Eerst raakt het kind gehecht aan de moeder. Een kind dat altijd terecht kan bij zijn moeder, door haar verzorgd, getroost wordt, weet dat zij ongerust is als ze niet weet waar hij is. Hij weet dat zijn moeder om hem geeft. Kinderen krijgen zo een gevoel van "zelfvertrouwen" het kind komt goed op anderen over. Men reageert positief op hem, wat hem ook een stuk zelfvertrouwen geeft. Het kind leert vertrouwen krijgen in anderen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Angst voor scheiding van de moeder vertoont een piek tussen 14 en 20 maanden. Angst voor scheiding van de moeder en angst voor vreemden zijn kenmerkende momenten in het eerste levensjaar. De meeste veilig gehechte kinderen zullen deze angsten vertonen.
Na 7 maanden gaan kinderen zich ook aan andere personen hechten die ze vaker zien zoals, vader, zusjes, broertjes. Tussen ouder een kind ontwikkelt zich een emotionele relatie die bepalend is voor de manier waarop later door het kind relaties aangegaan wordt.
Kinderen die onveilig gehecht zijn aan hun verzorger kunnen, wanneer er verandering in de situatie wordt gebracht, zich alsnog veilig gaan hechten aan hun verzorger.
|