Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    27-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1927 – 16 oktober : In de zaal “het Brughuis” had een voordracht plaats over

                kankerbestrijding. De toegang was kosteloos.

                Het initiatief kwam van de “Belgische Maatschappij voor Kankerbestrijding”.

                Het gemeentebestuur zorgde voor 50 fr subsidie.

                (GR-30/8/1927 en GA-19/8/1927)

     

    1927 – 21 oktober : “In den namiddag is er eenen paal der verlichtingslijn, in de

                Molenstraat nabij de woning van Ct Diddens, aangereden door het gespan

                van Victor Troch, landbouwer Mechelbaan 3 Leest.

                Bedoelden paal is omgtrent 30 cm verschoven.”

     

    1927- Op 22 oktober deed het schepencollege volgende bestelling bij meester

                schrijnwerker Frans Spiessens uit Hingene, te leveren binnen de 30 dagen :

                “-Dertig tafeltjes voor de gemeentebewaarschool van Leest, gelijk aan het

                model in de bewaarschool van Rumpst geplaatst, mits de som van 1305 fr.

                Ieder tafeltje zal twee schuifjes moeten hebben, waarvoor eene verhooging

                van vier franks vijftien centiemen per tafeltje wordt bijbetaald, hetzij

                tezamen fr. 124,50.

                -Maken, leveren en plaatsen van 18 loopende meters bord voor de

                bewaarschool, gemaakt in triplexhout, twee maal geschilderd met

                Niolietbordverf, met de noodige klampen en ijzerwerk voor het vastzetten,

                mits den som van 375 franken.”

     

    1927 – In de raadszitting van 17 november ging men akkoord om de jaarwedden van

                burgemeester en schepenen, alsmede de aanwezigheidsvergoeding van de

                raadsleden te verhogen.

                Was dit vroeger 186 fr voor de burgemeester en 62 fr voor de schepenen en

                1 fr per zitting, dan stemde men nu :

                500 fr voor de burgemeester, 250 fr voor elke schepene en 5 fr per zitting

                voor de gemeenteraadsleden.

     

    1928 – Volgens de “Staat van Bijwoning” beliep het aantal kinderen dat te Leest school

                liep : 101 voor de jongensschool, 92 voor de meisjesschool en 55 voor de

                bewaarschool. (2/11/1929)

     

    1928 – In 1928 repareerde metser Lod. Vloebergh de brug over de Molenbeek :

                “...de metserij was geheel gescheurd en langs eene zijde 20 centimeters

                doorgezakt, ook was den ijzeren anker in het metselwerk gebroken en diende

                vervangen te worden.3

                Het herstel kostte 2.350 fr, som die de Cie d.Electricité du Nord de la

                Belgique werd aangerekend, daar zij de schade veroorzaakt had door het

                vervoer van palen. (GA-31/5/1928 en 16/6/1928)

     

    1928 – De jaarwedde van  de veldwachter bedroeg in totaal 7.970 fr.

                (4.800 fr wedde, 175 fr verplichte 2 jarige verhoging, 1.995 fr duurtetoeslag

                en 1.000 fr weddeverhoging gestemd door de gemeenteraad)

                (GA-23/10/1928)

     

    1928 – De dorpskermissen hadden in 1928 plaats op 27 en 28 mei en 9 en 10 december.

                Op 8 en 9 juli in de Kleinheidestraat en op 12 en 13 februari in de Alemstraat.

                (GA-24/1/1928)

     

    1928 – Leest telde drie duivenlokalen :

                bij Emiel Verschueren in het Dorp, bij Henri Teughels in de Winkelstraat en bij

                Egied Jozef Polfliet in de Tisseltbaan.

                (GA-24/1/1928)

     

    1928 – Het kiezersaantal voor de werkrechtersraden bedroeg 123 ingeschrevenen

                verdeeld als volgt : 7 kiezers werkgevers, 4 kiezers bedienden en 112 kiezers

                werklieden en werksters. (GA-4/4/1928)

     

    1928 – 26 januari : Het Davidsfonds kreeg van het schepencollege toelating om te

                vergaderen in de bovenzaal van het gemeentehuis.

     

    1928 – 11 februari : De Raad stemde een speciaal krediet van 158,75 fr voor aankoop van

                2 zetels en aanbieding van “den eerewijn” ter gelegenheid van het 50-jarig

                huwelijksjubileum van het echtpaar Pieter Jan Fierens-Peeters.

     

    1928 – 11 februari : Aan het schepencollege werd mededeling gedaan “der aanvragen

                tot aanduiding der richtingslijn tot bouwing van woningen, langs den steenweg

                tusschen het dorp en de St-Jozefskapel” van nagemelde personen :

                1. Pieter Jan Huybrechts-De Smedt, voor een huis.

                2. Jozef Van den Brande-Peeters, voor een huis.

                3. Frans Boey-Campion, voor een huis.

                4. Isidoor Piscador-Polfliet, voor een huis.

                5. Louis Van den Heuvel-De Smedt, (Oude Brusselsestr 17 Mechelen)voor een

                huis.

                6. Petrus De Prins, voor vier huizen.

                7. Frans Piessens-Robyns, voor een huis met toebehoorten.

                8. Busschot-Daelemans Prosper voor drie huizen.

                Het Schepencollege zou toestemming geven tot de bouw van deze 13 huizen in

                de Dorpsstraat (tussen de meisjesschool en de St.-Jozefskapel)

     

    1928 – 8 maart : “...aangezien de 1500 kasseisteenen en 75 sluitstenen aangekomen

                zijn ter statie Hombeek, zoo besluit het College met de jaarlijksche herstellingen

                te doen aanvang nemen, eerst in de Kapellebaan, dan aan de Cantine de goot

                te verhoogen en de grootste putten in de steenweg van het dorp naar Thisselt

                te herstellen.” (SC)

     

    1928 – 19 maart : “Bij openbare verhuring voor notaris De Marré van Mechelen, van het

                jachtrecht op de goederen der Commissie van Openbaren Onderstand en van het

                Kerkfabriek van den H. Nicolaus van Leest, voor eenen termijn van 9 jaren,

                ingaande 1/1/29, zijn gehuurd :

                Lot 1, door Henri Leysen, juwelier te Brussel, mits 600 fr per jaar.

                Lot 2, door zelven heer Leysen, mits 20 fr sjaars.

                Lot 3, door Alfons De Beuckelaer, aannemer te Mechelen mits 300 fr per jaar”

     

    1928 – 5 april : J. Rheinhard, Leonard De Muyer en Pieter Frans Verbeeck kregen

                bericht, via het gemeentebestuur, van de gouverneur, dat hun respectievelijk

                1.500 fr, 1.000 fr en 1.500 fr toegekend werd “op het arrondissementsfonds

                der meestbegaafden” voor dochter Jozefina Rheinhard, zoon Karel De Muyer

                en dochter Celine Verbeeck. (GA-5/5/1928)

     

    1928 – Op 24 mei bracht de gemeenteraad gunstig advies uit op de vraag om toelating

                van Jozef Maes, voor het uitbaten van een autobuslijn over Mechelen, Hombeek,

                Leest, Tisselt en Willebroek. Dit op markt-, feest- en kermisdagen.

                Het betrof een chevrolet-rijtuig met 28 zitplaatsen.

     

    1928 – 18 juni : In een brief aan het Komiteit voor Oorlogswezen te Antwerpen, meldde

                burgemeester De Laet dat er tot zijn spijt in de gemeente niemand gevonden werd

                om de verkoop van “het weezenbloempje” te doen.

                “De hoofdonderwijzer, alhoewel zelf oorlogsinvalide, weigerde, zo deed ook de

                hoofdonderwijzeres.”

     

    1928 – 16 augustus : “Het College, overwegende dat er voor oorlogsschade wegens

                ingeleverd stroo aan de Duitschers, aan de gemeente toegekend is eene som

                van fr 1.550, dewelke reeds gestort is geworden op het gemeentekrediet,

                besluit éénparig :

                de lijst der 62 leveraars van stroo bevat 62 namen : er zal overgemaakt worden

                tot uitbetaling aan de rechthebbenden, aan den heer gemeenteontvanger, tot

                beloop van 25 fr aan ieder leveraar.”

     

    1928 – 21 augustus : “In den herberg van Frans Jan De Decker, Thisseltbaan, is een

                speeltuig geplaatst, hetwelk met insteken van een geldstuk voor het publiek

                muziek geeft.

                Andere speeltuigen, phoografen of radios zijn er te Leest in herbergen niet

                geplaatst...” ‘(GA-21/8/1928)

     

    1928 – 13 september : Schaliedekker Louis De Smedt uit Blaasveld kreeg het

                herstellingswerk aan het kerktorendak toevertrouwd mits de som van 10.065 fr.

     

    1928 – 31 oktober : Het schepencollege gaf toelating tot de plaatsing van 13

                telefoonpalen te Leest en dit “langsheen en op de Kleinheidestraat, steenweg

                naar Kapelle op den Bosch, uitgaande van den steenweg op Thisselt tot de

                woning van Geerts Alfons Juliaan.”

                In het college van 15/11 en 22/11 behandelde men opnieuw de plaatsing van

                telefoonpalen ditmaal 9 stuks, vanaf de Zennebrug tot de woning van Frans

                Piessens in het Dorp.

     

    27-02-2012 om 06:39 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1927 – 6 januari : Eerste schepen Jozef A. Apers werd aangewezen als “burgerlijk lid

                der commissie van optelling en rangschikking van paarden en voertuigen

                in de gemeente bestaande.” 

     

    1927 – 23 januari : De leden van het “Patronaat” uit Hombeek  gaven een “Luisterrijk

                Toneelfeest” in hun lokaal in de Bankstraat. Er werden twee stukken opgevoerd :

                “Ambiorix” een geschiedkundig drama en na de pauze “Vlug verdiend” een

                blijspel. Alfons Hellemans speelde Ignis, de bevelhebber van de Nerviërs. (KH)

     

    1927 – 8 maart : Theofiel Verschueren kreeg volgende dankbetuiging van de Leestse

                gemeenteraad :

                “Wij zeggen U, in naam van den Raad, dank, voor uwe bewezene en

                ononderbroken diensten, gedurende 38 jaren, als gemeenteraadslid, schepen

                en burgemeester van Leest.”

                Ook dankbetuigingen voor Frans Beullens “als gemeenteraadslid en schepen

                gedurende 23 jaren.”

     

    1927 – 24 maart : Jaak Lodewijk Lauwens werd gekozen als nieuwe klokkeluider in

                vervanging van J. Rheinhard, ontslaggever.

                Lodewijk Verbruggen werd benoemd tot sekretaris van de Commissie van

                Openbare Onderstand in de plaats van August Van den Bossche.

     

    1927 – 11 april : Leonard Lauwers kreeg van de Bestendige Deputatie machtiging tot

                het plaatsen van “eenen electromotor van 20 vp in de meelmaalerij, ter

                vervanging van zijnen armgasmotor.” (GA-5/5/1927)

                Ook schrijnwerker Th. Teughels kreeg toelating van de Bestendige Deputatie

                en dit op advies van de Provinciale Geneeskundige Commissie tot het

                “heropbouwen zijner zaal dienende tot schrijnwerkerij, in de nabijheid van het

                kerkhof en dat het geraadzaam was, de heropbouwing op zijn eigen erve te

                voltrekken, zonder gebruik te maken van de afsluitingsmuur van het kerkhof,

                in vooruitzicht later moeilijkheden te vermijden bij gebeurlijke afschaffing of

                verplaatsing van het kerkhof.” (GA-10/5/1927)

     

    1927 – 28 april : De prijs voor eeuwigdurende grondvergunningen op het kerkhof werd

                vastgesteld op 450 fr per vierkante meter, waarvan 300 fr te storten in de

                gemeentekas en 150 fr in de kas der plaatselijke Commissie van Openbare

                Onderstand. (GR)

     

    1927 – 28 april : Het gemeentebestuur beschikte nog steeds niet over telefoon.

     

    1927 – 28 april : Alfons Vergaelen, veldwachter te Kapelle op den Bos en Jan Th.

                Huybrechts, veldwachter te Leest, werden gemachtigd om als hulpveldwachter

                te  fungeren in de gemeente van hun collega.

     

    1927 – 19 mei : De gemeenteraad, bestatigend “dat er in alle gemeenten bewaarscholen

                zijn”, denkt er aan ook te Leest een bewaarschool te openen.

     

    1927 – 24 mei : De gemeenteraad stemde voor een taks “op de begravingen van lijken

                der personen van vreemde gemeenten naar het gemeentekerkhof overgebracht”.

                De taks bedroeg 25 fr per lijk en diende betaald te worden voor de begraving.

     

    1927 – 17 juni :

                ...De Raad, overwegende dat elf ter dood veroordeelden reeds werden vrijgelaten,

                overwegende dat Dr Borms en consoorten slechts gehandeld hebben uit

                idealisme, overwegende dat de christelijke naastenliefde vergt dat algeheele en

                onvoorwaardelijke amnestie verleend worde, omdat deze de eendracht tusschen

                de burgers, en de rust waaraan het land op het oogenblik zoo’n groote behoefte

                heeft, zou herstellen.

                Overwegende dat sinds lang amnestie werd verleend in de omliggende landen,

                drukt bij deze den wensch uit dat het wetsvoorstel Van Cauwelaert ten spoedigste

                zou besproken en zonder wijziging zou aangenomen worden.”

                (DB-1957 moties van de gemeenteraad)

     

    1927 – 14 juli – Gemeenteraad :

                “...werd mededeling gedaan aan den Raad van 2 brieven van de

                Arrondissementskommissaris, namens de Minister van Binnelandse zaken en

                Volksgezondheid, aandringende en de inlevering verzoekende aan het

                Staatsarchief te Brussel van de parochiearchieven en registers van den

                Burgerlijken Stand van voor 1830, om deze niet langer aan vernieling en

                beschadiging bloot te stellen.

                De Raad, overwegende dat deze parochieregisters dikwijls aan familien dienst

                bewijzen tot opzoeking van geslachten, en dat die opzoekingen gemakkelijk en

                zonder verplaatsingskosten op de gemeente kan gedaan worden dan te Brussel

                in het staadsarchief, zoo drukt den Raad den wensch uit, dat mijnheer de

                Minister aan den gedanen wensch, geen verder gevolg tot inlevering bevelen zal.”

     

    1927 – 20 juli : Brief van burgemeester De Laet tot zijn ambtsgenoot van Mechelen :

                “...wij zijn zoo vrij uwe welwillende aandacht in te roepen op den slechten

                toestand van Battel naar Leest, bijzonder terplaatse de Battelbergen, alwaar

                het wisselen voor gespan gevaarlijk wordt.”

     

    1927 – 30 augustus : Maria Joanna Gerarda Rheinhard met vijf stemmen tegen drie

                benoemd als bewaarschoolonderwijzeres.

                Jaarwedde : 4.800 fr en 200 fr woonstvergoeding.

     

    1927 – 12 september : Rond 15u30 ontstond er brand in de woning van Victor Fierens,

                een landbouwer uit de Tisseltbaan.

                Woning met stal en schuur, de oogst en de meubelen werden vernield.

                Het vee kon gered worden.

                De Volksstem daarover in de krant van 15 september :

                Groote Brand te Leest

                “Brand brak uit in de hoeve van landbouwer A. Fierens, gelegen alhier

                ter plaatse gezegd “Leestsche Heide”. Het gezin bestaande uit man, vrouw en

                twee kinderen, bevond zich aan den veldarbeid, op een 100 meter achter hun

                woning gelegen, toen zij vlammen uit de schuur zagen opslaan. Zij snelden

                toe, alsmede buren, om te redden wat te redden viel.

                Het hoornvee en een paar varkens konden met de grootste moeite gered worden.

                Inmiddels had het vernielend element zich steeds verder uitgebreid en ook de

                hoeve aangetast.

                Hoeve, schuur en stallingen met gansch den inboeldel, werd een prooi der

                vlammen. Enkel een paar muren staan nog recht.

                De schade bedraagt ongeveer 65 duizend frank en is slechts gedeeltelijk

                verzekerd. De oorzaak is niet gekend.”

