Het massagraf van paarden ten noorden van Borgharen (Nl), aan de andere zijde van de Maas bij Smeermaas, dat ontdekt werd in 2010 tijdens de werken in de Grensmaas, werd na 3 jaar onderzoek gedateerd.
Door de archeologen die onderzoek deden naar dit voor Europa unieke en grootste paardengraf tot nu toe, werd er het jaartal 1794 op geplakt. Het paardengraf werd in 2010 gevonden tijdens opgravingen voorafgaand aan de Maaswerken. Toen men het massagraf destijds vond in een sleuf, die waarschijnlijk gediend heeft ter bescherming van de belegeraars, was men totaal verrast, want tijdens de boringen, die gedaan werden vóór de werken in de Grensmaas een aanvang namen, werd die plaats niet aangeboord. In totaal zouden hier 65 paardenskeletten gevonden Alhoewel men in het begin dacht, met een begraafplaats te doen te hebben uit de 80 jarige oorlog, hebben de archeologen het graf nu gedateerd, door de aanwezigheid van bewijsmateriaal in de vindplaats.
Volgens archeoloog Willem-Simon van de Graaf, waren de vondst van een pijpenkop, een bronzen gesp en Engels aardewerk doorslaggevend voor de datering (na 1750) van de dierlijke resten. Voor het onderzoek werd in totaal 630 kilogram aan paardenbotten minutieus onderzocht. In het graf trof men tussen de botten ook nog 20 kogels, 188 hoefijzers en een aantal gespen aan en in sommige skeletten waren kogelgaten die er op wezen dat ze in een veldslag waren opgelopen. Een aantal had geen kogelgaten, van die wordt verondersteld dat ze aan een ziekte overleden zijn.
De samenwerking tussen de Gemeente Maastricht en uitvoerder van de werken 'het Consortium Grensmaas', heeft er toe geleid dat ze de zorg zullen dragen voor de permanente expositie van één van de skeletten in Borgharen. Afgelopen woensdag was het zover en werd het skelet, dat in een vitrine liggend, in de Hoeve Hartelstein in aanwezigheid van Wethouder Gerdo Grootheest voor de verzamelde pers en genodigden onthuld. Dit is het tweede skelet uit het graf dat geëxposeerd wordt, want reeds eerder werd dit gedaan te Leiden. het eerste geconserveerde skelet maakt namelijk deel uit van de vaste collectie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voor een derde expositie is er vraag vanuit Lanaken om ook daar een van de 65 paarden te exposeren, er van uit gaande dat alle belegeringen van Maastricht steeds plaats vonden van op Lanakens grondgebied, van Kesselt tot Rekem, waarbij Pietersheim en Hocht steeds ingenomen werden als hoofdkwartier voor de belegeraars. Over de haalbaarheid van deze vraag zullen op korte termijn onderhandelingen starten. Het resterende deel van de skeletten gaat naar het archeologisch van de gemeente Maastricht. Er is overigens heel wat meer gevonden tijdens de werkzaamheden in de uiterwaarden van de Maas. Romeinse en Merovingse vondsten werden gedaan maar ook uit de steentijd, zo’n 10.000 jaar, werden bewerkte vuurstenen gevonden. Een gave zilveren oorhanger uit de vijfde of zesde eeuw na Chr. werd door een dame, uitgedost in kledij uit die periode, getoond aan de aanwezigen.
Onder een Neoliticus, een Merovingenvrouw en twee Fransmannen verenigd in de Hoeve Hartelstein.
|