ziel heeft loopt mank.

    Ik ga terug naar de w07 15/8 2:1-3  met als thema "het verduren van lijden kan ons tot voordeel strekken" en ik kopieer § 6: "Bij het ontstaan van alle lijden is ook het geestelijke schepsel betrokken dat als Satan de Duivel bekend kwam te staan. Hij had een vrije wil gekregen. Maar hij misbruikte dat vermogen in een poging aanbidding te ontvangen. Alleen Jehovah dient echter aanbeden te worden, niet zijn schepping. Satan bracht Adam en Eva ertoe onafhankelijk te willen zijn van Jehovah, alsof ze daardoor „als God [konden] zijn, kennend goed en kwaad”.

    De kern van deze geschiedenis is dat Adam en Eva onafhankelijk van hun Schepper wilden zijn. Alhoewel, volgens het verslag, Satan de aanstichter bleek te zijn, kun je de verantwoordelijkheid niet op Satan leggen. De zonde maakte Adam en Eva onvolmaakt, maar het zondigen deden beiden toen zij nog volmaakt waren en de consequenties kenden.

    De tekst toepassing wordt nu verplaatst naar de 144.000 en uiteraard op het overblijfsel en hun vertegenwoordigers, de organisatie of/en het besturende lichaam.

    w07 15/8 blz. 29 par. 11 Het verduren van lijden kan ons tot voordeel strekken

    Door de dingen die ze op aarde hebben ervaren, zijn ze bij uitstek geschikt om de menselijke familie vanuit de hemel te oordelen. Ze hebben geleerd meelevender en vriendelijker te zijn en mensen graag te willen helpen.

    Ik benadruk "vanuit de hemel" en dat ligt uiteraard nog in de toekomst. Toch is het duidelijk dat zij die rechten NÚ reeds opeisen al geven zij toe onvolmaakt te zijn.

    In het boek "GEORGANISEERD OM JEHOVAH'S WIL TE DOEN" (niet beschikbaar voor het publiek) blz. 20 tweede paragraaf lezen wij het volgende: "Nog een manier om te laten zien dat we vertrouwen hebben in de huidige slaafklasse, is haar beslissingen te steunen. Ook al begrijpen we de redenatie achter bepaalde beslissingen niet helemaal, toch weten we dat ernaar luisteren tot ons eeuwige welzijn is".  Hier wordt duidelijk voor ONS beslist!  Eraan tornen is doodzonde.

     

     

    zaterdag 7 maart

    Al wat adem heeft, love Jah. - Ps. 150:6.

    Ons leven heeft pas echt zin als we een reden hebben om te leven, als we een duidelijk doel voor ogen hebben, als onze inspanningen ergens op gericht zijn. Kunnen mensen wel echt een zinvol leven leiden? Ja, dat kan. Uit het feit dat we begiftigd zijn met een geweten en met het vermogen om te denken en te redeneren, kunnen we concluderen dat de Schepper er een bedoeling mee had ons hier neer te zetten. Het is dan ook logisch dat ons leven alleen dan echt zinvol kan zijn als we in harmonie met de bedoelingen of het voornemen van de Schepper leven. De Bijbel laat zien dat Gods voornemen met ons heel wat inhoudt. Zo is de schitterende manier waarop we gemaakt zijn beslist een uiting van onzelfzuchtige liefde van Gods kant (Ps. 40:5; 139:14). Leven zoals God dat bedoeld had, betekent dan ook dat we in navolging van God anderen onzelfzuchtig liefhebben (l Joh. 4:7-11). Het betekent bovendien Gods instructies op te volgen, die ons helpen in harmonie met Zijn liefdevolle voornemen te leven. - Pred. 12:13: 1 Joh. 5:3. w07 1/10  1: 2, 3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om de laatste zin als eerst te behandelen kan ik al direct wat rechtzetten. Gods instructies opvolgen zou voor geen enkele Christen een probleem mogen zijn. Alleen werpen zowat alle 'christelijke organisaties' die eer voor zichzelf op door respectievelijk hun eigen en meestal nog persoonlijke interpretatie van die instructies te geven. De ene organisatie is daar al wat gemakkelijker in en de andere minder gemakkelijk. Sommigen zijn heel wat duidelijker te onderscheiden als 'verkeerd', 'valse leerstellingen', 'geen Schriftuurlijke ondersteuning', 'winstbejag', 'hiërarchische instelling' 'twee en meer maten en gewichten', enz.

    In de loop der eeuwen is het van vele religies heel duidelijk geworden dat zij niet voldoen aan de normen van God, en dan heb ik het niet alleen volgens de Bijbel. En toch floreren die nog steeds. Door die 'florissante' en soms nog erg 'imposante' tentoonspreiding van hun macht blijven zij een enorme heersende, autoritaire invloed uitoefenen over hun leden.

    De som van hun aller kunnen is dan ook dat zij, ondanks alle negatieve gegevens, de mensheid onderdrukken. Daarom noemt de Bijbel haar dan ook "Babylon de Grote" of het wereldrijk van valse religie.

    Na jaren van onderwijs en studie, zowel de theorie als de praktijk, ben ik nog steeds onder de indruk van de geweldige manier waarop de organisatie en het besturende lichaam haar leden er kan toe brengen om geloof te stellen in de organisatie en het besturende lichaam. Nu heb ik wel gezegd en geschreven "haar leden", niet ál haar leden.

    Want al diegenen die een beetje durven na te denken en de moeite nemen een beetje dieper te graven en daar ruchtbaarheid aan geven worden juist zoals in het verleden eruit gewerkt. En daarvoor wordt de Bijbel ook gebruikt, misbruikt juister gezegd.

    Wanneer een organisatie beweert dat zij door Gods Geest geleid wordt, pretendeert zij aan God gelijk te zijn. Ondanks dat zij zegt onvolmaakt te zijn en dat is dan valse bescheidenheid.

    Temeer daar zij geen inmenging duldt op haar beleid.

    Ik geef nu hun tweede doopvraag weer die bindend is voor de dopelingen: Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah's Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie? (zie het organisatie boekje blz. 215 uitgave 2005)

    Je mag dit nu keren en draaien zoals ge zelf wilt, gehoorzamen zelfs als weet dat de organisatie verkeerd bezig is moet je gehoorzamen, zelfs als je heel goed begrijpt welke beslissingen zij doorvoeren. Je mag zelfs geen op- of aanmerkingen maken op straffe van "uitsluiting".

    Evenwel maakt de Bijbel heel duidelijk dat er maar één middelaar is tussen God en de mensen "Christus Jezus"

    1 Timotheüs 2:5. "Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus".

    ZONDAG  8  MAART 

    Jehovah zelf heeft in de hemel zijn troon stevig bevestigd; en over alles heeft Zijn eigen koningschap heerschappij geoefend. - Ps. 103:19.

    Met die woorden wees de psalmist op het beginsel dat aan heerschappij ten grondslag ligt. Jehovah God is als Schepper met recht de Soevereine Heerser van het universum. In het begin regeerde Jehovah over geestelijke schepselen die hij geschapen had: eerst zijn eniggeboren Zoon en vervolgens de engelenscharen (Kol. 1:15-17). De profeet Daniël kreeg een glimp van het geestenrijk in de hemel. Hij schreef dat "de Oude van Dagen zich neerzette. Er waren duizend duizenden die hem bleven dienen, en tienduizend maal tienduizend die vlak voor hem bleven staan" (Dan. 7:9, 10). Eonenlang heeft Jehovah, "de Oude van Dagen", als Soeverein aan het hoofd gestaan van zijn immense en ordelijke gezin van geestenzonen, die als "dienaren" zijn wil deden. - Ps. 103:20, 21.                 w07 1/12  1: 1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het vers en het commentaar tonen ons wat in de hemel gebeurd zou zijn. En onwaarschijnlijk lange tijden is Gods heerschappij de reden geweest van een ordelijk gezin van 'geestenzonen'. De w07 1/12 1: 1,2 zoals boven aangehaald stelt in het eerste onderkopje dan ook terecht de vraag, Waarom een koninkrijk Gods?  

    De zaak was simpelweg in het honderd gestuurd door één uit dit 'ordelijk' gezin van 'geestenzonen' die naast zijn schoenen was gaan lopen en de bijnamen kreeg "Satan" en "Duivel". En omdat Adam en Eva de zijde van dit 'geestelijk' schepsel kozen zit de nu onvolmaakte mensheid in de problemen. Daarom was een Koninkrijk Gods nodig, het was er al altijd geweest, maar nu moest er speciaal voor de mensen eentje apart komen. Uit het distillaat van de Bijbel komen wij te weten dat dit 'Messiaanse Koninkrijk' de oplossing zal zijn voor, niet alleen de mensheid, maar voor het gehele universum.

    Om dit verhaal kort te maken: de veroorzaker "Satan" loopt nog altijd vrij rond en veroorzaakt nu nog meer dan vroeger miserie op miserie.  Tezelfdertijd is de onvolmaakte mens zowel individueel en als groep mede verantwoordelijk.

    Ik heb zo de sterke overtuiging dat je 'onvolmaaktheid' zowel als een excuus, maar ook als een wapen en werktuig kunt gebruiken.

    Als "excuus" omdat je dan kunt doen en laten waar je zelf goesting of ambities voor hebt.

    En als "wapen en werktuig" door zoveel mogelijk van die 'onvolmaakte' mensen voor je eigen kar te spannen onder allerlei vermommingen en met allerlei argumenten en beloften, al of niet op de Schrift gebaseerd.

    Jezus maakte duidelijk in Johannes 8:31-32. "Indien GIJ in mijn woord blijft, zijt GIJ werkelijk mijn discipelen, 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken.”

    Jezus zei NIET "Indien je in een organisatie blijft, wat die je ook maar geleerd heeft, zijt gij werkelijk mijn discipelen en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken.

    Ik heb eveneens de sterke overtuiging dat "onvolmaaktheid" geen reden is om mensen te verplichten en te dwingen om gehoorzaam te zijn aan ambtsdragers in een gemeente. Vooral wanneer het om geestelijke- en gewetensvrijheid gaat.

    In de w98 15/3 blz. 18 par 4 Teneinde misverstanden te voorkomen, proberen Jehovah’s Getuigen nauwkeurig te zijn als zij zich uiten. In plaats van te zeggen „Het Genootschap leert”, geven veel Getuigen er de voorkeur aan uitdrukkingen te gebruiken als „de bijbel zegt” of „ik begrijp dat de bijbel leert”. Op deze wijze beklemtonen zij de persoonlijke beslissing die iedere Getuige heeft genomen om de bijbelse leringen te aanvaarden en vermijden zij het ook de verkeerde indruk te wekken dat Getuigen hoe dan ook gebonden zijn aan de voorschriften van de een of andere religieuze sekte.


    IK BENADRUK: In hoeverre is jouw
    persoonlijke beslissing een persoonlijke beslissing?

     

    maandag  9  maart

    Ik wil u aan mij verloven in rechtvaardigheid en in gerechtigheid en in liefderijke goedheid en in barmhartigheden. - Hos. 2:19.

    Jehovah's barmhartigheid doet zijn maatstaf van gerechtigheid geen geweld aan. Maar wordt zijn gerechtigheid er op de een of andere manier door beïnvloed? Verzacht Gods barmhartigheid de uitwerking van zijn gerechtigheid door die te temperen? Nee. De woorden in de tekst voor vandaag laten duidelijk zien dat Jehovah's barmhartigheid altijd in overeenstemming is met zijn andere eigenschappen, inclusief zijn gerechtigheid. Jehovah is "een God barmhartig en goedgunstig,... die dwaling en overtreding en zonde vergeeft, maar hij zal geenszins vrijstelling van straf geven" (Ex. 34:6, 7). Jehovah is een God van barmhartigheid en gerechtigheid. De Bijbel zegt over hem: "De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid" (Deut. 32:4). Gods gerechtigheid is volmaakt, en dat geldt ook voor zijn barmhartigheid. De een is niet superieur aan de ander, noch heeft de een de ander nodig om de uitwerking ervan te temperen. Beide eigenschappen werken in volmaakte harmonie met elkaar samen. w07 15/9 1:13,14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  een eerste vraagje? Is Exodus een deel van de Thora of Wet? Dus ja. Weet je nog waar die Wet aangenageld is geworden? Ja. Galaten 3:13. "Christus heeft ons losgekocht van de vloek der Wet door voor ons in de plaats een vloek te worden, want er staat geschreven: „Vervloekt is een ieder die aan een paal is gehangen.”

    En Kolossenzen 2:14. zegt duidelijk  "Hij heeft het uit de weg geruimd door het aan de martelpaal te nagelen".

    Vergelijkt het nu a.u.b. met Jakobus 2:13. "Want wie geen barmhartigheid beoefent, zal [zijn] oordeel hebben zonder barmhartigheid. Barmhartigheid juicht in triomf over oordeel".

    Dus wanneer hier in het bovenstaande commentaar gezegd wordt dat er 'geen vrijstelling' van straf gegeven wordt' waarom is Christus dan geslachtofferd? Tenzij het alweer een subtiele angstaanjager is, een morele en mentale druk van binnenuit.

    Uiteraard is er een verschil: je hebt zonde uit 'onvolmaaktheid' en je hebt 'moedwillige' zonde. Hebreeën 10:26." Want indien wij moedwillig zonde beoefenen na de nauwkeurige kennis van de waarheid te hebben ontvangen, blijft er geen slachtoffer voor zonden meer over

    Wat hier in vraag gesteld kan worden is de uitdrukking: "na de nauwkeurige kennis van de waarheid te hebben ontvangen"?

    Van wie ontvangen? En wat is "waarheid"? Of zijn er verschillende soorten van 'WAARHEID'?

    Zijn er dan ook twee soorten van zonden? Ja zeker, al is er maar één die de Adamitische dood betreft en de tweede een zonde tegen de H. Geest die de tweede en definitieve dood veroorzaakt.

    En zijn er twee soorten van mensen? Volgens mij wel, die onvolmaakte zondaar en die moedwillige zondaar, alleen begrijp ik niet goed hoe die moedwilligaard dan onvolmaakter is?

    DINSDAG   10  MAART

    Ik [zal] Jeruzalem tot een zwaar te torsen steen voor alle volken ... maken. - Zach. 12:3.

    Zacharia's profetie werpt licht op de reden waarom de naties zich tegen ware christenen keren. Welk Jeruzalem wordt in deze profetie bedoeld? "Het hemelse Jeruzalem", het hemelse koninkrijk waartoe gezalfde christenen geroepen zijn (Hebr. 12:22). Hun verkondiging van het Koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid is "een zwaar te torsen steen" voor de naties geworden. Ze proberen die weg te tillen door de Koninkrijkspredikers dwars te zitten. Daarbij hebben de bemoeizieke naties "zelf ernstige schrammen" en flinke verwondingen opgelopen. Zelfs hun reputatie is ernstig geschaad doordat ze vernederende nederlagen lijden. De ware aanbidders vinden het zo'n geweldig voorrecht het 'eeuwige goede nieuws' van Gods Messiaanse koninkrijk te prediken voordat het einde van dit samenstel van dingen komt, dat ze zich door de naties niet de mond laten snoeren. Openb. 14:6. w07 15/12  3: 9, 10

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is een feit dat Jehovah's Getuigen hardnekkig zijn in hun pogingen om mensen te overtuigen dat alleen Gods Koninkrijk de oplossing zal brengen voor alle problemen die mensens grotendeels zelf veroorzaken.

    De Bijbel, waarop ook zij zich beroepen, maakt dit duidelijk, maar ook andere zich christelijk noemende denominaties maken daar aanspraak op. Al met al zijn de aanspraken "zelfverklarend".

    Ik bedoel daarmee dat zij een tekst nemen en op zichzelf van toepassing brengen zoals hier Hebreeën 12: 22. Maar GIJ zijt genaderd tot een berg Sion en een stad van [de] levende God, [het] hemelse Jeruzalem, en myriaden engelen.

    Hetzelfde gebeurt met het trekken van een parallel en alhoewel die toepassingen juist kunnen zijn is er evenveel kans van niet, zoals uit vroeger toepassingen is gebleken.

    Het is echt een kunst om datgene te gebruiken wat in je eigen kraam te pas kan komen, maar   oefening baart kunst, vooral wanneer men een leger van vrijwilligers ter beschikking heeft plus de mogelijkheden en kunst en vliegwerken van vele voorgangers.

    Daarbij mag je ook niet verlegen of beschaamd zijn om verkeerde inschattingen, niet uitgekomen data, niet vervulde verwachtingen zelfs grove fouten en mistoestanden enz. op een sluwe wijze te weerleggen of zelfs te anticiperen. In andere gevallen leggen zij zelfs de schuld bij diegenen die het hebben geloofd zoals o.a. de  w06 15/12 blz. 26 par. 5 zegt. "Jehovah zal „recht doen wedervaren” § 5 "Het is duidelijk dat Jezus bang was dat ook zijn volgelingen afgeleid zouden kunnen worden door Satans wereld en zelfs zouden kunnen ’terugkeren tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ (Lukas 17:22, 31). En dat is inderdaad met sommige christenen gebeurd. Ze hebben jarenlang uitgezien naar de dag waarop Jehovah een eind zal maken aan deze goddeloze wereld. Maar toen Armageddon niet op het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten ze ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen Ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken (Lukas 8:11, 13, 14). Na verloop van tijd ’keerden Ze terug tot de dingen die Ze hadden achtergelaten’. Wat triest!" (Ik benadruk). Om zo te veralgemenen.

     En om het compleet te maken, wil je de subtiele indoctrinatie uit De Wachttoren die veertien dagen voordien was verschenen voor misschien de eerste keer eens op de organisatie en het besturende lichaam zelf toepassen? Zie De Wachttoren 2006 1/12 blz. 19 en dan het artikel "Het loont om eerlijk te zijn"  met als onderkopje  "Eerlijkheid werpt vruchten af". Ik citeer:

    Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen. Maar als u eerlijk en oprecht bent, zult u de reputatie opbouwen een integer persoon te zijn, iemand die te vertrouwen is. Jehovah’s Getuigen hebben zo’n reputatie verworven.

    Over het algemeen is dat juist, maar bij toepassing op de organisatie en het besturende lichaam zullen er mettertijd steeds meer vragen rijzen.

    Één voorbeeld zal dit duidelijk maken: "1975 bracht niet wat men had gesuggereerd en gelukkig maar schrijven zij later, want hoeveel zijn er ondertussen niet in "de waarheid" gekomen! Veel kans dat jij daartoe behoort.

    Nu is dat een feit er zijn sinds 1975 miljoenen Getuigen bij gekomen, maar tezelfdertijd is het een drogreden van formaat 'extra large', omdat wanneer de grote verdrukking en Armageddon niet komen, er altijd mensen zullen gevonden worden die instappen en tezelfdertijd ook uitstappen.

    Wanneer je de gegevens van de jaren na 1975 bekijkt zijn er honderdduizenden weggegaan omdat zij bedrogen waren. Uiteindelijk hebben die bedrogenen 1975 niet uitgevonden.

    Zij hebben de organisatie verlaten, maar hebben zij daardoor God de rug toegekeerd?

    04-03-2009 om 10:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 1 tot en met 5 MAART 2009

    Het loont om eerlijk te zijn

    Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.

    Wachttoren 2006 1/12 blz. 19

    NOTEER DAT w07 15/9 2: 17,19 = wachttoren 2007 15 sept. 2e studie artikel  §17, 19

    Zie voor bijkomende inlichtingen "de inleiding"

    ZONDAG  1  MAART

    Gelukkig zijn de barmhartigen. Matth. 5.'7.

    De beste manier om mensen buiten de gemeente barmhartigheid te betonen, is de Bijbelse waarheid met hen te delen. Waarom? Omdat de meeste mensen in deze tijd in geestelijke duisternis rondtasten. Ze weten niet hoe ze moeten omgaan met de problemen waarvoor ze komen te staan en ze hebben geen echte hoop voor de toekomst, en daarom zijn ze 'gestroopt en heen en weer gedreven als schapen zonder herder' (Matth. 9:36). De boodschap uit Gods Woord kan 'een lamp voor hun voet' zijn door hen te helpen met hun problemen om te gaan. Ze kan ook 'een licht op hun pad' zijn doordat de Bijbel Gods voornemen voor de toekomst voorzegt, waardoor ze een basis voor een schitterende hoop krijgen (Ps. 119:105). Wat is het een voorrecht de prachtige waarheidsboodschap te brengen aan mensen die er dringend behoefte aan hebben! Nu is het de tijd om een ijverig aandeel te hebben aan de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen. - Matth. 24:3-8, 21, 22, 36-41; 28:19, 20. w07 15/9 2: 17,19

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Gelukkig zijn de barmhartigen is de vijfde gelukkigverklaring in Jezus bergrede. De eigenschap van 'barmhartig' is mededogend, medelijden opbrengen. Wil je echt onder die noemer komen dan moet je 'barmhartigheid" oefenen of praktiseren.

    Met andere woorden, het mag geen opgelegde of dwangmatige barmhartigheid zijn.

    Dat is het PRO: nu brengt de organisatie of het besturende lichaam "barmhartigheid" rechtstreeks in verband met de Bijbelse waarheid en de geestelijke nood van de meeste mensen. Daar is zo direct gezien en gezegd geen verhaal aan.

    Dat is het CONTRA: Nu brengt de organisatie of het besturende lichaam "barmhartigheid" rechtstreeks in verband met de "prediking van deur tot deur of van huis tot huis".  Dat is dan een ander koekje, maar ook van een andere soort deeg. Alhoewel de prediking als een opdracht van de Christus moet bezien worden is die opdracht nergens aan vereisten verbonden. Men kan de "prediking" dus zien als een morele verplichting.

    Nu kan de organisatie of het besturende lichaam deze morele verplichting wel organiseren en in bepaalde richtingen sturen, maar van het moment dat die manieren vereisten worden gaat zij buiten datgene wat geschreven staat.

    Zoveel subtieler is het wanneer die "prediking" en het uren aantal eraan besteed, bepalend wordt voor verantwoordelijkheden en om voorrechten te krijgen in de organisatie.

    Daarom herhaal ik wat in het boekje "GEORGANISEERD OM JEHOVAH'S WIL TE DOEN" staat op de blz. 92 dat de prediking 'min of meer' hun "HANDELSMERK" is geworden. Daar heeft Christus nooit één woord over gerept. Wat hij wel heeft gezegd staat in Joh. 13: 35. "Hieraan zullen allen weten dat GIJ mijn discipelen zijt, indien GIJ liefde onder elkaar hebt.”  DAT IS HET KENMERK VOOR CHRISTENEN.

    Het antwoord van Jehovah's Getuigen, zonder uitzondering, zal zeker zijn, "ja, wij hebben liefde als kenmerk". En dat zal en kan individueel waar zijn, maar als groep is het eerder een door de organisatie of het besturende lichaam geïnsinueerde verplichting geworden.

    Gehoorzaamheid, zonder onderzoek en in het geheel geen kritiek, t.o.v. van de organisatie of het besturende lichaam staat kilometers boven deze door Christus gegeven LIEFDE.

    maandag  2  maart

    Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, [is] onvervuld ... gebleven. Alles is voor u uitgekomen. -Joz. 23:14.

    Jozua was een dynamische, onverschrokken bevelhebber, een gelovig en integer mens. Hij had met Mozes samengewerkt en was zorgvuldig door Jehovah uitgekozen om de natie Israël uit een vreesaanjagende woestijn naar een land vloeiende van melk en honing te leiden. Tegen het einde van zijn leven hield Jozua een ontroerende afscheidstoespraak voor de oudere mannen van Israël. Zijn woorden waren ongetwijfeld geloofsversterkend voor zijn toehoorders, en dat kunnen ze ook voor ons zijn. Jozua was bijna 110 jaar, en hij had in een van de meest enerverende periodes in de geschiedenis van Gods volk geleefd. Hij was ooggetuige geweest van machtige daden van God, en hij had de vervulling van veel van Jehovah's beloften gezien. Op grond van persoonlijke ervaring kon hij dan ook met volle overtuiging zeggen wat er in de tekst voor vandaag staat. w07 1/11: 1:1, 3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Jozua kon dit in volle overtuiging zeggen omdat hij het persoonlijk heeft meegemaakt.

    De eerste tien paragrafen van de betrokken w07 1/11: 1: 1, 3 t.e.m. 10 zijn dan ook een voorbereiding voor de "Bevrijding in deze tijd" en in de 11e paragraaf worden de woorden van Charles Taze Russell aangehaald. Wat ik nu ook doe *** w07 1/11 blz. 24 par. 11.

    11 "Goedemorgen allemaal”, zei hij opgewekt. En toen kondigde hij voordat hij naar zijn plaats ging, vreugdevol aan: „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad.” Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij!"

    Ondertussen is er meermaals een einde voorzegd dat niet gekomen is met als hoogtepunt 1975 (luister naar de lezing van Marcel Gillet bijkantoor opziener van België in 1966). Ga naar:  cfr.eleuthera.aggelia.be (onderaan de blz.)

    In De Wachttoren van 1981 15/1 blz. 32 "vragen van lezers" wordt uit voorzichtigheid geschreven dat het "onwaarschijnlijk" zou zijn dat wij het millennium zouden halen. Ik citeer:

    "En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit van het samenstel van dingen” snel zijn einde nadert".

    §13  w07" In de jaren dertig werd duidelijk dat de „andere schapen” werden ingezameld".   In diezelfde jaren bleek het getal van diegenen die een hemelse hoop hadden dan ook compleet te zijn en de  geleidelijke  afname  van  die  kleine  kudde zou eveneens dienen als een bewijs dat het einde nabij was.

    Ondertussen blijft dit getal reeds enkele jaren toenemen. Wat moeten wij nu concluderen?

    En noteer dat De Wachttoren van 1 april 2007 blz. 25 § 17 zegt en ik citeer: "omdat het aantal gezalfden afneemt, kunnen ze niet in alle gemeenten aanwezig zijn..." einde citaat.

    Toen was het jaarverslag in De Wachttoren van 1februari 2007 reeds verschenen en waren er 234 meer gezalfden dan het jaar voordien. Onderzoeken zij zichzelf dan niet of nooit? Dat ze ons bij 't zeventiende willen zetten tot daar toe, maar dat zij Jehovah''s geest daarbij betrekken dat is een ander paar  mouwen. In hun plaats zou ik niet willen zijn, noch in hun schoenen staan. De Bijbel zegt duidelijk "vergewist u van alles... doe jij dat? Hoe herken jij wat gij leest? 

    In 2005 avondmaaldeelnemers 8524 en in 2006 avondmaaldeelnemers 8758 = 234 toename.

    In 2007 waren er 9105–8758 = 374 toename en in 2008 waren er 9986 – 9105 = 881 toename

    Dat maakt een toename van 1489  personen op drie jaar tijd die dus van de symbolen hebben genomen. Je kunt dat eventueel gemakkelijk zelf nazien en je eigen conclusies trekken.

    dinsdag  3  maart

    Wij weten dat de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt. -Rom. 8:22.

    Door de hele menselijke geschiedenis heen zijn er slechte dingen gebeurd die tot grove onrechtvaardigheden hebben geleid. Nu is de situatie erger dan ooit. Hoe komt dat? Doordat het huidige goddeloze stelsel zich al vele tientallen jaren in zijn "laatste dagen" bevindt. Dat gaat gepaard met 'kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen' (2 Tim. 3:1-5). De afgelopen honderd jaar is er meer onrecht gepleegd dan ooit. Eén oorzaak is dat deze periode de meeste oorlogen heeft gekend. Sommige historici schatten bijvoorbeeld dat er alleen al in de Tweede Wereldoorlog in totaal zo'n 50 tot 60 miljoen mensen zijn omgekomen, van wie de meesten burgers waren: onschuldige mannen, vrouwen en kinderen. Sinds die oorlog zijn er in allerlei conflicten nog eens miljoenen mensen omgekomen, en opnieuw waren dat vooral burgers. Satan bevordert zulke onrechtvaardigheden omdat hij woedend is en weet dat Jehovah hem binnenkort een totale nederlaag zal toebrengen.  Openb. 12:12. w07 15/8 1: 4-6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: Om de eerste alinea in zijn juiste context te plaatsen haal ik er Genesis 4:8. "Het geschiedde dan toen zij op het veld waren, dat Kaïn voorts zijn broer Abel aanviel en hem doodde". Het is duidelijk dat moord en doodslag in het eerste gezin begon, bijbels gezien dan toch.