    27-02-2012 om 06:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                Foto : Victor De Laet, de nieuwe burgemeester.

     

    1927 – 4 januari : Aanstelling van de gemeenteraadsleden en verkiezing van schepenen.

                Frans Beullens, Karel Van den Brande, Alfons Polspoel, Prosper Busschot, Jozef

                Apers, Victor De Laet, Ferdinand Van der Hasselt en Philip Jozef De Prins legden

                de eed  van getrouwheid af in handen van burgemeester Theophiel Verschueren.

                Jozef Albert Apers werd gekozen als eerste en Ferdinand Van der Hasselt als

                tweede schepen.

                Op 24 februari zouden TH. Verschueren en Frans Beullens echter ontslag nemen.

                Ze werden vervangen door Jan Nuytkens en Jan Jozef Verlinden.

                De burgemeesterssjerp ging naar Victor De Laet.

                Victor De Laet zou dit ambt 12 jaar uitoefenen.

                Buiten zijn aktiviteiten als landbouwer en burgemeester was hij ook stichter en

                voorzitter  van de plaatselijke Boerengilde, keurmeester op alle jaarmarkten uit de

                omtrek, voorzitter van het “landbouwcomice”, lid van de Hogere Landbouwraad

                en kassier van de Raiffeisenkas.

     

                Victor De Laet was de zoon van Johannes en van Pelagie Bernaerts.

                Johannes werd geboren op 6 augustus 1848, op de Netelhoeve in de Bist.

                Zijn ouders waren kozijn en nicht : Jan en Mie De Laet.  Na zijn huwelijk

                kwam hij in de Tiendeschuurstraat wonen. Hun dochtertje Clementine stierf toen

                het zes jaar was , in 1886. Het jaar daarop werd hun enige zoon Victor geboren.

                Johannes stierf aan de gevolgen van tyfus op 25 juni 1893.

                Pelagie Bernaerts was een zuster van burgemeester Jaak Bernaerts.

                Victor De Laet studeerde aan het Klein Seminarie van Hoogstraten en nadien

                 een jaar te Leuven, maar de ouderlijke boerderij eiste hem  voortijdig op,

                 toen knecht Cools bij het beren zijn been had gebroken.

                Victor Jozef De Laet werd geboren te Leest op 16/3/1887 en overleed er op

                17/1/1970.

     

                In “De Band” publiceerde meester Huysmans ooit een brief, gedateerd 7/2/35, van

                zijn collega De Leers  gericht aan burgemeester De Laet :

                “Achtbare Heer Burgemeester,

                Hierbij deel ik u een schrijven mede, welke mij is gezonden geworden door den

                Heer Kantonnalen schoolopziener.

                Er wordt mij gevraagd medalies te willen verkoopen, om alzoo bij te dragen tot

                het oprichten van een gedenkteeken ter eere van onzen diepbetreurden Vorst,

                Koning Albert.

                Zeer gaarne wil ik den oproep van Zijne Excellentie, den Minister van onderwijs

                beantwoorden.

                Ten einde de geldinzameling met gelooden bussen te doen, wil ik u eerbiedig

                vragen de toelating te geven hetzelve te laten plaats grijpen in onze gemeente.

                Ik zou graag hebben dat dit zou geschieden onder uw toezicht en vraag U

                daarom of het niet mogelijk is een onderhoud met U en met Mejuffer Hellemans,

                morgen namiddag na de klasuren, te hebben....”

     

               Het antwoord van Vik De Laet zegt veel over de burgemeester :

                “Waarde Heer Hoofdonderwijzer,

                Gaarne steun ik u met al mijn krachten, voor dat heerlijk werk, want een volk dat

                zijne groote mannen niet meer eert, is een volk rijp voor slavernij.

                Vandaag, onmiddellijk na de school, zal ik het gevraagde onderhoud gaarne

                toestaan...

                      Hand en groet,

                    (getekend) V. De Laet.”

     

                 Naschrift van meester Huysmans :

                “Deze briefwisseling vind ik prachtexemplaren, raak tekenend, mooi belichtend

                en doorlichtend het karakter, illustrerend en reliëf gevend aan de geaardheid van

                beide schrijvers.

                Enerzijds, meester De Leers, grootoorlogsinvalide. Wie heeft hem niet gekend,

                altijd gloeiend dwepend en zich koesterend in zijn diepste gevoelens van laaiend

                patriotisme, wat menselijk en begrijpelijk was...

                Anderzijds Vik De Laet, burgemeester, graag schalk en olijkerd in de wandel,

                formuleert in fijne feeling een aanmoedigend antwoord met als sluitstuk een

                koene en kortgebalde vriendengroet, waarbij meester De Leers, bij ’t lezen

                ervan, beroerd in houding is gesprongen, kan ik mij voorstellen...

                We hebben ze beiden wel  goed gekend. Elk in zijn job en zijn wandel, hebben

                ze ieder op eigen manier, veelvuldig en soms ook diep, hun stempel gedrukt op

                landelijk Leest en volk.

                Waar is die tijd van toen...?”   

     

                Ook zijn doodsbrief was indrukwekkend :

                Lid van de Bond van het H. Hart.

                Gewezen burgemeester van Leest.

                Lid van de Hoge Landbouwraad, Ere-voorzitter der Boerengilde Leest.

                Ere-kassier der Raiffeisenkas van Leest.

                Voorzitter van het Veekweeksyndikaat Puurs-Willebroek.

                Lid van het Provinciaal Veekweeksyndikaat van Antwerpen.

                Lid van de Provinciale Landbouwmaatschappij en de Provinciale

                Landbouwkamer.

                Lid van het Verbond der Boerengilden van het Arrondissement Mechelen.

                Ridder in de Leopoldsorde en de Kroonorde, vereerd met het Landbouwereteken

                1ste klas en de zilveren medalie van Sint-Rumoldus.

    27-02-2012 om 06:32 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1926 – 6 november : Juffrouw De Boeck onderwijzeres benoemd in de gemeentelijke

                meisjesschool.

                Ze bekwam 5 stemmen tegen 4 voor juffrouw Rheinhard.

                Haar jaarwedde : 4.800 fr plus 200 fr woonstvergelding en duurtetoeslag.

                Ze kwam in dienst op 17 januari 1927 ter vervanging van Henriette Troch.

                Ze was te Leest geboren, in de Winkelstraat, en was gehuwd met drukker Robert

                Lafosse.

                “Miet” De Boeck gaf het derde en vierde studiejaar tot aan haar pensioen op 1

                september 1964.

     

    Foto : romantiek der twintiger jaren : de man waarvan ze droomt is Robert Lafosse.

    1926 – 3 december : Verschillende Leestenaars kloegen over de gebrekkige verlichting

                die geleverd werd door de kabine aan de wijk de “Knip”.

                De fout zou kunnen veroorzaakt zijn door de maalderij van Leonard Lauwers

                die gebruik maakte van electrische drijfkracht.

     

    1926 – 31 december : bevolkingscijfer gemeente Leest : 1747.

                (GA-5/5/1927)

     

    1927 – De gemeente stemde een toelage van 75 fr voor de Vlaamse leergangen te

                Leuven en elke der zeven Leestenaren die de lessen aan de Mechelse academie

                volgden, kregen een toelage van 35 frank.

     

    1927 – Dat jaar werd het volledig doorschoten torenuurwerk hersteld voor de som van

                1.731,50 fr.

     

    1927 – In 1927 kocht de gemeente een houten loods aan voor de inrichting van een

                bewaarschool, rechdtover de meisjesschool. (GA-18/8/1927)

     

    1927 – 80 opcentiemen werden geheven op grondbelasting, op de belastingen op

                inkomsten en op de winsten der vrije beroepen.

                “dusvolgens heft de gemeente het maximum van opcentiemen om hare begroting

                in evenwicht te kunnen houden voor 1927.”

     

    1927 – Pastorij, onderwijzerswoning en schoollokalen kregen electrische verlichting.

                (GA-18/12/1927) Prijs : 2.644,76 fr voor de pastorij,  1.291,25 fr voor het

                schoolhuis en 360,80 fr voor twee klassen. (DB, nr.12,1958)

     

    27-02-2012 om 06:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1926 – 6 mei : De zomervacantie voor de Leestse scholen werd bepaald :

                van 15 juli tot 1 september i.p.v. 15 augustus tot 20 september.

     

    1926 – 6 mei : De oorloggschade voor Leest werd bepaald op 28.331 fr.

                Een speciaal krediet van 500 fr werd door de Gemeenteraad gestemd om advokaat

                De Glas te vergoeden die in deze materie Leest vertegenwoordigde.

     

    1926 – 6 mei : Daar veldwachter Huybrechts geen toelating kreeg van de Bestendige

                Deputatie “tot het roepen in openbare verkoopingen” en daar zijn voorganger

                Van Hoof dit wel deed, evenals zijn collega’s uit de omliggende gemeenten,

                besloot het gemeentebestuur de wedde van de veldwachter aan te passen en van

                4.500 op 4.800 fr te brengen.

     

    1926 – 27 mei : “Gezien de borden in de gemeentescholen sedert 13 jaren niet meer

                geschilderd zijn geweest, en dat de heer Jozef Mellen, specialist leischilder te

                Auderghem, zich aangeboden heeft om die schildering te doen.

                Overwegende dat de schildering over dertien jaren gedaan, volkomen en

                langdurigen weerstand heeft en dus volkomen heeft voldaan aan de

                verwachtingen besluit het Schepencollege Dhr Mellen te gelasten met

                de leischildering van deze borden aan 10 fr per vierkante meter en 50 centiem

                per meter loopend voor de lijntrekkingen op de borden.”

     

    1926 – 17 juni – Gemeenteraad :

                Bespreking schrijven van Eerw. Heer De Winter, Diocesane Schoolopziener :

                “...deze doet aan de gemeente aanmerken, dat er in de gemeentescholen slechts

                3 halve dagen ter week des namiddags gewijde geschiedenis wordt gegeven,

                terwijl in andere Katholieke buitengemeenten alle dagen des namiddags gewijde

                geschiedenis wordt gegeven.

                Gezien de uurtabellen door de onderwijzers afgegeven die de lessen aanduiden,

                overweegt de Raad dat er sedert 1884 geene verandering meer toegebracht werd

                aan het leerprogramma der scholen en alvorens verandering toe te brengen aan

                het programma zal het gevoelen van den heer Kantonalen Opziener gevraagd

                worden.”

     

    1926 – 17 juni : De gemeenteraad gaf een gunstig advies aan het ontwerp der

                maatschappij van Buurtspoorwegen tot inrichting van een autobusdienst

                Breendonk-Tisselt-Leest-Battel-Mechelen.

     

    1926 – Op zondag 20 juni had in de gemeente de verkoop plaats van het

                “Wezenbloempje”een initiatief van het “Nationaal Komiteit voor Oorlogswezen”.

                Schoolhoofden De Leers en Hellemans werden belast met deze verkoop.

     

    1926 – 22 juni : “De stroomijt van Jan Gobien, Tisseltbaan, is afgebrand.

                Er moet kwaad opzet in het spel zijn.”

     

    1926 – 22 juli : “De Soeurs rédempts ristines de Malines” verkregen een eeuwigdurende

                vergunning tot begraving van “de tegenwoordig bestaande kloosterlingen, en van

                de later deelmakende dier orde”.

                Het gemeentekerkhof stond daarvoor 9 vierkante meter af.

                Totale kostprijs : 1.426 fr.

     

    1926 – 8 augustus – De Volksstem :

                Ijselijk ongeluk- Een man verpulverd

                Donderdag namiddag waren werklieden bezig met het schilderen der electrische

                palen even buiten de kom der gemeente Leest.

                Een werkman, zekere Vermost, ongehuwd 33 jaar oud, wonende

                Leuvensesteenweg te Mechelen, die zich met zijn lederen reep en de

                daaraan vastzijnde verzekeringsketting wilde vastmaken, wierp deze ketting

                over den electrischen draad, met het ongelukkig gevolg dat de ketting den

                draad raakte en de ongelukkige geëlectrocuteerd werd.

                Vermost werd totaal verpulverd naar beneden gehaald.”

     

    1926 – 23 augustus : Landbouwer Theophiel Van Aken uit de Kleine Heide diende klacht

                in tegen de electriciteitsmaatschappij Electricité de la Belgique.

                De maatschappij had een “ijzeren staak der hoogspanningslijn” geschilderd en

                een melkkoe van de landbouwer had aan de verf gelikt met als gevolg dat de koe

                bij hoogdringendheid moest worden afgemaakt.

                Volgens een verklaring van veearts Van Passen had de koe een handelswaarde

                van 4.000 fr.

     

    1926 – 9 september : Bij Ministrieel Besluit van 9 september 1926 (nr. 17058) werd

                de oorlogsschade van de gemeente Leest bepaald op 28.331 fr.

                (GA-28/6/1927)

     

    1926 – 24 september : “...door overeenkomst van 24/9 werd aan de gemeente een

                noemkapitaal van fr 14.800,...obligaties der openbare schuld 5% 1925

                toegekend, in regeling van oorlogsschadevergoedingen.”

                (GR-15/12/1927)

     

    1926 – 16 oktober : Veearts Van Passen stelde mond- en klauwzeer vast bij vee van

                David  Alfons Verbruggen uit de Tiendeschuurstraat.

                David Verbruggen bezat 7 koeien, 1 stier, 8 runders en evenveel varkens.

     

    1926 – 27 oktober : In de gemeente heerste een algemeen en groot gebrek aan

                steenkolen.

                De plaatselijke kolenhandelaars kloegen dat zij hunne lang gedane bestellingen

                niet konden bekomen van de mijnen.

     

    1926 – 28 oktober : De gevreesde besmettelijke ziekte mond- en klauwzeer sloeg

                opnieuw toe. Vee van Petrus De Prins en Jozef De Maeyer, beiden uit de

                Kleinheidestraat, werd aangetast.

                De komende weken zou de ziekte zich verspreiden naar de Bist en de Kouter.

                Slachtoffers werden : Jan Jozef Verlinden, Jan Baptist Verbergt, Frans

                Piessens en Louis Mertens.  

    27-02-2012 om 06:18 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1925 – 5 december : Brief gemeentebestuur Leest naar provincie Antwerpen :

                “...Tot gevolg van uw schrijven dan den 30 november laatst, doen wij u kennen

                ingevolge de mededeeling van Mr. Advokaat Coemans, de keus voor eenen

                bijzonderen veldwachter moeilijk is.

                Vele personen van jongen leeftijd past die bediening niet, sommigen zijn aan den

                drank verslaafd, anderen bezitten de wilskracht niet om dien post nauwgezet en

                op eene behoorlijke wijze waar te nemen, en laten zich omkoopen door stroopers.

                Den voorgestelden persoon Louis Andries, is bijzonderen veldwachter geweest

                van Mr. Devos, heeft altijd nauwgezet dit ambt vervuld, en Mr. Coemans koestert

                de hoop, dat mijnheer de Gouverneur kwijtschelding geeven zal tot de

                benoeming van Andries.

               Het gemeentebestuur van Leest,

               Op bevel : de sekretaris (getekend) Vandenbossche” 

             

    1925 – 8 december : Victor De Laet, voorzitter der samenwerkende maatschappij “Iever

                voor den landbouw”, deed namens zijn maatschappij aanvraag om toelating te

                bekomen tot plaatsing van een electrische motor die zou dienen “tot in en

                uitpompen van beer uit het schip en uit den put.”

     

    1926 – Een fikse loonsverhoging voor het gemeentepersoneel. Gemeenteontvanger

                De Hondt ontving 2.541 fr, veldwachter Huybrechts 5.715 fr en sekretaris

                Vandenbossche 9.705 fr jaarwedde.

                (GA-5/1/1928)

     

    1926 – Vanaf dit jaar kregen gemeentehuis, jongensschool en pastorij electrische

                verlichting. (GA-7/6/1926)

     

    1926 – Dat jaar stroomde, zonder veel schade te veroorzaken, een deel van de

                Winkelstraat onder water.

