Iedereen is van onze wereld, mijn wereld is voor iedereen gidsjoris, -actua, vanons, zielspiegel, blauwe hagen, geestige heiligen
26-01-2015
HAIKU voor Merel
HIER BIJ EEN MEREL
BLIJVEN ZE OVERLEVEN
EN VINDEN HUN STEK
Met dank aan Merel voor het inspiratiemosterdpotlepeltje
Foto 150123-143604: Onze multischizofrene eenmansredactie vond niet zo direct een merel in het fotoarchief, maar zag deze week een paar aalschovers in het park van Brasschaat. Ook goed?
Sorry voor de Skynet-bloggers die dit al gelezen hebben en dank aan MizzD om te grasduinen in mijn visvijver (http://gidsjoris.skynetblogs.be).
Groot nieuws vandaag, 25 januari: Paulus is van zijn paard gedonderd. Of beter gezegd: gebliksemd. In feite is dat niet moeilijk, die helmen, harnassen en lansen van de dertiger jaren zijn echte bliksemafleiders. Paulus, totaal van de hand Gods geslagen, zal zijn weg naar Damaskus moeten verder zetten op een oldtimer reserveknol.
We kennen allemaal Gods woorden: “Savle, Savle, qvid me perseqris”. Na inschakeling van onze Antwerpse vertaaldienst geeft dat: ”Saulus, Saulus, me wa zedde gij bezig joeng? Waarom vervolgt gij mij? Zoude niet beter Judas gaan vervangen?” Tot zo ver de fantasie van vele kunstenaars die dit tafereel graag afbeelden op een vrij spectaculaire wijze.
Feit is dat Saulus naar Damascus trekt om daar de Christenvervolging te leiden. Op de een of andere wijze krijgt hij voor zijn aankomst een verschijning van de verrezen Christus en wordt hij een tijdje blind. Paulus ziet dit als een openbaring, laat zich dopen en gebruikt vanaf nu nog enkel zijn Latijnse naam Paulus, wat betekent: Klein van gestalte, nederig. Vanaf nu wordt hij zelf als de apostel van de heidenen vervolgd. Met wat hulp ontvlucht hij Damascus en zal hij het christendom verspreiden in Macedonië en Griekenland. Uiteindelijk wordt hij in Rome onthoofd op last van Keizer Nero.
In de kunst zien we hem steeds met zwaard (onthoofding) en een boek (brieven). Soms zien we hem in een mand hangen die men naar beneden laat bij zijn ontsnapping uit Damascus.
Hij is de patroonheilige van de tentenmakers (hij maakte mohair voor tenten), touwslagers, mandenmakers, theologen en Katholieke pers. Het is vandaag, juist in de helft van de winter, dat we zijn bekering gedenken, terwijl we 29 juni noteren voor zijn feestdag.
Foto JGL3292: Detail uit het prachtige ‘Fugger glasraam’ (1537), door Robert van Olm. We vinden de onfortuinlijke tuimeling in de lichtbeuk (middenschip) van onze kathedraal.
Hoe schoon kan een rondleiding ‘achter de schermen van de Kathedraal’ zijn?
Vanop de kleine toren bij zonsondergang, met zicht op de Schelde. De universiteitsstudenten werden er lyrisch van, en zelf kon ik het ook niet laten om dit op de gevoelige plaat vast te leggen.
Klikfoto: 150121-164500-DSCN1940ac – Scheldezicht bij avondrood.
Wanneer gelovigen en toeristen onze kathedraal binnenstromen, merken zij meteen het grote kruis in de viering, ter hoogte van het hoofdaltaar. Kijk naar het kruis voor u: de rechterkant van het kruis is uw linkerkant. (Ziet u het ook? Dat kruis hangt fameus scheef.)
In onze cultuur is de rechterzijde de erezijde, en die ereplaats is gereserveerd voor O.L.V. Vandaar een reeks prachtige glasramen op de ereplaats, rechts van het kruis, links van ons. Vandaar ook de O.L.V.-kapel aan de rechterzijde van het kruis. Aan de ingang van die kapel vinden we ook een uniek marmeren beeld van O.L.V., uit de eerste helft van de 14e eeuw.
