E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    persoonerousseau
    blog.seniorennet.be/persoon
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    29-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG VAN FRITSKE2
    Vervolg  fritske2

    DE  VOLGENDE   LESSEN  BESTAAN  UIT :

       BLOEN  EN  PLANT  -  ART . NR . 16

       HET  LANDSCHAP  -  ART . NR . 19

       HET  HOOFD  - ART . NR . 26

       HET  NAAKT  -  ART . NR . 31

       FIGUURTEKENEN  -  ART . NR . 37 . 

       EN   ENKELE  BELANGRIJKE 
       ONDERDELEN : 
       
       DE   HANDEN  ART . NR . 37 . a
     
       DE  VOETEN  ART . NR . 38 .

       EN  DE  KOP  ART . NR . 39 . 

       DE  DIEREN  -  ART . NR . 43 

       DE  COMPOSITIE  -  ART . NR . 49 

       HET  ONTWERPEN  -  ART . NR . 55


                            

    SCHILDERTECKNIEKEN  IN  VIER  DELEN  UITGELEGD  !!
    ( Deel  I  Gelieve  hiernaast  op  datum van  9/10 - 15/10/ 2006  te  klikken , en dan  scrollen  tot  op   14/10/2006 ) .

      OLIEVERFTECHNIEKEN  -  EERSTE EN   TWEEDE   DEEL  -  ART . NR . 62  EN   ART . NR . 65

      GOUACHE  -  PASTEL  -  EN    KLEURPOTLOOD   DERDE   DEEL    
     ART . NR . 70 

     
    AQUAREL   VIERDE   DEEL
     ART . NR . 76
        

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BESTE LEERLINGEN EN BEZOEKERS ......
    Beste  leerlingen  en  bezoekers  jullie  kunnen  de  afbeeldingen  vergroten  door  er  op  te  klikken , en  nogmaals  te  vergroten  met  rechts  onder  te  klikken  op  het  icoontje .

    01-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 16 . BLOEM EN PLANT , INLEIDING
    Art .Nr . 16

    Bloem  en  plant.

    Inleiding :

     
    Is  niet  alles  wat  groeit  en  bloeit  een  bewonderingswaardige  wereld , waarin  de  eeuwige  poézie  der  natuur  zingt ?
    Voor sommigen  is  de  bloem  slechts  een  aanleiding  tot  prachtige  kleuren, voor  anderen , verliefd  op  de  " klare "  tekening , verleidt  zij  het  oog  tot  de  ontdekking  van  een  fijn  uitgesponnen  en  sierlijk  lijnenspel .  Wij  kunnen  de  bloem  bestuderen  in  weelderig  samengestelde  boeketten  of  in  zijn  natuurlijke  omgeving  in  de  vrije  natuur .  Men  zal  de  bloem  ontleden   om  door  te  dringen  in  het  geheim  van  haar  charme , om  er  onzegbaar  veel  resultaten in  de  vorm  van  lijnen , vormen  en  kleuren  aan  te  ontlenen .
    Juist  aan  de  bloem  is  de  kunstenaar  de  grootste  rijkdom  van  zijn  palet  verschuldigd.  Zij  is  de  onuitputtelijke  schatkamer  van  de  decoratieve  kunstenaar .  Zij  is  de  taal , waarin  een  fijngevoelige  geest  zich  uitdrukt . En  allen  schenkt  zij  het  gevoel  van  harmonie  door  haar , vaak  stoutmoedig  in  hun  beweging , vloeiende  lijnen  welke  echter  steeds  zullen  opvallen  door  evenwichtigheid .  Iedereen  voelt , bewust  of  onbewust , dat  de  bloem  hem  steeds  ontroerd .  En  is  dit   ook  niet  hetzelfde  wat  wij  voelen  wanneer  wij  tegenover  een  waarachtig  kunstwerk  staan ?

      Wanneer  wij  starten  met  het  tekenen  van  bloemen  en  planten  moeten  er  twee  klippen  worden  omzeild .  In  de  eerste  plaats  moeten  wij  vermijden  om  tot  een  dorre  nabootsing  te  vervallen , waaruit  alle  leven  en  vrije  vondsten  verdwenen  zijn .  Maar  eveneens  moeten  wij  proberen  om  niet  te  vervallen  in  een  oppervlakkige  weergave .  Trouwens , er  is  niet  één  enkele  manier  om  een  bloem  te  tekenen  of  te  schilderen... er  zijn  er  vele !  Wat  wij  zouden  willen  is  dat  je  bij  de  studie  van  bloem  en  plant  al  het  mogelijke  doet  om  tot  een  persoonlijke  herschepping  van  het  geziene  te  komen ;  dat  je  de  studie  dus  zo  inkleedt  om  op  die  wijze  tot  een  eigen  manier  van  werken  te  komen . 
      Omdat  te  bereiken moet  je  er  dus  niet  naar  streven  tekeningen  te  maken  in  een  reeds  eerder  geziene  stijl  of  manier ; je  moet  proberen  de   bloem  op  papier  te  krijgen  zoals  je  haar  zelf  aanvoelt .  Maar  daarvoor  is  het  nodig  dat  je  precies  weet , hoe  je  een  bloem  moet  observeren  om  haar  goed  te  kunnen  begrijpen  en  dat  je  haar  leert  " zien " ; eerst  op  zichzelfstaand , daarna  met  betrekking  tot  de  steel  en  de  bladeren  en  het  geheel  in  het  verloop  van  de  verschillende  bloeistadia .  Het  is  dan  ook  heel  nuttig  om  te  beginnen  met  de  " anatomie  van  bloem  en  plant "  te  bestuderen .  In  grote  lijnen  volgen  wij  dan  haar  onstaan , haar  groei  en  de  wijze  waarop  zij  zich  voortplant .  Een  kleine  ontdekkingreis  dus  in  het  botanische  rijk !  Maar ... wij  zullen  het  eenvoudig  houden !