    Nu is de situatie erger dan ooit zegt het commentaar van de organisatie of het besturende lichaam.

    Wat omvang en mogelijkheden betreft om mensen te doden of juister uitgedrukt te vermoorden, absoluut. Maar er is geen periode in de menselijke geschiedenis die je als de ergste zou kunnen aanduiden. De geschiedenis herhaalt zich en blijft zich herhalen. Hoelang nog?

    Volgens de Bijbel en de georganiseerde religies moest het EINDE al vroeger en reeds dikwijls gebeurd zijn. Ook volgens de organisatie of het besturende lichaam, niet eenmaal maar meermaals, zoals ik zei. Er zijn data te over.

    Er wordt in het bovenstaande commentaar verwezen naar oorlogen en ja hoor, daar is het duidelijk dat er slachtoffers vallen. Maar mensen gaan ook dood door misbruik, misleiding, bedrog, manipulatie, fraude, leugens, uitbuiting enz.

    Daarmee bedoel ik dat mensen niet zozeer leven, maar geleefd worden, op veel verschillende manieren zoals hierboven aangehaald. Zoals een uitdrukking het duidelijk maakt gaan sommige mensen over lijken. En hoe?

    De uitspraak dat sommigen mensen zich "als beesten" gedragen is volgens het boek "MOORDENAARS en hun motieven" van de advocaat Jef Vermassen een belediging voor de dieren. Daar ben ik het volledig mee eens.

    Alleen worden mensen door mensen en hun "organisaties" of  "regeringen" en soms door nood en omstandigheden toe gedwongen.

    Darwin stelt de mensen gelijk met dieren zonder onderscheid, maar er zijn maar bitter weinig dieren die andere dieren uit hebzucht, wraak en naijver zullen doden.

    Daarentegen zijn er wel enkele mensen die de miljarden anderen mensen behandelen zoals in de derde alinea hierboven beschreven. Het blijkt zelfs een bepaalde hiërarchie te zijn in gelijk welke categorie, tijd of klasse.

    Hier kan ik geen naam of aantal op plakken, het is intuïtie van mijn zijde, en het besef dat bijna alle mensen gewoon willen werken voor de nodige levensbehoeften, een vredige levensduur en genieten van hun kinderen, kleinkinderen, vrienden en hun medemensen.

    Anderen geven de schuld aan de demonen, wat gemakkelijk is, maar dat pleit de mensheid in geen enkel opzicht vrij van zijn eigen verantwoordelijkheid en daden.

     

    woensdag  4  maart

    De liefde ... verheugt zich niet over onrechtvaardigheid, maar verheugt zich met de waarheid.    1 Kor. 13:4, 6.

    Hoe kunnen ouders hun kinderen leren lief te hebben wat rechtvaardig en waarheid is? Een belangrijke stap is de kinderen ertoe aan te moedigen hun gevoelens eerlijk te uiten, ook al gaan ze dan dingen zeggen die de ouders minder graag horen. Het spreekt vanzelf dat ouders blij zijn als hun kinderen gedachten en gevoelens uiten die in overeenstemming zijn met rechtvaardige maatstaven. Maar een andere keer zouden de spontane woorden van een kind een neiging tot onrechtvaardigheid kunnen onthullen (Gen. 8:21). Hoe moeten ouders in zo'n geval reageren? Het eerste wat in hen opkomt, is misschien het kind onmiddellijk de les te lezen. Als ouders zo reageren, zou het kind zich al snel kunnen aanleren alleen te zeggen wat ze volgens hem willen horen. Natuurlijk moet onbeleefde spraak onmiddellijk gecorrigeerd worden, maar er is een verschil tussen kinderen leren hoe ze beleefd moeten spreken en dicteren wat ze moeten zeggen. w07 1/9 1: 7, 15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Weeral zo'n beginsel dat aan de ribben zou moeten plakken.

    Als eerste zou kunnen gesteld worden dat de ouders zelf onvoorwaardelijk rechtvaardigheid moeten liefhebben. Zoals reeds gezegd, woorden wekken, maar voorbeelden strekken.

    Het is heel prachtig wanneer ouders hun kinderen ertoe kunnen brengen om eerlijk hun gevoelens en hun mening te uiten. Ook wanneer ze dan dingen zeggen die de ouders niet alleen minder graag horen, maar die de ouders zelfs zouden compromitteren.

    Of zoals het commentaar van de organisatie of het besturende lichaam zelf zegt dat er een neiging tot onrechtvaardigheid onthuld zou kunnen worden, van wie? Niet van het kind, maar van de ouder of ouders.

    De bedoeling is toch het kind te leren om zich over rechtvaardigheid te samen met de waarheid te verheugen en waar liefde de basis van is.

    De ouders, het kind en ik, zullen geen volmaaktheid verwachten, maar wel eerlijkheid!

    Ben jij waarde lezer bereid om deze beginselen toe te passen op jezelf? Ja of neen, dit is jouw zaak. Toch stel ik nu de vraag. Mag een kind zijn ouders terechtwijzen ja of neen?

    Zou het rechtvaardig of onrechtvaardig zijn wanneer een kind "terecht" een terechtwijzing aan één ouder zoals zijn moeder geeft? Volgens mij of in mijn geval is dit JA. Wanneer jij het anders ziet is het voor mij ook goed, maar dat maakt geen verschil.

    Er komt dan wel een andere vraag, hoe denk je dat Jezus Christus die vraag zou beantwoorden?  Volgens mij zijn volgende teksten zeer toepasselijk:

    Mattheüs 18:3."Voorwaar, ik zeg U: Indien GIJ U niet omkeert en wordt als jonge kinderen, zult GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan".

    Mattheüs 5:20. "Want ik zeg U, dat indien UW rechtvaardigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën, GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan". En nu komt de "clou":

    Ben jij waarde lezer bereid om deze beginselen toe te passen op de organisatie of het besturende lichaam? Ja of neen? Dit is beslist niet alleen jouw zaak, maar van elke Christen of juister en veelomvattender gezegd, van elk MENS. 

    Wanneer je er bereid voor bent, lees dan de volgende schriftplaats:

    Efeziërs 2:19. "GIJ zijt daarom stellig geen vreemden en inwonende vreemdelingen meer, maar medeburgers van de heiligen en leden van het huisgezin van God".

    De organisatie of het besturende lichaam laat duidelijk uitkomen en staat er zelfs op dat zij onze geestelijke voeding te rechtertijd geeft. Met andere woorden gezegd de organisatie of het besturende lichaam is onze Moeder.

    Mogen wij "haar" volgens de hiergenoemde beginselen terechtwijzen?

    Volgens onze "Moeder" zelf mogen wij dat niet en de straf die zij in zo'n geval geeft is "uitsluiting". Of onze VADER, "GOD" daarmee akkoord is zal mettertijd duidelijk worden.

    donderdag 5 maart

    Het land van een zeker rijk mens leverde een goede opbrengst. - Luk. 12:16.

    In een gelijkenis in Lukas 12:16-21 sprak Jezus over een rijke man die niet tevreden is met de voorraadschuren vol goede dingen die hij al heeft, maar ze afbreekt en grotere bouwt om nog meer goede dingen op te slaan. Net als hij denkt dat hij er zijn gemak van kan nemen en van een goed leven kan gaan genieten, zegt God tegen hem dat zijn leven ten einde loopt en dat alle goede dingen die hij heeft opgeslagen, naar een ander zullen gaan. De rijke man werd niet afgeschilderd als een slecht mens. Hij had hard gewerkt en spaarde voor de toekomst, misschien met het welzijn van zijn gezin in gedachten. Veel dienstknechten van Jehovah staan in deze tijd voor net zo'n situatie als de rijke man. Ware christenen doen hun best om eerlijke, ijverige en gewetensvolle werkers te zijn (Kol. 3:22, 23). Als ze promotie aangeboden krijgen of als zich nieuwe mogelijkheden voordoen, staan ze voor een beslissing. Moeten ze de promotie aanvaarden, moeten ze hun bedrijf uitbreiden? w07 1/8 2:2-4, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Maart is de derde maand van het jaar en het is de derde keer dat de organisatie of het besturende lichaam deze illustratie van Lukas 12 aanhaalt, maar nu met het vers 16. (zie 2 en 27 februari).

    We maken het dan ook kort en ik druk de bepaalde paragraaf volledig af.

    Zoals je zelf kunt zien wordt § 6 aangehaald in vermelde wachttoren. § 6 begint zoals in het commentaar gezegd dat " Veel dienstknechten van Jehovah staan in deze tijd voor net zo’n situatie als de rijke man. Ware christenen doen hun best om eerlijke, ijverige en gewetensvolle werkers te zijn (Kolossenzen 3:22, 23). Of ze nu bij iemand in dienst zijn of hun eigen bedrijf hebben, ze zijn vaak succesvol en blinken zelfs uit in hun werk. Als ze promotie aangeboden krijgen of als zich nieuwe mogelijkheden voordoen, staan ze voor een beslissing. Moeten ze de promotie aanvaarden, moeten ze hun bedrijf uitbreiden? Hetzelfde geldt voor veel jonge Getuigen: ze doen het goed op school. Het gevolg kan zijn dat ze een studiebeurs aangeboden krijgen om een hogere opleiding te volgen aan een gerenommeerde onderwijsinstelling. Moeten ze gewoon doen wat iedereen zou doen en het aanbod accepteren? Ik benadruk 'iedereen' en het "aanbod".

    Iedereen, is een subtiele veralgemening in verband met 'promotie', 'nieuwe mogelijkheden', 'studiebeurs' en 'hogere opleiding' en rechtstreeks verbonden met het aanbod accepteren.

    Dit is je reinste, maar ook subtielste indoctrinatie van een meer dan geroutineerde manipulator of exacter uitgedrukt, van geroutineerde manipulators.

    Het ergste moet nog komen. Op blz. 28 § 8 en 9 met als onderkopje Waarom 'onredelijk'?'

    Omdat de verantwoordelijkheid op de schouders van God wordt gelegd.

    Ik druk af wat toepasselijk is: "Nog diezelfde nacht kwam er een abrupt einde aan alles waar de man voor had gewerkt, want God zei tegen hem: „Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?” — Lukas 12:20.

    9 Nu komen we bij het punt waar het in Jezus’ illustratie om gaat. God noemde de man onredelijk. Een woordenboek legt uit dat vormen van het hier gebruikte Griekse woord „altijd op een gebrek aan verstand duiden” (Exegetical Dictionary of the New Testament).

    Het woordenboek zegt dat het woord dat God in deze illustratie gebruikt, „de zinloosheid van de toekomstplannen van de rijke” moet aangeven. Het duidt niet op iemand die geen intelligentie heeft, maar op „iemand die weigert te erkennen dat hij afhankelijk is van God”.

    En hier gebruikt de organisatie of het besturende lichaam de handtekening van God zodat de morele druk gerechtvaardigd blijkt te zijn. Tezelfdertijd, als je tenminste voor verstandig en redelijk, wilt doorgaan, kun je die 'promotie', 'nieuwe mogelijkheden', 'studiebeurs' en 'hogere opleiding', niet aanvaarden.

    Aanvaardt men deze 'promotie', 'nieuwe mogelijkheden', 'studiebeurs' en 'hogere opleiding', dan werpt zo iemand zich op als onafhankelijk van God. Je moet maar durven Het woord is aan jou.  (zie eventueel de ervaringen nog op blz. 30 §16, 17 en 18 van vermelde wachttoren).       

    28-02-2009 om 12:09 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 21 tot en met 25 februari

    Zaterdag 21 februari

    Terwijl gij al uw bezorgdheid op [God] werpt, want hij zorgt voor u. - 1 Petr. 5:7.

    Een zekere mate van bezorgdheid is te verwachten als we veel stress moeten verduren. Maar op Zijn minst iets van die ongerustheid zal misschien verdwijnen als we de woorden van Jezus in gedachte houden: "Weest niet langer bezorgd voor uw ziel, met betrekking tot wat gij zult eten of wat gij zult drinken, of voor uw lichaam, met betrekking tot wat gij zult aantrekken... Blijft dan eerst het koninkrijk en [Gods] rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd" (Matth. 6:25, 33, 34). Het is goed ons ervoor in te spannen een probleem op te lossen. Maar als we hebben gedaan wat we kunnen, heeft piekeren geen zin; gebed wel (Ps. 37:5). Paulus schreef: "Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus." - Fil. 4:6,7. w07 15/7 3:15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De raad die Jezus hier geeft, heeft betrekking op de noodzakelijke levensbehoeften en de dagelijkse problemen.

    In sommige streken of werelddelen is daar geen probleem mee, maar in andere wel en soms hartverscheurend.

    De huidige economische malaise is een zorgwekkend voorbeeld, niet alleen om de toestand waar men direct mee geconfronteerd kan worden, maar ook voor de omvang. Wereldwijd zijn de gevolgen merkbaar en voelbaar.

    Is Armageddon het sluitstuk ervan? Velen geloven van wel, vooral Jehovah's Getuigen. De toekomst is echt niet rooskleurig maar als je aan een bepaalde situatie niets kunt veranderen moet je er gewoon het beste van maken. Zij die nog in het gebed kunnen geloven hebben op zijn minst een sprankeltje hoop en zoals ik in de laatste Wereld Oorlog meegemaakt heb, in de schuilkelder, zijn de meeste mensen toch gelovig, want gebeden werd er.

    Langs de andere kan staat er in de bijbel 1 Timotheüs 5:8. "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige".

    Deze tekst werd ooit tijdens een grote vergadering op God zelf toegepast. Natuurlijk en uitsluitend van toepassing op de Getuigen van Jehovah, want zij en zij alleen zijn Gods huisgezin en hebben de 'waarheid' in pacht. En zij alleen zijn de organisatie en het besturende lichaam die door Zijn Geest wordt geleid.

    En waarlijk zij doen enorm veel, zij zijn de enigen die al of bijna allemaal hun leden kunnen doen werken in de prediking van deur tot deur of van huis tot huis.

    Alleen vergeten zij dat er wereldwijd, maar niet op hun manier, enorm veel gedaan wordt door enorm veel vrijwilligers.

    De bovenvermelde tekst kun je niet zomaar op God en de organisatie of het besturende lichaam toe te passen. God laat de zon schijnen voor alle mensen en laat het regenen voor allen. Des ondanks blijft ieder verantwoordelijk voor zijn eigen daden en levenswijze, in zoverre het van hem of haar afhangt.

    Hou er a.u.b. rekening mee dat de over- overgrote meerderheid van de mensen hun omstandigheden niet kunnen veranderen. Kan men ze dan veroordelen?

    zondag 22 februari

    Er [zal] een opstanding .. Zijn. - Hand. 24:15.

    "Niets is zeker in deze wereld behalve dood en belastingen." Die woorden, in 1789 door de Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin geschreven, zijn volgens sommigen heel scherpzinnig. Veel oneerlijke mensen ontduiken echter de belastingen. De dood lijkt veel zekerder. Op de lange duur kan niemand van ons er op eigen kracht aan ontkomen. De dood achtervolgt ons allemaal (Spr. 27:20). Maar er is een vertroostende gedachte. Jehovah's Woord biedt de onfeilbare hoop op de opstanding, de hoop weer tot leven gebracht te worden. Dat is niet zomaar een droom, en geen enkele kracht in het universum kan Jehovah ervan weerhouden die hoop te verwezenlijken. Maar voor sommigen is de dood minder zeker dan velen in deze tijd beseffen. Waarom? Omdat een ontelbare "grote schare" de binnenkort komende "grote verdrukking" zal overleven (Openb. 7:9, 10, 14). Ze zullen daarna verder leven, met de eeuwigheid in het vooruitzicht. Voor hen is de dood dus geen zekerheid. Bovendien "wordt de dood tenietgedaan". - 1 Kor. 15:26. w07 15/5 2:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik ga ook deze tekst volledig weergeven, gij zult zelf wel zien waarom:

    Handelingen 24:15. "en op God heb ik mijn hoop gesteld, welke hoop ook deze [mannen] zelf koesteren, dat er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen".

    Het bovenstaande commentaar verwijst naar een ontelbare "grote schare" die de binnenkort komende "grote verdrukking" zou overleven. En dat klopt met datgene wat in het bijbelboek Openbaring staat. Ik citeer deze tekst.

    Openbaring 7:9-10. "Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen. 10 En zij blijven met een luide stem roepen en zeggen: „Redding [hebben wij te danken] aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam.”  En het vers 14 maakt duidelijk vanwaar zij komen en waarom zij gered worden. Openbaring 7:14. „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam".

    Ik heb in vorige commentaren gezegd dat niet ieder getuige van Jehovah een Christen is en andersom, dat niet iedere Christen een Jehovah's getuige is. Maar ook dat niet alle christenen Christenen zijn.

    Gij die dit leest mag er van denken wat je wilt, maar feiten zijn het. Ook dat een overgrote meerderheid niets aan hun omstandigheden kunnen veranderen.

    Volgens de organisatie of het besturende lichaam is de reactie op de prediking van deur tot deur of van huis tot huis bepalend of zij redding krijgen al of niet, en dat kun je zo uit de bijbel halen, ziehier 2 Thess. 1:8. "Wanneer hij wraak oefent over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen". Volgens N.W.V. (lees Nieuwe Wereld vertaling) zullen ook diegenen die God niet kennen vernietigd worden.

    In de bijbel "het leven" praktische lessen" staat het anders, ik citeer: "dan zal hij allen straffen die niets van God willen weten en hun oren dicht houden voor het goede nieuws van onze Here Jezus".

    Er is een serieus verschil tussen "niet kennen" en "niet willen kennen", vind je dat zelf ook niet? Zo in de zin van Herkennen en erkennen. En hou dan ook nog maar rekening met de dagtekst van 18 februari.

    Het is zeker niet aan de organisatie of het besturende lichaam om te bepalen wie gered of vernietigd zal worden. Het is wel schrikbarend, vooral voor hun mensen.

    En dan bedoel ik dat hun mensen meer schrik hebben om een slechte Getuige van de organisatie of het besturende lichaam te zijn dan een goede Christen.

    maandag 23 februari

    Vergeldt niemand kwaad met kwaad. Verschaft voortreffelijke dingen voor het oog van alle mensen. - Rom. 12:17.

    Als een kind een duw krijgt van een broertje of zusje, is zijn eerste reactie meestal een duw teruggeven. Helaas vertonen niet alleen kinderen zulk gedrag. Veel volwassenen doen precies hetzelfde. Als ze door iemand beledigd worden, willen ze hem dat betaald zetten. Nu zullen de meesten natuurlijk geen letterlijke duw geven, maar velen zullen op subtiele manieren revanche nemen. Misschien verspreiden ze roddels over degene die hen heeft beledigd, of ze zoeken naar manieren om hem dwars te zitten. Hoe ze ook te werk gaan, de bedoeling is hetzelfde: ze willen het betaald zetten. Hoewel de drang tot vergelding diepgeworteld is, weerstaan ware christenen de neiging om eraan toe te geven. In plaats daarvan doen ze hun best om de aansporing van de apostel Paulus in de tekst voor vandaag op te volgen. De context van Paulus' woorden, in Romeinen hoofdstuk 12, maakt duidelijk dat het juist, liefdevol en bescheiden is om geen wraak te nemen. w07 1/7 1:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dat is een mooi voorbeeld om in gedachten te houden. En zoals het commentaar zegt, zijn er heel wat volwassenen die dat blijven doen.

    De uitdrukking 'op subtiele' manieren 'revanche' nemen is volgens mij nog enigszins te vergoelijken. Tenslotte is de belediger strafbaar, en met beledigen is er toch een onrechtvaardig krenken of een in de eer aantasten mee gemoeid.

    Niet elke roddel is kwaadspreken, volgens de organisatie of het besturende lichaam, is negatief spreken over iemand ook roddel en kan "de waarheid" spreken als roddel aangerekend.worden. Maar de waarheid spreken kan misschien wel negatief zijn voor diegene waarover het gaat, maar tegenover anderen is dit meestal een noodzaak dat de waarheid geopenbaard wordt. En een doofpot affaire is geen bewijs van eerlijkheid.

    Bij laster is er een groot verschil en de motivatie is dan ook doorslaggevend in beide gevallen.

    Dat "weerstaan door ware christenen" zou wel eens een kenmerk moeten zijn voor ware christenen In ieder geval zou ik diegenen die het niet weerstaan de kost willen geven.

    En het is heel juist, liefdevol en bescheiden dat Paulus woorden aangehaald worden om geen wraak te nemen.

    Daarom moet men heel goed het verschil onderscheiden tussen wraak nemen en iets of iemand aan de kaak stellen.

    "Het is geen vorm van religieuze vervolging wanneer iemand zegt en aantoont dat een andere religie vals of verkeerd is. Er is geen sprake van religieuze vervolging wanneer een wel-ingelicht persoon een bepaalde religie openlijk als vals aan de kaak stelt ... Wanneer men valse religie openlijk aan de kaak stelt, doet men een veel waardevoller werk dan wanneer men een nieuwsbericht als onjuist aan de kaak stelt; men verricht er een openbare dienst mee in plaats van dat men zich schuldig maakt aan een daad van religieuze vervolging, want het heeft met het eeuwig leven en geluk van de mensen te maken."  -  De Wachttoren, 1 februari 1964, blz. 80

    Ik heb deze tekst reeds aangehaald en zal dat nog doen om de eenvoudige reden dat de organisatie of het besturende lichaam het wel heel mooi schrijft, zoals hierboven, maar in de praktijk is het net andersom.

    Vanaf het moment dat zij gewaar worden dat iemand hen niet gehoorzaamt reageren zij en wanneer je negatief reageert op datgene wat zij zeggen of schrijven kom je vast in de problemen.

    Ik heb het hier niet alleen op de organisatie of het besturende lichaam, maar ook op hun vertegenwoordigers tot en met de ouderlingen in de afzonderlijke gemeenten.

    Je kunt het vergelijken dat je "je oversten niet mag controleren", maar dat is o.a. bij 't leger.

    Ook  zelfkritiek is niet hun sterkste zijde en zelfs gerechtvaardigde kritiek is volgens hen uit de boze.

    dinsdag 24 februari

    [God heeft] Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig... bewaard toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht. - 2 Petr. 2:5.

    Van het geloof en de standvastigheid van Noach ondervinden we zelfs in deze tijd nog de goede gevolgen. Noach was tegen de zeshonderd jaar toen hij de ark bouwde, de dieren bijeenbracht en tot zijn medemensen predikte (Gen. 7:6). Wegens zijn vrees voor God overleefde Noach samen met zijn gezin de grote vloed en werd hij de voorvader van alle mensen die nu op aarde leven. Het is waar dat Noach in een tijd leefde waarin de levensduur over het algemeen langer was. Maar zelfs op zeer hoge leeftijd bleef Noach getrouw, en dat leidde tot bijzondere zegeningen. Noach was bijna achthonderd jaar toen Nimrod, in strijd met Jehovah's gebod om 'de aarde te vullen', de toren van Babel begon te bouwen (Gen. 9:1; 11:1-9). Maar Noach had geen aandeel aan Nimrods opstand. Noachs geloof en standvastigheid zijn beslist een navolgenswaardig voorbeeld voor Gods dienstknechten van alle leeftijden. - Hebr. 11:7. w07 1-/6 2:3, 4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Over de grote vloed is beslist nog niet het laatste woord gezegd. Volgens de bijbel en het boek "Inzicht in de schrift" blz. 1159 zou het in 2370 v.G.T. gebeurd moeten zijn.

    Wanneer wij dit verslag lezen in het Inzichtboek met dezelfde instelling als wij een boek over evolutie lezen, komen wij tot de vaststelling dat er veel is om iemand te overtuigen, maar voor iemand anders weinig of niets.

    De vloed wordt op blz. 1162 door de bijbel bevestigd en zelfs Jezus woorden zouden door christenen niet in twijfel mogen getrokken worden.

    Alleen is er nog de vraag, van waar en van wie komen de evangeliën? Zoals voordien opgemerkt werd is er geen enkel origineel van de evangeliën en is het de Katholieke kerk en zijn het de kerkvaders die ze ons hebben toegespeeld.

    Wat zeggen wetenschappers over deze kwestie?

    woensdag 25 februari

    De liefde is lankmoedig. - 1 Kor. 13:4.

    De Griekse uitdrukking die met "lankmoedig" is vertaald, duidt op geduldig zijn, niet snel boos worden. Waarom hebben ouders geduld nodig? De meeste ouders kunnen ongetwijfeld heel wat redenen bedenken. Hier zijn er een paar:

    Kinderen vragen zelden maar één keer om iets wat ze graag willen. Zelfs als de ouders resoluut nee zeggen, blijft het kind soms aandringen in de hoop op een ander antwoord. Tieners halen vaak duizend-en-een redenen aan waarom ze toestemming zouden moeten krijgen voor iets waarvan de ouders weten dat het onverstandig is (Spr. 22:15). En net als wij allemaal hebben kinderen af en toe de neiging om fouten te herhalen (Ps. 130:3). Wat kan ouders helpen geduld met hun kinderen te hebben? Koning Salomo schreef: "Het inzicht van een mens vertraagt stellig zijn toorn" (Spr. 19:11). Ouders gaan het gedrag van hun kinderen beter begrijpen als ze bedenken dat ook zij eens 'als een klein kind spraken, als een klein kind dachten, als een klein kind overlegden'. - 1 Kor. 13:11. w07 1/9 1:4, 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Men hoort de dag van vandaag bijna niks anders dan 'liefde' en nog eens 'liefde', maar dan meestal verbonden met seks.

    Dat hoeft niet verkeerd te zijn wanneer liefde en seks samen gaan. Wanneer het echter seks zonder liefde is dan mag ik er toch een ? bijzetten. In het Grieks zijn er vier liefdes die echt verschillen van elkaar ten eerste: de filia liefde en die vindt je onder vrienden

                                       ten tweede: de storge liefde die door de bloedbanden ontstaat

                                       ten derde: de eros liefde of romantische liefde tussen man en vrouw

    ten vierde: de agapè liefde is de onzelfzuchtige liefde of 'liefde zonder huichelarij. Besproken en behandeld in de dagtekst van 15 februari

    Alhoewel elk van deze vormen liefde een eigen karakter hebben is de laatst genoemde de belangrijkste. Eerlijkheid vereist van mij, dat ik moet vermelden het  geleerd te hebben van de organisatie of het besturende lichaam.

    Waarom is die"agapè" zo belangrijk? Omdat onzelfzuchtige liefde met die drie andere er rechtstreeks mee in verband staat en moet zijn.

    Omdat wanneer onzelfzuchtige liefde ontbreekt bij vrienden, die vriendschap geen stand zal houden.

    Wanneer onzelfzuchtige liefde ontbreekt bij families zullen die families uit mekaar groeien. Hier moet je natuurlijk rekening houden dat families door te trouwen uiteindelijk een bepaalde vorm enerzijds van 'verwatering' ondergaan, en verontschuldig mij voor deze woordkeuze, maar langs de andere zijde een verdubbeling van de bloedbanden is en dus omvangrijker zullen worden. 

    En wanneer bij de eros liefde of de liefde tussen vrouw en man de agapè liefde ontbreekt, krijg je wat nu wereldomvattend gebeurt, gezinnen vallen uit mekaar.

    Uiteraard kan daar veel aan gedaan worden. In de eerste plaats zou onderwijs zo simpel kunnen zijn als hier met enkele zinnen, en iets meer, is neergezet. Iets wat Jehovah's Getuigen wel hebben gedaan en nog doen, maar met steeds minder succes, waarom?