De schitterende neogotische glasramen, een aantal waardevolle schilderijen en beelden, het (uitgeleende) grafmonument van Isabella de Bourbon, het unieke epitaaf van Van Delft (een Bernini waardig) en de levendige biechtstoelen zijn voor later; we bewonderen eerst die slanke elegante witmarmeren Madonna. Volgen maar.
Foto JGL 2844: Het kruis boven de viering (= kruising tussen langschip en dwarsschip), de kathedraal in 100 stukjes (4)
‘An Fabian und Sebastian fängt der rechte Winter an.’
Onze eenmansredactie heeft unaniem beslist dat St.-Sebastianus later aan bod komt. Wat St.-Sebastianus vandaag niet lukt, is weggelegd voor de Heilige Fabianus, wiens feestdag ook op 20 januari valt. Fabianus wordt ook soms Flavius genoemd.
Enkel de laatste veertien jaren van zijn leven zijn ons een beetje bekend. Dat begint dan in A.D. 236, wanneer Fabianus zijn boerderijtje verlaat om naar Rome te trekken, waar de bisschoppen een opvolger moeten vinden voor de overleden paus Anterius.
Terwijl de hoogwaardigheidsbekleders druk in de weer zijn om te kiezen tussen enkele topkandidaten, landt er toch wel een duif zeker, pal op het hoofd van de kansloze Fabianus aan wie niemand gedacht heeft. Het is dus meer dan logisch dat het gezelschap daarin de nederdaling van de Heilige Geest ziet, en unaniem de stoel van Petrus aan Fabianus toekent.
De kaarten voor zijn pontificaat liggen nogal goed: Hippolytus, de tegenpaus die drie regerende pausen slapeloze nachten heeft bezorgd, heeft het bijltje er bij neergelegd. Bovendien is de storm van de Christenvervolging geluwd en ligt de weg open voor kerkhervormingen, zeg maar hiërarchische heropbouw. Zijn grote zorg voor de armen (en we bedoelen niet de ledematen) wordt nu nog steeds in herinnering gebracht.
Dank zij Fabianus krijgen de christelijke begraafplaatsen in de catacomben de nodige aandacht. Het is niet denkbeeldig wat er allemaal zou verloren gegaan zijn zonder hem!
In geloofszaken had hij belangrijke contacten met de grote oosterse kerkvader Origenes.
Vandaag op 20 januari, maar dan in het jaar 250, valt hij onder het zwaard van de Christenvervolging die onder Keizer Decius (249-251) een korte maar hevige opflakkering kent.
De Griekse inscriptie op zijn graf is bewaard, het is pas in 1915 dat men zijn lichaam ontdekt in een sarcofaag in de catacombe van Callistus. Het werd overgebracht naar de Romeinse kerk ‘San Sebastiano fuori le mura’.
Afbeelding: Hij wordt dikwijls afgebeeld met St.-Sebastianus. We hebben zeker foto’s van hem gemaakt, maar kunnen ze momenteel niet vinden. We hebben gewoon een cartoon uit het internet gepikt maar vroegen wel toestemming aan http://achristianpilgrim.wordpress.com.
Oh ja, onze blogvriendin MizzD verjaart vandaag!
Deze plezante hollandse madam ‘likmevessie’ tracteert vandaag met haring! Breng haar gerust een bezoekje:http://mizzd.skynetblogs.be
We weten dat MizzD een begeesterde fan was van Don Camillo; en wij ook!
Telkens als we onze sympathieke paus op TV zien, daarnet nog in de Filippijnen, moet onze eenmansredactie aan Don Camillo denken. Daar worden we nu eens goed gezind van zie.
