|
Moeten…
Moeten en nog eens moeten
We leven in een tijd vol van slavernij
Niemand voelt zich vrij
Ook al hebben ze vrij
Men moet dit en men moet dat
We lopen zo hard
Dat we geen tijd hebben voor een schat
Welke schat dan wel?
We willen als het kan paradijselijk leven
Maar door dit willen laat
men de aarde steeds beven
Want we moeten veel verdienen
En als het kan willen we onszelf bedienen
Met allerlei mooie geschenken
Zoals veel huisraad
of veel kinderspeelgoed
Ja, die doet het erg goed
Een kind wordt overstelpt met rommel
We hebben overal een reden voor
Ja, dan kan hij of zij dat er mee
Maar in de praktijk geeft het veel wee
We hebben kastruimte tekort
Oh, dan gaan we even kasten kopen
En na verloop van tijd zijn de kinderen groot
En dan moet er weer iets anders worden ingevoerd
Maar de schat rust
Die heeft men niet gekust
En we zijn zo moe en depressief
Ziet u hem die grote dief!
Die ja van je laatste restje energie beroofd
Omdat men in de fabelen van hebzucht geloofd!
Men lonkt nog steeds naar anderen
We willen niet in rust wandelen
Er zijn geen grenzen aan de smoezen
Dat doet een mens niet in soezen
Maar het brengt een diepe slaap
Waarin je overdag gewoon de wereld over gaat
En nimmer komt het tot stilstand
We willen alles, zelfs kinderen!
Die je in alles kunnen hinderen
Hup…werken voor je grap
En je lekkere hap!
Kinderen moeten en moeten
Steeds sneller groot zijn!
Kinderen lijden ongezien aan te
weinig liefdevolle aandacht
En dat doet een kind alleen maar pijn
Rustig groter groeien dat zal er niet zijn
En menswaardige mensen afleveren
dat is er al helemaal niet meer bij
Want we keren niet terug van het ravijn
We moeten als vrouw allemaal zelfstandig zijn
Of we het wel of niet kunnen
De overheid zal het voor u runnen
Zodat u nog nauwelijks bij kan komen
En ook niet van een betere wereld kan dromen
Ja, daar is er één die daar vreselijk bang voor is
Dat is die vieze zwarte kledder
Die je steeds weer je energie afneemt
Die mensen zonder normen en waarden wil
Want dan heeft hij veel helle gegil
En dat is waar hij zich mee verblijdt
Want iedereen is lekker de weg kwijt
En ze staan overal in het krijt
Maar niemand krijgt werkelijk spijt
Fijne vakantiedagen
Met allerlei vakantieplagen
Daarin heeft het kreng behagen
Maar op zijn tijd laat hij ook mensen
vroom praten
Want die na-aper wil dat iedereen
danst naar zijn pijpen
En zo zie je de tijd steeds rijper
Voor de algehele zelfmoord
En de wereld ligt in de totale verdoemenis
Ja, daarom gaat het toch zeker overal mis!
Kelen worden doorgesneden
Van mensen die het nog goed met je voor hebben
De mensen raken slaags met anderen
En het is overal oorlog
Wie zijn die mensen?
Die zijn met God in oorlog
Dat zijn mensen met hun eigen doodwensen!
En dan moet een ander er ook maar aan!
En zo trekt er een legioen duivelen aan de
mensheid voorbij
Oh…wat zijn we toch met al die aardse
goederen blij!
Die zwarte piet beeft niet als een riet
Maar ben je in nood dan is hij het niet die
te hulp schiet
Ja, mensen die menen naastenliefde uit te voeren
Die zou je eigenlijk de mond moeten kunnen snoeren
Want die zwart joekel gebruikt ook deze mensen
Voor zijn eigen wensen
Weg met al het ware gedoe
Want ik word van al dat goede moe
Ik wil het kwade en daarvoor ga ik
met domme ganzen te raden
Want die lopen toch al in een lijkwade!
Die bezorg ik veel kost
Dat men ook weer snel vermorst
En zo hollen we van het ene gat naar
het ander gat
Dit alles komt uit het zwarte gat
En op een gegeven moment is het weg dat hart
Dat hart kende misschien wel eens smart
Maar dat hart wordt ook doortrapt
Dan is er alleen nog een stuk steen
En zo vliegt de zwart joekel overal heen
Heeft u hem al gezien?
Nee, dat klopt maar hij is toch vlakbij
Wanneer het hart een steen is
Dan weet hij het op de juiste manier te gebruiken
En slaat hij wat er over is dood!
En werpt het in de goot
De mens is een misdadiger in hart en nieren
Komt binnen door allerlei kieren
Er is geen deur waar hij door komt
Want dan is de opening te groot
Het is een intens geniepig mirakel
Met veel dom gekakel
Kijk eens flink naar buiten
En gooi ze maar in die ruiten
En laat alles flink stuiten
Dan kunnen er weer een paar
hun neuzen snuiten
Want daarin heeft het kreng veel behagen
Het weghalen van de menselijke
goede dagen
Je zult ter helle varen
Want ik wil het mensdom voor
de rampzaligheid vergaren!
Dat zijn al die venijnige snaren
De wereld niet in het goede baren
Maar in benauwdheid en angst laten zijn
Dit is de weg van de leugen
Dus mensen zonder God in Christus
kunnen niet deugen
Hij is Zelf de Deugd!!
Ook al zijn ze met goed sop overgoten
Het is geen hysop dat kan ontzondigen
En allen zijn klaar voor de hel
Met veel geleuter en veel kommer en kwel!
En dat is het gevolg van de depressie
En de rest is de doodsessie!
Het einde van al het gesol
Zo draaide de gehele wereld dol!
|