    Uiteindelijk zou ieder persoonlijk zijn of haar verantwoordelijkheid moeten opnemen door te werken aan die verschillende soorten liefde om die te ontwikkelen en te cultiveren.

    19-02-2009 om 18:13 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagteksten van 26 t.e.m. 28 februari

    donderdag  26  februari

    Gij hebt dwaas gehandeld. - 1 Sam. 13: 13.

    Het Bijbelverslag van koning Saul laat uitkomen hoe belangrijk gehoorzaamheid is. Saul begon zijn loopbaan als een nederige en bescheiden regeerder, 'klein in zijn eigen ogen'. Maar na verloop van tijd werden Zijn beslissingen meer en meer ingegeven door trots of verkeerde redenaties (1 Sam. 10:21, 22; 15:17). Bij één gelegenheid moest Saul de strijd aanbinden met de Filistijnen. Samuël gebood de koning te wachten tot hij zou komen om Jehovah slachtoffers te brengen en verdere aanwijzingen te geven. Maar Samuël kwam minder snel dan verwacht en het volk begon zich te verspreiden. Toen Saul dat zag, "offerde hij het brandoffer" (1 Sam. 13:9). Dat was een slechte zaak in Jehovah's ogen. Toen Samuël ten slotte kwam, probeerde de koning zijn ongehoorzaamheid goed te praten. In de ogen van koning Saul was het brengen van dat offer belangrijker dan het gehoorzamen van de aanwijzing om te wachten totdat Samuël het offer zou brengen. Ongehoorzaamheid aan Jehovah kostte Saul zijn koningschap. W07 15/6 2: 8.

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dat is weer zo'n verslag dat je de bibber doet krijgen.

    Heel in het begin krijgt Saul de opdracht in 1 Samuël 10:8. En gij moet vóór mij naar Gilgal afdalen; en zie! ik kom tot u af om brandoffers te brengen, om gemeenschapsoffers op te dragen. Zeven dagen dient gij te blijven wachten, tot ik bij u kom, en ik zal u stellig laten weten wat gij dient te doen.”

    Daar gaat nu een hele tijd voorbij en zie 1 Samuël 13:8-9. En hij bleef zeven dagen wachten, tot de bestemde tijd die Samuël [had gesteld]; en Samuël kwam niet naar Gilgal, en het volk verstrooide zich van hem vandaan. 9 Ten slotte zei Saul: „Brengt het brandoffer en de gemeenschapsoffers bij mij.” Vervolgens offerde hij het brandoffer.

    Die zeven dagen wachte  Saul op Samuel, die maar niet afkwam en daarom bracht Saul zoals wij lezen zelf de offers. "Rats verkeerd, want Saul mocht dat niet doen", zegt men.

    Langs de andere kant, had Jehovah gezegd dat het koningsschap via Juda zou komen en blijven. Er was dus een situatie die niet echt in overeenstemming was met de profetieën.

    Nu dat is een andere kwestie, het gaat erom dat Saul in de ogen van Samuel, die zoals reeds gezegd te laat was, iets onvergefelijks had gedaan.

    Ondertussen was het duidelijk dat Saul op zeer korte tijd veranderd was van instelling. Zijn nederigheid was verdwenen en het werd duidelijk dat Saul meer angst had voor wat het volk van hem dacht dan wat God van hem verwachtte. Zoals het commentaar duidelijk maakt, was het offeren belangrijker dan het gehoorzamen van de aanwijzingen van Samuel.

    De parallel wordt ook duidelijker. Alhoewel Samuel te laat was en Saul iets deed wat hij niet mocht doen werd hem mettertijd het koningschap ontnomen. Zo zie je maar dat gehoorzamen beter is dan slachtoffers brengen.

    Nu moet je eens goed opletten. Saul was "de gezalfde van Jehovah" en hij deed verkeerd en werd gestraft. Nu doen de "gezalfden", de organisatie en het besturende lichaam, zo nu en dan en eerder meer dan min, ook verkeerd, ook hun vertegenwoordigers en wij moeten hen gehoorzamen en mogen hen zelfs niet terechtwijzen.

    Besef je nu waarom deze parallel? Herken je deze werkwijze?

    Mij doen dergelijke parallellen nú denken aan het prachtige liedje van de beroemde "DALIDA" paroles, paroles, paroles.

    In paragraaf 17 blz. 30 van de vermelde wachttoren wordt dat duidelijk gemaakt en Ik citeer een gedeelte, "dat houdt ook in dat we gewillig de aanwijzingen gehoorzamen van hen die in de ware aanbidding de leiding nemen, hoewel ze onvolmaakt zijn".

    Is dat duidelijk genoeg, ja of neen! 

    Waarom wordt op het einde van de hierboven aangehaalde alinea de tekst gebruikt uit Hebreeën 13: 17?   "Weest gehoorzaam aan hen die onder U de leiding nemen en weest onderdanig, want zij waken over UW ziel als [mensen] die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen want dit zou voor U schadelijk zijn".  

    Wie is er volgens deze tekst de uil? Als zij of één van hen verkeerd is of zij verkeerd doen?

    Wie doet er verkeerd? Zij.   En voor wie is dit schadelijk?  Voor U.     Zijn er nog vragen?

    Wil je nu toch nog maar eens Hebr. 13: 7 lezen en vraag je af waarom zij die tekst niet hebben genomen "Hebr. 13: 7 "Houdt hen in gedachtenis die onder U de leiding nemen, die  het woord  van  God  tot U hebben gesproken, en volgt [hun] geloof na, lettend op het einde van [hun] wandel".

    Dus, wanneer onvolmaakte leiders het Woord van God niet spreken moeten wij hen dan ook gehoorzamen? Of zou dit niet schadelijk zijn? Wat zou schadelijker zijn volgens jou?

    Nu wil ik wel zeggen dat het Woord van God voor mij belangrijker is dan dat van mensen.

    Onvolmaaktheid heeft zeker grenzen, evenals gehoorzaamheid en dankbaarheid grenzen heeft.

    Denk maar aan het proces van Neurenberg.

    vrijdag  27  februari

    Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is m.et betrekking tot God. - Luk. 12: 21.

    Schatzoeken is niet alleen een spel dat kinderen graag spelen. Het is ook iets wat zich door de eeuwen heen in allerlei landen in het echt heeft afgespeeld. De goldrush bijvoorbeeld, die in de negentiende eeuw in Australië, Zuid-Afrika, Canada en de Verenigde staten woedde, trok mensen van heinde en ver aan die bereid waren huis en haard te verlaten om hun geluk te zoeken in vreemde en soms zeer onherbergzame streken. Ja, veel mensen zijn bereid buitensporige risico's te nemen en enorme offers te brengen om de rijkdom te verwerven waar ze zo naar verlangen. Hoewel de meeste mensen in deze tijd niet letterlijk naar schatten zoeken, moeten ze wel hard werken om de kost te verdienen. Dat kan in het huidige stelsel een hele opgave zijn. Mensen worden makkelijk zo in beslag genomen door de zorg voor voedsel, kleding en onderdak dat ze de belangrijker dingen verwaarlozen of zelfs uit het oog verliezen. - Rom. 14:17. w07 1/8 2: 1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Wij hebben die zelfde illustratie, maar dan het vers 20 reeds in de dagtekst van 2 februari gehad. En het is liefdevol dat de organisatie of het besturende lichaam ons blijft waarschuwen voor materialisme.

    Het is zelfs één van de meest aangehaalde illustratie van Jezus die de organisatie of het besturende lichaam gebruikt als waarschuwing voor materialisme.

    De meeste van ons zijn gewoon arbeiders of loontrekkenden, geen zelfstandigen. Toch is het ons duidelijk dat de waarschuwingen ook voor ons bedoeld zijn. En vermits een gewaarschuwd man er twee waard is en dit ook voor mijn vrouw telt, zijn wij dus met vier om het hoofd te bieden aan deze gesel van materialisme.

    Wat bedoelt de organisatie of het besturende lichaam nu feitelijk met materialisme en materialist? Volgens de gewone betekenis in het woordenboek is dat "iemand" die uitsluitend op stoffelijke belangen uit is.

    Volgens hun commentaar hierboven en de vergelijkende illustratie blijkt dat iemand te zijn die extreme inspanningen doet en buitensporige risico's neemt, zelfs enorme offers brengt om rijk te worden. Een materialist is zelfs bereid om huis en haard te verlaten en zelfs zijn leven op het spel te zetten voor zijn God, "Mammon".

    Zover gaan de meeste mensen toch maar niet, vermits zij hard moeten werken en het zelfs een hele opgave kan zijn, zoals gezegd. Onder normale omstandigheden is het redelijk verdeeld hoor. Acht uur slapen, acht uur werken en acht uur voor jezelf en gezin, enfin in theorie dan toch.

    In onze westerse wereld, die nogal materialistisch is ingesteld, waar luxe en comfort een redelijk ingeburgerd gegeven is, moet je om het te kunnen permitteren, ofwel een aangepast inkomen hebben ofwel met twee gaan werken, ja toch? Ik denk niet dat dit overdreven gesteld is, zeker niet wanneer je er nog een baksteen bij wilt gezien de hoge 'huurprijzen'.

    Tenslotte komt de organisatie of het besturende lichaam bij de subtiele – 'aantijging' -, om hun "terminologieën" te gebruiken dat, "Mensen worden makkelijk zo in beslag genomen door de zorg voor voedsel, kleding en onderdak dat ze de belangrijker dingen verwaarlozen en zelfs uit het oog verliezen". Zo staat het toch letterlijk in hun commentaar?

    Ik kan je de verzekering geven, maar misschien weet je dat zelf ook wel, dat het echt niet gemakkelijk is. Daarbij komen dan de 'belangrijkere dingen' die zijn: vergaderingen en velddienst, voorbereidingen, aandelen in die vergaderingen gezinsstudie en eventueel een of meer studies leiden bij geïnteresseerden.

    De vragen zijn dan ook wat moet er eerst en wat is belangrijk? Dat kan merkelijk verschillen van gezin tot gezin. En wie bepaald het evenwicht?

    zaterdag  28  februari

    Wat het nageslacht van de goddlozen betreft, zij zullen inderdaad worden afgesneden. De rechtvaardigen, dié zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven. -        Ps. 37: 28, 29.

    De komende aanval van Satan en zijn horden op Jehovah's dienstknechten zal hun laatste onbeschaamdheid zijn (Ezech. 38:14-23). Jehovah voorzei via Zacharia: "Wie u aanraakt, raakt mijn oogappel aan" (Zach. 2:8). Het is alsof iemand zijn vinger in Jehovah's oog steekt. Jehovah zal onmiddellijk reageren en de daders uitschakelen. Jehovah's dienstknechten zijn het meest liefdevolle, verenigde, vreedzame, wetgetrouwe volk op aarde. Die aanval op hen zal dus totaal ongegrond en onrechtvaardig zijn. De grote God die 'gerechtigheid liefheeft' zal dat niet tolereren (Ps. 37:28). Hij zal hun te hulp komen, wat ertoe zal leiden dat de vijanden van zijn volk voor eeuwig vernietigd worden, dat gerechtigheid zegeviert en dat degenen die de enige ware God aanbidden, worden gered. Wat een verbazingwekkende, opwindende gebeurtenissen liggen er vlak voor ons! -Spr. 2:21, 22. w07 15/8 1:17, 18

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Volgens de verwijzing w0715/8 1:17, 18 zou men de paragraaf 17 verwachten, die begint met 'Binnenkort zullen ...',  maar neen, de tekst van Ezech. staat er wel maar die "binnenkort" staat er niet en de rest ook niet en dat intrigeert mij!  Dat riekt een beetje naar 'konkelen'.

    Zou het dan toch mogelijk zijn dat 'binnenkort' nu reeds verdrongen moet worden ingeval het niet 'binnenkort' mocht komen?

    Zou het mogelijk kunnen zijn dat de 'interne dienstknechten' nog maar eens schrik aangejaagd moeten worden?

    Moeten die getrouwen nogmaals een hart onder de riem gestoken en verzekerd worden dat zij en zij alleen redding ontvangen. En moeten zij terzelfder tijd nog maar eens 'opgewonden' worden, zoals een speelgoed automaatje?

    Nog een opmerking dat Jehovah's dienstknechten "het meest liefdevolle, verenigde, vreedzame en wetsgetrouwe volk op aarde" zou zijn? Zo op het eerste zicht, met de getuigenissen van velen, zelfs en terechte loftuitingen, moet ik herhalen "op het eerste zicht". 

    In de publicaties zul je alleen maar de  positieve commentaren te lezen krijgen, maar er zijn ook veel negatieve berichten. Het is aan jou om daarover veto uit te spreken. Daarbij komen de ondergrondse stromingen die dat tegen spreken en te merken zijn doordat miljoenen de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten.

    Persoonlijk heb ik, zoals velen het kunnen bevestigen, waargenomen en gezegd dat wanneer allen die ooit met de organisatie of het besturende lichaam verbonden waren terug zouden komen, wij met minstens het dubbel aantal zouden zijn.

    Het is wreed gemakkelijk om te zeggen en de schrift te gebruiken dat zij "niet van ons slag waren, anders waren zij niet van ons uitgegaan". Ik heb het woord "wreed" gebruikt omdat niet het weggaan moet benadrukt worden, maar het waarom?

    En daarom benadruk ik in deze dagtekst de bijbeltekst Ps, 37:28, 29  die spreekt toch voor zichzelf. De rechtvaardigen die zullen gered worden.

    Waarom moet men zich dan zorgen maken, tenzij men nog niet zeker is dat men rechtvaardig is. Iemand die "gereed" is moet zich geen zorgen maken, en die  moet je ook niet opjagen.

    Wanneer de organisatie of het besturende lichaam het ook over zichzelf schrijven, ja, dan kan ik het heel gemakkelijk begrijpen. Gij ook? Herken je ook deze werkwijze?

     

    Het slot voor deze maand is: Dat, wanneer je maar dikwijls genoeg iets herhaalt, ga je het mettertijd nog zelf geloven.

    19-02-2009 om 00:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 16 tot en met 20 februari

    maanDag 16 februari

    Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren. - Gal. 5:16. b

    Er is een manier om de angst dat we tegen Jehovah's heilige geest zullen zondigen, te verdrijven. Dat is door te doen wat de apostel Paulus in de tekst voor vandaag zei. Als we ons door Gods geest laten leiden, zullen we niet door onjuiste vleselijke begeerten overwonnen worden (Rom. 8:2-10). Als we 'door geest blijven wandelen', zal Gods werkzame kracht ons motiveren om hem te gehoorzamen. We zullen in onze bediening, in de gemeente, thuis en elders Gods eigenschappen tentoonspreiden. De vrucht van de geest zal duidelijk zichtbaar zijn in de manier waarop we met onze huwelijkspartner, onze kinderen, onze geloofsgenoten en anderen omgaan. Als we "van Gods standpunt uit bezien naar de geest" leven, zijn we in staat op te houden met zondigen (1 Petr. 4:1-6). Wanneer we onder de invloed van Gods geest staan, zullen we beslist geen onvergeeflijke zonde begaan. We zullen in feite een hechte band met God en zijn Zoon behouden. w07 15/72:1-4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is bijna onmogelijk om tegen de H. Geest te zondigen, zo gemakkelijk laat God zich niet beledigen of zo gemakkelijk is Zijn H. Geest niet gekrenkt waardoor hij gerechtigd of liever verplicht zou zijn die mens te veroordelen tot de eeuwige vernietiging.

    Mensen of liever mensen in verantwoordelijke posities hebben soms erg lange teentjes. Die verantwoordelijken eisen gehoorzaamheid voor zichzelf precies alsof zij zichzelf niet in die positie hebben geplaatst.

    Zij baseren zich meestal op Hebreeën 13:17. Weest gehoorzaam aan hen die onder U de leiding nemen en weest onderdanig, want zij waken over UW ziel als [mensen] die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen, want dit zou voor U schadelijk zijn.

    Maar de tekst die daar aan vooraf gaat is heel wat duidelijker, Hebreeën 13:7. Houdt hen in gedachtenis die onder U de leiding nemen, die het woord van God tot U hebben gesproken, en volgt [hun] geloof na, lettend op het einde van [hun] wandel. Ik benadruk datgene waar zij in de eerste  plaats dienen aan te voldoen. Wat denk jij ervan?

    Er is nog zoiets in die trant, maar dan in het boekje "Georganiseerd om Jehovah's wil te doen" (niet beschikbaar voor het publiek) blz. 28 de eerste paragraaf onder het onderkopje

    'vereisten voor opzieners'

    "om er zeker van te zijn dat er op een goede manier voor de gemeente gezorgd wordt, moeten mannen die als opzieners worden aangesteld, voldoen aan de vereisten in Gods Woord. Alleen wanneer ze hieraan voldoen kan er gezegd worden dat zij door heilige geest zijn aangesteld."

    Normaal kan iemand alleen aangesteld worden als hij 'volgens de gemeente', de broeders en zusters dus, zich reeds als een 'opziener' ten overstaan van hen gedraagt.

    Dit wordt weergegeven op het einde van dezelfde paragraaf en ik citeer: "Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de opzieners personen zijn die in alle aspecten van hun leven de raad uit de bijbel toepassen".

    Ik ben zelf een opziener geweest en weet uit ervaring dat het de ouderlingen uit de plaatselijke gemeente zijn die de aanbevelingen doen, waarbij de kringopziener betrokken wordt en het bijkantoor de uiteindelijke beslissing  met het stempel van de 'organisatie' al of niet goedkeurt.

    Daarmee bedoel ik dat het niet aan de willekeur van de ouderlingen wordt overgelaten, maar 'op een redelijke basis aan de vereisten' voldoen zeer relatief is. Daarbij komt nog dat er heel dikwijls een ''Streber' in het lichaam van ouderlingen zit die eerder het genootschap ter wille zal zijn dan de bijbel na te volgen.

    dinsdag 17 februari

    Gij zijt het die mijn nieren hebt voortgebracht; gij hebt mij afgeschermd gehouden in de buik van mijn moeder. - Ps. 139:13.

    Ieder van ons begon zijn bestaan in de buik van zijn moeder als één enkele cel die kleiner was dan de punt aan het eind van deze zin. Die microscopisch kleine cel was buitengewoon complex: een chemisch laboratorium in miniatuur! Ze groeide snel. Tegen het eind van je tweede maand in de baarmoeder waren je belangrijkste organen al gevormd, waaronder je nieren. Bij je geboorte waren je nieren gereed om je bloedvoorraad te filteren: daarbij worden gifstoffen en overtollig water verwijderd terwijl bruikbare stoffen behouden blijven. Je beide nieren doen er, als ze gezond zijn, 45 minuten over om de waterinhoud van je bloed - bij een volwassene ongeveer vijf liter te filteren! Ook bij het reguleren van de hoeveelheid mineralen in je bloed, de zuurgraad van het bloed en je bloeddruk spelen je nieren een rol. Ze vervullen nog veel meer vitale functies. Geen wonder dat de nieren "de meesterscheikundigen van het lichaam" worden genoemd! w07 15/6 1:5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het volgend vers 14, dat hier heel goed bij past is de uitroep van David. "Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, Zoals mijn ziel zeer wel weet."  

    Dat zijn van die teksten die veel mensen aanspreken en terecht want een ieder is uniek als individu. De laatste tijd wordt er nogal ophef gemaakt van 'Darwin' en wie geloof stelt in zijn theorie zal ook zijn of haar redenen hebben.

    De reden waarom ik dat nu schrijf staat feitelijk in de voorgaande paragraaf van de aangehaalde wachttoren, w07 15/6 blz. 21 par. 3  onder het onderkopje We zijn ’wonderbaar gemaakt’ ik citeer:

    3 "David kwam tot die vaste overtuiging door serieus na te denken. In onze tijd worden we via het onderwijs op school en via de media overstelpt met geloofsverwoestende theorieën over de oorsprong van de mens. Om net zo’n geloof te hebben als David moeten ook wij serieus nadenken. We kunnen het ons niet permitteren anderen voor ons te laten denken, zeker niet als het gaat om zulke fundamentele kwesties als het bestaan en de rol van een Schepper".

    Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat mijn opvattingen overeenkwamen met die van de organisatie of het besturende lichaam, zoals in deze derde paragraaf hierboven naar voor komt. Daarom benadruk ik de indoctrinatie waar hier gebruik van gemaakt wordt en dat is in praktisch alle publicaties terug te vinden. De uitdrukking "geloofsverwoestende theorieën" dat  is zo definitief dat bijna alle Getuigen van Jehovah dit vol vertrouwen in hun geest planten. Maar die theorieën hoeven daarom niet verwoestend te zijn, dat hangt af van jouw persoonlijke instelling. Ik heb het boek 'Het verdriet van Darwin' gelezen en dat heeft mijn geloof in een Schepper alleen maar bevestigt.

    Het belangrijkste staat echter in de zin We kunnen het ons niet permitteren anderen voor ons te laten denken, zeker niet als het gaat om zulke fundamentele kwesties als het bestaan en de rol van een Schepper".

    Ik herhaal eveneens een gedeelte uit De Wachttoren van 1 februari 1962 blz. 81  de rechter    kolom  "Kan de individuele lezer de bijbel begrijpen en de verschillende onderdelen ervan met elkaar in overeenstemming brengen? God heeft de bijbel niet aan een afzonderlijk persoon, gegeven, maar aan een natie; eerst aan de Hebreeuwse natie en vervolgens aan wat Petrus Gods "heilige natie" noemt, hetgeen het "Israël Gods" is, waarvan de leden niet in het vlees, maar in het hart zijn besneden. Aldus kan gezegd worden dat de bijbel het boek van een organisatie is. Hij kan alleen met de hulp van Gods ware zichtbare organisatie worden begrepen, de organisatie die met zijn heilige geest is vervuld."

    No no no

    Wanneer de Getuigen van Jehovah, of moet ik zeggen de 'Getuigen van de Organisatie', beseffen dat zij gedurende meer dan honderd jaar enorm veel leugens of op zijn minst onwaarheden hebben gepredikt, zouden zij toch een beetje beter moeten gaan nadenken over de manier waarop de Organisatie of het besturende lichaam hen gebruikt.

    woensdag 18 februari

    De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte. - 1 Joh. 2:17.

    Dat we weten wat de toekomst brengt moet een diepgaande invloed hebben op onze manier van leven. De apostel Petrus schreef: "Aangezien al deze dingen aldus ontbonden zullen worden, wat voor mensen behoort gij dan wel te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verwachtend en goed in gedachte houdend de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah!" (2 Petr. 3:11, 12) 0ns denken en onze levenswijze dienen een weerspiegeling te zijn van onze vaste overtuiging dat de wereld echt voorbijgaat. Het toepassen van Bijbelse richtlijnen zal ons helpen verstandige beslissingen te nemen in verband met onze doeleinden. Jezus zei bijvoorbeeld: "Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd" (Matth. 6:33). Wat is het prijzenswaardig dat veel jongeren geloof tonen in Jezus' woorden door in de volletijddienst te gaan! Anderen, hele gezinnen soms, zijn vrijwillig naar landen verhuisd waar dringend behoefte is aan Koninkrijksverkondigers. w07 1/5 1:12, 13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Laten wij eerst de tekst een beetje meer verduidelijken, soms krijg ik de indruk dat er wat minder getoond wordt omwille van de soevereiniteit van de organisatie of het besturende lichaam.

    Hier komt het vers: 1 Johannes 2:17. "De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid".

    Die tien onderstreepte woordjes zijn beslist geen overdadige luxe, niet wat ruimte betreft en nog minder om de betekenis. Wat iemand te overstaan van God doet of niet doet is veel meer bepalend dan te weten dat de wereld, de tegen God gekante mensen, ooit zullen voorbij gaan.

    Vertel mij nu zelf eens: is de plaats waar je geboren wordt grotendeels bepalend voor wat je gelooft? Is de cultuur waarin je groot gebracht wordt niet grotendeels bepalend voor wat je gelooft? Zijn de omstandigheden waarin je tijdens je opvoeding en verdere leven ook factoren waar je rekening mee moet houden? Ik durf zelfs vragen of de religie waarmee je geconfronteerd wordt tijdens en na je opvoeding soms de oorzaak is dat je minder of helemaal niet meer gelooft?

    Is de kennis van georganiseerde religies zowel via de geschiedenis als je eigen waarnemingen van dien aard dat jij je hebt gedistantieerd van alle religieuze denominaties? Ik moet die vragen niet beantwoorden en jij evenmin als je er geen behoefte aan hebt.

    Die "tien" woordjes die weggelaten waren spreken toch een duidelijke taal nietwaar. "wie de wil van God doet" en wat is de wil van God? Iedere geloofsstrekking zal dat op een andere manier beantwoorden, zelfs iedere onderwijzer van een religie.

    Voor mij zijn de richtlijnen die Micha heeft neergeschreven doorslaggevend: Micha 6:8.

    "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Ik wil geen woordspeling doen, maar Micha sprak tot de Israëlieten over hun God, Jehovah. Hij beëindigt zijn zin met "uw God". Er zijn, volgens ik gelezen heb zo om en bij de 37.000 zich christelijk noemende denominaties en hoeveel zijn er dan nog die de titel 'God' gebruiken? Nog veel en veel meer.

    Is datgene wat Micha als richtlijn geeft niet de grondslag om als mensen met mensen om te gaan, mee samen te leven?

    Is het niet in overeenstemming met de woorden van de grondlegger van het 'christendom'? Onder andere met de bergrede en rechtstreeks met zijn woorden uit Johannes 13:17. Indien GIJ deze dingen weet, gelukkig zijt GIJ als GIJ ze doet.

    donderdag 19 februari

    Zij [gingen] ertoe over de vele dingen te vertellen die God door bemiddeling van hen had gedaan. - Hand. 14:27.

    Toen Paulus in Antiochië was, rees de vraag of niet-Joodse gelovigen besneden moesten worden. Om de kwestie op te lossen, werden Paulus en Barnabas "naar de apostelen en oudere mannen in Jeruzalem" gezonden (Hand. 15:1-3). De christelijke ouderling Jakobus, een halfbroer van Jezus maar geen apostel, was voorzitter toen "de apostelen en de oudere mannen vergaderden om deze aangelegenheid te overwegen" (Hand. 15:6). Na zorgvuldig overleg en met de hulp van de heilige geest kwamen ze tot een conclusie die in overeenstemming was met de Schriften. Die conclusie stuurden ze in een brief naar de plaatselijke gemeenten (Hand. 15:22-32). De ontvangers van die inlichtingen aanvaardden ze en pasten ze toe. Met welk resultaat? De broeders en zusters werden opgebouwd en aangemoedigd. De Bijbel zegt: "Ja, daarom werden de gemeenten aanhoudend in het geloof bevestigd en namen ze van dag tot dag voortdurend in aantal toe." - Hand. 16:5. w07 15/4 2:7,8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  heb je de tekst en het commentaar gelezen? Ja, dan is het in orde als je het nog niet hebt gelezen, doe het dan a.u.b. nu.

    Daar rees dus volgens het commentaar een vraag, maar dat is niet waar, daar rees geen vraag zoals je in het eerste vers van hoofdstuk 15 kunt lezen of gelezen hebt, maar ik haal die vers toch maar op:

    Handelingen 15:1-2. En er kwamen zekere mannen uit Judea, die de broeders begonnen te leren: „Indien GIJ U niet laat besnijden naar het gebruik van Mozes, kunt GIJ niet worden gered.” 2 Maar toen er van de zijde van Paulus en Barnabas geen geringe onenigheid en heel wat geredetwist met hen was ontstaan,.........

    Kun jij daar een vraag over maken. Ja dat kun je, maar dan moet je wel jongleren met wat er staat.

