Inhoud blog
  • 20 Epiloog
  • 19 Dag 16 Kluisbergen - Brugge
  • 18 Dag 15 Crevecoeur Cambrai - Kluisbergen
  • 17 Dag 14 Val Joly - Crevecoeur
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Elzasfietstocht 2009
    Met de bende van Bob naar de Elzas
    21-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.01 Voorblad




    Elzas fietstocht 2009

     

    Met de “Bende van Bob”

      

    Dagboek van een fietstocht van 12/06 tot 27/06/2009







    21-01-2010 om 16:58 geschreven door Via de la Plata


    22-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De voorbereiding

     




    Ooit willen we met “De Bende” eens naar Rome fietsen.

    Deze 2000km lange tocht vraagt minstens 1 maand tijd en dat is uitgesloten.

    Een mooi alternatief is de tocht in stukjes, over enkele jaren te spreiden.

    Het fietsboek “Onbegrensd Fietsen van Amsterdam naar Rome” van Paul Benjaminse is hierbij onze leidraad.

     

    Na onze Portugal fietstocht 2008, besloten we dan maar in 2009 naar de Elzas te fietsen. Al vlug is het ons duidelijk geworden dat heen en terug, onmogelijk is in 2 weken.

     

    Na wat zoekwerk heb ik de volgende oplossing bedacht.

    Een voorjaar trainingsweek van Brugge naar de Veluwe en terug langs de Maas en via Maastricht tot Eupen. Maastricht betekent een scharnierpunt op de weg naar Rome. (zie verslag Veluwefietstocht 2009)

     

    Hierdoor leek Eupen voor ons dus een geschikte startplaats voor de tocht naar de Elzas.

    Na 3h sporen zonder overstappen, kunnen we, in de Duitstalige hoofdstad van de Oostkantons, aansluiten op de “Wegen naar het Zuiden”.

     

    De reisweg kreeg stilaan vorm, en we kozen voor een aaneenkoppeling van een aantal trajecten:

     

    ·        Als startplaats Eupen om iets verder in Ternell op de door Benjaminse beschreven route naar Rome te komen.

    ·        We zouden deze route blijven volgen tot in Thann.

    ·        Door de Hoge Venen, het Ourdal en de Eifel, Luxemburg langs Echternach naar de Moezel, door Lotharingen en door de Elzas tot Thann (bij Mulhouse).

    ·        Vervolgens een doorsteek over de Vogezen en de Jura, om in Charmes op de “Groene wegen naar de Middellandse zee” te komen.

    ·        De Groene wegen in omgekeerde zin volgen tot Thionville.

    ·        Van Thionville naar Dun-sur-Meuse om vandaar de route der “Groene Valleien” naar Boulogne-sur-Mer te volgen tot Cambrai.

    ·        Van Cambrai over Doornik, Kluisbergen terug tot Brugge.

     

     

    Door de verschillende delen van trajecten aan elkaar te koppelen verscheen er een 16 daags rittenschema van +/- 1500km met telkens een stad of dorp als begin en eindpunt.

     

    We zijn geen kampeerders, daarom heb ik ook voor elke dagbestemming naar een degelijke overnachting gezocht. Na veel gegoogle en zoekwerk in allerhande gidsen kon ik heel wat adressen van hotels, Chambres d’hôtes en zelfs trekkershutten reserveren.

     

    Na wat overleg besloten we de tocht in de 2° helft van juni te ondernemen.

    Alles mooi in een exellijst gieten, van dorp naar dorp met km afstanden en cumuls per dag. Ik maakte voor elk bendelid een routeboekje met teksten, trajectkaartjes, overnachtingadressen en het budget.

     

    Na onze grote trainingsrit “Veluwe fietstocht 2009” van 20 tot 26 april waren Hugo, Antoine Pol en Bob de deelnemers.

    Vanaf nu begon het te kribbelen.



     

    De reisweg 


    Dag

    Data

    Van

    Naar

    Afstand

    Cumul

    1

    V

    12 jun 09

    Brugge/ Eupen

    Ouren

    90

    90

    2

    Z

    13 jun 09

    Ouren

    Wormeldange

    116

    206

    3

    Z

    14 jun 09

    Wormeldange

    Landonvillers

    87

    293

    4

    M

    15 jun 09

    Landonvillers

    Sarrebourg

    104

    397

    5

    D

    16 jun 09

    Sarrebourg

    Obernai

    85

    482

    6

    W

    17 jun 09

    Obernai

    Colmar

    89

    571

    7

    D

    18 jun 09

    Colmar

    Saulxures-sur-Moselotte

    101

    672

    8

    V

    19 jun 09

    Saulxures-sur-Moselotte

    Charmes/ Loromontzey

    94

    766

    9

    Z

    20 jun 09

    Charmes/ Loromontzey

    Chateau-Salins

    76

    842

    10

    Z

    21 jun 09

    Chateau-Salins

    Thionville

    93

    935

    11

    M

    22 jun 09

    Thionville

    Dun-sur-Meuse

    100

    1035

    12

    D

    23 jun 09

    Dun-sur-Meuse

    Jandun/Viel-Saint-Remy

    109

    1144

    13

    W

    24 jun 09

    Jandun/Viel-Saint-Remy

    Liessies/Val Joly

    93

    1237

    14

    D

    25 jun 09

    Liessies/Val Joly

    Crevecoeur s Escaut

    92

    1329

    15

    V

    26 jun 09

    Crevecoeur s Escaut

    Kluisbergen

    113

    1442

    16

    Z

    27 jun 09

    Kluisbergen

    Brugge

    88

    1530



    22-01-2010 om 08:46 geschreven door Via de la Plata


    25-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.04 Dag 1 Eupen - Ouren

    Dag 1  Eupen - Ouren

     

     

    Zoals bij elke reis, is het ook nu niet anders, ik heb weinig geslapen……

    Heb ik niks vergeten bij de voorbereiding?

    6H30 eindelijk kan ik opstaan……om alles nu vliegensvlug te laten verlopen.

    Terwijl ik nog een koffie slurp, is mijn schoonbroer al toegekomen.

    Ik laat Hugo liever niet zenuwachtiger worden. Om 8h15 vertrekken we naar het Brugs station. Een half uur later ontmoeten we Pol op het perron.

     

     

    Mooi op tijd vertrekken we om 8h58. Het wordt 3h sporen naar Eupen.

    Onze vierde fietsmaat Antoine, vervoegt ons in Brussel-Noord.

    Er is weinig opstaptijd, maar met onze hulp kan hij tijdig zijn fiets en de tassen in de trein krijgen.

     

     

    Vóór we in Eupen toekomen, beslissen we ons lunchpakket aan te spreken.

    Zo kunnen we daar onmiddellijk starten. Eupen is een eindstation, hier mogen we alles wat langzamer doen. Het is ondertussen 11h55. Daar gaan we dan!

    Onze Elzas fietstocht kan beginnen.

    Een vriendelijke dame neemt een foto en wenst ons in degelijk Nederlands goede reis.

     

     

    Eupen is de belangrijkste stad voor de Duitstalige gemeenschap, een regionaal centrum. Het is middag en er heerst een nerveuze autodrukte.

    Het is wat zoeken, we rijden enkele rondjes en vinden dan toch de juiste weg, de N67 richting Monschau. Het is een lastige klim om uit de stad te geraken.

    Na enkele kilometers is het zweten. Bij onze eerste stop moeten we reeds onze te warme kleding uittrekken.

     

    We zoeken naar het knooppunt 84 bij het “Natuurcentrum Ternell”. Hier verlaten we de drukke N67.

    Rechtsaf duiken we het natuurreservaat van de “Hoge Venen” binnen. Dit is een gebied met een dicht woud, soms onderbroken door open gebieden met heide en moerassen. Het is wennen aan de knooppunt plaatjes, een heel ander model dan bij ons in Vlaanderen.

     

     

     

    Na enkele kilometers dalen, komen we aan een open plek, We moeten van de fiets door een ondiep riviertje mogelijks is dit de Hill.

    Er staat hier een houten bord dat de richting naar de Baraque Michel aanwijst. Wij moeten echter naar Herzogenhugel, nu over een minder goede weg.

     

     

    Gelukkig kunnen we het knooppuntennetwerk volgen, anders zouden we onmogelijk de juiste weg kunnen vinden. We zijn al 15km in dit bosgebied en hebben nog geen mens gezien. Het is zonnig en prachtig fietsweer. Wel doen we de talrijke bosvogels schrikken. Hugo is in zijn nopjes en kan ons uitleg geven bij al die vogelgeluiden

     

    We kruisen regelmatig een spoorlijn en komen voorbij Robertville, Outrewarche en Champagne. Na enkele steile hellingen rijden we na Weywertz, Bütgenbach binnen. Hoog tijd om onze dorst te lessen. Een rustpauze met een frisse Leffe doet deugd.

     

     

    Voorbij het stuwmeer van Bütgenbach, moeten we naar Büllingen. Het blijft voortdurend stijgen en dalen, de boswegels zijn niet zo best en we vorderen maar heel traag. Gelukkig rijden we door een prachtige natuur, met slechts hier en daar een trosje huizen. Honsfeld is zo’n verzameling van huizen rond een kerkje.

     

    Nu krijgen we een pittige klim naar Holzheim, daarna volgt Medendorf om na Andlermühle af te dalen naar Schönberg. Het landschap is wat open en we zien een weids Eifel panorama. Vanaf hier belanden we in het Ourdal richting Burg Reuland.

     

     

    We moeten over de rivier de Our en rijden langs enkele grote boerderijen.

    Bij Steinbrück volgen we de Our en rijden onder een indrukwekkende viaduct die het Ourdal overspant. We verlaten het fietspad en moeten een korte maar gemeen steile klim nemen naar een bosweg bij een vervallen spoorwegviaduct.

     

    Hier flirten we enkele keren met de Duits-Belgische grens. We blijven dicht bij de Our, volgen een oude spoorwegbedding en komen in Auel.

    Langs een fietspad belanden we in Burg-Reuland een klein centrum met enkele straten. Hier moeten we de richting Ouren zoeken. 10km verder rijden we Ouren binnen, een onooglijk klein dorp.

    Ik telefoneer naar de Camping, we zijn er heel dicht bij. Nog een korte steile beklimming tot aan het kerkje. Er volgt een snelle afdaling naar links en over het brugje van de Our zijn we op Camping International. Het is nu juist 19h.

     

    We worden hartelijk ontvangen door de uitbaters, de Nederlandse familie Kappert en enkele camping bewoners. Iedereen spreekt hier Nederlands.

     

           

     

    Eerst moeten we onze dorst lessen, gelukkig hebben ze hier ook onze Belgische bieren.

    Edwin en Catharina zullen voor ons het avondmaal voorzien tegen 20h.

    Edwin begeleidt ons naar de goed onderhouden trekkershut.

    Het sanitair blok ligt kort bij en is onberispelijk proper…..we willen onmiddellijk een douche nemen.

     

    De camping bevindt zich aan de schilderachtige boorden van de rivier de Our.

    Tegen de flanken van een heuvelachtig bosrijk gebied……een oase van absolute rust.

     

    Om 20h stipt zijn we present in het Camping Restaurant, waar een gezellige sfeer heerst. Enkele tooggasten willen absoluut weten wat onze reisplannen zijn.

     

     

    Catharina bezorgt ons een smakelijk souper.

    Na nog een slaapmutsje worden we slaperig. Het was een zeer lastige rit op een geaccidenteerd parcours. Voortdurend op en neer en soms zelfs heel steil. De wegen waren niet al te best en in de bossen meestal niet verhard. Maar de natuur was enig mooi.

     

    Met een goed gevuld buikje doen we nog een wandeling op de camping.

    Het wordt echter te fris en we willen slapen.

    Al vlug zitten we in onze slaapzak en na enkele minuten start het snurkconcert. Slaapwel!

     

    Start :         Eupen om 12h00

    Aankomst: Ouren om  19h00

    Afstand :    90km

    Weer:         Zonnig, weinig wind +/- 20°C

     

     

    Verblijf:

    Camping International Familie Kappert en familie Van der Linden

    Ouren 14   B 4790 Ouren België   Tel. 0032 (0)80-329 291

    www.camping-international.nl

    info@camping-international.nl 

     

    25-01-2010 om 11:22 geschreven door Via de la Plata


    27-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.05 Dag 2 Ouren - Wormeldange

    Dag  2 Ouren - Wormeldange

     

    Het is fris in de hut, als we rond 7h15 bijna gelijktijdig wakker worden.

    Er volgt een vliegensvlug ochtendritueel. Om 8h00 zijn we reeds klaar en we kunnen gaan ontbijten bij Edwin en Catharina in de kantine van de camping.

    We worden uitbundig verwelkomd. Catharina laat ons genieten van een huiselijke sfeer. Edwin voorspelt ons een moeilijke eerste 10km.

    Na een uitgebreid ontbijt en nog een gezellige babbel kunnen we afrekenen.

    Daarna enkele foto’s en om 9h start onze 2° fietsdag.

     

     

    We moeten hard op de trappers lopen om aan het kerkje van Ouren te komen.

    We vinden nergens een wegwijzer naar Harspelt. Het is gewoon met de natte vinger aarzelend verder op de weg rechtdoor blijven. Na enkele kilometers is er duidelijk een gevoel dat we ergens een afslag naar links genegeerd hebben.

    We moeten normaal de bergrug over, weg uit het Ourdal. We komen terug en….Ja, achter een slingerende bocht staat een wegwijzer naar Lutzkampen. Onmogelijk te zien vanuit de andere richting.

     

     

    Het wordt, zoals ze ons op de Camping beloofd hebben, een zware dobber.

    Een steile kronkelende beklimming tot in het bos boven op de bergrug.

    We zijn nu in Duitsland.

    Terwijl we elkaar opwachten en verzamelen, wipt er ons een dartele ree razend snel voorbij.

    Dat was even schrikken, zo’n mooi wild dier en……….zo dicht bij ons.

     

     

    Hierboven hebben we een prachtig uitzicht over de Eifel. Hebben we dan de bewoonde wereld verlaten? Zover we kunnen zien nergens is er ook maar één huis, dorp of kerktoren te bespeuren. We vorderen langzaam, het is omhoog omlaag op een golvende bergrug. We rijden op afschuwelijk ruw en slechtlopend asfalt.

     

    Enkele huizen, Dahnen. Eindelijk beginnen we aan een bochtige afdaling.

    Wat verder voorbij een ruïne, vliegen we door het dorp Dasburg en over de Our

    Luxemburg binnen.

    Hier dachten we inkopen te doen, maar er is nergens een winkeltje.

     

             

     

    Omdat het nog maar 11h is beslissen we door te rijden tot Vianden. We blijven de breder geworden rivier volgen. Maar vlak is het niet, de weg kronkelt af en toe weg van het water om de bochten af te snijden. Het is telkens omhoog en omlaag langs de dalwand. In Untereisenbach moeten we naar de Duitse oever tot Gemünd. We rijden langs een klein weggetje naar Stolzemburg over een mooi maar vochtig bospad. Als we uit het bos komen ligt er voor ons een meer met een stuwdam. Boven ons zien we nu het kasteel van Vianden. Het is een indrukwekkend bouwsel boven op een bergrug. Hoog tijd voor een foto.

     

             

     

    Na de stuwdam krijgen we een lange helling. We worden luidruchtig aangemoedigd door een voorbij rijdende groep wielertoeristen in fleurige fietsplunjes.

    Enkelen hebben belangstelling en willen weten waar we naar toe rijden.

    Boven op de top is het voor iedereen uitblazen……en maken ze een foto van onze Bende.

    We hebben een prachtig uitzicht op de in het dal gelegen dorpen. Na wat rust en een gezellig praatje met enkele Duitstalige wielerfanaten, moeten we verder.

    Van op de rustplaats Bivel, zijn we vliegensvlug in Vianden. In het centrum slenteren we over de Our op zoek naar een eetgelegenheid. Het lijkt wel een Hollands stadje, overal zien we opschriften in het Nederlands.

     

             

     

    Lang moeten we niet zoeken, we stappen een frituur binnen. De Hollandse waard en waardin doen hun best om ons zo vlug mogelijk te bedienen.

    Gelukkig moeten we geen Heineken drinken, er is ook Belgisch bier aanwezig.

    We zijn goede aangevers, want kort nadat wij bediend zijn, wordt het kleine zaaltje overrompeld door stappers. Vóór we opnieuw starten willen we onze drinkbussen vullen, maar de Hollandse frituur uitbater kan zijn ware aard niet verbergen. Zijn kraantjeswater is ondrinkbaar beweert hij! Hij wilt ons  zijn waterblikjes opdringen……..Zijn vrouw blijkt evenzeer verbouwereerd door zijn norse houding. We bedanken en vertrekken dan maar zonder water in de bidons.

     

    We blijven nog even, in het dal, de Our volgen. Aan de volgende brug, gaan we naar de Duitse oever en volgen een fietspad tot Wallendorf. Vanaf hier volgen we de Sûre of is het de Sauer, we weten het echt niet…..Soms zijn we in Luxemburg en enkele minuten later in Duitsland.

     

    Het is heerlijk vlak fietsen tussen de rivier en de groene bergwanden. Nu over de Dillingerbruck naar Echternach. We verlaten de rivier en peddelen traagjes het toeristische stadje binnen. Hier zijn er terrasjes genoeg. We vleien ons op een van de zonnige pleintjes. Een paar witte van Hoegaarden zullen ons deugd doen.