                “...dit gebeurt daar soms nog, de oorzaak schijnt te zijn dat den afloop der

                dorpelpoelsterbeek, door het hoog waterpeil der steinemolenbeek, dewelke

                slechts bij lage tij der Senne kan afloopen, ook het water der andere

                toevloeiende beken stremt.” (GA-14/1/1926)

     

    1926 – In 1926 verkocht het gemeentebestuur “den treurwilg en den notelaar, staande

                op het kerkhof, ingezien het dreigende beschadigingsgevaar dat hun behoud

                veroorzaakte.” (GA-4/2/1926)

                “Den treurwilg, waarvan de takken grootendeels boven het kerkdak hingen,

                was lijdende aan verrotting en bevond zich in vallende houding.

                Den notelaar zijne takken raakten omtrent de geschilderde ramen en was in zijne

                stam bij de beschieting van 1914 getroffen en beschadigd door een projektiel...”

                De bomen brachten 336 fr op.

     

    1926 – In de gemeente waren 3 kolenhandelaars actief : Alfons Apers uit de Hertstraat,

                Frans Daelemans uit de Groteheidestraat en Ferdinand Van der Hasselt uit de

                Kapellebaan. (GA-27/2/1926)

     

    1926 – 325 mannen en 240 vrouwen legden zich toe op het landbouwbedrijf.

                Personen onder de 14 jaar niet meegerekend.

                (GA-17/5/1926)

     

    1926 – Dat jaar maakte de gemeente Leest in het kader van de “Belastingstaks der

                voertuigen” een lijst op met “Opgaaf van de inwoners dezer gemeente,

                bezitters en gebruikers van voertuigen kunnende dienen tot tweeërlei gebruik,

                en van degene niet tot den landbouw dienen.”

     

    Namen en voornamen                       Woonst    Beroep of bedrijf         Aard voertuigen

     

    Moons augustus                     Dorp 4      Landbouwer-melkboer  1 speelkar

    Jacobs, kinderen                    Dorp 3      Landbouwers                 1 speelkar op 2 wielen                                                                                                       Van Crombruggen Weduwe  Dorp 20    Landbouwster                   idem

    Verschueren Emiel                Dorp 24    Landbouwer-Handelaar    idem

    Voet-Cools Weduwe Const.   Dorp 28    Landbouwster                1 sjees en 1 speelkar    

    Keuleers Eugeen                    Dorp 29    Landbouwer                   1 speelkar

    Piessens Alfons               Mechelbaan 2        idem                          1 toneau en 1 speelkar

    Apers Joseph Alb.          Mechelbaan 4    Landbouwer-Handelaar 1 kamion op 4 wielen

    Diddens Constant           Molenstraat 2    Landbouwer                   1 speelkar

    Boonen Frans                          Kouter 2   Landbouwer-Melkboer   1 speelkar

    Jacobs August Philip               Kouter 6   Landbouwer-Melkboer      idem

    Van Steenwinkel Edward         Kouter 9  Landbouwer                     1 speelkar-toneau

    Moyson Antoon Jaak               Kouter 13    idem                             1 toneau

    Verschueren Cyriel           Scheerstraat 7     idem                             1 sjees

    Van den Vondel Henri G. Scheerstraat 12    idem                            1 speelkar

    Publie Jan Frans                Scheerstraat 13 Landbouwer-Melkboer  1 speelkar

    Vloeberghen Jan Joseph    Koeistraat 10   Landbouwer-Hovenier    1 kamion op 4 wielen

    Lemmens Amedé       Koeistraat 15   Landbouwer                     1 speelkar

    Jacobs Cesar              Koeistraat 22  Landbouwer-Melkboer     1 speelkar

    De Coster Jan Bt       Koeistraat 24  Landbouwer           1 speelkar en 1 kamion

                                                                                              op 4 wiel. en 2 sjeezen

    Verbruggen Constant Koeistraat 25 Landbouwer-Melkboer      1 speelkar

    Lauwens Jan Pieter   Winkelstraat 1 Landbouwer                       1 speelkar

    Spruyt Jan Frans       Winkelstraat 11 Landbouwer                        idem

    Spruyt Jan Bt.            Winkelstraat 12    idem             1 speelkar en 1 kamion op 4 wielen       

    De Smet August      Kapellebaan 1  Landbouwer                      1 speelkar

    Van der Hasselt Ferdinand idem  3        idem                            2 speelkarren

    Slachmuylders Willem       idem  6         idem               1 speelkar en 1 kamion

    Selleslagh Jan Frans           idem  11   Koopman                       1 speelkar

    Ceuppens Frans Louis       idem   5   Landbouwer                       idem

    Van Winghe Louis             idem 7 bis    idem                            1 kamion

    Huysmans Piet Jaak           idem 14    Landbouwer-Handelaar  1 speelkar

    Neefs Theodoor                 idem 18   Landbouwer                         idem

    De Hondt Victor    Thisseltbaan 1    Melkboer                              idem

    Peeters August                  idem  5   Melkboer-Landbouwer         idem

    Lamberts Frans                 idem 11   Landbouwer                         idem

    Lauwers Jan Bt                 idem 16         idem                                idem

    Fierens Victor                   idem 20         idem                                 idem

    Polfliet Louis                     idem 22   Melkboer-Landbouwer         idem

    Scheltiens Jan Frans          idem 23    Landbouwer                          idem

    Daelemans Karel               idem 40         idem                                 idem

    Gobien Jan                        idem 43         idem                                  idem

    Maes Alfons                     idem 48   Landbouwer-Maalder             idem

    Muyldermans Jaak           idem 51      Landbouwer                         idem

    Geerts Frans                     idem 52           idem                                 idem

    Bruylants Wwe Jaak         idem 53          idem                                  idem

    Vander Elst Edward  Blaasveldstr.4  Landbouwer-Melkboer         idem

    Busschot Gaston              idem  6         Landbouwer                       idem

    Absillis Piet Jan                idem                idem                               idem

    Apers Alfons           Hertstraat 1     Landbouwer-Koopman            idem

    Colpin Joseph  Grooteheidestraat 7        Landbouwer                      idem

    Vanden Sande wwe Frans idem 15             idem                              idem

    Leemans Karel                  idem 18              idem                               idem

    Bradt Remi   Kleinheidestraat 8   Landbouwer-Melkboer                idem

    Robeyns Frans       idem   10                 Landbouwer                        idem

    De Prins Petrus      idem  14                         idem                              idem

    De Maeyer Joseph  idem 15                         idem                              idem

    Beullens Frans        idem 21                         idem                              idem

    Van den Heuvel Frans Alemstraat 1            idem                               idem

    Van Winghe Frans Alemstraat 2                  idem                               idem

    De Prins August      idem        3                   idem                                idem

    Selleslagh Karel       idem      4                    idem                                 idem

    Nagels Willem        idem      8                      idem                                idem

    Van Boxom Edm.    Alemstraat 11           Landbouwer               1 speelkar

    Robyns Victor         Alemstraat 12                idem                         idem

    Spoelders Jan Felix     idem       13      Landbouwer-Melkboer      idem

     

    1926 – 2 februari : Meester De Leers ontving van het gemeentebestuur volgend schrijven: 

                “...In uwe hoedanigheid van schoolhoofd der gemeentejongensschool, verzoeken

                wij u van te zorgen dat er voor het toekomende in- en gedurende de lesuren, in de

                klassen geene hevige woordenwisselingen, tusschen u en uwe medeonderwijzers

                meer plaats grijpen, zoals verleden donderdag gebeurde.

                Dergelijke feiten schorsen de voortzetting der lessen, doet den onderwijzer zijn

                aanzien verliezen, zoowel bij de kinderen als bij de voorbijgangers die op straat

                stonden te luisteren.

                Zijn er aanmerkingen te doen, dan behoeven die gedaan te worden zonder dat de

                leerlingen aanwezig zijn.

                Het te laat ter school komen van de leerlingen wordt voortdurend waargenomen.

                Gelief, Mijnheer, te zorgen dat er voor het toekomende geen twistredenen meer

                plaats grijpen tijdens de klasuren, en uwe medeonderwijzers mededeling dezer

                te doen...”

     

    1926 – Op 9 februari vierden Pieter Lodewijk Jacobs en Anna Maria S. De Laet hun

                gouden bruiloft.

                De gemeente stemde een speciaal krediet van 212,50 fr “voor aankoop van het

                geschenk en onkosten van den aangeboden eerewijn.”

                Het geschenk bestond uit twee zetels.

    27-02-2012 om 06:15 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1925 – 7 mei : Adolf Masure uit Tisselt, “Aannemer van Speel- en Nachtreizen aan

                voordeelige prijzen”, stond er op zijn visitekaartje, verzocht om toelating tot het

                uitbaten van een autobusdienst tussen  Mechelen en Breendonk over Hombeek,

                Leest en Tisselt.

                De bus zou rijden van 6 uur ’s morgens tot 20 u ’s avonds.

                Het betrof een Ford-rijtuig van 22 pk met 16 zitplaatsen.

                Tarief : 0,20 fr per kilometer.

                De trein op de Heide (lijn Mechelen-Terneuzen)  stopte enkel ’s zaterdags en ’s

                zondags.

                In 1926 zou deze private exploitatie worden overgenomen door de Nationale

                Maatschappij van Buurtspoorwegen. (DB-1958)

     

                Foto : de eerste autobus Breendonk-Mechelen over Leest.

     

                “’s Morgens om halfzes vertrok de eerste bus proppensvol met mannen die gingen

                werken naar het Arsenaal te Mechelen.

                De bus van halfzeven werd normaal genomen door het gewone werkvolk en om

                acht uur was het de beurt aan de scholieren.

                Ook de boeren maakten er dankbaar gebruik van. Dagelijks om halftwee trokken

                ze naar de groentenmarkt : dan stonden alle rekken vol met mandjes witloof.

                Op zaterdag was er een speciale rit voorzien langs de Winkelstraat en de

                Tiendeschuurstraat. Dan zat de bus vol taterende  vrouwen met grote korven, die

                naar de markt trokken.

                “’k Heb mijn moeder nog weten vertellen,” vertelde meester Huysmans, “dat ze

                eens meeging naar Enghien. Onderweg moesten z’er allen uit om te stompen!”...”

                (LG-blz.286)

     

    1925 – In juni deed het gemeentebestuur via “aflezing des zondags na de mis en

                aanplakking in verschillende wijken der gemeente”, een oproep tot de vrouwen

                “tot daarstellen van een komiteit tot regeling van de inzameling voor de nationale

                viering der zilveren bruiloft hunner Majesteiten den Koning en de Koningin.

                Volgende jonge dochters der gemeente hebben aangenomen de inzameling te

                doen :de  Juffers Hellemans Mathilde, onderwijzeres, Rheinhard Maria, idem,

                Verbergt Victoria, De Prins Celina, De Maeyer Elisa, Diddens Virginia, Fierens

                Stephanie, Teughels Jeanette, Van Praet Maria, De Prins Aline, Verbruggen

                Rosalie, Scheltiens Emma, Polspoel Philomena, Van de Vondel Melania.”

     

    1925 – 29 juni :   Electriciteit te Leest

                De gemeente Leest sloot officieel aan op het net van de Regionale

                Intercommunale Electriciteitsmaatschappij voor Zuid Antwerpen (E.Z.A.),

                zaakwaarnemer van de Electriciteitsmaatschappij van Noord-België NV

                Mechelen.  (GA)

     

                121 cliënten verbruikten dat jaar 7.384 kwh (=5 kwh per cliënt en per maand).

                De openbare verlichting beliep 1.410 kwh.

                Op 29 juni 1925 werden 49 huizen aangesloten.

                In 1922 had de maatschappij “Electricité du Nord de la Belgique” een grondplan

                Opgemaakt “eene electrische leiding aanwijzende van de Molenstraat, deels door

                Het Dorpsplein, door de Scheerstraat, deels langs Koeistraat, de Molenstraat

                tot aan het kerkhof, met 12 lampen van 50 bougies ieder; en van de Winkelstraat

                tussen de woningen van De Hondt en Spruyt, naar de Cantine;

                van de Cantine langs de Koeistraat tot aan Pieter Verbeeck, en van daar de

                Thisseltbaan volgende tot aan de Knip, en zich voortzettende langs de

                Blaesveldstraat tot aan de woning van Pieter Jan Diddens met nog 26 lampen

                van 50 bougies, hetzij te samen 38 lampen voor de wegenisverlichting”.

                (Gemeenteraad 22/4/1922)

                De Bist, Kapellebaan, Alemstraat, Grote en Kleine Heide volgden in 1925.

                (Gemeenteraad 26/11/1925)

                “Tengevolge economische omstandigheden”werd de leiding niet meer uitgebreid

                in 1926. (Gemeenteraad 17/6/1926)

                In pastorij, schoolhuis en 2 klassen werd electriciteit aangebracht in 1927, de

                kosten  beliepen 4.296,!1 fr . (Gemeenteraad 14/7/1927)

                De Kouter volgde in 1935. (Gemeenteraad 15/2/1935)

                Op 31 deceber 1957 bedroeg de lengte van het net 5.087 meter (hoogspanningsnet

                voedt de 5 kabines), 17.614 meter (laagspanningsnet, van de kabines naar het

                cliënteel)

                Enkele cijfers over cliënteel en verbruik :

                1925 121 cliënten  7.384 kwh  1410 kwh voor openbare verlichting.

                1935 357 cliënten 37.823 kwh  3544 kwh voor openbare verlichting.

                1945 439   “        102.813 kwh 1928 kwh   “”      “”             “”

                1955 494  “         208.924 kwh 13.824 kwh “”    “”             “”

                1957 461  “         267.109 kwh 13.394 kwh “”    “”              “”

                De vermindering van het getal cliënten in 1957 kwam voort van het feit dat voor

                de invoering van het Nationaal Tarief, elke aansluiting voor verlichting en

                drijfkracht in hetzelfde jaar voor twee installaties gerekend werd.

                (DB-1959)

     

    1925 – Op 4 juli telde de  gemeente Leest officieel 312 huisgezinnen.

     

    1925 – 12 en 13 juli : Wijkkermis te Leest Heide.

                Het initiatief kwam van de herbergiers Polfliet, Steemans, Gobien, Spiessens, Van

                Praet en Maes uit de Tisseltbaan en De Boeck en Diddens uit de Kleinheidestraat.

                De herbergen en danstenten moesten sluiten om 2 uur ’s nachts.

                Er werden twee danstenten geplaatst.

                (GA-19/6/1925)

     

    1925 – Op 30 juli rond 15 uur, ontstond er brand in de woning van landbouwer en

                melkverkoper Jan Alfons Mertens uit de Tiendeschuurstraat.

                Woning, stal en schuur werden vernield. Enkel het vee en een deel der meubels

                van het gelijkvloers konden worden gered.

                De brand ontstond vermoedelijk boven aan de schouw.

     

    1925 – 5 september – Gemeenteraad : Benoeming leden en plaatsvervangende leden

                “Commissie van Openbaren Onderstand” :

                Gekozen als “titelvoerende” leden : Jan Frans A. Lemmens, Karel Lodewijk

                Steenmans en Frans Janssens, allen landbouwers.

                Hun plaatsvervangers : Antoon Lodewijk De Rooster en Jan Jozef Verlinden.

                In de zitting van 24/9 werden ook nog David Alfons Verbruggen en Jan Frans C.

                Diddens, aftredende leden van het “Weldadigheidsbureel” gekozen als

                titelvoerende leden en Jan Baptist Maes en Joseph De Maeyer als hun

                plaatsvervangers.

     

    1925 - 8 november : Provinciekiezing. Die had plaats in de gemeentelijke jongensschool.

                Te Leest waren 481 kiezers voor de wetgevende kamers.

     

    1925 – 14 november : Door “het staatsbestuur” werden 184 dode bomen openbaar

                verkocht. Deze bomen bevonden zich op de Zennedijken, op grondgebied van

                Heffen, Leest, Hombeek en Mechelen.

                Het betrof hier 173 olmen en 11 acacias en berken.

                (GA-23/11/1925)

     

    1925 – 26 november : Op de gemeenteraadszitting werd medegedeeld dat 34 kinderen uit

                de Bist en de Kapellebaan school liepen in Kapelle op den Bos.

                Toen werd er ook besloten om electrische verlichting te laten aanbrengen in de

                Bist, Kapellebaan, Alemstraat, Grote en Kleine Heide en, gedeeltelijk, in de

                Tisseltbaan.

