De tijd dat men Melanie of Corduul, Eulalie, Bernard of Serafien, Pelagie of Esmeralda genoemd werd, is voorbij, maar je weet dat toch maar nooit. Het zijn namen die je niet meer hoort. Misschien komen die ooit nog terug
Ward, Leon, Louis, Petrus en Karel hoor je af en toe al eens terug, zij het soms in een gemoderniseerde vorm. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het probleem is dat je als pasgeborene geen zeggenschap hebt in het kiezen van een naam. Je bent er, maar dat is ook alles. Het wordt wel voor je geregeld door papa, mama en al die er zich bij betrokken voelt, maar jij zit er wel een gans leven mee beschoren. En dan moet je nog afwachten of je naam niet wordt vervormd. Denk maar aan Emiel die vaak Miel, Jacob die Kobe, Edgard die de Gare, Maria die Mie of Mieke wordt en noem maar op.
Vroeger was het nog erger gesteld
De bijnamen die men gaf, waren soms op het randje af. Vele jaren terug bleek het een modeverschijnsel te zijn. Het lijkt er sterk op dat bijnamen werden gegeven wegens een misstap(je) of het uiterlijk. Of je je daar al dan niet door gekwetst voelde, bleek voor sommigen het minste van hun zorgen te zijn. Werd maar eens geboren met een bochel, je ging dan gegarandeerd door het leven als den bult. Had je rood haar, dan was je wel de roste of de vos. Stonden je ogen niet helemaal zoals het hoorde, kon je wel schele Van Der Linden genoemd worden of zelfs het pisoog. Was je nogal groot van gestalte, mocht je erop rekenen dat je de lange was. Een roddelaar of ster was de gazet en durfde je al eens een leugentje verkopen, al of niet om bestwil, ging je wel door het leven als de leugenaar. We hebben het hier dan nog over algemene 'benoemingen', want denk maar aan volgende bijnamen die wij in de stad hoorden, zoals Wanne de Néis, de Prot, Schèilem Benuë, Suë dem Babbelèir, Boerenolleke, Amedéi den Toekker, de Killau, de Stinkenden Oësem, de Bèirkouip, den Bèzzekrabber, den Dobbelem Bouik, den Doeffer, Wieze Flawain, 'Janneke Goelegoel, Janneke Plakken Antsjes, Tanne Kak Ni, de Kappèllekesschaiter, de Blaabille en nog vele andere...


|