Mijn stamboom wordt steeds bijgewerkt door middel van persoonlijke opzoekingen in allerlei archieven. Ik mocht gebruik maken van het reeds gedane opzoekingswerk van andere amateur-genealogen onder meer Jef Guldentops, Sylvain Minoodt, Antoon Petillion, Luc Petillion en vele anderen.
Deze blog heeft als enige functie een vergaarbak te zijn van de info, voor het merendeel her en der op het internet verzameld. Op de een of andere manier houdt het verband met de stamboom. Voor de stamboom kan u terecht op http://gw.geneanet.org/hubert24. Om privacy redenen zijn de gegevens van <100 jaar enkel toegankelijk voor wie over een paswoord beschikt. Mocht iemand bezwaar hebben tegen weergegeven info, laat het mij weten, deze info wordt dan onmiddellijk verwijderd.
genealogie families Guldentops - Boone
Stamboom Hubert Guldentops
zie: http://gw.geneanet.org/hubert24
Een beetje van alles... het familiale heden en verleden... van pure roddels, mythen en sagen tot onverbloemde waarheden...
'In the town of Fleurbaix, the marriage records from 1567-1675 show several members of the Petillon family there(24). Within this region is a small village by the name Pètillon. It was apparently from this village that the family took its name. The town name was derived from the verb "petiller" which in Old French meant boiling with anger, furious, or very agitated.'
Ik bezorg U hierbij als bijlage de stam die ik tot op heden kon opmaken van de tak Petillion waartoe U behoort. Ikzelf behoor tot een andere tak die teruggaat tot het huwelijk van Francois Petillon en Pieternelle du Bois in Brielen (Ieper) in 1707. Pieternelle du Bois was toen meid op het kasteel De Drie Torens, waar thans Joseph Petillion woont. Er zijn aanwijzingen dat mijn tak afstamt van naamgenoten in Laventie (F, Pas-de-Calais). Quasi alle takken die ik tot op heden kon onderzoeken gaan waarschijnlijk terug tot voorouders in Fleurbaix (F, Pas-de-Calais) (meer bepaald het gehucht Petillon, dat thans nog altijd bestaat).
Een tweede bijlage betreft een korte samenvatting van de akten met betrekking tot de voorouders die ik kon terug vinden in het departementaal archief in Rijsel . Een foto van de eerste folio van de akte waarin André (Andreas) Petillon uit Wevelghem (lees: Wulvergem) wordt vermeld, is tevens bijgevoegd.
In Ennetières-en-Weppes (Nord)
Christian Vankemmele, koopman in Armentières, en zijn echtgenote Marie Pelize, verpachten op 27 september 1668 aan Jean Lallau en Peronne Petillon, landbouwers in Ennetières-en-Weppes, een hofstede met afhankelijkheden op 2 400 roeden grond in Armentières en Erquinghem-Lys. Eind 1674 is Jean Lallau overleden. Peronne Petillon, dochter van wijlen Louis, sluit op 14 oktober 1674 een huwelijksovereenkomst af met Jacques Degruison. Zij wordt bijgestaan door haar zoon Mathias Lallau en Antoine De Hornes, haar schoonzoon. Zij wonen allen in Ennetières-en-Weppes. Op dezelfde dag doet zij een schenking ten voordele van haar dochter Marie Catherine Lallau.
Louis Petillon, zoon van wijlen Louis en dus waarschijnlijk een broer van voormelde Peronne Petillon, pacht op 11 november 1650 samen met zijn echtgenote Isabeau Boidin een hoeve gelegen in Ennetières-en-Weppes. De hofstede is eigendom van Anthoine Levecque, zoon van wijlen Laurent. Hij betaalt er per jaar 72 ponden voor. Op dezelfde dag verkoopt hij aan de verpachter een zwarte koe voor de som van zes pond grooten. Het echtpaar is dan reeds minstens zeven jaar gehuwd: op 8 juli 1643 leenden zij tweehonderd florijnen van Michel Lallau, zoon van wijlen Jean, waarschijnlijk dus hun neef. De vader van Louis is dan reeds overleden. Zij betalen een erfelijke rente van twaalf florijnen 10 patar per jaar.
Louis wordt als getuige geschrapt bij een verkoop op 22 juni 1671. Op 10 juli 1672 pachten hij en zijn echtgenote een hofstede met afhankelijkheden eigendom van Michel Lallaux en gelegen te Ennetières-en-Weppes. Pasquier Petillon, landbouwer aldaar, is hierbij aanwezig als getuige. Op 5 december 1683 legt Louis samen met Nicolas Behagle een verklaring af nopens een planche langs een weg. Hij wordt daarbij vermeld als bejaarde, geboren in Ennetières-en-Weppes. Louis Petillon is op 4 februari 1685 als getuige aanwezig bij het opstellen van een pachtcontract.