     

              

     

    Volgens mijn moeder was mijn allereerste buitenlandse reis, een weekje Luxemburg met bestemming Echternach. Ik herinner mij enkel nog ons Austin autootje, een muffe hotelkamer en een bergwandeling door een rotspartij………maar vooral mijn pijnlijke voeten. Ik moet dan +/- 6 jaar geweest zijn!

     

    We moeten enkele keren de weg vragen naar Scheidgen. Na een poosje vinden we het fietspad. Slingerend klimmen we omhoog tussen rotspartijen over een oud spoorwegpad. We fietsen onder een gewelf van groen, het is vochtig, er is nauwelijks lichtinval. Plots moeten we door een smalle oude tunnel. Gelukkig maar, ik denk dat we een heel zware beklimming vermeden hebben.

     

             

     

    Na het tunneltje van Bech zien we opnieuw de zon, het is rustig fietsen door enkele slapende dorpjes. We rijden voorbij de zendmasten van Radio Luxemburg in Juglinster. Hier moeten we afbuigen richting Wormeldange.

     

     

    We rijden door Rodenbourg, Olingen en Mensdorf, om uiteindelijk in Wormeldange aan de Moezel te belanden.

    Zonder moeite vinden we het hotel

    Relais du Postillon. Het is 19h00 de receptionist verwacht ons. We kunnen onze fietsen bergen in de hotelgarage. Daarna krijgen we twee ruime kamers met uitzicht op de Moezelse wijnvelden.

     

     

     Om 20h00 worden we in het hotel-restaurant verwacht. Onze was- en plasbeurten verlopen vliegensvlug. We hebben grote honger, de attente kelner bedient ons in sneltempo………We nemen een Moezelbier als aperitief, nu komt er heel vlug de salade du chef en contrefilets du boeuf. Na het dessertijsje maken we, met een dik buikje, nog een grote avondwandeling langs de Moezel.

     

     

    In een plaatselijk café, waar zowel Duits als Frans gesproken wordt, willen we nog een slaapmutsje drinken. We overlopen onze dagrit. Het was een heel mooie maar soms zware fietsrit. Vandaag hebben we verschillende keren de weg moeten vragen. Meermaals vonden we geen of slecht geplaatste wegwijzers.

    We hebben dan ook meer kilometers dan voorzien…..teveel eigenlijk.

    Maar ’t was een heel mooie zonnige dag en dat maakt alles goed. Slaapwel.

     

     

    Start :         Ouren om 9h00

    Aankomst: Wormeldange om  19h00

    Afstand :    116km

    Cumul  :     206km

    Weer:         Zonnig, weinig wind +/- 22°C

     

     

    Verblijf:

    Hôtel-Restaurant "RELAIS DU POSTILLON"   113, rue Principale

    L-5480 WORMELDANGE     Tel: 76 84 85  Fax: 26 74 71 15

    www.relaisdupostillon.lu

    relais@pt.lu

    27-01-2010 om 12:42 geschreven door Via de la Plata


    29-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.06 Dag 3 Wormeldange - Landonvillers

    Dag 3 Wormeldange – Landonvillers

     

     

    We hebben alle vier goed geslapen…….

    Na onze lange rit van gisteren voelt iedereen zich gelukkig kiplekker. We kunnen er vandaag weer een lap op geven.

    8h00 we doen ons tegoed aan het uitgebreid ontbijtbuffet. Enkele vroege hotelgasten zijn benieuwd naar onze voornemens. Vandaag willen we wat eerder ter bestemming zijn, daarom…..niet talmen, wegwezen is de boodschap.

     

     

    Gelukkig ligt het Hotel op onze uitgestippelde reisweg. Nog vóór 9h00 worden we uitgewuifd door het hotelpersoneel. De brug over de Moezel is vlakbij. We moeten naar het fietspad op de Duitse oever. Het Is nog wat fris maar de zon is van de partij. Het is zalig fietsen op het prachtig vlakke fietspad langs de rivier.

     

    We hebben een adembenemend uitzicht op de Moezelwijnvelden aan de Luxemburgse zijde. Niet te geloven dat men hier, zo Noordelijk, kwaliteitswijnen verbouwt. Ik vermoed dat de hoge berghellingen de nodige beschutting geven. Of zou het de rivier zijn die voor een zachte temperatuur zorgt? Welke druivenrassen kunnen ze hier gebruiken? We hebben rustig de tijd om er met elkaar over te kletsen. Wel zijn we het er over eens, ze zullen hier wel witte droge wijn maken.

     

     

    We vorderen goed op dit vlakke pad. Regelmatig kruisen we vroege wielertoeristen. Telkens moeten we hen voldoende ruimte bezorgen.

    Wij, met onze bepakte fietsen, nemen heel wat meer ruimte in dan zij, met hun racefietsen. Het pad loopt verschillende keren door de vele oevercampings…….We worden telkens uitbundig toegewuifd.

     

           

     

    We kruisen enkele kleinere dorpjes, Palzem, en Besch. We zien aan de overzijde Remich en komen onder de autostradebrug van Schengen.  We steken, iets verder, de volgende brug over en zijn nu in het bekende drielandenpunt dorpje. Hier doen we onze picknick inkopen. We blijven aan de Luxemburgse kant van de Moezel. Iets verder zijn we aan het drielandenpunt en als we Contz-les-Bains binnen fietsen zouden we in Frankrijk moeten zijn…..

     

    We blijven de rivier, die hier enkele grote bochten maakt, volgen. Het is een rustige groene vlakte, we rijden door Rettel naar Berg-sur-Moselle tot Malling.

    Hier moeten we over de brug de mooie Moezel verlaten richting Métrich.

    We peddelen richting Lemestroff door een golvend parcours met bossen en landerijen. De horizont wordt hier wel 10km lang gedomineerd door de koeltorens van de kerncentrale van Cattenom.

     

     

    Vanaf Lemestroff wordt het een mistroostige arme streek, de dorpjes liggen er verlaten bij. In Budling vinden we toch een dorpscafé op het plein. Eindelijk kunnen we onze aperitief nemen. We hebben grote dorst het wordt een grote frisse Kronenbourg.

    We hebben al 50km op ons tellertje staan en het is ondertussen 12h30.

     

     

    We beslissen nog een 10 tal kilometers door te rijden tot Kédange want daar willen we picknicken. Op een grasplein dicht bij een kabbelend riviertje kunnen we ons neervlijen. Spijtig zijn er hier noch banken noch tafels. We hebben honger en dan smaakt het toch…

     

     

    Twee jaar terug reden we ook door deze streek. Lotharingen is, voor ons Vlamingen, een minder gekende streek. We weten enkel nog, uit de geschiedenislessen, dat hier heel veel oorlogen uitgevochten zijn. We ondervinden duidelijk dat er ook een mengeltaaltje gesproken wordt……Frans met tussendoor Duits, moeilijk te verstaan.

    Na Kédange-sur-Canner komt er een echt boerenlandschap. Grote landerijen, doordringende mestgeur en enorme graanschuren.

     

     

    Na Aboncourt en Bettelainville krijgen we een nijdige helling. We komen in Vigy en kennen dit dorp……we weten zelfs het dorpscafé staan. Snel rijden we naar het dorpsplein aan de kerk. Grote verwondering bij de dorpelingen als we tussen hen een plaatsje innemen op het terras. We bestellen meer dan één frisse Grimbergen. Het is nog maar 16h00 en we moeten nog slechts 10km afleggen.

     

     

    Plots verschijnt er een stapster met een bepakte ezel. Ze is zich samen met haar reisgezel aan het oefenen om een lange voetreis te maken. Hugo en Antoine willen absoluut een rondje stappen met het dier. Maar die blijft koppig wachten op een emmer water. Onze vrienden kunnen beter overweg met hun fiets en laten de ezel bij zijn baasje.

     

     

    Vanaf Vigy, moeten we nog door een groot bos. Nadat we de drukke snelweg A4/E25 gekruist hebben, zijn we in Landonvillers. We blijven wat heen en weer fietsen…..geen enkel plaatje met verwijzing naar onze Chambres d’hôtes.

    Even later blijkt dat “Le Moulin de Landonvillers” vóór het binnen rijden van het dorp moet liggen. Terug dus!

     

     

    Het watermolenhuis ligt op het einde van een groene dreef.

    We kunnen tot aan de voordeur fietsen…

    Madame Weber komt ons tegemoet.

    Ze wil ons onmiddellijk laten plaats nemen op het terras. Samen met de twee juist toegekomen Britse families moeten we eerst iets drinken.

    We worden enigszins door de Engelsen genegeerd.

     

     

    We kunnen onze fietsen in een grote garage bergen.

    Het wordt ons vlug duidelijk dat de heer des huize getroffen moet zijn door een beroerte. Hij wil ons begeleiden en met ons converseren maar het lukt heel moeizaam. Madame Clodette Weber brengt ons naar een duplex kamer…….Het is er wat rommelig en geïmproviseerd. We hadden beter verwacht. Maar…..het is dat of helemaal niks. Hier in deze omgeving is er geen hotel. We zijn niet moeilijk het is slechts voor één nacht.

    Na de gebruikelijke was en plasbeurt, kunnen we al tezamen souperen.

     

    Clodette wilt nog eventjes wachten. Ze verwacht nog een mysterieuze onbekende gast. Er heeft haar iemand gebeld, het enige dat ze kon te weet komen was dat ze een eenpersoonskamer moest vrij houden. Na een poosje is ze het wachten beu. Samen met haar dochter en kleindochter bedient ze ons in sneltempo.

     

     

    Met veel zwier tracht ze uitleg te geven over wat we allemaal op ons bord krijgen. Het is een typisch Lorainse maaltijd verzekert ze ons……Wat het is weet ik niet meer. En toch was het lekker. Als we nog en fles wijn vragen, maakt ze duidelijk dat dit een supplement zal zijn…..achteraf is deze toch niet aangerekend. De onbekende gast komt aangestormd wanneer we bijna gedaan hebben met eten. Het is een eenzame Nederlandse fietser. Hij doet in korte stukken de “Groene wegen naar de Middellandse zee”. Een ervaren fietser, maar een absolute eenzaat. Toch kunnen we heel veel gegevens uitwisselen.

     

     

    Het wordt een drukke en soms moeilijke conversatie. We blijven nog wat napraten, wel niet eenvoudig met drie talen door elkaar. Het oudere Engels paar is moe en druipt vlug af. Maar de jongeren……hij blijkt ereboer te zijn en zij schrijfster. Zij hebben erg veel belangstelling naar onze reis en het fietsen.

    Na het souper willen we nog een luchtje scheppen…..We maken een wandeling tot aan het kasteel van Landonvillers. Het dorp ligt er verlaten bij……Hier is er werkelijk niets, noch café, noch restaurant. We wandelen terug naar ons verblijf.

    Eens vroeg onder de dekens zal ook wel deugd doen zeker!

     

    Start :         Wormeldange om   8h45

    Aankomst: Landonvillers  om  17h15

    Afstand :     87km

    Cumul  :     293km

    Weer:         Zonnig, weinig wind +/- 21°C

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes “Le Moulin de Landonvillers”  à Les Etangs  Landonvillers.

    tel  00 33 3 87 64 24 81

    Clodette WEBER - Le Moulin de Landonvillers www.studio-synchro.fr/weber

    Weber.c2@wanadoo.fr

    29-01-2010 om 15:50 geschreven door Via de la Plata


    01-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.07 Dag 4 Landonvillers - Sarrebourg

    Dag 4   Landonvillers - Sarrebourg

     

     

    Als we die ochtend door het raam kijken beseffen we dat er ander weer op komst is.

    Elk om beurt kunnen we het sanitair gebruiken.

    Samen met onze Nederlandse fietscollega nemen we een stevig ontbijt.

    We kunnen hem nog wat raad geven, hij volgt dezelfde weg, die wij in 2007 deden. Voor ons wordt het vandaag een overgangsetappe. We moeten nog een stukje door La Loraine en daarna op weg naar l’Alsace.

     

     

    Het is 9h00, we laden alles op de fietsen en rekenen af.

    Nog een foto met zijn allen en met Madame Weber en daar gaan we dan voor onze 4° fietsdag. We moeten de richting Courcelles-Chaussy, een beklimming door een bos tot in dit dorp. We rijden nu op de drukke N3 tot Bionville-sur-Nied. Nadien volgen we een klein weggetje naar Raville. Een lange afdaling brengt ons in Fouligny en iets verder in Guinglange. We zien vóór ons een dicht woud en iets later rijden we kilometers lang door “Foret de Dom Remilly” tot Arriance.

     

     

    Als we het bos verlaten begint het plots lichtjes te regenen. We moeten voor het eerst onze capes aantrekken. We blijven, zij het wat rustiger doorpeddelen tot Arriancourt. We doen inkopen aan een winkelwagen en weten dat het de enige mogelijkheid is om ons te bevoorraden met brood, kaas, tomaten en fruit.

    De schaarse plaatselijke bewoners doen een haastig praatje. Het begint hevig te regenen, Hugo en Antoine houden zich schuil in een schuur, op het dorpspleintje. Zij hebben het gezelschap van een Hollands fietskoppel.

     

     

    Deze fietsers komen terug vanuit het zuiden en volgen dezelfde reisweg als wij doch in omgekeerde richting. Na een poosje mindert de regen en we nemen afscheid van deze vriendelijke collega’s. Het is nog maar 11h00 en we hebben al 35km op het tellertje staan. We moeten hier in het dorp linksaf een lang stuk in Oostelijke richting. We rijden door een dal met enkele verlaten dorpen. We dalen af door Suisse, neen niet Zwitserland, maar een van die slordige boerendorpjes.

     

     

    Vervolgens komen we in Landroff, Harprich en Vintrange. Het is voortdurend omhoog en omlaag. Gelukkig zijn het zwakke hellingen en vorderen we goed in de onophoudelijke regen. Terwijl we schuilen in een bushok in Vahl-les-Benestroff picknicken we. Er blijven dreigende wolken, we moeten nog een 45-tal kilometer verder. Na een poos kunnen we onze capes eindelijk opbergen.

     

     

    Nu zijn we in het “ Pays des Etangs” een streek met veel vennen en meertjes. De ondergrond is leemachtig, denk ik en kan het water moeilijk dieper doorsijpelen. De watertjes zijn echte visvijvers, overal zijn er visserzitjes te zien.

     

    In Mitterheim, het eerste echte dorp na vele kilometers vinden we aan een kanaal een Restaurant-Café. Eindelijk, kunnen we wat rusten en onze dorst lessen. Antoine, die als eerste binnen is, vindt hier zijn biermerk niet. “Pas de Duvèl”. De patroon negeert hem, best dat wij binnen komen. We kunnen de nors geworden cafébaas wat sussen en we drinken dan maar een paar frissen Kronenbourg’s.

     

     

    Vóór we vertrekken geeft hij ons uiteindelijk toch nog enkele nuttige aanwijzingen. Langs het “Canal des Houillières de la Sarre” kunnen we het best en zonder teveel druk verkeer in Sarrebourg geraken. We volgen het jaagpad, links en rechts zijn er meertjes en wat later dichte bossen. Elke kilometer is er een sluis en mijn fietsmakkers willen ook eens sluiswachter spelen.

     

             

     

    Na een 12 tal kilometer moeten we linksaf, we verlaten het kanaal.

    Het begint opnieuw te regenen. We trekken onze regenkledij aan en op een drafje komen we in Saint-Jean de Bassel. Hier zijn er enkele splitsingen.

    Antoine en Hugo hebben niet opgemerkt dat ik de weg wil vragen en stuiven verder. Pol en ikzelf blijven geduldig wachten tot onze vrienden terugkeren.

     

     

    Hugo heeft opgemerkt dat wij niet meer volgen en komt spoedig terug.

    Antoine blijft koppig doorfietsen. Pol krijgt het koud in de frisse regen en besluit door te rijden langs de aangewezen weg naar Sarrebourg tot het besproken hotel.

    Ikzelf blijf wachten terwijl Hugo, Antoine terug tracht te vinden.

    Een moeilijke opgave in dit bosrijk heuvelachtig landschap. Hugo komt terug zonder onze verdwenen vriend.

    Ik probeer Antoine op zijn gsm te bereiken maar krijg geen gehoor.

    Na een half uur wachten op het kruispunt rijden wij dan ook maar door.

    Hopelijk vindt Antoine het “Hotel de France” in Sarrebourg.

     

     Om 18h00 komen we aan in Sarrebourg. Het hotel is gelegen, op de hoek van de drukke invalsweg juist vóór de brug over de Sarre en het stadscentrum. Pol staat te wachten in de receptie. Maar van Antoine is er geen spoor….

    We krijgen onmiddellijk 2 ruime kamers met uitzicht op een rustige zijstraat.

     

    Enkele minuten later komt ook Antoine toe. Hij was verloren gereden en heeft het thuisfront moeten opbellen. Mijn lijstje met alle hotels heeft hij thuis laten liggen. Zo heeft Bea het adres kunnen doortelefoneren.

    Eind goed al goed, we zijn alle vier blij nu we opnieuw goed en wel voltallig zijn.

     

     

    Na deze regendag moeten we onze fietskledij wassen en drogen…….

    We spannen een lijntje en kunnen alles te drogen hangen……

    Onze fietsschoenen drogen we door ze op te vullen met krantenpapier.

