De Ros Beiaardpins zijn een succes, ze vliegen de deur uit
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er rezen bij ons enkele vragen
Wat zijn pins eigenlijk? Wanneer zijn ze ontstaan? Waar zijn ze ontstaan? We zochten een antwoord op deze vragen.
De meeste middeleeuwers liepen rond met een handig sieraadje dat als een speld op hun hoed of hun vest was geprikt. Deze insignes, soms vroom, soms scabreus, waren de pins of de badges van onze voorouders. Duizenden exemplaren werden in heel Europa al teruggevonden bij opgravingen, maar nergens waren ze zo talrijk en verscheiden als in onze streken. Pelgrims, bedelaars, vorsten, schutters, stadsmuzikanten: allemaal droegen ze insignes om hun status, hun devotie of hun overtuiging voor iedereen kenbaar te maken. Pins zijn een beeldtaal die iedereen in de middeleeuwen verstond en die recht uit het leven gegrepen waren. De lood-tinnen insignes waren een massaproduct. Ze moeten erg goedkoop geweest zijn. Insignes hoorden bijvoorbeeld tot de basisuitrusting van de pelgrims. Die droegen een speldje met de schelp van Sint-Jacob of met een voorstelling van Maria of een andere heilige. Deze ,,pelgrimstekens'' waren in de middeleeuwen alomtegenwoordig, want iedereen ging wel eens op bedevaart: de rijken naar Jeruzalem, het gewone volk naar Compostela of een genadeoord in de buurt. Als er maar een aflaat te verdienen viel. Het insigne was een herkenningsteken voor de andere pelgrims en later, als de reis voorbij was, werd het bewaard als souvenir van het avontuur.
De afbeeldingen staan heel dicht bij de volkscultuur en weerspiegelen zowat alle facetten van het leven. Leden van een schutterij droegen een insigne met pijl en boog, bedelaars liepen rond met het wapen van de stad waar ze ,,aan het werk'' waren, grapjassen en schuinsmarcheerders tooiden zich met een breed gamma van seksueel getinte voorstellingen. Fallussen die aan het spit gebraden worden, gekroonde vulva's, copulerende paren: veel speldjes getuigen van een vrijmoedige verbeelding die wij gewoonlijk niet met de middeleeuwen associëren. De sieraden moesten in de eerste plaats geluk brengen en het kwade afweren. In die zin zijn ze te vergelijken met de amuletten van niet-westerse culturen. Seksueel expliciete insignes werden waarschijnlijk als vruchtbaarheidssymbolen beschouwd, hoewel er ongetwijfeld ook een ruwe vorm van humor in meespeelde. Al die lopende en stoeiende fallussen en vulva's verbeeldden het onbeheersbare van de driften. Het valt trouwens op dat de gepeperde insignes na de veertiende eeuw niet meer voorkomen, wat wijst op een evolutie in de mentaliteit. In de vijftiende eeuw verdwenen de seksuele verwijzingen of werden ze meer gepolijst. De beeldtaal van de insignes is onwaarschijnlijk rijk aan motieven. Er circuleerden insignes met zeemeerminnen, wildemannen en duiveltjes; met paarden, leeuwen, hanen, draken en vliegende vissen; in de vorm van munten of letters. In Ieper werd een insigne teruggevonden versierd met het Ros Beiaard en de vier heemskinderen, in 's-Hertogenbosch vond men een insigne met de banderol Helpt God, het motto van de opstandige gilden van Gent in 1382. Vandaag zou men daar misschien een tattoo van maken of de boodschap op een T-shirt zetten. Of op een pin, natuurlijk.


De pin heeft ook zijn ingang gevonden in carnavalsmiddens. Menige vereniging maakt reclame bij middel van een dergelijk kleinood. De pins worden uitgereikt of verkocht, omdat ze goedkoper zijn dan medailles.

|