Categorieën
  • 1.1 Je enige troost (2)
  • 1.2 Onze ellende (9)
  • 1.3 Onze verlossing (7)
  • 1.4 God & schepping (0)
  • Inhoud blog
  • Wie is deze Middelaar, Die tegelijk echt God en echt rechtvaardig mens is?
  • Waarom moet de Middelaar tegelijk echt God zijn?
  • Waarom moet de Middelaar een echt en rechtvaardig mens zijn?
  • Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken?
  • Kan ook ergens een schepsel gevonden worden dat voor ons betaald?
  • Maar kunnen wij zelf betalen?
  • Is er een manier waardoor wij deze straf zouden kunnen ontkomen?
  • Is God dan ook niet barmhartig?
  • Wil God deze ongehoorzaamheid en ontrouw ongestraft laten?
  • Is het onrechtvaardig van God ons te vragen de wet te houden?
  • Maar zijn wij zo slecht, dat wij niets goeds kunnen doen?
  • Waar komt zo'n aard van de mensen vandaan?
  • Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?
  • Kun je je hier helemaal aan houden?
  • Wat eist de wet van God van ons?
  • Waaruit ken je je zonden?
  • Drie belangrijke thema's
  • Wat is je enige troost
  • Ontstaan
    Zoeken in blog

    "Heidelbergse Catechismus"
    "Vragen en antwoorden over de Bijbel in bestaande tekst & in begrijpelijk hedendaags taalgebruik met Bijbelteksten".
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar komt zo'n aard van de mensen vandaan?

    Vr.7. Vanwaar komt dan zulke verdorven aard des mensen?
    Antw.
    Uit den val en de ongehoorzaamheid onzer eerste voorouders, Adam en Eva, in het paradijs a, waar onze natuur alzo is verdorven geworden, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden b.
    xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />


    Vraag 7

    Waar komt dan zo'n totaal bedorven, door en door slechte

    aard, van de mensen vandaan?

    Antwoord

    ·        Uit de val en de ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders, Adam en Eva, in het paradijs a,

    ·        waar onze natuur zo goddeloos is geworden,

    ·        dat wij allemaal in zonden verwekt en geboren worden b.





    a Genesis 3:1-24

    De slang was listiger dan alle andere dieren, die de HERE God had gemaakt. Hij zocht de vrouw op en vroeg: "God heeft jullie zeker wel verboden van de bomen in de hof te eten, hè?"

    2-3  "Nee hoor", antwoordde de vrouw, "wij mogen van alle bomen eten, behalve van die in het midden van de hof. Wij mogen hem zelfs niet aanraken, want dan zullen wij sterven."

     

     

    4 "Dat is een leugen", zei de slang, "je zult niet sterven.
    5 God zegt dat alleen, omdat Hij weet dat jullie aan Hem gelijk zullen zijn als je daarvan eet. Je ogen zullen open gaan en evenals God zul je het onderscheid kennen tussen goed en kwaad."
    6 De vrouw liet zich ompraten. Zij keek naar de boom en zag dat de vrucht eetbaar was en er prachtig uitzag. Die vrucht kon haar verstandig maken! Ze plukte wat vruchten en at ervan. Zij gaf ook haar man van de vruchten en hij at er ook van.
    7 Toen zij dat hadden gedaan, viel het hun opeens op dat ze naakt waren en zij schaamden zich. Van bladeren van een vijgeboom maakten ze schortjes en hingen die om hun middel.

    8 Die avond hoorden zij de HERE God door de hof wandelen en zij verborgen zich snel tussen de bomen.

     

     


    9 De HERE God riep: "Adam, waar ben je?"
    10 Adam antwoordde benepen: "Ik hoorde U en toen werd ik bang, want ik wilde niet dat U mij naakt zou zien. Daarom verstopte ik me."
    11 "Wie heeft je verteld dat je naakt bent?" vroeg de HERE God. "Of heb je soms gegeten van de boom waarvoor Ik jullie had gewaarschuwd?"

    12 "Ja", bekende Adam, "maar de vrouw die U mij hebt gegeven, heeft de schuld. Zij heeft mij ervan gegeven en toen heb ik ervan gegeten."