    Na een deugddoende warme douche willen we de stad verkennen en souperen.

    De hotelbaas prijst ons het restaurant “Chez l’ Ami Fritz” aan, dat in de hoofdstraat is gelegen. Het is er druk en we nemen een voorgesteld jaargetijde menu met Moezelwijn.  We hebben een ontmoeting met twee fietsers uit Oostende, ze verblijven toevallig in het zelfde hotel als wij.

    Vanaf morgen doen ze een fietstocht voor enkele dagen naar de Rijn in Duitsland.

     

     

    Na ons avondmaal maken we nog een wandeling. Het begint echter opnieuw te regenen en heel vlug keren we terug naar het hotel.

    Hopelijk is morgen alles goed droog.

    Na deze bewogen en vooral natte dag kruipen we snel onder de deken.

    Slaapwel!

     

    Start :         Landonvillers om   9h00

    Aankomst: Sarrebourg     om  18h00

    Afstand :     104km

    Cumul  :     397km

    Weer:         Veel regen en zware bewolking +/- 18°C

     

    Verblijf:

    Hôtel de France 3, avenue de France

    57400 SARREBOURG (Moselle-Loraine)

    03 87 03 21 47     03 87 23 93 57

    http://www.hoteldefrancesarrebourg.com

     contact@hoteldefrancesarrebourg.com

     

    01-02-2010 om 11:48 geschreven door Via de la Plata


    03-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.08 Dag 5 Sarrebourg - Obernai

    Dag 5 Sarrebourg – Obernai

     

     

     

    Onze kledij is volledig droog. Onze schoenen echter, zijn nog wel wat vochtig.

    Dan is het maar zo, er zit niks ander op.

    Eerst “petit déjeuner”, gelukkig is het een ontbijtbuffet, niet zo evident in de Franse hotels. Het is 8h00 en onze Oostendse vrienden zijn ook al van de partij. Ze hebben niet zoveel ervaring met het lange afstandsfietsen. We stellen hen gerust en na een goede babbel, worden ze enthousiast en willen vlug vertrekken.

     

     

    Hugo voelt zich niet op zijn gemak. Zijn uurwerk is namelijk zoek. Hij vermoedt dat hij dit gisterenavond heeft laten liggen in het restaurant. Vóór we de stad verlaten gaan we daar eerst langs, verzeker ik hem.

    Het weer ziet er vandaag veel beter uit, de zon is volop van de partij. Afrekenen, bagage de fietsen op en daar gaan we dan.

    Terwijl Hugo en ikzelf naar het restaurant rijden, doen Pol en Antoine picknick inkopen op de wekelijkse versmarkt aan de boorden van de Sarre rivier.

     

    We hebben pech, het eethuis is nog gesloten. Ik zie echter een toegang in de zijstraat. ….Enkele minuten later komt er een jongeling de zijdeur openen. Ik leg hem ons probleem uit. Het uurwerk wordt niet gevonden. Hugo maakt zich geen zorgen meer, het is een goedkoop type. Hij zal een nieuwe kopen straks op de markt.

     

     

    We maken nog een korte rondrit door Sarrebourg. Het stadje ligt aan de voet van de Vogezen maar stelt niet zoveel voor. Enkel het “Chapelle des Cordeliers” met het glas in loodwerk “La Paix” van Chagall, is enigszins bekend. Gisterenavond hebben we het eventjes kunnen bewonderen.

     

     

    Nu moeten we naar Buhl richting Wahlscheid. Het is wat zoeken tussen het nerveuze ochtendverkeer. Na een 3tal kilometer kunnen we van de grote weg af naar Niderviller. Voorbij de kerk, duiken we een klein weggetje in. We twijfelen een beetje. Bij de “Port de Plaisance” komen we op een geasfalteerde bosweg met de naam “Route du Arzvillers”.

    Deze weg moeten we nu volgen. Bij een open plaats in het bos ontwaren we heel diep onder ons een kanaal en iets verder een kanaaltunnel. Dit moeten we toch eens van dichtbij bekijken…….Juist op het ogenblik dat ik de tunnelingang bereik komt er een pleziervaartuig afgevaren. We zien het bootje ook nog verdwijnen in de tunnel. Mijn fietsmakkers blijven boven het schouwspel volgen.

     

               

     

    We fietsen verder, naar ons gevoel boven de scheepstunnel. We komen op een drukke steenweg en dalen af tussen de auto’s. Na enkele haarspeldbochten zijn we in het dorp Arzviller. Iets verder komen we opnieuw aan het kanaal. Hier moeten we het prachtige fietspad op de trekweg volgen. Aan de overzijde van het kanaal is er een steile hoge rotswand.

     

     

    Maar oh ramp, 3 km verder staan we voor een gesloten en hoge hekafsluiting. We begrijpen er niks van, nergens is dit ook maar vooraf gemeld. Er is geen doorkomen aan. Achter het hek is er een groot open terrein en iets verder een groot gebouw.

    Plots zie we iemand, ik roep ernaar en ja hij komt naar ons toe.

    We zijn aan het hellend vlak van Saint-Louis Arzvillers, de man laat ons door, mits betaling van een toegangsticket.

    We hebben geluk er is juist een rondleiding en de scheepslift is in volle werking. Er liggen aan elke kant een 6tal pleziervaartuigen te wachten. Wat een spektakel. We blijven een uur het schouwspel volgen. “Le plan Incliné” vervangt 17 opeenvolgende sluizen over een 4tal kilometer. De helling overwint een hoogteverschil van 45 meter en heeft een stijging van 41%.

               


    De 2 bakken, waarvan één stijgt terwijl de andere daalt, hebben een afmeting van 41,50m x 5.50m en wegen samen 900Ton. Dit kunstwerk doet de scheepvaart minstens één à twee dagen tijd winnen. Het is in dienst sedert 1969. In de eerste jaren na de bouw, kwamen hier dagelijks een 50-tal vrachtschepen voorbij. Gelukkig hebben ze hier nu het riviertoerisme.


    Er maken nu, op één jaar, 10.000 pleziervaartuigen gebruik van de lift. Het hellend vlak krijgt ongeveer 140.000 bezoekers jaarlijks. We zijn heel blij dat we dit spectaculair kunstwerk in werking gezien hebben. Nu moeten we door het ontvangstgebouw naar buiten en het fietspad volgen langs het “Canal de Marne/Rhin naar Lutzelbourg. We rijden voorbij enkele oude kanaal gedeelten met vervallen sluizen.


    Het is lekker fietsen langs het water. Om 12h komen we in het stadje Saverne toe. Grote drukte hier, we willen absoluut een terrasje doen. Bij een sluis vinden we uiteindelijk een plaatsje. We genieten van enkele Elzas biertjes in de zon. Heerlijk……..


    Het is eventjes zoeken hoe we hier uit dit stadje geraken. We moeten het kanaal verlaten en richting Marlenheim vinden. Na 7km komen we in het piepklein dorpje Marmoutier met een lompe markante kerk. We zijn in de helft van onze dagrit en besluiten hier op het plein onze middag- picknick aan te spreken. Mooi in het zonnetje en onder toezicht van de plaatselijke bevolking, laten we het ons smaken.

     

    We moeten nog even een hoofdweg volgen om rechtsaf een aardige beklimming te nemen. Het valt echt niet mee om na onze maaltijd puffend naar boven te klimmen. Het uitzicht maakt alles goed, vanaf hier zien we de heuvels van de Elzas. We blijven op een fietspad en dalen af naar Salenthal, iets verder komen we in Romansviller en vervolgens in Marlenheim. Hier start onze “Route du Vin d’Alsace”.

     

    Om 16h komen we toe in Molsheim. Grote dorst doet ons op een zonnig terrasje op het grote marktplein neerstrijken. We kunnen al de typische Elzasbouwstijl bewonderen. Het is een toeristische en historische stad, de hoofdstad van de regio Bas-Rhin. Hier werden blijkbaar de eerste Bugatti raceauto’s gebouwd, Molsheim was toen nog Duits grondgebied. Op de markt staat het Metzig, een renaissance 15 eeuws gebouw.

     

    We verlaten de stad door een poort en volgen de “Route du Vin” naar Rosheim. Het zijn mooie kleine weggetjes tot Boerch en Otrott. Vanaf hier zoeken we de weg naar Obernai.

    3km hoofdweg en we zijn in Obernai. Wat een drukte op het stadsplein en de winkelstraten. Blijkbaar hebben enkele bussen hun toeristen hier uitgegooid. Alle terrassen zijn bezet door, zo te zien, wat minder jong publiek.
     


    Heel vlot vinden we “La cour des Hôtes & La Mercerie” ons verblijf voor de volgende nacht. We beleven een geestdriftige ontvangst door een jongeling, hij begeleidt ons onmiddellijk naar het appartement op de 1°verdieping. We zijn opgetogen met de prachtige kamer, we hebben elk een afzonderlijk bed, er is een heel ruime badkamer en zelfs een keuken.

    Voor één nacht met inbegrip van ontbijt 79€, we mogen boffen. We zweten en genieten van een zalige douche. Toch zijn we heel vlug klaar, dorst jaagt ons naar een van de zonnige terrassen.


    Grote verwondering, geen toeristen meer, we hebben de terrassen voor ons alleen. Wat kunnen een paar koele wijntjes deugd doen. Op onze stadswandeling, vraag ik aan enkele plaatselijke mensen waar wij best gaan eten. Iedereen prijst ons Restaurant “La Dime” aan.


    Het is een beetje zoeken, het restaurant ligt iets buiten het echte toeristische centrum. We willen absoluut de “Gastronomie d’Alsace” proeven. En ja het wordt: “Choucroute gegarnierd met varkensvlees, worst spek en ham en zoals het hoort met een Elzasser wijn. Het is om duimen en vingers af te likken. Zelfs wij, met grote honger, moeten ons inspannen om de schotel leeg te krijgen.

    Met een dikke buik, doen we nog een flinke avondwandeling en nemen nog een biertje op een van de terrassen. Moe maar voldaan slenteren we naar ons verblijf. Na enkele ogenblikken is er een snurkconcert. Slaapwel!

     


    Start :         Sarrebourg     om   9h00

    Aankomst:     Obernai     om  17h30

    Afstand :     85km

    Cumul  :     482km

    Weer:         Zonnig af en toe bewolkt weinig wind  20°C

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes La Cour des Hôtes & La Mercerie

    6 rue du Marche  67210 Obernai

    Tel : +33.388 048 928

    http://lamercerie.monwebpro.com/

    lamercerie67@orange.fr


     

    03-02-2010 om 11:18 geschreven door Via de la Plata


    06-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.09 Dag 6 Obernai - Colmar

    Dag 6 Obernai - Colmar

     

    Het B&B “La cour des Hôtes & Mercerie” is een paradijs van rust, ook al ligt het in het drukke toeristische stadcentrum. Echt een aanrader, zeker voor trekkers zoals wij. Na ons ochtendritueel melden we ons om 8 uur opgewekt aan het ontbijt. Onder de parasol op het zonnige, bebloemde terras staat onze ontbijttafel netjes klaar.

    De patroon komt ons gezelschap houden. Hij maakt met veel plezier klaar wat we wensen.

     

               

     

     

    De B&B houder blijft gretig met ons kletsen, hij heeft tijd zat. We krijgen enkele nuttige tips, hoe we best de stad verlaten om op onze route te komen.

    Om 9h afrekenen en vertrekken. Op het feeërieke marktplein bevoorraden we ons met Euro’s. Daar gaan we dan voor een complete dag “Alsace”.

     

     

    “La Route des Vins d'Alsace” slingert zich van noord naar zuid door de heuvels van de Elzas. Deze bewegwijzerde route is 170 kilometer lang. Hij kronkelt aan de voet van beboste hellingen van de Vogezen. We volgen de aanwijzingen voor fietsers en rijden op kleine baantjes dwars door de golvende wijngaarden. Het weggetje is soms steil maar komt elke keer naar omlaag en dwarst de beroemde dorpjes met hun smalle straatjes.

     

     

    Om 10h zijn we in Barr, een echte toeristische trekpleister. Het is nog vroeg en toch is er al heel veel volk in de hellende straatjes. We nemen enkele foto’s op het plein voor “l’Hôtel de Ville”. Tussen de authentiek gebleven huizen rijden we steil omhoog naar de protestantse kerk van Saint-Barr. 

    Van Barr klimmen we naar Mittelbergheim tussen de groene wijnvelden. Overal wordt er druk gewerkt in de wijngaarden. Met hun tractoren op hoge wielen zijn de wijnboeren bezig met de nevelspuit, wat een ongezonde walm. Soms worden we aangemoedigd door de wijngaardarbeiders, de meesten met ietsje donkere huidskleur. De vrouwen en mannen zijn de overtollige ranken aan het snoeien en onkruid aan het ruimen.

     

     

    Na Andlau vliegen we met grote snelheid door de enige straat van Itterwiller.

    Het dorp is enig mooi en overvloedig bebloemd. Iets verder nog twee dorpjes met enkele huizen, Nothalten en Blienschwiller.

    Vanaf hier moeten we veelvuldig klimmen tussen de wijnvelden. Hoog op de heuveltoppen zien we oude kastelenruïnes.

     

     

    Vervolgens dalen we naar Dambach la Ville, met een schitterend plein en straatjes vol vakwerkhuizen. Echt niet te geloven hoe die minder gekende, kleine dorpjes hun oorspronkelijke staat behouden hebben.

    Blijkbaar heerst hier een microklimaat, droog en zonnig in de zomer. Ook wij genieten van een zalig warm weertje het is 25°C en geen wind.

     

     

    Grote dorst dwingt ons op een terrasje.

    Zouden we hier ook middagmalen? Na een paar frisse Elzassers, besluiten we nog een tiental kilometer door te fietsen.

    We komen op “La Voie Romaine” in Châtenois, een oude weg met keibestrating. Buiten het dorp en voorbij een torengebouw met ooievaars blijven we die kaarsrechte weg volgen aan de voet van de heuvels.

     

     

    Na Kintzheim en St-Hippolyte komen we in Bergheim, weer een van die historische kernen. We rijden heel wat wijnbouwershuizen voorbij. Nadien, enkele vestingmuren en een prachtig plein met een weelderig begroeide fontein. Iets buiten het stadje zien we het kasteel van “Haut Koeningsbourg”.

     

     

    Nu moeten we richting Ribeauvillé, we besluiten om hier te middagmalen…..Het is gelukkig niet druk….Waar zijn al die autobustoeristen plots naartoe ???

    Vóór we de hoofdstraat inrijden vleien we ons op een beschaduwd terras en bestellen ons elk een “Tarte flambé” met een fles Gewürztraminer.

    Nog een koffie en wat dessert en daar gaan we weer.

     

     

    Ribeauvillé ligt tussen de groene wijngaarden aan de voet van het Massif du Taennchel. Het stadje is verdeeld in twee delen “La ville basse” en “La ville haut”. Dus wordt het klimmen naar “la haut” tussen het groen om opnieuw af te dalen naar Riquewihr. Wat een ongewone toeristische drukte, dit zijn we helemaal niet meer gewoon.

     

     

    Riquewihr heette vroeger Reichenweier of rijk dorp. Het is een van de bekendste dorpen op de route du vin. Het ligt binnen een vierkante omwalling met stadspoorten. We wringen ons traag tussen de drukte, heel steil omhoog. Pol is afgestapt en doet de beklimming te voet. We bewonderen de rijkelijk versierde vakwerkhuizen. Boven, juist vóór de stadspoort wachten we op onze vriend. Hij geniet van de drukte en vindt het spijtig dat wij verder moeten.

     

     

    Na Riquewihr volgen we de route naar Kientzheim. Weer sterk stijgen door de wijngaarden in zuidelijke richting. Het wegdek is niet al te best, we moeten voorzichtig de afdaling nemen naar Kientzheim. Hier vliegen we voorbij een prachtige mooie oude fontein.

     

               

     

    Iets verder weer door een poort om na vier kilometer in Kaysersberg te belanden. Ook hier opnieuw een overvloed aan toeristen. Grote dorst doet ons op een druk terras belanden. Naast ons wordt er zelfs Vlaams gesproken, het zijn twee minder jonge paren uit Izegem. We genieten van enkele biertjes en een gezellige West-Vlaamse babbel.

    De provinciegenoten zijn vol verwondering over onze onderneming en ze willen alles tot in detail weten.

     

     

    We moeten nog minstens 15km door de wijngaarden eer we in Colmar aankomen. Eerst rijden we door Ammerschwirh, hier voert de route ons weer wat omhoog naar Katzenhal. In de verte zien we Colmar liggen. Twee heuvelflanken over en vervolgens afdalen naar Turckenheim. Door “La Porte de Munster” verlaten wij het stadje op weg naar de grootste stad van de Elzas. Het is 17h30, er heerst een nerveuze autodrukte in de stad…….Mits grote voorzichtigheid komen we aan de kathedraal met er rechtover het “Office de tourisme”. Om langer zoeken te vermijden stap ik daar maar binnen. Onmiddellijk legt een van de vriendelijke dames mij uit hoe we bij onze geplande overnachtingadres kunnen geraken. Enkele minuten laten rijden we door de poort van “Maison Martin Jund”. Ongelofelijk, midden in de binnenstad en toch zo’n kalme omgeving. Een prachtige met veel groen en bloemen versierde gevel op een grote binnenplaats.