Pasquier Petillon is op 17 juli 1671 aanwezig als getuige wanneer zijn schoonzuster Noëlle Bernard, gehuisvest in Capinghem, een huwelijkscontract afsluit met Jacques De Bondue. Op 27 oktober 1675 wordt Pasquier Petillon vermeld als huurder van een woning, die hij zal moeten verlaten want het goed wordt in huur gegeven aan Jean Charlet.
Marie Jeanne Petillon, dochter van Pasquier en Marie Bernard, van Houplines, sluit op 29 oktober 1695 een huwelijksovereenkomst af met Alard Delannoy, zoon van wijlen Martin, wonend in Fre-linghien. Haar zuster Marie Madeleine, gehuisvest in Ennetières-en-Weppes, huwt in juni 1698 met Pierre Prevost. Haar broer André Petillon is op 12 juni 1698 aanwezig als getuige bij het opstellen van haar huwelijksovereenkomst. Begin januari 1701 bevalt Marie Magdeleine van een kind, dat kort na de geboorte overlijdt. Het echtpaar begeeft zich enkele dagen later naar Rijsel om er een boreling te adopteren. Van een vroedvrouw genaamd Agnes, zonder gekende woon- of verblijfplaats, krijgen zij een kind genaamd Pierre Joseph toegewezen. Zij betalen tien pond grooten per jaar voor de tafelkosten. Het kind komt bij hen wonen op 25 januari 1701. Tien jaar later kwam de vroedvrouw het kind echter weghalen om het in een school in Rijsel onder te brengen, maar het echtpaar Prevost-Petillon bleef het kind aldaar bezoeken. De natuurlijke vader bezorgde het echtpaar uiteindelijk een som om het kind te kunnen adopteren. Pierre Prevost, zoon van wijlen Jacques, en Marie Madeleine Petillon, vestigden zich ondertussen als landbouwers in Sequedin en kochten in 1713 diverse percelen grond gelegen in Ennetières-en-Weppes. In 1727 is het echtpaar nog steeds gehuisvest in Sequedin.
Anne Petillon, een andere zuster, gaat op 19 januari 1708 een huwelijkscontract aan met Mathieu Bouche, van Erquinghem-sur-la-Lys. Bouche is dan reeds weduwnaar met vijf kinderen. Na zijn overlijden hertrouwt Anne Petillon met Jacques Buret. Er rijzen problemen met de schatting van het sterfhuis van Mathieu Bouche. Op 31 maart 1719 is er een regeling met de voogden van de weeskinderen uit het eerste huwelijk van Bouche.
Louis Petillon, zoon van wijlen Pasquier, wonend in Armentières, wordt vermeld in een akte d.d. 27 december 1719 nopens een verpachting in Ennetières-en-Weppes.
Op 18 januari 1721 worden de kinderen van Pasquier die dan nog in leven zijn vermeld in een verkoopakte. André Petillon woont dan in Wevelghem, een verschrijving voor Wulvergem, en zijn broer Jean-Baptiste nog steeds in Ennetières-en-Weppes. Verder zijn er nog twee zusters: Anne Petillon, gehuwd met Jacques Burette, en Marie Madeleine Petillon, gehuwd met Pierre Provost. Zij verkopen aan François Enneron, zoon van Mathias, tweehonderd roeden akkerland gelegen in Erquinghem-le-Sec.
Boezinge: vrouwelijke boerenjeugd viert 30-jarig bestaan 1951
Boezinge: vrouwelijke boerenjeugd viert 30-jarig bestaan
beschrijving: V.B.J.B. van Boezinge viert op 2 februari 1951 zijn 30-jarig bestaan. Van links naar rechts hurken: Josefien Petillion, Jeanne Castryck, Simonne Verhack, Anna Deconinck, Odette Priem en Cecile Dewulf. Staan: x Cariman, Maria Houthoofd, Anna Goderis, Simonne Phlypo, Anna Vandenberghe, Simonne Mergaert, Blanche Goderis, Maria Plouvier, Georgette Vanhaelemeersch en Maria Priem. Boven: Agnes Deconinck, Suzanne Vandewalle, Maria Donck, Agnes Talpe, Jeanny Verplancke, Godelieve Provoost en Simonne Vandewalle.
