Vanmorgen wat later uit bed en om 6.45 uur aanwezig aan het Tjeukemeer met slechts twee netten ( 1 x 10 m en 1 x 18 m). Eerst even gewacht met het tellen van de nesten van de kleine karekiet in de rietzoom. Door de flinke regenbuien van vannacht (15 mm in Joure) was het riet behoorlijk nat. In de tussentijd de twee netten gecontroleerd en dat viel beslist niet tegen. In totaal toch nog 46 vogels gevangen waaronder een witsterblauwborst mannetje die ik al op 26 mei 2012 als 2e kalenderjaar ringde. Een grote bonte specht liet zich al van verre horen dat ie in netbaan B15 vastzat. Het schetterende geluid had wel wat weg van een startende auto. De jonge vogel is snel uit de netten bevrijdt en van een pootring vorzien. De jonge blauwborsten zagen er mooi uit met hun vlekkerige kleed, ze gelijken in het geheel niet op de volwassen vogels qua kleuren.
Na het opdrogen van het riet werden er in de rietzoom toch nog een drietal nesten met eieren (1 x 3, 1 x 4 en 1 x 5 ei) van de kleine karekiet gevonden. Een drietal nesten bleek leeg en uitgezakt/uitgewaaid te zijn door de wind en regen.
Op 23 juni was het weer ideaal om een 8e CES dag uit te voeren aan het Tjeukemeer. Om 3.55 uur waren we al aanwezig op de ringplek met een W wind van 2B die later iets zou toenemen naar 3B. De kleine karekieten zongen bij aankomst al volop in de rietzoom. Vanmorgen weer flink wat vogels (127) in de netten gehad. Opvallend daarbij waren de twee jonge nachtegalen, een ijsvogel en weer een witte kwikstaart. Voor de aantallen zie de Bijlage. De koekoek liet zich vanmorgen ook goed horen doch liet zich niet vangen. De jonge nachtegalen zijn zeker afkomstig van het broedgeval aan de noordoever van het Tjeukemeer dit jaar. Helaas liet de oude vogel die vanmorgen vroeg nog gehoord werd niet gevangen.Bij de rietzanger vangsten vanmorgen zat de 1e eerste jaars van dit jaar en bij de tjiftjaffen (13) zat er een vogel die we al op 7 juli 2013 als eerste jaars hadden geringd. Al met al weer een drukke ochtend, de zoveelste op rij. Dat beloofd wat voor de juli maand die nog moet komen.
Jan de Jong, Joure. Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. j.d.jongringer403@home.nl
Voor de 7e CES dag was 17 juni een ideale dag, net 1 dag voor mijn 67e verjaardag. De vrouw zei al; "zal je nu wel gaan Jan, morgen heb je ook weer een drukke dag". Doch ik voelde me goed en het weer met een voorspelde WNW wind van 2 a 3B , droog weer en een temperatuur tussen de 12 en 20 graden kon het eigenlijk niet mislukken. Om 04.00 uur waren we (Jan Stegeman en ik) al aanwezig op de ringplek en werden de netten snel opgezet. Het zou weer een morgen worden met erg veel vogels, maar liefst 169 werden er gevangen. Daaronder waren weer flink wat mezen (koolmees/pimpelmees/staartmees) die aan het zwerven waren langs de oever. Hadden we op 10 juni flink wat ringmussen, vanmorgen werden ook een zevental huismussen gevangen.
De groep staartmezen (24) bleek te bestaan uit zeker 2 families. De Kool- en pimpelmezen waren er vooral in groepjes jonge vogels. Verder bevatte de lijst nog een flink aantal soorten zoals blauwborst (2), grote bonte specht (1), putter (2), witte kwikstaart (1), goudvink (1), zwartkop (14) en een 14 tal kleine karekieten. Van de kleine karekieten en de rietzangers werden nog geen nestjongen aangetroffen. Kleine karekieten zongen volop in de rietzoom en tussen netbaan C2 en C3/C4 werd zelfs een nest met 5 eieren aangetroffen. De goudvink die we in het net aantroffen bleek door ons al eerder te zijn geringd op 25 juni 2015 op de ringplek.