We herinneren ons nog een rubriekje dat we voor u hebben teruggevist uit onze rijke blogvijver van Skynet:
Jawel, deze morgen zaten we met dat boek in ons badje. Met die fantasie lopen de geestelijke vermogens van onze redactie al eens uit de hand, toch inspireert Giovannino Guareschi ons, om het volgende te schrijven:
Wanneer iemand aanstoot neemt aan de gesprekken met bepaalde heiligen, dan is daar niets aan te doen. Want wie spreekt in mijn rubriekjes is niet dé St.-Joris, maar mijn St.-Joris, ook niet dé H.-Felix, maar mijn H.-Felix, niet dé Sinterklaas, maar mijn Sinterklaas.
Daarom: ieder voor zich, zijn gezin, zijn vrienden, zijn wereld en God voor ieder die naar Hem wil luisteren.
Hou u vast aan de takken van de bomen, want als we nog zo eens een gezellige babbel hebben, dan mag u meeluisteren…
Leef u even in: 1521, op een mistige ochtend bij zonsopgang, we betreden de kerk. Denk het grote altaar daar maar even weg, het is er nog niet. De glasramen lopen dus door naar beneden en de zon straalt door rood en blauw gekleurde glasramen. Het feeërieke licht laat zich absorberen door de ochtendmist. Iedere bezoeker waant zich hier in de hemel*.
Nu beseffen we ten volle waarom men romaanse en gotische kerken naar het oosten richt. De zon voorziet ons van ochtendlijke warmte en licht. Dat licht staat symbool voor Christus.
Later zal de barokke bouwkunst zich daar niets van aantrekken. Het licht komt immers van boven, dus werkt de karokke bouwkunst met koepels. Deze kerken oriënteren zich niet noodzalelijk naar het oosten.
*Opmerking: Ik weet niet of er vóór de brand van 1530 al gekleurde glasramen in de meest oostelijke kapel zaten. Het was in ieder geval de bedoeling, naar het voorbeeld van sommige Franse gotische kerken. Onze 3 ramen daar zijn van 1557.
Foto: JGL3030b – Interieur geschilderd door Peter I Neefs, in 1650, de kathedraal in 100 stukjes (3)
Dat zit zo: George was razend! Na een gidsbeurt aan collega’s had Alberta geroddeld en aan iedereen verteld dat ze er meer van verwacht had en dat die rondleiding maar slappe kost was. Alle andere collega’s hadden George nochtans gefeliciteerd met zijn uitstekende performance.
Hij moest dringend tot bedaren komen en besloot in het park te gaan wandelen. Komt hij daar toch wel zes fiere ganzen tegen, in een volmaakte formatie van zes op een rij. Elk op zowat een meter vijftig afstand, met een tolerantie van maximum tien centimeter, perfect opgelijnd. Hij krijgt zelfs de indruk dat er geen enkele uit de pas loopt; geen enkele legerparade, behalve die van Noord-Korea, komt nog maar in de buurt van deze metafoor van gratie.
Kijk toch hoe sierlijk die ganzen daar hun bocht nemen rond de vijver en zijn fotoapparaat ligt toch wel thuis in de rommelschuif zeker.
Plots, als ware het een misdaad, wijkt de vierde gans af van het ware pad met het gevolg dat zowel gans nummer vijf als gans nummer zes geen fractie van een seconde twijfelen om gans nummer vier te volgen. Op dat moment beseft hij dat Alberta voor de rest van haar leven in zijn gedachte zal moeten doorgaan als gans nummer vier.
Dat is niet zozeer doordat die gans het ideale pad verlaat, wel doordat die gans blijkbaar zoveel invloed heeft op haar gevolg, dat zij blindelings nagelopen wordt door die twee goedwillige rekruten. Seconden later was de hiërarchie terug hersteld, zo zijn ganzen nu eenmaal.
Het moment suprème in dit waar gebeurde verhaal beleeft George op de terugweg naar huis. Net uit het park gekomen hoort hij daar een ongelooflijk gekwaak van een groep hakketakkende eenden. Eén eend tettert er kilometers bovenuit en George meende die stem te herkennen.
Nu weet hij het zeker, Alberta is gans nummer vier.
Foto Lo - JGL2660: Gans nummer vier is eigenlijk een eend.