Boezinge: medewerkers aan de bevrijdingsstoet 1945
Boezinge: medewerkers aan de bevrijdingsstoet
beschrijving: De groepsfoto, genomen op de trappen van het kasteel van Boezinge (achterzijde), toont de mensen die de bevrijdingsstoet organiseerden. De bijeenkomst had plaats op uitnodiging van de burgemeester. Onderste rij van links naar rechts: Theophiel Decoene, Albert Vermeersch, Valère Petillion, Roger Thibault de Boesinghe, vrouw Bertha De Montblanc, Serge Thibault de Boesinghe en Gerard Carron. Tweede rij: x, x, Maurice Sandyck, Jozef Demeester, Emiel Cromheecke en Pierre Vandenbrande. Boven: Lucien Pype, Roger Schacht, André Vandamme, Albert Decoene en Victor Decrock.
Na een aanslepende doodstrijd werd Trophy 1200 door ondergetekende geëuthanaseerd om plaats te ruimen voor Bonneville T100. Volgens de folder: 'A blast from the past that rocks today'.
Kwartierherhaling door huwelijk Leopold Guldentops met Joanna Maria De Wachter
Kwartierherhaling
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kwartierherhaling, ook wel kwartierverdubbeling genoemd, is het verschijnsel dat eenzelfde persoon meerdere keren in een kwartierstaat voorkomt.
Kwartierherhaling is onvermijdelijk. Gaat men tien generaties terug, dan heeft men al meer dan 1000 voorouders. Gaat men twintig generaties terug, dan zijn het er al meer dan een miljoen, en na dertig generaties een miljard. Zo veel mensen leefden er een paar eeuwen geleden nog niet op aarde. Bovendien zijn iemands voorouders meestal beperkt tot een vrij klein gebied.
Dit doet zich voor bij het huwelijk tussen Leopold Guldentops en Joanna De Wachter. Henricus Leopoldus Guldentops is een overgrootvader van ondergetekende.
Joanna Maria De Wachter is een nicht van Henricus Leopoldus Guldentops.
Kwartierherhaling door huwelijk Camilus Minoodt met Emerentia Balcaen
Ook door het huwelijk van Camilus Minoodt met Emerentie Balcaen hebben we te maken met kwartierherhaling. De voorouderparen komen in de kwartierstaat herhaaldelijk voor.
Camilus Minoodt is een oom van de 3de generatie van ondergetekende.
Emerentia Balcaen is een dochter van een nicht in de tweede generatie van Camilus Minoodt.
Immers:
Petrus Josephus Minoodt
Catharina Volckaert
zijn tegelijkertijd
overgrootouders van Camilus Minoodt
voorouders van de 4de generatie van Emerentia Balcaen
Niet alleen de oude gebouwen van de brouwerij, maar ook de oude brandweerkazerne, het nieuwe station in aanbouw, metaalbedrijf Steyaert en de oude 'vellenfabriek'.
Uittreksel rechtbank van eerste aanleg (9 januari 1865) waarbij Constantinus Minoodt zijn broer Jean Minoodt onder voogdijschap liet plaatsen. Constantinus overleed in september 1865 op vrij jonge leeftijd (47 jaar).
Jean Minoodt overleed jaren later in de Stropstraat te Gent.
Nam Constant de zieke Jean onder zijn hoede en liet hij hem onder voogdijschap plaatsen toen hij zijn eigen einde voelde naderen ?
De in de streek destijds gekende groene vrachtwagens (merk Scania) bij het inladen van het vatenbier ter hoogte van de vatenafvulling. De uitsprong aan het gebouw bovenaan was de bottelarij (de recentste van de twee bestaande).
Augustin Meiresonne1796-1861 | August Meiresonne1843-1913 | Irma Meiresonne1871-1908 | Marcel Lootens1901-1979 | Denise Lootens1927- & Roger Boone 1920 -
Hubert Guldentops is een neef van Roger Boone. Roger Boone is gehuwd met Denise Lootens, kleindochter van Irma Meiresonne, de zuster van brouwer Aimé Meiresonne.
Het gezin Boone in de Hoogpoort te Gent. van links naar rechts: Fernand, Maria, Cecile, Jan, vader Robert, Monica, Roger, moeder Julia, Therese, Denise, Antoine.
Foto uit 1961 (Gent). Van links naar rechts: Achteraan: Denise, Raoul De Jonckheere, Denise Lootens, Jan, Therese, Fernand, Zoë van Heirzeele, Wilfried Calberson, Roger, Therese De Waele, Jan Mariën, Cecile, Antoine. Vooraan: Maria, Paul Guldentops, Monica Boone, Julia Petillion.