    02-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 4 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 4 .

      Decoratieve  omwerkingen  van  de 
    verschillende  rangschikkingen .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig ; 3 .

      Rangschikkingen  der  bladeren . Achtereencolgens : tegenoverstaand , afwisselend , kransgewijs , stervormig .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 2 . - VERTAKKINGEN ( schema ) .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 2 .  -  Vertakkingen  ( schema ) .

    Boven :  tegenoverstaand , gevolgd  door : in  afwisseling  geplaatst.
    Beneden :  kransgewijs  geplaatst , gevolgd  door :  stervormig  geplaatst .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 1 . DE PLANT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 1 .  De  Plant .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 16 . a , DE THEORIE ( DE PLANT )

    Art . Nr . 16 . a

    De  Theorie .

    DE  PLANT

      Wij  weten  dat  de  bloem  uit  de  plant  ontstaat  en  zullen  dus  allereerst  de  plant  onderzoeken  en  bespreken .  Elke  plant  ontstaat  uit  een  zaadje , dat , geplant  in  een  geschikte  omgeving , gaat  kiemen , wortel  schiet  in  de  bodem  en  zijn  stengels , takken , bladeren , bloemen  en  vruchten  in  de  hoogte  doet  groeien .
      Zonder  in  te  gaan  op  de  oneindige  verscheidenheid  van  verschillende  wijzen  van  groei , elk eigen  aan  zijn  soort  of  familie , zullen  wij  in  het  kort  de  stadia  van  het  algemene  groeiproces  uiteenzetten  en  de   belangrijkste  onderdelen  van  de  plant  hun  naam  geven .  Het  zaadje  bevat  meestal  in  hoofdzaak  de  plant  in  het  klein ( het  kiemplantje ).  Het  draagt  een  eerste  beginsel  van  bladeren  en  wortel  in  zich , weliswaar  nog  gewikkeld  in  een  of  twee  vlezige  massa's  ( zaadlobben ) , die  moeten  dienen  voor  zijn  eerste  voeding .  Naarmate  de  wortel  dieper  in  de  bodem  dringt , verheft  zich  de  stengel  boven  de  grond  en  deze  vertakt  zich  weer  in  zijtakken , waaraan  de  nieuwe  blaadjes  groeien , volgens  verschillende  rangschikkingen , die  min  of  meer  verschillen , al  naar  gelang  de  soort  ( fig . 1 ) .
       Deze  vertakkingen  kunnen  tegenovergesteld  zijn , afwisselend , kransgewijs  geplaatst , stervormig , spiraalvormig , en  dat  geldt  zowel  voor  de  eigenlijke  takken  ( fig . 2 ) als  voor  de  bladstelen  ( fig . 3 ) .  Naar  aanleiding  van  deze  zo  verschillende  groeiwijzen  kunnen  wij  reeds  prachtige  tekeningen  en  ragfijne  arabesken  ( fig . 4 ) maken , waarbij  ook  steeds  de  soepelheid  van  onze  hand  ontwikkeld  wordt .  Want  bedrevenheid  in  het  zetten  van  soepele  vloeiende  lijnen  is  voor  de  tekenaar  of  schilder  van  de  planten  en  bloemen  een  eerste  vereiste .  Alvorens  verder  te  gaan  en  om  direct  al  bij  't begin  iedere  zin  goed  te  begrijpen , zullen  wij  je  eerst  de  meest  voorkomende  woorden  en  uitdrukkingen  uit  de  plantkunde  duidelijk  maken .  Hier  volgt  dan  onze  kleine  botanische  woordenlijst . 
           