     

    1925 – 28 november : Landbouwer Louis Bradt uit de Kleinheidestraat ontving van het

                gemeentebestuur een schrijven waarin hij ervan werd verwittigd dat “de melk

                den 16e dezer maand geleverd en verkocht te Coeckelbergh, waarvan staal

                genomen werd door de politie, van uwe melkkoeien voortkomende, besmet is door

                streptocokken der nierontsteking.

                Dientengevolge mag het melk van uwe koeien te Brussel niet meer verkocht

                worden, zoo lang er geen onderzoek van het melk en van uwe koei plaats gehad

                heeft. Gelief, door den veldwachter stalen te laten nemen van het melk uwer

                koeien, om voor het onderzoek te dienen...”

     

                Het spoor gaf “melkboeren” de kans hun producten in de grootsteden te verkopen.

                De melkrondes en verkoop van deur tot deur gebeurde in de voormiddag.

                Zo wachtten elke morgen een twintigtal melkboeren van het Heike de eerste trein

                van 5 uur op. In het station stapten er nog eens zoveel op van den Dries  of ‘t

                Klein Gent. Allen zwaar beladen met de stopen. De hondenkarren lieten ze achter

                in een herberg kort bij het station gelegen.

                In Brussel of Antwerpen werden de stopen meestal  met de kruiwagen vervoerd

                of  op een stootkarretje dat daar gestald werd. (KH-1921,blz.64)

     

    27-02-2012 om 06:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1925 – 7 mei : De kerkfabriek vestigde de aandacht van de gemeenteraad op de

                bouwvallige toestand van de kerkhofmuren en van de omheiningsmuur rond de

                pastorij.

                “...herstelling gevraagd of zoo niet zou het de gemeente gelieven de aanvraag te

                willen doen bij  de bestaande commissie om deze muren te kunnen rangschikken

                en aannemen bij de monumenten...”

     

                In dat kader schreef pastoor Beuckelaers dat jaar een opmerkelijke brief naar

                het gemeentebestuur :

                “...Over meer dan honderd twintig jaren tijdens de fransche revolutie hebben de

                revolutionairen abdijen, kerken en kloosters verwoest, vernield en in ’t  brand

                gestoken, zoo nochtans er daarvan in de puinen nog zekere gedeelten van zijn

                blijven rechtstaan. De overgeblevene puinen zoals in de abdijen van Orval, van

                Villers la Ville, Afflighem en menige andere, om te vermijden dat zij nog verder

                afbrokkelen zouden en om ze te behouden zijn die overblijfsels van vermaarde

                abdijen in den loop der tijden door de Comissie van Monumenten gerangschikt

                geworden tusschen de monumenten van 1e, 2de of 3de klas en als dusdanig zijn

                daar door den Belgischen staat voorzorgen genomen opdat zij door de

                wedergesteltenissen of door bandietenstreken niet zouden vernietigd worden.

                Zoo bestaan er hier in Leest als omgeving van het kerkhof en ook als sluiting van

                de pastorij oude versleten muren die langzamerhand in puinen veranderen, en

                om die te bewaren en te waarborgen tegen bandieterijen van kinderen of zelfs

                gezettem menschen, vindt het kerkfabriek geraadzaam aan het gmeentebestuur

                voor te stellen dat het aan de Commissie van Monumenten zoude vragen die

                muren te willen rangschikken tusschen de monumenten en als gevolg van dit

                besluit te vragen dat de Commissie het er zou willen in groote letters opzetten

                dat het monumenten zijn, anders zou men het niet geloven, en men zou voort gaan

                met te zeggen dat men in de gemeente Leest beschaamd is, hetgeen men

                inderdaad peinst en waarvan men overtuigd is : over den schandaligen toestand

                der muren. Ware het nochtans dat het gemeentebestuur er niet in toe stemme om

                zulks aan de commissie te vragen, dan verzoekt het kerkbestuur het

                gemeentebestuur wien het toekomt zonder vertoeven zoodanig herstellingen te

                doen aan de kerkhofmuur en pastorijmuur dat alle schandaal verdwijne.

                Ten andere weten wij dat de heer provinciale bouwmeester Careels al van over

                verschillige jaren er op aangedrongen heeft !

                Maar dat hij tot hiertoe er nog niet in gelukt is.

                Deze brief zal gezonden worden aan het gemeentebestuur van Leest en een

                afschrift ervan aan Mr den Gouverneur...”

                (Parochiearcheif Leest nr. 76)

     

                In 1985 werd zowel kerkhof als pastorij als monument geklasseerd.

    27-02-2012 om 05:59 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1925 – 19 maart : Voor de vervanging van Isidoor Constant Van Hoof werden er te Leest

                van de elf twee kandidaten veldwachters weerhouden : Jan Theodoor Huybrechts

                en Antoon Eduard Van den Brande.

                Eerstgenoemde zou het pleit winnen.

     

                De burgemeester gaf op 19 maart volgende inlichtingen over de toekomstige

                veldwachter aan de Procureur des Konings :

                “Dezen jongeling, geboren van werkliedenfamilie, trad in dienst bij landbouwer

                Spruyt waar hij werkzaam bleef tot zijn inlijving bij het leger.

                Na zijn dienstvolbrenging trad hij terug in dienst bij Spruyt tot het uitbreken

                van den oorlog, wanneer hij het leger vervoegde.

                Na den wapenstilstand keerde hij weder bij Spruyt.

                Hij is een zeer oppassend dienstknecht, werkzaam, geen dronkaard en kan als

                voorbeeld aan velen dienen.

                Hij is kalm van karakter, en zijn gedrag en zedelijkheid zijn zeer goed.”

                Eduard Van den Brande, de tweede kandidaat, zou op 12 mei naar Kongo

                vertrekken  om daar zijn geluk te beproeven.

                Jan Theodoor Huybrechts was boerenknecht bij de familie Spruyt in de

                Winkelstraat, hij was wees en woonde bij de familie in.

                Later huwde hij de dochter van zijn baas en pleegvader, Serafien, die hem zelf

                ten huwelijk vroeg.

                Theodoor had zelf een aangenomen dochter (Maria Nuytkens), evenals hijzelf

                een wees.

                “Hij was te goed om iemand op te schrijven”, zouden de mensen later over hem

                zeggen.

                Op 30 mei zou Jan Theodoor Huybrechts benoemd worden mits een jaarwedde

                van 4.500 fr. (GR-18/6/1925)

                In 1954 werd hij opgevolgd door Victor Van Hoof.

     

    1925 – 30 maart :

                “Op zondag 29 maart laatst, rond 2 ure 50 namiddag, met het gespan

                rijdende in de Koeistraat aan de woning Louis Vloebergh, in de richting

                van het dorp gaande, werd ik aangereden door eenen auto, die wilde

                voorrijden; ik was aan het spoorgeven, doch den autovoerder gaf mij

                er den vollen noodigen tijd niet voor, daar den steenweg op de plaats waar hij

                mij wilde voorrijden, op die plaats kromming heeft, reed hij mijn rijtuig aan,

                zijnen auto raakte den elektriek paal.

                Den as van mijn gerij is vervrongen, en de ressorts zullen zonder twijfel

                vervrongen zijn.


                Het autovoertuig dat mijn gespan beschadigde, draagt de plaat nr. 83139,

                en werd gevoerd door heer De Beuckelaer, zoon, van Mechelen, Dijkstraat

                nr. 69, te Mechelen wonend.

                Ik heb bij Mr. De Beuckelaer (vader) geweest om mijnen geledene schade

                bij minnelijke schikking te regelen, doch deze wilde niet onderhandelen.

                Getuigenis hiervan kan gegeven worden door : Pieter Jan Baptist Emmeregs,

                landbouwer te Leest, Tinneschuurstraat 6 en dezes echtgenote, dewelke

                achter mij kwamen aangereden en door Louis Vloebergh, metser Koeistraat

                Leest, dewelke de wielspoorindrukken van den auto gezien heeft.”

                Pro Justitia  opgemaakt door burgemeester Theophiel Verschueren

                in opdracht van Alfons Verbergt, een 23-jairge landbouwer uit Hombeek

                (Boskant nr. 119).

                De afloop is ons onbekend.

     

    1925 – In april werd de Tiendeschuurstraat voorzien van elektrische verlichting.

                (GA-7/4/1925)

     

    1925 – 15 april : Jaarlijkse stierenkeuring in het dorp te Leest.

                Dit gold voor de gemeenten Heffen, Hombeek en Leest. De keuring werd verricht

                door de Willebroekse veearts Van Passen.

     

    1925 – 18 april : Brief  van de burgemeester van Leest aan de Provinciegouverneur :

                “...nogmaals neem ik de vrijheid mij tot u te wenden, om eene dringende

                benoeming van veldwachter te vragen, in vervanging van wijlen Mr Van Hoof,

                sedert meer dan 6 maanden overleden...

                Door den langdurigen uitstel komt er ontreddering in den gemeentedienst, de

                velden zijn onbewaakt, en niemand wil de bediening van tijdelijk veldwachter

                aannemen...”

                Zoals hierboven gezegd zou Jan Theodoor Huybrechts op 30 mei officieel

                benoemd worden.

     

    26-02-2012 om 18:54 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

         

    1925 – Stichting van het Davidsfonds te Leest.

     

                                            DAVIDSFONDS LEEST

     

                Dit gebeurde onder impuls van onderpastoor Cleeren, Jozef Verhavert (een

                propagandist voor het gewest Mechelen) en Alfons Hellemans.

                Laatstgenoemde werd de eerste voorzitter, Lode Verbruggen werd

                penningmeester, Maria Rheinhard secretaresse.

                Andere bestuursleden van het eerste uur : Victor Selleslagh, Flor Meyers,

                August Verlinden en Victor De Laet.

                In het begin was de afdeling Leest ook samengesteld met leden van Hombeek,

                dit tot Hombeek een eigen afdeling kreeg.

                Onder de kenspreuk “voor godsdienst, taal en vaderland” ging het bestuur van

                de culturele vereniging er flink tegenaan.

                Het richtte voordrachten in, 11-julistoeten met medewerking van beide

                muziekkorpsen en de andere plaatselijke maatschappijen, gevolgd door

                spreekbeurten in open lucht of beurtelings in de zalen van Teughels en

                Huybrechts.  

                Concerten door de beide fanfares of gymnastische oefeningen wisselden soms

                de spreekbeurten af.

                Er werden opstelwedstrijden georganiseerd, boerenkrijgherdenkingen,

                declamatieprijskampen, goochelavonden,  bedevaarten, enz...

                Deze declamatierijskampen waren de eerste in heel het Davidsfonds.           

                De eerste voordrachten werden gehouden in de zaal “Sinte Cecilia” bij Theodoor

                Van den Heuvel, later bij de weduwe Van den Heuvel.

                Een ballonnekensprijskamp werd in 1933 –eveneens de eerste soortgelijke

                prijskamp in heel het Davidsfonds- gehouden, die de naam van Leest en het

                Davidsfonds uitdroeg tot aan het Bodenmeer in Zuid-Duitsland.

                Gedurende de tweede wereldoorlog en nog enkele jaren nadien bleef de

                Davidsfondswerking zo goed al achterwege om midden jaren vijftig

                opnieuw in gang te schieten.

                Het nieuwe bestuur van 1956 gaf de vereniging een nieuwe opflakkering,

                een nieuw elan en de organisaties stegen evenals het aantal leden.

                Weerom was Alfons Hellemans voorzitter en zijn medebestuursleden waren

                Cyriel Verbruggen, Maria Rheinhard, Albert Van Rompaey, Hugo Stuyck,

                Frans Van Neck, Hugo Verlinden, Juul De Smet, Mariette De Prins, Madeleine

                Verbruggen en Mariette De Boeck.

                In 1969 kwam, vooral onder impuls van Toon Lamberts, het Davidsfonds

                weer aan zijn trekken. De beweging kreeg een nieuwe injectie en zag haar

                ledenaantal de hoogte ingaan.

                In 1980 zag het bestuur er als volgt uit :

                Voorzitter : Jeroom Verbruggen, Ere-voorzitter : Alfons Hellemans.

                Ondervoorzitter : Maria Dons-Lamberts, secretaris Martin Mollemans,

                Penningmeester Aloïs Hendrickx en actieve bestuursleden Marleen De Prins,

                Pastoor Lornoy, Mia Van Sweevelt-Dewit en Marleen Verschueren.

                Het lidmaatschap gaf toen volgende voordelen : zesmaal per jaar het tijdschrift

                “DF-mededelingen”, gunstvoorvoorwaarden voor speciale aanbiedingen,

                korting op plaatselijke activiteiten en een extra reisservice dank zij Davo Reizen.

                Het nationale Davidsfonds werd in 1875 opgericht met het tweeledige doel

                de alzijdige ontwikkeling van het Vlaamse volk en de verdediging van de

                Vlaamse belangen.

     

     

    1925 –Bureel der Weldadigheid werd Commissie van Openbare Onderstand

    Louis Verbruggen in “De Band”  1956 :

     

    “Voor het jaar 1925 had de Commissie van Openbare Onderstand de naam van “Bureel der Weldadigheid”.

    Ingevolge de wet van 10 maart 1925 op de Openbare Onderstand werden de burelen van weldadigheid afgeschaft en ontvingen de naam “Commissie van Openbare Onderstand”.

    Zij bestaat uit 5 leden, waarvan een lid voorzitter is, die bij geheime stemming door de leden zelf wordt verkozen.

    De leden hebben voor hun ambt geen vergoeding.

    Het administratief werk wordt verricht door de secretaris, Lode Verbruggen en door Alfons Hellemans als ontvanger voor het beheer der fondsen.

    Deze twee laatsten genieten een jaarwedde volgens het aantal inwoners der gemeente.

    Doel van de C.O.O.

    De ellende lenigen en de dienst van de ziekenverpleging der behoeftigen geldelijk regelen.

    Geldelijk beschikt de C.O.O. over de landpachten waarvan zij eigenaar is.

    Indien deze gelden ontoereikend zijn, vraagt zij een jaarlijkse toelage aan het gemeentebestuur.

                (Louis Verbruggen in “De Band” – 1956)

     

     

    1925 – 7 januari : Veearts Van Passen stelde mond- en klauwzeer vast bij vee van

                Jozef De Maeyer uit de Kleinheidestraat.

                Plakschriften met verbod van doorgang werden geplaatst en al het vee in een

                zone van 300 m werd geinventariseerd.

               

    1925 – 19 januari : Doordat de Laerestraat zich in heel slechte toestand bevond,

                verzocht de burgemeester van Leest zijn ambtsgenoot van Hombeek dit

                euvel te verhelpen en de kosten te delen.

                Leest stelde de kasseier Alfons Van de Ven uit Tisselt voor om de

                werkzaamheden te verrichten. Deze vroeg 4 fr per uur.

     

    1925 – 24 januari : Zonsverduistering.

                “We zullen toch ook iets te zien krijgen van de zonsverduistering van 24 januari,

                die in Amerika totaal zal zijn. De verduistering zal waar te nemen zijn tussen 3 en

                4 uur”. (KH-GvM)

     

    1925 – 29 januari : 8 leerlingen van Leest volgden lessen aan de Tekenacademie te

                Mechelen. De gemeentekas nam daarvoor 35 fr per leerling ten haren laste.

     

    1925 – 29 januari – Gemeenteraadszitting –

                -Grafmaker Van den Vondel bekwam opslag :

                “...Overwegende dat de grafmaker het kerkhof in zuiveren en zienlijken staat

                heeft gehouden, dat het getal overlijdens, middelmatig tot 30 per jaar beloopt,

                hij dus voor het delven en vullen van iederen grafkuil 4 franks geniet.

                Dat het dus billijk ware de gevraagde verhooging te verleenen, ingezien hij

                de wegen en het kerkhof voortdurend onderhoudt, besluit de Raad éénparig

                zijn jaarwedde van 125 fr op 250 fr te brengen.”

     

                -“De Voorzitter doet kennen dat eenen ouden treurwilg, welks stam deels

                verrot is, en eenen noteboom, met hunne takken de daken belemmeren,

                licht beletten in de kerk, dreigen om te vallen en alsdan groote schade aan de

                daken en de geschilderde glasramen kunnen veroorzaken.

