
In 1981 werd een gedenkpenning uitgegeven, met aan de voorzijde de afbeelding van de gerestaureerde gevel van de Zwijveke-abdij en aan de keerzijde het Ros Beiaard, bereden door de Vier Heemskinderen. Daarmee sloot de stad zich aan bij de lange rij steden en gemeenten die bij een of andere gelegenheid een dergelijke penning hebben uitgegeven.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schepen Luc Wiemeersch onderstreepte, tijdens de voorstelling van de penning, de belangrijke rol van de Abdij van Zwijveke in de stedelijke geschiedenis. De restauratie van het in 1961 aangekochte pand kostte de stad een aardige duit en gebeurde bij middel van een legaat. Er werd geen betoelaging gevraagd. De schepen dankte ook de financiële instellingen voor hun medewerking.
Er waren drie soorten penningen, twee gouden en een zilveren, en daarnaast ook een ruilpenning van 50 rossen. De middenstanders van de stad werden in de gelegenheid gesteld de penningen aan te kopen en als wisselgeld uit te geven aan de klanten die dat wilden als souvenir of relatiegeschenk. Men hoopte met de opbrengst een of ander cultureel werk te kunnen ondersteunen.
De uitgever onderstreepte dat er een duidelijk onderscheid diende gemaakt te worden tussen de verschillende penningen. Eerst was er de reeks in de edele metalen (goud en zilver) en dan had men de wisselmunt.
De gouden penning had een doormeter van 30 mm, woog 9,8 gram en kostte 15.950 frank.
De tweede gouden penning had een doormeter van 21 mm, woog 3,9 gram en had een waarde van 7.350 frank. De zilveren penning tenslotte had eveneens een doormeter van 30 mm, woog 12 gram en had een waarde van 2.300 frank. Alle stukken werden voorzien van een garantiecertificaat.
Van de ruilpenning werden 30.000 exemplaren aangemaakt. Ze werden in omloop gebracht van 15 augustus tot 30 september.

|