                  Beknopte  woordenlijst

    Oksel :  De  naar  de  top  gerichte  hoek , die  de  bladsteel  maakt  met  de  stengel  die  hem  draagt . 
    Helmknop :  Deel  van  de  meeldraad :  zakje  of  doosje , dat  het  stuifmeel  bevat . 
    Knop :  Tak  in  wording , hetzij  bij  de  oksels  hetzij  aan  het  uiteinde . 
    Schutbladeren :  Kleine  blaadjes , vooral  onderaan  de  bloemsteeltjes .
    Kelk :  Bekleedt  uitwendig  het  binnenste  van  de  bloem .  
    Hoofdje :  De  as  van  de  bloeiwijze  draagt  op  z'n  verdikte  top  een  bosje  bloempjes  dicht  bijeen  ( meestal  bijna  niet  of  niet  gesteelde  bloempjes ) . 
    Vruchtbladen :  Bestanddelen  van  de  stamper , apart  of  aan  elkaar  gegroeid , bevattend  van  onder  naar  boven :  het  vruchtbegingsel , de  stijl  en  de  stempel .
    Katje :  Een  soort  aarachtige  bloeiwijze  van  eenslachtige  bloemen , waarbij  of  meeldraden  of  stampers  bedekt  worden  door  eenvoudige  schubjes . 
    Bloemkroon :  Het  geheel  van  de  bloembladen .  De  bloemkroon  wordt  min  of  meer  gestut  en  omgeven  door  de  kelk .
      Bloemtuil :  Bloemdragend  stengeleinde , waarbij  de  vertakkingen  op  verschillende  punten  uit  de  stengel  komen , maar  tot  op  hetzelfde  hoger  gelegen  niveau  reiken . 
      Zaadlob :  Een  van  de  vlezige  lobben  van  het  zaadje , dat  de  eerste  voedingsreserve  van  de  plant  bevat  bij  zijn  eerste  groei .
      Napje :   Een  soort  bakje , dat  soms  het  onderste  deel  van  een  vrucht  omgeeft  ( bv.  de  eikel ) .  
      Aar :  Een  geheel  van  vrijwel  ongesteelde  bloemen  of  korrels  ingeplant  langs  een  hoofdas .  
      Meeldraden :  Mannelijke  organen  van  de  bloem .
      Blad :  Aanhangsel  van  stengels  of  takken .
      Helmdraad :  Het  draagorgaan  van  de  helmknop  in  de  meeldraad .
      Bloem :  Deel  van  de  plant , dat  de  voortplantingsorganen  bevat .
      Blaadje  ( bladvin ) : Apart  deel  van  de  bladschijf  van  een  samengesteld  blad .  
      Vrucht :  Dat  wat  volgt  op  de  bloem  en  korrel  of  zaad  bevat .  
      Bladschede :  Verdikte  of  verbrede  aanhechtingplaats  van  de  steel  van  het  blad .
      Tros :  Rangschikking  van  bloemen  of  vruchten , zich  aftakkend  van  een  gemeenschappelijke  as .
      Bloeiwijze :  Rangschikking  van  bloemen  aan  één  plant  in  het  algemeen .  
      Bladschijf :  Het  brede  deel  van  het  blad . 
      Nerven :  Vaten  of  buizen  in  het  blad , die  het  voedingssap  vervoeren .
      Knoop :  Het  punt  op  de  stengel , waar  een  blad  of  een  groep  bladeren  is  ingeplant .
      Oog :  Kleine  knop , ontspruitend  aan  het  uiteinde  der  takken  of  de  oksels  der  bladeren .  
      Scherm :  Bloeiwijze , waarbij  de  bloemstelen  allen  uit  hetzelfde  punt  komen  en  de  bloemen  tot  op  dezelfde  hoogte  brengen .
      Vruchtbeginsel :  Orgaan  aan  het  ondereinde  van  de  stamper , zaadknoppen  bevattend ; hierin  ontstaat  de  vrucht .
      Zaadknop :  Te  bevruchten  onderdeel , gelegen  in  het  vruchtbeginsel ; hieruit  onstaat  het  zaad .
      Pluim :  Bloemrijk  en  rijk  vertakt  stengeleinde  ( bv. haver , riet ).
      Parenchym :  Vulweefsel  van  cellen  in  het  blad  ( of  merg  bij  een  stengel , of  vlees  bij  de  vrucht ) .
      Steel :  Draagorgaan  of  voetstuk  van  een  of  ander  plantenorgaan  of  paddestoel , bloem  of  vrucht .
      Bloemblad :  De  gekleurde  bladeren  of  onderdelen  die  samen  de  bloemkroon  vormen .
      Bladsteel :  Zie  " Steel " .
      Stamper :  Vrouwelijk  orgaan  van  de  bloem , samengesteldt  uit  vruchtbladen .
      Stuifmeel :  Vruchtbaar  poeder , uitgestrooid  door  de  meeldraden .  
      Bladskelet :  Het  geheel  van  de  bladnerven .
      Zijworteltjes :  Vertakkingen  der  wortels .  
      Bloembodem :  Bodem  van  de  kelk .  
      Wortelstok :  Vlezige  onderaardse  stengel .
      Kelkbladen :  Blaadjes  of  schubjes , die  samen  de  kelk  vormen .  
      Stempel :  " Ontvangplaats "  van  de  stamper , naar  bovengehouden  door  de  stijl  en  bestemd  om  de  stuifmeelkorrels  op  te  vangen  en  vast  te  houden .  
      Steunblad :  Klein  aanhangsel  van  bladsteel  of  bloem .  
      Stijl :  Lange  uitloper  van  het  vruchtblad .  
      Tuil :  Rechtopstaande  pluim , bijv. bij  seringen .  
      Stengel :  De  spil  van  de  plant , waaraan  de  takken  ontspringen .  
      Knol :  Vlezig  uitgroeisel  op  of  van  de  wortel .  
      Krans :  Verzameling  van  verscheidene  organen , in  een  kring  gelegen  romdom  eenzelfde  punt .  
      Hechtrankjes :  Draadjes , die  bepaalde  klimplanten  als  spiraaltje  rondom  een  steunpunt  rollen .
                                                                     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT II . - BLADEREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat II