Omwille van het stevige vertier bij de eindeloze kroegentochten werd verloren maandag ook raasdag of zotte maandag genoemd. Het is ooit de dag geweest dat men huwbare mannen en vrouwen ging koppelen en dan sprak men van meiskensmaandag, vrouwenmaandag of koppelmaandag.
Deze laatste benaming mogen we niet verwarren met koppermaandag. Beide benamingen vinden we al terug in dertiende-eeuwse teksten. Het zijn de handswerklieden van de drukkers die deze traditie later voortzetten: Zij maakten een speciale koperplaat voor hun meester met hun beste wensen.
De voorloper van de nieuwjaarsbrief is de kopperprent. Het kopperen krijgt de betekenis van feestvieren en begin zeventiende eeuw vertelt ook Bredero over de kopperdagen.
In de achttiende eeuw worden de koperblazers uitgelaten om van café tot café voor ambiance te zorgen. Omdat de fuifnummers de volgende dag heel wat minder praat hebben, gaat men de volgende dag naar een ietwat minder edel metaal zoeken om deze dag een naam te geven. Zo ontstaat blikken dinsdag.
De mannen van de vuilkar die ‘s morgens de verzamelde lege bierblikjes vinden zullen het zeker beamen. Wij vinden het nu wel welletjes geweest en trekken een dikke streep onder onze festiviteiten.
In de middeleeuwen kennen de ambachtslieden geen vakantie, laat staan dubbel betaald. Eén dag krijgen ze wel: verloren maandag.
Dat verhaal hangt met haken en ogen aaneen omdat er teveel versies en beweringen zijn en onze redactie mankeert hier enkele historische bronnen:
- Vleesresten zouden gehakt, gemalen en tot worsten gerold worden en voorzien van een bladerdeeg.
- De gilden houden hun jaarlijkse vreetpartij en er wordt gezopen lijk de beesten.
- Andere bronnen melden dat iedereen aan een dag rust toe is na de uitspattingen van de voorbije dagen en dat het voor de katers verzamelen geblazen is om te ‘verdwijnselen’. Sorry, we blijven betoverd door de verhalen van Harry Potter.
Hoe dan ook, zo een verlofdag moet gevierd worden. Na de worstenbroden laat men zich dus terug vollopen met Koninkjes, pintjes en jenevers. Het lampetten gaat door tot de late uurtjes met de logische gevolgen voor de reeds begonnen dinsdag. Deze dinsdag wordt dan blikken dinsdag genoemd. Zo kunnen we blijven doorgaan natuurlijk. Maar morgen vertellen we verder!
Foto-productie 060108 - Koetjes: Dat van die worsten vinden de koetjes maar niets, die hebben zo te zien wat anders te doen. De vegetariërs willen geen lijken in zich, daarom zijn er voor de gevoelige mensen appelbollen voorzien. Smakelijk!
We sleuren u even mee in de tijd, we gaan bijna 500 jaar terug. Antwerpen staat vol kleine houten huisjes in smalle kleine straatjes en steegjes. Er overnachten hier zowat 100.000 mensen. Dat is meer dan in Londen en Parijs samen. Met 8 tot 12 man leeft men in een piepkleine onfrisse eenkamerwoning. Alles is daar klein, zelfs de mensen.
Wanneer deze mensen dan, vanuit die kleine straatjes, deze gigantische nieuwe kerk binnentreden, ervaren zij een mateloze ruimtewerking. De lengte hier is zowat gelijk aan de hoogte van onze toren. Hoe hoog was die nu weer? … Ik heb amper 4 metertjes overdreven, wat niet echt veel is voor een Antwerpenaar. De lengte hier is dus 119 meter. Het middenschip is 28 meter hoog, en het is hier abnormaal breed: 54 meter, en dat is niet normaal voor en Gotische kerk.
Oudchristelijke kerken, Romaanse en Gotische kerken bouwt men in de vorm van een kruis (oostwaarts gericht) en we moeten het toegeven: hier achteraan in de kerk is het kruis buiten verhouding.
