Veelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er komt veel voorbij
Het zijn vogels, ganzen in een rij
Je ziet ze vliegen
Zoals het leven voorbij vliegt
En het is de tijd die er niet om liegt
Gevlogen is de tijd
Hadden we voor onze liefste en andere naaste, tijd!
Nee, je hoort altijd
We hebben of hadden het zo druk
En zo zit je dan met een vreselijk ongeluk
De mens wordt opgegeten door eigen slavernij
Maak eens een klein uurtje voor een ander vrij!
Men heeft wel tijd voor hobby en winkelen
Zo is de mens in het leven aan het hinkelen
Winkelen moet je alleen per noodzaak doen
Maar de meeste mensen denken
Ik ga wat gezelligs doen
Ze lopen als aasgieren door de stad
En komen thuis en zijn van alles zat
Te moe om nog tijd voor de ander te maken
En zo vergaan de dagen van ouderen
Zonder dat ze hun kinderen zien
Daar heeft u geen last van misschien?
Misschien zijn er mensen die altijd claimen
Of de kinderen met allerlei dingen in het leven flemen
Zodat ze zich verplicht gaan voelen
Eens de ouders te bezoeken
Of misschien is dat er ook al niet meer
Want men vindt dat men wel wat kan ontvangen
Die ouders hebben op oudere leeftijd toch geen verlangens
Dus geef het dan maar aan ons
Wij weten er wel raad mee!
Ja, zo zit de hele mensheid in elkaar
En dan vindt men het raar
Dat alles zo is verkild
En het ergste de gesprekken waren daarvoor al verstild!
Zo hebben de ouders de kinderen niet op hun juiste plek gezet
Want kinderen zijn wel geen bezit
Maar andersom geldt dat precies zo
Alles moet gewoon lijken
Zodat zij later met alles kunnen gaan strijken
Er zitten veel kanten aan ouders en kinderen
Kinderen zijn voor de ouders geen hinderen
Maar de ouders wel inmiddels voor de kinderen
Ze bergen ze het liefst maar op in een tehuis voor ouderen
Wel lusten maar geen lasten
Het leven is vol van rare kwasten
Maar het is niet iets wat mij verrastte
Het mensdom zit vreselijk in elkaar
Maar de enige ben ik, die is raar!
Iedereen ziet het misschien niet zo
Maar als je ogen open zijn
Dan zie je de mens is van zichzelf een groot ravijn
En daarin wil men het liefst zijn!
Want dan doet alles niet zo pijn!
Het hart is hard en het blijft hard
Men wil geen smart in eigen hart
Een ander die is verkeerd
En zo verloopt alles gesmeerd
Naar een liefdeloze maatschappij
Het is ik en het blijft en nimmer wij!
|