    Bladeren :  15 , Hulst . - 16 , Plataan .
    17 , Boterbloem . - 18 , Braamstruik .
    19 , Kastanje . - 20 , Klaver . - 21 , Acacia .
    22 , Es . - 23 , Rozenstruik . - 24 , Meidoorn .
    25 , Eik . - 26 , Peperboompje . - 27 , Distel.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT I , - BLADEREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  I

    Bladeren :  1, Sering . - 2 , Appelboom .
    3 , Brandnetel . - 4 , Linde . - 5 , Viooltje .
    6 , Oostindische  kers . - 7 , Hondsdraf .
    8 , Haagbeuk . - 9 , Eik . - 10 , Paardebloem .
    11 , Klimop . - 12 , Spaanse  aak ( esdoorn ) .
    13 , Heggerank. - 14 , Druif.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 5 . - ONDERDELEN VAN HET BLAD .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 5
    Onderdelen  van  het  blad .

    03-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 16 , b , - HET BLAD

    Art . Nr . 16 , b

    Het  Blad .

      Iedereen  weet  wat  een  blad  is , doch  wij  gaan  dit  nu  eens  nauwkeuriger  bekijken .  Op  het  eigenlijke  groene  blad  tekenen  zich  de  nerven  af .  Wij  kunnen  deze  nerven  zien  als  een  soort  leidingen , belast  met  de  taak  het  voedzame  sap  aan  te  voeren .  Kleinere  nerven  vertakken  zich , uitgaande  van  de  hoofdnerf , welke  in  het  verlengde  van  de  bladsteel  ligt .  De  bladsteel  is  een  dun  hol  steeltje , aan  de  achterzijde  meestal  voorzien  van  een  ternauwernood  aangegeven gleufje .  Het  hecht  zich  vast  aan  de  stengel  met  de  bladschede , een  soort  verwijding  aan  beide  kanten , die  de  stengel  omsluit .  Vaak  komen  aan  de  bladsteel  nog  steunblaadjes  voor  ( fig. 5 ) .  Het  punt  waar  de  bladsteel  zich  vasthecht  heet  een  knoop  en  het  gedeelte  van  de  stengel  tussen  twee  knopen  noemen  wij  een  lid  ( zie  wederom  fig ; 5 ) .  In  de  oksel , de  plaats  waar  stengel  en  bladsteel  zich  verenigen  zien  wij  veelal  een  knopje , de  okselknop .  Uit  dit  knopje ( fig . 1 )  kan  weer  een  nieuw  steeltje  onstaan  met  meerdere  vertakkingen .  Op  deze  manier  kan  een  heel  samenstel  van  stengels , bladeren , bloemen  of  vruchten  ontstaan .  Wij  zullen  er  nog  verder  over  spreken .

                  Variéteiten

      Bladeren  nemen  de  meest  verschillende  vormen  aan .  Men  noemt  ze  enkelvoudig , d.w.z.  één  enkele  bladschijf  met  gladde  rand  ( perzik ) ; getande  rand  ( brandnetel )  of  min  of  meer  ingesneden  bladeren  ( eik - esdoorn - druif ) .  Men  noemt  ze  samengesteld , wanneer  het  blad  gevormd  wordt  door  verschillende  aparte  gedeelten , die  men  blaadjes  noemt  ( fig . 5 ) .  Deze  blaadjes  kunnen  uitgaan  van  eenzelfde  punt  ( kastanje  -  klaver )  of  trapgewijs  liggen  langs  de  hoofdbladsteel  ( rozenstruik  -  acacia ) .  Meestal  is  het  blad  betrekkelijk  plat , maar  brengen  de  nerven  er  min  of  meer  nadrukkelijk  uitspringende  gedeelten  op  aan .  Bij  bepaalde  soorten  is  het  sterk  ingesneden  of  gegolfd  en  geeft  het  een  uitgesproken  vorm  ( hulst  -  distel  en  het  merendeel  der  stekelplanten ) .  Nogal  zelden  hebben  de  blaadjes  een  handvormige  of  stervormige  rangschikking  ( zoals  bij  de  kastanje , de  lupine  enz. ) .  De  verschillende  afbeeldingen  op  Plaat I  en  Plaat II  laten  je  de  uiterst  verschillende  vormen  van  de  bladeren  duidelijk  zien .  Tenslotte  zijn  er , temidden  van  heel  wat  andere  rangschikkingen , de  reeks  varens , die  in  de  plantenwereld  een  betrekkelijk  aparte  plaats
    innemen , evenals  de  mossen , om  maar  niet  te  spreken  van  de  zeealgen  en  de  korstmossen .  Tenslotte  zijn  er  ook  nog  de  paddestoelen  met  hun  wonderlijke  vormen  en  kleuren .