Een paartje putters in net B14 was opmerkelijk. Het vrouwtje had een net dichtgroeiende broedvlek en kan mogelijk uit de omgeving zijn. Ik weet dat er elk jaar een paartje broedt in Oldeouwer in de tuin van Harm Nijholt. Zou de vogel daar vandaan komen, en het legsel verstoord zijn? Putters zijn de laatste 25 jaar sterk in opmars in Friesland als broedvogel. Vroeger (1972-1977)broeden ze meer in de omgeving van Harlingen en Leeuwarden. Nu kun je deze soort op veel meer plaatsen aantreffen. Soms broeden ze vlakbij woningen in heggen en struiken, ook in Joure broed de soort. Ik ben benieuwd waar de putter op meer plekken nu als broedvogel voorkomt o.a. in Lemmer.
Het is al weer een hele tijd geleden dat ik aan mijn Blog heb gewerkt, eind mei was het laatste artikeltje. Na mijn hartoperatie is alles snel gegaan, veel drukte en reacties. Nu ben ik qua email en vastlegging van allerlei onderzoeks gegevens eindelijk weer bijgewerkt.
Na 26 mei is er eerst heel wat onderhoud gepleegd aan de vangbanen en looppaden. Een werkje waar veel tijd in zat en die in alle rust moest worden uitgevoerd . Het maaien met de zeis was ik nog niet verleerd en de vangbanen en looppaden lagen er op 2 juni weer netjes bij zodat we na een rustperiode op 10 juni de 6e CES dag konden voltooien.
Om 4.05 uur waren we al aanwezig en konden de netten snel opgezet worden. Het had de afgelopen dagen nogal wat geregend zodat op het oeverland en de looppaden flink wat water stond. Met een ZZW wind die in de loop van de morgen steeds krachtiger werd was het toch een vangdag met maar liefst 147 vogels! Opvallend veel jonge koolmezen (31), tjiftjaffen en ringmussen lieten zich vangen. Maar liefst 23 soorten werden er gevangen en waren er opvallend veel kleine karekieten (24) en weinig rietzangers. Zie bijlage.
Opvallend was wel de vangst van een 16 tal ringmussen waarbij er een volwassen vrouwtje bij was met een Belgische pootring. Ringmussen vangen we niet zo vaak in dergelijke aantallen aan het Tjeukemeer. De soort broedt in de omgeving (Rohel/Oldeouwer/Ouwsterhaule) graag in nestkastjes. Vroeger , in de jaren 60-70 van de vorige eeuw hadden we ze o.a. in nestkastjes in het Kwekerijgebied van Rohel en Rotsterhaule. Met de ringmus gaat het tegenwoordig een stuk slechter en we weten eigenlijk nog maar heel weinig over de trek en zwerf gedragingen van de soort. Veel overwinteren in gebieden in Belgie, tot aan Frankrijk en de noordrand van Afrika toe. Uit Friesland zijn nog maar weinig gegevens bekend uit het buitenland. Er is ook een flink deel dat in ons land overwintert.
Ringgroep Rohel Tjeukemeer vangsten in augustus 2017.
De maand augustus werd een topmaand qua soorten en aantallen geringde vogels. Maar liefst 37 soorten werden er geringd en daarbij waren TWEE nieuwe baansoorten sinds 1985. Nieuw waren de boomklever en de grauwe klauwier. Soorten die wij tot voor kort nog niet op de ringplek hadden gezien. Maar liefst 4 vangdagen dat er meer dan 100 werden gevangen, soms moesten de netten vroegtijdig dicht. Eind augustus kwamen daar nog in 2 dagen(25 en 28 augustus)nog eens 110 vogels bij met bijvangsten tijdens onderhoud van de ringbaan. Voor de details en de aantallen zie de Bijlagen hieronder!