     

     

    Na enkele minuten komt Madame Myriam ons ontvangen. Zij begeleidt ons onmiddellijk naar de voorziene kamers. Blijkbaar zijn alle plaatsen op de bovenverdieping omgetoverd in slaapkamers. Het is er wat rommelig en we moeten trapje op trapje af door enkele moeilijke gangen. We hadden hier nochtans iets beters verwacht. Toch is alles aanwezig en…….Het is maar voor één nacht. We doen niet moeilijk.

     

    We hebben dorst en bestellen enkele flessen koele witte wijn van het huis en twee flessen Crémant d’Alsace, voor deze avond.

    Vóór we uitpakken en onze bagage naar de kamers brengen. Genieten we van de frisse Martin Jund wijn onder de wijnranken die het terras beschaduwen.

     

                

     

    Na ons was en plas halfuurtje, willen we de inwendige mens versterken.

    Heel vlug zijn we in het oude stadsgedeelte, op elk plaatsje en hoekje zijn er hier traditionele buitenterrasjes. We wanen ons in Brugge, ook hier zien we een wirwar van kanaaltjes. Op een van de gezellige pleintjes bestellen we ons souper met een Elzas wijntje.

     

               

     

    Colmar is de hoofdstad van de Elzaswijn. Een gemiddelde stad, toch is er een rijk patrimonium. In de oude stad wanen we ons bij elke oogopslag te midden van een levendig schilderij. De gekleurde en opvallend goed bewaarde vakwerkhuizen vormen een overgrote meerderheid aan bezienswaardigheden.

     

     

    Er is heel wat te zien…..we worden echter moe en willen nog wat napraten met onze Crémant……het wordt nog een gezellige avond, maar de flessen zijn te vlug leeg. Het was een prachtdag……..Slaapwel.

     

     

    Start :             Obernai     om   9h00

    Aankomst:     Colmar      om  17h30

    Afstand :     89km

    Cumul  :     571km

    Weer:         Zonnig & warm weinig wind  25°C

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes Maison  Martin JUND   Myriam, André

    12, rue de l'Ange 68000 COLMAR

    tél: 00333.89.41.58.72

    http://www.martinjund.com/

    martinjund@hotmail.com

    06-02-2010 om 17:03 geschreven door Via de la Plata


    08-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 Dag 7 Colmar - Saulxures sur Moselotte

    Dag 7 Colmar – Saulxures sur Moselotte

     

     

    Wanneer Pol en ikzelf om 8h00 op het zonnige terras aanschuiven om te ontbijten, wachten Hugo en Antoine al. Zij hadden hun kamer op de 1° verdiepingen en zijn vroeg wakker gemaakt door het laden van een vrachtwagen op de binnenkoer. Pol en Bob sliepen op de 2° verdieping in een dakappartement en hadden geen hinder.

     

     

    Madame Myriam doet haar best om het ons zo aangenaam mogelijk te maken.

    Haar man en zoon komen ons wat gezelschap houden. Zij hebben blijkbaar al heel wat werk verzet en willen kletsen en koffie drinken. De zon is van de partij, we genieten van een uitgebreid ontbijt.

    Om 9h00 willen we vertrekken, we moeten vandaag heel wat kilometers afleggen en weten dat het later op de dag moeilijk, en bergachtig zal zijn.

     

             

     

     

     Bij het afrekenen, moet ik noodgedwongen in discussie met onze gastvrouw. Zij heeft zich niet gehouden aan haar offerte. Gelukkig vinden we samen de mail op haar PC met de afgesproken prijzen.

    Na het correct afrekenen, beladen we onze fietsen en daar gaan we dan voor de laatste dag Alsace……..

     

     

    We willen Colmar niet verlaten zonder een rondrit te maken in het mooie oude gedeelte van de stad. Spijtig dat we niet meer tijd voorzien hebben om deze stad uitgebreider te kunnen bezoeken. Nog enkele foto’s en nu wordt het opletten in het drukke stadsverkeer. Gelukkig vinden we heel gemakkelijk een bordje naar Wintzenheim.  We komen terug op de “Route du Vin”…….Wat zijn we blij met de kalmte die tussen de wijnvelden heerst.

     

     

    Na Wettolsheim bereiken we Eguisheim, weer een van die bekende dorpen. Eguisheim ligt onderaan een heuvel, heel hoog op de top staat er een kasteelruïne. Wat een mooi dorp, we stappen door de smalle straatjes en bewonderen de kleurrijke huizen. Het is een klein centrum maar oh zo sfeervol. We zijn het er alle vier over eens dit vinden we het meest karaktervol dorp van de Elzas.

     

     

    Bij het verlaten van het dorp, hebben we een schitterend uitzicht over de vlakte.

    Een van de mooiste panorama’s welke men kan aanschouwen…….

    De route loopt verder via Hattstatt naar Phaffenheim een beetje evenwijdig met de grote steenweg, gelukkig vinden we een wat hoger gelegen weggetje door de wijnvelden ver weg van het storend verkeer! Na Phaffenheim met zijn vele wijnboerderijen komen we in Rouffach. Dit zou wel een van de laatste liefelijke dorpjes op onze Route du Vin d’Alsace kunnen zijn…. Spijtig…….

     

     

    Vanaf Rouffach fietsen we naar Gundolsheim, door een vlakte naar Merxheim. Er is een splitsing ofwel ga je linksaf naar Basel en zo verder op weg naar Rome. Ofwel buig je rechtsaf richting Cernay en Thann om over de Vogezen op de Groene Wegen naar de Middellandse zee te geraken.

    Wij gaan dus rechtsaf. Tot onze grote verwondering blijven we tussen de wijnvelden rijden, voorbij Raedersheim en Feldkirck. Iets verder komen we aan de rivier “Le Thur” deze volgen we tot Cernay en heel vlug zijn we nu in Thann.

    Dit stadje is het uiterste punt van de Elzas Wijnroute. We willen er middagmalen. Pol heeft het lumineus idee om op de markt “kip aan het spit” te kopen. Hij bezorgt ons twee kippen, brood en tomaten. We vleien ons op een bank in een van de stadsparken en laten het ons smaken.

     

               

     

    We verlaten in Thann, l’Alsace en komen in het departement “Hautes-Vosges”. Raar maar waar, aan de departementale grens, laten we ook de zon achter ons. Stilaan beginnen er wolken op ons af te komen, het wordt iets frisser en de wind trekt aan. Gelukkig blijft het wonderbaarlijk vlak. We blijven op de oevers van de Thur rivier rijden door een groen bebost landschap. Rechts van ons zien we “Le Grand Ballon d’Alsace”, maar best dat we niet over deze col moeten.

     

    Na Willer-sur-Thur komen we in Moosch en Malmerspach. Iets verder willen we onze dorst lessen…..Op een terras in het mini dorpje Ranspach is Antoine in zijn nopjes, de wat incentrieke baas heeft: “Duvel” Onze vriend is uiterst tevreden, het was al enkele dagen geleden dat hij zijn favoriete bier kon proeven.

     

     

    Enkele kilometer verder hebben we ervan……..een regenbui. We kunnen schuilen onder een afdak op een boerenerf. Terwijl we onze capes zoeken is de bui al voorbij. Voilà, daar gaan we dan weer, het was maar een saladevlaag. (West-Vlaams voor een buitje)

     

    Hier beginnen we aan de beklimming van de Col d’Oderen. Deze bergpas is 11km lang en brengt ons van 500m naar de top op 884m. De eerste kilometers zijn vals plat, iets later wordt het 5%. Tussen het groen klimmen we alle vier in elkaars wiel.

     

     

    We horen huilende vrachtwagens naar beneden duiken. Na een paar haarspeldbochten willen we wat rusten, in een ruimere kronkel. Juist op hetzelfde moment komt er een fietspaar naar beneden gedonderd en stappen ook af op de rustplaats.

    Het zijn wat minder jonge Nederlanders, zij doen dezelfde rit als wij, maar in tegenovergestelde richting.

     

     

    Het wordt het veel lastiger, een 3tal kilometer aan 7% en naar het einde toe plots 10%. Algemene rust op de top……en hoog tijd voor een fruitpauze. We vleien ons op een bankje en genieten na van de inspanning. Iets verderop zijn houtakkers druk aan het kappen. De schreeuwerige zaagmachines doen ons vlug opkrassen, het is 17h30 en we moeten nog minstens 25km verder.

     

     

    Na de top blijven we voortdurend zwak op en af, we vorderen goed in het gigantische “Foret du Bonhomme”. Vanaf Ventron hebben we opnieuw zicht op de bergen rondom ons. We blijven, gelukkig maar, op de hoogvlakte rijden. Op het kruispunt bij Les Baranges moeten we linksaf en vinden het schitterend nieuw aangelegd fietspad “Voie Verte” op een oude spoorwegbedding.

     

     

    Bij de Lac kunnen we langs een paadje afdalen naar het dorp Saulxures. Iets verder vragen we de weg naar “Base de Loisirs du lac de la Moselotte”. We zijn er vlakbij, het is ondertussen 18h45 de vriendelijke campingbeheerder had ons iets vroeger verwacht. Onmiddellijk krijgen we de sleutels van de houten chalet “Olga” en bestellen het ontbijt voor morgenvroeg.

     

     

    Grote verwondering, wat een ruime hut met plaats voor minstens 6 personen.

    Grote honger, maakt dat wij vliegensvlug uitpakken en douchen. Het sanitaire blok is onberispelijk proper en we hebben heet water, wat een luxe.

    Om 19h30 fietsen we naar het dorp, volgens de campingbaas is er vandaag maar één restaurant open en we zullen vlug moeten zijn.

     

               

     

    Zoeken moeten we niet, want we zijn er voorbij gereden en hadden het wat slordige eethuis opgemerkt. De zon is van de partij en we nemen plaats op het terras. De patroon zelf komt ons vertellen wat we nog kunnen krijgen……

     

     

    Veel keus hebben we niet en we knikken goedkeurend. De baas en de bazin moeten blijkbaar ook nog eten en komen ons vervoegen. We trakteren hen en het wordt nog een aangename praatavond, waarbij het eten al bij al meevalt.

     

     

    De patroon vergast ons nog op een humoristische avond en heeft er genoegen in om ons overvloedig te kunnen bedienen. Voor een prijsje hebben we ons buikje kunnen vullen. Hoog tijd om onze slaapzakken op te zoeken. Heel vlug is er een snurkconcert! Slaapwel.

     

    Start :            Colmar    om   9h00

    Aankomst:    Saulxures     om  18h45

    Afstand :     101km

    Cumul  :      672km

    Weer:    Zonnig in voormiddag 22°C

    Zwaar bewolkt in namiddag

    met kortstondige regenvlaag wind 3bf  20°C

    ’s Avond zon en aangenaam.

     

     

     

    Verblijf:

    Camping met trekkershutten  “Base de Loisirs du Lac de la Moselotte”

    Route des Amias BP 34 88290 SAULXURES-SUR-MOSELOTTE

    tél 03 29 24 56 56  fax 03 29 24 58 31

    lac-moselotte@ville-saulxures-mtte.fr

    08-02-2010 om 16:04 geschreven door Via de la Plata


    11-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 Dag 8 Saulxures sur Moselotte - Charmes/ Loromontzey

    Dag 8  Saulxures sur Moselotte – Charmes (Loromontzey)

     

     

    We mogen wat langer slapen, vóór 8h30 kunnen we geen ontbijt krijgen in de camping- kantine. Wanneer we de luiken openen weten we het, het wordt een regendag vandaag. De wolken verbergen de bergtoppen en er hangt een nevelsliert over het water…….

    Niet getreurd, we blijven optimistisch.

    Na onze wasbeurt is het opruimen geblazen, we beladen de fietsen en na een korte kuispauze, rijden we naar het campinggebouw.

     

     

    De patroon heeft de tafel gedekt en we genieten van een overvloedig ontbijt.

    Na een poosje komen er nog enkele campingbewoners ontbijten. Ondertussen is het beginnen regenen en we blijven wat treuzelen, hopend op beterschap.

    9h30, we moeten verder met of zonder regen. Na het afrekenen, trekken we onze capes aan en daar gaan we dan………

     

     

    Goed ingepakt vertrekken we, eerst een eindje terug langs een klein padje. Het is flink op de trappers lopen. Voorbij het “Museé du bois” komen we traagjes op

    “La voie verte des Hautes Vosges”. Dit groene fietspad is een 33km lange oude spoorwegbedding. De ervaring leert ons dat zo’n pad weinig hoogteverschillen heeft en als er hellingen zijn, hebben ze een klein percentage.

     

     

    We vorderen goed en blijven de rivier “La Moselotte” volgen. We rijden voorbij vervallen stationnetjes zoals Thiéfosse, Le Syndicat en Saint-Amé. Plots een kreet, onze vriend Hugo heeft een lekke band. Gelukkig kunnen we min of meer schuilen onder de overhangende bomen.

     

     

    We steken een nieuwe binnenband, bij nadere controle moeten we een stukje staal uit de buitenband peuteren. Een kwartier later vertrekken we opnieuw.

    Na Saint-Etienne-les-Remiremont verlaten we het bos en komen in een open veld…….Op een rijtje blijven we flink vorderen.

     

     

    Er komen regelmatig groepen kinderen per fiets uit tegenovergestelde richting. Ze zijn blijkbaar de “Voie Verte” aan het fietsen samen met hun lesgevers. Telkens een gejoel als we hen kruisen. De regen kan hen niet deren. In Archettes is het fietspad ten einde en we moeten de gewone weg op, het is wennen. Gelukkig heeft het ook opgehouden met regenen.

     

     

    We volgen nu de Moselle en wanneer we de stad Epinal bereiken, beslissen we ons middagmaal te nemen. Op de rivieroever zijn er een aantal eethuisjes. Men prijst ons het restaurant “Le Wellington” aan. Zonder nadenken stappen we binnen. Het is er heel druk maar we worden hartelijk ontvangen.

    We hebben dorst en worden onmiddellijk bediend. Er heerst een gemoedelijke sfeer het ziet er allemaal prima uit.

     

     

    We nemen onze tijd en genieten van een uitgebreid diner met alles erop en eraan. Goed uitgerust en voldaan vertrekken we om 14h30, we moeten nog 50km verder.

    Gedaan met regenen en ja er komt zelfs af en toe zon. Blijgezind zetten we koers richting Golbey. We geraken uit de stadsdrukte en blijven langs de Moezel flink doorfietsen.

    We pedellen door enkele stille liefelijke plaatsjes, Thaon-les-Vosges, Chatel sur Moselle. We fietsen heerlijk op het trekpad langs het water……Het is vlak en onze snelheid is hoger dan gewoonlijk. Elk om beurt doen we kopwerk en zonder dat we het goed beseffen zijn we in Charmes. We moeten een eindje voorbij de stad om over een brug de binnenstad te bereiken.

     

     

    We moeten ons absoluut bevoorraden, want waar we willen overnachten, is er helemaal geen mogelijkheid om inkopen te doen. We schaffen ons zachte kazen, brood en wijn aan in een van de grootwarenhuizen op het marktplein.

    Twee jaar terug kwamen we hier ook voorbij. Het stadje is een druk verkeerscentrum met slechts één brug waar zelfs het zware verkeer over moet. Gevaarlijk……

     

     

    We willen nog een terrasje doen vóór we verder rijden. Het wordt een kortstondige onderbreking, te luidruchtige cafégangers doen ons vlug opkrassen.

    Wanneer we de stad uitfietsen is het een paar keer de weg vragen naar Loromontzey….Uiteindelijk stuurt men ons een heel klein padje op.

    We moeten in een spoorwegtunneltje en door een donker bos. Na 12km fietsen door het “Foret de Charmes” zien we plots enkele woningen. Men stuurt ons nog twee kilometer verder, we moeten flink klimmen. We moeten voorbij enkele grote boerderijen om uiteindelijk aan “Ferme de Loro” te arriveren.

     

               

     

    Ik moet hard op de voordeur bonken…..na een poosje komt Madame Colin open doen. Grote verwondering wanneer we heel uitbundig begroet worden door de luidruchtige Mariam. We hadden helemaal niet verwacht om hier, een gastvrouw uit Ivoorkust te ontmoeten. We moeten haar volgen, zij wilt ons de Chambres d’hôtes tonen.

    We krijgen het gehele linkse gedeelte van de ruime boerderij ter onze beschikking.

    Het slaapgedeelte ligt op de 1° verdieping. Langs een statige trap komen we bij de twee luchtige kamers elk voorzien van een grote badkamer. Op het gelijkvloers hebben we een reuze woonkamer met een afzonderlijke keuken. De gastvrouw wilt ons een frisdrank offeren……wij vragen een uurtje uitstel.

    Eerst verkiezen we te douchen en onze te kledij wassen.

    Om 19h00 nippen we een biertje op het achtergelegen terras. We hebben uitzicht op het grote erf. Het is werkelijk een reuzegrote boerderij met een hele geschiedenis. Damien, de heer des huize komt ons begroeten, maar hij heeft nog teveel werk om met ons mee te klinken. Hij stuurt ons zijn vader om de familiegeschiedenis uit te leggen. Bruno is een flinke 70-tigger een spraakwaterval.