Petrus Josephus Minoodt (e1738 - +1826) laatste baljuw van Mariakerke.
Hubert Guldentops is een afstammeling van de 6de generatie van Petrus Josephus Minoodt.
Wordt in het boek omtrent de geschiedenis van Mariakerke van De Potter - Broeckaert vermeld als laatste baljuw van de gemeente (BALIEU der parochie en geeeden pryzer en landmeter), nadien burgemeester.
Bidprentje: "Geboren te Mariakerke, en aldaer overleden den 12 October 1826, na 21 jaer balieu der parochie, en geeeden pryzer en landmeter geweest"
In een schenkingsakte, dd 02.07.1776, van zijn moeder Joanna Roelandt aan Peter Josephus staat: "Joanna Roelandt, weduwe van wijlen sieur Judocus Minoodt in syn leven baillieu der prochie en heerlijkhede van Mariakerke...aan sieur Pieter Josephus Minoodt, filius Judocus voorseyt, haeren sonne, actuewelijck baillieu der voorschreven prochie van Mariakerke..."
Maw de vader van Petrus Josephus, Judocus Minoodt was ook baljuw van Mariakerke.
Peter Josephus ondertekent de schenkingsakte ook met baelliu.
Hubert Guldentops is een afstammeling van de 4de generatie van Constantinus Minoodt
De echtgenoten Constantinus Minoodt (°01.05.1818-+07.09.1865) - De Smedt Marie (°09.03.1825-+10.12.1895) en niet 25.03.1825 (bidprentje!) waren landbouwers uit de Petrus Meirestraat te Mariakerke.
Zij hadden acht kinderen:
1. Leonie Maria Minoodt (zuster Marie Joseph) (°Mar. 04.03.1849 - +Gent 17.01.1924) Ingetreden in het Cistercerklooster "Toevlucht van Maria" te Gent op 26.07.1876. Gekleed den 13.12.1876. Geprofest den 23.01.1878. Overleden in het klooster "De haven van Maria" Bijloke Gent den 17.01.1924. Gedurende meer dan 40 jaar bereidde zij de voeding voor de zieken in het hospitaal.
2. Petrus Alphonsus Minoodt (°Mar. 23.05.1851 - +Mar.28.05.1924), echtgenoot van Maria Elodia De Reu. Burgemeester van Mariakerke van 1883 tot 1912. Rond 1905 verpachtte hij zijn boerderij en ging wonen langs de Trekweg nr. 2.
3. Kamiel Minoodt (°Mar. 30.09.1858 - +Mar.02.01.1926), echtgenoot van Emerence Balcaen. Bloemist en gemeenteontvanger te Mariakerke. Woonde langs de Trekweg nr. 40.
4. Ida Maria Minoodt (°Mar.09.06.1856 - +Kemzeke 19.03.1929), echtgenote van Napoleon Bohyn. Napoleon Bohyn was notaris-burgemeester van Kemzeke.
5. Irma Maria Minoodt (°Mar. 10.01.1859 - + Mar. 19.02.1859)
6. Prudentia Maria Minoodt (°Mar.12.02.1860 - +Deurne-Antwerpen 11.11.1939), echtgenote van Remigius Antonius Boone. Remi Boone was apotheker in de Hoogpoort te Gent.
7. Gustaaf Minoodt (°Mar. 10.07.1863- ...?)
8. Maria Leonide Constantia Minoodt (°Mar. 06.07.1864 - +Drongen 15.05.1934) echtgenote van Ernest Matthys. Het echtpaar woonde aan de Bassebeke in Drongen. Zij waren eigenaars-verhuurders en baatten er een landbouwbedrijf uit.
Robert Achiel Benoit Bohyn zoon van mijnheer en mevrouw Adolf Bohyn - Van Meirhaeghe Korporaal bij het 2de Linieregiment geboren te Cruyshautem, den 9den Februari 1893 gesneuveld aan den Yser, den 22en October 1914
Herman Declerck schreef mij het volgende: 'Als ondersteuning van een tentoonstelling (http://www.pervijze.be/expo1418) ben ik bezig met het verzamelen van gegevens en documentatie over de gesneuvelden op het grondgebied van de vier West-Vlaamse gemeenten Pervijze, Oostkerke, Lampernisse en Stuivekenskerke. Misschien kan u mij helpen aan gegevens of documentatie van Bohyn Robert die geboren werd te Kruishoutem op 10/02/1893. Hij sneuvelde te Stuivekenskerke op 22/10/1914.'
