Bron; het maandblad; “Food&Meat” - Onafhankelijk magazine voor de slager en de supermarktslager – Evolution Media group Wielsbeke. Met toelating van de hoofdredactrice.
Ik heb de originele tekst wel enigszins herschikt.
Een plantaardig alternatief voor melk
De meesten van ons zijn opgegroeid met het gebruik van koemelk. Naast koemelk zijn er ook melk- en melkproducten van andere zoogdieren op de markt, bijvoorbeeld geitenmelk, paardenmelk, schapenmelk en buffelmelk.
Daarnaast is ook plantaardige en zuivelvrije melk de afgelopen jaren erg populair geworden.
Zo is sojamelk al jaren een populair alternatief voor koemelk.
Cijfers van de Vlaamse Dienst voor Agro Marketing (VLAM) tonen dat de consumptie van sojadranken en aanverwante producten gestaag toeneemt. Toch is de consumptie met jaarlijks 4,2 liter per hoofd van de bevolking nog altijd maar een fractie in vergelijking met de consumptie van koemelk.
Eiwitten in koemelk
Koemelk bestaat voor bijna 90% uit water. Verder vind je er voornamelijk natuurlijke suikers (lactose), vetten, calcium (120 mg per 100 ml) en eiwitten in terug. En dat eiwitgehalte is niet onbelangrijk. Per 100 ml levert biologische, halfvolle melk ons 3,5 g eiwitten, wat voor een glas melk van 250 ml neerkomt op 8,75 g eiwitten: een allesbehalve verwaarloosbare hoeveelheid. Koemelk is dus - als het op voedingswaarde aankomt- een zeer volledig voedingsmiddel. Koemelk bevat een twintigtal vitamines, beduidend veel mineralen en spoorelementen als extra bonus.
- Koemelk en geitenmelk hebben een vergelijkbare samenstelling. Terwijl er van koemelk zowel volle, halfvolle als magere te verkrijgen is, is van geitenmelk alleen de volle variant op de markt. Koemelk is één van de belangrijkste bronnen van vitamine Bl2. Wie koemelk door geitenmelk vervangt, krijgt beduidend minder vitamine Bl2 binnen en zal in zijn menu bijkomende bronnen van vitamine Bl2 -moeten voorzien (door vlees, vis, eieren).
- Schapenmelk en buffelmelk bevatten meer vet, verzadigde vetzuren en eiwitten en dus ook meer calorieën. Er wordt vooral kaas van gemaakt. Buffelmelk is vooral bekend van de mozzarellakaas.
- Paardenmelk bevat minder vet en eiwitten in het bijzonder minder caseïne, maar meer lactose dan de andere melksoorten. Het valt tevens op dat paardenmelk minder vitamine B2 bevat.
Welke plantaardige melk is de beste vervanger?
Voor personen met een koemelk-allergie of voor wie lactose-intolerant is, is een plantaardig alternatief een goede zaak. Wie overschakelt op een plantaardig eetpatroon en steeds meer dierlijke producten vervangt door plantaardige voeding zal ook steeds meer eiwitten uit zijn of haar dieet zien verdwijnen. Dat hoeft absoluut geen probleem te zijn, zolang de vervangproducten voldoende eiwitten bevatten.
Sojamelk als plantaardig melk-alternatief
Omwille van de eiwitrijke sojaboon zijn sojamelk, sojayoghurt en sojaroom een plantaardige optie voor melk. Volgens de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek zou een calciumverrijkte sojadrink het enige plantaardige alternatief zijn dat melk kan vervangen maar verrijking met de vitaminen B2 en Bl2 is wenselijk.
Soja bevat zoals melk hoogwaardige eiwitten maar is van nature arm aan calcium (11 mg per 100 ml) en vitamine B2 (0,01 mg per 100 ml). Vitamine Bl2 komt alleen maar voor in dierlijke producten en ontbreekt dus volledig in niet-verrijkte sojadrinks.
Let wel; sojamelk mag wettelijk geen sojamelk genoemd worden, toch niet meer door de producenten. Dat heeft het Europees Hof beslist. De benaming 'melk' zou misleidend zijn, omdat het niet echt om melk gaat. Sojadrink, mag wel!
