In de verte zie ik je gaan maar hoe snel ik ook ren u inhalen kan ik niet.
En roep je naam maar je lacht naar mij. Ik wil dat je even op mij wacht. Maar je raakt maar verder en verder verwijderd van mij.
Je gestalte wordt kleiner en kleiner tot er nog maar een kleine zwarte stip van je over blijft.
Plotseling schiet ik wakker en denk er weer aan dat ik je voorgoed missen moet.
Deze nieuwe dag zal voorbij gaan als in een roes. En bij de eerst volgende nacht is er zeker en vast een herhaling van dezelfde droom...
|