     

     

    La ferme de Loro zou gesticht zijn rond 1400 door de bisschop van Toul. Na een vernietiging is het opnieuw opgebouwd door de Tempeliers van Montzey en was er een verblijf voor de monniken. De monniken hebben de boerderij uitgebaat tot op het einde van de zeventiende eeuw. Nadien zou zijn familie Charolais vee gefokt hebben. Later is er ook graan gekweekt maar in de loop van de laatste jaren is zijn zoon Damien begonnen met aqua fruitteelt. Nu kweken ze aardbeien, kersen, pruimen en abrikozen. In grote waterputten wordt er ook zoetwaterkreeft gekweekt.

     

               

     

    We krijgen grote honger, onder het wakend oog van de gastvrouw en haar kinderen, dekken we de tafel in de woonruimte. Ze zijn erg nieuwsgierig wat we ons zullen laten smaken.

    Het wordt een lange eetavond met veel soorten kazen en een lekker wijntje.

    Ons gastgezin geniet duidelijk van ons gezelschap………we vieren als vier echte musketieren, het einde van onze eerste week Elzastocht.

    De rest van onze wijn schenken we aan de Colin’s.

    Na het opruimen en de afwas……willen we gaan slapen.

    Er zal zeker gesnurkt worden……..oordopje niet vergeten!

     

     

     

    Start :            Saulxures    om   9h30

    Aankomst:    Loromontzey     om  18h00

    Afstand :     94km

    Cumul  :      766km

    Weer:    Voormiddag veel regen 15°C

    Bewolkt met af en toe zon in namiddag

    ’s Avond zon maar fris.

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes “Ferme de Loro”  Damien & Mariam Colin

    1 Hameau de Loro     54290  Loromontzey

    03 83 72 53 73   Mobiel  06 09 30 16 26

    http://perso.wanadoo.fr/ferme.de.loro

    aqua.fruit@wanadoo.fr

    11-02-2010 om 10:33 geschreven door Via de la Plata


    13-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 Dag 9 Charmes/Loromontzey - Chateau salins

    Dag 9  Charmes (Loromontzey) – Chateau Salins

     

     

    De zon piept al door de gordijnen. Er is gestommel op de gang. Om 8h00 zijn Hugo en Antoine al klaar en brengen hun bagage naar beneden…..Pol en Bob volgen vlug. Mariam begroet ons uitgelaten terwijl ze onze ontbijttafel dekt.

    Ze belooft ons, nog eitjes te bakken, binnen het kwartier kunnen jullie aan tafel roept ze terwijl ze in haar keuken verdwijnt.

    Wij beladen ondertussen onze fietsen en doen nog een wandeling op het erf.

     

     

    Het wordt een stevig ontbijt, Mariam en haar dochters blijven ons maar vanalles brengen. Ze wilt dat we de tijd nemen en alles opeten. Toch wordt het hoog tijd om te vertrekken…..we willen een foto met de familie Colin. Nu moeten we geduld oefenen….Mariam wilt haar jongste spruit erbij……en de twee dochters wensen zich wat op te smukken……

     

     

    Nadat haar zoon enkele foto’s gemaakt heeft, worden we met een ongekende uitbundigheid door de Colin’s uitgewuifd. We waren hier graag, het was een prettige ervaring.

    We moeten terug naar het dorp Loromontzey om dan via Saint-Gemain in Villacourt te geraken. In dit dorp zijn we uiteindelijk terug op de vertrouwde “Groene weg naar de Middellandse zee”.

     

              

     

    We zullen deze fietsroute, welke we twee jaar terug ook deden, nu in omgekeerde richting voor twee dagen blijven volgen. We moeten af en toe flink op de trappers in dit hart van de Loraine. We herinneren ons nog goed, dat de heuvels en hellingen korter maar steiler zijn in dit deel van het Meurthe & Moselle departement.

     

     

    We rijden door een afwisselend landbouw- en bosgebied. Regelmatig moeten we riviertjes kruisen om opnieuw uit het dal te kruipen. In Mont sur Meurthe komen we aan een rivier en volgen deze tot in de enige echte stad welke we vandaag aandoen. We rijden de stad binnen…..tussen de grijze werkmanshuizen.

    In Lunéville is het zeer druk in de binnenstad, iets verder weten we waarom, het is markt vandaag.

     

     

    We doen uiteraard onze inkopen om straks te kunnen picknicken.

    Als we verder rijden komen we aan de achterzijde van het “Château de Lunéville”. Het kasteel is van het Versaille-type en is gebouwd in de 18° eeuw. Er zijn momenteel grote renovatiewerken bezig. Ze hebben een gehele vleugel overbouwd met een soort verplaatsbare hangaar.

     

     

    We kunnen dwars door het château rijden tot aan het ruiterstandbeeld………..

    We weten dat tegenover de ingang terrasjes zijn, bijgevolg zullen we hier ons aperitiefuurtje nemen. Lekker in het zonnetje genieten we van enkele pastis Ricard-Pernod. Na een poosje komt er een Nederlands koppel op een tandem aangereden……zwetend ploffen ze naast ons neer.

     

     

    Ze horen ons taaltje en komen bij ons zitten. De vrouw is heel verwonderd als ze ziet wat wij drinken. De man is slechtziende maar is een spraakwaterval, zij doen korte aaneengeschakelde ritten en zijn nu op terugweg naar Nederland.

    Na een koffie vertrekken ze opnieuw, ze willen heel vroeg in Chateau-Salins toekomen.

     

    Om 12h00 vertrekken we uit Lunéville, er komen meer wolken opzetten maar het blijft uitstekend fietsweer. Een uurtje later zijn we in Maixe, we moeten over het Marne-Rhin kanaal en het is hoog tijd om ons innerlijk te versterken.

    We zoeken een plaatsje op het kerkplein. Onder de nieuwsgierige blikken van de wat oudere bevolking beginnen we aan onze picknick.

     

               

     

    Onze Pol heeft nood aan een middagdutje…..Het is rustig in dit bijna uitgestorven dorp. Na een volle week fietsen, kan het deugd doen…..er sluipt toch wat vermoeidheid in onze oude knoken. We zullen het wat kalmer aan doen, het is tenslotte nog slechts 20km tot aan onze overnachtingplaats.

     

    Na Maixe moeten we door het bos “Bois d’Einville” op een klein weggetje naar Serre en Hoéville. Vanuit Hoéville is het klimmen geblazen. Over een minder goed lopend paadje moeten we door een laagstam- boomgaard kronkelen naar een uitkijkpunt.

     

     

    We worden beloond met een prachtig uitzicht en kunnen tegelijkertijd onze dorst lessen. We vinden een mes….dit schenken we aan Antoine…..

     

     

    Nadien fietsen we door immense akkers afgewisseld met bossen.

    Hugo is in zijn nopjes….Geregeld kan hij ons buizerds en andere roofvogels aanwijzen, ze vliegeren boven de weilanden.

     

     

    We stuiven naar het onooglijk klein dorp Moncel-sur-Selle We moeten een drukke hoofdbaan dwarsen. In Pettoncourt kruisen we de rivier de Seille. We fietsen door het groene landschap “Vallée de la Seille” om via Chambrey op de drukke N74 in Château-Salins te belanden.

     

     

    We kennen dit dorp en rijden onmiddellijk naar “Au bon Accueil” het café-restaurant van Michèle en Gilles naast de kerk. Ramp………gesloten, we zullen een ander restaurant moeten zoeken deze avond.

    Het sympathieke koppel heeft ons twee jaar geleden aan een overnachtingplaats geholpen. We hebben er ook gesoupeerd en een prachtavond beleefd.

     

    Op het dorpsplein zijn ze een kiosk aan het inrichten, ze zullen heel zeker “Fête de la musique” vieren ter gelegenheid van de jaarwende. We rijden door de straatjes en willen een terrasje doen vóór we onze B&B opzoeken in de wetenschap dat we het dorp uit moeten, richting Morville.

     

     

    Anderhalve kilometer op de grote steenweg, op de heuveltop zijn we er. Ik herken de statige villa. De gastvrouw stuurde mij foto’s.

    Monsieur is zijn prachtige tuin aan het verzorgen en Madame Jacqueline houdt toezicht, we worden onmiddellijk hartelijk ontvangen door de familie Robin.

     

     

    Zo’n prachtige, ja zelfs chique “Chambres d’hôtes” hebben we nog nooit gehad.

    Madame begeleidt ons naar boven, we krijgen twee in elkaar lopende kamers met een grote badkamer. Alles is hier tot in de puntjes verzorgd. We zijn zelfs een beetje verlegen…….Na onze was- en plasbeurt nodigt het gastgezin ons uit om een drankje te nemen op het terras.

     

             

     

    Jacqueline is een niet te stuiten spraakwaterval, heeft duidelijk mijn blog en onze vroegere tochten bestudeerd.

    Ze wilt alles weten over onze avonturen en geraakt maar niet uitgepraat, ze blijft ratelen en vragen stellen……haar man krijgt de kans niet eens om met ons te praten!

    Madame geeft hem opdracht om ons regelmatig met een biertje te bedienen…..

    We krijgen honger, de gastheer kent enkele adressen van eethuisjes in het dorp. We wandelen naar het dorp maar vinden geen enkel eetgelegenheid geopend.

    Iedereen is blijkbaar betrokken bij het muziekfeest. Plots horen wij iemand op ons roepen……Het is de Nederlandse welke we in Lunéville ontmoet hebben, samen met haar man zijn ze ook op verkenning. Ze hebben ook niks gevonden om te dineren en hebben dan maar soep klaargemaakt op hun kamer.

    Niks voor ons natuurlijk…….Na een poosje vraagt de man langs waar wij gereden zijn en als wij ook aan het uitkijkpunt gepauzeerd hebben. Hij heeft namelijk zijn mes laten liggen. Als hij hoort dat we het gevonden hebben is hij blij als een kind……hoe mensen toch kunnen gehecht zijn aan kleinigheden.

    We beloven hem het morgenvroeg te brengen.

     

     

    Na wat rondzwerven, belanden we uiteindelijk in een pizzatent.. Het jeugdige paar maakt met veel plezier vier grote lekkere pizza’s klaar.

    Zo kunnen we toch met een flink gevuld buikje terug naar ons verblijf……

    Na onze avondwandeling is het bedtijd……Slaapwel!

     

    Start :               Loromontzey om   9h30

    Aankomst:       Chateau Salins     om  16h30

    Afstand :     76km

    Cumul  :      842km

    Weer:    Afwisselend zon en bewolking  19°C.

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes  “Madame Jacqueline Robin”

    Route de Morville    57170 Chäteau-Salins

    Tel: 03 87 05 91 51    06 89 90 66 69

    robin.jacqueline0497@orange.fr

     

    13-02-2010 om 12:57 geschreven door Via de la Plata


    15-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Dag 10  Chateau Salins - Thionville

     

    We willen de prachtige kamers en badkamer onberispelijk achterlaten.

    We wensen dat Madame Jacqueline geen klachten heeft…”je suis  content de la bande”……….boft ze.

    Het is 8h00 als we de statige marmeren trap afkomen. De gastvrouw begeleidt ons, kwetterend, naar de grote woonkamer. De tafel staat gedekt. Het is een hoorn des overvloed. We kunnen het niet geloven, wat is dat hier allemaal? Als we dit moeten verorberen, geraken we niet meer op onze fietsen. Jacqueline heeft al veel fietsers over de vloer gekregen en weet dat ze een uitgebreid ontbijt nodig hebben. Ze blijft maar kletsen en lachen en verplicht ons om van alles te proeven. Wanneer we haar duidelijk maken dat we willen vertrekken is ze een beetje teleurgesteld. We hebben niet alles opgegeten.

     

               

     

    Om 9h00 vertrekken we bij de Robin’s. Eerst naar onze Nederlandse vrienden met het gevonden mes. Aan de rand van het dorp, vóór hun hotel is het koppel hun tandem aan het beladen…….Ze willen absoluut een foto van ons en een dankwoordje schrijven in het logboek. We worden langdurig uitgewuifd door onze fietscollega’s.

     

     

    Aan het rondpunt moeten we linksaf naar Puttigny…….Het is op de trappers lopen.

    Het is fris en toch komt de zon af en toe van tussen de wolken piepen….

    Op een lijntje vorderen we goed. We kennen onze taak, meestal nemen Antoine of Bob ’s morgens de kop van het peloton…….. Hugo moet zich warm fietsen, dat duurt zo’n 20-tal kilometer.

     

     

    Pol, bekijkt in de vroegte, liefst alles van op de 3° lijn. Het is stil, we genieten van de natuur en de frisse lucht, zalig………We volgen mooie groene wegen, op en af door de Saulnois-streek. In Vannecourt, weer een van die kleine verlaten dorpen, komen we op het dorpsplein…..We hebben keuze tussen een 5-tal straten……Waar we naartoe moeten is voor ons een raadsel. Gelukkig komt er een jongeling voorbij.

    Hij is blijkbaar naar de bakker geweest en heeft een zak vol stockbrood bij zich.

    Ik vraag hem in mijn beste Frans, hoe we het best naar Château-Bréhain rijden.

     

     

    Grote verwondering van onze kant, de man antwoord ons in het Nederland. Het is niet de eerste maal dat fietsers zich hier vast rijden en de weg zoeken, zegt hij lachend. De man runt hier een pottenbakkerij “Atelier de céramique de Vanecourt”. Hij geeft workshops aan beginnende en gevorderde kunstenaars uit de lage landen.

    ’s Morgens geeft hij les en in de namiddag is iedereen vrij…….In twee minuten weten wij alles, hij had blijkbaar nood aan een babbel in zijn moedertaal.

    Na onze rustpauze klimmen we schuin links, tussen het groen, terwijl we goede reis toegeroepen worden.

     

     

    We rijden door “La vallée de la Nied” midden in de Lorraine. Vele van de dorpen welke we doorrijden zijn ontvolkt en saai. Af en toe is er wel een grauw grijze, eerder slordige boerderij met meestal een grote inrijpoort. Toch worden we door, een wat oudere bevolking, “Bon courage et bon voyage” toegeroepen.

     

    In Arraincourt moeten we tussen enkele meren naar Arriance. Vervolgens pedellen we kilometers lang door het Foret de Rémilly” tot Hémilly. Hier kruist en loopt onze route een 20-tal kilometer gelijk met onze rit naar en van Landonvillers maar dan in tegenovergestelde richting. We komen in Courcelles-Chaussey en herkennen het dorp.

     

     

    Het is middag, hoog tijd om iets eetbaars te zoeken om te middagmalen….

    Wanneer we op de grote steenweg N3 komen, zien we een Kebab-tent. We vliegen binnen. Na een halfuurtje is onze grootste honger gestild……over de kwaliteit zullen we best maar zwijgen zeker!

    Ietsjes teleurgesteld vertrekken we richting Landonvillers. We krijgen een beklimming voorgeschoteld. Na de helling komen we in een open veld. Rechts van ons herken ik het voetbalveld waar we 2 jaar terug onze picknick namen en nadien verbroederden met enkele voetbalkantine uitbaters….

     

     

    Hugo en Pol zijn stom verbaast wanneer ik hen dit vertel…….Het wordt bevestigd wanneer we rechtsomkeer maken en het sportterrein oprijden.

    Groot gejuich……de uitbaters kunnen het niet geloven, wanneer ze ons bijna dag op dag twee jaar later opnieuw ontvangen…..

    Ze laten hun tapkraan rijkelijk vloeien.

    Wat een uitbundige bende We moeten al onze reiservaringen uitvoerig vertellen.

    Na 1,5 uur explicaties willen we verder……het is ondertussen 14h30 en we moet nog 40km eer we in Thionville zijn. Uiteindelijk nemen we afscheid van de olijke benden en ik beloof Robert Larosch de foto’s en PowerPoint’s door te sturen.

     

     

    We hebben dikke benen, hoe kan het ook anders. Na enkele kilometer dwarsen we Landonvillers en rijden, zij het op een kleine afstand voorbij de B&B “Moulin de Landonvillers” onze overnachtingplaats van dag 3. We blijven in een groene omgeving rustig verder fietsen. Er komen donkere wolken op ons af en net als we in het dorp Vigy komen krijgen we een stortbui……

     

     

    Geen nood we koersen naar het dorpsplein en duiken een, ons bekend café binnen. Het is net één week geleden dat we hier op het terras een Grimbergen nipten…..Nu wordt het een koffie uiteraard.

    Het is een korte maar hevige bui, onze capes zouden niet al teveel geholpen hebben….

     

     

     Na de bui verlaten we Vigy en zetten er wat spoed achter. Hugo zet zich op kop van het peloton en doet ons kreunend in zijn wiel kruipen.

    Na Bettelainville en Luttange is het stilaan tijd om de “Groene Wegen” te verlaten in Metzervisse. De weergoden beslissen er anders over, we moeten bruusk stoppen en opnieuw de capes zoeken. Op het zelfde moment komt er een statige stapper uit de bocht. Het blijkt een Duitse Compostela- pelgrim te zijn. Hij kan zijn bagage niet dragen en trekt daarom een wagentje achter zich. We wensen hem “Buen Camino”.

     

     

    Om 17h30 rijden we over de Moezel Thionville binnen. Thionville is een grote industriestad met een oude stadskern……We moeten naar de binnenstad.

     

     

    Heel vlug vinden we hotel des Oliviers in een van de drukke winkelstraten.

    Wat een wandeldrukte, niettegenstaande het wat druilerige weer, zijn de smalle verkeersvrije straten goed gevuld met wandelaars. We weten vlug waarom, op elk plein is er animatie, staan er podia en is er muziek optreden. “Fête de la Musique”.