Andere zuivelvrije melkalternatieven
Dranken op basis van rijst, granen, amandelen of kokos kunnen een glas melk, toch niet zonder meer vervangen, ook niet als ze verrijkt zijn met vitaminen en mineralen. Dierlijke melkeiwitten hebben een hoge biologische waarde. Zij zijn rijk aan essentiële aminozuren in een verhouding die dicht aanleunt bij deze van de eiwitten in ons lichaam
Rangschikking op basis van hun basisgrondstof:
• op basis van granen: havermelk, rijstmelk
• op basis van peulvruchten: sojamelk, pindamelk
• op basis van noten: amandelmelk, kokosmelk, cashewmelk
• op basis van zaden: hennepmelk, vlasmelk
• op basis van oude granen: quinoamelk, teff-melk
Kenmerken van de verschillende plantaardige melksoorten
Sojamelk benadert koemelk het meest als het gaat om proteïnegehalte en smaak.
Kokosmelk komen we vaak tegen in Aziatische gerechten. De kokossmaak past in cake en pannenkoeken, minder in koffie of hartige gerechten. Er zitten wel veel verzadigde vetten in kokosmelk.
Amandelmelk - amandelen geven een subtiele, nootachtige smaak. De melk smaakt lekker bij ontbijtgranen, in koffie en gebak. Bevat vaak minder calorieën dan de andere plantaardige alternatieven.
Hazelnootmelk heeft vaak een lichtbruine kleur, is rijk van smaak, maar is, vergeleken met amandelmelk, vetter en calorierijker. De melk is geschikt voor desserts en licht gezoete warme dranken.
Biohavermelk is gezond door het hoge vezelgehalte. Interessant om te gebruiken in de keuken door zijn romige smaak. Een ander voordeel is dat deze melk niet zo gemakkelijk splitst tijdens het koken, dus prima geschikt is in gebonden sauzen.
Cashewmelk is een romige melk en heeft een volle smaak, die goed tot zijn recht komt in warme en koude bereidingen.
Rijstmelk heeft een neutrale smaak en heeft een vrij dunne consistentie. Is lekker in thee en koffie, maar minder geschikt om een gebonden saus mee te maken, omdat je dan in verhouding veel meer bloem of maïszetmeel nodig hebt. Rijstmelk is geschikt voor iedereen met allergieën: lactosevrij, sojavrij, glutenvrij en notenvrij.
Speltmelk - spelt is een graan. Deze melk bevat veel gluten. Het is een neutraal smakende melk, die je zoals sojamelk kunt gebruiken in zowat alle melkbereidingen.
Enkele nadelen van de plantaardige alternatieven
Plantaardige oestrogenen: de eiwitrijke sojaboon bevat een risico volgens voedingswetenschappers. De sojaboon bevat isoflavonen, een soort van plantaardige oestrogenen. Gelukkig zou de ontregeling van onze hormoonspiegel door de extra plantaardige toevoeging niet te sterk zijn.
Ontbossing: sojabonen komen uit Zuid-Amerika, Europa, vooral Frankrijk en Canada. De meeste soja wordt geteeld voor veevoeder. De ruimte die nodig is voor de niet-duurzaam geteelde soja gaat vaak ten koste van het oerwoud of andere natuur. Zo ontstaat ontbossing, verwoestijning en erosie.
Een dorstig gewas. Ongeveer 80% van de amandelproductie komt uit Central Valley, in de Amerikaanse staat Californië. De rest komt uit Zuid-Europa. De amandelbomen brengen niet alleen het natuurlijke evenwicht in gevaar - andere beplanting wordt massaal verwijderd - amandelen trekken veel water uit de grond om te kunnen produceren.
Om de amandelplantages te bevruchten, zijn miljoenen bijen nodig. De bijenpopulaties worden van plantage naar plantage gebracht. De bijen worden daardoor gestresseerd en komen ook in aanraking met pesticiden en parasieten.
Ontbossing door kokosnoten
De wereldwijde vraag naar kokosnoten en kokosmelk heeft geleid tot grote ontbossingen van het regenwoud en de uitbuiting van arbeiders in India, Indonesië en de Filipijnen.
Welke zijn de beste ecologische opties?
Ecologisch gezien komen hazelnoot- en bio-havermelk als beste opties uit de bus. Hazelnootbomen nemen namelijk koolstof op en helpen op die manier de uitstoot van broeikasgassen onder controle te houden. De bloesems in de bomen worden ook niet door bijen bevrucht maar door de wind. Hazelnootbomen groeien vooral in een vochtig klimaat, waardoor ze weinig water verbruiken. 65 % van de hazelnoten komt uit Turkije.
Ook haver wordt geoogst in koelere klimaten, onder meer in Europa, waardoor deze teelt niet bijdraagt aan de ontbossing. Nadeel aan 'gewone' haver is dat hij bespoten wordt met pesticiden. De bio-variant wordt dat niet.
|