Senegal bezoek aan het schelpeneiland Joal Fadiouth en de vissershaven
Op de terugweg van Sine Saloum zullen we nog een dorpje bezoeken. Langs de baan zien we een terrein dat onder water gestaan heeft, maar er droog uitziet en er lopen al bandensporen over. De chauffeur zegt dat we een gans stuk van de weg kunnen afsnijden als we ook hierover gaan. Hadden we het maar niet gedaan! Na een 5-tal meter zaten we vast. Pogingen op de wagen terug op gang te krijgen haalden niets uit, integendeel, we zakten steeds dieper weg. Een vlakte, enkel heel in de verte enkele huizen te zien, en hier stonden we dan. Van waar ze kwamen, ik weet het niet, maar 5 minuten later stonden er zeker 20 kinderen rond ons. Er kwamen ook enkele wagens langs, die stopten maar reden terug door. Toch kwam er hulp opdagen : men had iemand verwittigd die een terreinwagen bezat, en die trok onze wagen er terug uit, geholpen door collectief duw- en trekwerk van alle zwartjes, tot de kleinsten toe. Die hadden toch wel een snoep verdiend. Ik vraag ze om op een rij te gaan staan, want anders graaien ze de snoep uit uw handen. Ik begin te delen, maar de rij werd niet korter. Toen zag ik dat ze gewoon weer achteraan aansloten. Slimme kadeekes !
Nu op weg naar het schelpeneiland. Bij aankomst daar wordt ons meteen verteld dat Petit Matar ons daar niet mag gidsen, dat het een gids van het eiland zelf moet zijn. Er volgt nog een discussie, Carine dreigt ermee terug in te stappen, maar niets mag baten, men is er niet te overhalen. Dan maar een gids van het eiland genomen, die loopt er bij voor het 5e wiel aan de wagen. Het eiland is te bereiken via een lange nieuwe loopbrug, verderop zien we nog de oude brug liggen die niet meer gebruikt wordt. De verharding van de straten bestaat er uit schelpen. Er is ook een mooie drukbezochte begraafplaats. Dat hebben we dan ook weer gezien.
Op nu naar de vissershaven. We stappen door open loodsen, waar de vloer volgestort ligt met vis. De schepen worden nog gelost, de vis wordt in manden geladen, en op het hoofd tot in de loods gebracht en uitgegoten op de grond. De dragers zijn kletsnat, ze moeten al een eind in het water waden en het water stroomt door de mand langsheen hun lichaam. Ook op het strand liggen vele hopen vis. De vrouwen zitten te wachten op de terugkomst van hun man, sommigen zijn een week op zee geweest. De geur valt nog heel erg mee, Petit Matar zegt dat dit komt omdat er veel wind is, dat het soms wel anders kan zijn.
Carine geeft Petit Matar nog 5 euro om een vis te kopen die hij mag meenemen naar huis. Na wat afdingen komt hij terug met een grote captainfish Dubbel feest bij de familie Daffé deze avond dus.
Morgen gaan we wat uitrusten en blijven op het domein. Wel gaan we lange strandwandelingen maken. Aan het zwembad zal je ons zeker niet vinden.
|