                     De  Knop

      Het  zou  onredelijk  zijn  om , alvoren  te  beginnen  met  de  studie  van  de  bloem , niets  te  zeggen  over  de  knop  die  de  toekomstige  bloem  in  zich  bergt .  Is  dat  niet  het  begin  van  de  toekomstige  met  loof  uitkomende  takken ?  Hij  groeit  aan  de  stengel  of  aan  zijn  vertakkingen ; meestal  aan  de  oksels  ( zie  weer  fig . 1 ) .  Zijn  vorm  is  meestal  eivormig , gerekt , gerond  of  gepunt .  Hij  wordt  beschermd  door  blaadjes , die  meestal  harshoudend  of  kleverig  en  glimmend  zijn ;  Het  is  een  zeer  belangrijk  detail  en  geeft  een  duidelijk  accent  aan  de  vorm  van  de  plant .  Verwaarloos  het  dus  niet .  Knoppen  immers  kunnen  een  zeer  decoratief  element  vormen  en  hoe  boeiend  is  het  niet  deze  ontwikkeling  nader  te  volgen .

      De  koppen  bieden  ons  heel  de  bevalligheid  van  de  plantenwereld  in  het  voorjaar , zowel  door  hun  verscheidenheid  van  vormen , als  door  de teerheid  van  kleuren  en  is  dat  niet  een  belofte  van  nieuw  leven ?  Voordat  het  knoppen  werden  waren  het  alleen  maar  ogen  ( verdikkingen  aan  de  takken )  die  de  eentonige  strakheid  van  de  winterse  bomen  en  struiken  onderbraken .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 12 EN FIG . 13 . - MEELDRADEN EN STAMPERS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 12  en  Fig . 13 .

    Meeldraden  en  stampers

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 11 EN FIG . 11 , Bis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 11  en  Fig . 11 , bis

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PLAAT III
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Plaat  III

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIGUREN . 7 . TOT EN MET FIG . 10
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Figuren .  7 .  tot  en  met  fig.  10

    Fig . 7 .  -  Schema  van  eenvoudige , regelmatige  bloemen  van  de  eerstgenoemde  categorie .
                      Boven , recht  van voren  gezien .
    Beneden , in  perspectief  gezien , met  wijkende  lijnen  en  verdwijnpunten .

    Fig . 8 .  -  Schema  van  eenvoudige , regelmatige  bloemen  van  de  2e  categorie .

    Fig . 8  bis. -  Varianten  van  de  voorafgaande  categorie , waarin  de  4e  categorie  reeds  is  aangekondigd .

    Fig .  9 .  -  Categorie , die  de  4e  nog  dichter  nadert .

    Fig . 10 . -  Bloemen  van  de  hierboven  beschreven   4e  categorie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 6 , - SCHEMA ( VERTICALE DOORSNEDE ) VAN EEN BLOEM
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 6 .
    Schema  ( verticale  doorsnede )
    van  een  bloem .        

    04-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 14 . bis . - DAHLIAKNOP ( POTLOODTEKENING ) .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 14 . bis .
    Dahliaknop  ( potloodtekening ) .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 14 . - KNOP VAN EEN DAHLIA ( POTLOODTEKENING ) .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 14
    Knop  van  een  dahlia 
    ( potloodtekening ) .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 16 . c , - DE BLOEM

    Art . Nr . 16 . c

    De  Bloem

      De  bloem  is  de  trots  van  de  plant .  Door  de  natuur  getooid  met  zijde  en  fluweel  in  de  tederste  en  heerlijkste  kleuren , is  zij  te  allen  tijde  een  bron  van  inspiratie  voor  de  kunstenaars  geweest .  Zij  blijft  de  brengster  van  vriendschap  en  tederheid ,  van  eerbied  en  herinnering .  Zij  vertegenwoordigt  de  opgetogenheid  van  het  plantenleven , terwijl  haar  kroon  toch  maar  onstond  uit  de  omvorming  van  nederige  blaadjes .  Zij  verzekert  op  deze  aarde  de  eeuwigheid  van  heel  het  plantenrijk .  Zij  bestaat  in  het  algemeen  uit  de  uitwendige  bekleedsels -  de  kelkbladen , de  kelk  en  de  bloembladen , die  de  bloemkroon  vormen  -  en  uit  de  inwendige   bestanddelen  :  de  meeldraden  en  de  stamper  ( fig . 6 ) .  De  rangschikking  van  al  deze  organen  laat  een  oneindige  verscheidenheid  zien .  De  indelingen  welke  door  de  plantkundigen  gemaakt  zijn  gaan  echter  meer  uit  van  het  inwendige  leven  van  de  plant  als  van  haar  uitwendige  verschijningsvorm .  We  zullen  ons  dan  ook  niet  te  veel  aansluiten  bij  deze  wetenschappelijke  indelingen .  De  betekenis  van  de  wetenschappelijke  termen  kunt  je  evenwel  in  de  woordenlijst  vinden , evenals  de  verklaring  van  uitdrukkingen  welke  wij  hier  en  daar  in  deze  les  gebruiken  met  betrekking  tot  stengels , takken , bladeren  enz.  Ons  hoofddoel  is  immers  de  waarneming  naar  uiterlijke  vorm  en  kleur  en  we  zullen  liever  naar  aanleiding  daarvan  onze  indeling  maken . 