    Die mannen uit Judea kwamen uit de gemeente die in Jeruzalem vergaderde, en die mannen onderwezen een volgens Paulus en Barnabas verkeerde leer, daarom die onenigheid en dat geredetwist. Kun jij daar iets anders uit opmaken?

    Daarom stuurde de 'gemeente' uit Antiochíë Paulus en Barnabas en enkele anderen naar de gemeente waar het probleem vandaan kwam, niet de vraag.

    Lees nu Handelingen 15:4-5. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden zij vriendelijk ontvangen door de gemeente en de apostelen en de oudere mannen, en zij verhaalden de vele dingen die God door bemiddeling van hen had gedaan. 5 Maar sommigen van hen die afkomstig waren uit de sekte der Farizeeën en die gelovigen waren geworden, stonden van hun zitplaats op en zeiden: „Het is noodzakelijk dat men hen besnijdt en hun gelast de wet van Mozes te onderhouden.”  

    Deze en de verdere context tonen duidelijk aan dat het probleem, zoals de organisatie of het besturende lichaam ons wil doen geloven, dat het BESTURENDE LICHAAM zijn oorsprong vond en ook door wie en waarom. In de bijbel komt zelfs de uitdrukking  het BESTURENDE LICHAAM en ORGANISATIE zelfs niet voor.

    Het probleem was daar nog duidelijk aan de orde!

    Als ik dan toch nog maar een parallel mag trekken, zonder te vragen uiteraard, dan is er nog niet veel veranderd sedertdien. De meeste problemen of vraagstukken, en een vraagstuk is geen vraag, komen ook nu vanuit de organisatie of het besturende lichaam. Amen en uit.

    Nog één vraag, waarom verdraaien zij die bijbelse situatie? Geef jij nu eens een antwoord.

    vrijdag 20 februari

    Ik ben de voortreffelijke herder, en ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij.

    Joh. 10:14.

    Jehovah God en zijn Zoon, Jezus Christus, zijn liefdevolle Herders. Jesaja profeteerde: "Zie! De Soevereine Heer Jehovah zelf zal komen net als een sterke, en zijn arm zal voor hem heersen...  Als een herder zal hij zijn eigen kudde weiden. Met zijn arm zal hij de lammeren bijeenbrengen, en aan zijn boezem zal hij ze dragen. De zogenden zal hij met zorg leiden" (Jes. 40:10, 11). Deze profetie beklemtoont de tederheid waarmee Jehovah zijn volk weidt (Ps. 23:1-6). Ze kreeg een eerste vervulling toen een Joods overblijfsel in 537 v.G.T. naar Juda terugkeerde (2 Kron. 36:22,23). Ze ging opnieuw in vervulling toen het gezalfde overblijfsel in 1919 uit "Babylon de Grote" werd bevrijd door de Grotere Cyrus, Jezus Christus (Openb. 18:2; Jes. 44:28). Hij is Jehovah's "arm" die heerst, die de schapen bijeenbrengt en ze met tedere zorg weidt. w07 1/4 2:1-3.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het bovenstaande commentaar geeft alleen maar brokstukken weer van de aangeduide drie paragrafen uit de gebruikte wachttoren.

     De nadruk komt echter te liggen op de parallel met de eerste vervulling toen een Joods overblijfsel in 537 v.G.T. hersteld werd. Die parallel werd en wordt nog steeds toegepast op een gezalfd overblijfsel dat in 1919 uit "Babylon de Grote" werd bevrijd.

    Deze bevrijding heeft de grondslag gelegd voor de organisatie of het besturende lichaam om zich als het instrument van God te presenteren, dat HIJ vanaf die tijd heeft gebruikt om de ware aanbidding te herstellen. (? uiteraard)

    Nu hebben die ontwikkelingen heel wat tijd en herzieningen gekost en herzieningen die herzien moesten worden omdat zij meestal niet houdbaar bleken te zijn of bestand tegen de druk van buitenuit.

    Bijna alles wat C. T. Russell als waarheid heeft gepubliceerd is achterhaald en veranderd. Terwijl sommige vereenvoudigingen moeilijker werden in plaats van duidelijker te worden.

    Nu mag je natuurlijk zeggen en schrijven dat het toenemende licht helderder schijnt dan ooit. Het is niet omdat je het zegt of schrijft, dat het waar is.

    Veel mensen kennen Sigrid Spruyt, ik niet, maar dat doet er niet toe. Zij schreef ooit en dat heb ik wel gelezen "je kunt wel doen of iets van het grootste belang is, maar daarom is dat nog niet zo".

    Daarom schrijf ik nu, en jij doet ermee wat je zelf wilt natuurlijk, dat de organisatie of het besturende lichaam wel kan zeggen en schrijven dat het Schriftuurlijk zo is en dat God dat zegt, en dat gij en ik het moeten geloven. Maar moeten is soms een gevaarlijk woord.

    Getuige hun eigen op de bijbel veranderende zienswijzen. Als één recent voorbeeld geef ik het 'openbaring boek' dat na meer dan zestig aanpassingen, nog vóór het bestudeerd kon worden, alweer aan verbeteringen toe was.

    Wat zei je? Dat je het zelf hebt meegemaakt, dat verwondert mij niet. Waarmee denk je dat ik  bezig ben?

    15-02-2009 om 09:09 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar van 6 tot en met 9 februari 2009

    Vrijdag 6 februari

    Verleen kennis aan een rechtvaardige en hij zal in wetenschap toenemen. - Spr. 9:9.

    Geestelijke vooruitgang komt niet vanzelf met de jaren. Daarom doen loyale dienstknechten van God hun best om in de loop van de tijd 'In wetenschap toe te nemen' in plaats van alleen maar te teren op de kennis die ze in het verleden hebben opgedaan. Mozes was tachtig jaar toen hij zijn aanstelling van Jehovah kreeg (Ex. 7:7). Tegen die tijd werd dat blijkbaar als een ongewoon hoge leeftijd bezien, want hij schreef: "De dagen van onze jaren zijn op zichzelf genomen zeventig jaren, en... wegens bijzondere kracht, tachtig jaren" (Ps. 90:10.) Toch voelde Mozes zich nooit te oud om te leren. Nadat hij God al tientallen jaren had gediend, veel voorrechten had genoten en zware verantwoordelijkheden had gedragen, smeekte hij ,Jehovah: "Maak mij... alstublieft uw wegen bekend, dat ik u mag kennen" (Ex. 33:13). Mozes wilde altijd groeien in zijn verhouding tot, Jehovah. w07 1/6 1:7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Volgens mij  gaat het, zoals de organisatie of het besturende lichaam meestal zegt en schrijft, niet over wereldse kennis.

    Zoals veel georganiseerde religies, zowel in het verleden als in deze tijd, staan die eerder als vijanden tegenover wetenschap, maar dan wel "pseudo wetenschap".

    Het is beslist geestelijk kennis of spiritualiteit en daar is dan meestal wel 'kennis uit de Bijbel' mee bedoeld. Nu mag je spiritualiteit niet in verband brengen met 'spiritisme', absoluut niet.

    Om de woorden van Jezus Christus aan te halen uit de bergrede Mattheus 5: 3 'gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood'...   daar was ik het volledig mee eens tot het moment dat de organisatie en het besturende lichaam het overnamen.

    Met andere woorden, en met het nodige respect voor wat ik via hen en via anderen heb geleerd, maar toen ik na vele jaren inzag dat er mij niet meer geleerd, maar bevolen werd wat ik moest leren, was dit het einde van hun zeggenschap.

    Juist zoals men kinderen opvoedt die op een gegeven moment als zelfstandig individu gaan fungeren. Het moet voor iedereen toch duidelijk zijn dat ouders hun kinderen dienen los te laten. Dat hun verantwoordelijkheid over het kind stopt, omdat het kind geen kind meer is en dit in het volle besef dat zij hem of haar goed hebben opgevoed.

    De organisatie of het besturende lichaam doet dat nooit, je moet blijvend gehoorzamen op straffe van uitsluiting. In werkelijkheid stellen zij zich niet op een lijn met God, maar erboven. In De Wachttoren van 15 augustus 1956 blz. 374 lezen wij  "De wil van de slaaf is daarom Jehovah's wil. Opstand tegen de slaaf staat gelijk aan opstand tegen God"  

    Vervolgens lezen wij in De Wachttoren van 1 juli 1958 blz. 410 "wie weigert de uit Jehovah's Woord of van zijn organisatie afkomstige raad ter harte te nemen en de terechtwijzing in de wind slaat, verwerpt de raad van de Almachtige God.

    Volgens fundamentalistische moslims moet de 'Koran' in het Arabisch gelezen worden...  vergelijk dit nu eens met wat De Wachttoren van 1 februari 1962 blz. 82 duidelijk maakt: "om de Bijbel tot hun redding te begrijpen, moest deze door middel van Gods organisatie worden verklaard".

    Ik heb daarnet geschreven dat ik via de organisatie of het besturende lichaam het nodige heb geleerd, maar ik  moet er nog bij zeggen dat ik meer geleerd heb dan datgene wat ik onder ogen kreeg toen ik als bijbel beginneling hun toen gangbare lectuur bestudeerde. De publicaties die ik hierboven gebruik kende ik niet, maar door hun raad op te volgen om ook oudere lectuur te lezen kwam ik meer te weten dan gezond voor hen was. Ik zeg voor hen!

    Zaterdag 7 februari

    [Jehova] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. Openb. 21:4.

    Wat een schitterende belofte!

    Niets wat we in deze wereld vrijwillig of onvrijwillig voor Jehovah opgeven, is te vergelijken met het heerlijke leven dat hij zal schenken aan zijn trouwe dienstknechten die nu lijden verduren. Het lijden dat we misschien nog moeten verduren, zal in geen enkel opzicht van invloed zijn op onze vreugde als we eeuwig in Gods nieuwe wereld leven. Het zal allemaal volledig gecompenseerd worden door de schitterende omstandigheden in de nieuwe wereld. Jesaja 65:17, 18 zegt: "De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen. Maar verheugt u uitbundig en weest blij voor eeuwig over wat ik schep." En Jakobus zei: "Wij prijzen hen die hebben volhard, gelukkig" (Jak. 5:11). Ja, als we getrouw lijden verduren, kan dat ons nu en in de toekomst tot voordeel strekken. w07 15/8 2:17, 18

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ik kan het niet verbloemen, dit was en is nog steeds een belofte die mij aanspreekt.

    Het spreekt beslist heel veel mensen aan, die het misschien graag in vervulling zouden zien gaan. Maar door de vele nog steeds niet vervulde beloften gedurende eeuwen en eeuwen heen, en de bijna evenveel genomineerde religies, niet meer kunnen aanvaarden.

    De paragraaf doet direct in die eerste zin reeds een beroep op je menselijke  verlangens, maar tezelfdertijd leggen zij heel subtiel een voorwaarde vast, "trouwe dienstknechten" en die moeten dan nog lijden verduren.

    Zo precies of dat diegenen die geen Getuigen van de organisatie of het besturende lichaam zijn geen lijden ondergaan. O die, maar dat is niet hetzelfde, die lijden omdat zij niet verbonden zijn met de organisatie of het besturende lichaam. Wij lijden omwille van ons gelood.

    Weet je wat ik uiteindelijk ondervonden heb, dat er, buiten enkele uitzonderingen, meer problemen en lijden is binnen en door de gemeente dan van buitenaf, hier en nu bedoel ik. Een psychiater vertrouwde aan een van zijn cliënten toe dat er meer Jehovah's Getuigen bij hem kwamen dan anderen. Dat heb ik van horen zeggen, maar wel uit de eerste hand.

    Nu moet ik natuurlijk ook nog denken aan de miljarden die nog nooit het getuigenis van de organisatie of het besturende lichaam hebben gekregen via de prediking van huis tot huis of van deur tot deur. Al zegt de organisatie of het besturende lichaam wel dat dit wereldwijd gedaan wordt.

    Zondag 8 februari 

    Jehovah is goedgunstig en barmhartig. - Ps. 145:8.

    Jehovah is "de Vader der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting" (2 Kor. 1:3). Iemand die barmhartig is, behandelt een ander met medegevoel. Dat is een belangrijk facet van Gods persoonlijkheid. Zijn voorbeeld en de instructies die hij ons geeft, kunnen ons leren wat ware barmhartigheid is. Zoals in Jesaja 49:15 staat, zegt Jehovah: "Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zodat zij geen medelijden zou gevoelen voor de zoon van haar buik?" Hebreeuwse woorden die nauw verwant zijn aan het woord dat hier met "medelijden" is vertaald, worden in Psalm 145:8, 9, waaruit de tekst voor vandaag genomen is, in verband met barmhartigheid gebruikt. De emotie die Jehovah ertoe beweegt barmhartig te zijn, wordt vergeleken met de innige gevoelens die een zogende moeder gewoonlijk voor haar kind heeft. Misschien heeft de baby honger of is er iets anders aan de hand. Bewogen door het medegevoel of mededogen dat dit in haar opwekt, geeft de moeder haar baby wat hij nodig heeft. Dit soort tedere gevoelens heeft Jehovah voor degenen jegens wie hij barmhartigheid toont.         w07 15/9 1:3, 4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Door de jarenlange prediking van deur tot deur heb ik heel dikwijls de beschuldiging gehoord dat God die zo liefdevol, goedgunstig en barmhartig zou zijn toch maar niks doet om de mensen daadwerkelijk te helpen. Natuurlijk  kwam ik goed beslagen bij de mensen en kon die beschuldigingen redelijk, volgens mij dan toch, goed weerleggen.

    Door te wijzen op het feit dat mensen alles wat zij nodig hadden aan eten en drinken, kleding en huisvesting ruimschoots voorhanden was. Dat het uiteindelijk aan de mensen zelf lag dat er hongersnood was, oorlog, ziekten. En de vele problemen eerder te danken hadden omdat zij de beginselen van God niet wilden navolgen of gehoorzamen enz. enz... met voorbeelden, illustraties, ervaringen en voorvallen uit hun eigen omgeving enz enz..

    Ondertussen heb ik geleerd dat veel van wat ik vertelde als goed nieuws en Gods voornemen steeds weer opgeschoven is geworden en zelfs achterhaald.

    Erger werd het toen op een gegeven moment wij, de predikers van huis tot huis, de schuld kregen van datgene wat wij de mensen vertelde. In De Wachttoren van 15 december 2006 blz. 26 paragraaf 5 las ik het volgende: 'ze hebben jarenlang uitgezien naar de dag waarop Jehovah een eind zal maken aan deze goddeloze wereld. Maar toen Armageddon niet op het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten ze ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah's dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in de wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken (Lukas 8: 11,13 en 14). Na verloop van tijd 'keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten'. Wat triest!  

    Niet alleen geven zij ONS de schuld, maar zij hebben dan nog de euvele moed om het zo te veralgemenen dat wij ten eerste het 'vertrouwen' verloren dat Gods dag nabij was, vervolgens dat wij het langzamer aan gingen doen in de dienst en dat wij zo maar terug de wereld instapten en ons weinig of niks meer met geestelijke zaken bezig hielden.

    En tot slot plakken zij ons nog een etiket op dat we terug keerden naar die verfoeilijke wereld.

    En al diegenen die dat lazen en als getrouwe hondjes en ja-knikkers zeggen met tranen in de ogen    Wat triest.

    Waarom lasteren zij op die manier? Om al hun leden, zo'n zeven miljoen, zand in de ogen te strooien en de schuld van zich af te schuiven?

    Want al die aantijgingen zijn misschien voor sommige waar, maar zeker niet om, zoals ik zei, het te veralgemenen. Meestal wordt dan nog de tekst aangehaald dat al deze die terug gekeerd zijn naar de wereld, dit doen 'zoals een hond naar zijn uitbraaksel'.

    JA en JA  "wat triest".

    Wat hoor ik van de organisatie of het besturende lichaam?  Mea culpa, mea culpa, nee toch niet!

    Maandag 9 februari

    Waarom, 0 Jehovah, blijft gij veraf staan? Waarom houdt gij u verborgen in tijden van nood? - Ps. 10:1.

    De profeet Habakuk vroeg ooit: "Hoe lang, 0 Jehovah, moet ik om hulp schreeuwen, zonder dat gij hoort? Hoe lang zal ik tot u roepen om hulp tegen geweld, zonder dat gij redt? Waarom doet gij mij het schadelijke zien, en blijft gij niets dan moeite aanzien?" (Hab. 1:2, 3) Habakuk en David, de psalmist die de woorden in de tekst voor vandaag schreef, waren gelovige mannen die heel veel eerbied voor God hadden. Werden ze terechtgewezen omdat ze zulke vragen stelden? Nee, Jehovah liet hun oprechte vragen zelfs in zijn Woord optekenen. In deze tijd kan iemand die zich zorgen maakt over het vele kwaad, in werkelijkheid geestelijke honger hebben: hij of zij verlangt naar antwoorden die alleen de Bijbel kan geven. Bedenk dat Jezus goedkeurend sprak over mensen die "zich bewust zijn van hun geestelijke nood" (Matth. 5:3). Het is beslist een voorrecht zulke mensen te helpen het geluk te gaan ervaren dat Jezus beloofde! w07 15/5 1:6, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is best mogelijk dat zowel Habakuk als David die woorden hebben neergeschreven. Hun woorden gaan ook ons ter harte want het is nog steeds even slecht als toen, zelfs slechter. Dat Habakuk en David gelovige mannen waren dat geloof ik ook, maar van David kan ik alleen maar zeggen dat er enkele momenten in zijn leven waren dat hij de geboden van God vierkantig aan zijn laarzen lapten.

    En nu komt er iets interessants in het beeld.

    Werden die mannen terechtgewezen omdat zij zulke vragen stelden? Bijlange niet, schrijft de organisatie of het besturende lichaam, nee, zegt 'de beleidvolle beheerder', integendeel, het moest zelfs opgeschreven worden in Gods Woord de Bijbel.

    Ik ben meer dan eens geconfronteerd met de uitdrukking "Je mag geen oude koeien uit de gracht halen" jij ook? Toch deed Jezus dat wel! Hoe dikwijls verwees hij niet naar "er staat geschreven of hebt gij nooit gelezen?  Dat ga ik nu ook nog eens doen.

    In het tijdschrift Vertroosting, van sept. 1945 blz. 29 (nu ontwaakt!) lezen wij het volgende:

    "God heeft nooit bepalingen uitgevaardigd die het gebruik van medicijnen, inspuitingen of bloedtransfusie verbiedt. Het is een uitvinding van menschen, die gelijk de Farizeën Jehova's barmhartigheid en liefde buiten beschouwing laten. Jehova te dienen met geheel ons verstand beteekent niet ons verstand uit te schakelen; vooral dan niet als het om een mensenleven gaat, dat Jehova toegewijd en daarom heilig is".

     

    Wanneer je nu bloed neemt of één van de vier hoofdbestanddelen is er veel kans dat je uitgesloten wordt

    Kun je dit aanvaarden als "toenemend licht"?

    En ik herinner mij ook nog dat je uitgesloten werd wanneer je orale of anale copulatie had met je partner enz. deze affaire is wel recht gezet, maar de gevolgen moet je volgens de organisatie of het besturende lichaam aan Jehovah overlaten. Dat is gemakkelijk hé, ge moet dat niet geloven dat dit gemakkelijk kan zijn, voor hen ja, maar voor de slachtoffers niet en nooit!

    Alleen nog de vraag: wanneer heeft God de Bijbel aangepast?

     Natuurlijk was dat God niet, dat heeft de organisatie en het besturende lichaam gedaan, niet onder leiding van Gods H. Geest, maar op eigen houtje, zoals zij dit met veel doen, alleen noemen zij het 'toenemend licht' of soms 'lichtflitsen'.

    En ik zeg dat zij soms het licht uitdoen tenzij er natuurlijk ook zwart licht bestaat.

    Dinsdag 10 februari

    Ontvlied... de begeerten die aan de jeugd eigen zijn, maar streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart. 2 Tim. 2:22.

    Het is belangrijk dat je opbouwende omgang zoekt onder je broeders en zusters. Neem bijvoorbeeld Timotheüs. Hij kweekte een goede band aan met de ouderlingen in zijn eigen gemeente en die in Ikonium, dat een kilometer of dertig verderop lag (Hand. 16:1, 2). Hij bouwde een hechte vriendschap op met Paulus, een dynamische persoonlijkheid (Fil. 3:14  uit Paulus' brieven blijkt dat Timotheüs openstond voor raad en er snel bij was om voorbeelden van geloof na te volgen (1Kor. 4:17; 1 Tim. 4: 6, 12-16). Paulus schreef: 'Jij hebt mij nauwgezet gevolgd in mijn leer, mijn levenswandel, mijn voornemen, mijn geloof, mijn lankmoedigheid, mijn liefde, mijn volharding' (2 Tim. 3:10). Als jij veel omgaat met personen in de gemeente die geestelijk sterk zijn, zul je net als Timotheüs geholpen worden je goede geestelijke doelen te stellen. - 2 Tim, 2:20, 21. w07 1/53:8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Zoals Jezus ooit zei in, Mattheüs 19:12 .Want er zijn eunuchen die zo uit hun moeders schoot zijn geboren, en er zijn eunuchen die door de mensen tot eunuchen zijn gemaakt, en er zijn eunuchen die zichzelf tot eunuch hebben gemaakt ter wille van het koninkrijk der hemelen. Wie er plaats voor kan maken, make er plaats voor.”

    Dat de organisatie of het besturende lichaam bepaalde voorrechten promoot is normaal.

    Dat zij haar vertegenwoordigers aanmoedigt om mensen te motiveren is ook normaal.

    Dat zij ouders aanmoedigen om hun kinderen in zo'n richting te begeleiden is ook nog normaal, maar dat zij morele druk steken in de vorm van 'geen hoge school, universiteit of studies die 'teveel tijd' zouden vergen' is niet normaal.

    Mijn dochter was nog schoolgaande toen een district opziener aan mijn tafel haar opdroeg om vóór het einde van haar schoolplicht te gaan pionieren. Hij heeft dit zelfs herhaaldelijk gezegd.

    Ik zelf hoefde niet te antwoorden dat deed mijn dochter in eigen persoon en zo dikwijls de broeder zei dat zij moest pionieren zei zij neen, ik ga naar 't school.

    Kijk dit is niet normaal, dit is één van die situaties die zuiver in de privé sfeer liggen van het gezin.

    Ken je het boek 'kinderen' uitgegeven door Het Wachttoren genootschap in 1941 Engelstalige uitgave? Nee, waarschijnlijk niet, maar daar zijn duizenden jongeren door beïnvloedt niet te trouwen en geen kinderen te hebben.

    Ondertussen is de instelling van de organisatie of het besturende lichaam niet veranderd, maar wel subtieler. Dat is duidelijk te horen in de lezing van de 'gezalfde', pardon, 'belijdend gezalfde' broeder Splane in 2007? Nooit gehoord die lezing? Dat kan eventueel nog verholpen worden.

    Maar Jezus maakte toch iets duidelijk nietwaar, herken je het?

    12-02-2009 om 13:30 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 11 tot en met 15 februari

    Woensdag 11 februari

     De Christus [is] het hoofd van de gemeente, hij als redder van dit lichaam. –EF. 5:23.

    De Bijbel maakt vaak onderscheid tussen Jezus en de gezalfden, zoals in de zinsnede "met betrekking tot Christus en de gemeente". Jezus is het Hoofd van deze gemeente van met de geest gezalfde christenen. Paulus schreef dat God Jezus "hoofd over alle dingen [heeft] gemaakt met betrekking tot de gemeente, welke zijn lichaam is" (Ef. 1:22, 23; 5:32; Kol. 1:18, 24). In deze tijd is er op aarde slechts een klein overblijfsel van de gezalfde leden van deze gemeente. Maar we kunnen er zeker van zijn dat hun Hoofd, Jezus Christus, hen liefheeft. Zijn gevoelens voor hen worden in Efeziërs 5:25 beschreven: 'Christus heeft de gemeente liefgehad en zich voor haar overgeleverd.' Hij heeft hen lief omdat ze er actief mee bezig zijn God "een slachtoffer van lof Ite] brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken", net zoals Jezus dat deed toen hij op aarde was. - Hebr. 13:15. w07 15/41:10

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Juist, daar zijn de Getuigen van Jehovah actief mee bezig, of toch maar niet? Brengen zij echt een slachtoffer van lof? Loven zij de naam van God? Of maken zij die naam te schande? Wat bedoelen zij met 'een klein' overblijfsel? Heeft Jezus hen werkelijk lief? Is Jezus wel degelijk hun hoofd? Heeft Jezus zich echt voor hen overgeleverd? Doen zij werkelijk wat Jezus heeft gedaan?

    Dat zijn heel wat vragen, maar er zijn er beslist nog veel meer. Jarenlang was ik ervan overtuigd dat zij, in vergelijking met de andere 'christelijke denominatie', wel degelijk beter waren.

    De geschiedenis van de 'christenheid' of 'christendom' - hoe je het ook wilt noemen - is met bloed geschreven en dat was niet wat Jezus predikte en onderwees.

    Toch zijn er in diezelfde geschiedenis ontelbare martelaren geweest die het goed wilde doen. Maar martelaren werden veroordeeld en gedood omdat zij in opstand kwamen tegen de georganiseerde religie, soms hun eigen organisatie.

    Die zelfde religies hebben zich aangepast en zijn nog steeds in oorlog met elkaar, dat blijkt  zelfs schriftuurlijk te zijn volgens de woorden van Jakobus 4:1-3.

     "Uit welke bron komen er oorlogen en uit welke bron komen er gevechten onder U? Komen ze niet uit deze bron, namelijk uit UW begeerten naar zingenot, die strijd voeren in UW leden? 2 GIJ begeert en toch hebt GIJ niet. GIJ blijft moorden en hebzucht koesteren, en toch kunt GIJ niet verkrijgen. GIJ blijft strijden en oorlog voeren. GIJ hebt niet, omdat GIJ niet vraagt. 3 GIJ vraagt en toch ontvangt GIJ niet, omdat GIJ met een verkeerde bedoeling vraagt, om [het] te besteden voor UW begeerten naar zingenot".

    En dit is nu één van die hoogstandjes van de organisatie of het besturende lichaam, zij voeren geen oorlog.

    JUIST, de geschiedenis bewijst het, maar wie is er dan verantwoordelijk voor de duizenden die uit gehoorzaamheid aan de organisatie of het besturende lichaam gestorven zijn aan die geboden en verboden die NIET schriftuurlijk waren?

    Zelfs het niet aanvaarden van 'burgerdienst' in de plaats van soldaat te worden, die 'burgerdienst' is naderhand toch maar tot een gewetenskwestie verklaard.

    Nu vallen er uiteraard altijd slachtoffers, ook bij een koude oorlog. Zegt de Bijbel niet, "wee hen die wee veroorzaken", welke dissimulaties er ook voor worden gebruikt?   En zoals Voltaire ooit schreef: 'in alle oorlogen gaat het alleen maar om roof'.

    Donderdag 12 februari 

    Het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn? -1 Petr. 4:17.

    De profetie van Maleachi voorzei dat Jehovah, "de ware Heer", vergezeld van Zijn "boodschapper van het verbond", zijn pas op de troon geplaatste Zoon, Christus Jezus, zou komen om Zijn "tempel" of geestelijke huis van aanbidding te oordelen en te inspecteren,"De bestemde tijd" waarop 'het oordeel van het huis van God' zou  beginnen, brak kennelijk aan in 1918 (Mal. 3:1). Zij die God en zijn ware aanbidding zeiden te vertegenwoordigen, werden grondig onderzocht. De kerken van de christenheid, die eeuwenlang godonterende leerstellingen hadden onderwezen en die een belangrijke rol hadden gespeeld in het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog, werden verworpen. Een getrouw overblijfsel van met de geest gezalfde christenen werd getoetst, als met vuur gelouterd en goedgekeurd, waardoor ze voor Jehovah "mensen [werden] die een offergave aanbieden in rechtvaardigheid". - Mal. 3: 3. w07 1/4 1:4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Wel... wel... wel..., dat blijkt een vervolg te worden van 't voorgaande. Ik laat de profetie van Maleachi voor wat ze is, zij spreekt voor zichzelf. Dus kan ik weer enkele vragen stellen. Is het wel degelijk 1918 geweest voor die 'bestemde tijd'?

