Iedereen is van onze wereld, mijn wereld is voor iedereen gidsjoris, -actua, vanons, zielspiegel, blauwe hagen, geestige heiligen
23-03-2015
Flora zoekt Fauna
Nog een laatste keer over die vogelpest van toen. We waren drie dagen niet goed van die ganzenmoorden in het Tillegembos, dus we zochten afleiding in het oude Brugge. De statige witte zwanen op het Minnewater gaven niet thuis, en buiten de kattakloppende paarden was er geen levend dier te bespeuren, tot we twee prachtige zwarte zwanen ontdekten die de paringdans aan het oefenen waren.
Lichtjes onder de indruk schreven we weer een gedicht:
FAUNA ZOEKT FLORA
Hopeloos op zoek naar zilver ganzendecorum
Weggeschoten pracht uit gevandaliseerde schilderij
Water zonder Minne, zwanenmeer zonder zwanen
Nieuwe flora kijkt sprakeloos, want Fauna verpest.
Mochten er diertjes passeren door de deur van St.-Pieter, dan zouden onze Tillegemse ganzen er zeker bij zijn. Ze hebben zoveel schoonheid en leven gebracht en zoveel mensen gelukkig gemaakt met hun vrolijk gekwetter.
De Belgische Post stuurde ze genadeloos naar het Antwerpse vagevuur. Wat hebben die beestjes nu in hemelsnaam misdaan?
20 maart 2006: Het is weeral negen jaar geleden: de ophokplicht wegens de vogelpest en de vogelmoorden. Nostalgius denkt er met een krop in de keel aan terug. Het gedicht werd geschreven in het Tillegembos in Brugge, waar we de moorden zagen gebeuren.
Tillegems verdriet
Geslaagde buiklanding op verraste vijver
Stoeiend merelkoppel in druppelgras
Wilde duivensier met gespreid kleurenpalet
Dwarrelende pastel buikmezen in gefriseerde krulwilg
Jan Breidelgaaien en rood borstgarnituur
Met Pieter het winterkoninkje in het decor gezet
Eek het zaadstelende hoorntje
Sierlijk parasietje in golvende mezenzee
Overdekte kippen, pikplezier met beperkte pret
Wildeganzen decorum in veroverd habitat
Pang – pang – pang – pang – pang
De mens
Foto JGL3406: de overdekte kippen van Tant’Ann mochten niet vrij rondlopen. Zij hadden nog geluk.
De dame in het oosten heeft wel vrij grote ogen om Azië te vertegenwoordigen, als u begrijpt wat we bedoelen.
De Japanners en Chinezen, met de oogjes op een kier, behoren tot het mongolide of gele hoofdras. Blijkbaar vond men het in 1713 representatiever om een oosterse dame uit de sprookjes van 1001 nachten te plukken in plaats van een, in die tijd, wel vreemde Chinese dame. Er was hier nog geen sprake van een Chinees, Japans of Vietnamees restaurant en eens lekker Thais gaan eten was er zeker ook niet bij.
Een betere uitleg hiervoor heb ik momenteel niet, eerlijk is eerlijk. Michiel Van der Voort moet toch geweten hebben dat er gele mensen bestaan, of had men evengoed tegen hem kunnen vertellen dat er ergens op deze wereld ‘appelblauwzeegroene’ mannetjes bestaan met de oren van kapitein Spock?
Hoe dan ook, observeer met ons Lady Azië, met die prachtige rijkelijke kledij.
Klikfoto: 081127-1119-JGL6516, de kathedraal in 100 stukjes (12)
Het is minstens 10 jaar geleden en bitter koud op de fiets. Slechts 7 kilometer doortrappen, van de Kathedraal naar Merksem en binnen een klein half uurtje zit Gregorius gezellig thuis, bij zijn lieve Rosalientje.
In de verte hoort hij plots een diep harmonieus trillend geluid. De betoverende magneetklanken overmeesteren hem en zuigen hem in crescendo naar de bron.
In een droomwereld, aan de grond genageld, blijft hij luisteren en bewonderen. Hij voelt alleen een gelukzalige warmte. Dít heeft hij nog nooit meegemaakt.
Deze heb ik stiekem gepikt bij Mieke, een bevriende blog, omdat ie zo toepasselijk is voor de wandeling van vorige dinsdag.