              Indeling  der  bloemen 

     - 1e  Schijnbaar  enkelvoudige , regelmatige  bloemen ;  het  lijkt  erop  of  de  bloembladen  gerangschikt  zijn  in  stervormige  rosetten  met  een  hart  in  het  midden ,  waaromheen  zich  een  of  meer  rijen  bladen  bevinden , meestal  plat  en  in  afwisselende  hoeveelheid .  In  werkelijkheid  samengesteld : er  is  een  hoofdje  ( margriet  -  madeliefje  -  goudsbloem  -  aster  -  cosmea  -  zinnia  -  zonnebloem  -  kamille  -  enkelvoudige  dahlia ) .

     2e  Eveneens  enkelvoudige , regelmatige  bloemen , maar  zich  verwijderd  tot  een  bekertje , met  of  zonder  afzonderlijke  bloembladen  ( egelantier  -  klaproos  -  boterbloem  -  anemoon  -  papaver  -  malva )  of  tot  een  trechter  ( lelie  -  veldklokje  -  winde  -  tulp  -  herfststijloos )  met  bloembladen  die  direct  van  de  steel  uitgaan  en  met  meer  of  minder  wijde  hoorn .

     3e  Bloemen , afgeleid  van  deze  categorien , maar  veredeld  door  de   tuincultuur , die  er  zich  op  heeft  toegelegd  om  de  bloembladen  te  vermenigvuldigen  en  de  kleuren  te  verrijken , om  er  gevulde  of  " dubbele "  bloemen  van  te  maken  ( dahlia  -  chinese  aster  -  chrysant  -  roos  -  pioenroos ).
     4e  Bloemen , waarvan  de  bloembladen  in  't begin  een  verticale  richting  volgen  om  zich  vervolgens  te  verwijden  ter  hoogte  van  meeldraden  en  stampers  ( anjelier  -  muurbloem  -  primula  -  petunia  -  tabak  -  blauwe  gentiaan ) .
     5e  Bloemen , die  samengesteld  en  eveneens  regelmatig  zijn  -  hoewel  op  verschillende  wijzen  gerangschikt  ( korenbloem  -  distel ).
     6e  Onregelmatige  bloemen , waarvan  de  bloembladen  niet  alle  dezelfde  vormen  hebben  ( iris  -  viooltje )  of  dikwijls  tot  één  geheel  vergroeid  zijn  in  grillige  vormen , zoals  ( driekleurig  viooltje  -  boon  -  erwt  -  dovenetel  -  vingerhoedskruid  -  monnikskap  -  robinia  -  leeuwebek  -  kamperfoelie  -  brem  -  orchidee  -  goudenregen ) .  De  afbeeldingen  die  hieronder  zijn  afgebeeld  illustreren  deze  indeling .
    Plaat  III  toont  je  in  numerieke  volgorde  de  bloemen  van  de  malva , cosma , goudsbloem , knoopkruid , distel , veldklokje , winde  ( 7  en  13  kelk ) , korenbloem , erwt , leeuwenbek , boon , salie  en  dubbele  goudsbloem.