Napoleon Bohyn is een oom van Robert Achille Benoit Bohyn. Napoleon Bohyn, notaris en burgemeester te Kemzeke, was gehuwd met Ida Maria Minoodt, de zus van Prudentia Minoodt, mijn overgrootmoeder.
Na Brasserie de Bous Ricourt in Frankrijk en voor brouwerij Kruger te Eeklo was er nog en klein intermezzo te Lauwe
Naar verluid, ik was er bij maar nog te klein vermoed ik want het zegt mij niets, is de overstap van mijn vader van Brasserie de Bous Ricourt naar brouwerij Kruger nog voorafgegaan door een kort verblijf in de brouwerij Demets te Lauwe.
Bidprentje overgrootmoeder (Ema Maria Masschelein)
Bidprentje vermeldt EMMA Maria maar volgens haar geboorteakte is het Ema Maria. Overlijdensakte geeft Emma Maria. Bidprentje vermeldt echtgenote van Bruno PITILLON maar moet Petillion zijn. Een ander bidprentje in mijn bezit geeft wel degelijk Petillion.
"Geboren te Langhemarck den 7 November 1868, tijdens den oorlog in Oktober 1914 van Boesinghe gevlucht, eerst naar Beveren, van daar naar Ghyverinckhove en zich eindelijk te Leysele heeft gevestigd alwaar zij den 13 Juni 1918 in den Heer ontsliep."
Op de vlucht voor het oorlogsgeweld liep mijn grootmoeder samen met haar ouders recht in de armen van ene Gentenaar die onder de wapens was geroepen zijnde Boone Robert, apotheker eerste divisie eerste sectie Belgisch leger, met alle gevolgen van dien. Van de regen in de drup/drop ?
Grafzerk in de OLV Kerk te Mariakerke (bij Gent) Judocus Minoodt - Anna Vanden Bossche
SEPULTURE VAN JOOS MINOODT IS OVERLEDEN DEN 7 FEBRUARI 1700 ALS CAPITIJN DEZER PROCHIE VAN MARIAKERCKE AUDT 52 JAEREN EN SYN HEYSVROUW ANNA VAN DEN BOS AUDT 66 JAER OVERLE- DEN 11 FEBRUARI 1704
Hubert Guldentops is een afstammeling van de 9de generatie van Judocus Minoodt
Gestorven op 30 september 1862 - Velzeke Ruddershove , leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud
Organist koster te Velzeke Ruddershove
"21 marti anni 1796...baptisatus est Benedictus filius legitimus Laurentii boonen et joanna Catharina goeminne... ex cruyshoutem et habitantum in etikhove...natus hedis...susceptores franciscus goeminne et joanna Catharina de mettelier..."
Hubert Guldentops is een afstammeling van de 5de generatie van Benedictus Boone
Onder het motto 'als hij het kan kunnen ze het allemaal' mocht ondergetekende twee verschillende types trolleybus uittesten te Gent... Uiteindelijk werd door De Lijn voor geen van beide types gekozen maar voor een hybridebus, in afwachting van de eventuele 'vertramming' van lijn 3 te Gent. Zou dit iets zeggen over de kwaliteiten van de testpiloot ? Links de trolleys zoals zij vandaag nog rondrijden in de Genste binnenstad en waar ik mijn dagen mee vul.
Ik ben een afstammeling van de vijfde generatie van Benedictus Boone.
Maw Benedictus is de grootvader van mijn overgrootvader (Remigius Remi Boone).
Benedictus zelf was koster en zijn oudste (Fredericus) en jongste zoon (Leopoldus) werden dat respectievelijk in Kwaremont en Zeveneken.
Leopoldus werd in Zeveneken opgevolgd door zijn oudste zoon Karel August die gedurende een periode een schepenambt in zelfde gemeente waarnam.
De twee volgende zonen van Leopoldus, Camillus Maria en Maria Theodorus Leonardus, werden beide priester, de daaropvolgende dochter huwde een apotheker en de jongste, Remigius, werd apotheker te Gent.
Remi werd, als apotheker, opgevolgd door zijn zoon Robert Boone (mijn grootvader).
Aloysius Teurrekens1842-1910 koster eerste te Voorde, nadien te Gentbrugge Gehuwd met Frederika Torrekens.
Ik ben een afstammeling van de 4de generatie van een nicht van Frederika Torrekens.
