VOORMALIGE ABDIJ VAN ZWIJVEKE - Nijverheidsstraat 1.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1223 sticht Machteld I hier vlakbij een cisterciënzerinnenabdij. Maar te veel lawaai is nadelig voor de contemplatieve godsvrucht van de nonnen en daarom verhuist de abdij op 14 juni 1228 naar de Zwijvekekouter aan de overzijde van de oude Dender, op grondgebied van buurgemeente Sint-Gillis.
De naam Zwijveke schijnt te duiden op een gebied van een zekere Suevus, een Gallo-Romein die daar woonde op zijn Suiviacum, een groot landbouwbedrijf, zoals je ze daar vandaag ietwat bescheidener nog steeds aantreft.
Die abdij wordt in 1579 tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de calvinistische geuzen behoorlijk beschadigd, maar tussen 1608 en 1663 weer hersteld. Een beetje boter aan de galg, want als amper vier jaar later in augustus 1667 de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV in zijn strijd rond de Spaanse troon het beleg voor Dendermonde slaat, geeft de Spaanse gouverneur van de stad zelf opdracht tot verwoesting van de abdij om zo de Fransen te verhinderen hun artillerie binnen de kloostermuren op te stellen ter ondersteuning van hun aanvallen op Dendermonde. Lodewijk moet zijn beleg inderdaad opgeven wanneer de Dendermondenaren hun waterlinie inschakelen: via een systeem van sluisjes en kanaaltjes kan bij vloed Scheldewater via de Dender binnenstromen en het lagerliggende land rond de stad overstromen. Lodewijk wordt nog gewaarschuwd voor het oprukkende water door de molenaar van een van de watermolens in dat gebied, het zogenaamde 'Verraad van Dendermonde'.
Maar goed, met die overwinning op de Fransen zijn de nonnen niet echt gebaat. Uit veiligheidsoverwegingen - je zou voor minder na zulke ervaringen - herbouwen de zusters hun nieuwe abdij binnen de stadsmuren. Tussen de poort waar je nu voor staat en de Lindanusstraat, verrijst tussen 1671 en 1762 een nieuwe abdij met naast een compleet poortgebouw met enkele dienstgebouwen ook een gesloten pandhof en een kerk, alles omgeven door een royale tuin. Het leek zo mooi, maar wat de Fransen in de 17de niet hadden klaargekregen, lukt hen tijdens hun volgend bezoek begin 1797. Ditmaal komen ze zonder koning. Lodewijk XVI en zijn koningin Marie Antoinette hebben hun hoofd in Parijs verloren, terwijl de Revolutie voortrolde naar het noorden. De nonnen worden manu militari uit hun klooster gezet, dat in 1798 openbaar wordt verkocht als nationaal goed. Het grootste deel van de gebouwen wordt gesloopt omdat de bouwmaterialen geld opbrengen. Wat blijft staan is een gastenkwartier, een dienstgebouw, een poortgebouw en een gaanderij die verbouwd wordt tot acht kleine arbeiderswoningen. In het dienstgebouw neemt een boer zijn intrek. Een kleine eeuw later komt alles in bezit van Albert Vertongen, de ons al bekende industrieel die rond 1900 het Zwijvickkwartier laat ontstaan.
Doordat de stad Dendermonde in 1969 de intussen aardig vervallen abdijrestanten koopt en laat herstellen, kunnen we die vandaag nog zien. Daarbij is de grote poort uit 1755 het meest schamele restant, want enigszins fake.
Deze staat gewoon tegen de tuinmuur van een pastorie, omdat het oorspronkelijke poortgebouw bij de restauratie niet meer te redden viel.
ZUILENGALERIJ.

Deze galerij is in 1690 door abdis Livina Mendez Correa gebouwd, waarbij gebruik is gemaakt van arduinen zuilen uit de verwoeste abdij op de Zwijvekekouter. In de muur zijn een groot aantal gevel-, gedenk- en grafstenen ingemetseld, waarnaast vaak hun herkomst wordt vermeld. De smeedijzeren pompzwengel uit het derde kwart van de 18de eeuw komt van de vroegere Vismarkt achter het stadhuis. In de muur zit ook het beloofde overblijfsel van de zoutziederij van Jodocus Goris, een jaarsteen uit 1882. Een opvallend restant is de gevelsteen met het wapen van Juan de Alvarade y Bracamonte, tijdens de 80-jarige burgeroorlog tussen Spanjaarden en Geuzen de Spaanse gouverneur van Dendermonde, residerend in het geconfisqueerde Prinsenhof aan de Vlasmarkt. Boven op deze galerij ligt een tentoonstellingszaal, waar exposities het Dendermonde uit de 19de en 20ste eeuw tonen.

|