    Is Zijn 'tempel' of 'geestelijk huis' toen wel degelijk grondig geoordeeld en geïnspecteerd?

    Zijn die 'God onterende kerken van de christenheid totaal en echt  verworpen?

    Is dat tussen haakjes "getrouw overblijfsel" echt getoetst, gelouterd en goedgekeurd? En denk je nu in waarheid dat zij mensen zijn geworden die God een offergave kunnen aanbieden in rechtvaardigheid?

    Nu, daar heeft de organisatie of het besturende lichaam allemaal antwoorden op, maar het is wel zo dat de beschuldigde optreedt als rechter.

    Volgens mijn niet al te bescheiden mening werd er met deze interpretatie eerder een grondslag gelegd voor een 'nieuwe organisatie en besturend lichaam' als toevoeging aan de lijst van de christenheid.

    Natuurlijk kan ik het verkeerd voor hebben, maar bewijs het eerst en komt nu niet af dat ik daar voor uitgesloten moet worden. Wil je ondertussen wel rekening houden met Galaten 4:16-17. "Ben ik nu dan UW vijand geworden omdat ik U de waarheid zeg? 17 Zij zoeken U ijverig, niet op een voortreffelijke wijze, maar zij willen U [van mij] afsluiten, opdat GIJ hén ijverig zoudt zoeken".

    En dat klopt als een bus, niet alleen voor mij, maar voor allen die de organisatie of het besturende lichaam en hun vertegenwoordigers 'terechtwijzen'. Om het volgens de volksmond te zeggen, zij die hun 'vuile wasbuiten hangen' moeten uitgesloten worden.

    Wanneer dat niet mag, die 'vuile wasbuiten hangen', dan mankeert er meer aan de organisatie of het besturende lichaam dan je denkt.

    Vermits zij er op staan dat zij, en zij alleen de waarheid hebben zouden zij moeten zorgen dat er geen 'vuile was' die openbaar gemaakt moest worden en dan zouden terechtwijzingen welkom moeten zijn. Nogmaals, ik verwacht geen volmaaktheid, wel eerlijkheid.

    vrijdag 13 februari

    Mijn zoon, indien uw hart wijs geworden is, zal mijn hart zich verheugen.

    Spr. 23:15.

    Jehovah geeft in de eerste plaatsde ouders de verantwoordelijkheid hun kinderen te onderwijzen (Spr. 1:8; Ef. 6:4). Een gezinsstudie leert de kinderen dat aanbidding geen formeel ritueel is dat alleen in het openbaar wordt uitgevoerd, maar een onderdeel is van het privé-leven van het gezin (Deut. 6:6-9). Bovendien kan een goed geleide gezinsstudie de ouders duidelijk maken hoe hun kinderen over geestelijke en morele zaken denken. Als de kinderen nog jong zijn, kunnen ouders bijvoorbeeld publicaties gebruiken zoals Lessen van de Grote Onderwijzer. In bijna elke paragraaf van dit Bijbelstudiehulpmiddel wordt kinderen gevraagd hun mening te geven over de besproken onderwerpen. Door over de Bijbelteksten in het boek te redeneren, kunnen ouders hun kinderen helpen hun waarnemingsvermogen te ontwikkelen "om zowel goed als kwaad te onderscheiden". Hebr. 5:14. w07 1/92:10-12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het initiatief om kinderen vroegtijdig te betrekken bij hun geestelijke ontwikkeling is zeker te prijzen.

    Dit wil niet zeggen dat het uitsluitend om en over religieuze artikelen moet gaan.

    Alle artikelen en beginselen die kinderen kunnen helpen om tot volwassen mensen met verantwoordelijkheidsgevoel op te groeien mogen met enthousiasme begroet en toegepast worden.

    Het is waar dat de organisatie of het besturende lichaam meerdere publicaties ter beschikking stelt die daartoe bijdragen, maar de nadruk die op de dienst, prediking, kleding, ontspanning en een carrière in één van de bethelhuizen in die publicaties wordt gelegd is eerder schrikbarend dat educatief.

    Het is ook waar dat er veel jongeren te zien zijn op de congressen en kring- en dagvergaderingen. Wat een logisch gevolg is van de gezinsstructuur waar de jongeren mee opgroeien.

    Wanneer jongeren mettertijd "zelf" gaan beslissen, naast de door hun ouders genomen beslissingen, haken vele jongeren af van de organisatie of het besturende lichaam. Het gevolg is dat er meer en meer gezinnen ontwricht raken.

    Als voorbeeld kan ik stellen dat toen onze jongeren, om hun neutraliteit niet te schenden, in de gevangenis terechtkwamen er t.a.v. de ouderlingen ooit een lezing werd gehouden die duidelijk maakte dat sommige van die jongeren hun standpunt innamen zonder gedoopt te zijn.

    Deze lezing kwam als een terechtwijzing over voor de ouderlingen met kinderen in die categorie, ook voor mij dus. Ik moet ook nu weer verwijzen naar de lezing van broeder Splane, die de nadruk legde op het feit dat veel jongeren die 'in de waarheid' waren groot gebracht nog niet gedoopt waren en hij vernoemde de 14 jarigen.

    En gij nu, gaat het om de numerieke meerderheid of om de geestelijke rijpheid? Gaat het over een persoonlijke beslissing of gehoorzaamheid aan het geweten van de organisatie of het besturende lichaam? Is het ambt van papa toevallig mee verantwoordelijk voor een vroegtijdige doop?

    Ondertussen heb ik ondervonden dat er enorm veel lectuur, buiten die van de organisatie of het besturende lichaam, voor jongeren beschikbaar is en voor alle leeftijden, in alle maten en kleuren. Bij nader inzien is dit zelfs zo voor de lectuur voor de volwassenen.

    zaterdag 14 februari 

    Zelfs tot in de ouderdom en grijsheid, 0 God, verlaat mij niet, totdat ik over uw arm kan vertellen aan het geslacht, aan allen die nog komen zullen, over uw macht. Ps. 71:18.

    De "andere schapen", die de hoop hebben eeuwig op aarde te leven, krijgen door hun omgang met getrouwen van de "kleine kudde", die een hemelse roeping hebben, een onmisbare opleiding (Luk. 12:32; Joh. 10:16). Dat was voorzegd in de tekst voor vandaag. De met de geest gezalfden leiden hun metgezellen, de andere schapen, graag op voor meer verantwoordelijkheden voordat ze hen verlaten om met. Jezus Christus verheerlijkt te worden. Jehovah heeft ouderen het voorrecht verleend getuigenis van hem af te leggen aan degenen die nu de ware aanbidding aanvaarden (Joël 1:2, 3). De andere schapen voelen zich gezegend door wat ze van de gezalfden hebben geleerd en worden aangemoedigd om die Bijbelkennis door te geven aan anderen die Jehovah willen dienen. - Openb. 7:9. 10. w07 1/6 2: 16, 17

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Goed zo, want al die andere schapen verlangen met de moed der wanhoop naar het eeuwige leven.

    En zoals we duidelijk kunnen lezen krijgen zij door hun omgang met de getrouwen van de "kleine kudde' een onmisbare opleiding. Daar staan wij eventjes bij stil.

    Vermits de organisatie of het besturende lichaam die "kleine kudde" (meer dan 9000 pers.) vertegenwoordigt mag ik toch enkele vragen stellen. Waarom maar enkele en hoe rijm je dit met het bijbels beginsel? In Spreuken 15:22. Plannen zijn tot mislukking gedoemd waar geen vertrouwelijk gesprek is, maar in de veelheid van raadgevers komt iets tot stand.

    Hoe kunnen zij nu een vertrouwelijk gesprek hebben met diegenen die zij  beweren te vertegenwoordigen? Hoe kunnen zij spreken van een beleidvolle slaaf wanneer 99,9% van hen nooit betrokken wordt bij het bereiden van het geestelijk voedsel?

    Het zou al heel wat redelijker in de oren klinken dat de illustratie waarop zij hun autoriteit  claimen, van toepassing te brengen op iedereen die kennis bezit en die doorgeeft aan zijn naaste. Daarmee bedoel ik niet dat er geen organisatie kan zijn, maar wel dat die organisatie geen doel mag of kan zijn.

    Het is een middel dat God kan gebruiken. Voorbeelden genoeg in de Hebreeuwse Geschriften. Ik ga die zelfde zin herschrijven, maar dan met de juiste uitdrukking. "Daarmee bedoel ik niet dat er geen "mensen" kunnen zijn die organiseren, maar wel dat die "mensen" geen doel mogen of kunnen zijn, tenzij zij van oordeel zijn dat zij nu reeds op tronen mogen zitten. Dat is zelfs heel goed mogelijk dat zij dat denken gezien hun autoritaire manier van optreden.

    Ik wil dit nog even onderstrepen met de laatste zin uit hun commentaar. Die andere schapen geven de Bijbelkennis die zij van de 'gezalfden' hebben geleerd door aan anderen. Iemand die al dertig jaar of langer met die kennis bezig is heeft mogelijk zonder dat hij of zij het beseft heel wat dingen doorgegeven die veranderd zijn.

    En één anekdote is mij persoonlijk overkomen in die richting. Iemand waar ik een nabezoek bracht zei bij mij aankomst en nog voor ik mijn gesprek kon beginnen. En welke leugens ga je mij nu vertellen.  Als je meer dan dertig jaar gepredikt hebt mag je ervan overtuigd zijn dat je heel veel zult moeten gaan rechtzetten, tenzij je ervan overtuigt dat je altijd de waarheid hebt gezegd, maar dan lieg je eens temeer.  Herken je deze? ....

    zondag 15 februari  

    Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht .... Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf. -Mark. 12:30, 31.

    Niet alleen omdat het juist is vergelden we geen kwaad met kwaad maar ook omdat het liefdevol is. In het boek Romeinen gebruikt hij het woord "liefde" (Grieks: a'gape) verschillende keren als hij het over Gods liefde en die van Christus heeft (Rom. 5:5, 8; 8:35, 39). Maar in hoofdstuk 12 gebruikt hij a'gape op een andere manier: hij spreekt over liefde die aan medemensen betoond wordt. Na te hebben opgemerkt dat er verschillende geestelijke gaven bestaan en dat die onder sommige gelovigen aanwezig zijn, noemt hij een eigenschap die alle christenen moeten ontwikkelen. Hij zegt: "Uw liefde zij zonder huichelarij" (Rom. 12:4-9). Anderen liefde betonen is een fundamenteel kenmerk van ware christenen. Paulus moedigt ons aan ervoor te zorgen dat de liefde die we als christenen tonen, oprecht is. w07 1/7 1:7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Volgens het commentaar zijn "naasten" onze 'medemensen' en aan ieder medemens dient men liefde te betonen.

    Maar dan het soort liefde dat weergegeven wordt met agapè en de vertaling van dit  Griekse woord is: "Onzelfzuchtige liefde" of zoals hun commentaar het weergeeft 'liefde zonder huichelarij'.

    Daarna wordt er gezegd dat er  onder christenen verschillende gaven bestaan, maar dat liefde betonen "zonder huichelarij" een fundamenteel kenmerk van ware christenen zou zijn.

    Nu die liefde is er niet! En daarmee bedoel ik niet dat er geen liefde is, maar niet in die mate dat men die "onzelfzuchtige liefde" kan noemen.

    Het kenmerk van Jehovah's Getuigen wordt echter verlegd naar de prediking van deur tot deur of van huis tot huis en daarom staat er in het organisatie boekje van 2005 op blz. 92 dat dit "min of meer hun 'handelsmerk' is geworden".

    In het Franstalig boekje staat het een beetje anders en schrijft men 'caractérisé' of kenmerkend.

    Persoonlijk vindt ik de Nederlandstalige versie correcter omdat de organisatie of het besturende lichaam meer de nadruk legt op verspreiding van hun lectuur en het aanvaarden van wat er in staat. Dat hun lectuur zelfs beter is om te onderwijzen dan het lezen van de Bijbel, zonder de waarde van de Bijbel te willen onderwerpen aan de lectuur, maar toch?

    Daarom kom ik terug op die eigenschap die Paulus vermeldde als een kenmerk van ware Christenen. Nu zet ik Christenen met een hoofdletter, omdat niet alle Getuigen van Jehovah Christenen zijn en ook, omdat niet alle Christenen op hun beurt Getuigen van Jehovah zijn. Daar bovenop zijn dan nog niet alle Christenen christenen.

    Dus, om toch maar in overeenstemming te blijven met het commentaar van de organisatie of het besturende lichaam herhaal ik hun versie en benadruk deze hoedanigheid met hun woorden: Anderen liefde betonen is een fundamenteel kenmerk van ware christenen.

    Niet de prediking, maar liefde zonder huichelarij.   HERKEN JE HET VERSCHIL?

    12-02-2009 om 00:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.van 1 tot en met 5 februari

    De Wachttoren, 1 februari 1964, blz. 80   "Het is geen vorm van religieuze vervolging wanneer iemand zegt en aantoont dat een andere religie vals of verkeerd is. Er is geen sprake van religieuze vervolging wanneer een wel ingelicht persoon een bepaalde religie openlijk als vals aan de kaak stelt... Wanneer men valse religie openlijk aan de kaak stelt, doet men een veel waardevoller werk dan wanneer men een nieuwsbericht als onjuist aan de kaak stelt; men verricht er een openbare dienst mee in plaats van dat men zich schuldig maakt aan een daad van religieuze vervolging, want het heeft met het eeuwig leven en geluk van de mensen te maken."

    BIJBELKENNIS EN INTERPRETATIE door de Wachttoren organisatie  pro / contra

    ik herhaal dat het eerste blok telkens een weergave is uit het boekje "Dagelijks de Schrift onderzoeken  2009"  uitgegeven door het Wachttorengenootschap. De eerste paragraaf is dan ook hun commentaar.

    De tweede paragraaf is BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR dus mijn commentaar op hun commentaar.

    FEBRUARI 2009 onze tweede serie commentaren.

    Zondag 1 februari

    Blijft... bij [uw vrouw] wonen overeenkomstig kennis, door haar eer toe te kennen als aan een zwakker vat, het vrouwelijke, daar ook Jij met hen erfgenamen zijt van de onverdiende gunst des levens. 1 Petr. 3:7.

    Beschouw de liefde van je vrouw nooit als iets vanzelfsprekends. Verzeker haar van je voortdurende liefde. Jezus heeft christelijke mannen het voorbeeld gegeven door de manier waarop hij zijn discipelen behandelde. Hij was zachtmoedig, vriendelijk en vergevensgezind, zelfs als zijn volgelingen herhaaldelijk negatieve eigenschappen vertoonden. Daarom kon hij tegen anderen zeggen: "Komt tot mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel" (Matth. 11:28, 29). Een christelijke man die Jezus navolgt, behandelt zijn vrouw net zoals Jezus zijn discipelen behandelde. Een man die zijn vrouw echt koestert en dit in woord en in daad toont, zal een bron van ware verkwikking voor haar zijn. w07 1/5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nu kun je dit absoluut niet mooier zeggen, mijn vrouw zou zeggen, "een mooie ruiker rode rozen." Het mag natuurlijk ook wat anders zijn hoor!

    Terzelfder tijd herstelt Jezus de vrouw terug in ere. Wij mogen niet vergeten dat over het algemeen de vrouw, ook bij de Joden, geen al te hoge plaats was voorbehouden. Wanneer wij terug gaan naar het Genesis verslag lezen wij dat God een partner voor Adam creëerde.

    Genesis 1:27. En God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen. Plus de tekst Genesis 2:18. Verder zei Jehovah God: „Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken, als zijn tegenhanger.”

    Ik ga geen commentaar geven over het verschil van die twee teksten, dat komt misschien later nog eens aan bod.

    Het is vooral de tweede tekst die nog al eens misbruikt wordt. Daar staat dat God een hulp voor Adam maakte als zijn tegenhanger. Het woordje hulp, wat een helper of helpster betekent, wordt nogal gemakkelijk gedegradeerd tot "hulpje" en daardoor wordt de vrouw even gemakkelijk vernederd tot een soort slavin voor alle werk en toebehoren. Met alle en vérdragende gevolgen van dien.

    Daarom staat het woordje 'tegenhanger' in schril contrast met de verkeerde interpretatie van voorgaande. Het woordenboek definieert 'tegenhanger' als: voorwerp, kunstwerk van dezelfde soort, dat mooi bij een ander past; in fig. zin persoon die bij een ander past of er een tegenstelling mee vormt. Het mij geleerde woord uit het Hebreeuws zegt het toepasselijk als 'evenwaardig' of 'equivalent'.

    Ondanks alles en ook in onze tijd, is het duidelijk dat machtsdragers, meestal mannen, de vrouw nog steeds als een voorwerp van discriminatie behandelen, al is er een kentering die weinig diepgang heeft. Ook in religieuze organisaties is dit duidelijk merkbaar, al is de theorie nog zo mooi.

    In de Bijbel is er sprake van dienaars, en dat zijn mannen, die als dienaars dan ook bepaalde voorrechten genieten. Toch maakt de Bijbel ook melding van dienaressen, maar in de gemeenten van J.G. zullen vrouwen nooit dezelfde voorrechten genieten als mannen.

    Het is waar dat de Bijbel zegt, via Paulus o.a, dat een vrouw niet mag onderwijzen in de gemeente, maar er is geen enkel origineel document uit Paulus tijd voorhanden.

    De afschriften die bijbelgenootschappen ter beschikking staan, hoeveel ook, zijn door mannen en voor mannen geschreven en hebben ons bereikt via organisaties die in de loop van de tijd geen 'christelijke reputatie' hebben opgebouwd. Op enkele uitzonderingen na, maar dan meer door individuele mannen die geholpen werden.

    Maandag 2 februari

    Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn? - Luk. 12:20.

    In Jezus' illustratie van de rijke man met overvloedige oogsten, noemde God de man "onredelijk" (Luk. 12:16-21). Dat woord duidt volgens een Bijbels woordenboek op "iemand die weigert te erkennen dat hij afhankelijk is van God". Dat doet denken aan wat Jezus later tegen de eerste-eeuwse gemeente in Laodicea zei: 'Gij zegt: "Ik ben rijk en heb rijkdom verworven en heb in het geheel niets nodig", maar gij weet niet dat gij ellendig en beklagenswaardig en arm en blind en naakt zijt' (Openb. 3: 17). Zijn we misschien net zo bezig als de man in de illustratie? Werken we heel hard voor "vele goede dingen", maar doen we niet wat nodig is om het vooruitzicht te mogen hebben op "vele jaren"? (Joh. 3:16; 17:3) De Bijbel zegt: "Waardevolle dingen zullen niet baten op de dag der verbolgenheid", en "wie op zijn rijkdom vertrouwt hijzelf zal vallen". - Spr. 11:4, 28.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Zo voor de vuist weg zou je zeggen 'genoeg is genoeg', maar sommigen hebben nooit genoeg en dan mag men dit gerust 'onredelijk' noemen. Langs de andere kant wanneer men te weinig heeft is dit op zijn minst even erg, vooral wanneer dit door anderen is veroorzaakt.

    Het Bijbels woordenboek hierboven aangehaald kan toepasselijk zijn in bepaalde gevallen, maar je mag het zeker niet gaan veralgemenen. De vraag die 'de organisatie' hier stelt is niet om je levensnoodzakelijke behoeften te bevredigen, maar toch is die vraag subtiel.

    Ik herhaal en benadruk ' Werken we heel hard voor "vele goede dingen", maar doen we niet wat nodig is om het vooruitzicht te mogen hebben op "vele jaren"?

    Nu weet jij zo goed als ik, waarde lezer dat het merendeel van de mensen serieus en hard moet werken voor zijn boterhammen. De miljoenen die onder de armoedegrens zitten, zij die verhongeren en creperen omdat zij niet en zelfs nooit de medicijnen of hulp krijgen die beschikbaar is.

    Het is niet zo dat de mensen, zowel arm als rijk, zich van God onafhankelijk hebben gemaakt, maar de mens is nu eenmaal afhankelijk van mensen voor zijn fysieke en lichamelijke behoeften. En het vooruitzicht op 'vele jaren' zoals boven vermeld is een loze belofte als je nu reeds aan de noodzakelijke levensbehoefte een tekort hebt.

    De georganiseerde religies en vooral de grotere hebben een rijkdom die naar de kroon steekt van zowel de politieke als de commerciële giganten. En toch kun je deze nog niet wegdenken uit het mensdom.

    Waar is de samenhang, wanneer zal de mensheid de menselijkheid opbrengen om ooit één gezin te vormen?

    Het beginsel 'laat uw redelijkheid' bij alle mensen bekend zijn is erg omstreden. Wat is redelijk? En wat is onredelijk? Wie bepaald dat? Waar ligt het evenwicht?

    Dinsdag 3 februari

    Bekleedt u ... [met] goedheid. - Kol. 3:12.

    We geven blijk van goedheid als we belangstelling voor anderen tonen door in woord en daad vriendelijk en behulpzaam te zijn. Jehovah is vriendelijk, en zijn Zoon eveneens (Matth. 5:45; Luk. 9:11). Van dienstknechten van God en Christus wordt vriendelijkheid verwacht (Spr. 22:9; 2 Tim. 2:24). Zelfs als we terecht boos zijn om iemands kwetsende woorden of onnadenkende daden, kunnen we vriendelijkheid tonen. "Weest toornig en zondigt toch niet", zei Paulus. "Laat de zon niet ondergaan terwijl gij in een geërgerde stemming verkeert... Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder meedogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft" (Ef. 4:26, 32). Het is vooral goed om vriendelijk te zijn tegenover degenen die beproevingen ondergaan. Uiteraard zou het van een ouderling niet vriendelijk zijn als hij iemand die duidelijk gevaar loopt het pad van "goedheid en rechtvaardigheid en waarheid" te verlaten, geen Bijbelse raad zou geven alleen om de gevoelens van die persoon niet te kwetsen. - Ef. 5:9. w0715/7 2:15,16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Ik herinner mij een uitspraak uit mijn jeugd 'je moet niet schoon zijn, als je maar vriendelijk bent'. En waarlijk, dat werkt, maar het kan zijn dat er meningsverschillen rijzen die als een barrière werken en vriendelijkheid kan dan het glijmiddel zijn om de stroefheid te verhelpen.

    Nu worden de woorden van Paulus aangehaald 'dat men de zon niet moet laten ondergaan terwijl men in een geërgerde stemming verkeert'.

    Dit beginsel wordt nogal gemakkelijk misbruikt door te zeggen dat je voor een oplossing moet zorgen vóór je gaat slapen. In veel gevallen kan dat gewoon niet. En uiteindelijk staat dat er ook niet. Daar staat dat je genoeg zelfbeheersing dient op te brengen om je niet te blijven ergeren.

    En dat vrijelijk vergeven mag en zal meestal geen probleem zijn wanneer er sprake is van berouw en een mogelijke rechtzetting waarvoor vergeving gevraagd is geworden.

    Uiteraard is het de plicht van 'ouderlingen' om vriendelijk te zijn. Alleen stel ik mij vraagtekens met de aantijging dat er Bijbelse raad moet gegeven worden als iemand het pad van "goedheid en rechtvaardigheid en waarheid" dreigt te verlaten.

    Op zichzelf niet verkeerd, maar in de eerste  plaats dient men te weten waarom die persoon of personen het pad van "goedheid en rechtvaardigheid en waarheid" zouden verlaten en dat is niet uitsluitend de plicht van de 'ouderlingen' maar van allen in de gemeente.

    In de meeste gevallen blijkt het de organisatie te zijn die ze verlaten omdat die het pad van  "goedheid en rechtvaardigheid en waarheid" kennelijk zelf heeft verlaten.

    Hoeveel getuigen moet je daar voor nog hebben?

    Woensdag 4 februari

    Laten wij volgens afspraak samenkomen in het huis van de ware God, binnen in de tempel, en laten wij de deuren van de tempel sluiten; want zij komen om u te doden. -Neh. 6:10.

    Semaja zei dat Nehemia gevaar liep vermoord te worden en dat hij zijn leven kon redden door zich in de tempel te verbergen. Maar Nehemia was geen priester. Hij zou een zonde begaan als hij zich in het huis van God zou verbergen. Zou hij Gods Wet overtreden in een poging zijn leven te redden? Nehemia antwoordde: "Wie is er als ik die' de tempel zou kunnen binnengaan en in leven blijven? Ik zal niet naar binnen gaan!" Waarom liet Nehemia zich niet in de val lokken? Omdat hij wist dat Semaja 'niet door God was gezonden' ook al was hij een mede  Israëliet. Per slot van rekening zou een ware profeet hem nooit aanraden Gods Wet te overtreden. Nehemia liet zich niet door boosaardige tegenstanders overwinnen, en de herbouw van de muren van Jeruzalem kwam "in tweeënvijftig dagen" tot voltooiing. - Neh. 6:10-15; Num. 1:51; 18:7. w07 1/7 2:15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De situatie wordt gebruikt als een parallel voor deze tijd, wat niet verkeerd hoeft te zijn. Deze paragraaf wordt ook gebruikt als inleiding voor "valse vrienden', valse beschuldigingen en valse broeders" zie het kader op blz. 29 van vermelde wachttoren. Het bovenstaande commentaar zegt dan ook dat Nehemia zich niet in de val liet lokken omdat hij wist dat Semaja 'niet door God was gezonden' ook al was hij een mede-Israëliet.

    De subtiliteit zit wel in de volgende paragraaf 16 van boven vermelde wachttoren, maar die is niet vermeld en daarom doe ik dit gedeeltelijk hier "Net als Nehemia zouden ook wij met tegenstanders te maken kunnen krijgen in de vorm van valse vrienden, valse beschuldigers of valse broeders."

    Let op het bijvoeglijk naamwoord "valse". De interpretatie van de organisatie of het besturende lichaam van dat woord "valse" is dat een ieder die negatieve uitspraken over de organisatie of het besturende lichaam verspreidt, ook al is het waarheid, onder die noemer "valse" komt te staan, met alle gevolgen van dien, meestal uitsluiting.

    Let nu in dezelfde paragraaf op de zinsnede dat, ''Sommige beschuldigingen zijn in de rechtszaal met succes weerlegd". Nu wordt er met geen enkel woord gerept over alle andere beschuldigingen die in de rechtszaal niet zijn weerlegd! Waarom niet?

    Herken je de subtiele misleiding? Moet ik er een tekening bij maken? En met hoeveel moet ik het vermenigvuldigen, ook al waren er geen rechtsgedingen, maar wel uitsluitingen?

    Nog één vraagje, waarop baseert de organisatie of het besturende lichaam zich, dat zij "door God zijn gezonden of door Zijn geest worden geleid" vermits ieder gezalfde uiteindelijk maar kan  "belijden" een gezalfde te zijn?

    Donderdag 5 februari 

    Wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel. Luk. 16:10.

    Wandelen we ook 'binnen ons huis', waar anderen ons niet zien, 'in de rechtschapenheid van ons hart'? (Ps. 101:2) Onze rechtschapenheid zou inderdaad thuis op de proef gesteld kunnen worden. Als we in een van de vele landen wonen waar bijna elk gezin wel een computer heeft, zijn obscene beelden maar een paar muisklikken van ons verwijderd. Wilde iemand een paar jaar geleden zulke beelden zien, dan moest hij daarvoor naar een plaats gaan waar immoreel amusement geboden werd. Zullen we weigeren zelfs maar naar immorele beelden te kijken? (Job 31:1, 9, 10; Ps. 119:37; Spr. 6:24, 25; Matth. 5:28; EL 5:3-5) Hoe staat het met tv-programma's waarin geweld voorkomt? Denken we daar net zo over als onze God, die 'al wie geweld liefheeft, stellig haat'? (Ps. 11:5) En hoe zit het met overmatig drinken als er verder niemand bij is? De Bijbel waarschuwt christenen er geen gewoonte van te maken "veel wijn" te drinken. - Tit. 2:3; Luk. 21:34, 35; 1 Tim. 3:3, vtn. w07 15/6 2:13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dit beginsel uit Lukas 16: 10 zou ieder welwillend mens moeten aanspreken. Niet alleen om de redelijkheid ervan, maar vooral omdat kleine dingen het begin zijn van en kunnen uitgroeien tot iets wat je mettertijd niet meer in de hand zult hebben.