                Dat in den hof der pastorij zich eenen ouden olmen boom bevindt van 2 meters

                omvang, waarvan den verkoop alsnu nog voordelig is gezien de overdreven

                prijzen van die houtsoort, besluit éénparig machtiging te vragen om bedoelde

                3 boomen openbaar te mogen verkoopen.

                Na uitkapping zou er eenen anderen jongen treurwilg gepland worden op meer

                afstand van het kerkgebouw.”

    26-02-2012 om 18:47 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1924 – Bij Koninklijk Besluit van 26 juni 1924 werd Theofiel Verschueren tot

                burgemeester  der gemeente benoemd.

                Jacobus Theophilus  Verschueren was de zoon van Jan en van Anna Catharina

                Steemans. Hij werd te Leest geboren op 26 maart 1853 en trouwde in 1886 met

                Victoria Selleslagh.

                Theofiel was landbouwer en hij woonde in de Scheerstraat.

                Hij was medestichter van de fanfare “Sint-Cecilia” en bleef voorzitter tot aan zijn

                dood  op 26 mei 1942.

     

    1924 – 28 juli : Het linkerbeen van brigadier-veldwachter Van Hoof werd afgezet tot

                onder de knie.

                “Veldwachter Van Hoof heeft het inzicht na herstelling nog dienst te willen

                doen.”  (GA-5/8/1924)

     

    1924 – 11 september : Mond- en klauwzeer bij vee van Ferdinand Van der Hasselt uit de

                Kapellebaan (Wittehoef).

     

    1924 – I oktober : Alfons Hellemans  werd gekozen uit 21 kandidaten als zesde

                leerkracht voor de jongensschool van Hombeek. (KH)

                Alfons Maria Jozef Norbert Hellemans was te Leest geboren op 28 juli 1901 als

                zoon van koster Louis Hellemans en Victoria Teughels en hij overleed te

                Mechelen op 20 april 1986.

                Hij was sticher-erevoorzitter van de toneelvereniging Rust Roest en van het

                Davidsfonds Leest. Erevoorzitter van club De Luxeduif, voorzitter van de

                B.G.J.G. Leest en van diverse andere sociale en culturele verenigingen.

                “Het verhaal van meester Alfons Hellemans is nu ten einde. Het boek van zijn

                leven is definitief afgesloten, onherroepelijk dichtgeklapt. Een lang verhaal.

                Een boeiende geschiedenis. Een eenvoudig doch schoon leven, een rijkgevuld

                bestaan,dat voor velen veel betekent. Een bestaan vol zaligheden, doorkruist

                met tegenslagen. Veel wel, maar ook veel wee.

                De zaligheid van een welige kroost met een begrijpende liefdevolle vrouw en

                moeder, met kinderen, die haarden zijn van zorg, maar ook bronnen van vreugde

                en trots.

                Rimpelloos en angstenvrij is het leven van dit kroostrijke gezin niet verlopen.

                Ook dit huis kreeg ruimschoots zijn kruis. (...)

                De zaligheid van een mooi beroep was een van de grote genaden van zijn leven.

                (...)

                De palmares van activiteiten en verantwoordelijkheden van Alfons Hellemans

                getuigt van onverdroten ijver en onbaatzuchtige inzet voor zijn medemensen.

                (...)

                Zijn levensverhaal kende de zaligheid van de volksverbondenheid, meer met de

                daad dan met het woord. (...)

                Hij was een sterk gelovig man. Een Vlaming uit één stuk, niet schreeuwig, doch

                overtuigd.

                “Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Kristus”, was het symbool van zijn

                verheven idealen.

                Alfons Hellemans was een sympathieke mens, beminnelijk en bescheiden.

                Zijn verhaal was boeiend en blijft het lezen waard. Zijn leven blijft voor velen veel

                betekenen. Zij mogen hem dankbaar zijn, zij voor wie hij baken in het leven was

                (...).” 

                (fragment uit de homilie uitgesproken door prof. Herman Mertens op 25/4/1986)              

     

    1924 – Op 3 oktober overleed in de gemeente veldwachter Isidoor Constant Van Hoof.

     

    1924 – 12 november : Het stoffelijk overschot van de gesneuvelde soldaat Romaan Van

                Mol, geboren te Hekelgem op 28 juni 1890 en gehuwd met Maria Jozefina De

                Bruyne, soldaat van het 11e Linieregiment, werd ontgraven en overgebracht

                naar Willebroek. (GA-28/10/1924)

     

    1924 – 20 november – Gemeenteraad :

                Er werd een speciaal krediet gestemd van 700 fr, zijnde de operatiekosten van

                wijlen veldwachter Van Hoof, ten voordele van zijn weduwe.

     

    1924 – Met 6 stemmen tegen 1 werd Frans Beullens in dezelfde raad verkozen als

                Eerste Schepen, in verganging van T. Verschueren die burgemeester was

                geworden.

     

    1924 – 20 november : De gemeente Leest ging een contract aan met de “Compagnie du

                Nord de la Belgique” betreffende de verlichting van een deel der gemeente.

                (GA-25/8/1927)

     

    1924 – 20 december : Wijziging van de keurrechten op het slachtvlees.

                Vanaf 1 januari 1925 zullen volgende tarieven worden geheven :

                Paarden, ezels, muilezels : per hoofd 8 fr.

                Stieren, ossen, koeien en vaarzen : per hoofd 8 fr.

                Kalveren, varkens, schapen, lammeren, geiten en speenvarkens : per hoofd 5 fr.

                (GR)

     

    1924 – Bevolking op 31 december 1924 : 1709 zielen waarvan 832 vrouwen en 877

                mannen.

     

    1925 – In 1925 werden er in de gemeente 11 huwelijken afgesloten en werden er 56

                geboorten genoteerd waarvan 31 mannelijke en 25 vrouwelijke baby’s.

                Er waren 18 overlijdens.

                130 jongens en 143 meisjes waren schoolplichtig.

                34 kinderen uit de Bist en de Kapellebaan liepen school te Kapelle o/d Bos.

                Zoals de voorgaande jaren werden er weer verscheidene ouders voor de rechter

                gedaagd wegens verwaarlozing van de schoolplicht.

     

    1925 – De wedden van de gemeentebedienden voor 1925 bedroegen :

                sekretaris : 7.200 fr jaarwedde + 1.290 fr bijwedde en vergelding.

                Gemeenteontvanger : 2.100 fr + 105 fr levensduurtoelage.

                De veldwachter ontving 4.500 fr + 225 fr levensduurtetoelage.

     

    1925 – Dat jaar gelastte de gemeente advokaat De Glas om tot een overeenkomst

                te komen met de Staatscommissaris tot de vaststelling van de gemeentelijke

                oorlogsschade.

                Er bleven nog oorlogsherstellingen uit te voeren aan de omheiningsmuren van

                pastorij en kerkhof.

    26-02-2012 om 18:31 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1924 – 10 januari : Overlijden van herbergier, gemeenteontvanger en schrijnwerker

                Noldus Teughels. Hij woonde in “de Roselaer” op het Dorpsplein.

                Het  werkhuis van zijn schrijnwerkerij stond achter het huis en was gebouwd op

                de kerkhofmuur. Later (1927) verbond zoon Theodoor de zaal, die bij het

                woonhuis behoorde, met het werkhuis en maakte er één grote ruimte van, die

                als schrijnwerkerij  én als feestzaal moest dienst doen. Die zaal diende trouwens

                voor alles, zelfs voor politieke meetings.

                Daags voor een teerfeest of toneel werd de scène boven de machines opgebouwd,

                de  tafels gingen langs de kant (daar konden de kinderen op staan) en de feestzaal

                was beschikbaar.

                Om gemakkelijker te kunnen manoeuvreren met het hout dat door de

                zaagmachine moest, had men een gat in de kerkhofmuur gemaakt : de langste

                planken kwamen tot op het kerkhof. Het gat is nog te zien in de muur.

                (LG-blz.283)

                Trien Beullens volgde haar man op als gemeenteontvanger : “ingezien de lange

                jaren trouwen dienst van wijlen heer Teughels, besloot de Raad van de wedde

                aan zijne weduwe te bepalen op de som door wijlen haren man als dusdanig

                genoten, hetzij a rato van fr. 3.400 s’jaars.”(GA-12/1/1924)

     

    Op de foto :

    Achteraan van l. naar r. Joanna Catharina “Trien” Beullens, haar man Arnold “Noldus” Teughels, oudste dochter Marie Teughels en vierde dochter Clothilde.

    Zittend : Theodoor, Frans, Henri en Louis Teughels, zonen van Noldus.

    De foto dateert van kort na de Eerste Wereldoorlog.

     

    1924 – Op 1 februari overleed nog een prominente figuur in de gemeente, burgemeester

                Jaak Bernaerts.

                Van beroep was hij landbouwer, alhoewel hij zichzelf ook wel betittelde als

                “eigenaar”.

                Jaak Bernaerts was gehuwd met Maria Virginie Wouters, een dochter van Carolus

                Wouters en weduwe van Frans Voet.

                Tot in 1894 woonden ze op het Hof ter Haelen, daarna bouwde burgemeester

                Bernaerts zich een huis aan de Sint-Jozefkapel.

                In de gemeenteraadszitting van 23 februari bracht Eerste Schepen Theophiel

                Verschueren hulde aan de nagedachtenis van de overledene en “deed mededeeling

                dat de familie van wijlen Mr Bernaerts, ingevolge zijnen uitgedrukte wil, aan het

                gemeentebestuur overhandigde, ten voordele der gemeente, eenen Rentetitel der

                Belgische schuld van 1.000 franks nominale waarde, 3% 2e Reeks, nr.426026,

                met den coupon vervallende 1 mei 1924, zonder last voor de gemeente.

                Hij stelde voor des Raads dankbetuiging aan de familie te betuigen.”

                In zijn testament liet Jaak Bernaerts ook 2.000 fr na voor de kerk van Leest

                “op last voor de kerk te doen celebreren 2 eeuwigdurende gezongen

                jaargetijden.”

     

    1924 – 9 februari : Schoolhoofd De Leers ontving volgend schrijven van het Leestse

                gemeentebestuur : “Mijnheer De Leers,

                Bij deze verzoeken wij u vriendelijk van voor het toekomende de speelplaats der

                school, voor of na de schooluren, niet meer door uwe kiekens en eenden te laten

                beloopen. De uitwerpsels dezer dieren bevuilen de speelplaats en de gemakken,

                en, wanneer de kinderen van de gemakken willen gebruik maken, zijn zij verplicht

                dikwijls eerst de zitten van de uitwerpsels der kiekens te zuiveren.

                Het is ook wenschelijk gedurende de schooluren, kinderen van de speelplaats te

                houden, welke de klassen niet volgen.

                Het gerucht op de speelplaats tijdens de klasuren, moet onoplettendheid

                verwekken bij de leerlingen der klas...”

     

    1924 – Op 14 februari schreef de dienstdoende schepen namens het gemeentebestuur naar

                de inspecteur dat Dhr De Leers aan dit verzoek geen gevolg had gegeven.

                “...wij doen Uld deze mededeeling, alvorens maatregelen te nemen...”

     

    1924 – Op 21 februari deed het gemeentebestuur aanvraag om pokstof te bekomen

                “tot het doen van koepokinenting voor 200 kinderen, de scholen dezer gemeente

                bijwonende...”

                De vraag was gericht tot het “Office Vaccinogéne te Cureghem-Anderlecht”.

     

    1924 – 23 februari : Jozef Albert Apers, handelaar-herbergier en eerste plaatsvervangend

                raadslid, benoemd tot werkend raadslid ter vervanging van wijlen Jaak Bernaerts.

     

    1924 – 23 februari : “Constant Voet, Eugeen Keuleers, Jozef Vloeberghen, Jan Baptist

                Beullens, Frans Van Roey en Jozef Verlinden wiens zonen de leergangen in het

                Sint-Romboutscollege te Mechelen volgden, vroegen om een toelage.

                Overwegende dat de gemeente, aangesloten bij het Provinciaal fonds der

                meestbegaafden, voor 1924 daaraan eene bijdrage dient te doen van fr. 253,20,

                gezien den bekrompen geldelijken toestand der gemeente, besluit de Raad

                éénparig de gedane vraag niet te kunnen inwilligen, en de aanvragers aan te

                zetten tot het doen van aanvraag bij het provinciaal fonds voor meestbegaafden.”

               (GR)

     

    1924 – “Bij den dooi van 1, 2, 3 en 4 maart zijn de buurtwegen der gemeente grootelijks

                beschadigd geworden.

                De steenwegen van Leest naar Thisselt, en de Kapellebaan van Steinemolen naar

                Kapelle op den Bosch, twee wegen van groot verkeer, hebben zeer groote

                beschadiging geleden, alhoewel zij in 1923 goed en geheel hersteld waren.

                De schade is grootendeels toegebracht met dooi van begin maart, door de zware

                autokamions.

                De steenwegen van 2-1/2 en 3 meters breedte, zijn bij dooiweder reeds

                beschadigd, bij het verschijnen van het sluitingsbevel der barreelen.”

                (Uit een brief om financiele steun aan de provincie)

     

    1924 – Op 29 maart rond twee uur dertig in de ochternd  werd het huis, gebruikt door

                Jan Edward De Hondt, oorlogsinvalide uit de Tiendeschuurstraat, door brand

                vernield.  

                De aanpalende schuur werd deels beschadigd. Oorzaak van de brand bleef

                onbekend.   

     

    1924 – 22 april : De drie bezitters van motorvoertuigen uit Leest Jan Frans Piessens uit de

                Blaasveldstraat, Hendrik Verbeeck uit de Tisseltbaan en Jan Frans Selleslagh uit

                de Bist, werden ervan verwittigd dat de “commissie, belast met de openeming en

                rangschikking der motorvoertuigen, tot nazicht zal overgaan in de gemeente op

                dinsdag 22 april te 8 ure ’s morgends. De bedoelde bezitters van motorvoertuigen

                worden aanzocht deze voertuigen op gemelde dat tot nazicht aan de commissie

                beschikbaar te houden.” (GA-5/4/1924)

     

    1924 – 24 april : Het Schepencollege gaf  toestemming “tot het daarstellen van

                bovengrondsche telefoonlijnen voor de inwoners Frans Piessens uit de

                Blaasveldstraat en Karel Van Praet uit de Thisseltbaan, uitgaande van den

                spoorweg Mechelen-Terneuzen, en dit op voorwaarde dat de palen zoo dicht

                mogelijk bij de grachten zullen geplaatst worden, om de wegenis niet te

                belemmeren.”

     

    1924 – 28 mei : Jan Edward De Hondt werd, met 7 stemmen tegen 2, benoemd tot

                gemeenteontvanger.

                Hij diende daarvoor 5.000 fr borgtocht te storten “tot waarborg van zijn beheer”.

                Zijn wedde, die niet meer mocht bedragen dan de 6/10de van de aanvangswedde

                van de gemeentesecretaris, bedroeg 2.100 fr. (GR)

    26-02-2012 om 18:26 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1923 – 14 november  - Gazet van Mechelen : Erg auto-ongeluk te Hombeek.

                “Een erg auto-ongeluk heeft te Hombeek plaats gehad. Beestenkoopman V.

                kwam in zijn auto van Mechelen terug, toen in de Dorpsstraat te Hombeek de

                auto op de glibberige weg uitschoof en met groot geweld tegen een gevel

                aanbotste. De bestuurder en twee inzittenden worden gekwetst aan hoofd en

                benen. Een vierde, L.B., pachter te Leest wordt met een schedelbreuk opgenomen

                en verkeerd in stervensgevaar.” (KH)

     

    1923 – 29 december : “...Ter herberge van Henri Teughels, Winkelstraat, werd aan de

                duivenliefhebbers kenbaar gemaakt dat ieder der houders van reisduiven zal te

                betalen hebben 75 centiemen voor zegelrecht van het getuigschrift van

                machtiging, door de burgemeester af te leveren.

                Ook dient een lijst opgemaakt van iedere reisduifhouder met opgave zijner

                duiven, dit voor het register van gemeente en gendarmerie.”