                      Bloeiwijzen

      Andere  verschillen  zijn  op  te  merken  met  betrekking  tot  de  rangschikking  van  het  geheel  van  deze  bloemen , die  we tot  dusver  slechts  individueel  hebben  beschouwd : dat  noemt  men  de  bloeiwijzen , elk  overeenkomend  met  de  wijze  waarop  bloemen  zich  onderling  groeperen  of  tevoorschijn  komen  uit  de  stengel  van  eenzelfde  plant .  Evenals  bij  deze  stengel  zelf , gaat  het , afgezien  van  de  gevallen  waarin  de  bloem  afzonderlijk  groeit , om  afwisselende  vertakkingen , die  uitlopen  op  een  bijzondere  schikking  van  de  bloembladen .  Zonder  in  te  gaan  op  de  bijzonder  ingewikkelde  en  gedetailleerde  terminologie , noemen  wij  ( fig . 11 ) :
      1e  De  aar :  Hier  zijn  de  bloemstelen  zo  kort , dat  de  bloemen , in  een  rij  langs  één  enkele  stengel , de  schijn  wekken  onmiddellijk  aan  de  stengel  vast  te  zitten .  De  aar  is  samengesteld  wanneer  de  eerste  bloemstelen  worden  vervangen  door  kleinere  aren  bv :  grassen  en  granen .  Andere  voorbeelden  van  planten  met  aarvormige  bloemen  zijn  :  wolkruid  -  ridderspoor  -  stokroos  -  reseda  -  spaanse  klaver  -  vingerhoedskruid  -  wilde  salie  -  doddegras . 
      2e  Het  hoofdje :  Talrijke  bloemen , ontluikend  aan  het  het  uiteinde  van  hun  bloemstelen , vormen  een  soort  schijf , koepeltje  of  bolletje  en  deze  verzameling  kleine  nauw  aaneengesloten  dicht  op  elkaar  gedrukte  bloempjes  biedt  de  bedriegelijke  aanblik  van  één  enkele  bloem  ( duifkruid  -  korenbloem  -  sneeuwbal  -  klaver ) .
      3e  Het  scherm :  De  uitgerekte  bloemstelen  komen  alle  uit  één  zelfde  punt  van  de  stengel  en  waaieren  uit  om  een  schijf  van  bloemen  te  vormen , zoals  die  van  de  wortel  bijv.  Wij  noemen  verder :  de  venkel , de  engelwortel , de  koekoeksbloem , de  primula  en  ook  de  klimop .  Het  scherm  kan  samengesteld  zijn :  elke  bloemsteel  eindigt  zelf  in  een  klein  schermpje .
      4 e  De  bloemtuil  lijkt  op  het  scherm , maar  met  dit  belangrijke  verschil  dat  de  bloemstelen  onderaan  op  verschillende  hoogten  zijn  ingeplant  ( de  vlier  -  lijsterbes  -  kerseboom  -  wolfsmelk  -  valeriaan  ( koninginnekruid ) .
      5e  De  tros :  En  soort  aar ,  waarvan  de  algemene  aanblik  kegelvormig  of  opgezwollen  is .  Hij  wordt  samengesteld  genoemd , als  hij  meerdere  vertakkingen  heeft  ( acacia  -  goudenregen  -  sering  -  druif  -  aalbes  -  hyacinth  -  leeuwenbek ) .  Soms  draagt  hij  de  naam  van  tuil  ( sering , paardekastanje , liguster ) .
      6e  Het  bijscherm :  De  hoofdas  van  bloeiwijze  eindigt  in  een  bloem .  Hieronder  groeien  één  of  twee  zijvertakkingen  om  in  dit  geval  uit  te  lopen  op  een  eerste vork -achtige  vertakking .  Die  kan  op  zijn  beurt  weer  op  elk  van  beide  tegenover  elkaar  gelegen  zijvertakkingen  door  een  tweede  of  derde  vertakking  van  dezelfde  orde  worden  gevolgd  ( klein  duizendguldenkruid , silene  en  koekoeksbloem .  Soms  ontrolt  de  enige  eerste  zijtak , die  hier  ontwikkeld  is , zich  spiraalvormig , terwijl  de  bloemsteeltjes  op  de  bovenkant  van  de  spiraalbocht , die  hij  vormt , staan  ingeplant  ( ver-geet-me-niet  -  smeerwortel ) .  Dit  noemen  wij  dan  " schicht " .  Onderstaande  afbeeldingen  laten  dit  duidelijk  zien .

          Structuur  van  de  bloem.

      Laten  wij  nu  terugkeren  tot  de  bloem , zoals  wij  haar  zien .  Of  de  vorm  regelmatig  is  of  niet , enkelvoudig  of  samengesteld , de  bouw  laat  zich , wat  zijn  kenmerken  betreft , gemakkelijk  herleiden  tot  het  schema  van  figuur  6 .  De  kelk ,  het  eerste  uitwendige  beschermende  bekleedsel , ontbreekt  soms , doch  wordt  dan  vervangen  door  de  bloemkroon , die  de  eigen  kleuren  van  de  bloem  bewaart , terwijl  een  kelk  meestal  groen  is .  De  kelk  kan  verschillende  vormen  aannemen .  Hij  is  samengesteld  uit  een  verzameling  blaadjes , die  onderling  min  of  meer  samengegroeid  zijn  en  soms  in  verschillende  lagen  over  elkaar  heen  liggen .  Wij  hebben  reeds  een  opsomming  gegeven  van  de  verschillende  rangschikkingen  van  de  bloemkroon , een  verzameling  gekleurde  bloemblaadjes , als  het  ware  een  soort  juwelenkistje , waarin  zich  de  kunstige  voortplantingsorganen  bevinden , die  we  reeds  hebben  genoemd :
      a )  de  meeldraden , de  mannelijke  bestanddelen , in  't algmeen  bestaande  uit :  van  onderen , een  lang  dun  deeltje , de  helmdraad , en  van  boven  een  gezwollen  deeltje , de  helmklop , die  het  vruchtbare  stuifmeel  rondstrooit  ( fig . 13 ) ;                      
      b )  de  stamper , het  vrouwelijk  orgaan , neemt  bij  voorkeur  in  het  centrum  van  de  bloem  plaats .  Hij  bestaat  uit  één  of  meer  onderling  aaneengevoegde  of  samengegroeide  vruchtbladen .  Men  zou  het  vruchblad  kunnen  vergelijken  met  een  klein  flesje , waarvan  het  ronde  gedeelte  overeenkomt  met  het  vruchtbeginsel  en  waarvan  de  zeer  sterk  uitgerekte  hals ( de  stijl )  uitloopt  op  een  meer  of  minder  uigesproken  verdikking , de  stempel , bestemd  om  het  stuifmeel  op  te  vangen  en  vast  te  houden .  Door  het  nauwe  kanaal , binnen  in  de  stijl , zal  het  stuifmeel  de  eitjes  gaan  bevruchten , allen  bijeen  in  het  vruchtbegingsel , dat  zich  als  kelk , kroon , meeldraden  en  stijl  eenmaal  zijn  verdwenen  tot  vrucht  ontwikkelen  zal , terwijl  elk  bevrucht  eitje  een  zaadje  of  kiem  wordt , waaruit  een  nieuwe  plant  groeit .  Hoe  boeiend  dit  proces  van  voortplanting  ook  moge  zijn , hier  interesseert  het  ons  slechts  voor  zover  het  zichtbaar  is  aan  de  dikwijls  zo  bevallige , kunstige  en  gevarieerde  gestalten , die  de  verschillende  delen  van  de  bloem  en  zelfs  de  vruchten  aannemen .  Het  zijn  vormen  en  kleuren  die  wij  als  tekenaars , schilders  en  decorateurs  moeten  weergeven .  Wij  zullen  dus  niet  verder  over  dit  onderwerp  uitweiden , aangezien  er  vele  botanische  handboeken  zijn , waarin  de  nieusgierige  leerling  alles  vindt  van  wat  hij  over  bepaalde  planten  en  bloemen  wil  weten .
           
                        De   Bloemknop . 

      Zoals  er  een  stengelknop  is  voor  blad  en  tak , is  er  ook  een  bloemknop .  Hij  bevat  in  beginsel  al  de  bestanddelen  van  de  ontloken  bloem .   Zijn  kleur  is  in  't begin  meestal  zacht  groen  en  dat  komt  omdat  hij  geheel  door  de  kelk  beschermd  wordt .  Maar  langzamerhand  zal  hij  de  kleur  van  de  bloem  openbaren , al  naar  gelang  die  loskomt  uit  zijn   schede .  De  bloembladeren  zullen  zich  daarna  op  de  verschillende  wijzen  ontvouwen  en  eenmaal  volwassen  geworden  zal  de  bloem  haar  maar  al  te  korte  bestaan  leiden .
      Elk  van  de  opeenvolgende  stadia  van  zijn  ontluiking  vraagt  nauwkeurige  waarneming .  Zij  geven  het  boeket  zijn  verschillende  accenten , die  de  gratie  mengen  met  de  pracht  der  ontloken  bloemen , de  kunstigheid  met  de  luister . 

                  Omvang  van   het  plantenrijk .

      Het  veld , dat  wij  onderzoeken , is  onmetelijk  uitgestrekt  en  wij  zijn  dan  ook  genoodzaakt  ons  beperkingen  op  te  leggen .  Alle  woekerplanten  of  parasieten  hebben  wij  buiten  beschouwing  gelaten , evenals  die  wonderlijke  wereld  der  orchideeén .
      De  stof  is  te  uitgebreid .  wij  kunnen  echter  niet  stilzwijgend  voorbijgaan  aan  enkele  merkwaardige  planten  die  buiten  onze  indeling  vallen :  de  verens , de  paardenstaarten , de  wolfsklauwen , de  mossen , de  korstmossen  en  heel  die  zeewereld :  de  algen , de  zeewieren , met  kleuren  en  arabesken .  Het  onderzoek  onder  water  openbaart  ons  nog  steeds  onvermoede  schoonheden .  En  de  paddestoelen , met  hun  zo  verschillende  vormen , waarvan  de  kleuren  mede  het  toverachtige  schouwspel  van  de  bosbodem  bepalen .  En  al  de  vetplanten , vanaf  de  bescheiden  huislook  van  daken  en  muren  tot  aan  die  overdonderende  Mexikaanse  waskaarsen .  Om  nog  niet  te  spreken  van  de  aloé's , de  agaven , de  cactussen  met  hun  knobbelige  of  sponsachtige  lichamen  ( waterreservoir  voor  de  lange  perioden  van  droogte ! ) .  Maar  we  hoeven  niet  zo  ver  te  gaan ; dicht  bij  huis  vinden  wij  onze  vruchten , onze  bessen , onze  groenten , motieven  waarvan  vele  kunstenaars  prachtige  schilderijen  hebben  gemaakt .  In  de  natuur  is  alles  harmonie .  Wij  moeten  op  ontdekkingstocht  zonder  vooroordeel , maar  oog  in  oog  tegenover  dat  wat  de  natuur  ons  biedt !
    Wij  moeten  er  de  schoonheid  van  ontdekken  en  dit  anderen  laten  zien .  Laten  wij  toch  vooral  goed  leren  waarnemen ;  bekijken  van  ver  af  of  van  dicht  bij , nu  eens  op  zoek  naar  kleur  dan  weer  naar  het  kunstig  lijnenspel  of  de  minitieus  uitgewerkte  details , al  naar  gelang  het  karakteristiek  is  voor  de  betreffende  plant  of  bloem .  Dit  alles  is  een  zaak  van  studeren  en  waar  elke  studie  tot  herscheppen  leidt , tot  een  toekomstige  persoonlijke  schepping .  Het  onderzoekingsterrein  is  onbegrensd  en  hoewel  het  reeds  eeuwenlang  is  doorkruist  en  doorvorst  verbergt  het  voor  de  kunstenaar  nog  duizenden  vruchtbare  ondekkingen .  Met  dit  voor  ogen  gaan  wij  thans  aan  ons  werk  !




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!