Vakante jobs Vakantie jobs
Tegenwoordig hebben de meeste studenten een of andere vakantiejob waarbij ze een goeie stuiver verdienen om in het beste geval hun studies te betalen maar ook nog om zich een extra luxe cadeau te veroorloven. Van jongs af worden ze gestimuleerd naar gewin en welvaart. Wij, jongeren van binst de oorlog of kort nadien hebben leren bijklussen om beter te overleven eerder dan voor eigen luxe.
Op onze landelijke gemeenten diende onze vrije tijd om na het rooien van de aardappelen de door de machine niet verzamelde aardappelen handmatig te rapen, om erwten te plukken, om in de streek van Ieper op de vers geploegde velden ijzer te zoeken van bommen en granaten uit de eerste wereldoorlog dat als oud-ijzer verkocht werd.Mijn jeugdjaren situeerden zich te Geluwe in de tabaksstreek van Wervik. Een ander bezigheid tijdens de oorlog in september-october was het plukken van de onderste bruin geworden bietenblaadjes die dan per kilo verkocht werden aan de tabakkervers om ze voor de smokkelaars te mengen tussen de tabak. Om enkele kilos bijeen te scharrelen moest je er heel wat voor doen maar het bracht geld op. Je moest ook oppassen voor de komiezen want die lagen op de loer om de geheime tabakkervers te weten te komen.
In deze tabakstreek trokken wij tijdens de vakantie in juli - augustus met onze picknick voor een ganse dag naar boerderij De Roobaert van mijn grootvader of bij boer Vanhaverbeke om tabak te naaien. Als de boer of zijn knechten de tabak geplukt hadden zaten wij in het stoppelveld op een strozak om de stengels op een lange naald te rijgen en deze door te schuiven op een koord; een ranke. Het was een werken in weer en wind en soms onder een stekende zomerzon .We werden betaald per ranke. Ik denk dat wij ongeveer 1BF kregen per ranke en dat je geen luiaard mocht zijn om meer dan 100 ranken per dag te naaien. Het naaien moest zo vlug mogelijk na de pluk gebeuren. Soms waren wij met 10 tot 20 naaiers en ieder avond werd per persoon het aantal opgetekend voor de eindafrekening maar ook om rekenschap te geven thuis dat we gewerkt hadden. Het gebeurde echter wel meer dat de jongens en meisjes onder mekaar de stoppels van het veld uitrukten om als projectielen naar mekaar te gooien of dat er meer getaterd dan gewerkt werd. Bij het eind van de werkperiode trakteerde de boerin dan gewoonlijk met
Koekenbrood en Cacao.
De opbrengst van al dit bijklussen in onze vrije tijd of vakantie was niet voor ons persoonlijk. Het geld werd afgegeven aan moeder voor het huishouden. Misschien bezorgde zij ons wel eens een extraatje. Het gezin was één gemeenschap, een commune waarbij iedereen naar zijn vermogen bijdroeg en deelde met mekaar. Wellicht zo leerden wij werken voor de gemeenschap, voor het algemeen welzijn, voor een ander en niet onmiddellijk voor onszelf. Het was een school voor vrijwilligheidswerk.
Hier en daar gebeurt het in gezinnen dat wil zoonlief of dochter iets presteren voor vader of moeder zij dienen betaald te worden: om het gras af te rijden, om de auto te wassen, om de tuin te verzorgen, de schoonmaak te doen enz. Niet alle werk is betaalbaar en niet alle betaald werk brengt voldoening wijl onbetaald werken soms toch vreugde schept. Er zijn nog veel vakante jobs voor onbetaald vrijwillig vakantiewerk.
Mijn valies staat klaar. Morgen vertrek ik voor mijn jaarlijkse onbetaalde werkperiode van twee weken in dienst van de Hospitaliteit te Lourdes. Honderden vrijwilligers zullen er zijn.
|