                (GA-29/12/1923)

     

    1923 – Op 31 december telde Leest 1701 zielen.

     

    1924 – 27 mannelijke en 16 vrouwelijke baby’s zagen dat jaar het licht te Leest, verder

                werden er 15 huwelijken afgesloten en gaven 21 Leestenaars de geest.

                135 jongens en 146 meisjes waren schoolplichtig.

                Weer werden verschillende ouders gestraft door de vrederechter wegens

                verzuiming van de schoolplicht.

     

    1924 – De landbouw van Leest in 1924:

                “Rogge : tamelijk goede opbrengst.

                Tarwe : goede opbrengst.

                Haver : mindere opbrengst dan in een middelmatig jaar.

                Gerst : bijna niet meer gezaaid.

                Aardappelen : vroege : van mindere opbrengst dan in een middelmatig jaar,

                voor de late aardappelen was de opbrengst slecht.

                Het vlas was van goede opbrengst en de verkoopprijs was heel hoog.

                Hooi- en toemaatgras waren van goede opbrengst, voederbeet van mindere

                opbrengst dan een gewoon jaar.

                Rapen : van tamelijk goede opbrengst, wortels werden bijna niet meer gezaaid.

                Verschillende stallen in de gemeente werden besmet met mond- en klauwzeer,

                maar veroorzaakten geen sterften.

                (SC-20/8/1925)

     

    1924 – “De lijst der ingeschreven kiezers voor de werkrechtersraad bevat 5 kiezersbazen

                en 38 kiezers-werklieden.

                Kiezers bedienden komen op den lijst niet voor.” (GA-16/2/1924)

     

    1924 – In de gemeente was er dat jaar geen enkele werkloze.

                “Moesten er komen dan zal er een controle ingericht worden, zodanig dat de

                werklozen de gelegenheid niet zullen hebben noch den voormiddag, noch den

                namiddag, werk te gaan verrichten.” (GA-13/3/1924)

     

    1924 – In 1924 werden er avondlessen gegeven in land- en tuinbouw, o.a. over

                veevoeding, grondonderzoek en samenstelling van meststoffen. Het aanleggen

                van fruithoven, boomgaarden en groenteteelt.

                De lessen gingen door op vrijdagen van 18 tot 20 uur in de jongensschool en ze

                waren kosteloos.

     

    1924 – De reisduivenmaatschappij “Recht voor Allen” had haar zetel bij Polfliet in de

                Tisseltbaan, de andere maatschappij “De Luchtreiziger” was gevestigd bij

                Symons in het Dorp. (GA-13/8/1924)

                In 1924 werden er 50 machtigingen verleend aan Leestenaars duivenhouders.

     

    1924 – In 1924 kocht limonadefabrikant Jan Huysmans uit het Dorp een vrachtauto van

                het merk “Ford”.

     

    1924 – Dat jaar werd er intens onderhandeld tussen het bestuur van “Telegrafen en

                Telefonen” (de voorloper van de RTT die in 1930 zou gesticht worden) en het

                gemeentebestuur van Leest over de plaatsing van telefoonpalen.

                Ook tussen electriciteitsbesturen en het gemeentebestuur over de bouw van

                Electriciteitskabines.

     

    1924 – Dat jaar (tot 1936) werd Jozef Cleeren (°1888, +1974) onderpastoor te Leest.

                In 1956 schreef hij De Band vanuit Hoeleden :

                “...Bij mijn aankomst te Leest werden mij op de pastorij twee kamers toegewezen

                langs de hofkant. ’s Morgens, na een eerste rustige nacht, opende ik het venster

                van mijn slaapkamer wijd, maar smeet het met een zeersnelle onbewuste

                beweging weer toe, omdat mijn reukorgaan door een heel verdachte geur (?)

                werd geprikkeld, die voortkwam niet van de hoffelijke bloemen, maar veeleer

                van de liefelijke Zenne, waarvan de wateren door Brussel worden bezoedeld !

                Meestal ging of fietste ondergetekende over Kouter, Bist, Geuzenhoek,

                Tisseltbaan en andere modder- en steenwegen, om terug te keren tot zijn

                paradijselijk lustoord langs Alem-, Blaasveld-, Koe-, Scheer-, Molenstraat en

                andere boulevaars.

                (...)

                Vele herinneringen aan Leest zijn mij bijgebleven. Onder andere en eerst en

                vooral dat de mensen van Leest zulke brave, diepgelovige christenen zijn.

                Zelden heb ik zulke innige en geestdriftige samenwerking gekend tussen

                geestelijkheid en parochianen. Nergens ben ik zulke gewillige, vreugdige,

                opgeruimde, blijde mensen tegengekomen als te Leest.
                De Leestenaren hielden van een goede kermis, van een vettig teerfeest, van een

                pot (of meer) schuimend bier en van Onze Lieve Heer.

                Slechts alle zes jaren kwam er een kink in de kabel : in de tijd van de

                gemeenteverkiezingen ; dan was het geraadzaam niet te veel in de huizen te

                komen, want dan zoudt ge zo met een broodmes de argwaan en de achterdocht

                van de gezichten gekrabt hebben ; dan hadt ge nog alleen vriendschap van de

                zuigelingen en de kleuters. Gelukkig duurde die periode niet lang en het leven

                van elke dag ging dan weer gewoon verder : de mensen gingen ’s zondags naar

                de kerk. De Zenne liep op en af en verpestte de lucht of er niets gebeurd was,

                de boerenauto’s reden ’s dinsdags over de brug en terug en stopten hier en daar

                voor een herberg, om de motor van de nodige benzine te voorzien, de jonge

                pattatten werden gestoken en geleverd, de asperges gebusseld, de bloemkolen

                gesneden of ’s avonds zat heel de familie ronde de grote tafel om de spruitjes

                te kuisen...”

     

                Jozef Cleeren was medestichter van de Leestse Davidsfondsafdeling (1925).

    26-02-2012 om 18:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vervolg meester Meyers

     

    In 1976 nam hetzelfde maandblad hem een intervieuw af :

     

    Hoe bent u hier in Leest verzeild geraakt?

    In 1923 las ik in een dagblad dat er in Leest een plaats als onderwijzer open was. Ik had pas m’n legerdienst achter de rug. Mijn familie was van rond Tienen, echte Hagelanders, die met hun bieten in Grazen,Rummen, Kortenaken en Orsmaal bekend stonden.

    Een verre verwant, een zekere Dumont, was hier te Leest wel bekend. Door zijn toedoen kwam die plaats hier aan mij.

     

    Enkele belevenissen ?!

    Bijna 42 jaar, tot in 1964 heb ik de Leestse jeugd onderhanden gehad.

    De belevenissen zijn niet in een handomdraai te vertellen.
    Ik hou veel van de kinderen die bij mij hebben gezeten ook al kennen sommigen me niet meer. De oud-leerlingen die het het verst hebben gebracht zijn natuurlijk het meest dankbaar.

     

    Hoe was de school ?

    M’n collega’s en ik hadden elk een graadklas.

    Leerlingen hadden we genoeg. De Leers was hoofdonderwijzer. Daar hebben we ambras meegehad ! Hij woonde in het schoolhuis en had z’n tuintje waar de leerlingen bonen mochten planten enz.

    In die tijd werden de klassen verwarmd met kolenkachels. Het kolenkot deed evenveel dienst als kippenhok. Je begrijpt wat een soep dat was.
    Selleslagh, mijn collega dat was een man, daar had je iets aan. Spijtig, maar hij is te jong gestorven.

     

    Welke vakken gaf u het liefst ?

    Ik gaf alles graag. Over mijn werk zou ik wel heel veel kunnen vertellen.

     

    Wanneer begon je met schilderen ?

    Reeds in de normaalschool kreeg ik een pluim voor mijn verfijnd werk.

    “Je moet er u op toeleggen” hoor ik mijn tekenleraar nog zeggen.

    Ik volgde dan avondlessen in Mechelen. Mijn leraar was Gustaaf Van de Woestijne ;

    hier hangt nog een copie van zijn werk “het Boerinneke”.

    Ik leerde naar levend model schilderen maar er kwam in mijn onderwijzersloopbaan niet veel van schilderen.

    Het was goed voor later, wanneer ik op pensioen was. En nu is het zover.
    Ik hou van portretten te schilderen maar de laatste tijd hou ik meer van landschappen.

    Ik ben nu een landschap aan het schilderen met een ouderlijk huis voor mensen uit

    Zemst. Het zal mooi worden !

     

    Stan Gobien in 1996 n.a.v. “Reünie van de Leestse Vijftigjarigen” in de speciale brochure:

    “...De jongens kwamen bij meesters Meyers te zitten. Ik herinner mij nog dat hij van bij het begin van het schooljaar controleerde wie zijn tafels van vermenigvuldiging kende en dat hij naging wie na de vacantie nog kon lezen. Wie onvoldoende haalde, mocht na de school overblijven en er waren er veel die hier of daar wat vergeten waren...

    Meester Meyers was een rustig iemand. Hij gaf ons op een degelijke manier taal- en rekenlessen, maar ook landbouw stond op het programma.

    Het eerste lesuur van de maandagnamiddag was er geschiedenis en meester Meyers kon prachtige historische verhalen vertellen. Tijdens die les was iedereen een en al aandacht.

    Voor degenen die wat langer van gestalte waren dan de anderen, zorgde hij voor een speciale bank uit het zevende en achtste studiejaar.

    Toen wij de klas binnenkwamen ging meester Meyers regelrecht naar de kachel en stond daar het laatste van zijn sigaret op te roken tot er bijna niets meer van overbleef.

    Of hij zijn vingeren verbrandde of niet, het peukje verdween tenslotte langs het gaatje van het deksel in de kachel.

    Meester Meyers tekende en schilderde graag. Wie straf kreeg moest als model gaan staan en hij werd geportretteerd door de meester. Wie echt stout was, kreeg een lichaamsstraf.

    Hij moest dan “haartje pluk” ondergaan. Maar alles bij elkaar was dat nog niet zo’n erge zaak...”

     

    Na zijn overlijden publiceerde “De Band” in september 1981 een In Memoriam :

    “Hij was soms streng in de klas, omdat hij van de kinderen hield. Hij wilde immers dat ze konden en wisten wat nodig was voor ’t later leven.

    Hoeveel keer bleef hij niet na de uren in de klas om een paar leerlingen bij te werken ?

    Meester Meyers was lid van VOETSPOOR, de kunstkring van Leest.

    Langs de jaarlijkse tentoonstellingen leerden we het werk van de meester kennen.

    Landschapjes en portretten waren zijn geliefkoosde onderwerpen.

    Hij bracht ons fijn en verzorgd werk, ongecompliceerd, steeds even sfeervol en eenvoudig.

    Reeds in Mechelen, waar hij destijds avondlessen volgde bij Gustaaf Van de Woestijne, was hij bekend om zijn fijn werk.

    Zijn schilderijen waren zijn geesteskinderen en hij kon er moeilijk afscheid van nemen.

    Na een tentoonstelling was hij past gerust wanneer hij zijn werkjes weer veilig en wel bij zich thuis had.

    Hij was steeds bereid om mee te werken, maar ook steeds bezorgd om wat er leefde en roerde tussen de mensen.

    Al was hij van geboorte niet van hier, met hem verdwijnt een graaggeziene echte Leestenaar.  

               De Band”

     

     

    De tekst van zijn  doodsprentje is ook vermeldenswaard :

    “...Hij werd geboren te Kortenaken op 16 november 1902, maar bracht zijn jeugd door te Orsmaal-Gussenhoven.

    Na de normaalschool te Tienen kwam hij in 1923 als onderwijzer naar Leest.

    Gedurende 41 jaren hielp hij de Leestse kinderen de weg te vinden naar de grote-mensenwereld.
    Ongeveer 600 jongens zijn aan hem voorbijgegaan. Ook na de uren hielp hij hen, zodat niemand ooit van bij hem wegging zonder te kunnen lezen.

    De school was zijn leven, want hij hield van de jeugd.

    Dat zag men ook aan de vele kinderkoppen die hij schilderde in zijn vrije uren. Want Flor Meyers wfas ook kunstenaar en zondagschilder.

    Met de fijngevoeligheid die hem eigen was schilderde hij mensen en sfeervolle landschappen in uitgezuiverde kleuren en delikate contouren.

    Hij stond tussen de mensen. Dat maakte hem vele vrienden.

    Ze waardeerden vooral in hem zijn bescheidenheid, want ook dat was een karaktertrek van hem.
    Meester Meyers vond zijn vreugde vooral in zijn gezin. Hij was een trouwe en attentievolle echtgenoot voor  Jeanne, een echte vader voor zijn kinderen Godelieve en Edgard, een goeie grootvader voor zijn drie kleinkinderen Johan, Peter en Patricia.

    Tamelijk snel is hij van ons heengegaan, bij het morgengrauwen van 7 september 1981 in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen, waar hij de avond voordien was heengebracht.

    Bij het leed dat we voelen om de lege plaats in ons midden beseffen wij meer dan ooit met dankbaarheid welk goed mens hij was.

    Zijn oprecht geloof en zijn manier van leven blijve ons een licht op onze levensweg.”

    26-02-2012 om 18:14 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1923 – 20 oktober – Gemeenteraad :  Flor Meyers benoemd tot onderwijzer in de plaats

                van Alfons Hellemans, ontslaggever.

                Meester Meyers haalde het met 5 stemmen tegen 4, er waren 19 kandidaten.

                Zijn wedde : 4.800 fr + 200 fr woonstvergoeding en 600 fr duurtetoeslag.

                                            Floriaan MEYERS

     

    Was geboren te Kortenaken op 16 november 1902. Hij was gehuwd met Joanna Wilms die hem twee kinderen schonk : Edgard en Godelieve Meyers.

    Meester Meyers overleed in het Sint-Jozefziekenhuis te Mechelen op 7 september 1981.

    In  het nummer van oktober 1978 van de periodiek “De Band” stelde hij zichzelf voor :

     

    “Evenals meester Dumont ben ik afkomstig uit Orsmaal-Gussenhoven.

    Wel zag ik er het levenslicht niet, want mijn wieg stond te Kastenaken, een gemeente uit de streek van Diest.

    Toen mijn grootouders overleden waren, namen mijn ouders de ouderlijke hoeve over.

    Het staat er nog, een prachtig gebouw maar met ledige paardenstal, ledige koestal, ledige varkensstallen en ledige schuur. Dikke muren ondersteunen het dak.

    Zware eikenbalken, die wellicht eeuwen het dak schragen en die het nog mensenlevens zullen doen, kan men er nog bewonderen.

    Daar groeide ik op als de elfde van de twaalf.

    Ik was zowat de loopjongen, die met de meeste boodschappen werd gelast.

    Het staat me nog zo fris voor de geest. Enkele huizen verder woonde er een kruidenier, die tezelfertijd schoenmaker en boer was.

    In de winkel in houten bakken, lag er suiker, zout, koffie, chicorei en noem maar op.

    Een schutsel voorzien van een schuifraam scheidde kruidenier en klant.

    Een zware koperen bel kondigde telkens een nieuwe koper aan.

    Vlug wipte de schoenmaker recht van zijn stoel, legde behoedzaam de schoen neer, veegde zijn handen over zijn schort en stond meteen in de winkel om het gevraagde te overhandigen. Van hygiëne gesproken ! Die goeie oude tijd.

    Op straat behoefde men niet bevreesd te zijn van auto’s en dergelijke dingen, geen spraak. De weg was aan de jeugd, daar kon men stoeien , zich uitleven, terwijl moeder rustig haar werk verrichtte.

    Telkens ik er terugkeer, sta ik nog in bewondering voor die mooie streek met haar zacht golvende hellingen, waar de rijke graangewassen ruisen in de wind.

    Voor mij is er niets op aarde  mooier dan dit prachtige Haspengouw, een juweeltje, waar de rijke kersen u doen watertanden.

    Daar groeide ik dan op, gelukkige onbekommerde jeugd.

    De lagere school stond niet ver van ons huis. Twee onderwijzers onderwezen er de kinderen. Ik heb er school gelopen tot mijn veertiende jaar.

    Voorlaar ik dacht aan studeren, had ik dus al twee jaar mijn tijd verloren.