     

     

    De hoteluitbater bezorgt ons de suite. Een groot woord voor twee in elkaar lopende kamers met een gemeenschappelijke badkamer. Onze fietsen kunnen we gelukkig veilig bergen in een garage op de binnenkoer. Grote honger drijft ons vlug opnieuw de stad in. Het is fris en af en toe vallen er enkele druppels.

     

     

    Het kan de wandelaar blijkbaar niet deren. Na een deugddoend uitgebreid diner in een van de eetgelegenheden op een binnenplein, willen we ook genieten van het muziekfeest. We wandelen van plein naar plein en doen nog een terrasje…..Antoine kan zich niet bedwingen en zou graag meefeesten met de plaatselijke bevolking. Het druilerige weertje drijft ons algauw naar het hotel. Oordopjes zullen absoluut noodzakelijk zijn.

    Slaapwel.

     

     

    Start :    Chateau -Salins              9h30

    Aankomst:       Thionville    om  17h30

    Afstand :     93km

    Cumul  :      935km

    Weer:    bewolking  en af en toe regen 17°C.

     

    Verblijf:

    Hôtel des Oliviers  1, rue du Four banal 57100 THIONVILLE

    Tél : 03.82.53.70.27  Fax : 03.82.53.23.34

    www.hoteldesoliviers.com

    contact@hoteldesoliviers.com

     

    15-02-2010 om 17:14 geschreven door Via de la Plata


    17-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 Dag 11 Thionville - Dun sur Meuse

    Dag 11 Thionville – Dun sur Meuse

     

     

    Goed geslapen, we hebben blijkbaar uitstekende oordopjes. We hebben met de hoteluitbater afgesproken om rond 8h00 het “petit déjeuner” te nemen.

    Wanneer we de gevaarlijke metalen draaitrap met onze bagagetassen afkomen, worden we hartelijk ontvangen door de optimistische jongeling. We krijgen een meer dan behoorlijk ontbijt en zullen zeker de eerste uren geen honger hebben.

     

     

    We weten dat het vandaag een echte overgangsdag wordt. We moeten van de “Groene Wegen” naar de “Groene Valleien” fietsroute. Er bestaat geen beschreven of uitgestippelde leidraad voor deze rit. Ik heb zelf via de Michelin detailkaarten een route langs kleine weggetjes uitgedokterd… benieuwd!

     

             

     

    Hoe we met de fiets heelhuids de stad Thionville uit moeten uitgeraken, is ook voor onze hoteluitbater een vraagteken. Hij kan ons niet helpen…..Een fiets is voor mij een onbekend vervoersmiddel, verklaart hij lachend. Wanneer we de autovrije straten verlaten is het zoeken geblazen…..

    Na een 5-tal keer vragen, fietsen we tussen het drukke autoverkeer op de Route d’Arlon richting Bauvage-s-St Michel.

     

     

    We moeten over de snelweg A 31, eenmaal hier voorbij komen er rustige wegen door een groen gebied. We rijden nu door

    “Val de Fensch” een ongekend gebied voor ons…… Wanneer we de kleine dorpen doorkruisen lijkt het een staal- en of mijnbouwstreek. Vele malen zien we oude mijntreintjes en wagonnetjes, die nu als tuinversiering dienst doen.

     

     

    We vorderen goed, Antoine houdt het tempo hoog……af en toe te hoog.

    Soms moeten we de weg vragen, ondertussen durft onze vriend dan onbewust doordrammen. Gelukkig beseft hij om na een poosje rechtsomkeert te maken.

    Na Knutange en Fontoy belanden we na 25km in Audun-le-Roman. Eindelijk een dorp met een kern…..Ongelukkig genoeg vinden we niks open, we willen inkopen doen, het wordt uitstellen. Ook in de nu volgende dorpen Murville, Landres en Domprix vinden we geen enkele winkel open.

     

     

    Eindelijk tussen Houdeaucourt en Vaudoncourt, wanneer we de grote steenweg D618 moeten kruisen is er een grootwarenhuiswinkel. We doen inkopen voor deze middag, we lessen tevens onze dorst…..Toch beslissen we om nog iets door te fietsen vooraleer te middagmalen.

     

     

    Na Mangiennes moeten we uit de vallei van de Loison klimmen. Op de top staat er een watertoren. Hoog tijd om te picknicken. Nadat we ons zweet gedroogd hebben zoeken we een zonnig bankje uit de wind en nemen de tijd om ons te versterken. We genieten een uurtje van een prachtig vergezicht over de valleien van de Côte de Romagne.

     

     

    Na deze lange rustpauze, dalen we af naar “les Etangs du Haut-Fourneau” om nadien weer een flinke bergop te nemen richting Damvillers. We krijgen een moeilijk parcours met vele korte nijdige beklimmingen in een donker bos. We kruisen heel veel riviertjes en het is heel lastig.

     

     

    We vinden het heel eigenaardig, in geen enkel dorp is er ook maar een café of terras. We moeten onze dorst noodgedwongen lessen met water uit onze bidons……. We koersen dan maar, om zo vlug als mogelijk aan de Maas te komen. Na de Côte Saint-Germain, een zware beklimming, vliegen we het dorp Dun-sur-Meuse binnen.

     

               

     

    We hadden een kleine stad verwacht, maar het blijkt een dorp te zijn gelegen aan de Maas waar slechts één brug het mogelijk maakt om over de stroom te geraken. Grote dorst doet ons een café binnen stappen. Het is er vuil en slordig, lang blijven we niet….. We rijden naar de Maas.

     

     

    De Maas splitst zich in drie afzonderlijke waterlopen eentjes is een kanaal. De meanders vormen een delta met kleine groene eilandjes. Er zijn drie bijna aaneen gesloten bruggen. We wandelen over de bruggen, en vinden mooi in het zonnetje een bebloemd terras. Zonder af te spreken willen we hier genieten van het sprookjesuitzicht over de watervallen en stuwen terwijl we een Grimbergen nippen.

     

    De cafébaas legt ons uit hoe we bij onze B&B kunnen geraken. We moeten terug, heel hoog boven ons staat er inderdaad een kerkje, dit is Dun-Haut, daar moeten we geraken. De beboste heuvel ligt 80m hoger en de brave man meent dat het onmogelijk is om met bepakte fietsen naar boven te rijden……

    Ja, dat moeten ze juist tegen ons zeggen, we popelen om deze muur te beklimmen. Zullen we eraan beginnen, Hugo ziet het niet onmiddellijk zitten, maar we kennen onze vriend, hij onderschat zijn klimmerskwaliteiten.

     

     

    In het begin is het gemakkelijk, maar hoe hoger we komen hoe steiler de beklimming wordt……best te vergelijken met de muur van Geraardsbergen, menen we.

    Het is zwoegen en aan ons stuur trekken, niemand waagt het maar om af te stappen, Wat een ijdelheid ??? 

    De oude rakkers laten zich niet doen……

     

               

     

    Heel traag kruipen we naar boven, na enkele bochten zien we op de top het kerkje “Notre Dame de Bonne Garde”. Plots staan we hijgend voor het poortje van onze Châmbres d’Hôtes.

    Madame Edith begroet ons hartelijk. Door het poortje komen we in de tuin van een prachtige gerenoveerde woning van de familie Ploner, wat een verrassing.

     

     

    We kunnen onze fietsen onder een afdak stallen en beschikken onmiddellijk over

    twee prachtige gastenkamers. Het zijn nieuw ingerichte verblijven met alles erop en eraan, zelfs voor mindervaliden…

    We doen een wasje en kunnen onze natte kledij in de tuin aan een draad ophangen.

     

    Madame Edith verwacht ons om 20h00 voor het avondmaal……Ondertussen willen wij, het op de heuvel gelegen gehucht verkennen. Het is zonnig en warm als we onze wandeling doen. Dun blijkt afkomstig van het Keltisch Dunum wat hoge heuvel zou betekenen……voorbij de kerk is er nog een ruïne van een kasteel en van een kerk uit de 14° eeuw. We hebben een prachtig vergezicht over het Maaslandschap welke zuidelijk begrensd wordt door het woud van “Chênois Bussy”.

     

     

    Onze gastheer Pierre komt ons na een poosje opzoeken……we moeten komen souperen. Lekker in de avondzon kunnen we, samen met de familie, plaats nemen op het zonovergoten terras met zicht over de vallei. Edith excuseert zich “ Le repas sera familial non gastronomique car je ne suis pas restauratrice”. We stellen haar gerust en verklaren dat we heel tevreden zijn met een goede en gezellige maaltijd en geen hoogstaande culinaire gerechten wensen. Pierre begint met een koele witte Elzaswijn. We krijgen: “Tartes Flambées à volonté” welke ze terplekke klaarmaken in een hougestookte tuinoven.

    Ondertussen is ook een van hun zonen komen mee-eten. De wijn vloeit rijkelijk en we hebben zeker elk twee tartes verorberd. Het gastgezin geniet van onze optimistische ambiance. We blijven aan tafel vertellen tot het donker wordt. Daarna verhuizen we alles naar binnen en in de ruime woonkamer genieten we nog verder van het dessert en kraken nog enkele flesjes. Na een poos wordt iedereen moe, we helpen opruimen en zoeken onze bedjes op.

    Er zal zeker gesnurkt worden, oordopjes niet vergeten!

     

       

     

       

     

    Start :   Thionville      9h00

    Aankomst:       Dun sur Meuse     om  16h30

    Afstand :     100km

    Cumul  :      1035km

    Weer:    zon en wolken goed fietsweer 20°C.

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes Ploner Edith & Pierre  (Dun Haute)

    Rue du Pape Etienne IX   Dun-sur-Meuse

    03 29 83 93 30

    http://ploner.dun.free.fr/chambresdelavillehaute

    edith.guillon@free.fr

     

    17-02-2010 om 11:54 geschreven door Via de la Plata


    20-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 Dag 12 Dun sur Meuse - Jandun

    Dag 12  Dun sur Meuse - Jandun

     

     

    Gelukkig heb ik mijn gsm als wekker ingesteld……..Het is pikkedonker in de kamer en we hebben geslapen als een roos. 7h30 Hugo en Antoine ruimen hun kamer al op. In sneltempo zijn Pol en Bob, ietsje na 8h00 ook klaar.…….

     

     

    Samen met Madame Edith nemen we een uitgebreid ontbijt. Ze vertelt, dat zij en haar man een onvergetelijke avond beleefd hebben met ons…..Waren het maar altijd zo’n blijgezinde gasten, zegt ze. Moeten wij nu blozen? We moeten het toegeven, ook wij hebben een prachtavond beleefd, bij de familie Ploner. Deze B&B is een echte aanrader. Wanneer we afscheid nemen van

    Madame Edith, beveelt ons aan om in Romagne het militaire kerkhof te bezoeken, na een uurtje fietsen meent ze. Daar gaan we dan maar…..

     

     

    We vliegen naar beneden……remmend in de bochten zijn we al dadelijk aan de Maas. Nadat we de bruggen over zijn, komen we in Doulcon. We volgen een rustig baantje langs een snelstromend riviertje de Andon.

    Om 10h00 stipt rijden we het minidorp Romagne-sous-Montfaucon binnen.

    Over een oud bruggetje rijden we naar het kerkhof.

     

     

    De Amerikaanse militaire begraafplaats ligt achter een bocht iets buiten het dorpje. Het is een van de grootste kerkhoven met Amerikaanse gesneuvelden uit WO-I. Er liggen 15.000 soldaten begraven op dit 50 hectaren groot en prachtig onderhouden domein.

     

     

    Het zijn, volgens een gelezen beschrijving, gesneuvelden van de Meuse-Argonne campagne.

    We staan perplex hoe indrukwekkend het is om tussen al die uitgelijnde witte kruisjes te wandelen. We worden er ontroerd en stil van, als we zien hoe jong die mannen gestorven zijn…..

     

               

     

    Wanneer we verder doorrijden komen we aan een indrukwekkend herdenkings-monument een soort kerk of tempel. Het kerkhof is tot in de puntjes onderhouden en wordt prachtig verzorgd. Het is stralend zonnig weer met een staalblauwe hemel, na een uur wordt het hoog tijd om te vertrekken want we moeten nog zeer ver vandaag.

     

     

    Het is zoeken om de weg naar Sommerance te vinden en na St-Juvin komt er een flinke beklimming naar Marcq. We volgen een rivier de Aire tot Grandpré. We zien een kerk in bruine zandsteen, typisch voor deze Argonne-heuvelstreek. Tussen Termes en Olizy is het op en af door het “Bois de la Sarthé”. 

     

    Het is zweten en tot nu toe hebben we nog geen café, winkel of terras gezien. Tot we plots in Falaise een grote steenweg moeten kruisen, vliegen we het dorpscafé binnen. Antoine heeft geen geluk we moeten een ongekend biertje van “den tap” drinken. Met zo’n grote dorst smaakt alles. Terwijl we onze dorst lessen doen we ook inkopen er is op de ander hoek een kruidenierszaak, waar we ons bevoorraden voor deze middag.

     

     

    We beslissen nog een poosje door te fietsen vooraleer te picknicken. Op korte afstand stroomt de Ainse, het blijft vlak en groen. We rijden steeds meer grote boerderijen voorbij. In het dorpje Voncq zien we in de voortuin van een boerderij een tuintafel met stoelen staan……De boerin werkt in haar moestuin.

     

     

    Ze geeft ons toestemming om haar terras als picknickplaats te gebruiken. Lekker in de schaduw van de lindebomen genieten we van ons middagmaal. De boer en de boerin komen ons eventjes gezelschap houden. Na een uurtje rusten, bedanken we het gastgezin en vertrekken richting Semuy.

     

     

    Grote verwondering, we komen aan een kanaal en worden op het “Canal des Ardennes”jaagpad gestuurd. Elke 500m is er een sluis, het is heerlijk fietsen langs het water. Dit kanaal verbindt de Maas met de Aisne. Aan sluis “20” moeten we omhoog naar het dorp Neuville.

     

     

    Na Lametz moeten we richting Tourteron, we hebben grote dorst maar er is hier niks te vinden. We drammen door richting Guincourt. Het voortdurend op en neer begint te wegen en we vorderen niet zoals we gedacht hadden. Worden we moe??? Als we in Faissault onder de snelweg fietsen, weten we dat we de Groene Valleienroute moeten verlaten richting Launois.

     

     

    We volgen de drukke grotere baan D3 tot in het centrum van Launois. Het is uitkijken hoe we in Jandun kunnen komen. Iets buiten het dorp hebben we bijna gelijktijdig een café met terras opgemerkt….We rijden tot aan de voordeur en haasten ons naar binnen….Het café leunt aan tegen een industriegebouw, tot onze verwondering is dit een brouwerij. De brouwer zelf komt ons bedienen, we krijgen een duidelijke uitleg. We moeten het bekennen zijn bier Ardwen mag er zijn. Hij blijkt een Belg te zijn, die hier in de Franse Ardennen, zijn kennis tracht te verzilveren.

     

     

    Grote dorst doet ons meer dan eentje proeven…Het is ondertussen 18h00 hoog tijd om onze B&B madam, onze komst aan te kondigen. Het is maar 3km verder en Madam Jocelyne zal het avondmaal klaarmaken tegen 19h30.

    Na een steile beklimming rijden we het gehucht Jandun binnen……meer dan 20 huizen staan er niet rond het kleine kerkje.

     

     

    We moeten niet zoeken naar onze overnachtingplaats Chambres d’hôtes “Milaville”. Het is een mooie typische woning, prachtig gerenoveerd.

     

     

     Madame komt ons begroeten……en we krijgen het appartement. Op het gelijkvloers is er een kamer met 2 bedden, een keuken en een grote badkamer en op de verdieping nog een kamer. Hugo en Antoine verkiezen op de bovenste kamer te slapen.

    We kunnen onze fietsen bergen in een achterliggende garage……Onze gastvrouw zal ons komen melden wanneer ze klaar is met het souper. Elk om beurt nemen we een deugddoende douche en hangen onze bezwete kledij te drogen aan een lijntje in de grote kamer. Pol is duidelijk vermoeid en wil een mini dutje doen.

     

     

     

    Na een poosje komt Jocelyne ons uitnodigen om te dineren….Ze is verwonderd dat wij onze kledij in onze kamer te drogen gehangen hebben….Ik heb droogdraden in mijn tuin zegt ze, waarom hangen jullie de klederen daar niet!

    Ik stel haar gerust en kan haar overtuigen dat kledij op dit uur buiten hangen niks uithaalt en eerder vocht opslorpt dan afgeeft…..Er is geen zon en wind meer en de avonddauw komt heel vlug opzetten…..Ze knikt goedkeurend en is overtuigd met mijn argumenten…..Ze dringt aan om vlug te komen, er wachten nog gasten. Wij volgen haar gedwee naar de eetzaal. De twee gasten zitten te wachten…..Een, denken we is een losse industrieel, de andere man, ziet er eerder stijf en streng uit, we vermoeden een aristocraat.

     

     

    Toch worden we hartelijk begroet in een onberispelijk en goed te begrijpen Frans, we zijn onmiddellijk op ons gemak.

    Madame Jocelyne vliegt over en weer en brengt ons het voorgerecht.