Elke parochie kent tientallen, soms honderden, vrijwilligers die een belangrijke rol spelen in het dagelijkse functioneren van de kerk. Sommigen treden regelmatig op de voorgrond. Anderen zijn vooral stille werkers achter de schermen. Één ding hebben ze gemeen: de kerk kan niet zonder hun inzet. Neem nou: de koster.
Koster komt van het Latijnse woord custos, wat deurwachter of bewaker betekent. De koster bewaakt de kerk en de inventaris. Koster is een heel oude functie. Al in het jaar 251 schrijft paus Cornelius dat elke kerk een sleuteldrager nodig heeft. Eeuwenlang behoorde het kosterschap tot de zogenaamde lagere wijdingen, net zoals de acoliet en de lector. Deze functies werden gezien als een eerste stap naar het priesterschap. Later bepaalde het concilie van Trente (1545-1563) dat ook leken de functie van koster kunnen uitoefenen en het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bepaalde dat ook vrouwen koster kunnen worden. Voordien waren vrouwelijke kosters alleen in kloosters te vinden.
Lange tijd hing er rond het kosterschap een zweem van geestelijkheid. In veel parochies was bepaald dat de koster ongehuwd moest zijn. Ook werd van hem onberispelijk gedrag gevraagd: cafébezoek, carnaval vieren, al te uitbundige kleding dragen was verboden. De koster moest voortdurend beschikbaar zijn en zelfs als hij een keer de parochie wilde verlaten, moest hij vooraf toestemming aan de pastoor vragen.
In het nieuwe kerkelijk wetboek wordt de koster niet meer apart genoemd. En de meeste parochies hebben ook geen betaalde koster meer in dienst, maar een vrijwilliger. Dat neemt echter niet weg dat een koster onmisbaar is en dat zijn taken eerder uitgebreid zijn dan ingeperkt. Want in veel parochies doet de koster nu wat een van de geestelijken vroeger deed: de zorg voor de misdienaars, het noteren van misintenties of het maken van doopafspraken. Daarnaast blijft hij of zij natuurlijk zorgen dat het kerkgebouw er piekfijn uitziet voor de vieringen
'Deze pagina geeft informatie over mijn activiteiten en projecten, en dient als startpunt voor iedereen die graag wat meer over mij wil weten. Ik ben voortdurend bezig met het aanvullen van de verschillende secties met interessante informatie. Het loont dus de moeite om af en toe eens te komen kijken voor nieuwe dingen!'
Hubert Guldentops is een neef van een ouder van Xavier Janssens.
Pastoor gaat met pensioen ALVERINGEM - Antoon Petillion heeft zijn laatste mis opgedragen in de Sint-Audomaruskerk van Alveringem. Hij was er 24 jaar pastoor. De man is 74 en gaat met pensioen, al blijft hij niet in zijn zetel zitten. Antoon Petillion werd in Boezinge geboren op 15 december 1933. Hij is priester gewijd in 1960 en gaf een tijd les aan het Klein Seminarie in Roeselare. Op 8 september 1972 benoemde de bisschop hem tot medepastoor in Dadizele. Hij werd op 11 juni 1984 pastoor in Alveringem. Nu, 24 jaar later, gaat hij met pensioen naar Ieper.
'De mensen zijn overal gelijk. Toch zal ik mijn parochianen missen. Het is goed volk. Ik zal voor hen altijd hun pastoor blijven', zegt Antoon Petillion. 'Ik kende nog de luxe van pastoor te zijn met één parochie. Wat mij in die 24 jaar het meest vreugde verschafte? Ik zag mijn kerkgebouw van binnen steeds mooier worden. Toen ik hier arriveerde was het net een koeienstal. Ik bewaar ook mooie herinneringen aan mijn vele huisbezoeken. Bovendien kon ik nog elke zondag rekenen op zo'n 150, 200 mensen in de mis.'
Antoon Petillion krijgt geen opvolger meer als pastoor van Alveringem. Voortaan is Jaak Perneel federatiepriester voor zowel Beveren, Stavele, Leisele, Izenberge als Alveringem. Pastoor Petillion zal in Ieper niet in zijn luie zetel gaan zitten. Hij blijft er onder meer actief als hulppriester. (mma)
Het Nieuwsblad dd 08/01/2008
Hubert Guldentops is een zoon van een nicht van E.H. Antoon Petillion.
'In the town of Fleurbaix, the marriage records from 1567-1675 show several members of the Petillon family there(24). Within this region is a small village by the name Pètillon. It was apparently from this village that the family took its name. The town name was derived from the verb "petiller" which in Old French meant boiling with anger, furious, or very agitated.'