    Ik reed naar Tienen met de stoomtram in de winter, in de zomer deed ik het met de fiets.

    Na mijn studententijd en na het vervullen van mijn dienstplicht te Luik, werd ik benoemd aan de gemeentelijke jongensschool te Leest, en over Dumont.

    Op goedvallen uit heb ik er mijn kans gewaagd.

    Ik herinner mij nog het bezoek aan de negen gemeenteraadsleden.

    Alleen had ik die mensen nooit gevonden, maar een bereidwillige jongen vergezelde mij en wees mij de weg. Ik ben er hem altijd dankbaar om gebleven en wij zijn altijd, tot aan zijn dood, dikke vrienden gebleven.(nvdr :Antoon Polspoel)

    Over mijn eerste kennismaking met Leest, met haar hobbelige wegen, bij avond en nacht duistere straten, zo was het toen overal, daar vertel ik u later wellicht meer over. Ja, veel meer.

    Ik vond er een nieuwe thuis. In de Rozelaer, bij Noldus Teughels, voelde er mij als kind van den huize. Over mijn wel en wee aan de school zelf zou ik bladzijden kunnen wijden. Toch wil ik dit nog kwijt. Ik heb er een mens leren kennen waarmee ik bijna mijn ganse loopbaan ben omgegaan, een goed mens, een vrolijke steeds opgeruimde collega Selleslagh Victor.

    Met de twee andere onderwijzers, meester Huysmans en meester Hendrickx heb ik altijd goed kunnen opschieten. Toen ik in 1964 besloot op rust te gaan had ik ten volle 41 jaar dienst.

    600 jongens zijn mij voorbijgegaan.

    Ik heb al de middagen opgeofferd om degenen, die ten achter waren, hetzij in rekenen of in lezen bij te werken.

    Ik ben nu al 14 jaar op pensioen en slijt mijn dagen nu verder in een zalige rust.

           Flor Meyers.”

    26-02-2012 om 18:11 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1923 – 17 februari : De gemeenteraad stemde met 5 stemmen tegen 4 voor de bouw van

                een nieuwe meisjesschool. (GA-31/7/1923)

     

    1923 – 3 maart : De schoolhoofden De Leers en Hellemans ontvingen volgend bericht

                van het gemeentebestuur :

                “Bij omzendbrief van de gouverneur der provincie aan de gemeentebesturen

                gericht wordt medegedeeld dat de pokziekte thans groote verwoestingen aanricht

                in verscheidene landen van Europa, en dat de besmetting waargenomen is in eene

                vreemde plaats nabij onze grens.

                De omzendbrief bevat onder nr. 2 :

                Aan de hoofden, zowel van private als van openbare scholen, kribben,

                kindertuinen enz., aanbevelen slechts kinderen te aanvaarden die gedurende de

                zes laatste jaren werden ingeënt, of die de pokken gehad hebben.

                Gelieve, wat uw school betreft, zorg te dragen, dat er aan het bovengemelde

                voldaan wordt, en bijzonderlijk te zorgen dat de jaarlijkse herinentingen voor het

                toekomende regelmatig plaatshebben en u deswegens met Mr dokter De Becker

                van Thisselt, gemeenteinenter, te verstaan.”

     

    1923 – 24 maart : Dokter De Becker “ziet af van de behandeling der onvermogende

                zieken der gemeente...”

     

    1923 – 28 april : Het Schepencollege benoemde Juffer Rheinhard als tijdelijk

                waarnemdende onderwijzeres in de gemeentemeisjesschool ter vervanging van

                de zieke titularis mevrouw Engels-Troch en Victor Weyts als tijdelijk

                waarnemdend onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool, als vervanger

                van de dienstplichtige Alfons Hellemans.

     

    1923 – Op 8 mei overleed te Leest, rond 18u30 in haar kasteel “de Mot”, Anna Maria

                Jozefina Ghislena Pansius, weduwe Coemans Eugeen Valery. Ze was 73 jaar

                geworden.

                De begrafenis had plaats te Mechelen alwaar zij werd bijgezet in de familiekelder.

     

    1923 – In de nacht van 22 op 23 mei werd er door onbekenden ingebroken in de twee

                gemeentescholen :

                “Rond 2-1/2 u ’s morgens werd Mr. De Leers, onderwijzer, gewekt door het

                gerammel zijner elektrieke deurbel.

                Deze is opgestaan en kort daarna hoorde hij het geronk van eenen vertrekkende

                automobiel aan de school.

                Het gerammel van het voertuig deed veronderstellen dat het voertuig niet in

                goeden staat moet geweest zijn.

                Het moet vertrokken zijn in de richting van Thisselt tot aan de woning van

                wagenmaker Verbeeck, alwaar de lichten aangstoken werden, en de richting naar

                Hombeeck Heike gevolgd werd.

                In de meisjesschool werd over den muur geklommen, een ruit gebroken langs

                welke opening men waarschijnlijk binnen gedrongen is, en de deur geopend.

                In twee klassen dezer school werden verschillige kassen en lessenaars

                opengebroken.

                In de jongensschool heeft men een stoel weggenomen, die aan den

                afsluitingsmuur geplaatst stond.

                Op de koer dezer school bestaat eene staldeur, waar het kiekenkot is, men

                veronderstelt dat men kiekens heeft willen stelen.

                Bij het aanraken der deur is de elektrieke bel in werking gegaan.”

     

    1923 – 1 juni : De Leestse schoolhoofden werden ervan verwittigd dat :

                “vanaf den eersten juni e.k., de nagemelde overwegen op de spoorweglijn

                Mechelen-Terneuzen, op het grondgebied dezer gemeente, niet meer bewaakt

                zullen zijn, en dat de Bareelen zullen afgeschaft worden :

                op overweg nr.3, Kapellebaan, weg naar het Hoefijzer.

                Op overweg nr. 3a, veldbaan tusschen de Kapellebaan en de weg naar de Bist.

                Op overweg nr. 4, aan de woning van Victor Van Herp, weg naar de Bist.

                Op overweg nr 4a, veldbaan op Stuikensveld.

                Op overweg nr. 5b, veldbaan aan boschje Moeremans.  

                Op veldbaan nr. 6a, in de dreef Washer, grooteheide.

                Op overweg nr.6, in de grooteheidestraat, aan de woning Jaak Leemans.

              

                Wij verzoeken Uld. dus vriendelijk van de kinderen uwer school aandachtig te

                willen maken, op het overtrekken der spoorweglijn op bedoelde onbewaakte

                overwegen voor het toekomende

                                   Het gemeentebestuur van Leest.”. 

     

    1923 – Op 5 juli vertrok vanuit Leest een kistje met 2 pistolen en 28 kardoezen, hetzij

                afgestane wapens en schietvoorraad, om via de trein naar een legerdepot te

                Antwerpen verstuurd te worden.

     

    1923 – 26 juli : De Kantonale Opziener van het lager onderwijs maakte bij zijn inspectie

                in de gemeentescholen aanmerkingen nopens de gebrekkige toestand der

                schoolmeubelen en leermiddelen :

                “De ontbrekende leermiddelen en meubelen als banken, enz. voor de

                meisjesschool en deels voor de jongensschool dienen zonder verderen uitstel

                aangeschaft te worden. Ook de gebouwen dienen in goede staat gesteld te

                worden, hetzij door herstelling, hetzij door nieuwe bouwing.

                Aanvraag tot opmakingsplan dient gedaan te worden en het College dient binnen

                de 3 weken aan de schoolopziener afschrift der genomen Raadsbeslissing toe te

                zenden om de staatstoelagen voor ’t onderwijs aan de gemeente niet zien

                onttrokken te worden...”

                (GA-4/8/1923)

     

    1923 – 16 augustus : Frans Coeckelbergh werd benoemd als ontvanger van het

                Weldadigheidsbureel. Hij verving Emiel Meulemans. (GR)

     

    1923 – Op 24 augustus, rond 15u30, veroorzaakte een blikseminslag brand in de woning

                van Edward Van Steenwinkel uit de Kouter.

                Woning en inboedel werden vernield.

     

                Gazet van Mechelen wijdde er ook een artikel aan in de editie van 27/8 :

                “...Vrijdag namiddag rond 4 ure, hing er een zwaar onweer over onze gemeente.

                De bliksem sloeg in op de woning van landbouwer Edward Van Steenwinkel,

                wonende op den steenweg naar Hombeek.

                De woning werd totaal door het hemelvuur vernield.

                Schuur en stalling, welke gelukkig afgezonderd staan, bleven ongedeerd.

                Van den huisraad, die nogal aanzienlijk is, wordt door verzekering gedekt.”

     

    1923 – Zaterdag 25 augustus – Gazet van Mechelen : Uit Leest :

                “In onze gemeente heeft zich een geval van vergiftiging voorgedaan dat gansch

                het huisgezin van landbouwer Van de Sande treft.

                Maandag l.l. had de familie Van de Sande, bestaande uit zes personen, kaas

                gegeten.Dinsdag daaropvolgend gevoelden ouders en kinderen zich ontsteld,

                lijdende aan geweldige pijnen in den buik en aan de maag.

                Vooral de toestand van den 38-jarigen zoon was zorgwekkend, zoodanig dat hij

                woensdag in de geweldigste pijnen overleed.

                Het parket van Mechelen, van het gebeurde verwittigd, heeft een streng onderzoek

                ingesteld en de overblijvende eetwaren aangeslagen.

                De lijkschouwing van den overledene zal wellicht meer aan het licht brengen.”

     

    1923 – Op donderdag 13 september had er een aanbesteding plaats in het gemeentehuis

                voor de levering van schoolmeubelen en leermiddelen (didactisch materiaal) aan

                de meisjesschool.

                Frans Spiessens uit  Hingene sleepte de bestelling in de wacht voor 2.902,64 fr.

                (GA-23/8/1923 en SC-22/11/1923)

     

    1923 – “Bij Ministrieel Besluit van 6 oktober 1923 werd Mevr. Engels-Troch,

                onderwijzeres der meisjesschool, in beschikbaarheid gesteld met wachtwedde

                van 4.800 fr.”

    26-02-2012 om 18:09 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1922 – 19 en 26 februari : Eerste optreden van de nieuwe toneelkring “Rust Roest”

                In de zaal “Van den Heuvel”.      

                Vermeldenswaard : de toegangsprijs bedroeg 3 frank voor genummerde en 2

                frank  voor niet-genummerde plaatsen en de acteursbezetting was gemengd.

                (GvM,28/10/81)

    1922 – 2 maart : De gemeente sloot aan bij het “Provinciaal Fonds der meestbegaafde

                kinderen.”

     

    1922 – Op 25 maart ging de gemeente opnieuw een lening aan. Er werd 40.000 frank

                geleend bij het gemeentekrediet.

     

    1922 – 25 maart : De gemeente weigerde zich aan te sluiten bij de Provinciale- en

                Intercommunale Drinkwatermaatschappij der provincie Antwerpen :

                “Overwegende dat de uitvoering van het ontwerp, groote onkosten veroorzaken

                zal, niettegenstaande de beloofde toelagen van staat en provincie, en dat de

                gemeenteinkomsten niet bestand zijn, haar bij te treden inschrijvingsaandeel

                te waarborgen.

                Bovendien dat de gemeente van goed en drinkbaar water voorzien is...”

     

    1922 – 22 april : Maalder Leonard Lauwers kreeg toelating tot het plaatsen van “eenen

                gazmotor van 25 paardenkracht, met dubbelen gazzuiveraar, van ’t merk

                Schmith.”

     

    1922 – 22 juni : Het beheer van “Telegrafen en Telefonen”, bekwam van de gemeente de

                toelating tot het aanleggen “eener Rijkstelefoonlijn en het plaatsen van 4 palen op

                het openbaar gemeentedomein langsheen de Thisseltbaan uitgaande van den

                spoorweg Mechelen-Terneuzen, naar de woning van Alfons Apers, handelaar

                Leest.”

     

    1922 – 26 juni : De gemeenteraad stemde een krediet van 933 fr, te betalen aan de

                gemeente Hombeek, “tot betaling van schoolbehoeften van kinderen der

                gemeente die de school te Hombeek bijwonen”.

     

    1922 – 1 juli :”...Van den genaamde Pieter Jan Campion, militiaan der klas 1909 van

                het 1e Jagers te voet, nr. 24222 van het stamboek, is tot heden geen nieuws

                ontvangen.

                Alle opzoekingen tot heden gedaan, zijn vruchteloos gebleken.

                Hij moet nog gezien geweest zijn na de gevechten langs de omstreken van Haacht.

                Alles doet veronderstellen dat hij op het veld van eer gevallen moet zijn.”

                (GA)

     

    1922 – 24 juli : Openbare aanbesteding voor de herstelling der buurtsteenwegen.

                Toegewezen aan aannemer Van de Ven uit Breendonk voor 12.670,69 fr.

     

    1922 – 17 augustus : De weduwe Louis Neefs uit de Mechelbaan, ontving van de

                Inspecteur Veearts der provincie volgende onderrichtingen ivm de maatregelen

                die ze diende te nemen tegen de koolziekte :

                “Ontsmetting van de stal, opsluiting der andere dieren gedurende 10 dagen en

                gedurende dien tijd het melk te koken.

                Het mest van den stalling te verbruiken en het andere vee te doen inenten,

                aangezien er over een tiental jaar nog een geval van koolziekte heeft

                voorgedaan.”

     

    1922 – 16 september : Het Schepencollege gaf toelating aan maalder Lauwers tot de

                plaatsing van “ene motor in de maalderij ter vervanging van een stoommachien.”

     

    1922 – In dezelfde zitting van het Schepencollege werd Mejuffer Rheinhard tijdelijk

                waarnemend onderwijzeres benoemd, in vervanging van Alfons Hellemans,

                “militiaan van 1921, ingelijft bij het leter tot vervulling van zijne diensttermijn.”

                Wedde : 4.800 fr en 200 fr woonstvergoeding.

     

    1922 – Op 28 september deed Jan Baptist Robberechts uit de Biest een aanvraag

                “om de speciale korting te bekomen na geledene oorlogsschade tot het verkrijgen

                van een maaimachine met piktoestel.”

     

    1922 – 5 oktober : Landbouwer Pieter J.B. Emmeregs uit de Tiendeschuurstraat vroeg

                deze korting voor de aankoop van een werkpaard :

                “...dezen persoon heeft 2 paarden moeten inleveren aan de Duitschers tijdens

                de bezetting, en een derde paard is bij den aftocht der Duitschers medegenomen

                tot het doen van hun vervoer...”

     

    1922 – Bij beraming van 7 oktober 1922 besloot de Raad tot heffing voor 1922 en

                1923 van :

                40 opcentiemen op de grondbelasting.

                50 opcentiemen op de belasting op dei nkomsten der roerende in België

                aangewende kapitalen.

                50 opcentiemen op de bedrijfsbelasting op de in België gemaakte winsten in de

                nijverheids-, handels- of landbouwexploitaties en op de winsten der vrije

                beroepen, opdrachten of betrekkingen alsook op alle winstgevende bedieningen,

                andere dan voormelde exploitaties.

                Deze heffing genoot goedkeuring bij Koninklijk Besluit van 17/2/1923.

     

    1922 – 21 december : De schoolhoofden De Leers en Hellemans kregen bericht van het

                gemeentebestuur dat :

                “bij beslissing van het schepencollege, de aankopen van brandstoffen voor de

                verwarming der klassen, voor de toekomst, bij kolenhandelaars inwoners der

                gemeente dienen gedaan te worden en niet bij personen andere gemeenten

                bewonende...”

     

    1923 – Dat jaar noteerde men te Leest 41 geboorten, 19 overlijdens en 16 huwelijken.

                Er waren 146 schoolplichtige jongens en 164 schoolplichtige meisjes.

                Zoals vorig jaar waren er weer verschillende gezinshoofden die hunne plichten

                verwaarloosden  en hun kinderen niet naar school zonden, sommigen onder hen

                werden daarvoor beboet door de vrederechter.

