PLOMPVERLORENxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik reed met mijn wagen op een lange baan
Wist niet waar naartoe of waar vandaan
Ik stapte uit en hoorde een zacht geruis
Deze vreemde weg nam ik zeker per abuis
Daar stond ik dan, totaal verdwaald
Hoe had ik deze rit toch uitgehaald ?
De ganse situatie zat mij toch wel dwars
Was ik nu op aarde of was ik op Mars ?
Een klein mannetje kwam vanuit het groen
Het vroeg mij wat ik daar kwam doen
Wist ik veel ! Ik reed plompverloren !
Het mannetje spitste zijn grote oren
Het mannetje keek mij aan met ogen van glas
Zijn mond zei dat ik zopas herboren was
Mijn wagen was verdwenen en ik lag in een bedje
Het mannetje grijnsde en gaf mij een zetje
Toen nam het mannetje mij mee naar het bos
Ik spartelde tegen, maar het liet mij niet los
Het bracht mij binnen in een groene grot
Duizend mannetjes riepen:Jozef, jij bent zot!
De baas van de mannetjes sprak mijn taal
Zijn stem weerklonk luid in die groene zaal
Hij zei:Jozef, hier heb je geen enkele waarde
Daarom stuur ik je terug naar moeder aarde
Terug op aarde voelde ik mij wat verward
Mijn verloren wagen kreeg ik weer opgestart
Ik reed weg en volgde mijn lange levensbaan
Waar het einde is, weet ik niet. Ik kom wel aan
Ach ja, in het leven weet men niet waarheen
En soms klagen wij allen steen en been
Soms verliezen wij onszelf in het verleden
En rijden wij plompverloren in het heden
Onwezenlijk lijkt ons soms het bestaan
Weten wij niet in welke richting gaan
Ik praat zelfs tegen muggen en vliegen
En je weet dat ik daarover niet zou liegen
Als je verward bent, triestig of ontstemd
Weet dan dat je eigenlijk jezelf niet kent
Aanvaard de dingen zoals ze komen
En wees blij dat je nog kan dromen
Jefken
21.06.2011
|