Op 5 augustus tijdens de 12e CES dag werden er maar liefst 25 soorten (130 vogels) gevangen waaronder een eerste jaars grauwe klauwier. Van de kleine karekiet werden maar liefst 33 gevangen , rietzanger 11, tuinfluiter 10, grasmus 13 en tjiftjaf 11.
Op 14 augustus was er een OZO wind prachtig vangweer. De aantallen waren wederom hoog, 140 vogels werden gevangen waaronder een 40 tal kleine karekieten, 23 rietzangers, 18 zwartkoppen, 1 snor, 4 blauwborst en zelfs 3 spotvogels. Een rietzanger droeg een Brussels ring.
Op 23 augustus ZZO wind afnemend van 3 naar 2 B al om 3.30 uur aanwezig. Vanmorgen gasten Jacob en Gerard Westerhuis uit Sint Anna Parochie. Vanmorgen weer erg veel spreeuwen die in de rietzoom slapen. Vangsten waren weer dik boven de 100 (149) met o.a. 29 spreeuw, 25 zwartkop, 16 rietzanger, 29 kleine karekiet,tuinfluiter 13, waterhoen 1 en boomklever 1. De boomklever is een nieuwe baansoort sinds 1985. Een jonge waterhoen liet zich in de nacht met de hand pakken bij netbaan B6.
Op 25 augustus om 6.30 uur aanwezig op de ringplek en onderhoud gepleegd. Tevens een vijftal netten uitgezet, toch nog 43 vogels gevangen waaronder 13 kleine karekiet, 10 rietzanger, 2 riergors, 1 ijsvogel en een baardman.De spreeuwen sliepen ook weer masaal in de rietzoom vanmorgen en waren net vertrokken toen ik aankwam.Een rietgors man had een vleugellengte van 84,5 mm. Meestal ligt de vleugelmaat bij mannen tussen de 78 en 81 mm.
Op 28 augustus om 5.45 uur aanwezig op ringplek en onderhoud gepleegd aan vangbanen en een 5 -tal netten geplaatst. Toch nog 67 vogels gevangen waaronder 21 kleine karekieten, 12 rietzangers, 11 zwartkoppen, 4 bosrietzangers en 2 roodborsten. Bij het bruggetje 1 tapuit gezien. De ringbaan ligt er nu weer prachtig bij voor de vangsten van morgen.
Op 29 augustus om 3.30 uur aanwezig op de ringplek, weinig wind (1B) uit W. De spreeuwen sliepen vanmorgen weer in de rietzoom .Na 9.00 uur werd het snel warmer. Er werden maar liefst 154 vogels gevangen waaronder 52 zwartkoppen, 23 kleine karekieten ,14 rietzangers, 8 roodborsten, 1 snor, 1 waterral, 1 winterkoning en 2 paapjes. Opvallend was dat we vanmorgen geen enkele merel hebben gevangen en ook de groepjes van kool en pimpelmezen waren niet of nauwelijks aanwezig.
Augustus was qua aantallen een supermaand aan het Tjeukemeer met maar liefst twee nieuwe baansoorten.
Jan de Jong, Joure. Email: j.d.jongringer403@home.nl
Bijzondere oeverzwaluw terugmeldingen uit Friesland.
Oeverzwaluw keert via Zwitserland terug naar Friesland.
We weten dat er nogal wat oeverzwaluwen in Friesland geringd worden in de vaste broedwanden en bij zanddepots. Het zanddepot van Oudehaske is al vele jaren achtereen een vaste verblijfplaats van oeverzwaluwen die er hun nesten in de steile zandwanden graven.
Op 6 juni 2016 ringde ik in het zanddepot een volwassen vrouwtje oeverzwaluw met ring NLA. AU...45303. Deze vogel werd op 18 april 2017 teruggemeld (gecontroleerd en los) uit Locarno, Ticino in Zwitserland.Dat is op 786 km van Oudehaske.