    Nogmaals, men mag geen volmaaktheid verwachten maar wel eerlijkheid en dat men moeite doet. Natuurlijk zit de paragraaf ook in ons privé leven en dat mag, om ons te waarschuwen.

    Waar is de tijd dat de T.V. Satans Trieste Voorraadkast werd genoemd, of Tijd-Vreter. En wie was die gezalfde die ooit heeft gezegd dat broeders en zusters niet te veel vrije tijd mochten hebben omdat zij die dan toch maar zouden gebruiken om voor de T.V. te zitten.

    Hij had gelijk maar dan met de woorden van Minister Van den Boeynants in gedachten "trop is teveel".

    Het is natuurlijk verstandig om goede raad op te volgen, maar niet als die raad als een bevel gegeven wordt. Ik wil niet al te kritisch overkomen, maar de tekst van Ps. 11: 5 waar God zegt "al wie geweld liefheeft, stellig haat" mag je niet zomaar lukraak gaan gebruiken en toepassen zelfs niet op een media. En weet je waarom niet? Omdat je dan evenmin de Bijbel mag lezen.

    Er zijn uiteraard heel wat programma's die echt niet door de beugel kunnen, maar er zijn er heel zeker voldoende die ontspannend en educatief zijn.

    Hetzelfde kan gezegd worden van de P.C. en vooral met 'internet', de waarschuwingen door de organisatie of het besturende lichaam zijn niet uit de lucht, maar ik zou durven vragen of het niet juist door dit medium is dat Daniël 12: 4 grotendeels zijn vervulling zou kunnen kennen?

    11-02-2009 om 11:26 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vervolg dagteksten januari

    Maandag 19 januari

    Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen. - Luk. 12:44.

    Enkele maanden voordat Jezus zijn profetie uitsprak over het teken van zijn tegenwoordigheid, dat ook de aanwezigheid omvatte van een "slaaf" die hem op aarde vertegenwoordigde, sprak hij over deze "slaaf" in iets andere bewoordingen die duidelijk maakten wat de verantwoordelijkheden van de slaaf waren (Matth. 24:3-47). Jezus zei: "Wie is werkelijk de getrouwe, de beleidvolle beheerder, die door zijn meester over diens lichaam van bedienden zal worden aangesteld om hun te rechter tijd hun mate van voedsel benodigdheden te blijven geven? Ik zeg u naar waarheid: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen" (Luk. 12:42,44). Hier wordt de slaaf een beheerder genoemd, wat de vertaling is van een Grieks woord dat duidt op "de bestuurder van een huishouden of landgoed". Behalve dat de collectieve 'getrouwe beheerder' "te rechter tijd" voedzaam geestelijk voedsel zou verschaffen, zou hij ook over al Christus' bedienden worden aangesteld en de toewijzing krijgen al Christus' belangen op aarde, "al zijn bezittingen", te beheren. w07 1/41:6, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   In de eerste plaats is het één van de vele illustraties van Jezus Christus, dus geen specifieke toepassing. Zoals je zelf kunt zien staat de illustratie in het enkelvoud. Dat is waarschijnlijk de reden dat Charles Taze Russell het zich kon permitteren of laten aanleunen dat hij "die man" was. Mettertijd veranderde die zienswijze dat het een samengestelde man of orgaan moest zijn gezien door de eeuwen heen één man onmogelijk was. Van hier uit bleek het geen probleem te zijn het in overeenstemming te brengen met "een organisatie of besturend lichaam". Alleen komt die benaming nergens voor in de Schrift en is er alleen onrechtstreeks bewijs, als je al van bewijs mag spreken. Het blijft interpretatie dat het 'besturende lichaam zelfs maar in Jeruzalem functioneerde omdat daar een probleem aan de gang was dat in Antiochië aan het licht was gekomen. Zie handelingen hoofdstuk 15 en merk op dat de 'gemeente' Paulus en Barnabas en enkele anderen, naar Jeruzalem stuurde opdat het probleem vanuit die gemeente kwam. En zo kom je automatisch weer op 'georganiseerde religie' die in de loop der eeuwen haar stempel heeft gedrukt op de gehele mensheid, soms ten goede, meestal tot nu toe echter ten nadelen. Het gebrek aan geloof is grotendeels te wijten in die 'georganiseerde religies'.

    Uiteindelijk hebben nog heel veel mensen geloof in 'Iets of iemand of gelijk wie of wat'. En een persoonlijk streven naar een beter leven wat door de omstandigheden en het milieu en de cultuur en wat weet ik veel nooit optimaal kan beleefd worden. Enfin nog niet.

    Dinsdag 20 januari

    Blijft barmhartig worden, zoals uw Vader barmhartig is. - Luk. 6:36.

    De Wet die via Mozes werd gegeven, bevatte zo'n zeshonderd vereisten en voorschriften. Hoewel de verplichtingen van de mozaïsche wet nagekomen moesten worden, was het tonen van barmhartigheid ook heel belangrijk. Denk maar aan Jezus' woorden tot de Farizeeën, die een onbarmhartige houding aan de dag legden. Bij twee gelegenheden berispte hij hen en wees hij erop dat God had geboden: "Ik wil barmhartigheid en geen slachtoffer" (Matth. 9:10-13; 12:1-7; Hos. 6:6). Tegen het einde van zijn bediening zei Jezus: "Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!, want gij geeft tienden van de munt en de dille en de komijn, maar hebt de gewichtiger zaken van de Wet, namelijk gerechtigheid en barmhartigheid en getrouwheid, veronachtzaamd" (Matth. 23:23). Jezus hechtte beslist veel waarde aan barmhartigheid. Als we de voordelen van barmhartigheid inzien, zullen we ertoe bewogen worden die eigenschap vollediger in ons leven toe te passen. w07 15/9 1:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het medelijden of mededogen dat met barmhartigheid bedoeld wordt gaat bij velen in de organisatie of het besturende lichaam slechts zover als zij zelf bepalen. Als, zoals terecht in het commentaar te lezen is, we de voordelen van barmhartigheid inzien, zullen we ertoe bewogen worden die in volledigere maten toe te passen. In het voorgaande worden Jezus woorden tot de Farizeeën aangehaald, maar in veel opzichten is ook de organisatie en het besturende lichaam’ in een situatie terechtgekomen die weinig of niets verschild van gelijk welke religieuze organisatie. Neem o.a. de uitsluitingsprocedure, die niet alleen aan veranderingen onderhevig is, maar eerder aangepast om mensen die niet met alles akkoord kunnen gaan, uit te sluiten. De procedures uit de bijbel verschillen nogal veel met elkaar daarom dien je rekening  te houden met de situatie en persoonlijkheid. De volgens mij belangrijkste procedure is die van Jezus Christus zelf. Mattheus 18: 15-17 Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner Hier specificeert Jezus geen zonde en 'genootschap en het besturende lichaam’ hebben zich de vrijheid veroorloofd om deze procedure terug te brengen op bijna uitsluitend persoonlijke zaken, financiële, eigendom, fraude, bedrog of om regelrechten laster. Evenwel kun je met deze procedure veel "barmhartiger" bijna alle zonden behandelen zonder partijdigheid en zonder in een doolhof van spitsvondigheden en drogredenen te verdwalen. Vooral wanneer de gemeente erbij betrokken wordt en let wel, Jezus sprak niet over een comité noch over rechters, ook niet over geheimhouding achter gesloten deuren of wat maar ook. Zijn procedure was en is 'MENSLIEVEND' en niet afhankelijk van enkele mensen.

    Woensdag 21 januari

    Laat al uw aangelegenheden met liefde geschieden. 1 Kor. 16:14.

    Veel ouders beseffen dat ze hun kinderen met liefde moeten opleiden. Maar christelijke ouders die zo'n liefdevolle opleiding willen geven, staan voor een moeilijke taak. Wat zijn enkele van de problemen waarmee ze te maken krijgen? We leven nu ver in de laatste dagen van dit stelsel. Zoals voorzegd, is de samenleving doordrongen van een liefdeloze mentaliteit. Zelfs binnen het gezin hebben mensen geen "natuurlijke genegenheid" meer en zijn ze "ondankbaar, deloyaal,... zonder zelfbeheersing, heftig" geworden 2 Tim. 3:1-5. Dagelijks contact met mensen die zulke eigenschappen vertonen, kan invloed hebben op de manier waarop christelijke gezinsleden met elkaar omgaan. Bovendien worstelen ouders met hun eigen overgeërfde neiging om hun zelfbeheersing te verliezen, dingen te zeggen die ze niet menen en in andere opzichten van weinig inzicht blijk te geven (Rom. 3:23; Jak. 3:2, 8, 9. Ondanks die problemen kunnen ouders gelukkige, geestelijk gezinde kinderen grootbrengen door de Bijbelse raad op te volgen die in de tekst voor vandaag staat. w07 1/9 1:1-3

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is geloof versterkend om te beseffen dat "liefde", in de definitie dan van 'agapè' of onzelfzuchtige liefde, een enorme kracht kan zijn. Evenwel dienen wij alle omstandigheden te beschouwen die een individu beïnvloeden. Ouders hebben die verantwoordelijkheid in de eerste plaats, maar anderen spelen eveneens een grote rol. En voor de zoveelste keer 'leven wij in de laatste dagen' terwijl dit reeds in het begin van de 'christelijke gemeente' zowas. Wanneer je dit samenstel of de huidige omstandigheden beschouwd zou je dit kunnen bevestigen, maar de geschiedenis is doortrokken van een liefdeloze mentaliteit en de beestigheden, excuseer voor deze vergelijking want beesten doen dit normaal niet, zijn alleen duidelijker en algemener. Dat er in het gezin geen 'natuurlijke genegenheid meer zou zijn is zeer misleidend door het zo te veralgemenen. En de zinsnede van die dagelijkse contacten, mensen, met die verkeerde eigenschappen is gewoon een manier om je te 'vervreemden' van die mensen waar je moet gaan prediken of die dikwijls familieleden zijn of zelfs je eigen gezinsleden. In werkelijkheid creëren de predikers een klimaat van wantrouwen ten opzichten van hun evennaasten en tezelfdertijd breken zij de verbindingslijnen af die zij met 'liefde' zou moeten aanleggen.

    Donderdag 22 januari 

    Ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit. - Luk. 12:15.

    Geld, bezittingen, prestige, een goedbetaalde baan, afkomst dat zijn enkele dingen die de meeste mensen zien als maatstaf voor succes of als garantie voor een goede toekomst. Het is duidelijk dat in zowel rijke als arme landen de interesses en bezigheden van veel mensen gericht zijn op materiële voordelen en vooruitkomen in de maatschappij. Maar hun belangstelling voor geestelijke dingen, als die er al is, neemt snel af. Dat is precies wat de Bijbel heeft voorzegd. Die zegt dat er 'in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen meer liefde voor genoegens hebben dan liefde voor God, en zullen een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten' 2 Tim. 3:1-5. Ware christenen die dag in, dag uit tussen zulke mensen leven, staan constant onder druk om zich aan die mentaliteit en leefstijl aan te passen. w07 1/81:1,2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Lukas 12:15. "Vervolgens zei hij tot hen: „Let op en hoedt U voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit".

    Ik heb deze schriftuurplaats volledig afgedrukt om de eenvoudige reden dat Jezus het hier over elke soort van 'hebzucht' heeft en dit uiteraard meer inhoudt dan materiele belangen zoals het commentaar belicht. En ook meer betekend dan 'belangstelling' voor geestelijke dingen te hebben. Nu wordt gezegd dat bij de 'meeste mensen' hun geestelijke gezindheid snel afneemt. Wanneer een Getuige van Jehovah zich de  moeite zou getroosten en een klein beetje tijd zou inruimen om dat na te gaan dan, zou hij of zij verwonderd kunnen zijn over de hoeveelheid lectuur en andere media die ter beschikking staat van mensen die hun geestelijke nood trachten te  lenigen. In alle geloofsstrekkingen, voor alle leeftijden, in heel veel talen. Misschien mag ik eens 'voorbarig' zijn. Jes. 32:4. En zelfs het hart der voorbarigen zal acht geven op kennis, en zelfs de tong der stamelenden zal vaardig zijn in het spreken van duidelijke dingen.  Nu bedoel ik dat de profetische tekst van   Daniël hoofdstuk 12: 4 zijn vervulling zou kunnen hebben in deze 'tijd van het einde' maar dan niet via één organisatie of het besturende lichaam, maar via  de PC en het Internet. Of denk je dat er alleen maar 'uitgeslotenen' commentaar geven? Jezus zei o.a. in Johannes 8: 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken. Wel mijn beste lezer, ik heb daar 35 jaar voor nodig gehad om DE WAARHEID te leren kennen en daardoor en daarom heb ik menselijke waarheid de rug kunnen toekeren, met alle respect voor diegene die nog niet zover zijn. (Gij kunt en zult ook de waarheid over de waarheid te weten komen, als je wilt).

    Vrijdag 23 januari

    Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap;want er staat geschreven: "Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah."-Rom.12:19.

    Paulus noemt een dwingende reden waarom we geen wraak op vervolgers mogen nemen: het getuigt van bescheidenheid. Een christen die probeert wraak te nemen is aanmatigend en overmoedig. Hij eist voor zichzelf een rol op die God toebehoort (Matth. 7:1). Bovendien toont hij door het recht in eigenhanden te nemen gebrek aan geloof in Jehovah's verzekering: "Ik wil vergelden." Ware christenen daarentegen vertrouwen erop dat Jehovah "recht [zal] doen wedervaren aan zijn uitverkorenen" (Luk. 18:7,8; 2 Thess. 1:6-8). Ze laten het wreken van kwaad bescheiden aan God over (Jer. 30:23,24; Rom. 1:18). Als we wraak nemen op een vijand zal dat zijn houding waarschijnlijk verharden, maar een vriendelijke behandeling kan hem milder stemmen. w07 1/7 1:15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nu vraag ik mij toch af waarom de organisatie of het besturende lichaam broeders en zusters heeft uitgesloten omdat zij de organisatie of het besturende lichaam aan de kaak stelde? Lees voor u zelf wat in De Wachttoren, 1 februari 1964, blz. 80 staat:   "Het is geen vorm van religieuze vervolging wanneer iemand zegt en aantoont dat een andere religie vals of verkeerd is. Er is geen sprake van religieuze vervolging wanneer een welingelicht persoon een bepaalde religie openlijk als vals aan de kaak stelt... Wanneer men valse religie openlijk aan de kaak stelt, doet men een veel waardevoller werk dan wanneer men een nieuwsbericht als onjuist aan de kaak stelt; men verricht er een openbare dienst mee in plaats van dat men zich schuldig maakt aan een daad van religieuze vervolging, want het heeft met het eeuwig leven en geluk van de mensen te maken." Staat de organisatie of het besturende lichaam hier dan boven?

    De organisatie of het besturende lichaam heeft zich niet alleen bezondigd aan hun eigen richtlijnen, maar heeft zelfs de 'uitsluitingsprocedure veranderd en o. a. broeder Raymond Franz, de auteur van het boek "GEWETENSCONFLICT" met terugwerkende kracht uitgesloten om hem monddood te maken en voor dat hij zijn boek heeft geschreven Nadien is er een uitsluitingsprocedure ontwikkeld die schijnbaar bijbels zou moeten zijn, maar het niet is. Evenwel is zijn boek een aanrader voor elke gewetensvolle Getuigen van Jehovah. Ik schrijf gewetensvol omdat het rechtvaardig is ook zijn mening te weten. Raymond Franz heeft jarenlang deel uitgemaakt van het besturende lichaam en heeft mee gewerkt aan verschillende publicatie waaronder het boek 'hulp tot begrip van de Bijbel' dat grotendeels zijn inzicht tot stand is gekomen. Dit boek staat niet meer op de index, waarom niet?

    Volgens mij uit wraakzucht. Ik schrijf dit omdat het 'Inzicht in de Schrift' boek 1 en 2 praktisch dezelfde stof bevat als het boek 'hulp tot begrip van de Bijbel', heel vlug achter de uitsluiting van Raymond is uitgekomen en dan nog uniek als een luxe uitgave.

    Zaterdag 24 januari

    Een grote schare der joden dan kwam te weten dat [Jezus] daar was, en zij kwamen niet alleen vanwege Jezus, maar ook om Lazarus te zien, die hij uit de doden had opgewekt. -Joh. 12:9.

    Er zijn opstandingen verricht in het bijzijn van ooggetuigen en ze zijn opgetekend in Gods Woord. De Bijbel bevat gedetailleerde beschrijvingen van acht opstandingen van mensen die tot leven op aarde werden teruggebracht. Die wonderen werden niet in het geheim verricht maar openlijk, vaak in het bijzijn van ooggetuigen. Lazarus, die al vier dagen dood was, werd door Jezus opgewekt in het bijzijn van een grote groep treurenden onder wie zich ongetwijfeld familie, vrienden en buren van de man bevonden. Dit bewijs dat Jezus door God was gezonden, was zo krachtig dat Jezus' religieuze vijanden het nooit hebben ontkend. In plaats daarvan beraamden ze plannen om niet alleen Jezus maar ook Lazarus te doden! (Joh. 11:17-44, 53; 12:10, 11) Ja, we kunnen erop vertrouwen dat de opstanding een zekerheid is. God heeft ons een verslag over vroegere opstandingen gegeven om ons te troosten en ons geloof op te bouwen. w07 15/52:9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De opstanding is een Bijbelse leer en appelleert aan de verlangens van ons hart. Het blijft een feit dat mensen in het algemeen het niet altijd rooskleurige leven hier op en in dit "tranendal" voor een beter en gelukkiger leven willen ruilen. Sommigen leren dit in de vorm van een 'hiernamaals', anderen als een opstandig hier op een paradijsaarde en zo zijn er nog verschillende en verscheidene versies afhankelijk van wat je meekrijgt bij je geboorte en tijdens je leven. De opstandingen uit de Bijbel zijn zoals geschreven bevestigd door ooggetuigen. De Bijbel legt op zijn beurt getuigenis af dat hij door God is geïnspireerd. Velen geloven dit en anderen weer niet. Ik heb het reeds gezegd 'geloof' is een individuele zaak op wat het ook is gebaseerd. In dit verband wil ik wel aantonen dat de Bijbel en zijn canon niet, zoals een schrijver zei, ons per fax uit de hemel is toegezonden. Waar je wel rekening dient mee te houden is dat er geen enkel, maar dan ook geen enkel 'origineel' is o.a. van de Evangeliën. De bewijskracht van de Bijbel ligt volgens mij dan ook in het geloof dat men er in stelt en de kracht die daarmee kan gepaard gaan.

    Zondag 25 januari

    Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen. -Rom. 12:18.

    Vrede, een aspect van de vrucht van de geest, is een toestand van kalmte en afwezigheid van onrust. Onze hemelse Vader is de God van vrede, en we krijgen de verzekering: "Jehovah zelf zal zijn volk zegenen met vrede" (Ps. 29:11; 1 Kor. 14:33). Jezus zei tegen zijn discipelen: "Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u" (Joh. 14:27). Hoe zou dat zijn volgelingen helpen? De vrede die Jezus zijn discipelen gaf, schonk hun hart en hun geest kalmte en nam hun angsten weg. Ze kregen vooral vrede toen ze de beloofde heilige geest ontvingen (Joh. 14:26). Onder invloed van de geest en in antwoord op onze gebeden genieten we in deze tijd de onvergelijkelijke "vrede van God", die ons hart en onze geest rust geeft (Fi!. 4:6, 7). Bovendien helpt Jehovah's geest ons om kalm en vredelievend te zijn tegenover geloofsgenoten en anderen. 1 Thess. 5:13. w07 15/7 2:11, 12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Als diegenen die het commentaar hebben geschreven dit zelf geloofden zouden zij het zeker en vast anders hebben opgesteld. Hooguit kunnen zij het hopen met hopen, want als vrede echt het resultaat is van Gods geest, dan moet er nog heel veel en hard gewerkt worden aan de vrucht van Zijn geest. Er is onder de getuigen eerder een geest van angst om een slechte getuigen te zijn dan een goede vredevolle christen. Die geest waarover Jezus sprak is eens te meer een persoonlijk gevoelsuiting die per slot van rekening nog afhangt van het moment of de momenten. Wanneer de schrijvers van het commentaar het hebben over het "genieten van de onvergelijkelijke 'vrede van God' en zij brengen die in verband met de groep, dan blijkt hier uit dat men in werkelijkheid aan groepsmanipulatie doet en indoctrineert. Met andere woorden, je moet dat gevoel en die vrede hebben, anders mankeert er iets met je geloof. Ik kan je nog verzekeren dat het samen zingen en ervaringen beluisteren die gemanipuleerde en geïndoctrineerde methoden hun doel dienen, ik zei hun doel, niet het uwe.

    Maandag 26 januari

    Jehovah is zich bewust van de dagen der onberispelijken, en hun erfdeel het zal zelfs tot onbepaalde tijd blijven. - Ps. 37:18.

    Hoewel Davids omstandigheden in de loop van de jaren heel wat keren veranderd zijn, bleef hij ervan overtuigd dat Jehovah's zorg voor zijn loyale dienstknechten nooit verandert. Tegen het einde van zijn leven componeerde David het lied dat we nu kennen als Psalm 37. Stel je David eens voor in een mijmerende stemming, terwijl hij zichzelf op de harp begeleidt en zingt: "Door Jehovah zijn zelfs de schreden van een fysiek sterke man bereid, en in zijn weg heeft Hij behagen. Al valt hij, hij zal niet worden neergeslingerd, want Jehovah steunt zijn hand. Eens was ik een jonge man, ook ben ik oud geworden, en toch heb ik geen rechtvaardige volkomen verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood" (Ps. 37:23-25). Het heeft Jehovah goedgedacht in deze geïnspireerde psalm een verwijzing naar Davids leeftijd op te nemen. Wat een diepe gevoelswaarde voegt dat aan die oprechte woorden toe! w07 1/6 1:14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Dat Jehovah zich bewust blijft van de onberispelijke dagen van zijn onderdanen is uiteraard nog geen garantie dat de organisatie of het besturende lichaam dat ook doet. In de eerste plaats weten die enkele mensen niet eens wat iemand in de organisatie doet of niet doet of wat zijn geestelijke instelling is, al moeten hun vertegenwoordigers het wel weten. De bijkantoor opzieners zullen dus eerder aan de hand van de rapportjes en aan wat de kringopzieners melden 't zij schriftelijk of anderszins een bepaalde indruk krijgen van iemands instelling, maar dat hoeft niet per se correct te zijn. Hier dient vermeld te worden dat deze kennisgeving naar de bijkantoren afhankelijk is van onvolmaakte mensen, van moment opnamen, van datgene wat de ouderlingen de kringopziener vertelde of en van willekeur en voorkeur. Wanneer iemand op een redelijke wijze aan de vereisten voldoet kan hij een aanstelling verwachten. Hier komt dan de aanstelling door H Geest van toepassing.  Van een feit ben ik zeker, dat is dat van het moment dat iemand iets of wat afwijkt van de uitleg en de mening van de organisatie of het besturende lichaam je automatisch niet voldoet om verantwoordelijkheid in de gemeente te hebben. Iemand die daartegenover slaafs en gewillig is aan de organisatie of het besturende lichaam en hun gedragslijnen en redelijk veel velddienst verricht zal gemakkelijker en vlugger aan de redelijke norm van de schriftuurlijke vereisten te voldoen en zal dus eerder een aanstelling mogen verwachten. Met andere woorden, als je de gemeente kunt activeren om alles wat de organisatie of het besturende lichaam zegt of schrijft te onderschrijven zit je voor hen op de juiste plaats. Niet direct omdat je de waarheid voorstaan.

    Dinsdag 27 januari

    Wat God ... onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen. Matth. 19:6.

    Het is een feit dat elk huwelijk van tijd tot tijd aandacht nodig heeft. In de meeste gevallen zal het gaan om het bijleggen van kleine meningsverschillen. Maar in sommige huwelijken kunnen er ernstiger problemen zijn, die het fundament van de relatie in gevaar brengen. Soms moet je misschien de hulp inroepen van een ervaren getrouwde ouderling. Zulke situaties betekenen echter niet dat je huwelijk een mislukking is. Ze beklemtonen alleen hoe belangrijk het is om bij het zoeken naar oplossingen stevig aan Bijbelse beginselen vast te houden. Als de Schepper van de mens en de Insteller van de huwelijksregeling weet Jehovah beter dan wie maar ook wat er voor een goed huwelijk nodig is. De vraag is: luisteren we naar de raad in zijn Woord en gehoorzamen we die? We zullen er zeker profijt van hebben als we dat doen (Jes. 48:18). Door ons aan de richtlijnen in de Bijbel te houden, kunnen we ons huwelijk tot een succes maken. w07 1/5 2:3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het blijft een gegeven dat ouderen en dienovereenkomstig een ouderling met ervaring soms prima raad kan geven. Zelfs rijpe zusters kunnen dienstbaar zijn om raad en ervaring te gebruiken en te helpen. In gevallen waar ernstige problemen zijn is het doel hen te helpen soms uit de hand gelopen omdat de richtlijnen strak en zonder aanzien des persoon toegepast werden. Je moet beseffen dat je in de plaats van hulp te geven eerder zegt wat zij dienen te doen omdat de bijbel of de verklarende lectuur dat zegt. Iedere situatie is verschillend en kan zonder inzicht tot een ramp leiden waardoor de hulpgever eerder als een rechter en beul is opgetreden. In werkelijkheid kan zulke inmenging eerder bemoeizucht betekenen en inbreuk op de privacy van het koppel. Weinig ouderlingen, zelfs rijpe en ervaren mannen hebben de kunst en het recht om ook maar iets te beslissen in zulke aangelegenheden en zeker nooit om voor hen ook maar iets te zeggen wat zij zouden moeten doen of laten, hoe goed bedoeld het ook mogen wezen. Een spreekwoord zegt, dat de weg naar de 'hel' met goede bedoelingen is geplaveid. Ik heb persoonlijk ervaren dat ouderlingen zeiden dat Jehovah echtscheiding haat, zonder de schriftuurlijke reden wanneer dit wel kon, te vermelden.

    Woensdag 28 januari

    Jehovah is goed jegens allen, en zijn barmhartigheden zijn over al zijn werken.

    Ps: 145:9.