    13 De HERE God wendde Zich tot de vrouw en vroeg: "Hoe kon je dat nu doen?" Maar ook zij schoof de schuld van zich af. "De slang heeft mij bedrogen en verleid", zei zij.
    14 Toen zei de HERE God tegen de slang: "Ik zal je hiervoor straffen. Onder alle dieren op aarde zul jij een vervloekte zijn! Je hele verdere leven zul je op je buik door het stof kruipen.

    15 De vrouw en jij, en al jullie nakomelingen, zullen voortaan vijanden zijn. Eén van haar nakomelingen zal je de kop vermorzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen."

    16 Na die woorden zei God tegen de vrouw: "Voortaan zul je met veel pijn en moeite kinderen krijgen. Je zult verlangen naar je man en hij zal jouw meester zijn!"

     

     

    17 Tegen Adam zei Hij: "Omdat je naar je vrouw hebt geluisterd en ondanks mijn waarschuwing toch van de boom hebt gegeten, zal Ik de aardbodem vervloeken. Voortaan zul je hard moeten werken om in leven te blijven.

     

    18 Er zullen dorens en distels groeien en je zult de gewassen van het veld eten.

     

    19 Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven. Dan zal je lichaam vergaan tot het stof van de aarde. Want uit stof ben je gemaakt en tot stof zul je weer worden."

    20 En de man noemde zijn vrouw Eva, moeder van alle levenden, omdat uit haar alle mensen zouden worden geboren.

    21 De HERE God maakte van dierehuid kleding voor Adam en zijn vrouw.
    22 "Door te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad is de mens gelijk geworden aan één van Ons. Als hij nu van de boom van het leven eet, zal hij ook nog voor altijd leven", vond de HERE God.

    23 Daarom verbande Hij de mens voor altijd uit de hof van Eden en stuurde hem weg om het land te bewerken, waaruit hij was voortgekomen.

     


    24 God verdreef de mens en plaatste een engel met een vlammend zwaard ten oosten van de hof om de toegang tot de boom van het leven te bewaken.

     

     

    Romeinen 5:12,18,19

    Samengevat is het zo: Door de schuld van één mens, Adam, is de zonde in de wereld gekomen en de dood is het logische gevolg van de zonde. De dood breidde zich uit naar alle mensen, want zij zondigden allemaal.

    Dus, zoals door die ene overtreding van Adam alle mensen werden veroordeeld, worden door die ene goede daad van Christus alle mensen vrijgesproken, zodat zij kunnen leven.

    Zoals de ongehoorzaamheid van Adam tot gevolg had dat de mensen zondaars werden, is het gevolg van de gehoorzaamheid van Christus dat tallozen rechtvaardig worden verklaard.

    a Genesis 3:1-24

    De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?

    2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten;

    3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.

    4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;

    5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.

     

    6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.

     

    7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten.

     

    8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.

    9 En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?

    10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.

     

    11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van dien boom gegeten, van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt?

    12 Toen zeide Adam: De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten.

     

    13 En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij bedrogen, en ik heb gegeten.

     

    14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.

    15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.

    16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.

    17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens.

    18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten.

    19 In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.

    20 Voorts noemde Adam den naam zijner vrouw Heva, omdat zij een moeder aller levenden is.

    21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.

    22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.

    23 Zo verzond hem de HEERE God uit den hof van Eden, om den aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was.

    verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.

    24 En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens.

     

    Romeinen 5:12,18,19

    Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.

     

    Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens.

    Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden.

    b Psalm 51:7

    Ik weet dat ik vanaf mijn geboorte al een zondaar ben; toen ik werd verwekt, stond al vast dat ik een zondaar zou zijn.

     

    Genesis 5:3

    Adam was 130 jaar oud toen zijn zoon Seth werd geboren, die in alle opzichten op zijn vader leek. Na Seths geboorte leefde Adam nog 800 jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Adam werd 930 jaar oud. Toen stierf hij.

     

    b Psalm 51:7

    Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.

     

    Genesis 5:3

    En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Welkom op mijn blog!

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    LINKS
  • seniorennet.be

  • Zoeken met Google




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!