
Het slopen van krotten en de opbouw van nieuwe woningen was één van de aspecten waarmee het stadsbestuur de heersende welvaart en zogenaamde menslievende bedoelingen onderstreepten.

De aanwezigheid van krotwoningen wekte bij de goedgeaarde burger een gevoel van onbehaaglijkheid en meer en meer werd aangedrongen ze te laten verdwijnen. Het gebeurde misschien wel zonder te denken aan degenen die gedoemd waren om dergelijke krotten te bewonen, maar het gevoel van onbehaaglijkheid om de aanwezigheid ervan in de stad, bleek belangrijker. De bewoners van het Vestje werden door de evolutie gedwongen om hun vertrouwde omgeving te verlaten. Hun persoonlijke vrijheid en hun beslissingsrecht werd hen in feite ontnomen en ze werden verplicht de vooruitgang te aanvaarden, bij politieverordening.

Op het Keur kregen zij arbeiders- en bejaardenwoningen toegewezen. De hofkes met hun pittoresk verleden en hun charme - een soort dorpje binnen de stad - zouden onherroepelijk verdwijnen

De meeste bewoners waren echter zo vergroeid met hun omgeving dat een dergelijke beslissing op gemengde gevoelens werd onthaald. Zij dienden hun vertrouwde site te verlaten, het werd misschien wel een laatste verhuis in hun leven en velen vonden het dan ook een schande dat ze oude mensen zo durfden te behandelen. Sommigen onder hen hadden nooit ergens anders gewoond en dienden nu uit te wijken naar een woning waarvan de huurprijs (volgens henzelf) veel te hoog lag. Daarbij kwam ook nog dat de nieuwe wijk veel te ver van t stad lag. Weinigen wilden eigenlijk weg op t Vestje. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Anderen waren dan weer gelukkig dat ze uit de oude krotten weg konden. Ze zouden zich eindelijk eens een bad kunnen pakken en op een deftige wc hun behoefte kunnen doen.
De Nieuwstraat werd een nieuwe straat volgens sommigen
Binnenkort starten wij met een reeks onder de titel Verhalen op dhofkes van t Vestje.
|