Vr.11. Is dan God ook niet barmhartig? Antw. God is wel barmhartig a, maar Hij is ook rechtvaardig b; daarom zo eist Zijn gerechtigheid dat de zonde, welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vraag 11
Is God dan ook niet barmhartig (deelnemend, genadig, goedertieren, meedogend, medelijdend, lankmoedig, edelmoedig, geduldig)?
Antwoord
· God is wel barmhartig a,
· maar Hij is ook rechtvaardig b;
· daarom eist Zijn gerechtigheid (recht, eerlijkheid) dat de zonde, die tegen de allerhoogste majesteit van God gedaan is,
· ook met de hoogste, zwaarste, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft wordt.
a Exodus 34:6,7
De HERE ging hem voorbij en riep: HERE, HERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot in goedheid en trouw, Die Zijn goedheid aan duizenden betoont, Die ongerechtigheid, overtredingen en zonden vergeeft;
maar de schuldige zal Hij zeker niet als onschuldig beschouwen; van de zonden van de vaders worden de zonen en kleinzonen en nòg latere geslachten de dupe."
Exodus 20:6
Maar Ik ben liefdevol voor hen die van Mij houden en mijn wetten gehoorzamen.
|
a Exodus 34:6,7
Toen nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.
Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die de schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde geslacht.
Exodus 20:6
En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden.
|
b Psalm 7:9
Laat alle mensen voor U aantreden; verhef U boven hen en spreek recht. Laat het recht openlijk over mij zegevieren! Geef mij eerherstel ten overstaan van allen.
Exodus 20:5
U mag niet voor dergelijke zaken buigen of deze vereren; want Ik, de HERE, ben een jaloerse God, Die de zonden van de vaders toerekent aan de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van hen die Mij haten.
Exodus 23:7
Werk nooit mee aan een valse beschuldiging van iemand; laat nooit een onschuldige ter dood veroordelen, want Ik weet precies wie wel en wie niet schuldig is.
Exodus 34:7
maar de schuldige zal Hij zeker niet als onschuldig beschouwen; van de zonden van de vaders worden de zonen en kleinzonen en nòg latere geslachten de dupe."
Psalm 5:4,5
Elke morgen kijk ik omhoog naar U en leg U (ernstig biddend) al mijn vragen voor.
Ik weet dat slechtheid bij U geen standhoudt en dat geen enkele goddeloze op Uw bescherming kan rekenen.
Nahum 1:2,3
God waakt met jaloezie over Zijn eer. In Zijn toorn neemt Hij wraak op alle mensen, die tegen Hem in opstand komen. De HERE vernietigt al Zijn tegenstanders.
De HERE is erg geduldig, maar Zijn kracht blijkt ongelooflijk groot en Hij laat niet ongestraft wie schuldig blijkt te zijn. Hij toont Zijn kracht in wervelwinden en storm. De wolken zijn als stof onder Zijn voeten.
|
b Psalm 7:9
De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, [die] bij mij is.
Exodus 20:5
Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten;
Exodus 23:7
Zijt verre van valse zaken; en den onschuldige en gerechtige zult gij niet doden; want Ik zal den goddeloze niet rechtvaardigen.
Exodus 34:7
Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde lid.
Psalm 5:4,5
Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken, en wacht houden.
Want Gij zijt geen God, Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren.
Nahum 1:2,3
Een ijverig God en een wreker is de HEERE, een wreker is de HEERE, en zeer grimmig; een wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders, en Hij behoudt den toorn Zijn vijanden.
De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige geenszins onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten.
|
|