     

    1923 – De landbouw te Leest dat jaar:

                “Uit genomen inlichtingen blijkt dat den oogst voor 1923 was :

                voor rogge : van mindere opbrengst dan een gewoon jaar;

                voor tarwe : van tamelijk goede opbrengst;

                voor haver : goede opbrengst;

                de gerst was minder van opbrengst dan van een middelmatig jaar;

                het vlas was van goede opbrengst en werd aan hoge prijzen verkocht.

                De vroege en late aardappelen waren van middelmatige opbrengst.

                Het hooi- en toemaatgras was van goede opbrengst.

                Den voederbeet was van goede opbrengst, doch de andere voedergewassen waren

                van slechte opbrengst.”

                (SC-28/8/1924)

     

    1923 – In de gemeente waren er twee motorvoertuigen : bij Jan Frans Piessens uit de

                Blaasveldstraat “een overdekt voertuig” en bij Hendrik Verbeeck “een

                niet-overdekt voertuig”.

                (GA-3/4/1923)

     

    1923 – “...In de gemeente bestat geen brandweerkorps, noch is er blusmateriaal

                voorhanden.

                Met de stad Mechelen bestaat wel een mondelinge overeenkomst tot hulpverlening

                bij brandongevallen. (Korps gehucht Battel)”

                (GA-24/5/1923)

     

    1923 – De gemeentebegroting van 1923 voorzag een som van 300 fr als vergelding

                “aen den Pokzetter”. (GA-31/1/1924)

     

    1923 – “...In Leest was er slechts één veekoopman aanwezig, namelijk Jan Frans

                Selleslagh uit de Kapellebaan.

                Slachters of beenhouwers zijn er in de gemeente niet aanwezig...”

                (GA-21/11/1923)

     

    1923 – “...Te Leest waren 3 pensioentrekkende oorlogsinvaliden :

                -De Hondt Jan Edward, zonder beroep

                -De Leers Jan Baptist, onderwijzer

                -Pateet Pieter Jan, beambte bij de belastingen.”

                (GA-17/1/1923)

     

    1923 – 12 januari – Gazet van Mechelen : Uit Leest.

                “...Zondag 14 januari ten 10-1/2 ure voormiddag, belegt het Christen Syndicaat

                van Sp. P.T.T. en Z. hier eene algemeene vergadering in het lokaal “de Proef”

                bij de heer Jan Huysmans, Leest-Dorp.

                De heeren Doms, Suetens en Saerens zullen er het woord voeren.

                Alle hand- en geestesarbeiders worden verwacht !”

     

    26-02-2012 om 11:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1922 – In dat jaar zou men te Leest 44  geboorten noteren, waarvan 23 baby’s van het

                mannelijke en 21 van het vrouwelijke geslacht. (Er waren 3 doodgeborenen,

                allemaal jongetjes)

                Er werden 12 huwelijken ingezegend en er waren geen echtscheidingen.

                14 Leestenaars kwamen te overlijden, waarvan 4 van het vrouwelijk en 10 van het

                mannelijk geslacht.  

                Het aantal kindereren voor het schooljaar 1922-23 beliep tot 322.

                “Verschillige gezinshoofden werden veroordeeld voor onregelmatige

                schoolbijwoning hunner kinderen.”

     

    1922 – Landbouw: (te Leest)

                “Uit genomen inlichtinging blijft dat den oogst voor 1922 was :

                voor rogge, van mindere opbrengst dan een gewoon jaar ;

                voor tarwe, van tamelijk goede opbrengst;

                voor gerst en haver, van slechten opbrengst;

                den aardappeloogst was van goeden opbrengst;

                het vlas was mislukt;

                het hooigras was van slechten opbrengst en het toemaatgras van minder dan een

                middelmatig jaar;

                beet en voedergewassen waren zeer slecht van opbrengst.

                De overgroote droogte is den oorzaak van de mislukking van het grootste deel

                der oogstgewassen geweest.”

               (SC-13/9/1923)

     

    1922 – Stichting van de Boerinnenbond. (KVLV).

     

     

                                    BOERINNENBOND (K.V.L.V)

     

    In 1922 werd in het lokaal “het Brughuis” de boerinnenbond gesticht onder impuls van pastoor Beuckelaers, Victor De Laet en de juffrouwen Hellemans en Willems uit Leuven.

    Mathilde Hellemans was de eerste voorzitster.

    Ondervoorzitster werd Antonia De Boeck-Spoelders en schrijfster Leonie Huys.

    Andere bestuursleden van het eerste uur : Julie De Laet-Muyldermans, Bertha Polspoel-Patteet en Alida Hellemans-Scheers.

    Onderpastoor Cleeren (° 1888, + 1974.) was de eerste proost.

    De driemaandelijkse vergaderingen gingen door in de zaal bij Jef Apers en op het programma stonden een godsdienstig woord, een voordracht en als ontspanning werden kluchtliederen gezongen door sommige van de leden.

    Enkele jaren later werd te Leuven de B.J.B. gesticht en Leest was een der eerste dorpen met een eigen afdeling. Van toen af werd het ontspanningsgedeelte  op de Algemene Vergadering door hen verzorgd.

    De gilde groeide, de zaal Apers werd te klein en men moest verhuizen naar Teughels en later nog was men verplicht omwille van de oorlogsomstandigheden te vergaderen in klaslokalen en ook al eens bij Frans Huybrechts.

    Ter gelegenheid  van het 25-jarig bestaan werd de kapel in de Juniorslaan opgericht.

    In 1946 kwam pastoor Coosemans naar Leest. Hij zorgde spoedig voor een ruimere vergaderzaal,de thans bestaande parochiezaal.

    Het was toen dat juffrouw Rheinhard én de taak van voorzitster én van schrijfster op zich nam.

    In die periode kwamen uit Leuven richtlijnen om de werking uit te breiden tot alle vrouwen.

    De boeren- en tuindersvrouwen zouden langs technische lessen meer inzicht krijgen in hun stand- en beroepsbelangen.

    Toen wisselde de organisatie van naam, in plaats van Boerinnenbond werd het Parochiale Vrouwengilde en in die jaren kende de gilde een geweldige bloei.

    Bij de viering van 35-jaar op 5 juli 1959 noteerde men 200 leden.

    In 1966 werd door het bisdom Frans Lornoy aangesteld als pastoor te Leest, hij werd meteen de nieuwe proost.

    Mevrouw Alida Hellemans-Scheers werd voorzitster en Mevr. Marie Polfliet-De Prins schrijfster.

    Hilda Vloebergh – Silverans werd verantwoordelijke voor de speciale actie voor de jonge gezinnen.

    Ter gelegenheid van het 50 jaar bestaan organiseerde de Leestse gilde een luchtdoop naar Rome. 49 personen namen daaraan deel.

    De jubelviering ging door op 24 september 1972 met een tentoonstelling van oud alaam, tijdschriften en allerhande feesten.

    Rond die tijd was men te Leuven tot de algemene benaming gekomen van K.V.L.V. (Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen)

    In 1982, bij het 60-jarig bestaan, telde de vereniging 230 leden.

       

    (Alice De Prins in een brochure ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan)

     

    26-02-2012 om 11:34 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1921 – 12 augustus : Burgemeester Bernaerts verzocht de Provinciale Bouwmeester om

                de herstellingen aan de gemeentelijke jongensschool uit te voeren en deze aan de

                meisjesschool te verdagen :

                “...de gebouwen der meisjesschool zijn in 1879 met de giften en opofferingen van

                Katholieke personen opgeeischt op den eigendom en toestemming van Mr. Gillis

                Kuinders van Brussel, welke overleden is en ten kadaster komen zij op naam

                dezer familie dus voor.

                Bij onze kennis bestaat geen de minste bewijs als titel voor de gemeente.

                Mijnheer Bernaerts, burgemeester, heeft dikwijls  bij Madame Gillis

                aangedrongen, tot den afstand der schoolgebouwen en grond aan de gemeente

                waarvoor men beloofde te zorgen.

                Mme. Gillis is sedertdien komen te sterven en den toestand schijnt ons

                onveranderd gebleven.

                In die voorwaarden bevindt de gemeente zich in moeilijke toestand.

                Herstellingen doen als die welke voorgeschreven zijn, aan gebouwen op naam

                van derden, is overbodig, zelfs niet toestembaar wettelijk.

                De besluiters tot uitstel is den last opgelegd van onmiddellijk onderhandelingen

                aan te gaan met de familie Gillis-Kuinders om toestemming tot herstelling

                of afstand  van die schoolgebouwen en grond te bekomen...”

     

                “...Deze gebouwen zijn door de welwillendheid en met bijzondere toestemming

                en hulp van wijlen Mijnheer Gillis Kuinders tijdens den schoolstrijd van 1879

                opgericht geweest...”

                (GA-2/12/1922)

     

    1921 – 11 oktober : Bij landbouwer en herbergier Egied J. Polfliet brak brand uit.

                Zijn huis en een gedeelte van zijn inboedel werden vernield.

                De brand zou veroorzaakt zijn door de schouw.

     

    1921 – 15 oktober : “Gezien de brug voor voetgangers, liggende over de

                Steinenmolenbeek, voor den Kerkweg, van de Koeistraat naar het hertsveld

                gevaarlijk wordt tot overgang, daar de platen versleten zijn, besluit het

                Schepencollege éénparig tot de herstelling van dit brugske over te gaan op

                kosten der gemeente.”

     

    1921 – 27 november : “Provincieverkiezing. Het kiezerspotentieel van de gemeente

                Leest zag er als volgt uit : 466 kiezers-mannen voor de Kamer, 459 mannelijke

                en 429 vrouwelijke kiezers voor de gemeente.”

                (GA-19/12/1922)

     

    25-02-2012 om 18:27 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1921 – 8 juli : De gemeenteraad stemde een toelage van 100 fr voor de vrije

                volksboekerij der gemeente.

                “Bij deze beraming is machtiging gevraagd om die boekerij te mogen inrichten

                in eene afhankelijkheid der gemeente meisjesschool.”

                (GA-13/8/1921)

        

                Die machtiging kwam er en de boekerij werd ingericht in de lokalen der

                toenmalige meisjesschool in de Kouter. (het latere parochielokaal)

                Op 1 januari 1923 waren er reeds voor 640,66 fr uitgaven verricht en beschikte

                de boekerij op dat moment over 173 boeken.

                Enkele citaten uit de “Inwendige verordening van het bestuur”.

                “Art.1 : De boekerij wierd ingericht door den Vlaamschen Studiekring van Leest.

                Zij wordt bestuurd door het bestuur van den studiekring, dat samengesteld is uit

                vier leden, te weten : den geestelijken bestuurder, den voorzitter, den

                ondervoorzitter en den schrijver.

                Art. 6 : In de keus der boeken zal het bestuur niet uit het oog verliezende dat de

                Boekerij uitsluitelijk ingesteld is om te verzedelijken en te onderwijzen, alle

                werk, dat niet tot dit doel zou strekken, ter zijde stellen.

                Art. 8 : Bij het te niet gaan van den studiekring gaat het bestuur der boekerij over

                in  de handen der commissie van de boerengilde, afdeling van den Belgischen

                Boerenbond van Leuven, bij het te niet gaan der boerengilde gaat het bestuur

                over in handen der parochiale geestelijkheid van Leest.”

                De officiële benaming zoals vermeld op het zegel was “Studiekring Volksboekerij

                Leest”.

                De Leestse studiekring werd gesticht door de toenmalige onderpastoor Bernard

                De Groef en had als doel de bevolking te onderrichten.

                Dit gebeurde door in herbergen lessen te geven voor geinteresseerden.

                Lesgevers waren o.a. meester A. Hellemans die spraakkunst gaf, meester V.

                Selleslagh  voor rekenen en onderpastoor De Groef voor godsdienst en algemene

                vorming.

                De ondertekenaars van het boekerijreglement waren : Bernard De Groef

                (onderpastoor te Leest van 1919 tot 1924), een vurig liturgist die ooit weigerde

                een misviering te beginnen omdat er onvoldoende misdienaars waren, als

                geestelijk bestuurder en bibliotecaris ad interim, (niemand bezat op dat moment

                het officieel diploma van bibliotecaris, en een priester mocht deze functie

                waarnemen) Viktor Selleslagh als voorzitter, Theofiel Spruyt als ondervoorzitter

                en schrijver Alfons Hellemans. Laatstgenoemde verrichtte van in het begin tot bij

                het verdwijnen der boekerij (1946) het werk van biblioecaris.

                In 1923 behaalde meester Hellemans het officiële diploma van bibliotecaris.

                Latere bestuursleden waren Victor De Laet, onderpastoor Cleeren en Maria

                Rheinhard.

                Op 6 januari 1928 werd de Leestse boekerij lid van de “Katholieke boekerij

                Antwerpen”.

                De boeken werden aangekocht met subsidies van gemeente, provincie en staat.

                Ook waren er heel wat schenkingen.

                Het leesgeld bedroeg 10 centiem per 14 dagen en men betaalde 10 centiem

                boetegeld per week achterstel. Lidgeld bestond niet.

                De eerste uitleningen gebeurden op 10 september 1922 en de zitdag was

                zondagvoormiddag .

                Op 1 januari 1923 hadden al 87 mannen en 49 vrouwen gebruik gemaakt van de

                Leestse bibliotheek.

                Later kon de jeugd boeken lenen op vrijdag vanaf 17u30 want er werden

                jeugdboeken aangekocht, waardoor het aantal uitleningen gevoelig steeg.

                In 1925 werden 947 boeken en/of tijdschriften uitgeleend, in 1937 waren er dat

                885 stuks. Te Leest werd gelezen.

                In 1943 bedroeg het aantal ingeschreven boeken 1059.

                Toen kwam de oorlog, de boekerij bleef weliswaar geopend tot 1946 maar er

                kwam sleet op.

                Vele boeken waren verouderd en ht meubilair diende aangepast.

                Geld was er niet te veel, een nieuwe tijd was in ’t zicht.

                Er werd gepoogd opnieuw te starten, o.a. met Jan De Decker maar er kwam geen   

                wind in de zeilen.

                In de jaren vijftig moest van de toenmalige pastoor Coosemans het lokaal waar de

                boekerij gehuisvest was gedeeltelijk ontruimd worden, de boeken werden

                overgebracht naar de nieuwe chirolokalen tegen het kerkhof alwaar ze in de

                vergetelheid raakten.

                Een aantal werd gelukkig gered door Guido Hellemans, de rest wellicht

                vernietigd...

                (G. Hellemans – DB-december 1983)

     

                In 1984 vroeg Gust Emmeregs, naar aanleiding van het agendapunt dat de

                verbouwing en uitbreiding van het Mechelse bibliotheekcomplex goedkeurde

                hoever het stond met de plannen voor een afdeling van de bibliotheek in Leest.

                Goed nieuws voor de Leestenaren, die bibliotheek zou er komen.

                De plannen voor de bouw van een filiaal in het oud-gemeentehuis van Leest

                waren rond, en wachtten nog enkel op de goedkeuring van de Mechelse

                brandweerkommandant Hendrickx.

                (DMW-1/3/1984)

                Op zondag 11 oktober 1987 kreeg Leest een nieuwe uitleenpost van de stedelijke

                Openbare Bibliotheek van Mechelen. Het was voor de hoofdbibliotheek de 19de

                uitleenpost op een andere locatie en werd ondergebracht in twee lokalen naast het

                vroegere gemeentehuis (het vroegere schoolhuis), Ten Moortele 1bis.

                Het postkantoor diende daarvoor verplaatst te worden naar het vroegere

                gemeentehuis.

                Een belangrijke gebeurtenis voor Leest zei burgemeester Joris in zijn

                gelegenheidstoespraak. Een belangrijke opdracht ook voor de scholen in Leest

                om de kinderen de weg naar de bibliotheek te wijzen. Vlaanderen heeft lezers

                nodig  en lezer wordt men pas na vele jaren, aldus de burgemeester.

                De Leestse uitleenpost telde zo’n 6.000 boeken ondergebracht in een 20-tal

                rubrieken.

                De bibliotheek van Leest was open elke zondag van 10 tot 12 uur en  elke

                donderdag  van 15 tot 18 uur.

                Het lidgeld bedroeg 100 frank per jaar en leden onder de 14 jaar dienden

                niks te betalen.

                (GvM,13/10/87)

    25-02-2012 om 18:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!