EVOLUTIE VAN DE KLEUTER
Wie weet nog hoe het was? De jongens in de kleuterklas De baas was zuster Cornelia Soms speelde zij harmonika
Toen wisten wij nog helemaal niets Moeder bracht ons met de fiets Toen hadden wij nog geen zorgen Wij leefden vandaag en niet morgen
Nadien kwam dan de grote school Toen was het dat men ons zieltje stool Men vertelde ons van God, hemel en hel En gans ons leven voelden wij ons ietwat onwel
Wij leerden lezen en leerden schrijven Ook hoe wij onderdanig moesten blijven Over godsdienst maakte men geen grap Wie dat wel deed, kreeg een ferme klap
Na de eerste zes jaren van ernstig leren Begon pas voor goed het indoctrineren De leraars wisten wat waar was en wat niet En wij, geloofden nog in de Sint en in de Piet
Na nog eens zes jaren van vrome educatie Konden wij kiezen voor een specialisatie De ene werd dokter, de andere advocaat Maar voor ons geluk heeft dat niet gebaat
De kleine jongens waren nu groot en slim En zij begonnen aan de maatschappelijke klim Zij verdienden geld en hadden vrouw en kind Na vijftig jaren vraag ik nu wat jij daarvan vindt
Velen van de jongens hebben veel te laat begrepen Dat studeren vol zit met verraderlijke knepen De meesten onder ons werden oud en kaal of grijs Wij hebben misschien kennis, maar weinigen werden wijs
|