In 1989 werden de eerste berichten verspreid omtrent de nieuwe ommegang van 1990. De beslissing vloeide voort uit een gemeenteraadsbesluit van 4 december 1986, dat inhield dat de Ros Beiaardommegang voortaan zou plaatsvinden om de tien jaar. Dit bericht zorgde in Aalst voor de nodige opschudding. Lang voor de stoet op 27 mei 1990 door de straten zou trekken, werd voor de nodige hilariteit gezorgd aan beide kanten. De nodige spotdichten werden 'gecomponeerd'. Van Dendermondse kant was er onder meer: Men weet dat de vier Aymonszonen nog steeds in Dendermonde wonen. Want daar danst het Ros de teugels los. En Aalst krijgt alleen spek en bonen.
Een gedegen Aalstenaar prevelde meteen: In Aalst, onze Keizerlijke stede, komt 't Ros door de straten gereden. Doch ginds in de stoet, gaat 't beest te voet. In 't dorp moet men 't wiel nog smeden...
Men durfde zelfs wel eens beweren dat niemand in Aalst nog belang stelde in de Dendermondse ommegang, doch niets was minder waar. Een poging om het Ros Beiaard te ontvoeren zou er zeker niet meer inzitten, dat hadden ze ondertussen in 't ajuinendorp wel begrepen. De Aalstenaars kozen 1 april als geschikt moment om Dendermonde in een 'schutkring' te plaatsen voor de heersende 'paardenpest' (naar analogie met de varkenspest die op dat ogenblik in ons land heerste). De 'kring' zou van kracht blijven tot de dag na de ommegang van 27 mei. De ajuinen opperden het idee om de ommegang te laten plaatsvinden zonder het edele Ros, maar... 'Qui invidet, minor est', wat zoveel betekent als 'wie jaloers is, is de mindere'. In 1990 organiseerde Aalst eveneens een 'paardenzitting'. Regerend burgemeester Dierick en toenmalig schepen Patrick Meulebroek stonden aan het hoofd van een Dendermondse delegatie. De zitting bood veel afwisseling en de Aalstenaars moesten ervaren dat de 'rivalen' stevig weerwerk boden. Maurits Dierick opperde dat Aalst nog een completere warboel was geworden dan vijftien jaar voordien, toen hij nog eens in dat 'plaatske' had vertoefd. Wij citeren hem: "We reden over die versleten bruggetjes en door 'konkers' om uiteindelijk op een pleintje te arriveren waartegen ze in Aalst 'Grote Markt' zeggen...". Chevaleresque (!) was ook de toespraak van Patrick Meulebroek. Hij dankte ontroerd de Aalstenaars, omdat zij al het mogelijke deden om Dendermonde in het zonnetje te zetten. Twee dagen voor de ommegang werd een 'ajuinenraid' uitgevoerd op Aalst, waarbij niet minder dan 1000 kilo ajuin op de Aalsterse Grote Markt werd gekieperd.


De algemene repetitie, de dag voor de ommegang, kwam er een Aalsterse delegatie opdagen. Ze boden het Ros Beiaard een mand ajuinen aan. Het fiere Ros keerde zich echter met zijn rug naar de mand en liet merken meer gewoon te zijn..


|