Er stond me iets bij dat ik in dezelfde kolonie te Oudehaske ook al eens een oeverzwaluw met een Zwitserse pootring had gecontroleerd. Na even zoeken in mijn papieren archief vond ik de gegevens. Het bleek te gaan om ring Sempach B...431910 die ik op 6 juni,9 juni, 19 juli en 1 augustus 2016 had gecontroleerd als volwassen mannetje in het zanddepot te Oudehaske. Deze vogel is op 5 mei 2015 als volwassen vogel geringd te zijn in Locarno, Ticino in Zwitserland. Precies op dezelfde lokatie als de oeverzwaluw met ring NLA. AU...45303 is gecontroleerd.
Oeverzwaluwen volgen nogal eens de route via Italie terug naar de broedgebieden zo blijkt uit diverse ringvangsten uit Friesland met Italiaanse pootringen . Daarbij valt op dat ze dit vooral doen in het voorjaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze dan ook via Zwitserland terug keren naar ons land. Toch komen er maar weinig meldingen uit Oost Europa binnen van oeverzwaluwen die in Nederland zijn geringd. In Oudehaske waren in 2016 dus zeker twee oeverzwaluwen die van Zwitserland houden! Dus als U via de rijksweg Joure -Heerenveen ter hoogte van Oudehaske een jodelend paartje oeverzwaluwen hoort dan zijn dit waarschijnlijk het vrouwtje met ring NLA. AU...45303 en het mannetje met Sempach B..431910.
Reageren op de melding kan naar Jan de Jong, Joure.
Het jaar 2017 werd enigzins verontrustend ingezet omdat ik in de loop van dat jaar een open hart operatie moest ondergaan. Daardoor kwam de continuiteit van het CES project C09 en het onderzoek flink onder druk te staan. Gelukkig hebben Willem en Wender Bil van de Ringgroep Menork me daarbij flink geholpen door de eerste twee Constant Effort Site onderzoeksperioden 14 en 27 april van me over te nemen en ook samen met Jan Stegeman (assistent) het vangen en ringen voor hun rekening te willen nemen. Op 3 april ben ik in het MCL te Leeuwarden geopereerd en heb 2 omleidingen gekregen. Na een verblijf van 6 dagen in het ziekenhuis mocht ik al weer naar huis. Na terugkomst uit het ziekenhuis bleek al vrij snel dat ik in een goede conditie was en vanaf 6 mei mocht ik dan ook al weer voor het eerst op de ringplek (met hulp van Jan Stegeman) de 3e CES periode uitvoeren. Na half mei ben ik voor Thorax (borstkas) onderzoek naar het Antonius ziekenhuis in Sneek geweest met een bezoek aan de cardioloog. Deze was zo te spreken over de conditie van hart en lijf dat ik pas na 8.5 MAAND terug mag komen. Ook werden de medicijnen teruggebracht naar 3, waarvan 1 een maagbeschermer. Fysio behoefde ik ook niet meer want de fietstest was meer dan 120%. Geweldige berichten, doch door de revalidatie en de operatie was er een zeer grote achterstand onstaan in o.a. het beantwoorden van de mail en het bij houden van verslagen etc. in mijn toko.
Voor het ringproject aan het Tjeukemeer ben ik nu weer helemaal bij en zijn alle dagverslagen toegevoegd in de Bijlagen.
Op 26 mei j.l. mochten we de 5e CES dag uitvoeren aan het Tjeukemeer. Het zou een warme ochtend worden waarbij we de koplamp eigenlijk maar nauwelijks behoefden te gebruiken. In totaal vingen we een 17 tal soorten waaronder de 1e spotvogel van dit jaar en er werden zelfs twee buitenlandse pootringen gecontroleerd (Brussels en London). Een heggenmus met een Brussels ring en een Kleine karekiet met een LONDON ring. Die laatste hadden we nog nooit gehad. Zou hij werkelijk uit Engeland komen of toch van Gibraltar of mogelijk van een Engelse expeditie uit Afrika?
We wachten met spanning op de terugmelding van deze bijzondere kleine karekieten ring.
Reacties naar aanleiding van de verslagen graag naar Jan de Jong, Joure. Email; j.d.jongringer403@home.nl
Hebben boerenzwaluwen het moeilijk met deze koude dagen?