Vlgs. Luc Petillion: Petillon heeft verder niets te maken met het werkwoord petiller zoals de auteur stelt. Het is een Oud- Frans woord dat stekelig uitsteeksel betekent en meestal wordt vertaald door naald (b.v. de angel van een insect of de uitsteeksels van naaldbomen) (zo kwam in Vlaanderen ook de familienaam Naelde voor). Of de familie zijn naam dankt aan de plaats, dan wel omgekeerd, dient verder onderzoek nog uit te wijzen
Herk Van, Van den Her(c)ke, (van) Her(c)ke, Van Herck(e), Van Hercq, Van Herque, Van Erk, (van) Erck, Vannercq, Van Harck(e), Har(c)k, Harcq, Herckx, Herks, Herx
Familienaam afgeleid van de plaatsnamen St.-Lambrechts-Herck en Herk-de-Stad (Limburg). Waarbij de Herk de rivier is die er stroomt.
1. Verwijzing naar het volksvoedsel bij uitstek 'bonen': mogelijk afgeleid van een beroepsnaam die ernaar verwijst, kweker, planter, ...
of misschien wel gebruikt als misprijzende naam voor iemand die dan maar vergeleken werd met de geringe waarde van een boon.Mogelijk is er zelfs een verbinding met de vroegere manier van stemmen door middel van een boon.
2. Patroniem afgeleid van Bonifacius of van Bono (Germaanse voornaam).
In 1935 publiceerde Marie Gevers het verhaal 'Guldentop', het verhaal over de 'brigand' uit de Franse tijd die een geregelde bezoeker is van het kasteel Mussenburg.
Sinds zijn onthoofding op de Grote Markt van Antwerpen op 30 oktober 1799 doolt de geest van Cornelius Guldentops rond in de omgeving van het kasteel Mussenburg. Hier werd hij in 1799 door de gendarmen aangehouden, na een schot in zijn been. Zijn gestolen bezittingen zou hij verborgen hebben op het domein Mussenburg. Het onthoofde spook is nu op zoek naar zijn verborgen schat.
Bron : Dr. R. VAN PASSEN, Geschiedenis van Edegem, 1974 Edegem, p. 215.
Archives & Musée de la littérature asbl
Centre de recherche et de documentation littéraires et théâtrales de la Communauté française de Belgique
Qui est Guldentop ?
Il ne faut jamais effrayer le vol du rêve avec le revolver de la réalité.
Que faire de la vie, si tous les Guldentop de lenfance nous manquent ?
Marie Gevers, Guldentop, Labor, « Espace Nord », p. 100
« Guldentop », mot quon pourrait traduire en français par « Tête dor », était un bandit de grand chemin, un séducteur, un espiègle.
Il fut décapité sous le régime français, à la fin du XVIIIe siècle. La légende dit quayant perdu la tête et donc la mémoire, il cherche sans relâche le lieu où il a caché son trésor.
Le dossier de son arrestation, dont il existe une copie aux AML, y révèle notamment que la blessure à la jambe de Guldentop sétait aggravée jusquà la gangrène et quil fallait, pour que lexécution soit conforme aux règles, absolument trouver une chemise rouge !
Cest un fantôme unique en son genre. Il vécut longtemps dans la région dAnvers, précisément à Missembourg, propriété où Marie Gevers passa son enfance, grandit et éleva ses enfants, notamment Paul Willems.
Dans les récits quelle nous a laissés, Guldentop apparaît tantôt sous les traits dun maraudeur, tantôt sous ceux dun beau jeune homme blond, tantôt sous ceux dun pendu, parfois sous la forme dune branche qui cogne contre la vitre.
Les activités du fantôme ne sont jamais prévisibles, il samuse à retourner les chambres, à nouer les queues des vaches, à effrayer les forts à bras. Cest un courant dair poli envers les dames. Il les salue lorsquil les croise.
En 1922, Marie Gevers, alors âgée de 39 ans, publie dans Ceux qui reviennent dix récits où se dessine la silhouette de Guldentop. Augmentés de cinq autres, ils paraîtront en revue, puis en volume dans la célèbre collection Durendal en 1935.
Mais les pages trop souvent fermées dun livre ne pouvaient retenir longtemps un Guldentop.