Wandel mee met onze natuurvrienden in Wortel – Kolonie en de vallei van het Merkske.
Een wespenraat, met grote zeshoekige cellen, zomaar van een boom geplukt. Ik zei nog tegen René dat die beestjes nogal gaan verschieten als ze vanavond terug thuis komen, zo zonder huis. Maar blijkbaar klopt dat niet.
En dan is er nog dat gat in die boom, waarschijnlijk toch geen overijverige fanatieke specht met ingebouwde boorinstallatie.
Daar moet over nagepraat worden, of gaat het over iets anders? Bibi kon het niet horen, want hij moest zo nodig nog maar eens wat foto’s verzamelen.
Het landloperskerkhof van Wortel.
En dan hebben we nog van die prachtige dreven met kromme bomen en een kunstige wirwar van takken.
Op deze plaats is dan weer een bommenwerper, die terugkwam van zijn geallieerde opdracht, neergeschoten door een Duitse nachtjager. 3 Engelsen belanden uiteindelijk op het Schoonselhof, 2 Engelsen, een Canadees en een Australiër konden het nog navertellen.
Verder, via prachtige plassen naar...
... het Bootjesven, een ideale rustplaats.
De vallei van het Merkske lacht ons toe.
Hé gasten, is hier iets te zien?
Mag ik meekijken?
Waar is iedereen plots?
Pfff,... Twee uitslovers van aalschovers.
Ha hier brandt de lamp! Als Wim zijn rugezak meeheeft, dan wordt het altijd een interessante wandeling!
Zou ik er al eentje durven pakken?
Hoe goed is dat? Ik ga eens terug kijken naar die aalschovers.
De borreltjes werken, zijn er nu plots veel meer aalschooiers?
En verder weer prachtige dreven ...
... en plassen. Dank u Leen en Wim voor weer een aangename wandeling met toffe vrienden.
Fotoreeks 150310: Met de natuurvrienden naar Wortel - Kolonie
Hier zijn ze dan, de vier lieftallige dames; voor elk continent eentje.
Vier werelddelen? We hebben toch op school geleerd …
Juist ja, maar Michiel van der Voort, de beeldkunstenaar van deze excellente beeldengroep, had in 1713 nog nooit gehoord van Australië. Het moest nog ontdekt worden. Het is pas in 1788 dat de eerste Engelse bleke kolonist voet aan wal zet via de Australische oostkust.
Hij kon toen op dat gigantische eiland hoogstens 300.000 Aboriginals tegen het lijf lopen.
Iedere keer dat wij Australiërs ontvangen in onze Kathedraal, moeten wij ons dus excuseren. Sorry jongens, waar waren jullie in 1713? Jullie zijn er niet bij, we kenden jullie nog niet.
Vrouw Europa, in het noorden, staat er wel te pronken. Barstend van dominantie toont zij een scepter, symbool voor macht. 1713, we zijn nog steeds in een periode van kolonisatie.
Vele Antwerpenaren vertellen graag dat zij een stadsgenote is, zij hebben het verkeerd voor. Laat ons niet vergeten dat deze preekstoel oorspronkelijk in de St.-Bernardusabdijkerk van Hemiksem stond. Deze dame is een algemene verzinnebeelding van Europa.
Klikfoto: 150226-124100, de kathedraal in 100 stukjes (11)
Er zweeft een inspiratiemosterdpotlepeltje naar me toe. ‘Mooie letters op de muur’ zegt Liesje, ‘mondje open baby’ fluistert ze bekoorlijk en ik slik de ingeving gretig naar binnen.
Sommige letters verPotteren in knalrode hoofdletters en worden Romeinse cijfers.
Het kunstwerk achter de jongleur in de Schrijnwerkersstraat wordt ‘de calvarie’ genoemd, en het verklapt zijn creatiedatum in het Latijn en in het (oud-) Nederlands.
- Hela maat, ge moogt foto’s pakken, maar betalen hé!
- Gooit nummer drie dan zo hoog niet, ik heb al zes keer geprobeerd en zie er steeds maar twee.
- Is ’t zo beter? Krijg ik dan nu mijn centen?
- Amai gast, hebt gij van die geelbruine rotte tanden zeg. Doet dat gene zeer?