    Een zelfgemaakte vleesterrine met groentjes en brood…..het gaat snel en daar is Madame al met het hoofdgerecht, konijn op twee verschillende wijzen klaargemaakt…..

    Om duimen en vingers af te likken. Onze gastvrouw blijft maar eten brengen en aandringen om alles op te eten. Ondertussen bedient ze ons ook nog overvloedig met rode wijn.

    Onze tafelgenoten willen alles in detail over onze fietsavonturen weten. Het wordt een hartelijke en amusante avond waarbij de wijn rijkelijk vloeit.

     

    De mannen hebben duidelijk veel interesse en amuseren zich kostelijk.

    Jocelyne ruimt af en komt met de kaasschotel. Hugo en Antoine wensen geen kaas dessert en willen hun bed opzoeken……Pol en Bob blijven samen met onze nieuwe vrienden verder tafelen We genieten alle vier van de smeuïge kaas en de wijn en blijven onze belevenissen met veel geuren en kleuren vertellen.

    Het wordt laat, de mannen krijgen het moeilijk en wensen ons goede nacht.

    Madame Jocelyne komt afruimen en nipt ook een glaasje….Ze heeft een dik boek bij…..Weet U, vraagt ze met wie je hier een gehele avond plezier hebt gemaakt? Ze toont het boek van “ Monsieur Latapie le Président de la cour d’assises du proces de Michel Fourniret”.

     

     

    Monsieur le juge, zegt ze met veel ontzag, heeft zich duidelijk kostelijk geamuseerd. Het is nog nooit gebeurd dat hij met vreemde gasten zolang bleef tafelen. Het is ook de eerste keer dat hij zoveel gelachen en gepraat heeft.

    Jullie hebben indruk op hem gemaakt en hem een uitzonderlijke avond gegeven…….We voelen ons vereerd!

    We bedanken de kwieke Madame voor de feestelijke maaltijd, de overvloed aan wijn en het prachtig verblijf…..Ik moet haar beloven morgenvroeg dit in haar gastenboek te schrijven…..We zullen veel reclame voor je Table et Chambres d’Hôtes maken, Madame.

    Bonne nuit!

     

    Start :   Dun sur Meuse      9h00

    Aankomst:       Jandun  om  18h30

    Afstand :     109km

    Cumul  :      1144km

    Weer:    prachtig fietsweer 24°C.met veel zon

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes  “Milaville”

    BOURNONVILLE Jocelyne et Joël

    11 rue de Milaville 08430 JANDUN  (crëtes des ardennes vert)

    Tel : 03 24 52 86 05 ou   06 08 98 97 71 Fax : 03 24 52 86 05

    bournonville.jocelyne@wanadoo.fr

    http://www.milaville.com/contact.html

    20-02-2010 om 14:41 geschreven door Via de la Plata


    22-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Dag 13 Jandun – Val Joly (Lessies)

     

     

    Na een nacht met veel gesnurk, geraken Pol en Bob maar moeilijk op dreef.

    Hugo en Antoine zijn al een tijdje klaar en oefenen geduld.

    En toch, ietsjes na 8h00 stappen we de eetzaal binnen. Onze twee vrienden van gisterenavond nemen haastig hun “petit dejeuner” ze houden het zoals het echte Fransen past, heel kort. Monsieur le juge en onze andere vriend, die een vertegenwoordiger van de firma Massive blijkt te zijn, willen hoogdringend vertrekken.

     

     

    Ze nemen met een onverwachte uitbundigheid, afscheid en wensen ons een goede en veilige reis. Madame Jocelyne heeft het druk, vliegensvlug ruimt ze de tafel en zet alles, met een ongekende vlijtigheid voor ons klaar……

    Het is opnieuw een overvloedig ontbijt met vers gebakken eitjes, veel soorten brood en allerhande beleg. Onze gastvrouw wilt ons alles doen verorberen en blijft maar aandringen…… Ik moet absoluut een dankwoord in haar groot gastenboek schrijven. Er zijn geen superlatieven genoeg…..Dit is werkelijk het allerbeste “Châmbres & Table d’hôtes” waar wij ooit verbleven. Wij zijn uitermate tevreden. “ Félicitations Madame Jocelyne et Monsieur Joël, nous sommes extrêmement contents, un excellent accueil super chez vous ici à Milaville JANDUN, merci”.

     

     

    We rekenen af, maken een paar foto’s en starten onze dag 13. Van Jandun, welke in “les crêtes de Ardennes vert” ligt fietsen we door Launois-sur-Vence naar Dommery. Dit dorp ligt op de “Groene Valleien” fietsroute en we moeten uitkijken naar de bordjes “Eglises Fortifiées”. In Signy-l’Abbaye zien we zo’n versterkte kerk op het dorpsplein.

     

     

    Deze kerken zijn blijkbaar ontstaan in de 16° eeuw toen Frankrijk delen van de Spaanse Nederlanden veroverde. De bevolking zocht bescherming tegen de veroveraars, in de versterkte kerken. De mensen zaten er soms weken in opgesloten met vee en al. Sommige van deze kerken hadden binnen zelfs schuilkerkers en verdoken waterbronnen. Door het “Forêt de Signy” moeten we stevig klimmen naar Marlemont.

     

     

    Het blijft hier in deze streek voortdurend op en af soms zelfs zwaarder dan dat we dachten. Telkens op het hoogste punt hebben we een weids uitzicht over deze groene streek. We rijden voorbij de mini dorpen Liart, Aouste en Rumigny…. Deze dorpjes hebben telkens een van die overdonderende kerken tussen de weinige huizen. Het is 11h00 en hoog tijd voor een terrasje…..Maar het is opnieuw zoals bij de vorige dagen, er is niks te vinden. Wanneer we met wat geluk aan een dorpsbewoner de vraag stellen naar een café….. Is het telkens negatief. We moeten doorrijden tot in een van de wat grotere dorpen.

     

     

    Na Rumigny en Hennappes komen we in Auge aan de kruising met de N44.

    Hier hebben we geluk. Er is een dorpsbakkerij waar we ons kunnen bevoorraden met eten en drank voor deze middag. We rijden nog verder tot Signy-le-Petit. Dit is een groter dorp met een fameus dorpsplein, waar een eigenaardige kiosk staat. Later wordt ons verteld dat het een danskiosk is.

    In een caféfrituur mogen we onze picknick nemen, de patroon is blij met ons bezoek, hij staat werkeloos in zijn deurgat! Wij zijn tevreden met een lange deugddoende rustpauze en genieten van enkele Grimbergen’s.

     

     

    Signy-le Petit is een grensdorp met weinig industriële activiteiten. Het ziet er, zoals vele van de Ardennendorpen ontvolkt uit. We laten het dorp achter ons en zetten koers naar de Belgische grens…. We moeten op een klein weggetje, blijkbaar hebben noch Frankrijk, noch België veel moeite gedaan om het baantje deftig te asfalteren.

     

     

    Wanneer we over het riviertje de Wartoise rijden, staan er enkele vervallen huizen, dit is het gehucht Cendron. Panelen maken duidelijk dat de Geallieerde troepen op 2 september 1944 hier België binnengekomen zijn. We volgen het slechtlopend baantje, het is vals plat tot Forge-Philippe. Dit blijkt een dorp met een industrieel verleden, hier waren vroeger veel smederijen. We rijden slechts 12km door ons Vaderland en toch vinden we een zonnig terras in Monceau-Imbrechies, een gehucht met 20 huizen en een drukbezocht dorpscafé. We moeten niet meer zover, vermoeden we. We genieten hier van een blonde Leffe…..zalig in het zonnetje.

     

    Vanaf hier volgen we de plaatjes richting Eppe-Sauvage en Lac Val Joly. Zonder het goed te beseffen zijn we opnieuw in La Douce France. Wanneer we door het dorpje Baives vliegen is het klimmen naar Moustier-en-Fragne. In Eppe-Sauvage is een samenloop van drie rivieren waar we over rijden. Le Majeure, l’Eau d’Eppe en Le Helpe.

     

     

    We moeten uit het dal kruipen naar een uitzichtpunt aan het begin van het stuwmeer “Lac Val Joly”. Dit is een toeristische trekpleister, met een groot ontspannings-centrum voor watersporten. Het park ligt heel gunstig dicht tegen de Belgische-Fransegrens. We rijden dwars door het natuurpark op de oevers van het meer tot aan een hangbrug over een van de riviertjes.

     

     

    Aan een parking, dicht bij de stuwdam, moeten we op de grote steenweg naar Willies. We willen nog een terrasstop doen bij een paardenmanege……”Fietsers in een paardenmanege”……de uitbaters zien dat niet zitten, ze verwijzen ons door naar het volgende dorp! Wat een hoogmoed zeg!

    We rijden nog kort door het Fôret de St-Hermann en komen in Lessies.

     

     

    We moeten hier overnachten, maar grote dorst drijft ons het dorpscafé binnen….

    Na enkele Leffe’s weten we van de luidruchtige patroon hoe we bij onze Châmbres d’Hôtes moeten geraken. 500m verder zijn we aan “La Forge de l’Abbaye” een prachtig gerenoveerd voorgebouw van een groot kasteeldomein. We kunnen zo binnen. Via een parlofoon kunnen we de uitbaters oproepen.

    Enkele minuten later komt Madame Christine Plateau ons begroeten.

    We krijgen een grote ruime kamer voor vier personen op de 1° verdieping. Beneden is er een ingerichte woonkamer met keuken, alles is nieuw……Madame geeft ons de sleutels, de koelkast is gevuld met allerlei drank. Morgenvroeg zal ons ontbijt klaar zijn tegen 8h00. Voor de rest moeten we onze plan trekken, we rekenen morgen wel af, zegt ze haastig vooraleer ze opnieuw verdwijnt. Onze fietsen kunnen we in de naastliggende garage bergen…

     

             

     

    Na onze was- en plasbeurt, rusten we uit, in het warme zonnetje op het achterliggend terras. We wachten elkaar op om nog een flinke avondwandeling te maken naar één van de eerder voorbij gereden restaurants. We keren terug naar het dorp tot aan de kerk waar we de eethuisjes gezien hebben.

    Geen geluk, ofwel is het sluitingsdag, ofwel jaarlijks verlof……

     

     

    Eén in hun tuin werkend paar ziet ons zoeken……We spreken hen aan, volgens de man is er enkele kilometer buiten het dorp nog ergens een eethuisje. Met veel moeite kan hij ons uitleggen hoe we daar kunnen geraken. We bedanken hem en gaan dan maar op stap……Enkele minuten later moeten wij opzij voor een hevig claxonerende auto. Grote verwondering het is onze aanwijzende man die ons met plezier naar het restaurant wenst te voeren. Nu hebben toch geluk zeg…..het niet veel voorstellend eethuisje is geopend. We trakteren en drinken samen met onze vriendelijke chauffeur een fris plaatselijk biertje op het terras. Ondertussen komt de patroon ons voorstellen wat hij nog wilt klaarmaken…..Wij zijn onmiddellijk akkoord. Geen keuze dus, het is dat of niks…….Het valt al bij al nog best mee…..met een flink gevuld buikje slenteren we langs kleine weggetjes terug naar onze B&B.

    Het is een prachtige bijna zomerse avond, het is nog eventjes genieten.

    Slaapwel!

     

     

    Start :   Jandun      9h30

    Aankomst:       Lessies Val Joly om  17h30

    Afstand :     93km

    Cumul  :     1237km

    Weer:    prachtig fietsweer 24°C.met veel zon

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes “La Forge de l’Abbaye” Mr & Mme  Franck Plateau

    13 rue de la Forge  59740 Liessies  (3km val Joly/

    03 27 60 74 27 port   06 86 88 58 53

    contact@laforgedelabbaye.com

    http://www.laforgedelabbaye.com/



    22-02-2010 om 17:34 geschreven door Via de la Plata


    25-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 Dag 14 Val Joly - Crevecoeur

    Dag 14 Val Joly (Lessies) – Crevecoeur (Cambrai)

     

     

    Wanneer we om 8h00 gaan ontbijten, staat zoals Madame Christine beloofd heeft, alles klaar….We nemen een stevig ontbijt, ruimen op en beladen onze fietsen. Madame Plateau komt na een halfuurtje om met ons af te rekenen. Voor 76€ de 4 petit déjeuners inbegrepen, dat is werkelijk heel goedkoop. Het weer ziet er prachtig uit, de staalblauwe hemel spoort ons aan vlug te vertrekken.

     

     

    Terug naar het dorp Lessies, daarna is het stevig klimmen naar Ramousies. We rijden door de l’Avesnois, een natuurgebied tot Avesnes-sur-Helpe. We zien al van ver de kerktoren op een hoogte. Het is klimmen naar dit dorpscentrum. Door kleine moeilijke keistraatjes bergop geraken we op het in helling liggend marktplein. We willen ons bevoorraden van eten en drinken.

     

     

    Tevens moeten we ook geld uit de muur halen. We nemen geen risico’s nu hier alles voorhanden is. Avesnes-sur-Helpe is een stad met enkele historische gebouwen, maar alles ziet er grijs en grauw uit….. “La Grande Place” was vroeger een van de grootste botermarkten van Frankrijk. We geraken na wat bochtenwerk uit de stad. Wel moeten we de heel drukke N2 kruisen en iets verder de al even drukke D962.

     

     

    We volgen al kronkelend de Helpe rivier tot Petit-Fayt en iets verder Grand-Fayt. Ook hier vinden we danskiosken op de gemeenteplaats.

    Het zijn eerder eigenaardige bouwsels. De kiosken zijn gebouwd rond een paal en staan op een bepaalde hoogte.

     

     

    Het is prachtig fietsweer en we genieten alle vier van de natuur. We vorderen goed, er zijn slechts zwakke hellingen, eerder vals plat. Het landschap is veranderd in een heggenlandschap. In Landrecies is het opnieuw oppassen geblazen, hier is een kruispunt van enkele drukke hoofdwegen de D962 en de D934. We doorkuisen het gevaarlijke dorpje, veilig op de voetpaden.

    We steken de Sambre over en gaan nu richting Bousies.

     

     

     

    We krijgen honger, bankjes zijn er niet en toch vinden we een originele oplossing. Afgezaagde beukenbomen in een lange dreef doen dienst als tafel en stoelen. We moeten in de schaduw kruipen om ons zweet te laten opdrogen.

    Lekkere baguette, zachte kaas en tomaatjes, wat moet je meer hebben als picknick.

     

           

     

    Op het einde van de dreef zijn er bouwvakkers een vervallen kasteel aan het opknappen. Ik kan het niet laten, om er een kijkje te gaan nemen….De werf is rommelig en bijna ontoegankelijk……zouden ze hier geen veiligheidscoördinator hebben misschien? Mijn fietsvrienden verwijten mij lachend beroepsmisvorming.…Ze hebben nog groot gelijk ook, fini est fini! Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan!

    We rusten een uurtje….Langer mag niet, anders valt Pol misschien in slaap……

     

     

    Na Fontaine-au-Bois, waar we een “Champs de Tir” voorbij rijden, komen we in Bousies en iets verder in Vendegies-au-Bois. Het zijn nettere dorpjes waar het groen en de perkjes mooi onderhouden zijn. Wanneer we in Vertain komen weten we dat we naar rechts moeten afslaan. We verlaten definitief de “Groene Valleienroute” richting Romeries.

     

     

    We willen naar Crévecoeur sur l’Escaut, langs kleine weggetjes. Na Romeries waar we links afslaan komen we op de D109 in Solesmes. We rijden door het dorp en voorbij de mooi gerenoveerde “Abbaye St-Pierre”. Verder gaat het naar Quiévy, een vaal en eerder slordig dorp.

    We moeten er de weg vragen naar Bévillers waar we op de zeer drukke D643 komen.

     

     

    Gelukkig is het maar voor een 2-tal kilometers, in Beauvois-en-Cambrésis buigen we af naar Wambaix. We vorderen goed en rijden op een soort plateau. Op de hoogste punten hebben we een weids uitzicht over deze landbouwstreek in de vallei van de Schelde. Langs slechtere weggetjes komen we in Seranvillers-Forenville.

     

     

    We twijfelen als we enkele nummerplaatjes zien die verwijzen naar een tweetal Châmbres d’Hôtes. Ik ken het nummer naar onze B&B niet…..We rijden dan maar door tot we in Crévecoeur komen. We moeten dringend de weg vinden. We vragen het, maar moeten nog verder doorrijden beweert men. Wanneer we over de Schelde rijden en later aan een volgend dorp komen, weten we dat men ons fout heeft ingelicht.

     

     

    We vragen aan verschillende mensen hoe we uiteindelijk bij Hameau de Montécouvez kunnen komen…..Niemand weet het precies. Uiteindelijk wijst men ons hopelijk de juiste weg, we moeten over de Scheldekanaalbrug terug naar een hoger gelegen plateau.

    Men schat zo’n 5 à 6km terug…..

     

     

    We worden er een beetje door ontmoedigd. Na de brug is het een steile beklimming om op het plateau te geraken. We moeten door enkele holle wegen met keibestrating à la Paris-Roubaix. Wanneer we aan een boerderij komen, willen we ons niet laten verrassen. Men stuurt ons nog verder. In de verte zien we eindelijk een trosje witte gebouwen.

     

           

     

    Eindelijk zijn we aan “ferme de Montécouvez”. We worden ontvangen door een dame. Zij is van onze komst op de hoogte, ze houdt, samen met haar man de Châmbres d’Hôtes van de familie Puche, die op vakantie zijn, open. Ze is de zus van Madame Géraldine en excuseert zich. We stellen haar gerust en willen ons zo vlug als mogelijk verfrissen en daarna een drink nemen.