Depuis quelque temps, il sest mis à hanter les murs et les rayons des AML. Sa curiosité et son goût des trouvailles nont pas disparu avec lâge. En dilettante, il parcourt les dossiers profondément enfouis ou les plus surprenants ; parfois sempare dun texte avant même que les archivistes naient eu le temps de bien lexaminer, et le fait resurgir de façon toujours imprévue.
Nous ne résistons pas au plaisir de vous montrer la photographie que Paul Willems a prise du fantôme lorsque Guldentop hantait encore Missembourg. Ceux qui lont croisé en nos murs disent quil na pas changé
Etablissement Guldentops was een Belgische vliegtuigbouwer van voornamelijk lichte sportvliegtuigjes.
Guldentops werd in 1930 opgericht in Evere door de Brusselse Jef Guldentops. Deze had al enige vliegtuigen ontworpen bij Orta-St. Hubert, maar begon daarna voor zichzelf. Hij ging samenwerken met René Bulté. Op basis van de C-1, een ontwerp uit de Ort-St. Hubert tijd, ontwikkelde hij het meest succesvolle vliegtuig uit zijn carrière, de Saint Michel SG-2. Er werden er negen gebouwd waarvan één versie met gesloten cockpit. In 1937 zei Jef Guldentops de samenwerking met René Bulté op, waarna de fabriek in 1939 de deuren moet sluiten
Vliegtuigtypen
Saint Michel SG-2
Sportvliegtuig, tweezits hoogdekker, propeller
"Orta St Hubert build the designs of Jef Guldentops, who served in Beaumarais during World War One. The Guldentops machines were pleasant small training and touring aircraft but the production stayed limited. Comparing with aircraft industries in other countries, the Belgian aircraft builders were not very successful working mainly on small series for the local needs." voor volledig artikel zie: http://www.baha.be/Webpages/Navigator/Belgian_Aviation_History/Industry/sabca.htm
Waarom lijden... als de wonderpil en -zalf bestaat ?
In België is reclame voor geneesmiddelen enkel toegelaten voor medicatie die zonder voorschrift bij de apotheker te verkrijgen is.
'Genezing in 24 uren SNOT. Wie zijne lieve duifjes, hennen en andere vogelen van die wreede ziekte wilt genezen vraagt de Anticeptic Volatil aan 1,30 franc de flech, per post bij Apotheek Remi Boone.'
De eerste steen van de brouwerij werd in 1892 aan de Hasseltsestraat gelegd door Charles Van Herck. In 1900 nam zijn zoon (op 16 jaar) de brouwerij over van zijn vader. In 1933 kreeeg Henricus een zwaar ongeval met paard en kar en stopte de eigen brouwaktiviteiten. Werd bierdepot van de brouwerij Haacht. Op 10 mei 1940 werd het brouwershuis door de Duitsers beschoten. Charles vluchtte met zijn zoon Henricus en kleindochter Edmée naar Frankrijk. Tijdens de vlucht stierf de zieke Charles. Hij werd in Frankrijk begraven. Na de oorlog werden de gebouwen verdeeld. De enige zuster van Henricus erfde het brouwershuis, Henricus de brouwerij en de voormalige maalderij. In 1955 werd alle activiteit stop gezet. Henricus was te oud geworden en een opvolger was er niet. Edmée liet de gebouwen afbreken en bouwde er een nieuw huis. Na het overlijden van haar echtgenoot verkocht zij de villa en vertrok naar Schaffen.
Hubert Guldentops is een neef van de 3de generatie van Carolus Henricus Van Herck.
Immers:
Henricus Joannes Van Herck
Maria Anna De Bruyn
zijn tegelijkertijd
de ouders van Carolus Henricus Van Herck
voorouders van de 4de generatie van Hubert Guldentops
Huwelijk grootouders langs vaders zijde. Van links naar rechts: Joannes Van Herck, Emmelia Boits, Angèle Cobbaert, Hubertus (Jean) Guldentops, echtgenote van Maurice Van Herck, Leopold Guldentops, Maurice Van Herck, Joanna De Wachter. Vooraan mijn grootouders: Hubertus (Emiel) Guldentops en Alma Van Herck.
Sommige takken gaan terug naar de 17de eeuw voor andere moet ik me (momenteel) tevreden stellen met recentere info. De gegevens van <100 jaar zijn om privacy redenen niet zichtbaar voor gewone bezoekers. Men dient als 'gast' aangemeld te zijn om toegang te verkrijgen tot alle info.
Het spreekt voor zich dat elke aanvulling en/of verbetering met dank wordt aanvaard en dat ik steeds bereid ben tot het verstrekken van bijkomende info, indien ik er over beschik.