Jordi, onze fotograaf, betaalt en heeft geluk dat de slecht gemikte kegels naast zijn hoofd vliegen en dat de hond geen goesting heeft in een achtervolging met bijtplezier.
In de vroege middeleeuwen zorgen VRIJE speellieden voor plezier, kunst en vertier op straat, in herbergen, op jaarmarkten, in kastelen en zelfs in kloosters.
De meeste krijgen fooien, anderen worden ingehuurd, ook door het stadsbestuur.
In de 14e eeuw beginnen de speellieden zich te verenigen in gilden, het wordt zelfs verboden om voor geld op te treden indien men niet tot een gilde behoort.
De Franse revolutie gaat de gilden afschaffen (Liberté!), maar sommige gilden worden later heropgericht. Een goed voorbeeld is de‘Garde Civique’.
De echte, gezaghebbende ‘Antwerpse stadstrommelaars’, werd opgericht in 1898.
Vandaag bestaan die nog steeds: een bende vrolijke kerels (en enkele leuke dames) met aan het hoofd een zeer ernstige Tamboer majoor.
We vinden dit korps terug op het St.-Andriesplein, in de parochie van miserie.
Ga eens met vrienden doodleuk een kerk binnen en vertel hen: ‘Ik ga jullie de tetramorf tonen’. Geloof me, je maakt indruk.
In praktisch iedere kerk vind je hem, ook bijna altijd aan een preekstoel. Tetramorf is Grieks en betekent letterlijk: vier vormen.
Aan iedere hoek, onder de kuip van onze preekstoel, zie je een hoofd met vleugels. Achteraan links ontdek je een gevleugeld leeuwenhoofd, vooraan een gevleugeld engelenhoofd; rechts vooraan een adelaar en daar achter een gevleugelde stier. Vier symbolen, vier vormen (TETRAMORF) voor de vier evangelisten.
Als we nu nog weten wie elke gedaante voorstelt, dan gaan ze nog echt denken dat we er iets van kennen.
De leeuw staat voor Marcus, denk maar aan die gevleugelde leeuw op de Piazza San Marco in Venetië.
Omdat Matheus zijn evangelie begint met Christus te beschrijven als mens, krijgt hij een engel (gevleugelde mens) als symbool.
Als je het evangelie van Johannes leest, dan lijkt hij wel steeds met zijn gedachten in hogere sferen. Denk maar aan zijn Apocalyps; hij krijgt dus een adelaar, dat is ook een hoogvlieger.
En dan hadden ze nog een stier (met een verwrongen hoorn) over, en die is voor Lucas.
Een visioen van de profeet Ezechiel is de inspiratiebron voor deze vier symbolen.
Samengevat onthouden we:
Tetramorf:
Leeuw --- Marcus
Engel --- Matteüs
Adelaar --- Johannes
Stier --- Lucas
Klikfoto 150226-123946/124602/124620/124744: DE TETRAMORF op de preekstoel, de kathedraal in 100 stukjes (10)
Kuierend achter het kasteel van Ursel ziet Georgius een denkbeeldige foto en als Georgius zo een foto ziet, dan grijpt hij dwangmatig naar zijn klikkertje.
Zijn aandacht gaat bovenal naar die afhangende takken. Zij vormen als het ware een veilige vesting waar hij zijn fantasieën in kwijt kan. Het heeft iets autistisch.
Thuisgekomen bekijkt hij de foto nog eens goed en er zweeft een inspiratiemosterdpotlepeltje met een gedicht naar hem toe. Hij slikt het en noemt het Traümerei:
Albert heeft al meerdere malen vruchteloos getracht om zijn tante Troela een beetje bij te schaven, maar Troelatje is er het mens niet voor om zich te laten bijvijzen. Hoewel Albert hiervoor de geknipte persoon is, zal het hem nooit lukken de brokken te lijmen. We denken overigens dat die koppige tante een zesde vijs heeft, maar dat ze de vijf vorige vijzen mankeert.
Tante Troela is een geslepen vrouw die nogal gemakkelijk op een wier zit, en dan maar steeds op hetzelfde blijft doorboren en doorhameren. Ze denkt dat ze steeds nagels met koppen slaat en schiet voortdurend uit haar krammen als ze geen gelijk krijgt.
