In het stille land
had de fietser de overhand
moeizaam boog hij zich over zijn stuur
hij had nog maar een uur
om te komen waar hij moest zijn
de wind, daarin zat hem het venijn
in de verte kwam een auto aan
deze zag de fietser niet gaan
de klap, de fietser schoot weg, gelijk een bal
en kwam ten val
hij viel op de grond
waar hij zijn einde vond
Doch de auto reed door
waar was deze daad toch voor
|