    We krijgen de aanmoediging "navolgers van God" te worden en "het goede [te] doen jegens allen" (Ef. 5:1; Gal. 6:10). Daden van barmhartigheid mogen dus niet beperkt blijven tot leden van de gemeente. Hoewel we 'de wereld niet liefhebben noch de dingen in de wereld', zijn we niet ongevoelig voor de behoef ten van de mensen in de wereld (1 Joh. 2:15). Als christenen zijn we altijd bereid alle mogelijke hulp te verlenen aan slachtoffers van "onvoorziene gebeurtenissen" of aan mensen die in een trieste situatie verkeren (Pred. 9:11). Natuurlijk hangt het van de omstandigheden af wat we kunnen doen en hoeveel (Spr. 3:27). Als we anderen materiële hulp geven, moeten we oppassen dat een schijnbaar goede daad niet tot luiheid aanmoedigt (Spr. 20:1,4; 2 Thess. 3:10-12). Een ware daad van barmhartigheid is dus een reactie die uit teder mededogen of medegevoel voortkomt maar waarbij ook het gezonde verstand een rol speelt. w07 15/9 2:15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Van die daden van barmhartigheid kunnen veel voorbeelden gegeven worden. Niet alleen van en door de organisatie of het besturende lichaam, maar van duizenden en duizenden zowel organisaties als individuele personen. Alleen moet je nog een passende definitie geven van het woord 'goed' en het woord 'barmhartig'. Daarbij komt nog de interpretatie van 'niet ongevoelig' en 'behoeften'. En voor ik het vergeet, moet je ook nog de beweegredenen kennen, waarom je 'goed en barmhartig' wil zijn. Wat is 'goed'? Volgens het woordenboek: wat goed is; tot nut, voordeel. In de volksmond kan dit zijn van wat 'goed' is voor de ene is het daarom nog niet voor de andere. Je kunt ook goed doen om er zelf beter van te worden, ik gebruik 'van' i.p.v. 'door', begrijp je het verschil? Ik doe nu hetzelfde met 'barmhartig' = mededogend, medelijdend. In de praktijk dient dit vergezeld te zijn met werken die onbaatzuchtig tot voordeel van de persoon in kwestie zijn. Hoeveel organisaties ken jij persoonlijk, en hoe reageer jij wanneer zij beroep op jou doen? Begrijp je waarom ik dit vraag? De beweeg redenen kun je soms raden, maar zit je daarom juist?

    Donderdag 29 januari

    Hoor, 0 onze God, want wij zijn een voorwerp van verachting geworden; en doe hun smaad op hun eigen hoofd terugvallen. -Neh. 4:4.

    Nehemia spoorde Zijn volk moedig aan: "Laten wij de muur van Jeruzalem herbouwen." Ze antwoordden: "Wij moeten bouwen." Nehemia zegt: "Zij sterkten hun handen dus voor het goede werk", maar tegenstanders gingen hen "bespotten" (Neh. 2:17-20). Nehemia schonk eenvoudig geen aandacht aan het gespot. Hij gehoorzaamde Gods gebod en deed geen poging om wraak te nemen (Lev. 19:18). Hij liet de kwestie aan Jehovah over. Nehemia vertrouwde op Jehovah's verzekering: "Mij is de wraak en de vergelding" (Deut. 32:35). En Nehemia en zijn volk 'bouwden voort aan de muur'. Ze lieten zich niet afleiden. "De gehele muur werd tot op zijn halve hoogte samengevoegd, en het volk bleef een hart hebben om te werken" (Neh. 4:6). De vijanden van de ware aanbidding waren er niet in geslaagd een eind te maken aan de bouwwerkzaamheden! w07 1/7 2:5, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nehemia is een schoolvoorbeeld voor deze tijd van het 'einde'. Zowel voor de jongeren als voor alle anderen die, vooral door het predikingwerk, spot en tegenstand ondervinden om hen een hart  onder de riem te steken. De tegenstanders in Nehemia's tijd voorzagen dat door de stad te herbouwen hun eigen invloed te niet gedaan zou worden en dat is ook gebeurd. Tenslotte was Jeruzalem de stad, hun stad die herbouwd diende te worden,zowel voor de veiligheid als voor het herstel van hun aanbidding. Hij, Nehemia, deed geen poging om wraak te nemen, maar volgens het verslag zorgde hij wel voor bewapening bij de verdere werken. Je kunt uiteraard verschillende parallelle trekken maar dan met de nodige vraagtekens. De spot en tegenstand, vooral in verband met de prediking, is niet om het geloof op zich, want bijbels gezien zou het een opdracht van Christus zijn, maar meer omwille van vroeger openbaringen en gepubliceerde geboden en verboden, dat is één. Vervolgens over deelnamen als NGO bij de VN, de pedofilie affaires uitgezonden op BBC en Panorama en  de bloedkwestie die heel zeker is achterhaald en zelfs haaks staat op vroegere gepubliceerde verklaringen. Wij herhalen Zie in verband met de 'bloedkwestie' 1945 het tijdschrift 'Vertroosting' (nu ontwaakt) van september 1945 op blz. 29 zegt: "God heeft nooit bepalingen uitgevaardigd die het gebruik van medicijnen, inspuitingen of bloedtransfusies verbiedt. Het is een uitvinding van mensen, die gelijk de Farizeeën Jehova's barmhartigheid en liefde buiten beschouwing laten. Jehova te dienen met geheel ons verstand betekent niet ons verstand uit te schakelen; vooral dan niet, als het om een mensenleven gaat, dat Jehova toegewijd en daarom heilig is.

    Zulke verdraaiingen en tientallen andere veranderingen, ik zeg niet verbeteringen, zijn wat men algemeen noemt en ervaart, oorzaak en gevolg.

    Vrijdag 30 januari Jehovah heeft gerechtigheid lief. - Ps. 37:28.

    Gerechtigheid is een eigenschap die tegenwoordig ver te zoeken is. Op elk terrein van de samenleving - op ons werk, op school, in onze contacten met gezagdragers en op andere manieren, zelfs binnen de gezinskring - kunnen we het slachtoffer worden van onrecht. Natuurlijk zijn zulke onrechtvaardigheden niet nieuw. De menselijke familie kreeg ermee te maken toen onze eerste ouders in opstand kwamen en wetteloos werden, daartoe aangezet door het opstandige geestelijke schepsel dat Satan de Duivel werd. Het was beslist onrechtvaardig van Adam, Eva en Satan om de schitterende gave van de vrije wil die ze van Jehovah hadden gekregen, te misbruiken. Hun verkeerde handelwijze zou voor de hele menselijke familie tot enorm veel ellende en de dood leiden (Gen. 3:1-6; Rom. 5:12; Hebr. 2:14). Al zo'n zesduizend jaar sinds de opstand in Eden maakt onrecht deel uit van de mensenmaatschappij. Dat was ook te verwachten, want Satan is de god van deze wereld (2 Kor. 4:4). Hij is een leugenaar en de vader van de leugen, een lasteraar en een tegenstrever van Jehovah. - Joh. 8:44. w07 15/8 1:2-4

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Gerechtigheid en rechtvaardigheid zijn zowat eigen aan elkaar. Hiermee kun je gemakkelijker uitmaken hoe iemands instelling en zienswijze is, soms zelfs het karakter, hou wel in gedachten dat je dit nooit als definitief gaat nemen. Ook hier moet je voorzichtig zijn met je oordeel omdat bepaalde dingen moment opnamen zijn. Is het eerder een patroon van de betreffende persoon of organisatie dan ligt de kwestie wel anders en kun je er of liever moet je er rekening mee houden. Het commentaar hierboven zegt dat gerechtigheid tegenwoordig ver te zoeken is, zelfs binnen de gezinskring, en de gemeenten worden beschouwd als gezinnen. Dus weet de organisatie of het besturende lichaam heel goed waarover zij het hebben. En hun aantijgingen naar de wereld toe zijn daar een steeds wederkerende beschuldiging van. Wat daarom zeker en vast niet rechtvaardig is dat hun beschuldigingen nooit naar hen zelf zijn gericht, wat overeenkomt met het meten van twee maten, één voor ander, en een andere maat voor zichzelf, maar dit is zeer opportunistisch en uiteraard onrechtvaardig. Een schrijver bevestigde dit door de uitdrukking te gebruiken: "dat men zo nu en dan eens buiten moet gaan staan om naar binnen te kijken". Dat doen niet alle mensen en nog veel minder de organisatie of het besturende lichaam, integendeel je mag nooit twijfels hebben over wat de organisatie of het besturende lichaam voorschrijft of verandert, zelfs als die verandering haaks op het veranderde staat. Juist, gerechtigheid is verre te zoeken, zelfs in het zogenaamde huisgezin van God, vertegenwoordigd door de organisatie of het besturende lichaam.

    Zaterdag 31 januari

    Toen trad er voor de gemeente in heel Judea en Galilea en Samaria werkelijk een   periode van vrede in. Hand. 9:31.

    Eén manier waarop de Bijbel "gemeente" gebruikt, is van toepassing op alle christenen in een geografisch gebied. Er waren meerdere groepen christenen in het grote gebied dat in de tekst voor vandaag wordt genoemd, maar al die groepen In Judea, Galilea en Samaria bij elkaar werden "de gemeente" genoemd. Gezien het aantal mensen die met Pinksteren 33 G.T. en kort daarna werden gedoopt, kunnen er in het gebied van Jeruzalem meerdere groepen zijn geweest die geregeld bijeenkwamen (Hand. 2:41, 46, 47; 4:4; 6:1, 7). Herodes Agrippa I regeerde over Judea tot aan zijn dood in 44 G.T., en uit 1 Thessalonicenzen 2:14 valt af te leiden dat er in ieder geval in 50 G.T. al een aantal gemeenten in Judea waren. Dus als we lezen dat Herodes 'enkele leden van de gemeente mishandelde', kan dat verwijzen naar meerdere groepen die in Jeruzalem bijeenkwamen. - Hand. 12:1. w07 15/4 1:12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Zoals veel woorden in gelijk welke taal heeft ook het woord 'gemeente'

    08-02-2009 om 14:46 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vervolg

    Dinsdag 13 januari

    Hun opzet was, mij kwaad te doen. -Neh. 6:2.

    Toen Nehemia's vijanden beseften dat hun rechtstreekse aanvallen de herbouw van de muren van Jeruzalem niet konden stilleggen, wendden ze zich tot subtielere vormen van tegenstand. Ten eerste probeerden ze Nehemia te bedriegen. Ze zeiden tegen hem: "Kom toch, en laten wij volgens afspraak samenkomen in de dorpen van de valleivlakte van Ono." Ono lag tussen Jeruzalem en Samaria in. De vijanden stelden dus voor dat Nehemia hen halverwege zou ontmoeten om de geschillen op te lossen. Nehemia had kunnen denken: 'Dat klinkt redelijk. Je kunt beter praten dan vechten.' Maar Nehemia wees het voorstel af. Hij legt uit waarom: "Hun opzet was, mij kwaad te doen." Hij doorzag hun list en liet zich niet bedriegen. Vier keer zei hij tegen zijn tegenstanders: "Ik kan niet afwaarts komen. Waarom zou het werk blijven rusten terwijl ik het in de steek laat en tot u moet afkomen?" Het lukte de vijanden niet om Nehemia concessies te laten doen. Hij bleef zich concentreren op de bouwwerkzaamheden. - Neh. 6:1-4. w07 1/7 2:12,13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:.  Het beginsel in deze tekst kan uiteraard ook in deze tijd gebruikt worden. Let wel gebruiken, niet misbruiken. In gevallen waar duidelijk kwaad opzet mee gepaard gaat kun je beslist tegenzetten of diplomatie gebruiken. Het mag echter niet de bedoeling zijn van de 'organisatie' om achter alles wat niet direct  ten bate van de ’organisatie’ is als werelds of negatief te bestempelen. In het laatste geval kweekt de ’organisatie’ bij zijn vertegenwoordigers een geest van rechtlijnige ’paranoia’ aan. Ik denk hier voornamelijk bij de uitnodiging om voor een 'comité' te verschijnen. Meestal is het dan zelfs een 'rechterlijk comité' terwijl de uitnodiging praktisch nooit de reden of redenen behelst. Alhoewel de uitnodiging bijna altijd voor uw best wil zal zijn is dit niet altijd zo, maar zal het geweten van de gemeente en het geweten van het collectief lichaam, zeker de doorslag geven. Volgens de Bijbel zou dit 'vóór de gemeente' of in het openbaar dienen te gebeuren in plaats van achter gesloten deuren.

    Deze geest kan en zal zeker ontaarden,"als het al niet ZO VER is", in ’vervreemding’ met alles wat niet door de organisatie wordt aanbevolen.

    Woensdag 14 januari

    Jehovah heeft gerechtigheid lief. -Ps. 37:28.

    Wegens die liefde voor gerechtigheid heeft Jehovah de opstandelingen in Eden niet weggevaagd. Waarom niet? Satans opstand wierp een vraag op in verband met de rechtmatigheid van Gods soevereiniteit. Jehovah's gevoel voor gerechtigheid vereiste dat Satans uitdaging een rechtvaardig antwoord zou krijgen. De onmiddellijke terechtstelling van de rebellen, hoewel ze dat verdienden, zou geen rechtvaardig antwoord geweest zijn. Het zou bewezen hebben dat Jehovah oppermachtig is, maar zijn macht werd niet in twijfel getrokken. Bovendien had Jehovah zijn voornemen aan Adam en Eva bekendgemaakt. Ze moesten nakomelingen voortbrengen en de aarde vullen, haar onderwerpen en de hele aardse schepping in onderworpenheid hebben (Gen. 1:28). Als Jehovah Adam en Eva gewoon vernietigd had, zou zijn bekendgemaakte voornemen met de mensen een loze bewering zijn geworden. Jehovah's gerechtigheid zou zo'n afloop nooit toestaan, want zijn voornemen wordt altijd vervuld. - Jes. 55:10, 11. w07 15/5 1:13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De gerechtigheid van de God uit de Bijbel stond toentertijd, in het paradijs, absoluut niet ter discussie, om de eenvoudige reden dat die twee mensen in het geheel geen 'geboden of verboden' behoefden. De vrije wil die zij als volmaakte mensen hadden meegekregen liet hen toe te kiezen. Een keuze die onveranderlijk eigen blijkt te zijn aan het individu. Alleen moet men steeds rekening houden met de consequenties voor gelijk welke keuzes. Gezien de opdracht om de aarde te vullen met nakomelingen en de hele aardse schepping in onderworpenheid te hebben NIET vervuld is zijn de gevolgen dan ook legio. De grootste fout naar mijn mening is dat de mensheid eerder de neiging heeft, vanaf het begin, om "de mens" in onderworpenheid te bezitten. Deze gevolgen zijn duidelijk waar te nemen doordat er NÚ nog nooit zoveel "slaven, slavenhandel en onderdrukking" is geweest en als evenveel bewijzen kunnen aangevoerd worden. De tekst voor vandaag stelt duidelijk dat Gods voornemen altijd vervuld zal worden. Veel gelovige mensen zijn daar van overtuigd, ik ook, maar de manier waarop Hij dat zal doen kunnen geen mensen noch 'organisaties' bepalen.

    Diegenen die dit wel doen en zich als hedendaagse profeten en uitleggers van de Schriften opwerpen nemen een niet te verantwoorde-verantwoordelijkheid op zich, terwijl zij mensen bewust of onbewust achter zich aantrekken i.p.v. hen naar God en een Godvruchtig (menslievend) leven te leiden. In werkelijkheid spelen die en de 'organisatie' in op de verzuchtingen van het hart, maar tezelfdertijd  ook op het egoïsme van dat eigenste hart en zijn beweegredenen. Hoe goed bedoeld ook?

    Donderdag 15 januari

    Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen. -Fil. 2:20.

    Dit welgemeende compliment van de apostel Paulus staat in Zijn brief aan de eerste-eeuwse christenen in Filippi. Hij had het over Timotheüs, zijn jongere reisgenoot. Je kunt je wel voorstellen dat het Timotheüs heel veel gedaan moet hebben die woorden te horen, waaruit Paulus' genegenheid en vertrouwen bleek! Geestelijk gezinde jongeren zoals Timotheüs zijn voor Jehovah's volk altijd waardevol geweest (Ps. 110:3). In deze tijd is Gods organisatie gezegend met veel jonge mensen die als pionier, zendeling, bouwvrijwilliger of Betheliet dienen. En ook de jonge Getuigen die ijverig deelnemen aan gemeenteactiviteiten terwijl ze daarnaast nog andere verantwoordelijkheden hebben, verdienen beslist een compliment. Zulke jongeren kunnen je vertellen dat het diepe voldoening geeft doelen na te streven die Jehovah eren. Er kan echt van hen gezegd worden dat ze 'zich oefenen met godvruchtige toewijding als hun doel'. - 1 Tim. 4:7,8. w07 1/5 3:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Natuurlijk is het een compliment aan de jonge Timotheüs en zo zijn er in de 'organisatie' wel meer. Langs de andere kant, als Paulus zegt, dat hij niemand anders heeft van gelijke gezindheid was het toch maar triestig gestemd met de jeugd van toen. Ondertussen hebben wij ervaren dat er wel veel geestelijk gezinde verkondigers hun best doen, maar nog veel meer die gewoon 'organisatie' getuigen zijn. Getuige de uitdrukkingen op het einde van de maand zoals, oei, ik moet nog gaan prediken want anders ben ik ongeregeld. Hier is het rapportje belangrijker dan het werk zelf. Mijn besluit, berust niet uitsluitend op dit soort uitingen, maar op veel meer waarnemingen, dat mocht de 'organisatie' de prediking vrij stellen en geen rapportjes meer eisen, de prediking drastisch in het 'water' zou vallen. Wanneer dan nog al die bijzonder bevoorrechte geen titels meer zouden voeren zoals, hulppionier, pionier, speciale pionier zelfs al die onderscheidene met hun  'strepen en sterren' van de bevelvoerende klasse, zoals 'De Gezalfden', (uiteindelijk zijn er dat maar enkele, ra, ra, zeker niet diegene die  wereldwijd van de symbolen gebruiken. En waar staat in de bijbel  dat die 'enkele gezalfden' de duizenden die van de symbolen nemen vertegenwoordigen?) Dan heb je nog de  Kringopziener, Districtopziener, Bijkantooropziener, Zoneopziener, in feite alle verantwoordelijken. Niet dat het verkeerd is, maar wel omdat veel van de ambten 'de ambtdrager' boven de gewone verkondiger verheft, juist zoals een uniform iemand kan en meestal ook veranderd, en niet altijd ten goede. Ben ik negatief of is het waar?

    Vrijdag 16 januari

    Ik wil uw naam aan mijn broeders bekend maken; in het midden van de gemeente wil ik u loven.  Hebr. 2:12.

    Tallozen over de hele wereld verheugen zich in deze tijd in een bijzondere saamhorigheid en geborgenheid in de christelijke gemeente. Of je nu deel uitmaakt van een hecht, liefdevol gezin of niet, je zult kunnen en moeten waarderen wat God via de gemeenteregeling verschaft. Natuurlijk kun je als een van Jehovah's Getuigen bevestigen dat je in de gemeente hartelijke omgang geniet en een gevoel van geborgenheid hebt. De gemeente is niet zomaar een gezelligheidsgroepje. Het is geen vereniging of club waar mensen met dezelfde achtergrond of dezelfde interesse voor een sport of een hobby bij elkaar komen. De gemeenteregeling is er in de eerste plaats tot lof van Jehovah God. In Psalm 35: 18 lezen we: "Ik wil u prijzen in de grote gemeente; onder een talrijk volk zal ik u loven." w07 15/41:1,2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is een waarheid als een koe dat verheuging en samenhorigheid in een "christelijke gemeente" een zekere geborgenheidgevoel teweegbrengen. Dit 'geborgenheidgevoel' wordt veroorzaakt door gehoorzaamheid aan de 'organisatie en het besturende lichaam’. Wie afwijkt van de door hen onderwezen leidraden valt mettertijd zeker uit de boot, met de nek bekeken, als niet voorbeeldig bestempeld en uiteindelijk gebrandmerkt als afvallige met alle gevolgen van dien. Reeds in De Wachttoren van 1 juli 1956 blz. 295 staat "wees dus gehoorzaam en doe Jehovah's werk zoals hij het verricht wil hebben, want het enigen dat telt, is de door middel van zijn organisatie aangegeven manier.

    En in De Wachttoren van 15 augustus 1956 blz. 374 staat zonder complimenten of toelichting "De wil van de slaaf is daarom Jehovah's wil. Opstand tegen de slaaf staat gelijk aan opstand tegen God. De problemen in de gemeenten wereldwijd zijn, buiten de 'gegronde' uitsluitingen' en uittredingen of uitschrijvingen of afhaken en noem maar op, bijna uitsluitend terug te brengen op ongehoorzaamheid aan de organisatie of het besturende lichaam. (leg jij eens uit wat het betekent wanneer er 300.000 dopelingen zijn op één jaar, de toename maar 100.000 is? (Controleer het eens via De Wachttoren of jaarboeken?).

    Zaterdag 17 januari

    [De apostelen waren] verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van [Jezus'] naam oneer te lijden. - Hand. 5:41.

    De apostelen waren gelukkig, niet omdat ze gegeseld waren en pijn hadden geleden, maar omdat ze begrepen dat dit was gebeurd omdat ze Jehovah trouw waren gebleven en in Jezus' voetstappen traden (Hand. 16:25; 2 Kor. 12:10; 1 Petr. 4:13). Als we met de juiste houding tegenstand en vervolging verduren, kan dat volharding in ons opbouwen. Dat zal ons helpen toekomstig lijden te doorstaan (Jak. 1:2, 3). En Romeinen 5:3-5 vertelt ons: "Laten wij ook juichen terwijl wij in verdrukkingen zijn, daar wij weten dat verdrukking volharding voortbrengt, volharding vervolgens een goedgekeurde toestand, de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling." Dus hoe meer we nu beproevingen als gevolg van onze christelijke loopbaan doorstaan, hoe beter we bestand zullen zijn tegen verdere beproevingen in dit goddeloze stelsel.   w07 15/82:14,15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is prijzenswaardig dat iemand omwille van zijn geloof zou lijden. Maar wat als je door je geloof anderen doet lijden? Als er iets is waardoor mensen verdeeld zijn en moeilijkheden hebben, zowel op persoonlijk vlak, de gezinskring, in de gemeente, nationaal, internationaal en mondiaal, dan is het grotendeels door religie. Als men door zijn houding echter aanstoot geeft en je juist door interpretaties van andere, met name de organisatie of het besturende lichaam, die rechtstreeks stroken met je eigen bevindingen of ervaring en je daar door lijden of problemen moet verduren heeft dat in werkelijkheid niets met je geloof te maken maar met manipulatie. Er is daarbij een wezenlijk verschil met "religie en geloof". Zo is 'religie' praktisch altijd georganiseerd, wat niet verkeerd hoeft te zijn, maar wel wanneer er moet er gehoorzaamd worden aan de regels en leringen, leerstellingen en instructies, geboden en verboden al of niet volgens de interpretatie van hun Schriftuurlijke basis, welke geschriften het ook maar zijn. Geloof daarentegen is een persoonlijk erfgoed, ik geloof onderandere dat je wat je in je leven ook maar meemaakt, en die omstandigheden verschillen enorm van persoon tot persoon, er moet van leren om het steeds beter te doen. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen.

    Dat juichen terwijl wij in verdrukking zijn doet mij denken aan de begin jaren van de katholieke kerk. De geestelijken toen moesten in het algemeen de mensen wijsmaken dat hoe meer lijden in het huidige leven hoe groter de beloning in het hiernamaals, terwijl een bepaald gedeelte van de clerus in schaamteloze weelde leefde.

    Zondag 18 januari

    Ik Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen. - Jes. 48:17.

    Gehoorzaamheid aan goddelijke voorschriften leidt tot zegeningen. Door ons bijvoorbeeld van tabak te onthouden, een moreel rein leven te leiden en de heiligheid van bloed te respecteren, kunnen we het vermijden bepaalde ziekten op te lopen. Bovendien kan het in financieel en maatschappelijk opzicht en in ons gezinsleven voordelen afwerpen als we ook in andere aspecten naar de Bijbelse waarheid leven. Zulke tastbare voordelen kunnen terecht beschouwd worden als zegeningen die de praktische waarde van Gods wetten aantonen. Maar de voornaamste reden om Jehovah te gehoorzamen is dat we hem liefhebben. We dienen God niet uit zelfzucht (Job 1:9-11; 2:4, 5). God laat ons vrij om zelf te kiezen wie we willen gehoorzamen. We kiezen ervoor Jehovah te gehoorzamen omdat we hem willen behagen en omdat we willen doen wat juist is. - Rom. 6:16, 17; 1 Joh. 5:3.     w07 15/62:15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het is heel zeker waar dat het toepassen van beginselen en het gehoorzamen aan God op alle terreinen van het leven kan helpen. Daarom kan de 'organisatie of het besturende lichaam' geen vereisten opleggen die betrekking hebben op ons privé leven en privacy en al zeker niet met sanctie. Zie "de universele rechten van de mens" en de persoonlijke verantwoordelijkheid, die altijd primeert  boven de groepsverantwoordelijkheid of het geweten van anderen.

    Zie in verband met de 'bloedkwestie' 1945 het tijdschrift 'Vertroosting' (nu ontwaakt) van september 1945 op blz. 29 zegt: "God heeft nooit bepalingen uitgevaardigd die het gebruik van medicijnen, inspuitingen of bloedtransfusies verbiedt. Het is een uitvinding van mensen, die gelijk de Farizeeën Jehova's barmhartigheid en liefde buiten beschouwing laten. Jehova te dienen met geheel ons verstand betekent niet ons verstand uit te schakelen; vooral dan niet, als het om een mensenleven gaat, dat Jehova toegewijd en daarom heilig is."(einde citaat) En vergelijk dit eens met de koninkrijksdienst van november 2006. en probeer dan die verboden eens te vinden in de Bijbel?

    08-02-2009 om 14:37 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJKOMENDE COMMENTAREN OP DE DAGTEKSTEN, "BIJBELTEKSTEN", VAN HET JAAR 2009

    ELETHEROS heet u welkom op zijn blog. Hopelijk kunnen wij wat leren van elkaar tot opbouw van ons menszijn.

    Het onderwerp "Herkennen – Erkennen" is gekozen om na te denken over de uitwisseling van gedachten en de eventuele toepassingen in ons dagelijks leven. Hoewel er weinig verschil is tussen de uitspraak van deze twee woorden is het begrip uiteraard erg groot.

    Zo kan men gemakkelijk iets 'herkennen', maar daarom hoeft of wilt men het daarom nog niet 'erkennen'.

    Volgens het woordenboek betekent "Herkennen": weer kennen; aan bepaalde eigenschappen kennen.

    Terwijl "Erkennen": toegeven, inzien, aanvaarden; betekent.

    Neen dat is geen les in Nederlandse taal, maar om het mezelf duidelijk te maken wat ik wil weergeven.

    Mijn mening is mijn mening, en uw mening is uw mening, akkoord? Dat wil echter niet zeggen dat ik geen kritiek kan of zal verdragen, integendeel. Verschil van mening, voor iemand die voor verstandig wil doorgaan, kan alleen maar bijdragen tot een gemakkelijker leefklimaat, omdat in veel gevallen iemand meer gelijk kan hebben dan de ander. Of een juister inzicht en begrip. Persoonlijk vind ik het geen schande dat een ander het beter weet dan ik, al heb ik graag gelijk. Alhoewel gelijk willen hebben niet betekent dat ik gelijk heb.

    Met andere woorden, een meningsverschil mag nooit een kloof veroorzaken tussen mensen en mensen, maar het zoeken naar een oplossing, wat niet altijd noodzakelijk moet, is dan de brug die twee verschillende meningen zal verbinden.

     

    Langs de andere kant beroep ik mij toch op 'vrije meningsuiting' en mijn gewetensvolle overtuiging van wat ik schrijf en mijn ervaring (niet als schrijver).. Een van de redenen waarom ik deze 'blog' vertegenwoordig is juist daarom.

     

    Terwijl men in 'de organisatie' daar van verstoken is van een vrije meningsuiting.

     

    Iedere georganiseerde religie indoctrineert haar leden met HUN eigen waarheden en interpretaties van die waarheden.

     

    Wanneer ik het woord 'organisatie' gebruik dan bedoel ik, die mensen die daar het bewind of het bestuur uitmaken, want een organisatie op zich kan niets, maar dan ook niets doen.

     

    Hierop volgend  zul je voor elke dag een Bijbeltekst en een commentaar aantreffen. De commentaren zijn genomen uit de uitgaven van De Wachttoren van april 2007 tot en met maart 2008. De getallen achter de datum van De Wachttoren verwijzen naar de studieartikelen die in die uitgave voorkomen

    De jaartekst voor Jehovah's Getuigen is gebaseerd op Handelingen 20: 24. "Doch ik hecht niet de minste waarde aan mijn ziel als zou ze mij dierbaar zijn, indien ik mijn loopbaan en de bediening die ik van de Heer Jezus heb ontvangen, maar mag voleindigen om grondig getuigenis af te leggen van het goede nieuws van de onverdiende goedheid van God."