En zagen dat dat mens kan! Alles moet afgemeten en perfect zijn. Ze is nochtans zelf nooit op de afspraak en laat iedereen plakken. Die mensen staan daar dan te wachten lijk zuster Anna op een schone pastoor.
Kortom, tante Troela is geen tang, tante Troela is geen zaag, tante Troela is een hele gereedschapskist.
Haar eerste man is bezweken aan een hartaanval, de drie volgende slachtoffers gingen ten onder aan een zenuwinzinking. Vroeger had zij geen nagel om haar achterste te krabben. Na vier erfenissen heeft ze uiteindelijk een luxeflat gekocht op Moppereiland, alwaar ze zich perfect thuis voelt.
Foto JGL3477b: De gereedschapskist van tante Troela.
Omdat ze in 1713 nog geen micro’s kennen, hebben we daarboven een klankbord nodig om de klank laag te houden, anders zouden we totaal niets kunnen horen van wat Mijnheer Pastoor ons te vertellen heeft. Heel functioneel dus.
En, opdat Mijnheer Pastoor niet te veel stommiteiten zou vertellen, krijgt hij wat hulp van de Heilige Geest. Die wordt afgebeeld als een witte duif, in een gouden stralenkrans. Eerlijk gezegd, uw gids kan dat ook best gebruiken, om niet te veel dommigheden aan jullie te vertellen.
Kijk ook naar die kuip, met frontaal de centrale figuur van Christus. Rechts ontdekken we een medaillon met Sint-Bernardus, en dat is logisch. Deze preekstoel komt immers uit de St.-Bernardusabdij in Hemiksem.
De kuip maken ze hoog genoeg, en ook dat is praktisch. Zo kan onze Mijnheer Pastoor er in al zijn enthousiasme niet uitvallen. Stel u voor zeg, ge gaat braaf naar de mis en er dondert ineens zo een zwart gevaarte op uw schoot …
Klikfoto: De kuip van Mijnheer Pastoor, de kathedraal in 100 stukjes (9)
Zowat 10 jaar geleden bewerkten we onze foto’s heel dikwijls met Picture Manager. Als je de foto dan inzoemt, zie je meer ruis op de foto.
Nu de kwaliteit van onze klikmachinetjes zoveel verbeterd is, lijkt verder bewerken overbodig en toch...
Op advies van MizzD hebben we de eerste scheve foto van gisteren dan toch maar een beetje gedraaid en, nu we toch bezig waren, ‘auto correct’ toegepast.
Vandaag trakteert Walter B. zijn natuurvrienden op een heerlijke tocht om en rond het kasteel van Westmalle.
We parkeren niet ver van het kasteel en ik haal dus mijn Nikonnetje boven en moet snel klikken, want het begint te miezeren, heu... te regenen, heu... te gieten, heu... te plenzen.
De parapluewandeling werd uiteindelijk een ingekorte modderodyssee met zowat een dozijn immer vrolijke doorweekte gabbers en een vijftal dartele kletsnatte gazelles.
Aan het kasteel ontdekken we een uiterst merkwaardige rondbouw met vele ingangen voor de paardenstallen, en op de eerste verdieping vier verbouwde gezinswoningen.
Walter vertelt dat er in België slechts 2 zulke gebouwen bestaan.
Aan het kasteel zijn we uitgeploeterd, en... het stopt zowaar met regenen.
Nog enkele pinten in de kasteelhoeve om deze heuglijke dag te bejubelen en we drinken op de huwelijksverjaardag van Paul C., op de verjaardag van Jef en op de valling van Walter B.
Dat hebben we dan weeral gehad en dat kunnen ze ons niet meer afpakken zie.
Ooit schreven we e-mails over en weer, waar ieder zijn gelijk probeerde te halen. De toon werd steeds bitsiger, giftiger en gemeen.
Gisteren in ons bad, in onze inspiratiemosterdpot dus, fladderde er een haiku rond mijn hoofd en drong langs mijn rechteroor naar binnen.
Omdat dergelijke Pottertoestanden wel eens meer gebeuren als onze multischizofrene eenmansredactie zich laat afweken, hebben we een notitieboekje in de badkamer liggen.
Het boekje keek zo verleidelijk naar de geparkeerde pen naast haar, en de pen kriebelde: