| Wij geven u nog de evolutie van deze dienst mee onder de heer Emiel Verstrepen.
 
  
 
 Archivaris Emiel Verstrepen (1969-1978)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> De draad werd pas terug opgenomen begin 1969, wanneer de toenmalige Conservator van het museum Emiel Verstrepen ook benoemd werd tot stadsarchivaris, met als taak zoveel mogelijk oud archiefmateriaal te verzamelen en een 'historisch documentatiecentrum' op te richten. Emiel Verstrepen werd op 2 februari 1938 te Dendermonde geboren als zoon van Jacques Verstrepen en van Maria De Clercq. Na het behalen van het aggregaat L.S.O. geschiedenis-Nederlands- Latijn, gaf hij jarenlang Latijn in het Pius X-College te Zele en geschiedenis en esthetica in de Hogere Cyclus. Hij was secretaris van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde (1964-1981), sindsdien ondervoorzitter, en werd in 1967 (onbezoldigd) conservator van het Oudheidkundig Museum in het voormalige Vleeshuis op de Grote Markt. Onder zijn beleid gingen de collecties van de Oudheidkundige Kring over naar de stad, die voortaan de museumwerking ernstig financierde. De verzamelingen werden geïnventariseerd, het museum gerestaureerd, de presentatie gemoderniseerd en de collecties verrijkt door schenkingen en aankoop. Hij kon het begijnhof laten klasseren als monument en richtte er het Begijnhofmuseum op. E. Verstrepen ijverde bij het stadsbestuur voor het officieel uitschrijven van het deeltijds dubbelambt conservator-archivaris, slaagde in het vergelijkend examen en bekleedde beide functies (1969-1978). Onder zijn impuls werd een belangrijke financiële schenking aan de stad bestemd voor aankoop, restauratie en inrichting van het Zwijvekepand, een oude vervallen abdijvleugel. Hier wou hij het stadsarchief, het historisch documentatiecentrum Dendermondiana en een museum voor archivalia in onderbrengen. In het verlengde van zijn functie als conservator hechtte hij ook als archivaris veel aandacht aan het verwerven van aanwinsten in antiquariaten en bij particulieren. In de stadsbegroting kon hij een nieuwe post laten inschrijven voor aankopen van archiefkasten, archiefstukken, kaarten, plannen, documentatie en publicaties. Op deze manier legde hij de basis van het historisch documentatiecentrum. In 1978 trad hij in het huwelijk met Magda Haegens van Zele en vestigde zich in Zele, maar bleef actief in de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde. Hij kon bekomen dat de functie conservator-archivaris voor zijn opvolgers tot een voltijds ambt werd uitgebouwd.
 
  
 |