De eerste boerenzwaluwen druppelden al in maart in de schuren en stallen binnen. De 1e was al op 27 maart terug in de paardenstal van Sophie Brakelé in Sint Anna Parochie. Snel kwam er uit Terband van Henk en Trienke Tjepkema en vanuit Hoornsterzwaag van Jan en Jet Hofstra op 30 maart ook een eerste terug in de paardenstal. Opvallend is dit jaar dat de vroegsten IN SCHUREN EN STALLEN toch wel het eerst in paardenstallen zijn gezien. op 31 maart kwamen er meldingen uit Koudum (Lolke Groen), Langezwaag (Sietse van der Wal), Paesens (Oane Taekema).
In april kwamen er op 3 april meldingen uit stallen in Bontebok (Jan Bakker)en Dedgum (Ton en Catharina Westendorp), 6 april Donkerbroek (E.Snieder) en Joure (Artina Oppenhuizen), 7 april Oudkerk (Klaske Adema), 8 april Suamarderheide (Bareld Storm) en Katlijk (Hendrik en Atsje de Vries), 9 april Rotstergaast (J.Althuisius) en Terwispel (Afke Jager), 10 april Marssum (John Bouma), 11 april Eastermar (Arend Timmerman) en Terwispel (Arie Steenwijk), 13 april NoardBurgum (Jan en Froukje van der Veen).
Na het prachtig weer op 10 april had ik gedacht dat de stroom van 1e meldingen in schuren wel zou toenemen. Dat blijkt tot op dit moment niet zo te zijn. Mogelijk zijn de koude nachten en de gure omstandigheden hier debet aan. Als de temperaturen overdag flink onder de 10 graden komen en er weinig voedsel gevonden kan worden in de vorm van insecten, dan kunnen ze ook zo maar weer enige tijd verdwenen. Zwakke vogels kunnen in die periode zelfs in de stallen sterven. Ik ben dan ook benieuwd of er de laatste week op meer plekken de boerenzwaluwen nog niet zijn teruggekeerd of weer verdwenen zijn. Mocht U woonplaats of naam er niet tussen staan in bovenstaande lijst van terugkerende boerenzwaluwen in stallen dan hoor ik het graag.
Reacties kan men zenden naar j.d.jonglc@home.nl of melden via telefoon 0513-414788.
Eind maart al kunnen weer de eerste zwartkoppen terugkeren uit hun overwintergebieden. Zwartkoppen overwinteren in de regel meer in Zuid Europa en aan de Westkust van Noord Afrika (o.a. Marokko), een enkeling vliegt door naar Centraal Afrika. De laatste jaren echter zien we ook regelmatig dat zwartkoppen meer overwinteren in Zuidwest Europa en met name in Engeland. Om achter de verschuivingen (door klimaatsverandering?) van overwinterende zwartkopp...en te komen zijn er in 2016 in ons land 61 zwartkoppen met rugzakjes (geolocators) en een pootring voorzien in ons land. In Friesland zijn op een drietal plekken (Rohel/De Fryske Marren,Bergumermeer/Eastermar en Broeksterwoude) door het Vogeltrekstation Wageningen in totaal 17 rugzakjes gepaatst in samenwerking met lokale ringers/ringgroepen. Ook in Engeland doet men onderzoek aan zwartkoppen en werden de vogels van een pootring en 1 of meerdere kleurringen voorzien. Dit om er achter te komen waar de zwartkoppen uiteindelijk vandaan komen en waar ze overwinteren. De rugzakjes registreren in grote lijnen de route die ze afleggen in de winter en zijn dus erg belangrijk om terug te onvangen. Vogelringers en onderzoekers proberen de komende maanden zoveel mogelijk zwartkoppen met rugzakjes terug te vangen en de informatie uit te lezen die in de rugzakjes zijn opgeslagen. Omdat de terugvangkans erg laag ligt is het van groot belang dat zwartkoppen met rugzakjes gemeld worden. Jaarlijks sterven er op de voorjaarstrek heel veel zangvogels die terugkeren naar de broedgebieden. Vaak komt het voor dat ze slachtoffer worden van vensters, katten of het verkeer. Mocht U een zwartkop als slachtoffer vinden met een pootring controleer dan goed of er op de rug ook een (verborgen) rugzakje zit. Soms is slecht een klein deel nog maar zichtbaar van dit rugzakje omdat het zo klein is (zie foto). Heeft U zo'n rugzakje gevonden bij een zwartkop slachtoffer verwijder hem dan en bewaar de vogel MET DE RING en neem contact op met het Vogeltrekstation in Wageningen (0317-473463 ). ZEND HET RUGZAKJE NIET OP PER POST, deze geolocator word dan gehaald. Zwartkoppen en andere vogelsoorten met alleen een pootring kunnen gemeld worden via www.vogeltrekstation.nl of neem contact op met een plaatselijke ringer of ringgroep in de buurt.