     

    We krijgen een zeer grote mooie kamer op de 1° verdieping. In sneltempo nemen we een douche, om hierna te genieten van een biertje op een zonnig terras. Samen met Monsieur, lessen we onze dorst terwijl Madame ons avondeten klaarmaakt. Samen met het gastgezin genieten we van een flinke maaltijd en blijven bij de kaasschotel deftig doordrammen……

     

     

    We voelen ons als in de Franse humoristische succesfilm “Bienvenue chez les Ch’tis”. Ons gastgezin spreekt precies hetzelfde taaltje……We doen nog een avondwandeling, maar we zijn te vermoeid en zoeken heel snel onze bedden op. Slapen en….niet snurken aub! Slaapwel.

     

     

    Start :   Lessies      9h00

    Aankomst:       Crevecoeur sur Escaut  om  17h30

    Afstand :     92km

    Cumul  :     1329km

    Weer:    prachtig fietsweer 25°C. met veel zon

     

     

    Verblijf:

    Chambres d’hôtes FERME DE MONTECOUVEZ Franck et Géraldine PUCHE

    Hameau de Montécouvez sur la D96   59258 CREVECOEUR SUR ESCAUT

    03 27 82 02 01

    www.ferme-montecouvez.com

    franck.puche@wanadoo.fr

    25-02-2010 om 10:38 geschreven door Via de la Plata


    27-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 Dag 15 Crevecoeur Cambrai - Kluisbergen

    Dag 15 Crevecoeur (Cambrai) - Kluisbergen

     

     

    Wanneer we de trap afkomen en onze bagage naar buiten dragen, komt ons gastgezin juist ontbijten. Madame maakt ook voor ons vlug het ontbijt klaar. Enkele minuten later zitten we samen met “La famille d’accueil” aan tafel. Er is ook hier eens te meer een overvloed aan alle soorten beleg, brood yoghurt en fruit. De heer des huize blijkt een bedrijf te hebben dat exclusief tafellinnen maakt. Hij geraakt er maar niet over uitgepraat, waar zijn tafellakens en servetten allemaal, in de dure en chique hotels en restaurants gebruikt worden.

     

     

    We willen vroeg op pad en moeten onze interessante gesprekken staken.

    Monsieur legt ons uit hoe we het vlugst in Cambrai geraken. Ik maak hem duidelijk dat wij fietsers zijn en kleine weggetjes willen gebruiken, nu haalt hij zijn schouders op. Allé merci Monsieur, we zullen zoals steeds ons plan wel trekken. Hij kan er hartelijk om lachen.

    Bij de afrekening krijgen we nog een handvol “Bétise de Cambrai” cadeau.

    (In Cambrai heel bekend karamelsnoepje met muntsmaak ontstaan door een vergissing in de samenstelling +/- 1850).

    Na de familiefoto nemen we hartelijk afscheid en vertrekken richting Cambrai.

     

     

    Het is prachtig fietsweer en we hebben er zin in. Na 10 minuten fietsen we door het dorp van Crévecoeur-sur-Escaut. Voilà, nu zien we duidelijk hoe we gisteren de nummerplaatjes hadden moeten volgen.

     

     

    In de verte zien we de stad Cambrai voor ons liggen. We willen absoluut deze stad bezoeken en tevens onze inkopen doen. We zijn echt verwonderd, de stad ziet er Vlaams uit, er is een oud centrum met mooie historische gebouwen.

     

     

    We zijn het alle vier eens, het is een stad die meer verdiend dan ons veel tekort bezoek. We rijden de stad binnen langs een soort citadel en door een poort. Het is nog te vroeg om ons aperitiefje te nemen, na wat foto’s wordt het zoeken om de stad veilig te kunnen verlaten. Na enkele rondjes, is er een vriendelijke motard bereid ons voor te rijden en buiten de stad te loodsen. Het is nog maar 10h00 wanneer we over de Schelde, Kamerijk met enige spijt verlaten.

           

     

     

     

    De wegen zijn drukker dan we gedacht hadden en we moeten op een lintje rijden. Om de beurt doen we kopwerk en vorderen goed. In Wasnes-au-Bac moeten we over een breed kanaal. Het ziet er hier een beetje slordig en grijs uit.

    We voelen ons als zijn we in de Borinage of Henegouwen. Nu volgen we richting Mastaing, Abscon en Erre. Het zijn wat triestig aandoende bijna ontvolkte dorpjes.

     

      

     

    Uiteindelijk rijden we over de Scarpe in Warlaing en vinden een zonnig terrasje op het dorpsplein. Antoine geraakt niet aan een Duvel maar met een frisse Grimbergen kunnen we onze dorst ook wel lessen. Het is nog geen 12h00, we beslissen nog een uurtje door te drammen alvorens te middagmalen. We rijden op de rand van het fameuze “Foret de Wallers-Arenberg”. We wagen ons niet aan de Paris-Roubaix weggetjes en rijden braafjes verder. In Saméon moeten we over de Snelweg A23. De zon is verdwenen en er komen dreigende wolken op ons af. In Rumegies het laatste dorp vóór de Frans-Belgische grens is het zover. Grote regendruppels doen ons bruusk remmen.

    Gelukkig juist voor een wat triestig café. Zouden we hier ons middagmaal mogen nemen? Een vraagje aan Madame “Pas de problèmes” roept ze met een sigaretten stem.

    Wanneer we plaats nemen aan een van de tafeltjes, heerst er plots een algemene ongewone stilte in het slordig café. We worden argwanend door de tooggasten slinks begluurd. We voelen ons niet op ons gemak. Nadat de cafébazin ons bedient heeft en we een paar slokken van onze frisse Grimbergen genipt hebben is het ijs gebroken. Een van de beroeps tooghangers waagt het ons te vragen hoe wij hier verzeild zijn…….Plots algemene belangstelling, wanneer we hen onze Elzas fietsavonturen vertellen. We krijgen met moeite de kans om te eten. Ze willen werkelijk alles weten. Het zoontje van Madam komt aan onze tafel wat rond snuffelen. Wanneer ik hem een snoepje toestop …..ziet iedereen dat het een Bétise de Cambrai is en ze willen allemaal eentje. Ik leg alle karamellen op de toog, we rekenen af en vertrekken. Wat een bende zeg…….

     

     

     

    Het weer is compleet omgeslagen, donkere wolken en stortbuien doen ons in de tassen grabbelen. Daar gaan we dan op weg naar de grens goed ingepakt alle vier op een lintje. Beschermd door onze capes stormen we verder, de regen stroomt met bakken uit de hemel wanneer we van Lesdain in sneltempo Tournai bereiken.

     

     

    We beslissen door te fietsen, al was het de bedoeling de stad te bezoeken.

    Een gewillige fietser neemt ons op sleeptouw. Tussen het drukke verkeer loodst hij ons tot op de autovrije Scheldeoever.

    Op het jaagpad zijn we eindelijk veilig. We rijden voorbij Obigies en Herinnes-lez-Pecq tot Spiere-Helkijn. Hier moeten we naar de andere oever over de sluis. Eindelijk zijn we in ons eigen Vlaanderen.

    We hebben dorst en stoppen voor een fruitpauze…..Antoine dramt maar door en heeft niks gemerkt, wij verwachten dat hij ons iets verder zal opwachten.

     

     

    Rechts van ons ontwaren we het prachtig silhouet van de Vlaamse Ardennen.

    We volgen de knooppuntnummers en via Bossuit, Outrijve en Escanafles en in Ruien verlaten we de Schelde.

     

     

    Wanneer we na 113km de gevreesde Mont de l’Enclus opklauteren, zien we Antoine terug. Hij zit een Ricard te nippen op het terras van ons hotel.

    Hij weet dat wij het maar niks vinden dat hij ons zomaar in de steek liet. Hij wilt het goedmaken en ons onmiddellijk trakteren met een grote koele Leffe…..we vergeven hem alles natuurlijk! Na een korte terraspauze willen we ons verfrissen.

     

     

    Erika, de Madame van het Hotel-restaurant “The Paddock” komt ons begroeten en bezorgt ons twee kamers. Hoog tijd om een heel warme douche te nemen. Nadien spannen we een lijntje en laten onze natte klederen drogen.

     

     

    Om 18h souperen we, Frank de patron bezorgt ons een 3 gangendiner. We genieten van een gezellige maaltijd met een lekker wijntje. Het is een jaar geleden dat wij hier waren ter gelegenheid van onze Vlaanderen Fietsroute. We moeten Erika en Frank alles vertellen over onze fietstochten. Na onze maaltijd willen wij nog een avondwandeling maken. We klimmen nog iets hoger over de top naar Encluse du Haut, hier zijn we in Wallonië. We stappen een ons bekend volkscafé binnen…..Onvoorstelbaar de bazin kent ons nog en in perfect Vlaams geraken we aan een Ename Trippel. Ook hier moeten we vertellen hoe we hier opnieuw verzeild zijn. Na enkele Trippels worden we moe! We moeten morgen vroeg op en willen fris naar huis vertrekken. Slaapwel…

    We waren hier in 2008 toen we onze Vlaanderenfietsroute deden zie: http://blog.seniorennet.be/vlaanderenfietsroute2008/

     

     

    Start :   Crèvecoeur     8h45

    Aankomst:      Kluisbergenom  17h30

    Afstand :     113km

    Cumul  :     1442km

    Weer:    prachtig fietsweer 25°C.met veel zon tot 13h

    In de namiddag hevige regen 19°C

     

    Verblijf:

    Hotel-Brasserie The Paddock  Bergstraat 38  9690 Kluisbergen-Ruien     Demey Erika

    055/311.711      055/311.333

    www.the-paddock.be

    the paddock [info@the-paddock.be

    27-02-2010 om 11:13 geschreven door Via de la Plata


    01-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19 Dag 16 Kluisbergen - Brugge

    Dag 16 Kluisbergen-Brugge

     

     

    Zoals we gisterenavond afgesproken hebben, willen we vroeg ontbijten.

    Om 7h45 zitten we aan tafel in de ruime eetzaal. Ondertussen hebben we enkel triestige berichten verwerkt. Het overlijden van twee jonge mensen: Yasmine en Michael Jackson. We worden er stil bij…..

     

     

    Het is onze laatste gezamenlijke maaltijd. Straks zal Antoine van ons afscheid nemen. Hij moet deze namiddag op een familiefeest zijn en zal naar Oudenaarde fietsen om van daaruit naar Beveren-Waas te sporen.

    Frank heeft onze tafel rijkelijk gedekt en het continentaal ontbijt is overweldigend. We zijn wat zenuwachtiger en krijgen niet alles binnen.

    We halen onze fietsen uit de berging en beladen ze voor de laatste keer.

    Nadat we van onze vriend Antoine hartelijk afscheid genomen hebben, vertrekken we voor onze laatste fietsdag huiswaarts.

     

     

    Onze hotelbaas raadt ons aan over de top langs de Waalse kant van de berg naar beneden te fietsen. We klauteren nog 150m tot op de top, langs het kluisbos vliegen we vervolgens tot op de weg Amougies-Orroir. Zonder het te beseffen zijn we de verkeerde richting ingeslagen, gelukkig beseffen we heel vlug dat we fout zijn.

     

     

    We moeten richting Ruien om over de Schelde in Otegem te geraken.

    Vanaf Otegem vinden we gelukkig het knooppuntennetwerk van de Leiestreek.

    Het is prachtig fietsweer met een licht briesje en de zon die moeite heeft om de sluiers te doorbreken. We volgen gedwee de nummertjes en komen in Vichte en na een licht hellend parcour in Desselgem.

     

     

     

     

    Bij het kanaal Roeselare-Leie maken we een fout en komen in Oostrozebeke. We hebben duidelijk een nummertje gemist en volgen de richting Tielt.

    Hadden we maar een kaart bij ons! Het is niet de eerste maal dat wij zo dicht bij huis onoplettend een fout maken. We worden er zenuwachtig van en hebben het gevoel dat we niet snel vorderen.

     

     

    Elk om beurt nemen we de leiding van het groepje en in sneltempo komen we in Egem op de N50 Brugge-Kortrijk.  Het is langs deze weg een fluitje van een cent om via Zwevezele, Ruddervoorde en Waardamme in Oostkamp te komen.

     

     

    Hoog tijd om onze dorst te lessen op een van de uitnodigende terrasjes.

    Na enkele Leffe’s beseffen we dat onze Elzastocht er op zit.

    We willen het thuisfront verrassen met een vroege onaangekondigde thuiskomst.

    We zullen nog samenblijven tot Steenbrugge. Pol neemt hier afscheid en buigt af naar Sint-Andries. Hugo en Bob moeten verder langs het kanaal en via de Brugse vesten tot aan de Damse vaart. Hugo rijdt vanaf hier alleen verder naar Knokke. Om 14h30 eindigt mijn Elzasfietstocht in Male.

     

     

    Er volgt natuurlijk nog een epiloog…….

     

    Start :   Kluisbergen   8h30

    Aankomst:      Brugge  14h30

    Afstand :     88km

    Cumul  :   1530km

    Weer:   bewolkt   19°C.met af en toe zon

    01-03-2010 om 11:49 geschreven door Via de la Plata


    03-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 Epiloog

    20. Epiloog

     

     

    Beste vrienden, Hugo, Antoine en Pol het was 16 dagen genieten.

    Jullie waren formidabele fietsmakkers.

    We hadden het uitzonderlijk goed samen, het was zalig.

    De weeromstandigheden waren ons zeer gunstig gezind.

    De drie halve dagen regen vonden we heel normaal en ze zijn vlug vergeten.

    Anderzijds genoten we van ideaal fietsweer met geen of weinig wind, een stralende zon en aangename temperaturen niet te warm noch te koud.

    De aaneengeschakelde route deed ons in verschillende

    landschappen en streken fietsen.

     

     

    We bewaren de beste herinneringen aan:

    Onze eerste dagrit door het natuurreservaat van de Hoge Venen tot Ouren.

    De rit door het gemoedelijke Luxemburg tussen de rotspartijen na Echternach.

    Het adembenemend zicht op de Moezelwijnvelden van op de Duitse rivieroever.

    De Lorraine rit door de ontvolkte streek met uitgestorven dorpen tot Sarrebourg.

    Het fascinerend schouwspel van het hellend vlak van Saint-Louis Arzvillers.

    De Gastronomie d’Alsace maaltijd met Choucroute in Obernai.

    Onze complete dag “La route du vin d’Alsace” dwars door de wijnvelden en de beroemde enig mooi bewaarde maar toeristisch drukke Elzas dorpjes.

    Onze Crémant d’Alsace avond in het B&B wijnhuis “Martin Jund”.

     

     

    Het afscheid van de “Route du Vin d’Alsace” en de oversteek van de Col d’Oderen in de Vogezen.

    De fietsregendag op “La voie verte des Hautes Vosges” naar Charmes.

    De onverwachte ontvangst door de Ivoriaanse gastvrouw op “Ferme de Loro” in Loromontzey met het overvloedige wijn- en kaasfestijn.

    Het verblijf in de chique Chambres d’Hôtes bij de praatgrage Madame Jacqueline Robin in Château-Salins.

    De ontmoeting met de olijke bende oude vrienden, Robert Laroch en co, op het voetbalplein van Courcelles-Chaussey bij Landonvillers.

     

     

    Het uitgeregende “Fête de la Musique” in Thionville

    waar Antoine wilde mee feesten.

    De bijna onmogelijke beklimming naar onze B&B bij het kerkje van Dun-Haut.

    De ”Tartes Flambées à volonté” avond bij de

    familie Edith & Pierre Ploner in Dun-sur-Meuse.

    Het indrukwekkend bezoek aan de Amerikaanse Militaire begraafplaats WO-I van

    Romagne-sosu-Montfaucon.

     

     

    De bierproeverij in de brouwerij “Ardwen” in Launois-sur-Vence.

    De allerbeste B&B ooit, van de kwieke Madame Jocelyne het

    “Châmbres et Table d’Hôtes Milaville” in Jandun.

    De feestelijke maaltijd en het doorzakkertje met

    “Monsieur le Juge Latapie” bij Jocelyne.

    De uitzichten over de groene valleien van “ Les crêtes des Ardennes”

     

     

    De “Bienvenue chez les Ch’ts” gesprekken met het gastgezin van de

    “Ferme de Montecouvez” in Crèvecoeur sur Escaut.

    Het te korte bezoek aan het liefelijke Cambrai.

    De “Bétise de Cambrai” karamellen-historie in het café bij de

    Frans-Belgische grens.

    Het afscheid na ons laatste ontbijt op de Kluisberg in

    Hotel-Brasserie “The Paddock”.

     

     

    Met veel plezier zullen we voor altijd terug denken aan deze geslaagde tocht.

    Het waren 16 prachtdagen met heel veel “leute” en soms hard fietsen.

    Het was bewegen, plezier, vriendschap en culinair een genieterkens reis.

    ’t Was heerlijk jongens, hopelijk tot volgend jaar met een tocht door het Spaanse Andalusië.

     

    Maart 2010.

    Bob

     

    http://blog.seniorennet.be/viadelaplata/

     

    03-03-2010 om 10:52 geschreven door Via de la Plata




    Archief per week
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!