    Laat mij hierover opmerken dat ‘grondig’ getuigenis afleggen in overeenstemming dient te zijn met ‘waarheid, en dat datgene wat men als ‘goed nieuws’ uitdraagt, het stempel moet dragen van zekerheid, zonder volmaaktheid te verwachten, maar op zijn minst 'eerlijkheid'.            Met andere woorden wat ooit als ‘goed nieuws’ werd verkondigt moet onveranderlijk zijn of op zijn minst verbeterd. Is dat ook zo? Nu heb ik het niet over datgene wat de Bijbel uitsluitend zegt, maar vooral over datgene wat de organisatie zegt ter wille van organisatorische redenen en/of het interpreteren van het ‘goede nieuws’ uit de Bijbel.

    Het eerste blok is een weergave van boekje "Dagelijks de Schrift onderzoeken  2009".

    Het twee blok is het  BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR. van mij.

     

    Donderdag 1 januari

    Euodia vermaan ik en Syntyche vermaan ik gelijkgezind te zijn in de Heer. - Fil. 4:2.

     

    Van tijd tot tijd zullen zich in een gemeente misverstanden of problemen voordoen, net zoals dat in de eerste eeuw het geval was toen er nog enkele apostelen waren. Misschien zegt een opziener of iemand anders iets wat grof, onvriendelijk of niet helemaal waar lijkt. Of misschien denken we dat er iets gebeurt wat in strijd is met de Bijbel en lijkt het of de ouderlingen de kwestie niet rechtzetten ook al weten ze ervan. Het kan natuurlijk zijn dat de kwestie behandeld is, of behandeld wordt, in overeenstemming met de Bijbel en aan de hand van feiten die wij niet kennen. Maar zelfs als de situatie inderdaad zo is als wij denken, zouden we bij het volgende kunnen stilstaan: In de gemeente Korinthe bestond een tijdlang een ernstige misstand. Na verloop van tijd zorgde Jehovah ervoor dat het kwaad correct en vastberaden werd aangepakt (1 Kor. 5:1, 5, 9-11). We kunnen ons afvragen: hoe zou ik intussen gereageerd hebben als ik in die tijd in Korinthe had gewoond? w07 15/42:13

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR.:  Wat  mij hier opvalt is dat de  Bijbel hier twee ‘vrouwen’ in het beeld brengt terwijl die weinig of niets te zeggen hebben in een gemeente. Goed het commentaar gaat dan wel over verantwoordelijken die mettertijd de zaken rechtzetten. En toch is of zijn de gemeenten weinig of niet op verbeterd ondanks dat er meer dan tweeduizend jaar van onderwijs en voedsel ‘te rechter tijd’ verschaft is geworden. Zijn er organisaties die deze ‘besmettelijke’ handelwijze hebben kunnen onderdrukken? Het discrimineren van de vrouw, ondanks bepaalde artikelen, is ook in de organisatie nog steeds 'schering en inslag', vooral bij moeilijkheden in het gezin of de gemeente.

    Vrijdag 2 januari

    Richt uw hart onwankelbaar op Jehovah en dient hem alleen. 1 Sam. 7:3.

    De Bijbel zegt niet hoe oud Samuël was toen hij stierf, maar de gebeurtenissen in het boek Eén Samuël beslaan ongeveer 102 jaar, en Samuël is van de meeste daarvan getuige geweest. In Hebreeën 11:32. 33 lezen we dat oprechte rechters en profeten "rechtvaardigheid bewerkten". Ja, Samuël bewoog sommigen van zijn tijdgenoten ertoe kwaaddoen te mijden of ermee op te houden      (1 Sam. 7:2-4). Hoe deed hij dat? Hij was zijn hele leven loyaal aan Jehovah (1 Sam. 12:2-5). Hij was niet bang om zelfs de koning krachtige raad te geven (1 Sam. 15:16-29). Bovendien gaf Samuël toen hij "oud en grijs [wasl geworden" een goed voorbeeld door voor anderen te bidden. Hij vond het 'ondenkbaar dat hij tegen Jehovah zou zondigen door op te houden te bidden' voor zijn mede Israëlieten (1 Sam. 12:2, 23). Dit alles beklemtoont dat ouderen een positieve invloed kunnen hebben op andere dienstknechten van Jehovah. w07 1/6 2:13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR.:  Dat  Samuel als oudere man een positieve invloed kan gehad hebben is geen optie voor hem alleen. Wat in deze tekst niet naar voor komt is dat zijn kinderen absoluut geen voorbeeld waren en dat geldt voor heel veel verantwoordelijken in deze eigenste tijd. Hij, Samuel, was niet bang om zelfs de koning krachtige raad te geven, moet jij maar een ouderling of het lichaam van ouderlingen, of gelijk welke verantwoordelijke eens op de vingers tikken, je gaat wat meemaken. Je moet zelfs heel voorzichtig zijn met wat je tegen andere broeders of zusters zegt.

    Zaterdag 3 januari

    Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad. - Ps. 119:105.

    Gods uitspraken en vermaningen kunnen ons helpen om obstakels die we op onze levensweg tegen komen te overwinnen. Als we de Bijbel lezen en die onze gids laten zijn, ondervinden we persoonlijk wat in Jesaja 30:21 wordt beschreven: "Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: 'Dit is de weg. Wandelt daarop.'" Let wel dat Psalm 119: 105 op twee verwante functies van Gods Woord wijst. Ten eerste dient het als een lamp voor onze voet. Bij de problemen die we dagelijks meemaken dienen we ons te laten leiden door de beginselen uit de Bijbel, zodat we verstandige beslissingen nemen en de valkuilen van deze wereld vermijden. Ten tweede verlichten Gods vermaningen ons pad: ze helpen ons keuzes te maken die in overeenstemming zijn met onze hoop op eeuwig leven in Gods beloofde paradijs. Bijgevolg zullen we de goede of slechte gevolgen van een bepaalde handelwijze kunnen onderscheiden. - Rom. 14:21; 1 Tim. 6:9; Openb. 22:12. w07 1/5 1:4, 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR. Mooie tekst die ons duidelijk kan maken hoe ons leven te  leiden. Ik benadruk ‘UW WOORD’ als een lamp en om keuzes te maken, ja toch? Ik begrijp heel graag dat mensen hulp willen bieden en de organisatie wil dat ook doen. En wat ik niet begrijpis, dat wanneer iemands geweten een andere kijk heeft op datgene wat de organisatie schrijft of zegt dat ‘zo iemand’ echt in de problemen komt, zelfs als ‘zo iemand’ schriftuurlijk juist doet.

    Ondertussen heb ik het wel begrepen, want als je ongehoorzaam bent aan de ‘organisatie’ ben je volgens hun instelling ‘ongehoorzaam’ aan God, temeer dat de ‘geest’ van de gemeente behouden moet blijven. Welke Geest dan?

    Zondag 4 januari

    De Rots, volmaakt is zijn activiteit. - Deut. 32:4.

    Denk je graag aan het leven in het Paradijs? Misschien zie je je­zelf onze schitterende planeet verkennen en de bijna eindeloze verscheidenheid aan levensvormen bestuderen. Of misschien mijmer je over de voldoening die je zult hebben terwijl je met anderen samenwerkt om voor de aarde te zorgen en er een wereldomvattend park van te maken. Of je denkt aan de talenten die je zou kunnen ontwikkelen in de kunst, architectuur, muziek of andere bezigheden waar je in het hectische leven van vandaag geen tijd voor hebt. In ieder geval hecht je heel veel waarde aan de hoop op een leven dat in de Bijbel "het werkelijke leven" wordt genoemd: een leven zoals Jehovah het bedoeld heeft, met de eeuwigheid in het vooruitzicht (1 Tim. 6:19). Is het niet een genoegen en een groot voorrecht om met anderen over die Bijbelse hoop te praten? Toch wijzen velen die hoop af als een illusie, een onrealistische droom voor lichtgelovige mensen. w07 15/5 1:1,2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Hier krijg je nogmaals de ‘drug’ om te volharden, het vooruitzicht op en in het paradijs. Het beslist waar dat het een hulp kan zijn om de juiste prioriteiten in je leven te stellen. Tezelfdertijd is het een impuls om niet te veel waarde en tijd aan het huidige leven, jouw leven, te besteden. En toch zijn er zo velen die het afwijzen. Waarom? Omdat zij ingezien hebben dat het leven door hen geleefd moet worden en niet door de organisatie? Omdat de druk en dringendheid voorrang dient gegeven te worden aan hetgeen de organisatie voorschrijft? Bij ons is er een spreekwoord dat zegt: veel beloven en weinig geven doet de zotten in vreugde leven. Cheerio! Wil je echt een Christen zijn dan moet je het doen, niet zeggen.

    Maandag 5 januari

    Wie lastert tegen de heilige geest, krijgt in eeuwigheid geen vergiffenis, doch is schuldig aan eeuwige zonde. - Mark. 3:29.

    De eerste-eeuwse Joodse religieuze leiders zagen Gods geest in Jezus aan het werk als hij wonderen deed waardoor Jehovah geëerd werd. Toch schreven deze vijanden van Christus die kracht aan Satan de Duivel toe. Volgens Jezus begingen degenen die op zo'n manier tegen Gods heilige geest lasterden, een zonde die "niet in dit samenstel van dingen noch in het toekomende" vergeven zou worden (Matth. 12:22-32). Lastering is beledigende, lasterlijke of schimpende taal. God is de Bron van de heilige geest, en daarom is ten nadele spreken van zijn geest hetzelfde als ten nadele spreken van Jehovah. Het onberouwvol bezigen van dergelijke taal is onvergeeflijk. Omdat de farizeeën zagen dat Jehovah's geest in Jezus werkzaam was maar zij die macht toeschreven aan de Duivel, maakten ze zich schuldig aan lastering tegen de geest. w07 15/7 1:8, 9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Een eerste vaststelling is dat zondigen tegen de Heilige Geest alleen door God zelf kan en mag bepaald worden. En het is niet omdat Jezus dat kon onderscheiden dat de ‘broeders’ of diegenen die zich broeders van Christus noemen dat ook kunnen of mogen. Het verkeerd voorstellen van God of van zijn vereisten is volgens mij eveneens een lastering die als schimpend over God gedaan wordt, en welke organisatie is daar vrij van?

    Dinsdag 6 januari

    Heer, hoeveel maal kan mijn broe­der tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Matth. 18:21.

    Als antwoord op Petrus' vraag, zei Jezus: "Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zevenenzeventig maal toe" (Matth. 18: 22. Een barmhartig iemand is dus bereid "tot zevenenzeventig maal toe", dat wil zeggen onbeperkt, te vergeven. Jezus zei in zijn Bergrede: "Houdt op met oordelen, opdat gij niet wordt geoordeeld; want met het oordeel waarmee gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden... Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog? Of hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: 'laat mij het strootje uit uw oog halen', wanneer er, zie! een balk in uw eigen oog is?" (Matth. 7:1-4) We kunnen dus dagelijks barmhartigheid beoefenen door de zwakheden van anderen te verdragen zonder snel met een oordeel klaar te staan of overkritisch te zijn. Jehovah heeft ons een reusachtige schuld aan zonden vergeven. Zouden ook wij dan niet 'de mensen hun overtredingen moeten vergeven'?  Matth. 6:14, 15. w07 15/9 2: 13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  De beginselen die in deze paragraaf aangehaald worden zijn praktisch en in werkelijkheid zeer doeltreffend om zaken bij te  leggen. Op zichzelf is het prijzenswaardig om vergiffenis te geven, alleen reeds omwille van jezelf. Het antwoord van Jezus geeft echter een bijkomende en sluitende reden om te kunnen vergeven, namelijk berouw. Wanneer er geen oprecht berouw bij betrokken is heeft vergeven geen enkele zin, integendeel men moedigt dan aan tot een willekeur van zonden. Daar tegenover staat in de bijbel dat, waar en wanneer het ook maar mogelijk is de dingen recht te zetten dit als een bewijs van oprecht berouw kan gelden.

    Woensdag 7 januari

    Luistert... naar het strenge onderricht van een vader. - Spr. 4:1.

    Wil een band groeien en intact blijven, dan moeten de betrokken personen niet alleen met elkaar praten maar ook luisteren. Een van de manieren waarop we naar Jehovah luisteren, is door de Bijbel te bestuderen aan de hand van publicaties die 'de getrouwe slaaf' verschaft (Matth. 24:45-47. Om hun kinderen te helpen een duurzame band van liefde met Jehovah te ontwikkelen, moeten de ouders hen er dus toe aanmoedigen de gewoonte te ontwikkelen om Gods Woord te bestuderen. Hoe kunnen kinderen geholpen worden goede studiegewoonten te ontwikkelen? Het voorbeeld van de ouders is de beste onderwijsmethode. Zien je kinderen dat je het fijn vindt geregeld in de Bijbel te lezen of te studeren? Je hebt het vast heel druk met de zorg voor je kinderen, en misschien vraag je je af waar je de tijd vandaan moet halen om te lezen en te studeren. Maar stel jezelf de vraag: zien mijn kinderen me geregeld tv-kijken? Zou je dan iets van die tijd kunnen gebruiken om hen een goed voorbeeld te geven in verband met persoonlijke studie? w07 1/9 2:8, 9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Het commentaar in deze paragraaf is niet alleen beschuldigend maar ook aanmatigend.1) niet alleen met elkaar praten maar  ook luisteren. = prima

    2) Een van de manieren waarop wij naar Jehovah luisteren, is door de Bijbel te bestuderen. = prima. Maar dat dit bestuderen uitsluitend via de publicaties van ’de getrouwe slaaf’ moet gebeuren is wat anders. Waarom? Omdat die publicaties in de loop van de tijd niet eenmaal, maar meermaals iets anders dan de waarheid hebben verteld. En dat waren niet altijd vereenvoudigingen of verbeteringen. Één van de redenen waarom zoveel kinderen de organisatie of het besturende lichaam de rug toekeren is dat niet de ouders hen opvoeden, maar de publicaties, zonder daarom de goeie dingen eruit te willen gooien. Ik bedoel dat veel ouders in plaats van hun geweten en verantwoordelijkheid te oefenen eerder de raad gaan toepassen in het volle vertrouwen dat de 'organisatie en het besturende lichaam’ het altijd beter weten dan zijzelf met inbegrip van het kennen van hun eigen kinderen. In werkelijkheid is het voor diegenen die een klein beetje dieper gaan dan de doorsnee verkondiger-onderzoeker duidelijk dat niet Jehovah’s Geest hen leidt. Moet je voorbeelden hebben? Bij een  persoonlijk onderzoek en een klein beetje zelf kritiek maar vooral eerlijkheid en je kunt deze bij

    je eigen vinden. Ik verduidelijk het: wanneer je oprecht met je zelf bent kun je gemakkelijk uitmaken dat er dingen zijn die de ‘organisatie’ voorschrijft maar die gij niet aanvaard, maar het toch   maar doet  omdat zij, de 'organisatie en het besturende lichaam’ zich verschansen achter ‘onvolmaaktheid’.

    Donderdag 8 januari

    Ik, Jehovah, heb gerechtigheid lief· -Jes. 61:8.

    Het begrip gerechtigheid is wel gedefinieerd als 'op een billijke en onpartijdige manier, en in overeenstemming met een bepaalde standaard of norm, handhaven wat juist is of recht doen wedervaren'. Onrecht omvat alles wat onbillijk, bevooroordeeld, slecht is; kwaad dat anderen onverdiend wordt aangedaan. Bijna 3500 jaar geleden schreef Mozes over de Universele Soeverein, Jehovah: ,,Al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is" (Deut. 32:4). Ruim zeven eeuwen later tekende Jesaja onder inspiratie de woorden in de tekst voor vandaag op. In de eerste eeuw riep Paulus uit: "Is er onrechtvaardigheid bij God? Moge dat nooit waar worden!" (Rom. 9:14) En in diezelfde eeuw verklaarde Petrus: 'God is niet partijdig, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem' (Hand. 10:34, 35). Ja, "Jehovah heeft gerechtigheid lief". - Ps. 37:28; Mal. 3:6. w07 15/8 1:1,2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dat is nu eens een paragraaf die je mag omcirkelen. De definitie die gegeven wordt is perfect, de toepassing is het in het geheel niet. Laat ons aannemen, iets dat regelmatig gebeurd is, dat op één jaar tijd er 300.000 dopelingen zijn. Terwijl er 6.000.000 verkondigers geregistreerd. De normale toename zou dus als cijfer 6.300.000 moeten geven. Het is echter zo dat de ’echte’ toename slechts 6.100.000 aantoont. Concreet zijn er dus 200.000 weg gegaan, waarom? Om verschillende redenen, maar de werkelijkheid dwingt ons toe te geven dat het merendeel door ’onrechtvaardige’ behandelingen weggaan. Wanneer je nu nog de tekst van Handelingen serieus toepast dan wordt er nog veel meer duidelijk dat niets met één ’organisatie’ of meerdere ’organisaties’ te maken heeft. wij cursiveren de tekst: Handelingen     10: 34, 35 ‘God is niet partijdig, maar in elke natie is de  mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor Hem’

    Vrijdag 9 januari

    Ziel, gij hebt vele goede dingen opgelegd voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink en wees vrolijk. -Luk.12:19.

    Zoals in Jezus' gelijkenis naar voren kwam, bood het plan van de rijke man slechts een vals gevoel van zekerheid. Hoe praktisch het ook leek, het liet één heel belangrijk element buiten beschouwing: Gods wil. De man dacht alleen aan zichzelf, hoe hij er zijn gemak van kon nemen en kon eten, drinken en vrolijk zijn. Omdat hij "vele goede dingen" had, dacht hij dat hij ook "vele jaren" zou hebben. Maar helaas liep het anders af. Zoals Jezus even daarvoor had gezegd, 'spruit iemands leven niet voort uit de dingen die hij bezit, ook al heeft hij overvloed' (Luk. 12:15). Nog diezelfde nacht kwam er een abrupt einde aan alles waar de man voor had gewerkt, want God zei tegen hem: "Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?" - Luk. 12:20. w07 1/82:7,8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Deze illustratie maakt het ons duidelijk dat wij niet kunnen of mogen vertrouwen op onze aardse goederen op rijkdom. Het omgekeerde van rijkdom is uiteraard eveneens een bron van moeilijkheden en niet minder gevaarlijk om je geloof te verliezen. De manier om hier  evenwichtig in  te zijn is geen sinecure. De ’organisatie’ moedigt daarom aan om eenvoudig te leven en geen grootse dingen te zoeken. De uitwerking van haar manipulatie is wel van dien aard dat zij meer dan ooit de nadruk legt om geen hogere studies of tijdverslindende werkzaamheden te verrichten, zelfs het hebben van ‘kinderen’ nog steeds afraad, waar of niet?

    Zaterdag 10 januari

    [Anna] kwam... naderbij en ging dank aan God brengen en... over het kind spreken. Luk.2:38.

    Denk eens aan de profetes Anna. Op 84-jarige leeftijd 'ontbrak ze nimmer in de tempel, terwijl ze nacht en dag heilige dienst verrichtte met vasten en smekingen'. Als dochter van een niet-levitische vader "uit de stam Aser" kon Anna niet letterlijk in de tempel wonen. Stel je eens voor wat het van haar krachten gevergd moet hebben om elke dag van het morgen tot het avondoffer in de tempel te zijn! Maar Anna's toewijding werd rijk beloond. Ze had het voorrecht aanwezig te zijn toen Jozef en Maria het kind Jezus naar de tempel brachten om hem in overeenstemming met de Wet aan Jehovah aan te bieden. (Luk. 2:22-24, 36, 37; Num. 18:6, 7. Veel ouderen onder ons zijn net als Anna wat betreft hun geregelde vergaderingbezoek, hun oprechte smeekbeden voor de ware aanbidding en hun onbedwingbare verlangen het goede nieuws te prediken. w07 1/6 1:4, 5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Nogmaals worden ouderen aangehaald als voorbeelden voor oprechte dienst en de voorrechten die daarmee gepaard gaan. Het is echter duidelijk dat de juiste motivatie een grote rol speelt bij een godsdienstig leven. Er wordt hier in de laatste alinea een woord gebruikt dat toch wel overtrokken blijkt te zijn. Dat woord is ‘onbedwingbare’ en verbonden met ‘verlangen’. Als, ja als, de ‘organisatie’ de rapportjes, die uiteindelijk niet bijbels zijn, alhoewel niet verkeerd op zich zelf, zouden wegnemen en dus geen ‘uren’ meer gerapporteerd moesten worden dan zou de ‘prediking’ van ‘het goede nieuws’ een geheel ander beeld geven van wie een ‘christenmens’ is.

    Zondag 11 januari

    Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonder­baar ben gemaakt. - Ps. 139:14.

    De natuur is rijk aan wonderen van schoonheid en ontwerp. Hoe zijn die tot bestaan gekomen? Volgens sommigen laat die vraag zich beantwoorden zonder dat er een intelligente Schepper aan te pas hoeft te komen. Anderen zijn van mening dat we de natuur nooit goed kunnen verklaren als we er al bij voorbaat van uitgaan dat er geen Schepper is. Ze vinden dat de levensvormen op aarde veel te ge­compliceerd, te gevarieerd en misschien zelfs te wonderbaarlijk zijn om door toeval te zijn ontstaan. Volgens velen, onder wie ook een aantal wetenschappers, geven de bewijzen te kennen dat het universum een wijze, machtige en welwillende Maker heeft gehad. Koning David van het oude Israël bijvoorbeeld was ervan overtuigd dat een Maker lof verdient voor Zijn prachtige scheppingen. Hoewel David lang voor ons huidige wetenschappelijke tijdperk leefde, zag hij zich omringd door schitterende voorbeelden van Gods scheppingswerk. David hoefde maar naar zijn eigen lichaam te kijken om diep onder de indruk te zijn van Gods kwaliteiten als Schepper. w07 15/6 1:1, 2

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:   Zoals de paragraaf aantoont is er nog steeds verdeeldheid in verband met God, schepping of anderszins. Voor diegene die de schepping zien als bewijs hebben geen probleem met het bestaan van een hogere macht, wie of wat die of dat zou zijn. Voor anderen kun je dezelfde bewijzen niet aanvoeren om de simpele reden dat zij deze gewoon niet aanvaarden. Daartegenover staat dat er veel van wat religies hebben onderwezen niet wetenschappelijk verantwoord kan worden, zelfs hedendaagse toepassingen, zoals ‘de bloedkwestie’, voor J. G., de lengte van de scheppingsdagen, de wereldomvattende ‘zondvloed enz..

    Ook in verband met leerstellingen die niet meer houdbaar zijn of data die reeds lang voorbij zijn. Misschien heb je dat zelf wel meegemaakt, maar het gemakkelijkst gevonden er aan voorbij te gaan?

    Maandag 12 januari

    Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien.

    Hebr. 11:1.

    Als we geloof hebben, zijn we ervan overtuigd dat alles wat Jehovah belooft, zo goed als vervuld is. Het overtuigende bewijs van ongeziene werkelijkheden is zo krachtig dat geloof gelijkgesteld wordt met dat bewijsmateriaal. De schepping overtuigt ons er bijvoorbeeld van dat er een Schepper is. Dat is het soort geloof dat we aan de dag zullen leggen als we door geest blijven wandelen. Gebrek aan geloof is "de zonde die ons gemakkelijk verstrikt" (Hebr. 12:1. We moeten ons op Gods geest verlaten om werken van het vlees, materialisme en valse leringen die ons geloof kunnen verwoesten, te vermijden (Kol. 2:8; 1 Tim. 6:9, 10; 2 Tim. 4:3-5. Gods geest brengt in Jehovah's hedendaagse dienstknechten een geloof voort als dat van voorchristelijke Getuigen en anderen in het Bijbelverslag (Hebr. 11:2-40. En ons "geloof zonder huichelarij" zou heel goed tot opbouw kunnen dienen van het geloof van anderen. - 1 Tim. 1:5; Hebr. 13:7. w07 15/7 2:19,20

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Dat de beloften van Jehovah vervuld zullen worden is voor velen een vaststaand feit. Wat de voorspellingen, zelfs als die op de bijbel gebaseerd waren, door mensen of hun organisatie, geïnterpreteerd en niet uitkwamen is een geheel andere zaak. Al met al zullen die mensen van langsom het vertrouwen verliezen van hun beste krachten. Zoals de paragraaf zegt dient het een ‘geloof zonder huichelarij’ te zijn. ‘zonder huichelarij’ is iets anders dan fouten maken die recht gezet kunnen worden. Wat het wel is, huichlarij, wanneer men moedwillig verkeerde dingen publiceert of te hoogmoedig om correctie te aan te brengen of te aanvaarden.

    Dinsdag 13 januari 08-02-2009 om 14:10 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herhaling dagtekst van 31 januari

    Zaterdag 31 januari

    Toen trad er voor de gemeente in heel Judea en Galilea en Samaria werkelijk een   periode van vrede in. Hand. 9:31.

    Eén manier waarop de Bijbel "gemeente" gebruikt, is van toepassing op alle christenen in een geografisch gebied. Er waren meerdere groepen christenen in het grote gebied dat in de tekst voor vandaag wordt genoemd, maar al die groepen In Judea, Galilea en Samaria bij elkaar werden "de gemeente" genoemd. Gezien het aantal mensen die met Pinksteren 33 G.T. en kort daarna werden gedoopt, kunnen er in het gebied van Jeruzalem meerdere groepen zijn geweest die geregeld bijeenkwamen (Hand. 2:41, 46, 47; 4:4; 6:1, 7). Herodes Agrippa I regeerde over Judea tot aan zijn dood in 44 G.T., en uit 1 Thessalonicenzen 2:14 valt af te leiden dat er in ieder geval in 50 G.T. al een aantal gemeenten in Judea waren. Dus als we lezen dat Herodes 'enkele leden van de gemeente mishandelde', kan dat verwijzen naar meerdere groepen die in Jeruzalem bijeenkwamen. - Hand. 12:1. w07 15/4 1:12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Zoals veel woorden in gelijk welke taal heeft ook het woord 'gemeente' meerdere toepassingen. De meest toepasselijke is dat het over een groep mensen gaat die samenkomen. Uit het bovenstaande commentaar blijk duidelijk dat er in Judea, Galilea en Samaria groepen van christenen waren die "de gemeente" werd genoemd. En die in het gebied van Jeruzalem geregeld bijeenkwamen. Bij de aangehaalde teksten is er slecht één die verwijst naar een particulier huis waar zij samenkwamen en dat was dan nog voor hun stutten op te eten. Ik besluit hieruit dat er in werkelijkheid geen specifieke verzamelplaats in Jeruzalem was en mijn vraag als gevolg daaruit is dan ook, waar zetelde het besturende lichaam? In geheel handelingen is er nergens spraak van één vaste verzamelplaats noch van een organisatie of besturend lichaam. Als, ja als   het fundament van de christelijke organisatie in Jeruzalem gegrondvest was, waarom is daar dan geen enkele directe verwijzing naar, zelfs de woorden 'de organisatie' of ' het besturend lichaam' komen in het verslag of zelfs in de Bijbel niet specifiek uit de verf. Daarmee bedoel ik niet dat er geen 'organisatie' of geen 'bestuurszetel' mag zijn, maar dan moeten die wel ten diensten staan van de leden en niet de leden ten dienste van en onderwerpen aan 'de organisatie of het besturende lichaam, zijn, wat heden ten dage wel is.   

    De verwijzing naar het 'particulier huis' mag je, als je wilt markeren of noteren, omdat dit te maken zal hebben met de van huis tot huis prediking, maar dat is voor een andere keer.

    08-02-2009 om 00:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 31/08-06/09 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!