2016 was een druk jaar aan de oever van het Tjeukemeer. Op het Staatsbosbeheerterrein Marswâl werden maar liefst 2202 vogels van een ring voorzien. In het 87 blz. tellende verslag zijn weer veel wetenswaardigheden opgetekend. Vooral veel dagverslagen ,een uitvoerige jaarstaat en een 60 tal terugmeldingen van allerlei soorten.
Een top 10 lijst 2016 die aangevoerd word door de zwartkop. Verder nieuws over een nieuwe baansoort en speciaal onderzoek naar de zwartkop met geolocators van het Vogeltrekstation.
In de afgelopen 32 jaar zijn er 42938 vogels van een ring voorzien aan het Tjeukemeer , een respectabel aantal verdeeld over een 90 soorten. Daarbij spant de kleine karekiet met 9322 de kroon. Dit jaar een absoluut record wat de ijsvogel aangaat, er zijn maar liefst 12 gevangen en geringd. Oorzaak is stellig de zwakke winters van de afgelopen jaren.
Een zwartkop die na 26 dagen teruggemeld word uit Engeland na 27 dagen en een rietzanger die na 32 dagen gecontroleerd word in Frankrijk zijn leuke meldingen en geeft aan dat ze soms snel vertrekken. Een rietzanger was wel heel snel en na twee dagen al in Belgie. Kokmeeuwen geboren op een van de eilandjes in het Tjeukemeer die de winter doorbrengen in Engeland en Frankrijk. Nieuwschierig geworden naar al die bijzonderheden, lees dan het hele verslag in de Bijlage.
Het jaar 2016 is voor mij een jubileumjaar, het onderzoek aan boerenzwaluwen is door mij 25 jaar geleden gestart.Het boerenzwaluwen Journaal bevat deze keer maar liefst 57 bladzijden, genoeg materiaal dus om even naar te kijken. Dit jaar veel aandacht geschonken aan de witte vlek op de buitenste staartpen, is dit nu wel of niet een geslachtskenmerk en hoe en waarom zit er zoveel variatie in deze witte vlek. Veel terugmeldingen en waarnemingen van de terugkeer en vertrek van de boerenzwaluwen, iets over de biometrie, etc. Ook de rui van keelveren en voorhoofdsveren met name bij eerste jaars boerenzwaluwen was in 2016 opvallend. Kortom er is weer veel te lezen.
Het boerenzwaluwen Journaal Friesland 2016 is dit jaar wat later verschenen dan andere jaren. Eind vorig jaar kreeg ik last van zuurstof gebrek bij het hart en was genoodzaakt enige tijd het rustiger aan te gaan doen. Vandaar ook dat U de laatste maanden mijn stukjes op de Blog hebt moeten missen. Sindsdien zit ik een een traject met hartrevalidatie en geneesmiddelen. Volgende week begint een traject met intensieve fysio en daarmee hoop ik begin april weer zover te zijn dat ik me weer actief (zonder al te zware belasting) bezig kan houden met het ringwerk aan boerenzwaluwen en andere vogels.