We zullen er nu maar al mee uitpakken: we hebben hier de enige Gotische kerk ter wereld met 7 beuken. Een middenschip met links en rechts telkens drie zijbeuken.
Enig in de wereld, typisch voor Antwerpen.
Foto productie 150108: De grote en de ‘kleine’ toren, de kathedraal in 100 stukjes (2)
Kort na de geboorte van Christus liggen een aantal eenvoudige herders, volgens sommigen goed zat, in een nabijgelegen veld. Er verschijnt hen een engel met goed nieuws en zo zijn zij bij de eersten om het pasgeboren kindje (waarschijnlijk in een grot) te bewonderen.
De gesofistikeerde wijzen uit het oosten, een zwarte, een gele en een rode, zoals onze Belgische vlag, komen ook aan de receptie van het moederhuis en hebben goud, wierook en mirre bij. Mirre is een welriekende zalf. Omdat er sprake is van de drie koninklijke geschenken spreekt men ook van de drie koningen.
In 1164 brengt men hun relieken over van Milaan naar de Dom van Keulen. Naar het schijnt heeft men het graf van die drie koningen eens geopend en snel terug dichtgedaan, er lagen namelijk vier stuks in. Die arme Duitsers zijn sindsdien volledig de kluts kwijt.
Als je op 6 januari zangertjes aan de deur hebt, geef ze dan iets. In Duitsland en in de Duitstalige gemeenschap belonen ze de schenkers, door met krijt op de deur te schrijven: 20C+M+B15. Je kan dat beter op je deur hebben staan, anders ben je een gierige pin.
Die 3 letters tussen het nieuwe jaartal betekenen: Christus Mansionem Benedicat. In het Vlaams: Christus zegene dit huis.
In de volksmond staan die drie letters voor de drie ‘Koningen’: Caspar, Melchior en Balthazar.
Foto 150106-141211-155338: De kerststal van de St.-Carolus Borromeüskerk van A.
Ze doen hun best hoor, maar onze eenmansredactie kan geen rubriekjes meer posten op Skynet. Ruim een maand geleden is bij hen iets veranderd, en ze krijgen het niet meer recht voor mij (http://gidsjoris.skynetblogs.be).
Zij nemen nooit telefonisch contact voor blogproblemen, maar voor ons hebben ze een zware uitzondering gemaakt. Gans mijn dag heb ik hun voorstellen nog maar eens opgevolgd. Resultaat: nada.
Hopelijk geven ze het niet op, want dat zou zonde zijn voor de 6 blogs, met ruim 1273 rubriekjes en een half miljoen bezoekjes.
Albert heeft vandaag een nieuwe gewoonte aangenomen: hij wenst iedereen, iedere dag, dag in – dag uit, een gelukkige verdagdag!
Dat is zo eens iets anders dan een gewone verjaardag. Een gelukkige verjaardag moet je een jaar lang onthouden en heel dikwijls kom je te vroeg of te laat met die kaart of met de gestandaardiseerde felicitaties.
Het grote voordeel van verdagdagen is, dat het voor iedereen steeds op dezelfde dag valt. Het straalt ook iets uit van dankbaarheid. Dankbaar, dat we iedere keer opnieuw onze dag weer feestelijk kunnen inzetten en delen met de rest van de wereld.
Deze halen we hier binnen uit de visvijver van onze Skynetblog, waar we momenteel geen rubriekjes meer kunnen schrijven.
Deze morgen moest ons Rosalientje, samen met het bestuur van Markant, een stand opzetten voor de cultuurmarkt.
George meende hier eens goed van te profiteren zie. Hij zou de dag vrij laat beginnen met een fantastisch broebelbad.
Heel ontspannend was het wel niet. George had een beetje te veel lavendelbadschuim in die kuip gekapt en moest de ganse tijd die stijgende bubbels plat pletsen.
Rosalientje, die wat vroeger thuiskwam, kreeg bijna een zenuwcrisis toen ze George in zijn blote poep voor dat bad zag staan, met … een fototoestel.
Klikfoto JL2864: de inspiratiemosterdpot van onze eenmansredactie.